Hemelwater afvoeren in de wijk ‘Waterrijk’ te Almelo Afstudeeronderzoek 2010, t.b.v. Hogeschool Van Hall Larenstein, richting: Planuitwerking en Realisatie Door: Johnny Boertje en Joris Wolbert
Hemelwater afvoeren in de wijk ‘Waterrijk’ te Almelo Afstudeeronderzoek 2010, t.b.v. Hogeschool Van Hall Larenstein, richting: Realisatie Door: Johnny Boertje en Joris Wolbert Velp, Juni 2010 In opdracht van: Hogeschool Van Hall Larenstein en Gemeente Almelo Documentatienummer: 042010-01
III
Colofon
Colofon Opdrachtgevers: Van Hall Larenstein Postbus 9001 6880 GB Velp T: 026 369 56 95 F: 026 361 52 87 Gemeente Almelo Postbus 5100 7600 GC Almelo Projectbegeleider Rob Bokdam senior projectleider T: 0546 54 13 75 F: 0546 54 13 44 E:
[email protected] Jaap Spoelstra docent water T: 026 369 56 38 E:
[email protected] Projectmedewerkers Johnny Boertje Hoofdweg 68 7676 AG Westerhaar T: 06 249 790 12 E:
[email protected] Joris Wolbert de Bongerd 11 7597 MP Saasveld T: 06 230 510 56 E:
[email protected] V
Voorwoord Figuur I: Projectgebied als scheiding tussen stad en land
Voorwoord
Voorwoord Voor u ligt het onderzoek naar de meeste geschikte oplossing ten behoeve van de omgang met hemelwater. Dit onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van het afstuderen aan Van Hall Larenstein in de richting Realisatie Tuin en Landschapsarchitectuur 2009 - 2010. We hebben voor dit onderwerp gekozen, omdat wij een onderwerp zochten dat aansloot op onze interesses en een praktisch houvast zou geven bij de technische uitwerkingen behorende bij de vervolgopdracht. Het doel van dit rapport is om een handreiking te doen naar medestudenten en andere vakgenoten welke bij een ontwerpopdracht te maken krijgen met een zelfde soort probleemstelling, namelijk: wat zijn de mogelijkheden bij een situatie met veel oppervlaktewater. Wij hopen dat zij met dit onderzoek een onderbouwde keuze kunnen maken voor de juiste manieren en hierbij hun gewenste beeld bereiken. Door goede samenwerking met elkaar en samenwerking met de begeleidend docent en andere externe personen is deze opdracht gekomen tot een eindproduct waar wij volledig achter staan. Onze dank gaat dan ook uit naar onze begeleiders: Jaap Spoelstra en Rob Bokdam. Velp, juni 2010
VII
Samenvatting Figuur II: Kenmerkende bomenlaan langs de Westermaatweg
Samenvatting
Samenvatting
- Hoe zorg je voor een eenduidige en visuele manier van aansluiten op het oppervlaktewater? - Wat is de meest effectieve manier om te voorkomen dat onEr bestaan veel verschillende manieren van omgaan met de regelmatigheden vanaf het wegdek in het oppervalktewater afvoer van hemelwater, en al deze manieren zijn toe te pas- terecht komt, zoals: hondenpoep, zwerfafval, zware metalen sen op verschillende locaties. Maar welke oplossingen zijn en strooizout? het meest geschikt voor de wijk Waterrijk in Almelo? Waterrijk Almelo is een nog te ontwikkelen woonlocatie aan de Om een goed advies te kunnen geven is in eerste instantie noordzijde van Almelo. De wijk zal bestaan uit een unieke gekeken naar de gehele wijk en vervolgens specifiek naar de woonsituatie, namelijk een gevarieerd woonmilieu waarbin- eiland die aangelegd worden in fase 1. nen water centraal staat, zowel in beleving als in gebruik. De wijk is uniek in zijn soort binnen de provincie Overijssel. Over het geheel genomen kun je zeggen dat er een aantal Naar aanleiding van het afstuderen en de vraag vanuit de gemeente Almelo naar mogelijkheden over de omgang met hemelwater binnen de wijk, is er getracht op de gestelde onderzoeksvraag een antwoord te geven in dit onderzoeksrapport, dit alles om de verschillende karakters binnen de wijk te versterken. Het doel van dit onderzoek is het adviseren van de afdeling stadsbeheer, openbare ruimte binnen gemeente Almelo, betreffende de wijk Waterrijk en de hierin meest geschikte oplossingen voor het omgaan met hemelwater. De centrale vraag is: “Wat is de meest geschikte oplossing ten behoeve van de omgang met hemelwater voor de locatie Waterrijk te Almelo?” - Welke problemen geven aanleiding tot het onderzoek? - Wat is de visie op omgaan met hemelwater in ‘Waterrijk’? - Welke manieren van omgaan met hemelwater zijn er? - Zijn deze manieren succesvol? / waarom? - Hoe wordt in andere steden (wijken) omgegaan met hemelwaterproblematiek? - Op welke manier kunnen de verschillende oplossingen toegepast worden en daarmee de verschillende karakters van de eilanden versterken? - Hoe werken de praktijksituaties? - Wat zijn veel voorkomende valkuilen? - Hoe kunnen particulieren omgaan met hemelwater op hun perceel?
infiltreren hier zal niet de eerste 5 mm worden geinfiltreerd en wordt het water rechtstreeks op het oppervlaktewater afgevoerd. Binnen de berekeningen zit een kleine onzekerheid vanwege K-waarde die kan varieren tussen 1,0 en 5,0, om voldoende veiligheid in te bouwen is gekozen voor1,5.
Uit de berekening zoals te vinden in figuur 7.17 blijkt dat bij een T=100 bui gedurende 4 uur er circa 155000 m3 regen zal vallen. Uitgaande van een situatie waarbij er niets zal infiltreren en alles op het oppervlaktewater zal belanden zal er dus 155000 m3 vallen op 160 hectare oppervlaktewater dit minus de 11000 m3 die afgevoerd mag worden naar het naast oplossingen zijn die veelvuldig terugkomen in de adviezen, gelegen kanaal zal er dus ongeveer 144000 m3 vallen wat dit zijn: resulteert in een peilstijging van 144000 / 1600000 = 0.09 - het toepassen van omgekeerde infiltratieputten in combi m. zie figuur 7.16 Deze peilstijging zal dus vallen binnen de 15 natie met drainagestrengen; centimeter en de conclusie is dan ook dat het mogelijk is om - het afvoeren van het hemelwater doormiddel van het hol het water kwijt te raken. leggen van de verharding; - het filteren van het hemelwater door het water door een Na verloop van de jaren kan het gebeuren dat de grond berm- of graspassage te laten stromen. dicht zal slibben en zijn infiltrerende en filterende functie zal De voordelen van bovenstaande oplossingen zijn dat je het verliezen. In deze situatie zal er dan voor gekozen moeten afvoeren van het hemelwater zichtbaar maakte en hiermee worden om de toplaag te vervangen door een schone tode bewoners betrekt bij het watersysteem, je maakt ze be- plaag. Dit is niet het geval in een situatie met een gezonde wust van de verschillende objecten die nodig zijn om dak- hoeveelheid bodemleven. en straatwater af te voeren en de weg die deze aflegt voor het afvloeit in het oppervlaktewater van Waterrijk. Uiteraard zijn naast deze maatregelen ook secundaire maatregelen nodig zoals het niet strooien van de woonstraten om vervuiling doormiddel van strooizout te voorkomen. Ook moet er bij het toepassen van de materialen gekeken worden naar het voorkomen van afspoeling van zware metalen als zink en lood e.d. Het uitgangspunt was om de eerste 5 mm te infiltreren en de rest af te voeren , dit is op de meeste eilanden mogelijk. Uit de berekeningen, bijlage 17 t/m 32, voor de vershillende eilanden blijkt dat er bij een korte hevige bui van 4 uur er een klein deel afgevoerd zal moeten worden naar de overstort. Vervolgens is er voldoende capaciteit om de infiltratievelden binnen 24 uur weer droog te krijgen. Er zijn een aantal locaties waarbinnen het niet mogelijk is om het water te laten IX
Inhoud Figuur III: Voorbeeld van het weidse karakter van het projectgebied
Inhoudsopgave
Inhoud
Voorwoord Samenvatting
VII IX
1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doelstelling 1.3 Probleemanalyse 1.4 Leeswijzer
1 1 1 1 1
2 Inventarisatie & Analyse 2.1 Het plan toegelicht 2.2 Uitgangspunten 2.3 Ruimtelijke analyse 2.3.1 Karakters eilanden 2.3.2 Bodem 2.3.3 Water 2.3.4 Grondslag 2.3.5 Infrastructuur 2.3.6 Groenstructuur 2.3.7 Bestaande situatie projectgebied 3 Omgaan met hemelwater
3 3 4 5 5 6 7 10 11 12 13 15
4 Bestaande hemelwateroplossingen 4.1 Mogelijke hemelwateroplossingen Waterrijk 4.2.1 Regenton 4.2.2 Open verharding / halfverharding 4.2.3 Waterdoorlatende verharding 4.2.4 Bermifiltratie 4.2.5 Bezinkvijver 4.2.6 Waterloop 4.2.7 Omgekeerde infiltratie
17 17 18 19 20 21 22 23 24
5. Referentiestudie 5.1 Historie 5.2 Algemene indruk Nieuwland 5.3 Conclusies
27 27 28 29
6. Karakters eilanden 6.1 Karakters van de eilanden uit fase 1 6.2.1 Parkbuurt
31 31 32
6.2.2 Kleine Plas 6.2.3 Singelbuurt 6.2.4 Rieteiland 6.2.5 Buiten archipel 6.2.6 Familie eiland 6.2.7 Waterhart
XI
33 34 35 36 37 38
7 Dimensionering systemen 7.1 Toewijzen van systemen aan eilanden 7.2.1 Parkbuurt 7.2.2 Kleine plas 7.2.3 Singelbuurt 7.2.4 Rieteiland 7.2.5 Buiten archipel 7.2.6 Familie eiland 7.2.7 Waterhart 7.3 Conclusie
41 41 42 44 46 48 50 52 54 56
Bronnen Bijlagen
59 65
Hoofdstuk 1. Inleiding Figuur 1.1: Ligging van het Lateraal kanaal binnen het projectgebied
Inleiding
1 Inleiding
- Wat zijn veel voorkomende valkuilen? - Hoe kunnen particulieren omgaan met hemelwater op hun perceel? - Hoe zorg je voor een eenduidige en visuele manier van aansluiten op het oppervlaktewater? - Wat is de meest effectieve manier om te voorkomen dat onregelmatigheden vanaf het wegdek in het oppervalktewater terecht komt, zoals: hondenpoep, zwerfafval, zware metalen en strooizout?
