Herinneren of verdringen? Christina Moormann Ons leven zit boordevol herinneringen. En het zijn mede de herinneringen die ons leven kleur, diepte en richting geven. Vaak gaat het dan om dierbare herinneringen. Maar wat gebeurt er wanneer herinneringen te pijnlijk zijn om naar terug te keren of wanneer er sprake is van trauma’s zoals het geval is bij incest, oorlog of allerlei andere diep ingrijpende gebeurtenissen? Wanneer moet een mens verdringen om te overleven en hoe werkt dit mechanisme? En wanneer is het nodig om af te dalen naar de grote poel van duisternis? Hoe gaat dit in zijn werk en wat geeft het ons? Ook op grote schaal wordt er heel wat verdrongen en is het historisch gezien van grote waarde om ons bepaalde zaken beslist te blijven herinneren. De ontdekking van het onbewuste of verdrongene Verdrongen of verdwenen herinneringen komen in het grote reservoir van het onbewuste terecht. Voordat men dat wist is er veel onderzoek op dit gebied gedaan wat helder omschreven staat in: The Discovery of the Uncounsious: The History and Evolution of Dynamic Psychiatry; Henry.F.Ellenberger New York, Basic Books, 1970 Het was de Franse neuroloog Jean-Martin Charcot ( 1835-1893 ) die als eerste de diagnostische kenmerken van psychiatrische ziektebeelden in kaart gebracht heeft. Daarnaast heeft hij de Parijse inrichting ‘La Salpêtrière’ voor geesteszieken een menselijk gezicht gegeven. Dezelfde Charcot heeft een geestesziekte, de hysterie, onderzocht die toen in Europa veel voorkwam. Het waren voornamelijk vrouwen die hieraan leden en Charcot had een speciale afdeling van zijn kliniek voor ze ingericht waar hij uitgebreid onderzoek kon doen naar de achtergrond van deze ziekte. Naar aanleiding van dit onderzoek werd hij toen ook wel ‘de Napoleon van de neurose’ genoemd. Hij ontdekte dat onbewuste, maar explosieve herinneringen, in veel gevallen de kern van een hysterische neurose vormden. Volgens hem zou een goed therapeut de patiënt onder hypnose zo kunnen begeleiden dat ze zich van hun naar het onbewuste verdrongen herinneringen weer bewust zouden worden. Tijdens voordrachten demonstreerde hij hypnose sessies waarbij voor het publiek duidelijk werd dat er onder hypnose heel wat mogelijk was. De psychiaters Sigmund Freud en Pierre Janet waren bij deze sessies aanwezig en zij werkten, ieder op eigen manier, het bewustmaken van diep verborgen herinneringen uit. Met dit erfgoed hebben wij vandaag de dag nog te maken. Na de dood van Charcot gingen Freud en Janet op dit onderzoek door en duidelijk werd dat bij hysterische patiënten spontane herinneringen naar boven kwamen. Deze herinneringen zouden betrekking hebben op psychotrauma’s, die voor het normale bewustzijn meestal niet toegankelijk waren. De traumatische herinneringen waren ‘verdrongen’ zoals Freud het noemde of ‘gedissocieerd’ zoals Janet zei. Het was Anna, de dochter van Freud, die het begip ‘verdringen’ de betekenis gegeven heeft die het tegenwoordig voor velen nog heeft. Wat is verdringen? Verdringen is een afweermechanisme dat ongewenste pijnlijke herinneringen, emoties en gedachten naar het onbewuste dirigeert. De herinnering is dan volledig afwezig of de herinnering is gedissocieerd. Dissociatie is het uit elkaar vallen van de persoonlijkheid. Dissociatie is een poging van de psyche om zich te onttrekken aan geestelijk bedreigende situaties waar geen ontkomen aan is. De afgesplitste traumatische delen worden op dat moment andere persoonlijkheidsdelen die weer uit kunnen groeien tot een andere persoonlijkheid. De persoon is dan zelfs een andere persoonlijkheid en heeft meestal helemaal geen weet meer van de overige persoonlijkheden. In dit geval spreekt men van een
