Dropping Dropping, kunstproject Gemeente Haarlemmermeer / Hester Oerlemans 2005
VOORWOORD
Met de tentoonstelling en catalogus Dropping sluit de gemeente Haarlemmermeer de eerste tijdelijke kunstmanifestatie af. Gemeente Haarlemmermeer heeft er in haar beleid voor gekozen om naast permanente werken in de openbare ruimte ook tijdelijke kunstprojecten te organiseren; kunstprojecten waar iedereen aan deel kan nemen, een terloopse en ongedwongen ontmoeting met kunst èn met elkaar. Dropping was een bijzondere combinatie van de beleving van het platteland, de Haarlemmermeerpolder, en van kunst. Het concept is bedacht door beeldend kunstenaar Hester Oerlemans in samenwerking met de gemeente. Vijf kunstenaars - Jan Rothuizen, Jaap Kroneman, Gabriel Lester, Joep van Liefland en Oerlemans zelf dropten in de weekenden van september hun kunstwerken boven de weidse polder op het land van Jan Ham. De Derde Dimensie - een luchtvaartorganisatie voor activiteiten in de recreatieve luchtvaart - voerde de vluchten uit. Elk weekend werd het publiek met een ander idee van een kunstenaar geconfronteerd. Iedere dropping was een unieke belevenis. Het project Dropping is een geslaagde, maar zeker ook een gewaagde aftrap, niet alleen organisatorisch maar ook door kunst op deze wijze te presenteren. Met dit project wordt het idee van tijdelijkheid op de spits gedreven. Ook de kwetsbaarheid van kunst wordt in beeld gebracht. Het project roept vragen op als: Hoe tijdelijk kan en mag kunst zijn? (Bedenk dat een bezoeker in een museum gemiddeld 20 seconden naar een werk kijkt.) Is het sociale aspect, de ontmoeting met elkaar, ook kunst? Het publiek wordt onderdeel van het tijdelijk kunstproject, maar ervaar je het wel als een kunstwerk als je bijvoorbeeld wordt meegesleept in een enscenering die de vorm heeft van een prijzenslag? Kunst reageert en reflecteert op onze maatschappij. De combinatie van het tot denken aanzetten en het beleven van een fantastische middag is een bijzondere. Wellicht wordt het draagvlak van kunst zo vergroot. Ik denk in ieder geval dat deze confrontatie met kunst voor velen een bijzondere ervaring is geweest. Tot slot wens ik u veel plezier met het (opnieuw) beleven van de droppings in de tentoonstelling en deze catalogus.
Herman Tuning, Wethouder Cultuur c.a. Gemeente Haarlemmermeer
Dropping 1
Dropping, kunstproject Gemeente Haarlemmermeer / Hester Oerlemans 2005
Dropping
2
blz. 1
Herman Tuning / Voorwoord
blz. 2
Sjaak Langenberg / Wat doe ik hier?
blz. 4-5-6-8
Jan Rothuizen / De Zilveren Wolk
blz. 7
Nina Folkersma / Een fonkelende diamant van licht
blz. 9
Sjaak Langenberg / De geallieerden
blz. 10
Sjaak Langenberg / Meteoriet
blz. 11
Overzicht Dropping
blz. 12-13-14-16-17-43
Hester Oerlemans / Dropping Magritte
blz. 15
Nina Folkersma / Hulp van boven
blz. 18
Overzicht Dropping
blz. 19
Sjaak Langenberg / Incontinental Airways
blz. 20-21-22-24
Jaap Kroneman / Symphonie van tonen
blz. 23
Nina Folkersma / De Onvoltooide Symfonie
blz. 25
Sjaak Langenberg / Inleiding tot de archiefvernietiging
blz. 26-27
Overzicht Dropping
blz. 28-29-30-32-33
Gabriel Lester / Pianodropping
blz. 31
Nina Folkersma / Crash!