1.1 Aanleiding Er bestaan veel verschillende manieren van omgaan met de afvoer van hemelwater, en al deze manieren zijn toe te passen op verschillende locaties. Maar welke oplossingen zijn het meest geschikt voor de wijk Waterrijk in Almelo? Waterrijk Almelo is een nog te ontwikkelen woonlocatie aan de noordzijde van Almelo. De wijk zal bestaan uit een unieke woonsituatie, namelijk een gevarieerd woonmilieu waarbinnen water centraal staat, zowel in beleving als in gebruik. De In het advies wordt eerst de gehele wijk behandeld en verwijk is uniek in zijn soort binnen de provincie Overijssel. volgens zal het advies zich toespitsen op de verschillende woongebieden die in fase één zullen worden aangelegd. Naar aanleiding van het afstuderen aan Hogeschool Van Hall Om tot een goed advies te komen worden er gedurende de Larenstein te Velp in de richting Planuitwerking en Realisatie elf weken dat het onderzoek duurt verschillende bronnen en de vraag vanuit de gemeente Almelo naar mogelijkhe- geraadpleegd, onder andere: literatuur, referentiegebieden den over de omgang met hemelwater binnen de wijk, is er en mensen die ervaring hebben met het toepassen van getracht op de gestelde onderzoeksvraag een antwoord te soortgelijke oplossingen. geven in dit onderzoeksrapport, dit alles om de verschillende karakters binnen de wijk te versterken. 1.3 Probleemanalyse Kijkend naar de wijk Waterrijk Almelo kunnen we een aantal 1.2 Doelstelling hoofdproblemen aangeven die de aanleiding geven tot het Het doel van dit onderzoek is het adviseren van de afdeling onderzoek naar de mogelijke oplossingen voor het afvoeren stadsbeheer, openbare ruimte binnen gemeente Almelo, van het hemelwater. De wijk bestaat uit een duidelijke strucbetreffende de wijk Waterrijk en de hierin meest geschikte tuur met als hoofdbestanddeel het ‘blauw-groene casco’, oplossingen voor het omgaan met hemelwater. De centrale omdat water een erg belangrijke factor is in de wijk wordt vraag is: er een erg hoog ambitieniveau aangehouden betreffende de waterkwaliteit. De gemeente Almelo heeft het water be“Wat is de meest geschikte oplossing ten behoeve van de om- stempeld als ‘recreatiewater’ maar tracht de kwaliteit naar gang met hemelwater voor de locatie Waterrijk te Almelo?” ‘zwemwaterniveau’ te brengen. Een van de problemen die hierbij optreden is het af te voeren hemelwater dat bij voor- Welke problemen geven aanleiding tot het onderzoek? keur rechtstreeks op het oppervlaktewater geloosd wordt. - Wat is de visie op omgaan met hemelwater in ‘Waterrijk’? Hoe kan dit op het traject tussen dak / straat en oppervlak- Welke manieren van omgaan met hemelwater zijn er? tewater dusdanig gefilterd worden dat het geen negatieve - Zijn deze manieren succesvol? / waarom? gevolgen meer geeft aan de waterkwaliteit? De belangrijk- Hoe wordt in andere steden (wijken) omgegaan met heste factoren zijn hierbij dan helderheid; de aanwezigheid melwaterproblematiek? van zware metalen en zwerfvuil. Verder heeft de gemeente - Op welke manier kunnen de verschillende oplossingen toe- Almelo een aantal uitgangspunten aangegeven. gepast worden en daarmee de verschillende karakters van de eilanden versterken? Een ander probleem dat is ontstaan door de fasering van - Hoe werken de praktijksituaties? de wijk ‘Waterrijk Almelo’ is het feit dat de grote plas aan de 1
westzijde nog niet gerealiseerd wordt en dat men afhankelijk is van de watergangen door het gebied en de kleine plas aan de zuidzijde voor de berging van het hemelwater. Waarschijnlijk is dit wel voldoende voor de waterberging van fase 1 maar om dit zeker te kunnen stellen is het toch nodig voor de oplossingen van twee situaties uit te gaan; fase 1 en de eindfase. Voor het dimensioneren van de gehele eilanden wordt er uitgegaan van de eindsituatie. 1.4 Leeswijzer In het tweede hoofdstuk zal de inventarisatie en de analyse behandeld worden, in dit hoofdstuk zal het huidige gebied worden toegelicht en zal het huidige plan Waterrijk worden uitgelegd. Dit zal onder andere gebeuren doormiddel van diverse analysekaarten. Hoofdstuk drie zal gaan over onze visie over het omgaan met de afvoer van hemelwater ten opzichte van de wijk Waterrijk. Dit hoofdstuk zal bijdragen aan het pakket van eisen waaraan de gekozen oplossingen zullen moeten voldoen. In het vierde hoofdstuk wordt gezocht naar de mogelijke oplossingen voor de wijk Waterrijk, hiervoor wordt in eerste instantie gekeken naar bestaande oplossingen zoals deze in de bestaande literatuur worden vermeld. Het vijfde hoofdstuk gaat over de zoektocht naar mogelijke oplossingen. Na de literatuurstudie wordt er nu gekeken naar oplossingen in de praktijk. Hiervoor wordt een referentiegemeente bezocht, namelijk gemeente Amersfoort – Nieuwland. Er is gekozen voor deze gemeente omdat het een relatief nieuwe wijk is waar gewerkt is met veel oppervlaktewater. Hoofdstuk zes zal advies geven over de verschillende oplossingen voor de wijk, eerst zal er advies gegeven worden voor de gehele wijk waarna er vervolgens een specifiek advies gegeven wordt voor de verschillende deelgebieden. Dit advies zal gaan over verschillende niveaus, namelijk: wijk, buurt en perceel. In het zevende hoofdstuk zullen de verschillende adviezen worden doorgerekend om te tonen wat de verschillende oplossingen voor consequenties meebrengen voor de inrichting en het oppervlaktewater van het Lateraal kanaal en Waterrijk.
