Copyright Thera Coppens www.historisch-toerisme-bureau.nl KASTEEL HET NIJENHUIS (Herziene versie van het artikel dat ik schreef in: Vitrine maart 1994)
De carrière van de kunsthistoricus Dr. Dirk Hannema (1895 - 1984) ontwikkelde zich in snelle, opgaande lijn. Als 14 - jarige gaf hij al blijk van zijn fabelachtig gevoel voor kunst. Een oud schilderijtje dat hij van zijn spaargeld kocht, bleek na de restauratie een werk van Jongkind. Zijn studie kunstgeschiedenis aan de universiteit te Utrecht voltooide Hannema niet helemaal. Toch trad hij in 1921 in dienst als wetenschappelijk assistent van Museum Boymans. Een jaar later, op 26 - jarige leeftijd, volgde al zijn benoeming tot directeur van het museum. Onder zijn leiding groeide de collectie tussen 1922 en 1940 uit tot een museum van internationale betekenis. Toen maakte hij twee fouten, die zijn reputatie als kunstkenner èn als mens ernstig schaadden. Tegen een hoog bedrag verwierf hij een groot schilderij 'De Emmausgangers' dat hij met overtuiging toeschreef aan de 17de eeuwse Delftse meester Johannes Vermeer. Het doek kreeg een ereplaats in het Rotterdamse museum en werd door vooraanstaande kunstcritici bewonderd. Groot was het schandaal toen de beruchte meestervervalser Han van Meegeren in 1947 onthulde,
dat 'De Emmausgangers' een werk van zijn hand was, voorzien van een vals signatuur. De tweede fout beging Hannema in 1940, door zijn kunsthistorische kennis in dienst te stellen van de Duitse bezetters. Na de bevrijding werd hij als directeur geschorst en in bewaring gesteld. De gebeurtenissen hadden het enthousiasme van Hannema echter niet gebroken: toen hij nog als directeur van het museum werkzaam was, had hij ook een privé - kunstverzameling aangelegd met grote namen als Mondriaan, Toorop en Sluyters. Bovendien bezat hij kunst uit familiebezit. Oorspronkelijk was de ongehuwde museumdirecteur van plan geweest zijn kostbare werken na zijn dood aan Museum Boymans te legateren. Na zijn ontslag besloot hij echter zijn kunstbezit uit te breiden tot een zelfstandige collectie, die het waard was om in het openbaar getoond te worden. In de eerste twee decennia na de oorlog deed hij op grote schaal kunstaankopen. Zijn droom ging in vervulling toen in 1957 de Stichting Hannema - de Stuers Fundatie werd opgericht. Een jaar later kon hij zijn hele collectie onderbrengen in de oude havezate Het Nijenhuis in het Overijsselse Heino. Daar woonde en werkte Hannema temidden van zijn kunstschatten en leidde bezoekers vol bezieling rond. Bij zijn dood in 1984 liet hij ca. 400 schilderijen, 800 tekeningen, 350 beeldhouwwerken, 560 stuks keramiek, 470 meubelen en toegepaste kunst uit vele landen, tijden en stromingen na. Een bezoek aan kasteel Het Nijenhuis is daardoor een unieke belevenis. SCHATKAMER IN SALLAND Drie kilometer buiten het Overijsselse plaatsje Heino leidt de hobbelige weg naar een parkeerplaats in het bos. Vandaar gaan we te voet over de brede, met eiken omzoomde oprijlaan en een brug naar kasteel Het Nijenhuis. Links en rechts van de basse cour liggen de 17de eeuwse bouwhuizen. In het rechtse gebouw vinden wisseltentoonstellingen plaats, er is een museumwinkel en een koffieshop. Omringd door de slotgracht ligt het kasteel zelf. Dit bastion van oude kunst is sinds kort – na een ingrijpende restauratie - vrij toegankelijk. Aan de oude stenen van het huis is goed te