blz. 34
Sjaak Langenberg / Life Simulator
blz. 35-36-38-40
Joep van Liefland / Joep van Liefland’s videopalace prijzenslag 2005
blz. 39
Nina Folkersma / “We vereren het laagste om tot het allerhoogste te komen”
blz. 41
Sjaak Langenberg / En dan nu het weer
blz. 42
Sjaak Langenberg / Het hangt in de lucht
blz. 44
Colofon
Een fonkelende diamant van licht Zaterdag 3 september 2005 Jan Rothuizen “Van veraf ziet het eruit als een religieuze bijeenkomst”, zegt Jan Rothuizen als hij aankomt op het land van Jan Ham in Nieuw-Vennep. Het voelt inderdaad alsof we terecht zijn gekomen bij een geheime sekte die midden in een graanveld wacht op een wonder. Zo’n 250 mannen, vrouwen en kinderen zitten in een grote kring netjes langs de rand van het veld, hun gezicht naar het midden gericht, in gespannen afwachting van wat er straks - hopelijk precies voor hun neus - uit de hemel zal vallen. De gemeente Haarlemmermeer heeft mij uitgenodigd om een reeks ‘kunst-droppings’ bij te wonen. Door de organisatie ben ik opzettelijk in het duister gelaten over de exacte invulling van het project, het enige dat ik weet is dat er straks iets uit een vliegtuig zal worden gedropt. Vooralsnog laat ik me vooral verrassen door de weidsheid van het polderland, de enorme opkomst van de dorpsbewoners en de geur van hooi. Jan Ham, de boer die zijn land ter beschikking heeft gesteld voor het kunstproject, heeft zijn hooiwagen op het veld gezet. De hooibalen, die dienst doen als zitbankjes, liggen er quasi-rommelig omheen gedrapeerd, alsof ze zo van de wagen zijn gerold. Langs de kant staan twee kraampjes waar verse appelsap en biologische geitenkaasjes worden verkocht. Het is een prachtige dag en iedereen heeft er zin in.
hemzelf is geworden. “Vandaag strooit een vliegtuig honderd kilo glinsterende strookjes uit boven de Haarlemmermeer. Dan zal die herinnering leiden tot een nieuwe gebeurtenis”, brult Rothuizen door de megafoon. Tien trage minuten later komt het vliegtuig eindelijk in zicht. Alle mannen, vrouwen en kinderen veren op en turen met het hoofd in de nek omhoog naar de blauwe lucht. Een beeld dat onmiddellijk associaties oproept met de Tweede Wereldoorlog, met voedselpakketten, vrijheid en redding. Dan komt er uit de staart van het vliegtuig ineens een witte wolk tevoorschijn. De wolk fonkelt en glanst als een grote diamant van licht en valt uiteen in duizenden strookjes, die als een zwerm vlinders omlaag fladdert. Eindeloos langzaam. Zo subtiel dat ze bijna onzichtbaar zijn. De strookjes hebben de grond nog niet geraakt of alle kinderen rennen het veld in om de witte velletjes op te rapen. In plaats van zilverpapier – dat de radar van Schiphol zou verstoren – is gebruik gemaakt van ouwel, het eetbare en biologisch afbreekbare ‘kokosmakronenpapier’. Het publiek vindt het prachtig, en ik ook. We hebben ons laten meeslepen door het persoonlijke verhaal van Jan Rothuizen en zijn vervolgens getuige geweest van een bijna hallucinaire verschijning.