Hoofdstuk 2. Inventarisatie & Analyse Figuur 2.1: Uitzicht over een van de vele akkers
Inventarisatie & Analyse
2 Inventarisatie & Analyse 2.1 Het plan toegelicht Waterrijk Almelo is de naam van een geplande nieuwbouwlocatie van ongeveer 550 hectare tussen Almelo en Vriezenveen zie figuur 2.2. De identiteit van Waterrijk zal gekoppeld zijn aan water, dat het hoofdelement wordt in de nieuwe stadsdeel van Almelo. Hiervoor is een aaneengesloten stelsel van plassen ontworpen met groenzones rondom het nieuwe stadsdeel. Er wordt hierbij ingespeeld op de waterhistorie van Almelo en het sluit goed aan bij het ‘Masterplan Almelo’ waarin wordt voorgesteld om de oude gedempte Havengracht weer tot leven te brengen. Er wordt in Waterrijk Almelo een uniek woonmilieu aangeboden, in combinatie met groen en natuur, dat in de regio niet voorhanden is en dat de bestaande wijken van Almelo aanvult. Naast woningen komen er voorzieningen voor bedrijven, detailhandel en horeca. Het is de ambitie om in Waterrijk Almelo bijzondere, hoogkwalitatieve woonmilieus te creëren, met veel variatie in woonkeuze, in een gebied waar water grootschalig aanwezig is. Er komen veel mogelijkheden voor waterrecreatie; zo zal heel Waterrijk Almelo bevaarbaar zijn. De kwaliteit van de toekomstige leefomgeving staat centraal. Dit betekent dat waar mogelijk gezocht wordt naar inpassing van cultuurhistorische en landschappelijke elementen, versterking van de natuur en een gezonde leefomgeving. ‘Wonen aan het water’ wordt een belangrijk thema in dit nieuw geplande stadsdeel. Water zal beleefd kunnen worden om over uit te kijken en om er te ‘spelevaren’, maar er zullen ook uitgebreide voorzieningen komen voor diverse takken van watersport. Er wordt gestreefd naar zwemwaterkwaliteit in het gehele watersysteem van Waterrijk Almelo. Zwemmen zal dus een aantrekkelijk te beoefenen watersport worden, maar conflicteerd met de andere watersporten zoals zeilboten, motorjachten, wedstrijdroeien, kanovaren, windsurfen en vissen behalve strand-recreatie. Aan de noordzijde komt een wedstrijdroeibaan / watersportbaan voor wedstrijdroeien, kanowedstrijden en zwem-
wedstrijden. De watersportbaan wordt hierbij een integraal onderdeel van het totale watersysteem. Een sluis, met een maximaal te overbruggen hoogteverschil van ca. 95 cm zal het watersysteem verbinden met het kanaal Almelo - De Haandrik om zo doorvaart mogelijk te maken naar bestaande vaarwegen. De sluis zal groot genoeg moeten zijn om motorboten en zeiljachten door te kunnen laten. Waterrijk Almelo wordt dus verbonden met het regionale en landelijke vaarwegenstelsel. Zo wordt het mogelijk om per boot, bijvoorbeeld vanuit Harlingen, naar Waterrijk Almelo te varen en daar bij een achtertuin aan te meren. Waterrijk Almelo wordt bereikbaar via twee vaarroutes: vanuit het noorden via de Hoogeveense Vaart en het Kanaal Almelo De Haandrik en vanuit het zuiden via het Twentekanaal. Zelfs het Duitse vaarwegenstelsel kan bereikbaar worden als het Kanaal Almelo-Nordhorn weer bevaarbaar wordt gemaakt. In twee haalbaarheidsonderzoeken is aangetoond dat het goed mogelijk is om in het plangebied een wijk met grootschalige waterpartijen aan te leggen - verbonden door een labyrint van watergangen - waarbij bergingscapaciteit ontstaat voor het eigen stadsdeel. Zelfs ontstaat daarbij extra capaciteit voor gebied daarbuiten. In het nieuwe stadsdeel wordt een grote, centrale waterplas gecreëerd, die met de andere aan te leggen waterpartijen een gesloten systeem zal vormen. Alleen aan de noordwest kant van ‘Waterrijk Almelo’ wordt een verbinding (sluis) met het Kanaal Almelo - De Haandrik aangelegd. Er moet watersport kunnen worden bedreven. Dat betekent dat het hele watersysteem bevaarbaar moet zijn en dus grotendeels een diepte moet hebben van minimaal 1,80 meter. Het watersysteem dient een goede waterkwaliteit te krijgen en te behouden, waarbij wordt gestreefd naar zwemwaterkwaliteit. Om het water natuurlijk te zuiveren is het noodzakelijk dat het water in het systeem wordt rondgepompt. oude technieken kunnen hierbij nieuw leven worden ingeblazen. Zo wordt er over gedacht om het rondstuwen van water uit te voeren met moderne windmolens. In het noordoostelijke deel van ‘Waterrijk Almelo’ is een helofytenfilter gepland om het water te zuiveren. Op diverse locaties worden natuurvriendelijke oevers ingericht om de waterkwali3
Figuur 2.2: Overzicht plangebied
(Bijlage 1)
teit en ecologische elementen in het gebied te verbeteren. Naast de aantal m3 waterberging die nodig zijn voor compensatie zoekt het waterschap Regge en Dinkel nog extra regionale bergingscapaciteit om de gevolgen van klimaatveranderingen op te vangen. hiervoor is er een kans om dit - ingericht als waterrijke natuur - direct noordelijk van het geplande helofytenfilter te realiseren. Het nieuwe watersysteem wordt gevoed door grondwater en regenwater, dat gescheiden moet blijven van het Lateraal kanaal. Het Lateraal kanaal is een kanaal van circa 20 meter breed, dat al het stedeleijk- en afvalwater van de Twentse stedenband afvoert. De waterkwaliteit in het Lateraal kanaal is hierdoor slecht. Een aansluiting van het watersysteem van Waterrijk Almelo op het Lateraal kanaal heeft een dusdanige invloed op de waterkwaliteit in het nieuwe watersysteem, dat een goede waterkwaliteit in Waterrijk Almelo niet meer
Inventarisatie & Analyse
haalbaar is. om deze reden is er voor gekozen om het watersysteem van Waterrijk Almelo geheel gescheiden te houden van het Lateraal kanaal. Om een goede waterkwaliteit in Waterrijk Almelo te garanderen moet het Lateraalkanaal dan ook aan de noord- en oostzijde worden omgeleid en aangepast. het huidige waterpeil van het kanaal is afgestemd op de landbouw en wordt kunstmatig laag gehouden op een streefpeil van 8,00 meter + NAP. bron: ARCADIS, 2009. In de huidige situatie is er een grote wijziging ten opzichte van het vooraf beoogde plan. De provincie Overijssel heeft de gemeente Almelo minder woningen toegezegd om te mogen bouwen waardoor de gemeente Almelo genoodzaakt is om het plan ‘Waterrijk Almelo’ in twee fasen aan te leggen zie figuur 2.3, waarbij fase één voornamelijk zal bestaan uit de gronden die al in bezit zijn van de gemeente. Deze gronden bevinden zich vooral aan de noord en oostkant van het gebied. De tweede fase zal vooral het gebied beslaan grenzend aan Aadorp. Er wordt er nu vanuit gegaan dat fase één in een periode van 10 á 15 jaar wordt afgerond. Figuur 2.3: Overzicht plangebied in fasen 2.2 Uitgangspunten Verder is er vanuit de gemeente Almelo gevraagd om tijdens het onderzoek extra te letten op een aantal zaken, namelijk: - De berging en buffering van hemelwater heeft geen voorkeur, tenzij er zich een situatie voordoet waarbij het niet mogelijk is om rechtstreeks af te voeren (ivm al voldoende aanwezige bergingscapiciteit); - De zuivering van het hemelwater gaat boven de berging en buffering van het hemelwater; - Er moet bij het dimensioneren van de oplossingen rekening gehouden worden met ‘extreme’ situaties (T=100); - Er moet onderscheid gemaakt worden tussen het regenwater dat van de daken afstroomt en het water dat van de straten komt; - Vanuit het oogpunt van de beheerder worden er geen wadi’s toegepast; Gedurende dit onderzoek zal er dus aandacht besteed worden en rekening gehouden met voorgaand genoemde uitgangspunten.
4
(Bijlage 2)
Figuur 2.4: Huidig gebruik plangebied
Inventarisatie & Analyse
Figuur 2.5: Principe doorsneden. bron: presentatie Almelo
Figuur 2.6: Eilanden Waterrijk
2.3 Ruimtelijke analyse
volgende hoofdstukken
2.3.1 Karakters eilanden De wijk Waterrijk is opgedeeld in een aantal eilanden, elk eiland of eilanden groep heeft zijn eigen karakter. zie figuur 2.5. De karakters verschillen van elkaar maar vormen samen een eenheid, Waterrijk. Een aantal voorbeelden van de karakters zijn de dichtheid van de woningen of het type woning dat zich op het eiland bevind. Op enkele eilanden kunnen ook voorzieningen zoals winkels en scholen zijn. Op de kaart hierboven zie figuur 2.6 is een gearceerd gedeelte te zien waar de voorzieningen vooral zijn geconcentreerd. Het Lateraal eiland waar een hoge woningdichtheid is, wordt ook wel het voorzieningeneiland genoemd. Op dit eiland zijn het merendeel van de voorzieningen te vinden. Naast woningbouw kent Waterrijk twee industrie gebieden, Plas archipel en Water werkterrein. Voor de uitwerking van de karakters van de eilanden wordt u verwezen naar de
De eilanden die per fase worden uitgevoerd:
(Bijlage 3)
Fase 1 Lateraal eiland Familie eiland Buiten archipel Rieteiland Kop van het Noorderpark Hart Fase 2 Lanen Plas archipel Waterfront Water werkterrein Aadorp aan de plas 5
Figuur 2.7: Huidig gebruik plangebied
Inventarisatie & Analyse
Figuur 2.8: Gemiddeld bodemprofiel. bron: ARCADIS, 2009
Figuur 2.9: Bodem bestaande situatie
2.3.2 Bodem De nieuwe wijk Waterrijk Almelo wordt gerealiseerd in een oude veen ontginning. In het begin van de vorige eeuw is begonnen met de ontginning van het gebied ten noorden van Almelo. In het project gebied is nu geen veen meer aanwezig. Het landgebruik na de ontginning was en is nog steeds landbouw. Door dit gebruik van de grond over een periode van honderd jaar is een moerige eerdlaag en een moerige podzolgrond van gemiddeld 50 cm ontstaan. zie figuur 2.9. Deze zal dus ontgraven moeten worden.
moet voorkomen worden dat P- en N-verbindingen uitspoelen in het oppervlaktewater. Bij ophoging zal eerst de moerige eerdgrond worden verwijderd, daarna opgehoogd met zandgrond uit de watergangen en plassen. Het laatste gedeelte van de ophoging zal bestaan uit de eerder ontgraven moerige eerdgrond. De moerige eerdgrond zal boven de GHG worden aangebracht, om uitspoeling naar het grondwater laag te houden.
Onder deze moerige grond bevindt zich een dik zandpakket van enkele tientallen meters. zie figuur 2.8. Door het vele oppervlaktewater in de nieuwe wijk, zal er veel ontgraven moeten worden. De waterkwaliteit moet van een hoge kwaliteit worden, daarom is het belangrijk dat de nitraat- en fosfaatrijke moerige gronden gescheiden blijven van de arme zandgronden. Tijdens en na het realiseren van Waterrijk 6
(Bijlage 4)
Figuur 2.10: Huidig gebruik plangebied
Inventarisatie & Analyse
Figuur 2.11: Bestaande waterstructuur
(Bijlage 14)
Figuur 2.12: Toekomstige waterstructuur
2.3.3 Water Het plangebied bevindt zich in het stroomgebied Stadsregge, dit gebied vormt het oostelijk, hoger gelegen deel van het stroomgebied van de Regge. Het stroomgebied is circa 47.000 hectare groot en voert voornamelijk neerslag en afvalwater af vanuit het eigen gebied. Het deelgebied waarbinnen het plangebied zich bevindt is het deelgebied Linderbeek - Lateraal kanaal. bron: Waterschap Regge Dinkel.
