Levenskunst in Languedoc Het kruis op de Mont Saint-Clair lijkt op te lichten terwijl het over havenstad Sète waakt.
5X HÉRAULT Aan het dorpspleintje van Montpeyroux ligt wijnbar la Terrasse du Mimosa.
Frankrijk blijft in de Lage Landen uitermate populair. Zeker het zuiden zal de komende weken weer overspoeld worden door een massa toeristen. Toch kan je ook daar nog relatief onbekende parels gaan ontdekken. Daarom trok onze reporter zuidwaarts naar het iets minder bekende departement Hérault, in de regio Languedoc-Roussillon aan de Middellandse Zee. Te midden van de wijngaarden en de historiek is genieten er geen opgave. Tekst en fotografie Jonathan Ramael
50 GRANDE
GRANDE 51
L
anguedoc-Roussillon is een streek van zon, zee en bon vivants: even mooi en veelzijdig als de nabijgelegen Côte d’Azur en de Franse Rivièra, maar met minder glitter, minder glamour en minder m’as tu vu geparadeer. Gezegend met een prachtige natuurlijke omgeving en een gunstig wijnbouwklimaat is de regio één grote verzameling van gastronomische en folkloristische tradities. De oorspronkelijke taal is het Occitaans: de Langue d’Oc, dat nog steeds in veel plaatsnamen doorschemert. De halfvergane forten en burchten die je sporadisch ziet opduiken zijn restanten
De eeuwige bedrijvigheid op de Place de la Comédie.
van de grens met het middeleeuwse Aragon, en ook nu pompt er nog steeds een hint van Spaanse passie door de aders van de bewoners. De eeuwenoude, vaak woelige geschiedenis druipt uit bijna elke steen van de stoffige, door de hitte afgebleekte dorpjes. Niet alles is er evenwel kleinschalig: enkele kleine en middelgrote steden doorbreken het plattelandsgevoel met verve. Het hele departement Hérault – genoemd naar de rivier die er door kronkelt – is het verkennen waard. Enkele plekken zijn echter zonder meer uitzonderlijk.
1
MONTPELLIER –
Zinderend Zuiders
Een trip door Hérault begint meestal in de hoofdstad Montpellier: met ongeveer 250.000 inwoners is het de enige grote stad van het departement. Als een van de weinige Zuid-Franse steden zonder Romeins verleden duikt de naam pas rond het jaar duizend voor het eerst in de geschiedenisboeken op. Tijdens de middeleeuwen groeide ze echter snel uit tot een belangrijk handelscentrum en in de twaalfde eeuw werd de eerste medische faculteit van Europa er gesticht. Het etiket van universiteitsstad raakte Montpellier nooit meer kwijt, want vandaag de dag wordt de snelst groeiende stad van Frankrijk voor bijna een vierde bevolkt door studenten – wat haar hipheid, vooruitstrevendheid en dynamiek meer dan ten goede komt. Op maar enkele kilometers van de Middellandse Zee gelegen ademt Montpellier een broeierig zuiders sfeertje uit. De brede winkelboulevards worden afgewisseld met gezellige pleintjes vol cafés en smalle, middeleeuws aanvoelende op en neer gaande steegjes. Het kloppende hart van de stad vind je al op driehonderd meter van het station: de Place de la Comédie. Op dit grote, eivormige plein – liefdevol l’Oeuf genoemd door de locals – valt altijd wat te beleven: van terrasjes en markten tot evenementen, straatmuzikanten, acrobaten en natuurlijk het beroemde theater waarnaar het plein genoemd werd. Iets verderop vind je het Musée Fabre: een van de rijkste schatkamers van de Europese schilder- en beeldhouwkunst vanaf de 16e Eeuw. In het indrukwekkende gebouw werd bovendien voldoende plaats overgehouden voor een uitgebreide verzameling moderne kunstwerken. Op een ander prachtig plein: de Place Royale du Peyrou vind je, naast de onvermijdelijke Louis XIV, de Arc de Triomphe (ook buiten Parijs worden overwinningen gevierd) en de Chateau d’Eau – misschien wel een van de mooiste watertorens ter wereld. Vanaf deze toren begint het Aquaduct van Saint-Clément aan zijn veertien kilometer lange tocht door de stad. Vlakbij dit plein heb je de Jardin des Plantes, de oudste botanische tuin van Frankrijk, die voor heel wat
anderen model stond. Montpellier is eveneens de thuishaven van Frankrijks tweede grootste dierentuin, die geheel gratis te bezichtigen valt. Enkel voor een bezoek aan de Serre Amazonienne moet je betalen: dit is een gigantische tropische broeikas vol kaaimannen, piranha’s en andere lelijkerds. Voor wie na deze bloemlezing nog steeds niet van de aantrekkingskracht van deze bruisende stad overtuigd is kan het volgende weetje misschien nuttig blijken: in de wandelgangen van de Franse geschiedenis wordt al lang gefluisterd dat de mooiste meisjes van het land in Montpellier geboren worden. Allen daarheen?