meervoudige persoonlijkheidsstoornis ( MPS ). Vooral na seksueel misbruik komt veel dissociatie voor. Het was Freud die stelde dat verdringing zich indirect uit in psychiatrische symptomen. Traumatische herinneringen hebben energie en wanneer die herinneringen verdrongen worden zoekt die energie een uitweg en veroorzaakt angst, depressiviteit en andere problemen. Het moge duidelijk zijn dat het in deze gevallen geen zin heeft om alleen de symptomen te behandelen. Na symptoombestrijding zullen zich nieuwe klachten voordoen totdat uiteindelijk de verdrongen herinneringen uit het onbewuste tevoorschijn mogen komen. Wanneer een kind geconfronteerd wordt met traumatische gebeurtenissen, die te pijnlijk zijn om emotioneel te verwerken, zal het deze automatisch vergeten. Het mechanisme wat dit ‘vergeten’ veroorzaakt noemen we dus ‘verdringing’. Niet zelden wordt er nogal denigrerend over verdringing of iemands afweermechanisme gesproken. Met name bij spirituele groepen of opleidingen komt dit voor en dan wordt de persoon in kwestie zelfs verweten dat hij aan het verdringen is. Dit heeft een averechts effect. De enige manier om verdrongen herinneringen bij iemand aan de oppervlakte te krijgen is een veilige setting te bieden. We mogen ons best realiseren dat in te pijnlijke situaties het verdringingsmechanisme iemand beschermd heeft en heeft laten overleven. Zonder verdringing was het waarschijnlijk niet mogelijk geweest om nog enigszins te functioneren of verder te leven. Dit zie je veel terug bij oorlogsslachtoffers, vluchtelingen en slachtoffers van natuurrampen, geweld en seksueel misbruik. Waarom oud zeer opnieuw herinneren? Om een indruk te geven hoe het verdringingsmechanisme werkt en waarom het nodig is om herinneringen naar boven te halen neem ik wat citaten over uit het boek: ‘Monika B.’ In samenwerking met Karin Jäckel; uitgeverij Areopagus, 1993. De Duitse schrijfster Karin Jäckel werkte in opdracht van de ZDF aan de film: ‘Dat was je niet zomaar van je af’. In die periode (1988 ) leerde ze Monika B. kennen die zich onder psychiatrische behandeling gesteld had nadat ze veertien jaar lang voortdurend door haar vader, zijn vrienden en haar broers, seksueel misbruikt was. Door de zelfmoord van haar jongere broer vond zij tenslotte de innerlijke kracht om zich uit die hel te bevrijden. De film, het boek en het proces van haar vader heeft heel Duitsland maandenlang in zijn greep gehouden. Monika schrijft: ‘Wie zoals ik ervaring heeft met therapie, weet hoeveel er in ons geheugen opgeslagen ligt en hoever onze herinneringen terug kunnen gaan. Al zeven jaar lang duik ik iedere week minstens één maal, soms dagelijks, en zelfs meerdere malen per dag, op verschillende manieren in mezelf. Tijdens eindeloze zelfgesprekken ben ik mijn verleden op het spoor gekomen. Steeds blijf ik vissen om uit de brokstukken van mijn herinnering hele scènes bij elkaar te puzzelen, ze nog eens te doorleven en dan als het ware in de dossiers op te bergen.’ In ernstige situaties zoals Monika B. ze meegemaakt heeft kan het inderdaad jarenlang duren voordat een deel of alle herinneringen bewust en doorleefd zijn. Wie zich afvraagt waarom dat nodig is en zeker in het geval van incest krijgt van haar het volgende antwoord: ‘Het is zo belangrijk voor me om mijn verleden opnieuw voor mijn ogen te laten voorbijrollen. Alles wat ik heb doorgemaakt en heb ervaren, draagt het etiket: ‘Wat er gebeurd, is je eigen schuld.’Vanaf het eerste ogenblik zijn mij deze schuldgevoelens ingegoten, keihard ingeprent. Om te kunnen inzien dat mijn schuldgevoelens niet terecht zijn, moet ik mezelf als het ware aan een hersen-of zielespoeling onderwerpen. Alles moet aan het licht gebracht en vanuit een andere optiek opnieuw verwerkt worden.’ ‘Maar mijn gevoelens hinken mijlen achter mijn verstandelijke besef aan. In mijn hoofd ben ik misschien volwassen, maar in mijn gevoelens ben ik beslist nog een kind. Het me herinneren is mijn enige kans mijn verleden te verwerken en me gevoelsmatig te ontwikkelen.