(Bijlage 6)
pervlaktewater aangelegd. In deze situatie wordt gestreefd naar een hoge kwaliteit water. Hierdoor is het niet gewenst om het water te mengen met water uit het Lateraalkanaal, mede hierdoor wordt het Lateraal kanaal omgelegd naar de noordzijde van het projectgebied, zie figuur 2.12. Er zal vervolgens een verbinding met het kanaal Almelo - De Haandrik gemaakt worden aan de westzijde doormiddel van een sluis. Het peil van het Lateraal kanaal zal vervolgens op gelijke hoogte gebracht worden met het projectgebied om zo kwel De hoofdwatergang die door het gebied loopt is het Late- te voorkomen. De beken en sloten die vanuit noordoostzijde raalkanaal, zie figuur 2.11, zoals vermeld is dit kanaal onderdeel aansluiten op het Lateraal kanaal zullen opnieuw worden van het stroomgebied van de Regge, een gevolg hiervan is aangesloten doormiddel van stuwen. dat het water in het Lateraal kanaal relatief vuil water afvoert. De neerslag uit het gebied wordt voornamelijk afgevoerd door het Lateraal kanaal, het kanaal ligt in verhouding ook het laagst in het midden van het projectgebied, namelijk een streefpeil van +8,00 NAP. bron: Royal Haskoning, 2005. In de nieuwe situatie wordt er een grote hoeveelheid op7
Figuur 2.13: Profiel van het Lateraal kanaal
Inventarisatie & Analyse
Figuur 2.14: Bestaand kwel
(Bijlage 7)
In totaal zal er een hoeveelheid van circa 123 hectare aan oppervlaktewater in de wijk aanwezig zijn, dat gebruikt kan worden voor berging van neerslag. Het nieuwe peil van het oppervlaktewater zal +8,70 NAP zijn. Het plangebied is onderhevig aan kwel, deze kwel is voornamelijk afkomstig van het Lateraal kanaal, zie figuur 2.14, hierop is duidelijk te zien dat de belangrijkste kwelplekken zich in het midden van het projectgebied bevinden (de meest donkere gebieden), rondom het Lateraal kanaal. Door de kwel kan het grondwater lokaal erg dicht aan het oppervlakte aanwezig zijn, zie figuur 2.15, Op deze plekken wordt er grondwatertrap III en IIIb aangetroffen. Verspreid door het gebied komen nog twee andere grondwatertrappen voor, namelijk: grondwatertrap IV en VI. Grondwatertrap III betekent dat het grondwater een laagste peil heeft van -0,80 m t/m -1,20 m en een hoogste peil heeft van < -0,40m. IIIb heeft hetzelfde laagste peil maar heeft een hoogste peil
Figuur 2.15: Bestaande grondwaterstanden
(Bijlage 8)
van -0,25 m t/m -0,40 m. Grondwatertrap IV betekent een laagste peil van -0,80 m t/m -1,20 m en een hoogste peil van > -0,40 m. trap VI betekent dat het laagste peil > -1,20 m is en het hoogste peil -0,40 t/m -0,80 is. bron: Waterschap Regge Dinkel. Plaatselijk zit het grondwater dus erg ondiep waardoor er veel water in het gebied aanwezig is, dit is een voordeel bij het ontwikkelen van Waterrijk Almelo omdat er relatief weinig gegraven hoeft te worden om water te krijgen. Om lokale kwel vanuit het Lateraalkanaal te voorkomen, wordt het waterpeil van het oppervlaktewater van Waterrijk en dat van het Lateraalkanaal op het zelfde niveau gehouden. De lokale kwel van het Lateraalkanaal (het afvoerkanaal is van de RWZI) is van een zeer slechte kwaliteit, dat niet gewenst is in Waterrijk.
8
Figuur 2.16: Sloot binnen het projectgebied
Inventarisatie & Analyse
Figuur 2.17: Helofytenfilter
Figuur 2.18: Waterkaart
(Bijlage 9)
Zoals eerder vermeld wil de gemeente Almelo het water in Waterrijk op een hoge waterkwaliteit krijgen, ze noemen het recreatiewater omdat zwemwater te hoog gegrepen is. De reden hiervoor is omdat het water dat de titel zwemwater aan veel eisen moet voldoen in tegenstelling van recreatiewater bron: Europese Unie, 2006. Daarom heeft de gemeente haar eigen eisen aan de waterkwaliteit gesteld bron: Arcadis, 2009. De plaatsen waar gezwommen wordt, zal voornamelijk bij de twee stranden zijn. De stranden liggen beide aan de noordzijde van de Centrale plas en aan de Aaplas. zie figuur 2.18. De windrichting zal voornamelijk uit het zuidwesten komen, waardoor de stroming van de plas richting de stranden zal zijn. Het zwerfvuil dat in het oppervlaktewater aanwezig is zal dus regelmatig aanspoelen op de stranden. Dit is een extra reden om het oppervlakte water zo schoon mogelijk te houden van zwerfvuil. De zuivering van het water wordt doormiddel van helofytenfilters gedaan. zie figuur 2.17. De helofytenfilters zijn op vier
verschillende plaatsen gesitueerd; de grootste aan de noordoost hoek van Waterrijk (12 ha), de opeen na grootste aan de westzijde (6,5 ha), een ander aan de oostzijde (3,5 ha) en de laatste ten zuiden van de Aaplas (5 ha) figuur 2.6. Met de filters wordt het fosfor gehalte beneden het streefpeil gehouden van 0,08 mg P/l om zo algengroei in Waterrijk tegen te gaan. Ook het nitraatgehalte zal dalen naar de streefwaarde van 1,5 mg N/l. Het maximaal toelaatbaar risiconiveau (MTR) van het watertype M14 (ondiep gebufferd meer) is voor fosfor 0,15 mg P/l en voor nitraat 2,2 mg N/l. bron: Arcadis, 2009. Omdat voor de algengroei zowel een hoge P als N nodig is, zal er met deze streefnormen weinig tot geen algengroei optreden. Zie ook bron: Europese Unie, 2006. Een overweging van de gemeente Almelo is het toepassen van meerdere living machines figuur: 2.19. De living machines kunnen grijswater omzetten naar redelijk schoon water. Het is nog niet bekend of de living machines worden toegepast. 9
Figuur 2.19: Living machines
Inventarisatie & Analyse
Figuur 2.20: Hoogtekaart bestaande situatie
(Bijlage 10)
2.3.4 Grondslag In Waterrijk Almelo draait alles om water. De wijk bestaat voor een vijfde deel uit oppervlaktewater. Dit oppervlaktewater wordt gemaakt door het graven van plassen en kanalen. Het nieuwe waterpeil in de wijk wordt op één niveau gehouden van +8,70 NAP. De bestaande landbouwgronden zijn nagenoeg vlak met een gemiddelde hoogte van +9,42 NAP, zie figuur 2.20. Omdat in het gebied een droogleggings eis geldt van 1,20 m, wordt het maaiveld op een hoogte van +10,05 NAP gelegd, waarbij bij de straatprofielen uitgegaan wordt van een opbolling van 0,09 m.
Figuur 2.21: Hoogtekaart nieuwe situatie
(Bijlage 11)
van positioneren van de verschillende niveaus worden er al verschillende karakters aan de eilanden gegeven. In beide van de twee fasen wordt gewerkt met een gesloten grondbalans. bron: Arcadis, 2009.
Het oppervlakte water kent twee verschillende waterdiepten; 3,50m in de plassen en grote kanalen en een diepte van 1,80m bij de kleinere kanalen en bij de woonboten. De grond die vrijkomt bij het ontgraven van de plassen en kanalen wordt gebruikt bij het ophogen en het creëren van verschillende niveaus op de eilanden zie figuur 2.21. Op de manier 10
Figuur 2.22: Vlakte in het gebied
Inventarisatie & Analyse
Figuur 2.23: Bestaande infrastructuur
(Bijlage 12)
2.3.5 Infrastructuur Zoals te zien in figuur 2.23 is het plangebied duidelijk aan vier zijden begrensd door belangrijke doorgaande wegen, namelijk aan de noordzijde de Rijksweg 36 / N36; aan de oostzijde de Oosterweilandweg; aan de zuizijde de Aadijk, de Burgermeester Schneiderssingel en de Bleskolksingel; en aan de westzijde de Aadorpweg. De Rijksweg 36 / N36 en de Oosterweilandweg zijn alleen bestemd voor gemotoriseerd verkeer, de overige wegen zijn ook geschikt voor fietsers, waarbij bij alle wegen, de Aadijk uitgezonderd, een gescheiden fietspad aanwezig is.
Figuur 2.24: Nieuwe infrastructuur
(Bijlage 13)
wegen tussen Almelo - Vriezenveen - Aadorp, alledrie de wegen worden hiervoor door zowel automobilisten als fietsers gebruikt, wel ligt langs de Almeloseweg een gescheiden tweebaans fietspad.
In de nieuwe situatie zie figuur 2.24 zullen de Aadorpweg en de Almeloseweg verlegd worden zodat ze de hoofdonstsluiting van het plangebied zullen vormen. De Aadorpweg zal vervolgens deels ondergronds gelegd worden om meer ruimte te creëeren voor groen. Binnen het gebied is de wens om zo min mogelijk auto’s in het straatbeeld te zien, mede hierdoor zullen parkeerplaatsen verdiept aangelegd worden, vergeBinnen het projectgebied liggen vier wegen , namelijk: lijkbaar met de wijk Nieuwland te Amersfoort. de Westermaatweg zie figuur 2.25; de Westerweilandweg; de Schout Doddestraat; en de Almeloseweg. De Wester- Omdat de wijk in twee fasen aangelegd worden zullen de weilandweg is een doodlopende weg waarmee diverse wegen binnen het plangebied gedurende de eerste fase weilanden bereikbaar worden gemaakt. De Westermaatweg, nog intact blijven, in de tweede fase worden vervolgens de de Almeloseweg en de Schout Doddestraat zijn doorgaande nieuwe wegen aangelegd. Er zijn geen profielen bekend. 11
Figuur 2.25: Aanzicht Westermaatweg
Inventarisatie & Analyse
Figuur 2.26: Groenstructuurkaart
(Bijlage 14)
2.3.6 Groenstructuur Waterrijk Almelo is opgebouwd uit een groen-blauw casco. De groene structuur geeft meer vorm en benadrukt de blauwe structuur. Tevens wordt er gerefereerd aan de oude wegenstructuur en boerderijen.