Initiatiefneemster en kunstenaar Hester Oerlemans roept door een megafoon dat er een kleine wijziging in het programma is. Vandaag zal niet zij, maar Jan Rothuizen als eerste kunstenaar iets uit het vliegtuig droppen. Behalve beeldend kunstenaar, van zeer persoonlijke en poëtische kunstwerken, is Jan Rothuizen ook schrijver. Vanmiddag zal ook zijn nieuwste boek worden gepresenteerd op de opening van zijn tentoonstelling in Amsterdam. Rothuizen loopt naar het midden van het veld, laat de megafoon nog een rondje loeien en leest dan een verhaal voor. Het verhaal van de Zilveren Wolk. Hij vertelt over zijn vader die als jongetje van zeven, aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, door Middelburg liep en duizenden mysterieuze strookjes zilverpapier vond. Oudere mensen vertelden zijn vader dat ze uit een vliegtuig waren gestrooid. Jan’s vader stelde zich voor hoe een enorme zilveren wolk boven de stad moet hebben gedwarreld. Pas veel later hoorde hij dat de stroken zilverpapier waren uitgeworpen door de geallieerden om de Duitse radar te verstoren. Jan Rothuizen vertelt hoe zijn vaders verhaal zich in zijn eigen geheugen heeft genesteld, alsof het een herinnering van 6
7
8
9
10
11
Hulp van boven Zaterdag 10 september Hester Oerlemans Het land van Jan Ham is veranderd in een modderpoel. Kinderen banjeren met regenlaarzen door de modder of trekken hun schoenen uit en soppen met hun tenen lekker in de bruine smurrie. De balen hooi staan ditmaal op een droog stukje groen langs het veld. Daar staan ook de kraampjes met de appelsap en de geitenkaas. Er is zelfs een kraampje bij gekomen, met bier en wijn én zelfgebakken patat. Vandaag is het de beurt aan kunstenaar Hester Oerlemans. Ik ben wat aan de vroege kant en zie een tractor met een laadbak vol levensgrote zwarte opblaaspoppen af- en aanrijden naar een helikopter achterin het veld. In eerste instantie ben ik enigszins teleurgesteld dat ik al gezien heb wat er straks gedropt zal worden, maar die komisch hobbelende stapel poppen die steeds voorbij komt en het vooruitzicht van een helikopter-dropping maken het weer goed. Terwijl de stapel opblaaspoppen naast de helikopter gestaag groeit, stroomt ook het publiek langzaam toe, in minder grote getale dan vorige week, maar nog altijd zeer gemêleerd en goed gemutst. Het grote moment is daar. De rotorbladen van de helikopter beginnen te zwiepen, het wiekende gevaarte maakt zich los van de grond en daar gaat ‘ie, rechtomhoog. Een groot net vol zwarte mannetjes bungelt eronderaan. We vermoeden allemaal wat er gaat gebeuren, toch blikken we verwachtingsvol omhoog. Er valt een mannetje uit het net. Dan nog twee, en dan niets. De helikopter stijgt en daalt, het net schudt en draait, de mannetjes woelen en worstelen, maar het net gaat níet open. De helikopter keert terug, het gedraaide net als een zielig knoopje met zich meezeulend.
beslag genomen door het anonieme vliegverkeer van Schiphol. Met Dropping wilde Oerlemans het luchtruim een minder eentonig en meer persoonlijk gezicht geven. Ze nodigde vier collega-kunstenaars uit om een dropping uit te werken die zou leiden tot een eenmalige, verrassende en tot de verbeelding sprekende gebeurtenis. Als een gift, een aardig gebaar, vanuit de lucht aan de bewoners en bezoekers van Haarlemmermeer, die normaalgesproken voornamelijk overlast ervaren van het luchtverkeer. “In wezen betekent een dropping altijd hulp. Hulp van boven, maar dan nu van de kunst”, zegt Oerlemans. (1) Het liefst had ze gewild dat het publiek de verschillende droppings bij toeval zou meemaken. Dat ze ineens ontdekken dat er een zilveren wolk boven een weiland hangt of dat er tientallen zwarte mannetjes uit de lucht vallen. “Het onverwachte maakt dat je met andere ogen kijkt naar wat je eigenlijk heel goed kent en meende te kennen.” Het onverwachte falen van vanmiddag hoort er ook bij. Wanneer ik Hester Oerlemans bij het weggaan nog even aanklamp, heeft ze haar ergenis over het gedraaide net al grotendeels weggeslikt. “We proberen het gewoon nog een keer, over twee weken”, zegt ze opgetogen. Met een beetje ‘hulp van boven’ zal het dan vast goed gaan. (1) Cees van Hoore, Kunsthulp van Boven, Het Parool, 13 augustus 2005