In het historische centrum zijn prachtig versierde gevels schering en inslag.
De Franse driekleur wappert met trots op de Arc de Triomphe.
52 GRANDE
GRANDE 53
2
SÈTE –
Rouwen in stijl op het Cimetière Marin
3
roemdste werk. “Ce toit tranquille, où marchent des colombes, entre les pins palpite, entre les tombes...”. Kuier in stilte met de duiven mee tussen de spierwitte graven langs Valery’s laatste rustplaats, terwijl de azuurblauwe zee vlakbij in stille treurnis mee rouwt. Valéry kreeg in Sète ook zijn eigen museum, waar buiten een ode aan deze Franse grootheid ook heel wat schilderkunst te bewonderen valt. Iets hipper en volledig anders is het Musée International des Arts Modestes in het centrum. In dit moderne museum gewijd aan experimentele art brut, staan fantastische dingen tentoongesteld, samengesteld uit op het eerste zicht banale gebruiksvoorwerpen. Een absolute aanrader. Visliefhebbers dienen zich naar de vismijn te begeven, waar verse vis nog per opbod en met veel theater verkocht wordt. Elk jaar vindt in Sète een eeuwenoude traditie plaats: de “Joutes Nautique” of de watersteekspelen op het Canal Royal, met het Feest van Saint-Pierre in juli als grootste evenement. In het wit geklede jongemannen varen met rode en blauwe bootjes op elkaar in terwijl men elkaar met lange lansen in het water probeert te duwen. Dit alles begeleid door drummers, fanfares, traditionele liederen en een hele hoop uitgelaten toeschouwers. Tijdens de zomer barst het stadje helemaal uit haar voegen. Verschillende grote muziek- en poëziefestivals worden na en door elkaar georganiseerd, met Jazz à Sète en Fiest’a Sète in juli als enkele van de grote publiekstrekkers.
Strijd en jolijt tijdens de Joutes Nautique. 54 GRANDE
Sterk geconcentreerde historiek
Het hele binnenstadje van Pézenas is een lust voor het oog.