Borderline-syndroom- zo staat het in het psychiatrisch rapport dat over mij is opgesteld, toen ik het geheim van mijn vader niet meer kon verzwijgen en er met buitenstaanders over begon te praten. Ik ben een borderliner, ik leef op de grens tussen droom en werkelijkheid, zelfs al verwijder ik me sinds het gerechtelijk proces tegen mijn vader met grote sprongen van die grens vandaan en begin ik vaste grond onder mijn voeten te voelen.’ Hoe verdringen wij? Verdringen is een knap en in veel gevallen een reddend mechanisme. Het verdringingsmechanisme schiet te hulp omdat anders het veel te pijnlijke trauma ondragelijk zou zijn. Er kunnen veel verschillende manieren van verdringen zijn maar een paar specifieke manieren springen er toch bovenuit. Daarvan laat Monica B. in de volgende citaten zien hoe het haar gelukt is om bepaalde gebeurtenissen in haar kindertijd te verdringen of om zich af te splitsen van zichzelf. Vanaf haar vijfde jaar werd ze door haar vader seksueel misbruikt. ‘ Ik wist wat er ging komen. Ik kende de voortekenen: die vochtige kleffe handen, die bobbel in zijn broek en die rare starende blik. Ik probeerde heel vlak adem te halen en aan niets anders te denken dan aan mijn ademhaling. Die moest kort zijn, niet langer dan mijn neus. Na een paar seconden kreeg ik dan een heel merkwaardig gevoel. In mijn oren en achter mijn ogen, overal scheen het dan ‘lucht, lucht!’te dreunen. De plek tussen mijn benen waar papa me aanraakte, leek heel ver weg te zijn. Mijn hand, die hij om zijn stijve lid had gelegd en met een vaste greep om mijn pols op en neer liet gaan, leek niet meer bij mij te horen. Het lukte me bijna op te houden met ademhalen. Pas wanneer er onzichtbare wolken voor mijn ogen begonnen te kolken, gaf ik met kleine teugjes toe aan de drang om adem te halen. Ik stelde me voor hoe ik steeds lichter werd, tot ik helemaal leek te verdwijnen. Ik slaagde daar zo goed in dat mijn huid er gevoelloos door werd.’ ‘De manier waarop mijn vader zich op me bewoog en die afschuwelijke grijns die hij opeens op zijn gezicht kreeg; hoe dat akelige, kleverige witte spul over mijn buik stroomde- ik maakte het mee als iemand die vanuit de verte onpartijdig toekijkt.’ ‘Ik had geleerd in de slaap vergetelheid te vinden. Het slapen was voor mij een soort tovergordijn geworden, dat ik naar believen open en dicht kon trekken en waarachter ik alles wat ik wilde vergeten, kon laten verdwijnen.’ Vanaf haar tiende levensjaar gebeurden de volgende dingen en slaagde ze er steeds beter in de gebeurtenissen af te splitsen. ‘Voor de ogen van mijn broertjes ging hij als een gek met me tekeer. ‘Niet schreeuwen!’ kreunde hij, terwijl hij een tweede vinger en nog een derde bij me naar binnen schoof. ‘Ik doe je geen pijn.’ En of hij me pijn deed! Maar toch schreeuwde ik niet. Roerloos deed ik pogingen om buiten mezelf te treden. Ik was een vogel, die door de wind werd meegevoerd. Ik steeg op tot in de wolken. Ik gleed vorstelijk weg. En niets kon me meer deren…’ ‘Ik leerde uit mijn lichaam te vluchten tot het ongevoelig en kil werd, een levend lijk. Mijn vader merkte het niet. Of misschien merkte hij het wel, maar voelde hij het als een uitdaging om me nog ongelimiteerder, sadistischer en beestachtiger te verkrachten, om zo dan toch de gewenste reacties af te dwingen.’ Bovengenoemde omschrijvingen zijn maar een fractie van het geheel waaraan Monika overgeleverd was. Uiteindelijk werd ze meermalen op een dag misbruikt en ook gedwongen tot deelname aan de meest wrede en satanische groepsseks. Dankzij haar verdringing en afsplitsingen kon ze dit overleven terwijl ze meermalen op de rand van de dood stond. Wat dit soort trauma’s voor gevolgen heeft komt tot uiting in psychiatrische symptomen. Omdat de symptomen zo ernstig, en zelfs levensbedreigend kunnen zijn, is een lang en intensief therapeutisch proces de enige redding. Tijdens dit proces moeten verdrongen herinneringen naar het bewustzijn gehaald en opnieuw doorleefd worden.