Figuur 2.27: Openbaar - prive grond
(Bijlage 15)
het ontwerp gedaan worden. In deze elementen kan nog gestuurd worden door eventuele oplossingen die bij kunnen dragen aan het verbeteren van de waterkwaliteit in Waterrijk te Almelo. Bij de uitwerking van de hemelwaterafvoer problematiek kan dit onderdeel meegenomen worden.
In Waterrijk is een verschil te maken in openbare ruimte en privé grond figuur 2.26. De totale stadsuitbreiding is ongeveer 550 ha. Ruim 215 ha hiervan bestaat uit privé grond, zoals woningen en industrie (12,6 ha). De overige hectares is de openbare ruimte, die bestaat uit water (123 ha), groen en wegen. Dit betekent dat er ruim 90 ha groen aanwezig is in Waterrijk (exclusief het helofytenfilter). Het openbaar groen is onder te verdelen in verschillende elementen zoals intensief groen, extensief groen, bomen, natuurlijke oeverbeplanting (en het helofytenfilter) figuur 2.27. De invulling van deze elementen zal in een latere fase van 12
Figuur 2.28: Bestaande groenstructuur
Inventarisatie & Analyse
2.3.7 Bestaande situatie projectgebied Het projectgebied wordt op dit moment gebruikt voor veehouderij en akkerbouw door verschillende agrariërs, een deel van de gronden zijn al in bezit van de gemeente en een deel zijn in bezit van projectontwikkelaars en aannemers. Nadrukkelijk in het gebied aanwezig zijn de verschillende bomenlanen die de wegen, watergangen, erfgrenzen en de stadsrand benadrukken. Buiten deze lanen bevinden er zich, buiten een enkele boomgroep, weinig tot geen groene elementen binnen het projectgebied. De bomenlanen die zich binnen het gebied bevinden zijn wel van een dusdanige leeftijd, grootte en kwaliteit dat het een gemiste kans zou zijn om deze niet mee te nemen in de nieuwe groenstructuur. De open ruimtes binnen deze groene structuur bestaan uit grasland of akkerbouw waardoor de ruimtes extra open en groot lijken. Er bevinden zich in het gebied weinig hoogteverschillen, wel blijkt dat het gebied aan de zuidzijde een tiental centimeter hoger ligt dan het gebied aan de noordzijde. Verder liggen de wegen en erven met begeleidende bomenlanen binnen het gebied ook twintig tot dertig centimeter hoger dan de omgeving. In het geval dat de bestaande bomen behouden worden dan moet er rekening mee gehouden worden dat het bodempeil rondom de bomen zo min mogelijk moet worden verhoogd of verlaagd. Het waterpeil in de sloten ligt ongeveer zestig centimeter onder het maaiveld dit zal door opbolling ongeveer vijftig centimeter zijn op het punt waar de grondwaterstand het ondiepst zal zijn. Ook viel op dat er na een hevige regenbui bijna geen waterplassen zijn ontstaan en dat sommige sloten droog stonden, hieruit blijkt dat de grond goed doorlatend is. Kijkende naar het huidige gebied dan zijn er een aantal belangrijke punten te onderscheiden: • • • • •
Een kenmerkende bomenstructuur; Weinig tot geen hoogteverschillen binnen het gebied; De wegen en lanen liggen hoger dan de omgeving; Relatief hoge grondwaterstand; Goed infiltrerende grond. Figuur 2.29: Sfeerimpressie bestaande situatie 13
Inventarisatie & Analyse
2.3.8 Het beleid van de gemeente op waterafvoer Gekeken naar het beleid van de gemeente Almelo dan heeft de gemeente hiervoor een aantal basisidocumenten waarin eisen en randvoorwaarden worden genoemd. De twee belangijkste voor het projectgebied zijn: Waterplan Gemeente Almelo door DHV en het Bestemmingsplan Waterrijk ALmelo door Royal Haskoning. De eerste meldt het volgende: “De gidsprincipes voor het waterplan en de visie zijn gebaseerd op principes uit de Vierde Nota Waterhuishouding en de aanbevelingen van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw, waarbij aanpak van de bron prevaleert boven “end-of-pipe” maatregelen en de afwenteling van lokale problemen op (boven)regionale systemen zoveel mogelijk wordt voorkomen. Hierbij worden twee hiërarchieën onderscheiden, zie figuur 2.30. Het vasthouden van water verdient de voorkeur. Wanneer dit niet meer mogelijk is, wordt zoveel mogelijk water geborgen. Daarbij speelt de waterkwaliteit een belangrijke rol; water van verschillende kwaliteit wordt zoveel mogelijk gescheiden. Wanneer ook berging niet meer mogelijk is, wordt het water tenslotte afgevoerd. Daarnaast wordt een geografische georiënteerde hiërarchie gelegd, van plaatselijke naar regionale maatregelen. Naast het onderkennen van de voorkeur (en noodzaak) voor plaatselijke bronmaatregelen, is ook het hergebruik van water een belangrijk item. In de afbeelding is aangegeven dat in principe op elk niveau water aan het watersysteem kan worden ontrokken voor hergebruik in de waterketen en het watersysteem, zie figuur 2.31. Gestreefd wordt naar decentrale waterkringlopen, waarbij het watersysteem en de waterketen lokaal geïntegreerd worden.” bron: waterplan Almelo, 2002 het bestemmingsplan Waterrijk Almelo meldt het onderstaande: “De inrichting van het oppervlaktewater en de inpassing daarvan in het bestaande systeem vormen een expliciet aandachtspunt in dit plan. Ter voldoening aan de watertoets is in samenspraak met het Waterschap Rijn en IJssel een onderliggende studie uitgevoerd waarin de waterstructuur is vastgelegd en afspraken zijn gemaakt over het toekomstig beheer.
Voor afvoer van het stedelijk water zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: · Het huishoudelijk afvalwater wordt gerioleerd afgevoerd naar RWZI; · In het onverharde gedeelte van het gebied kan de neerslag infiltreren in de bodem; · De neerslag op wegen en terreinverharding wordt via een bodempassage (indirecte afvoer naar grond-/oppervlaktewater) afgevoerd; · Het dakwater kan rechtstreeks op het oppervlaktewater worden afgezet mits: o Er geen uitlogende bouwmaterialen worden toe gepast (duurzaam bouwen opnemen in de bouw verordening) en hier op (ook in de toekomst) gehandhaafd wordt; o Het afstromende water niet via wegen en/of opritten wordt afgevoerd; o De bewoners/eigenaren van de betreffende panden een goede voorlichting aangaande invloed op het ecosysteem van de waterhuishouding krijgen;
· Indien niet aan deze voorwaarden kan worden voldaan is ook voor deze waterstroom een bodempassage noodzakelijk; · Het water van de aanwezige bedrijventerreinen worden via een verbeterd gescheiden stelsel verwerkt. Gelet op bovenstaande wordt er van uitgegaan dat het dakwater van alle woningen in de groenblauwe zone rechtstreeks afwateren op het oppervlaktewater. Dit geldt ook voor de bebouwing op “de Tribune”. Het dakwater van de overige bebouwing in Waterrijk watert niet rechtstreeks af op het oppervlaktewater maar via een infiltratieinrichting. Uit deze aanname volgt dat circa 30% van het dakoppervlak rechtstreeks afwatert op het oppervlaktewater en de overige circa 70% via een bodempassage. De neerslag die niet rechtstreeks op het oppervlaktewater wordt afgezet, wordt via goten in de weg, afgevoerd naar de infiltratie-inrichting(en). Door de bodempassage wordt het water gefilterd en daarna deels met leidingen afgevoerd naar het oppervlaktewater. Het bedrijventerrein aan de zuidzijde van het plangebied zal worden voorzien van een verbeterd gescheiden stelsel. Hierbij wordt het afvalwater van de bedrijven met behulp van een vuilwaterstelsel ingezameld en via een rioolgemaal af14
gevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. De neerslag wordt verzameld in een regenwaterstelsel en, grotendeels, via een rioolgemaal afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie, bij hevige en/of langdurige buien heeft het gemaal niet voldoende capaciteit om de afvoer te waarborgen, het te veel aan water stort in deze situaties over op het watersysteem van Waterrijk. Het afvalwater van de woningen en winkels in het plangebied wordt via een vuilwaterstelsel en benodigde rioolgema(a)l(en) afgevoerd naar de RWZI.” bron: Bestemmingsplan Waterrijk Almelo, 2009
Figuur 2.30: Principe voor de watervisie Figuur 2.31: Principe voor afhandeling van verschillende waterstromen
15
Hoofdstuk 3. Visie hemelwater Figuur 3.1: Impressie foto
visie hemelwater
3 Omgaan met hemelwater De wijk Waterrijk Almelo wordt een wijk waarin oppervlaktewater belangrijk is. Het zal de sfeer en uitstraling versterken en het zal bijdragen aan de gebruikswaarde van de wijk. Het is dus belangrijk om de kwaliteit van het water zo goed mogelijk te krijgen en te houden. Tevens wil de gemeente binnen de wijk Waterrijk de bewoners bewust maken van het feit dat hemelwater afgevoerd moet worden en hoe dit werkt. Om deze reden is ervoor gekozen om het hemelwater zoveel mogelijk zichtbaar af te voeren naar de plas dat tevens als berging zal dienen. Ook zal er veel aandacht worden besteedt aan de manier waarop de afvoersystemen aansluiten op het oppervlaktewater, dit moet op een zo eenduidig en visueel aantrekkelijk mogelijke wijze. De onderwerpen als veiligheid, onderhoud en overlast zijn ook belangrijke factoren. Dit kan onder andere door het gebruik van gelijksoortige dakgoten en / of regenbuizen, beide zijn voor te schrijven vanuit het bestemmingsplan. Hier moet wel gelet worden op het feit dat deze producten geen schadelijke stoffen als zink en lood afgeven aan het oppervlaktewater. Het hemelwater zal in principe zo snel mogelijk afgevoerd moeten worden omdat tussentijdse berging en buffering onwenselijk is. Er is veel oppervlakte water aanwezig, dus is het niet nodig om extra buffer voorzieningen te maken. Mede hierdoor zal de voorkeur niet uitgaan naar wadi’s en dergelijke oplossingen. Oplossingen die wel een voorkeur hebben zijn oplossingen als molgoten en bermpassages en andere hierop gelijkende oplossingen. Belangrijk is dat de ‘first flush’ gezuiverd wordt, dit betekend dat bij extreme neerslag het eerste hemelwater wordt gezuiverd omdat het veel vervuilende stoffen meeneemt van de weg. Een andere manier om water vertraagd en gefilterd af te voeren naar het oppervlaktewater is het toepassen van vegetatiedaken. Om de bewoners nog bewuster te maken is het belangrijk om oplossingen te geven voor hun eigen percelen, denk aan regentonnen, molgoten, vijvers en waterloopjes, hiermee maak je water zichtbaar en beleefbaar. 17