zien, dat het hier een deels Middeleeuws huis betreft. Hoewel de vroegste vermelding dateert van 1457, staat Het Nijenhuis er waarschijnlijk al sinds de 13de eeuw. In de 17de eeuw kreeg het zijn huidige voorgevel. Het werd toen bewoond door Robert van Ittersum, kolonel van de cavalerie van het Staatse leger onder Stadhouder - koning Willem III. Van Ittersum liet rond 1690 een geheel nieuwe voorgevel bouwen, waardoor een ruime ontvangsthal ontstond. De buitenmuur werd binnenmuur. De stenen buitentrap kreeg een houten bekleding en leidt naar de -toen zo moderne- gang op de eerste verdieping. De twee torens, die de oude havezate zijn kasteelachtig aanzien geven, werden er pas in de 19de eeuw aangebouwd. De zeskantige kleine toren, die zich in
de slotgracht weerspiegelt, zal iedereen bekend voorkomen. Het is bijna een copie van het 'Torentje' aan de Haagse Hofvijver. Toen Dirk Hannema zijn oog op het kasteel liet vallen, was het na bewoning door adellijke families (Bentinck, Van Knobelsdorff, Van Pallandt) en als laatsten de missionarissen van het H. Hart, totaal verwaarloosd. Hannema wist met hulp van de Provincie Overijssel (thans eigenaar van Het Nijenhuis) de oude havezate met zijn vierentwintig kamers en zalen zorgvuldig te restaureren, tot een passend decor van zijn kunstverzameling. De huidige bezoeker wordt nergens gehinderd door touwen of museale tekstbordjes. Alles ziet er bijna net zo uit als tijdens de bewoning. In bijna elke zaal is sinds kort moderne apparatuur geplaatst; op beeldschermen kan elke bezoeker uitvoerige informatie vinden over de kunstvoorwerpen. Net als in de 15de eeuw houdt de religieuze kunst zich bescheiden schuil in de schaduw van stenen nissen. En wie vermoedt op een donkere overloop nu een tekening van Breitner? In de hal trekken twee 17de eeuwse statiestoelen alle aandacht. Ze zijn van groen met goud beschilderd notenhout en hebben een rieten zitting. Hun overdaad aan snijwerk van opengewerkte voluten, guirlandes en acanthusbladen komt mooi uit in de witmarmeren omgeving. In de aangrenzende eetzaal betreden we de 18de eeuw. De sfeer wordt hier bepaald door een groot familieportret door Cornelis Troost (1742). Links en rechts van de gebeeldhouwde schouw (1750) liggen twee kabinetten. Het ene was waarschijnlijk in gebruik als pruikenkabinet. Er staat nog een Engelse 'Perriwigg box' bekleed met Vlaams leer. Als de pruik was gekapt en bepoederd kon men het resultaat bekijken in het blauw en goudkleurige plafond waarin spiegelglas is gezet. Na de maaltijd trok de heer Hannema zich met zijn gasten terug in de aangrenzende erkerkamer. Hier komen we in de Gouden Eeuw. Pronkstuk is een kunstkabinetje dat slechts 48 cm hoog is. Op de zesentwintig marmeren paneeltjes zijn bevallige Italiaanse ruïnelandschapjes geschilderd. Er hangen in deze kamer schilderijen van grote meesters zoals een mansportret van Paulus Moreelse (1571-1638), een duinlandschap van Cornelis Vroom (1591-1661) en een pronkstilleven van Willem Kalff (1619-1693). De erker, waaraan deze zitkamer zijn naam dankt, biedt een indrukwekkend uitzicht op het beroemde Hildebrand - monument door Jan Bronner (1881 - 1972) dat aan de overzijde van de slotgracht staat opgesteld. De negen blanke beelden uit het boek 'Camera Obscura' van Hildebrand (pseudoniem van Nicolaas Beets) komen prachtig uit tegen de bijna honderd jaar oude berceauhaag.