Later verneem ik dat enkele toeschouwers dachten dat er levende mensen in het net zaten. Moeders brachten in paniek hun kinderen terug naar de auto, hen manend om vooral niet om te kijken naar die spartelende mannen in het net. Achteraf hoor ik ook wat de bedoeling was van Hester Oerlemans. Oerlemans wilde graag een ruimtelijke vertaling maken van het schilderij ‘Golconde’ van de Belgische kunstenaar Magritte. Op dit schilderij zweven tientallen mannen met deftige kleren, bolhoed en aktentas door de lucht naar beneden. Een surrealistisch beeld. “Door de kleding en houding lijken het mannen die naar hun werk gaan, maar daar in de lucht wordt het ineens doelloos en mysterieus.”, vertelt Oerlemans. Ze zag het al helemaal voor zich. Hester Oerlemans is behalve deelnemer ook initiatiefnemer van het Dropping-project. Ruim anderhalf jaar geleden werd ze door de gemeente Haarlemmermeer benaderd om een kunstproject te bedenken. Geïnspireerd door de weidse luchten boven de polder, waar elke minuut een vliegtuig doorheen raast, kwam ze op het idee van de droppings. Het luchtruim van Haarlemmermeer wordt grotendeels in 14
15
16
17
18
19
1
2
De Onvoltooide Symfonie Zaterdag 17 september 2005 Jaap Kroneman Vandaag lijkt alles volgens planning te gaan. Zoals aangekondigd verzorgt Jaap Kroneman op deze zaterdag de derde dropping. De helikopter staat klaar achterin het veld, een pick-up wagen met een drumstel in de laadbak rijdt er in rondjes voor langs. Jaap Kroneman beklimt ondertussen een huishoudladder naast het veld en begint op een saxofoon te spelen. De drum- en saxofoontonen bereiken met moeite het publiek dat achter de omheining van rood-witte tape staat opgesteld. De helikopter stijgt met veel lawaai op. Precies boven het midden van het afgezette stuk land wordt Kronemans lading naar beneden geworpen. Het zijn witte propellers met daaronder een plastic fles en een apparaatje dat, heel in de verte, een paar hoge geluidstonen lijkt te produceren. Het doet mij nog het meest denken aan het rondzoemende geluid van een auto-alarm, maar de tonen worden volkomen overstemd door het lawaai van de helikopter. De piloot probeert nog wat dichterbij te komen, in de hoop dat het geluid dan beter te horen is, maar zonder succes. Pas als de ronddraaiende propellers op de grond liggen en de brullende helikopter is vertrokken, horen we nog enkele hoge fluittonen uit de flessen, die tezamen waarschijnlijk een uitgebalanceerde compositie hadden moeten vormen. ‘Wat een aanfluiting’, hoor ik iemand naast mij mopperen. Ik kan hem geen ongelijk geven.
aandacht aan kunst in de openbare ruimte, maar tot nu toe ging die vooral uit naar permanente ‘vaste’ kunstwerken, geplaatst tussen de futuristisch aandoende Vinex-locaties van Hoofddorp, Getsewoud en Lisserbroek. Ditmaal zocht de gemeente naar kunst met een niet-permanent karakter. Een eenmalige belevenis voor jong en oud, die door de mogelijkheid van actieve deelname het draagvlak voor kunst wil vergroten, aldus het persbericht. Deze doelstelling sluit aan bij de veranderde opvatting over kunst in het publieke domein. Beleidsmakers en opdrachtgevers van kunst in de openbare ruimte vragen tegenwoordig niet meer om een mooi kunstwerk op het kruispunt, maar om publieksparticipatie en een procesmatig concept. In de beleidsnota Beeldende Kunst 2003-2006 van de gemeente Haarlemmermeer wordt deze verschuiving onderstreept: “De ‘jonge’ kunstenaars werken niet meer aan een mooi eindproduct, maar zijn geïnteresseerd in het proces, in de interactie met het publiek.” En dan komt toch mijn kritische kant weer boven. Het nadeel van die focus op proces, op al die onaffe, aardig-bedachte, leuk-geprobeerde concepten is namelijk dat het publiek vaak geconfronteerd wordt met een heleboel niet-helemaal-gelukte projecten. Na het zien van de dropping van vandaag heb ik er genoeg van. Ik verlang opeens ontzettend naar een mooi, in marmer uitgehouwen kunstwerk. Af en autonoom.