Hoofdstuk 4. Bestaande hemelwateroplossingen Hemelwateroplossingen passend bij de visie voor Waterrijk Figuur 4.1: Hemelwateroplossingen
Bestaande hemelwateroplossingen
4 Bestaande hemelwateroplossingen 4.1 Mogelijke hemelwateroplossingen Waterrijk Er zijn verschillende mogelijkheden om de problemen met hemelwater in de wijk Waterrijk op te lossen. Een zevental hemelwateroplossingen voor Waterrijk worden in dit hoofdstuk beschreven. Deze oplossingen zijn gekozen vanwege onze visie van de wijk. De belangrijke elementen van de visie zijn; - Het behouden of verbeteren van de waterkwaliteit - Het bewust maken van het hemelwater - Éénduidig en visueel aantrekkelijke oplossingen - Tussentijdste berging of buffering De keuze van de hemelwateroplossingen zijn tot stand gekomen doormiddel van onze visie. Hieruit zijn een zevental hemelwateroplossingen gekomen: 4.2.1 Regenton 4.2.2 Openverharding / halfverharding 4.2.3 Waterdoorlatende verharding 4.2.4 Berminfiltratie 4.2.5 Bezinkvijver 4.2.6 Waterloop 4.2.7 Omgekeerde infiltratie
19
Bestaande hemelwateroplossingen
4.2.1 Regenton Randvoorwaarden - Oppervlakte voor het opvangen van het hemelwater, bijv dak. - Overschot mogelijkheid is nodig Omschrijving Een regenton of regenzuil wordt gebruikt voor het opvangen van hemelwater in een open of gesloten bak. Deze bak had van vroeger uit een houten ronde vorm, maar tegenwoordig zijn de regentonnen en zuilen in allerlei verschillende vormen, maten en materialen te verkrijgen. Het wordt hoofdzakelijk door particulieren gebruikt, die het opgevangen water kunnen gebruiken in drogere perioden voor bijvoorbeeld water geven van planten.
Nadelen Beperkte waterberging Seizoensafhankelijk Rekening houden met vorst Kans op ongewenste insecten (open ton) Beheer De regenton kent weinig tot geen onderhoud. De ton moet alleen eens in het jaar schoon gemaakt worden doordat er blad en andere vuil in kan komen. Deze kunnen op den duur voor extra bacterie en insectgroei tot gevolg hebben.
Invloed op waterkwaliteit De waterkwaliteit van het water in de regenton is relatief schoon. Het water is stedelijk regenwater die via een dak in de regenton komt. Het stedelijk regenwater is minder schoon dan het regenwater dat valt in het landelijk gebied, dit komt door de stedelijke luchtvervuiling. Het regenwater dat in de regenton zit neemt ook nog eens vuil, metalen en PAK’s neem van het dak en uit de goot. Dit is allemaal zeer minimaal en daarom is het water niet geschikt als drinkwater, maar wel voor douche, wc, autowas, planten, enz. bron: Loots, 2004 (tabel 4.1). Het zuiveringspercentages zie bijlge 16 van de regenton zijn gemiddeld; zwevende stof 82,5%, PAKs 45%, fosfor 40%, nitraat 40%, ecoli bacterie 60% en zware metalen 65%. bron: STOWA, 2007.
Figuur 4.2: Regenton Figuur 4.3: Schematische doorsnede werking regenton
Voordelen Universeel bruikbaar op daken Vermindering van pieken van regenbuien Bewustwording van gebruik van water Minder gebruik van leidingwater Geen kans op vervuiling voor het oppervlaktewater
20
Bestaande hemelwateroplossingen
4.2.2 Open verharding / halfverharding Randvoorwaarden Beperkt gebruik van zwaar verkeer Goed doorlatende grond k-waarde > 1,0 m / per dag GHG > 0,5 m-mv
-
van de omgeving Open structuur kan dichtslibben
Beheer Het beheer bij dit type verhardingen bestaat voornamelijk uit het onkruidvrij houden en het schoonborstelen. Dit geOmschrijving beurt om te voorkomen dat het geheel er onverzorgd uitOpen verharding is een verhardingssoort die als bijkomend ziet. Ook moet voorkomen worden dat het gras dichtslibt dit voordeel waterdoorlatend is. Open verhardingen zijn in kan gedaan worden door de ruimtes binnen de graskeien in verschillende vormen verkrijgbaar, zoals: losse- en gestabi- te strooien met grind. liseerde halfverharding. Ook graskeien hebben een waterdoorlatende eigenschap. Graskeien zijn elementen met een raatstructuur. De openingen worden opgevuld met gras of grind. Via de openingen kan water infiltreren in de bodem. Op deze manier ontstaat een goed doorlatend oppervlak met voldoende draagkracht, zodat het toegepast kan worden voor parkeerplaatsen. Invloed op waterkwaliteit Het gebruik van een waterdoorlatende verharding heeft een positief effect op de zuivering van het hemelwater, gemiddeld zullen er de volgende percentages gezuiverd worden: tussen de 60% en 95% zwevende stof; tussen de 70% en 90% koolwaterstof; tussen de 50% en 80% fosfor; tussen de 65% en 80% nitraat en 60% en 95% zware metalen.
Figuur 4.4: Onderlaag open verharding Figuur 4.3: Schematische doorsnede werking open verharding
Voordelen Reductie van het verharde oppervlak en dus de hoeveelheid af te voeren hemelwater De bodempassage zuivert Relatief goedkoop Nadelen Verontreinigingen van o.a. autowassen en strooi zout komen in de grond terecht Bij langsparkeren groeit het gras slecht Afvloeiingscoëfficiënt van +/- 30 % Niet geschikt voor intensief gebruik Onvoldoende infiltratie voor al het regenwater 21
Bestaande hemelwateroplossingen
4.2.3 Waterdoorlatende verharding Randvoorwaarden - GHG van 0,6m onder het wegdek - K waarde groter dan 1 m / dag - Tijdens aanleg geen bouwverkeer mogelijk Omschrijving Doorlatende verharding is een samenspel van wegdek en fundering dat waterdoorlatend is en een zuiverende en bergende functie kan hebben. De systemen zijn verdeeld afhankelijk van de manier waarop het water de voorziening passeert. De volgende systemen zijn te onderscheiden: nokkenstenen (passerende verharding), poreuze stenen (doorlatende verharding) en halfverhardingen. Er zijn ook ontwikkelingen waarbij het wegdek niet doorlatend is, maar het regenwater rechtstreeks (b.v. via kolken) in de bergingslaag onder het wegdek wordt gebracht. De investeringskosten per m2 infiltrerend oppervlak varieert zeer sterk: van 23 EUR/m2 tot 70 EUR/m2 bron: Stowa, 2007.; dit is afhankelijk van de opbouw en materialen die gehanteerd worden door de leveranciers. Het systeem welke toegepast wordt bepaald het theortisch te behalen rendement, in de praktijk zijn weinig metingen hiernaar verricht. Voor de waterbelasting wordt soms uitgegaan van een neerslaggebeurtenis met een herhalingstijd van 10 jaar. Voor de ontwateringsdiepte is een maximale GHG van 0,6 m onder de bergingslaag voor primaire wegen een veilige marge, bij secundaire wegen wordt hiervoor wel 0,3 m onder de bergingslaag aangehouden. Infiltreer bij voorkeur alleen in een ondergrond met een K-waarde groter dan 1 m/dag. De verharding kan het beste vlak, dus zonder afschot,worden aangelegd zodat het regenwater op een groot oppervlak kan infiltreren. Het beheer van de verharding bestaat uit het vegen en zuigen ter voorkoming van dichtslibbing. bron: Stowa, 2007.
tussen de 60% en 95% zwevende stof; tussen de 70% en 90% koolwaterstof; tussen de 50% en 80% fosfor; tussen de 65% en 80% nitraat en 60% en 95% zware metalen. Dit zijn gemiddelden voor alle doorlatende verhardingen in het geval van doorgroeibare verhardingen zal het percentage zware metalen dat weg gefilterd kan worden hoger zijn dan bij verhardingen met een grindvoeg bron: Stowa, 2007. Voordelen - Bij een slecht doorlatende ondergrond zorgt de berging in de constructie ervoor dat het oppervlaktewater niet ineens al het regenwater te verwerken krijgt - Meervoudig ruimtegebruik - Achterwege laten van HWA-riool - Goed te combineren met bestaande bestrating Nadelen - Zonder adequaat onderhoud en beheer kan de infiltratiecapaciteit snel afnemen tot die van reguliere verharding - Afname draagkracht constructie bij verzadiging - Niet toepasbaar in alle situaties i.v.m. het infiltreren van Figuur 4.6: Waterdoorlatende verharding Figuur 4.7: Schematische doorsnede waterdoorlatende verharding stoffen die zich in het regenwater bevinden - Constructie is niet geschikt voor bouwverkeer Beheer Het beheer bij de doorlatende verharding bestaat uit het regelmatig borstelen van de bestrating om zo het dichtslibben van de stenen en voegen tegen te gaan. Dit schoonmaken kan gebeuren doormiddel van een veeg-zuig installatie.