Duelleren op het water
Sète wordt soms wel eens de achtertuin van Montpellier genoemd, maar dit doet Frankrijks grootste Mediterrane vissershaven veel te weinig recht aan. Geklemd tussen het Meer van Thau en de Middellandse Zee biedt deze levendige stad (43.000 inwoners) met haar met kleurrijke bootjes bezaaide kanalen meer dan genoeg om los van haar grote zus een bezoek te verdienen. Het “Venetië van Languedoc” heeft een duidelijke eigen identiteit, een sterke cultuurbeleving, een aparte keuken en een hoop bezienswaardigheden en evenementen om je een hele tijd zoet te houden. Zo heb je de Pointe Courte, het decor van het gelijknamige drama van Agnès Varda uit 1958. Deze schilderachtige visserswijk aan het meer is een aaneenschakeling van kleine, maar vrolijk versierde huisjes en halfvergane bootjes waar verweerde Franse zeelui hun netten repareren of hun vangst schoonmaken. Als één hechte gemeenschap levend, eten deze vissers meestal gezamenlijk buiten in een van de smalle straatjes of aan de kade. Het beste uitzicht over Sète en de zee heb je van op de Mont Saint-Clair, de heuvel met het grote witte kruis erop. Aan de zuidkant ervan vind je het Cimetière Marin – waar eeuwig rusten tot een kunst verheven wordt. Dit verbazend mooie kerkhof veranderde van naam sinds dichter Paul Valéry het vereeuwigde in de titel van zijn be-
PÉZENAS –
Het pittoreske Pézenas (de laatste ‘s’ wordt uitgesproken) in het binnenland op ongeveer 20 km van Sète is een wat opmerkelijk zicht. Je verwacht immers geen site met zo’n overweldigende historische en architecturale waarde in het midden van het platteland. Wanneer je het oude, middeleeuwse deel binnentrekt – waar nu vooral 16e en 17e-eeuwse herenhuizen het straatbeeld vullen – lijk je de poort achter de moderniteit dicht te trekken en een sprong in het verleden te maken. Het hele stadje met haar 7.000 inwoners wordt doorkruist door smalle, op en af slingerende straatjes vol winkeltjes, terrasjes en restaurants, omringd door prachtige gevels die met z’n allen een uitmuntende en beschermde verzameling erfgoed vormen. Rond de zestiende eeuw werd de plaats uitgekozen als thuisbasis voor het bestuur van heel Languedoc, en een halve eeuw later namen ook de regionale gouverneurs er hun intrek. Deze brachten dan weer artiesten en schrijvers met zich mee, waarna ook andere aristocraten er zich gingen vestigen. Na een tijdje stond Pézenas dan ook bekend als het Versailles van het zuiden. Ook nu wonen en werken er nog verrassend veel kunstenaars en ambachtslieden, die hun eigen creaties er maken en verkopen. Op zaterdag worden de straten extra kleurrijk door de plaatselijke markt die de hele dag duurt. Er valt ook veel cultuur te ontdekken. Het Muséé de Vulliod-Saint Germain, ondergebracht in een prachtig gerestaureerd herenhuis, herbergt een omvangrijke verzameling kunst en antiek, waaronder de beroemde armstoel van Molière – ooit de bekendste inwoner van het stadje. Het leven en werk van die laatste wordt overigens uitgebreid belicht in het nieuwe en zeer interessante Scénovision Molière in het Office de Tourisme. Hier kan je z’n hele levensloop volgen door middel van een hoogtechnologische 3D-voorstelling met excellente verhalen en dito sfeersetting. Voor de kleintjes is er vlakbij het speelgoedmuseum: een uitgebreide collectie antieke en minder antieke speeltjes van een fanatieke verzamelaar.
GRANDE 55
Hérault de 3 GRANDE-geheimtips 1. Chambres d’Hôtes
In Frankrijk ben je vaak beter af in Chambres d’Hôtes – het Franse equivalent van een B&B – dan in grote hotels. Uw GRANDE-reporter verbleef in het geweldige Hôtel Vigniamont, in een prachtig oud huis aan de rand van Pézenas. De sympathieke gastvrouw, de ruime en mooie kamers, de gratis fruitmand bij het aankomen en het uitgebreide ontbijt zorgden voor het beste verblijf van de trip. www.hoteldevigniamont.com
2. Lokale producten
Hérault heeft een heel uitgebreide eetcultuur. Talloze kleine marktjes bieden verse, lokale en seizoensgebonden producten aan. De zaterdagmarkt van Gignac is een aangename plek om lokale lekkernijen te ontdekken. Kuier rond tussen de kraampjes in dit traditionele dorpje en proef er van verse aardbeien, tomaten, kaas, vlees en de beroemde Lucques: langwerpige, nauwelijks gebolde, zachte olijven waarvan Gignac de hoofdproducent is.