Symptomen na verdringing In de volgende citaten geeft Monika helder aan wat de psychische schade is van het geweld dat haar aangedaan is en welke psychiatrische symptomen daar uit voortvloeien. ‘Ik druk sigaretten op mijn schaamlippen uit, mishandel mijn geslachtsdelen met alles wat maar scherp is, boor spelden in mijn vlees tot alleen de kop er nog bovenuit steekt en trek reeds genezen littekens weer open. De vraag waarom ik mezelf vermink, is niet zo één twee drie te beantwoorden. Maar drie belangrijke oorzaken meen ik echter doorgrond te hebben. De eerste reden voor die ‘auto-agressie’, zoals vaklieden het noemen, is de wens mezelf te beschermen. Ik breng mezelf verwondingen toe omdat ik niet meer misbruikt wil worden. Aangezien de seksuele lust eenieder die mijn kapotgesneden schaamlippen ziet wel vergaat, houden die wonden een bescherming in.- Ik vermink mezelf echter ook uit woede op mijn vader. Ik heb niet geleerd mijn kwaadheid tegen anderen te richten, omdat ik niet heb geleerd anderen verantwoordelijk te stellen voor hun misdragingen.- Maar niet op de laatste plaats verwond ik mezelf om mijn lichaam weer te kunnen voelen. Mijn huid, die er net zo kwetsbaar uitziet als die van een ander, is in werkelijkheid een pantser. Ik heb mezelf dit pantser in de loop der jaren zelf aangelegd. Ik heb mijn gevoelens met hele lagen van beschermende omhulsels toegedekt en steeds dieper verdrongen. Ze zijn er nog wel maar diep in me begraven en ook voor mezelf vaak niet meer naar boven te halen. – Hoewel ik bang ben voor mijn eigen moed, wens ik de laatste tijd heel vaak dat ik die beschermende lagen zo snel mogelijk kan afleggen. Ik wil eindelijk leven, wil me eindelijk open kunnen stellen en mijn lichaam kunnen voelen. Op die momenten heb ik de fysieke pijn nodig. Die breekt stukken uit het pantser en slaat bruggen in mijn innerlijk. De pijn doet me goed omdat negatieve gevoelens altijd nog beter zijn dan geen gevoelens.’ ‘Ik reageerde met de allereerste huilbui van mijn leven en een tot op de dag van vandaag niet overwonnen eetprobleem. Dagenlang liep ik met rood ontstoken ogen rond in de kuurinrichting en weigerde iedere maaltijd. Onverwachts groeide dat uit tot een positieve ervaring: mijn lichaam werd steeds dunner, terwijl ik dat helemaal alleen en vanuit mezelf veroorzaakte.- Ondanks dreigementen en klappen bleef ik mijn vinger in mijn keel steken. Het was een absoluut heerlijk gevoel je vol te kunnen proppen, soms wel acht stukken taart en drie tabletten chocola achter elkaar, en de macht te bezitten het er allemaal weer uit te gooien als je daar zin in had. Niemand anders had die macht over mijn maag. Voor het eerst maakte ik mee dat tenminste één deel van mijn verder door anderen gebruikte lichaam werkelijk van mij was.- Zoals anderen met mijn lichaam zijn omgegaan, zo ga ik er zelf mee om. Ik pleegde regelrechte zelfdestructie. Het begon met medicijnen, alcohol en anorexia, met snijden, branden, kapotbijten en vergiftigen ging het verder. Sommige dingen doe ik nog, die zijn als een verslaving, nooit verwerkt, nooit voorbij – misschien wel tot aan het eind van mijn leven. ‘Ik moet dikwijls steun zoeken om te verhinderen dat ik gewoon uit mezelf glijd, me uit mezelf losmaak. Maar toch boek ik succesjes.’ Opnieuw herinneren In het geval van Monica en soortgelijke gevallen is het noodzakelijk om weer terug te keren naar oude verborgen herinneringen. Hoe pijnlijk dat ook is. Dat is de enige weg naar gedeeltelijke genezing en naar een beter leven. Hoe moeilijk dat is en hoe dat in zijn werk gaat wordt duidelijk uit de volgende omschrijvingen van Monica. ‘Mijn herinneringen zijn zeer onvolledig. Ik kan ze maar stukje bij beetje toelaten. Ik kan ze niet verdragen. Tot nu toe had ik alles in mezelf weggesloten, achter zeven zegels verdrongen. Ik wilde er niets meer van weten. Ik wilde dat het niet gebeurd was.’ ‘De herinneringen naar boven halen roept een paniek bij me op als die bij een parachutespringer wiens parachute niet open wil gaan. Ik trek machteloos aan de touwen, maak wanhopig een vrije val, terwijl me helder voor ogen staat hoe ik te pletter zal vallen- tot
de parachute uiteindelijk toch open gaat. Iedere herinnering is opnieuw springen, me naar beneden storten. En steeds komt die ontzettende angst weer opzetten dat ik ooit niet meer opgevangen zal worden en definitief te pletter zal slaan. Ook nu is die angst er. Ik raap al mijn krachten bij elkaar om het me te herinneren en tegelijk de afschuw te doorstaan die vanuit het duister naar me grijpt. De juistheid van herinneringen Opnieuw naar bovengehaalde herinneringen berusten niet altijd op waarheid. Herinneringen kunnen door het slachtoffer veranderd worden, uit hun verband gehaald, of in een totaal andere context geplaatst worden. Ook kunnen ze verzonnen zijn. Het slachtoffer wordt dan ook door deskundigen daar op getoetst. Achter in het boek van Monica B. is een uittreksel uit het vonnis van de rechtbank te Wuppertal in de strafzaak tegen haar vader Manfred B. opgenomen. Hierin wordt duidelijk dat de rechtbank geen enkele twijfel over de authenticiteit van Monica’s beschrijvingen heeft. Haar psychologe heeft dat voor het gerecht als volgt op overtuigende wijze verklaard: ‘Het totale psychische beeld van Monica’s toestand – vooral het borderline syndroom, de pseudohallucinaties, de boulimie, de ambivalentie in haar gedrag ten opzichte van haar vader en de ernstige suïcidale geneigdheid – zijn als het ware een schoolvoorbeeld van jarenlang voortdurend seksueel misbruik, in het bijzonder van incestueuze aard. (…) Daarbij komen de zelfverminkingen: haar ongevoeligheid voor pijn zou het gevolg zijn van een splitsing van ziel en lichaam, kenmerkend voor incestervaringen. De ziel scheidt zich van het lichaam af, om ondanks het misbruik daarvan te kunnen overleven; bovendien wordt zielepijn via het lichaam afgereageerd. Voorts valt dikwijls te constateren ( zoals ook in de vakliteratuur beschreven staat ), dat auto-agressie enerzijds een uitdrukking is van de noodzaak een middel te vinden, verminking, om zich tegen de vader te beschermen en anderzijds zichzelf voor het eigen gedrag te straffen. (…) In dat proces werd vader B. wegens seksueel kindermisbruik tot acht jaar gevangenisstraf veroordeeld. Dat herinneringen niet altijd op waarheid berusten wordt duidelijk omschreven in het boek: ‘Hervonden Herinneringen en andere Misverstanden’ door Prof.Dr.H.F.M.Crombag en Prof.Dr.H.L.G.Merckelbach, Contact, Amsterdam 1996. Zij omschrijven naast de vele dramatische vooral incestueuze gebeurtenissen ook gevallen van verzonnen herinneringen. Verzonnen herinneringen Merckelbach en Crombag geven in hun boek aan dat mensen onder hypnose ook fantasierijker en minder kritisch kunnen worden. Dit kan een fatale combinatie zijn. Zo hebben ze heel wat gevallen onderzocht en opgetekend van gevallen van onterechte beschuldigingen waarvan achteraf