Invloed op waterkwaliteit Het gebruik van een waterdoorlatende verharding heeft een positief effect op de zuivering van het hemelwater, gemiddeld zullen er de volgende percentages gezuiverd worden:
22
Bestaande hemelwateroplossingen
4.2.4 Bermifiltratie Randvoorwaarden - Overstort mogelijkheid is nodig - GHG > 0,5 m-mv - K-waarde > 1,0 m / per dag Omschrijving Berminfiltratie wordt gedaan doormiddel van een onverharde (groen)strook aan één zijde of aan beide zijden van een weg. Deze (groen)strook heeft de mogelijkheid om water te infiltreren en tegelijkertijd het water te zuiveren van nutrieten, metalen en PAK’s. De breedte van de infiltratieberm is afhankelijk van de breedte van de weg, de K-waarde en het te bergen aantal mm. De helling van de berm mag niet meer bedragen dan 20% en de gemiddelde hoge grondwaterstand (GHG) mag maximaal 0,5 meter onder het maaiveld zijn. bron: Tuin en Landschap, 2005. Invloed op waterkwaliteit De infiltratieberm heeft een positief effect op het zuiveren van het grondwater. De zuivering van het water is afhankelijk van het organische stofgehalte en het lutumgehalte is de grond (zandgrond). De beste verhouding van het organische stofgehalte is 2 a 4 % en van het lutumgehalte 3 a 5 %. De dikte van de zandlaag moet minimaal 30 cm zijn, dit geldt vooral voor de grond liggend aan de weg in verband met het afstromende wegwater dat in de berm infiltreert. Ook moet er rekening gehouden worden met verwaaiing, waardoor verontreinigd wegwater verderop in de berm komt. bron: CIW, 2002. Het zuiveringspercentages zie bijlage 16 van de berminfiltratie zijn gemiddeld; zwevende stof 85%, PAKs 65%, fosfor 65%, nitraat 32,5%, ecoli bacterie 45% en zware metalen 65%. bron STOWA, 2007. De berminfiltratie heeft een minimale berging van 5 mm, dit komt overeen met de berging van het hemelwater naar de RWIZ in het verbeterd gescheiden systeem bron: RIO-NED, 2009.
Voordelen - Goedkopere oplossing dan een regenwaterstelsel - Zuiveren van het water weg Nadelen - Het wegprofiel wordt groter - Het is niet mogelijk bij een slecht doorlatende grond - De GHG mag niet hoger zijn dan 50 cm onder maaiveld Beheer Het onderhoud van de infiltratieberm bestaat voornamelijk uit het periodiek maaien. Dit moet gebeuren om te zorgen dat het wegwater zonder te veel weerstand in de berm kan infiltreren. Doordat de toplaag van de berm geleidelijk aan dichtslibt moet elke vijf a tien jaar de toplaag worden verwijderd. Ook zal eens in de tien jaar een grondmonster genomen worden, om de verontreiniging van de infiltratieberm te onderzoeken. Figuur 4.8: Berminfiltratie Figuur 4.9: Schematische doorsnede werking berminfiltratie
23
Bestaande hemelwateroplossingen
4.2.5 Bezinkvijver Randvoorwaarden - Oppervlakte voor het opvangen van het hemelwater, bijv. dak. - Overschot mogelijkheid is nodig - Afhankelijk van de ondergrond, is een ondoordringbare laag nodig om het water in de vijver te houden
Voordelen - Universeel bruikbaar op daken - Vermindering van pieken van regenbuien - Bewustwording van gebruik van water
Nadelen - Beperkte waterberging Omschrijving - Seizoensafhankelijk De bezinkvijver is een vijver in de tuin die dient als buffer bij - Rekening houden met vorst neerslag. Het hemelafvoer van het huis wordt aangesloten - Kans op ongewenste insecten op deze vijver in de tuin. Tevens komt er een aansluiting die dient als overstort bij teveel neerslag. De vijver kan allerlei Beheer formaten, vormen, sferen en diepten hebben. Hoe groter de Het beheer van een bezinkvijver is het zelfde als van een geoppervlakte van de vijver hoe groter de buffer is. De diepte wone vijver. Hier jaarlijks het blad uit verwijderd worden en heeft bij de piekberging geen nut, maar een diepe vijver eens in de vijf á zeven jaar moet de vijver schoongemaakt zorgt voor een betere bezinking van de verontreinigde stof- worden. Als er beplanting in de vijver is aangelegd, zal deze fen. Planten in de vijver zorgen voor een extra zuiverende jaarlijks onderhouden gepleegd moeten worden. Dit is afwerking, mits de juiste soort en beheer. hankelijk van het soort beplanting. Invloed op waterkwaliteit De waterkwaliteit van het water in een bezinkvijver is redelijk goed. Het water is stedelijk regenwater die via een dak in de bezinkvijver komt. Het stedelijk regenwater is minder schoon dan het regenwater dat valt in het landelijk gebied, dit komt door de stedelijke luchtvervuiling. Het regenwater dat in de bezinkvijver komt neemt ook nog eens vuil, metalen en PAK’s neem van het dak en uit de goot. Ook bestaat de mogelijkheid dat er blad en andere rotzooi uit de omgeving in de vijver waait. Dit is allemaal zeer minimaal, en is daarom wel geschikt voor een vijver met eventueel vissen. Deze vissen zorgen wel voor extra verontreiniging van het hemelwater en is daarom niet aan te raden. bron: Loots, 2004 (tabel 4.1). Het zuiveringspercentages zie bijlage 16 van de bezinkvijver (exclusief beplanting) zijn gemiddeld; zwevende stof 82,5%, PAK’s 45%, fosfor 40%, nitraat 40%, ecoli bacterie 60% en zware metalen 65%. bron: STOWA, 2007.
Figuur 4.10: Bezinkvijver Figuur 4.11: Schematische doorsnede werking bezinkvijver
24
Bestaande hemelwateroplossingen
4.2.6 Waterloop Randvoorwaarden - Afvoermogelijkheid van waterloop - Voldoende ruimte voor waterloop - Een niet te lage GLG, ivm diepte watergang
Nadelen - Bij snelstromende waterloop is geen bezinking van zwevende stoffen niet mogelijk - Kans op vervuiling door vogels
Omschrijving Een waterloop is een kleine watergang die het water afvoert naar een sloot of naar een plas. Zoals de naam al zeg is een waterloop, de loop van het water. In een waterloop kan dan ook het gehele jaar water staan, maar vaak niet in de drogere perioden van het jaar. De bodem van de waterloop ligt ongeveer op de gemiddelde laagste grondwaterstand (GLG). Dit betekend dat de waterloop ook infiltreert en zorgt voor uitspoeling. Bij een hoge grondwaterstand zal de waterloop voor uitspoeling zorgen en bij een lage grondwaterstand kan er infiltratie optrede bij een regenbui. Maar dit is afhankelijk van de hoogte van de overstort naar de sloot of plas, die ook kunstmatig hoog gehouden kan worden doormiddel van een stuw. Het kunstmatig hooghouden van de waterloop heeft positieve en negatieve kanten. De positieve kanten zijn het vormen van piekbergingen en gebruik maken van de waterloop als bezinkvijver. De negatieve punten zijn het verhogen van de grondwaterstand en het creëren van stilstaand water.
Beheer Het beheer van een waterloop bestaat hoofdzakelijk uit het baggeren. Andere onderhoud werkzaamheden zijn het onderhouden van de oever van de waterloop en het eventuele vuil dat in het water kan drijven
Figuur 4.12: Waterloop Figuur 4.13: Schematische doorsnede werking waterloop
Invloed op waterkwaliteit Een waterloop is meestal al een bestaande watergang die gebiedswater afvoert. Doordat er ook water wordt aangevoerd is de kwaliteit vaak afhankelijk van het aangevoerde water. Invloed op dat kwaliteit van het water is er niet. De kwaliteit van de inlaat in de waterloop is er wel, maar meestal niet afdoende voor het verbeteren van de kwaliteit van het water in de waterloop. Voordelen - Snelle afvoer van een gebied - Zuivering van het water bij juiste oeverbeplanting
25
Bestaande hemelwateroplossingen
4.2.7 Omgekeerde infiltratie Randvoorwaarden - water moet weggevoerd of geïnfiltreerd worden van het straatoppervlak - voor de randvoorwaarden van de verharding zie 4.2 Halfverharding en 4.3 Waterdoorlatende stenen Omschrijving Omdat sommige bewoners geen voorkeur geven aan het bovengronds afvoeren van hemelwater in hun eigen voortuin is het mogelijk dit hemelwater ondergronds vanaf de woning naar de straat te brengen. Dit gebeurt doormiddel van een ‘omgekeerde infiltratieput’. Het dak- en tuinwater wordt doormiddel van een buis, die is aangesloten op de regenpijp, ondergronds naar een straat- of trottoirkolk getransporteerd. In deze kolk wordt het water doormiddel van de ‘wet van de communicerende vaten’ omhoog gedrukt door het regenwater dat zich verzameld in de regenpijp. Het omhoog gestuwde water stroomt vervolgens via het straatoppervlak naar de op de locatie aanwezige afvoermethode. Er kan ook voor gekozen worden om in plaats van een ‘blinde’ transportbuis een drainagebuis te gebruiken, hiermee zorg je voor extra waterafvoer vanuit de tuin tijdens natte dagen. Bij het gebruik van een drainagebuis kan deze het beste in het grondwater gelegd worden dit om verstopping doormiddel van ijzer te voorkomen. Dit systeem is op vele verschillende manieren te dimensioneren en toe te passen. Invloed op waterkwaliteit Het object op zich heeft geen effecten wat betreft de waterkwaliteit, er zullen zo weinig schadelijke stoffen en PAK’s aan toe gevoegd worden bron: Loots, 2004 (Tabel 4.1). De omgekeerde infiltratiekolk loost op een bermpassage, wadi of waterdoorlatende verharding, op het moment dat het water deze objecten passeert zal het water gefilterd worden, hoeveel er gefilterd wordt is te vinden in de betreffende paragrafen van de verschillende onderdelen.