Wanneer ik Jaap Kroneman naderhand spreek, verneem ik dat de dropping oorspronkelijk vanuit een vliegtuig was gepland. Tijdens een test-dropping bleek evenwel dat een van de propellers tegen de staart van het vliegtuig was gekomen. Op het laatste moment werd besloten dat het te gevaarlijk was en dat de dropping dus vanuit een helikopter moest plaatsvinden. Een treurige beslissing. Als onafhankelijk criticus, en als onbevangen toeschouwer vanuit het publiek, zou ik nu scherpe kritiek kunnen uiten op de uitvoering van dit project. Feitelijk is Kronemans bijdrage totaal mislukt. En toch ben ik milder gestemd, juist omdat het de kwetsbaarheid van deze hele onderneming aan het licht brengt. Wie verzint het nou om in het overvolle luchtruim van de Haarlemmermeer een kunstproject vanuit een vliegtuig te organiseren? De schier onmogelijke opgaaf om alle vergunningen te regelen, om toestemming te krijgen van de luchtleiding van multinational Schiphol, om een boer te vinden die zijn land ter beschikking wil stellen, om te voldoen aan de buitengewoon strenge veiligheidsregels voor het publiek een logistieke ramp! Dat het project überhaupt plaatsvindt, is al een wonder. Het is de eerste keer dat de gemeente Haarlemmermeer een tijdelijk kunstproject organiseert. Ze besteedt weliswaar veel 22
23
24
25
26
27
Crash! Zondag 18 september Gabriel Lester Ik voel me inmiddels haast vaste klant in de polder. Zelfs de dame van de koffie- en theekraam begint me te herkennen. “Hetzelfde als gisteren, mevrouw?” Dit weekend zijn er twee droppings gepland, dus ben ik op deze nazomerse zondagmiddag opnieuw in Nieuw-Vennep te vinden. Het gerucht was deze middag al vooruitgesneld: de dropping van vandaag belooft een van de spectaculairste te worden. Op het programmabord wordt het gerucht bevestigd: kunstenaar Gabriel Lester zal inderdaad een piano uit de lucht laten vallen. Terwijl de toeschouwers zich wederom keurig langs het veld opstellen en rustig van hun drankjes genieten – ik heb zelden zo’n vriendelijk en geduldig publiek meegemaakt – neemt Gabriel Lester plaats op een karretje en richt zich, megafoon aan de mond, rechtstreeks tot de aanwezigen. Lester, die inmiddels een reputatie heeft als een kunstenaar die tijdens openingen en andere sociale gelegenheden regelmatig opstaat om een geïmproviseerde speech ten beste te geven, in de trant van een ‘hiphop-freestyle’, houdt het ditmaal redelijk ingetogen. Maar daarmee niet minder bevlogen. Hij spreekt het publiek toe over zijn grote liefde: film. Lesters wortels liggen voor een belangrijk deel ook in de film (zijn grootvader was filmproducent in Amerika en hij heeft zelf enige tijd film gestudeerd). Hij vertelt dat de uitnodiging om letterlijk iets uit de lucht te laten vallen bij hem onmiddellijk associaties opriep met slapstick-films. “Het droppen van een kunstwerk heeft iets komisch,het is in zichzelf al een vorm van slapstick”, merkt hij terecht op.
De helikopter stijgt verticaal op en vertrekt dan in een horizontale lijn richting het afgezette stuk land. De piano, die rechtstreeks afkomstig lijkt uit een Saloon Bar zoals we die kennen uit Hollywood-westerns, hangt er klein en stilletjes onderaan. Een misleidend beeld: de onbeweeglijkheid verraadt immers de vervaarlijke zwaarte van het object. De helikopter komt ditmaal akelig dichtbij. De spanning stijgt. Mensen staren met wijd open ogen naar de lucht. Dan schiet de haak los. Met een suisende noodvaart dondert de piano naar beneden. In een split-second is het gebeurd. BOEM. KADENGGG! Compleet aan diggelen! De spanning bij het publiek ontlaadt zich in een daverend applaus. Gabriel Lester mag wat mij betreft zijn naam veranderen in Gabriel ‘Master of Suspense’ Lester. Het meest beangstigende was dat, op het moment dat de piano naar beneden kwam, hij optisch steeds groter werd, alsof ‘ie leek te groeien. De impact van de crash kwam daardoor nog heftiger aan. Een kunstcriticus schreef onlangs over Lesters werkwijze: “Hij weet je steevast met een simpel, helder idee mee te voeren, om je vervolgens bewust te maken van de manier waarop je kijkt, en van de illusies die het kijken kan produceren”. (1) Beter kan ik het niet verwoorden. Het was een memorabele dropping, waarin beeld, geluid, spanning en komedie samenkwamen in een enkele actie. Eigenlijk precies zoals in een film, maar dan echt.