3. La Terrasse du Mimosa
In het dorpje Montpeyroux vind je op het beeldige dorpspleintje “La Terrasse du Mimosa”: een gezellige bar à vins waar je op het terras in alle rust kan genieten van een lichte maaltijd of een wijndegustatie. 56 GRANDE
4
De Abdij van Gellone is een toeristische trekpleister
SAINT-GUILHELM-LE-DÉSERT
Eén van Frankrijks mooiste Op ongeveer 30 kilometer van Montpellier vind je het prachtige dorpje Saint-Guilhelm-le-Désert, samen met de streek er rond één van de “Grand Sites de France”. Dit zijn natuurlijke monumenten of plaatsen van een uitzonderlijke artistieke of historische waarde die door de Franse staat worden beschermd. Het dorp zelf is bloedmooi, maar huist amper 250 inwoners. Het bestaat uit weinig meer dan een lange oplopende straat, ingesloten door een indrukwekkende, grillige rotspartij. In 804 werd de abdij van Gellone opgericht door de toen nog niet heilige Guilhelm, Hertog van Aquitanië. Deze was het vechten tegen de Saracenen meer dan beu en wou zijn oude dag wat aangenamer doorbrengen binnen de muren van een klooster. Gezien de site pal op de route naar Santiago de Compostela lag werd het een welgekomen stop voor doorreizende pelgrims, die er hun dorst lesten aan het frisse bronwater van de nog steeds werkende drinkfonteinen. Rond de elfde eeuw waren de residerende monniken dan ook meer dan rijk genoeg geworden om een grotere abdij op de huidige neer te planten. Door de religieuze oorlogen en de Franse revolutie kreeg het arme ding heel wat te verduren, maar toch valt ze nog steeds deels te bewonderen. De rest van het dorp (officieel een van de mooiste van Frankrijk) werd rond de abdij gebouwd. Voor de 12e-eeuwse romaanse kerk ligt de Place de la Liberté – inclusief standbeeld van de revolutionaire Marianne met de kont traditioneel naar de kerk gedraaid – waar je verkoeling kan zoeken onder een eeuwenoude en monumentale plataan. Verken de straatjes met hun gezellige, kleine winkeltjes en volg dan de loop van de Hérault richting le Pont du Diable – de Duivelsbrug. Een stenen bouwsel dat het rotsige ravijn waardoor de rivier stroomt al sinds de elfde eeuw overspant en de abdij met de omliggende nederzettingen verbindt. De legende wil dat Guilhelm een verdrag met Satan sloot, nadat die laatste een niet te weerstane neiging voelde de brug telkens ze voltooid was weer te slopen. In ruil voor het stoppen van zijn vandalisme kreeg hij de ziel van het allereerste wezen dat er over zou lopen. Guitige Guilhelm besloot dan maar een schurftige hond met een koekenpan aan de staart gebonden de brug over te jagen, waarop Lucifer zo razend werd dat hij zich met z’n volle geweld in de rivier stortte en zodoende de Gurgite Nigro creëerde, een dertig meter diepe afgrond onder de waterspiegel. Van duivels en heiligen is er nu echter geen sprake meer, want nadat je met je kajak door de monumentale kloof bent gevaren, kan je op het gezellige strand aan de andere kant van de brug genieten van de zon of van een picknick. Bezoek er ook de Maison du Grand Site: een gloednieuw gebouw waarin het toeristisch centrum gevestigd is, alsook een hoop geschiedkundige informatie, een winkeltje vol lokale producten en de nodige wijn. Een busdienst vlakbij verbindt de brug met Saint-Guilhelm-le-Désert. Zowel de abdij als de brug zijn Unesco Werelderfgoed.
De straatjes van Saint-Guilhelm-le-Désert nodigen uitermate uit tot kuieren.