bleek dat de herinneringen onjuist of zelfs bewust verzonnen waren. Dit kan verschillende redenen hebben. Na de Belgische zaak Dutroux bijvoorbeeld kwamen er opvallend meer aangiftes binnen van seksueel misbruik die later op fantasie bleken te berusten en waarvan de zogenaamde slachtoffers achteraf hebben toegegeven de zaak verzonnen te hebben. Mede door de sterke media aandacht wat Dutroux betreft en daardoor de hetze van de omstanders van de zogenaamde slachtoffers zouden deze steeds meer verstrikt raken in het net van hun eigen fantasie. In het boek is ook de Amerikaanse zaak van de agente Laura Pasley opgenomen. Laura had vanaf haar tiende jaar last van boulimia en daarom consulteerde zij een psychotherapeut. Deze meende na enkele sessies dat de boulimia veroorzaakt werd door verdringing van iets heel ernstigs. De therapeut stelde voor om met behulp van hypnose naar de verdrongen herinneringen te zoeken. In die tijd ging het met Laura bergafwaarts en leed ze aan
nachtmerries en herinneringen van gewelddadige gebeurtenissen. Het ging haar zo slecht dat ze zelfs twee maal in een psychiatrisch ziekenhuis opgenomen moest worden. Ze kreeg steeds meer beelden van seksueel geweld. Ondanks dat ze toen al twijfelde aan de waarheid daarvan verzekerde haar therapeut haar dat de herinneringen een feit waren en dat ze ze niet verdringen moest. Ook probeerde hij haar gerust te stellen door haar ervan te overtuigen dat het eerst heel erg slecht met je moet gaan alvorens de genezing op gang kan komen. Op aandringen van de therapeut nam ze deel aan groepssessies waarin alleen maar over incest gesproken werd en de verhalen van de deelnemers steeds erger en meer bizar werden. Wanneer een deelnemer twijfelde aan een herinnering werd hem zowel door de groepsleider als door de deelnemer honend verdringing verweten. Veel groepsleden moesten breken met familieleden en ook werden ze aangespoord het boek:’The courage to heal’ over seksueel misbruik te lezen. Na enkele jaren theapie gaat het met Laura nog steeds slecht en ze begint te twijfelen aan de authenticiteit van de omhoog gehaalde herinneringen. Ook leest ze toevallig een artikel over dit fenomeen en langzaam begrijpt ze dat ze waarschijnlijk slachtoffer is geworden van een onkundige therapeut in plaats van incest. Laura’s verhaal eindigt met een proces waarbij zij en haar familie een behoorlijke schadevergoeding toegewezen kregen vanwege de grote schade die ze opgelopen hadden als gevolg van de herinnerings-implantatie techniek. Er zijn meerdere redenen waarom herinneringen verzonnen kunnen zijn. De patiënt heeft behoefte aan een diagnose en een diagnose wordt makkelijker gesteld wanneer er een oorzaak voor de klachten gevonden wordt. Na de diagnose kan er namelijk een behandeling volgen en het is bekend dat mensen zich na een diagnose inzake medische problemen vaak al een stuk beter en meer gerustgesteld voelen. Dit noemt men wel het repelsteeltje-effect. ( Het repelsteeltjeeffect: Geen enkele dokter kan zonder placebo’s, Intermediair, 1994 ) Zeker in het geval van psychisch lijden, wanneer de oorzaak dan ook nog buiten de persoon zelf ligt en hij zelf niet verantwoordelijk is voor de klachten kan dat bevrediging geven. Dit kunnen dus allemaal onbewuste redenen zijn om gretig te zoeken naar herinneringen als oorzaak voor de problemen. Daarnaast speelt het conformisme aan de therapeut een flinke rol. Veel mensen die in therapie gaan zijn op dat moment