Lester vervolgt met een klassieke anekdote over de filmvertoning van ‘The Great Train Robbery’ uit 1903, waarbij het publiek de zaal uitvluchtte op het moment dat een trein recht op de camera afstevende. Filmvertoningen waren destijds een soort magische belevenissen, veelal versterkt door het gebruik van geluid en muziek. In de tijd van de stomme film, toen synchroon geluid nog niet bestond en de filmbeelden door tekst en een ‘live’ pianist werden begeleid, waren de enige geluiden die wel synchroon konden zijn, geluiden die door een piano werden voortgebracht. Het effect hiervan werd door de slapstick al snel onderkend, vertelt Lester. Een van de meest voorkomende voorwerpen in slapstick-films is dan ook de piano. Er zijn talloze piano’s bespeeld, van trappen geduwd, op huisdieren gevallen en natuurlijk van driehoog uit huizen gedonderd. In dit soort scènes smolten beeld en geluid even samen, wat een voor die tijd hyperrealistische – en uiteraard dolkomische - ervaring was. “Het laten vallen van een piano is voor mij een hommage aan de cinema, de slapstick en de vroege animatiefilm”, besluit Lester zijn verhaal. 30
31
32
33
34
35
“We vereren het laagste om tot het allerhoogste te komen” Zaterdag 24 september 2005 Joep van Liefland Het kleine marktje is uitgegroeid tot een heuse braderie, compleet met Portakabin-toiletten en een EHBO-post. De lokale middenstand heeft handig ingespeeld op het succes van de dropping-dagen, maar alles netjes binnen de perken. Geen schreeuwende commercie, maar vriendelijke kraampjes met zakken Aviko Aardappelen en potjes geitenkaas in kruidenolie. Ze hebben onmiskenbaar bijgedragen aan de totale sfeer van het project. Deze laatste dag biedt een dubbele dropping. Allereerst krijgen we een hernieuwde poging van Hester Oerlemans’ Dropping Magritte. En deze keer gaat het helemaal goed. De Magritte-poppen vallen in een sliert uit een prachtig ouderwets dubbeldeksvliegtuig. Als miniscuul uitgeknipte silhouetjes dansen ze, cirkelend om hun eigen as, naar beneden, “Ik zag het echt! Ik zag de mannetjes van het schilderij van Magritte, maar het deed me ook denken aan zwevende Mary Poppins en een beetje aan de vallende mensen uit het WTC-gebouw op 9-11. Eng en surrealistisch tegelijk”, schrijft Oerlemans me na afloop. Meer dan vijftig jaar nadat Magritte het schilderij maakte, wekt Oerlemans het surrealistische beeld opnieuw tot leven, in een nieuwe tijd, met een nieuwe realiteit, en een even absurde lading. Dan is kunstenaar Joep van Liefland aan de beurt. Van Liefland heeft er een allesomvattende reclame-happening van gemaakt. Flyers, posters, een speciaal ‘informatie-bulletin’ met wervende tekst - van alle kanten krijgen we toegeschreeuwd dat er vandaag iets te winnen valt. In het veld staat een knalgele tent waarop in koeieletters staat geschreven ‘JOEP VAN LIEFLAND’S VIDEO PALACE – PRIJZENSLAG 2005’. Een auto volgehangen met spandoeken en een enorm driehoeksbord en vier megafoons op het dak staat er pontificaal voor geparkeerd. Om de vijf minuten tettert uit de megafoons de boodschap “Kleine prijzen, grote prijzen, heeeele grote prijzen”. Van Liefland heeft er vandaag mee door het dorp gereden om zijn dropping-actie aan te kondigen. Hij zal zo’n 250 videotapes uit de lucht laten vallen. “Vang een videoband, Win een prijs!!!” De inwoners van Haarlemmermeer zijn er massaal op afgekomen.