GRANDE 57
5
Op zoek naar de beste wijnen
In Hérault en bij uitbreiding in heel Languedoc-Roussillon bevind je je middenin een van de absolute bedevaartsoorden van de wijncultuur. Languedoc is – misschien een beetje verrassend – de grootste wijnproducent van Frankrijk. Het landschap is gevormd als een groot amfitheater, met de heuvels in het binnenland die het water afleiden naar de zee, waardoor het er extreem gunstig is voor wijnbouw. Quasi overal waar je wandelt of rijdt wuiven eindeloze rijen druiventakken je verleidelijk toe van op hun glooiende voedingsbodems. Op talloze plaatsen kan je dan ook een veelvoud aan wijnen degusteren of kopen. Een zoektocht naar de beste wijn van Languedoc begint en eindigt zonder twijfel op het domein van Mas de Daumas Gassac, acht kilometer van Saint-Guilhelm-leDésert. Op dertig jaar tijd is deze wijn uitgegroeid tot de enige Grand Cru van het zuiden, terwijl er nog steeds een gewoon “Vin de Pays” etiket (min of meer tafelwijn) aan de fles hangt. De honderd hectaren wijngaard zijn verdeeld over verschillende kleine perceeltjes, die middenin een levendig bos verspreid liggen. De combinatie van rode, droge, poederfijne grond en het koele microklimaat van de rivier Gassac is enorm zeldzaam in het Franse zuiden. De veertig verschillende druivensoorten waarmee men werkt, maken van de wijngaard een museum van zeldzame en ongekloonde druiven van over de hele wereld. Het bedrijf
wordt nog steeds gerund door de oorspronkelijke oprichters en drie van hun zonen. De wijn wordt op traditionele en natuurlijke wijze geproduceerd en blijft naar men zegt enorm lang fris en jong, zelfs na meer dan vijfentwintig jaar. In Villeveyrac vind je de abdij van Valmagne, een prachtlocatie waar ook wijn verbouwd wordt. Het bouwwerk werd opgericht over een romaanse kapel die te klein geworden was, en groeide tussen de twaalfde en de vijftiende eeuw uit tot een van de rijkste abdijen van ZuidFrankrijk. Na de Franse revolutie zijn de laatste paters echter gevlucht en sindsdien wordt ze enkel nog voor wijnteelt en rondleidingen gebruikt. Het gebouw wordt bijna continu gerenoveerd en ziet er zonder meer geweldig uit. Je vindt er een klassieke gotische kerk waar de gigantische wijnvaten te bewonderen zijn en een schitterende tuin, met een door een sierlijk gewelf vol slingerplanten overgroeide fontein als absoluut pronkstuk. Monniken mochten het klooster immers nooit verlaten, en zorgden er dan ook voor dat het in hun kleine wereldje zo aangenaam mogelijk toeven was. Blijf er een tijdje zitten tussen de zwaluwnestjes en de tamme katten van de oude eigenares, en begeef je dan naar de wijnwinkel voor wat verfrissing. Ook de wijngaarden van Faugères zijn een bezoek meer dan waard. Geoefende wandelaars kunnen een tocht ondernemen naar de iconische molen op de top van de heuvel met een verbluffend uitzicht als beloning. Wijn is er overal te koop, bijvoorbeeld bij Cathérine Roque, die met haar Mas d’Alezon al meermaals verkozen werd tot beste wijnvrouw van Languedoc. Voor wie wijn wil kopen in Hérault is de enige moeilijkheid dus die van de keuze. Het aanbod is werkelijk gigantisch.
De abdij van Valmagne
De pronkfontein is het hart van de hele abdij.
HÉRAULT PRAKTISCH Hérault is makkelijk en relatief goedkoop te bereiken, heeft een aangenaam, zonnig klimaat en is veelzijdig genoeg om voor een gevarieerde, goedgevulde vakantie te zorgen.
KLIMAAT De wijngaarden van Mas de Daumas Gassac bieden hemelse panorama’s.
In Hérault schijnt de zon meer dan driehonderd dagen van het jaar en het is niet uitzonderlijk dat het kwik er zelfs in de winter nog rond de vijftien graden schommelt. Let wel op voor de zomer die soms broeierig heet kan worden en voor zweterige en slapeloze nachten durft te zorgen.
ERHEEN Hoewel Ryanair vanuit Charleroi rechtstreeks en goedkoop naar Montpellier vliegt, verkiezen wij uit praktische en ecologische overwegingen de TGV die vanuit Brussel-Zuid vertrekt. Op iets meer dan vijf uur sta je in het centrum van de stad. Als je de rit naar Charleroi, het inchecken en het wachten op je bagage in rekening neemt komt dit qua tijdsduur ongeveer overeen met een vlucht. Bovendien hoef je in de trein ook niet op het gewicht van je bagage te letten. www.raileurope.eu Bezoek de volgende sites voor meer info en nuttige links over Hérault: www.franceguide.com en www.herault-tourisme.com.
58 GRANDE
GRANDE 59