onzeker en hebben daardoor sterker de neiging zich aan te passen. Dat wil zeggen dat men zich makkelijker aansluit bij de mening van de ander. Daardoor wordt men gevoeliger voor suggesties van de therapeut. Elke therapeut behoort dit te weten en grote zorgvuldigheid is daarom vereist. Door het nodige zelfonderzoek met behulp van inter- en supervisie gesprekken kan hij deze complicaties zo goed als mogelijk voorkomen. Herinneren door pure fantasie Zo zijn er in de psychiatrie ook gevallen van vermeende slachtoffers bekend die hele situaties, achtervolgingen en mishandelingen volledig verzonnen bleken te hebben. Een treffend voorbeeld is het geval Jules Croiset eind jaren tachtig. Naar aanleiding van een theaterstuk van Fassbinder dat opgevoerd zou worden en dat volgens tegenstanders een antisemitische ondertoon zou hebben heeft de acteur Croiset zijn volledig ontvoering verzonnen waarbij hij zelfs zoveel details over auto’s en personages naar boven haalde dat het voor de politie zeer geloofwaardig leek. Hij vertelde dat hij in een ondergrondse buis vastgehouden werd en geblindoekt en vastgebonden was. Hij was zelfs echt in die omstandigheden in zo’n buis gaan zitten. Croiset heeft achteraf toegegeven dat, doordat hij opgegroeid was in een theater gezin, er bij hem vaak geen verschil was tussen de persoon die hij in een stuk speelde en de persoon die hij zelf was. Alsof beide personages in elkaar overvloeiden. Er zijn in het boek van Crombag en Merckelbach een aantal gevallen opgenomen waarbij sprake was van pure fantasie. Ook laten beide deskundigen duidelijk zien hoe die processen in zijn werk gaan en hoe misleidend de uitspraken van de vermeende slachtoffers zijn. Het voert
te ver om daar in dit artikel dieper op in te gaan. Maar duidelijk is wel dat de media een grote rol meespelen. Ook duidelijk is dat niet alles wat mensen en kinderen zich menen te herinneren ook waar is. Midlife herinneringen De tweede levenshelft kenmerkt zich door verliezen die men lijdt. Daar horen gevoelens van verdriet, gemis en pijn bij die doorleefd, dus gevoeld mogen worden. Oude herinneringen komen naar boven en soms herinnert men zich heel spontaan iets wat nog nooit eerder aan de oppervlakte was gekomen. De relatie met de ouders gaat opnieuw leven, men herinnert zich het gemis, onbegrip en de pijn uit de kindertijd. Ook herinneringen aan de schooltijd, contacten met vriendjes en vriendinnetjes, eventuele pesterijen, eigen gedachten en gevoelens duiken weer uit het verleden op. Mede daardoor ontstaat er bij desbetreffende persoon een behoefte tot terugtrekken en in zichzelf gekeerd zijn. In zo’n periode krijgt men soms te maken met problemen in de eigen relatie, soms door ervaringen met anderen in verliefdheden. Oude gewoonten werken niet meer, niets werkt meer, alles wordt anders. Men voelt dat men zelf verandert, andere normen en waarden krijgt. Het kan dan voorkomen dat een relatie stuk loopt omdat beide partners eenvoudigweg niet in de gaten hebben dat de een zich in een eigen ontwikkelings-crisis bevindt. Ze kunnen elkaar niet steunen omdat ze de problemen niet begrijpen, zichzelf afgewezen en niet begrepen voelen. Verschijnselen die bij de midlife-crisis horen zijn rusteloosheid, angst en woede uitbarstingen. Ook komen vaak plotselinge veranderingen voor. Men krijgt het gevoel dat het leven te weinig te bieden heeft. Oud zeer dient zich aan en dringt zich aan het bewustzijn op. De invloedrijke