Vanuit de erkerkamer betreden we de Stadhouderskamer met een imposant stucwerkplafond naar een ontwerp van Daniël Marot (1661-1752), waarin zich een ovaal met het bekende portret van Willem III bevindt. Een jeugdportret van Hugo de Groot aan de wand toont meer karakter: een veelbelovend kind met een wipneus en intelligente ogen kijkt ons geamuseerd aan. De anonieme 17de eeuwse Hollandse schilder kon niet weten, dat de grote geleerde als banneling treurig aan zijn einde zou komen. Voordat we de Vermeerkamer bereiken, die omgeven met raadsels in het hart van het huis is gelegen, gaan we via een tussenkamer naar de Grote Sael. Hier zien de vensters uit op de tuinen met het 18de eeuwse 'Grand Canal', dat in de lengteas van het huis is gelegen. De mythologische plafondschildering van deze zaal en het stuk boven de gebeeldhouwde schouw zijn van Dionys van Nymwegen (1705-1798). De
statige, laat 17de eeuwse meubelen harmoniëren met de meesterwerken uit de Hollandse Gouden Eeuw van o.a. J.B. Weenix, F. Snijders en A. van Nieulandt. Het Italiaanse rood van de mantel van Christus, bij zijn ontmoeting met de Samaritaanse vrouw (Bernardo Strozzi 1630) straalt een gloed uit, die de hele zaal verwarmt. Het meest intrigerende is het grote doek tegen de korte wand dat door Hannema werd toegeschreven aan Johannes Vermeer: 'De drie Maria's aan het geopende graf van Christus' (1648). In de Vermeerkamer en de kabinetjes hangen vijf schilderijen die volgens de kunstkenner door de Delfste meester werden geschilderd.
Het grote familieportret (141 x 181 cm) uit ca. 1657 toont volgens Hannema Vermeer met zijn echtgenote Catharina Bolnes en twee van zijn elf kinderen. In de wingerdranken naast de glazen bol, waarin zich het atelier weerspiegelt, onderscheidde hij het signatuur JMeer. Daarnaast hangt 'De goede en de slechte moordenaar opgebracht naar Golgotha' (doek 143 x 117 cm) dat opnieuw aanleiding geeft tot discussies omdat in het oranje vaandeltje de letters JV zouden staan. Een schaduwvalling, het zachte licht, het gedempte blauw.. hebben we hier dan echt te maken met vroege werken van de wereldberoemde meester? Alle geheimen rond Johannes Vermeer (1632-1675), die in zijn korte leven nog geen vijftig schilderijen naliet, lijken besloten in het schilderij van een vis. Met goudkleurige schubben ligt hij
op een beschadigde schotel; zijn dode oog kijkt ons over de eeuwen heen raadselachtig aan. In de geheel vernieuwde Vermeerkamer ligt een keur aan boeken en tijdschriften, die een schat aan informatie geven over Dirk hannema en zijn ideeën over vermeer. Op een videoscherm is Hannema zelf aan het woord. We verlaten de Vermeerkamer en bereiken via de Grote Sael de stenen trap in de hoektoren (langs de wanden: 15de eeuwse religieuze kunst). Op de bovenverdieping van Het Nijenhuis met zijn logeerkamers, overlopen, Engeltjeskamer en Biedermeierkamer is sinds de restauratie veel veranderd. Een groot deel van de collectie moderne kunst kreeg in Zwolle een eigen Museum: Museum de Fundatie gelegen aan de Blijmarkt. Op Het Nijenhuis is daardoor ruimte ontstaan voor de Chinese kunst, prachtige bronzen,negentiende eeuwse schilderijen, meubelen en muziekinstrumenten. Ook de hedendaagse kunst zorgt hier voor verrassingen. Wie het oude Nijenhuis kende, zal even moeite hebben met het opgefriste, gemoderniseerde gebouw met zijn computervoorzieningen. Maar Dirk Hannema die steeds met zijn tijd meeging, zou zeker instemmen met de aanpassing en uitbreiding van zijn collectie. Thera Coppens