consumptie- en beeldcultuur, naar B-films, pornomagazines en trashy video’s. “In dit reservoir van de verbeelding komen aspecten van de menselijkheid tot uitdrukking die voor mij een ongetoonde waarheid bevatten”, betoogt Van Liefland. Deze schaduwkanten van de mens en de onuitroeibare aantrekkingskracht van het platte en vulgaire wil hij een plaats geven. Geheel in de stijl van pornografie en fetishisme, draait het om de focus op details. En daar zit ‘m ook de crux: de obsessieve aandacht voor elk onderdeel van deze happening – ik denk bijvoorbeeld aan de met kippenbotjes in elkaar geknutselde 2e prijs-trofee - getuigt ook van een enorme liefde en attentie. Het heeft bijna iets aandoenlijks, iets ontroerends. “Hit and run” – zo omschreef Hester Oerlemans de mentaliteit van de generatie kunstenaars die zij uitnodigde. “We willen geen kunst maken vanuit een ivoren toren, maar interactie met het publiek. Ideeën moeten snel uitgevoerd worden, één dag en dan is het voorbij.” (1) Die mentaliteit is de bindende factor van de bijdragen, die variëerden van poëtisch tot absurdistisch, van geluidskunst tot slapstick en trashy entertainment. Artistiek-inhoudelijk zijn er weinig overeenkomsten tussen de vijf kunstenaars, maar allen genereerden op geheel eigen wijze een sociaal, samenbindend evenement. Het mooiste bewijs dat kunst een katalysator van gemeenschappelijkheid kan zijn, staat op de laatste foto die ik tijdens deze dropping heb gemaakt. Een lokale persfotograaf neemt een foto van de 1e prijswinnaar van de Prijzenslag. Daar staat hij met zijn reusachtige cheque t.w.v. 500 euro tussen de levensgrote opblaaspoppen van Hester Oerlemans. Apetrots!
Er hangt een uitgelaten, enigszins nerveuze stemming. Het vliegtuig is in aantocht. Kinderen verdringen zich achter de rood-witte tape om het veld. Dezelfde trage dubbeldekker komt overvliegen en daar vallen de videotapes, aan kleine rode parachuutjes naar beneden. Nadat het vliegtuig in drie rondjes zijn lading heeft gelost, mogen ook de kinderen eindelijk los. Rennend en struikelend duikelen ze het veld in. Tussen de honderden tapes zitten er zeventien die een prijs bevatten. In de gele Video Palace-tent kunnen ze hun bemachtigde videoband laten afspelen, verschijnt er aan het begin van de tape een scène met Joep van Liefland voor de IKEA, dan bevat de tape een prijs. De eerste man die een winnende tape in de videospeler stopt, heeft meteen de hoofdprijs te pakken: een Ikea-waardebon ter waarde van 500 euro. Van Liefland kijkt zo mogelijk nog blijer dan de prijswinnaar.
38
De mobiele VIDEO PALACE installatie is eerder al te zien geweest op verschillende locaties, hoofdzakelijk in Van Lieflands verblijfplaats Berlijn. De rauwe, low-budget esthetiek ervan verwijst naar de ‘uitwassen’ van de hedendaagse
39
40
41
42
43
COLOFON
Publicatie
Gemeente Haarlemermeer (Dienst Welzijn, Onderwijs en Cultuur) Raadhuisplein 1, Hoofddorp november 2005
Eindredactie
Emilie Feij (sector Cultuur, Dienst WOC) Femke Lutgerink (FEMME, kunstprojecten) Hester Oerlemans (beeldend kunstenaar)
Auteurs
Nina Folkersma, Sjaak Langenberg
Fotografie
Mischa Doorenweerd, Robert Joore, Joep van Liefland, Marion Kramer (De Derde Dimensie), Hester Oerlemans, Marike Schuurman
Ontwerp
Hester Oerlemans
Druk
Hollandia Printing
Met dank aan
Familie Bos, Mischa Doorenweerd, Jan en Amanda Ham, Henk en Tinie van ‘t Hul, Jolanda Muilenburg, Dorus Oerlemans, Kasper Oerlemans, Wim Oosterveld, Henk, Yvonne, Danny en Michael Smits en alle anderen die zich voor Dropping hebben ingezet
Deze publicatie verschijnt naar aanleiding van het tijdelijke kunstproject Dropping (september 2005) en de gelijknamige tentoonstelling in Kunstfort Vijfhuizen van 19 november t/m 18 december 2005
2