ontwikkelingspsycholoog Erik Erikson wijst erop dat de mens kan vastlopen in een bepaalde crisis en daardoor de opgave van een volgende crisis niet meer aankan. Mensen kunnen dan in hun groei stagneren en steeds met hun oude problemen blijven rondzeulen. De bedoeling van een crisis is dat je leert onderscheiden wat echt is en wat niet echt is, wat bij jou hoort en wat niet. Dat wil zeggen dat je tot bewustzijn komt, dat je meer gaat leven, dat je gelukkiger wordt. Het is de bedoeling dat je je leven verandert aan de hand van je nieuwe bewustzijn en dat je zo dichter bij jezelf, bij de zin van je eigen leven komt. Dat pijnlijke herinneringen doorleefd willen worden is duidelijk maar minstens zo belangrijk is dat men zich niet meer met de pijn of met het ‘afgewezen kind’ identificeert. Men heeft pijn en is niet de pijn. Vaak ziet men een crisis als een bedreiging een gevaarlijke toestand die zo snel mogelijk, desnoods met geweld, beëindigd moet worden. Als je zo met een crisis omgaat mis je alle kansen tot persoonlijke groei. In een crisis situatie kunnen de oude herinneringen juist behulpzaam zijn bij het verwerken en loslaten van gebeurtenissen. Dan kun je de kringloop van je opvoeding doorbreken en niet dezelfde missers op je eigen kinderen overbrengen. Collectief herinneren of verdringen Ook op grote schaal is het waardevol om ons in bepaalde opzichten steeds opnieuw te blijven herinneren. Bijvoorbeeld de monumenten die opgericht zijn ter nagedachtenis aan burger- en wereldoorlogen, de begraafplaatsen en herdenkingen. Daarnaast worden de historische plekken waar bepaalde gebeurtenissen plaats gevonden hebben vaak als tentoonstellingsruimte of museum ingericht, zodat wij niet zullen vergeten wat er toen gebeurd is. Een goed voorbeeld zijn de concentratiekampen in verschillende landen die veel bezoekers trekken. In Duitsland brengen de middelbare scholen een bezoek aan een concentratiekamp om de leerlingen te confronteren met de gruwelen die nooit meer mogen gebeuren. En dan zijn er de talloze films en boeken die ons terug laten blikken naar zaken die nooit en te nimmer uit onze collectieve herinnering mogen verdwijnen.
Een treffend voorbeeld vind ik het indrukwekkende boek: ‘In krabbengang’ van de Duitse schrijver en nobelprijswinnaar Günter Grass, Meulenhoff, 2002. Hierin stelt Grass een aspect van de Duitse geschiedenis aan de orde dat volgens hem te lang onbesproken is gebleven en waarvan de nawerkingen nog steeds voelbaar zijn, bijvoorbeeld in het ontstaan van de Duitse neonazi-beweging. Het boek handelt over de ondergang van het schip de Gustloff dat tijdens WO II oorlog als hospitaalschip diende totdat het op 30 januari 1945, overladen met bijna 10.000 vluchtende mannen, vrouwen en kinderen, door een Russische onderzeeër tot zinken gebracht werd. Bijna alle opvarenden zijn omgekomen waardoor dit de grootste scheepsramp uit de geschiedenis is. Dit drama werd bijna door de hele wereld vergeten of zelfs uit het geheugen verdrongen. En wat weggedrukt en ontkend wordt kan in het onbewuste een eigen leven gaan leiden waardoor het in iets anders tot uiting kan komen. Günter Grass laat in dit boek helder zien hoe verdringing in dit geval kan leiden tot neonazi-bewegingen. Alom, door ons te herinneren en te verwerken worden we wakker en beseffen we wat absoluut niet meer gebeuren mag. We kunnen er van leren.We kunnen er voor zorgen dat de inividuele- maar ook collectieve geschiedenis zich niet herhaalt.