Voordelen - het bied een alternatief voor bewoners die geen water in de tuin willen - geen extra belasting van rioolstelsel Nadelen - kostbaar voor grotere percelen - aanleg vereist kwaliteit - risico van foutieve aansluitingen in de toekomst - mogelijke verontreiniging door dakwater Beheer In principe zijn de buizen zoals deze zijn gebruikt in de constructie onderhoudsarm, als er is gekozen voor pvc (regenpijp en blinde buis dan zouden deze zonder problemen 20 jaar mee moeten gaan. Is er gekozen voor een zinken regenpijp dan kan deze wel 40 jaar meegaan en na de sloop hergebruikt worden. Het onderhoud kan hooguit bestaan uit het weghalen van een plaatselijke verstopping of in geval van een kapotte buis een vervanging, om verstoppingen Figuur 4.14: Omgekeerde infiltratie tegen te gaan kan er ook een bladvang geplaatst worden Figuur 4.15: Schematische doorsnede omgekeerde infiltratie in de regenpijp. In het geval van een drainage buis kan het voorkomen dat er in de loop van de tijd minder water afgevoerd wordt dit kan komen door een verstopping van de gaatjes doormiddel van fijne deeltjes of ijzerdeeltjes. In het geval van fijne deeltjes en ijzerdeeltjes kan er doorgespoten worden, dit is wel een noodoplossing en kan schade aanbrengen aan de drainagebuis, het beste kan men vanaf het begin rekening houden met de problemen en de buis goed plaatsen. Dit betekent onder de grondwaterspiegel (tegen ijzerdeeltjes) en aanbrengen onder droge omstandigheden en in een zandgrond met een grovere fractie (tegen fijne zanddeeltjes) mocht dit geen effect hebben dan moet de buis vervangen worden. De kolk wordt afhankelijk van de gemeente jaarlijks gereinigd om verstoppingen te voorkomen dit gebeurt doormiddel van een vrachtwagen met zuiginstallatie. Een put van pvc of beton met een gietijzeren kolk kan mits goed onderhouden 50 jaar mee.
26
27
Hoofdstuk 5. Referentiestudie Inspiratie van al bestaande projecten Figuur 5.1: Overzicht Nieuwland te Amersfoort
Referentiestudie
5. Referentiestudie 5.1 Historie Nieuwland is een wijk die gebouwd is in de jaren 1995-2002. Het is gebouwd in het polderlandschap dat bestond uit weilanden en boerderijen en dit heeft plaatsgemaakt voor een wijk met ruim 4500 woningen. In de opzet van de wijk staat duurzaamheid centraal. Met zonnecellen op ruim 1.000 woningen en andere gebouwen wordt elektriciteit opgewekt voor een kleine 400 huishoudens. Opvallend zijn de vele sloten en vijvers. Die moeten het hemelwater zo lang mogelijk vast houden om verdroging te voorkomen. De stedenbouwkundige keuze van het bureau Wissing te Barendrecht om scholen, winkels, wijkcentrum en een sporthal bij elkaar te plaatsen levert zowel een centrum als veel drukte en verkeerschaos in de spits op. De ligging aan de snelweg en andere drukke straten maakt geluidswallen noodzakelijk. bron: Gemeente Amersfoort, 2010
Figuur 5.2: Overzichtskaart Amersfoort
29
Figuur 5.3: Wijk Nieuwland Figuur 5.4: Impressie Nieuwland
Referentiestudie
5.2 Algemene indruk Nieuwland De algemene indruk van de wijk Nieuwland is goed. De wijk is goed opgebouwd met een duidelijk centrum. Alle voorzieningen zoals winkels en scholen zie figuur 5.5 zijn te vinden in dit wijkcentrum, wat negatieve gevolgen heeft tijdens de spits. Maar de veiligheid voor de kinderen is goed georganiseerd in het ontwerp en in de uitvoering. De wijk Nieuwland is onder te verdelen in verschillende buurten, deze buurten zijn te herkenen voornamelijk aan de bouwstijl. Één van de belangrijke speerpunten van de wijk zijn de milieuvriendelijkheid en het vasthouden van het oppervlaktewater. In het ontwerp is hier veel rekening mee gehouden, dit is te zien in de wijk. bekeken van dit oogpunt valt de uitvoering na een aantal jaren soms tegen. Het oppervlaktewater ziet er vervuild uit, met redelijk veel zwerfvuil in het water. De detaillering is ook niet altijd op de juiste manier uitgevoerd, zoals de afvoerbuizen in de oevers van het hemelwater. Andere elementen zoals speeltoestellen passen zeer goed in de wijk zie figuur 5.6. De watervogels in de wijk worden gewaardeerd, maar ondertussen zorgen zij ook voor vervuiling van het oppervlakte water. Figuur 5.5: Winkelcentra Nieuwland
30
Figuur 5.6: Wonen aan het water Figuur 5.7: Impressie foto
Referentiestudie
5.3 Conclusies Tijdens de referentiestudie is een aantal interessante elementen opgevallen. Deze kunnen worden gebruikt bij de uitwerking van het hemelwatersysteem van Waterrijk. Positieve elementen: - Bovengrondse hemelwaterafvoer figuur 5.9 Waterrijk heeft geen universuele bouwstijl, daarom is het lastig om een universuele manier van afvoeren van het hemelwater te maken. Dit zal per woning(groep) moeten worden bekeken. - Verbeterd gescheiden rioolstelsel figuur 5.11 Een stelsel als deze kan goed toegepast warden in Waterrijk, alleen de bewustwording is hier minder. Negatieve elementen: - Invloed van te veel vogels figuur 5.8 Er moeten voerplekken gereserveerd worden voor vogels - Ondergrondse hemelwaterafvoer figuur 5.10 Er moet voorkomen worden dat deze oplossingen worden toegepast. - Zwerfvuil figuur 5.12 Er moet voorkomen worden dat er zwerfvuil in het openbaar groen komt. Figuur 5.9: Bovengrondse hemelwaterafvoer Figuur 5.8: Vogels
Figuur 5.10: Ondergrondse hemelwaterafvoer
31
Figuur 5.11: Verbeterd gescheiden rioolstelsel Figuur 5.12: Zwerfvuil
Hoofdstuk 6. Karakters eilanden Beschrijving van de karakters van de eilanden uit fase 1 Figuur 6.1: Wonen aan het water
Karakters eilanden
6. Karakters eilanden 6.1 Karakters van de eilanden uit fase 1 In dit hoofdstuk worden de karakters van de verschillende eilanden beschreven, die in fase één worden uitgevoerd. Bij de karakters wordt gelet op de type woning, doelgroep, infrastructuur en groenstructuur. Met deze karakters wordt getracht om in het volgende hoofdstuk de juiste combinatie te maken tussen het karakter en de hemelwaterafvoer voorziening. Van de volgende eilanden wordt het karakter beschreven: 6.2.1 Parkbuurt 6.2.2 Kleine plas 6.2.3 Singelbuurt 6.2.4 Rieteiland 6.2.5 Buiten archipel 6.2.6 Familie eiland 6.2.7 Waterhart
Figuur 6.2: Overzichtskaart eilanden 33
Karakters eilanden
6.2.1 Parkbuurt De Parkbuurt is de kleinste wijk van Waterrijk met 5 hectare. Het is tevens de eerste wijk die ontwikkeld wordt in het gebied. De buurt is gelegen in de kop van het Noorderpark. De Parkbuurt wordt breed opgezet met overwegend middeldure rijwoningen. Naast deze rijwoningen zullen er middeldure twee kappers geschakeld en dure twee kappers los worden toegepast. De woningen zullen een parkachtige sfeer uitstralen die aansluit op het naastgelegen Noorderpark. De hoeveelheid verhard oppervlak zal zo klein mogelijk gehouden worden om een groene sfeer uit te stralen. De auto wordt om deze zelfde reden verborgen onder de woningen en de weg achter een grondlichaam. In het Noorderpark dat ten zuiden van de kleine plas is gelegen, zal het accent gelegd worden op de heuvel die uitzicht zal geven over heel Waterrijk. Het uitzichtpunt zal tevens een bijzonder waterelement bevatten. Het park zal verder bestaan uit, afwisselende open ruimten met bospassages, die aansluiten op de relatieve kleine wijk. Aan de oostzijde van een inham van de Kleine plas zijn voorzieningen getroffen voor het aanmeren van boten en om te zwemmen. Figuur 6.3: Impressie waterelement
34
Figuur 6.4: Impressie park Figuur 6.5: Impressie uitzichtspunt
Karakters eilanden
6.2.2 Kleine Plas De Kleine Plas is de tweede plas van Waterrijk. Het is geen aparte woonbuurt, maar het gebied heeft wel een aantal woongebouwen. De gebouwen bestaan hoofdzakelijk uit duurdere appartementen, met een aantal rijwoningen zonder tuin maar met een terras over het water. De parkeergelegenheden voor de bewoners zullen onder/tussen de gebouwen gerealiseerd worden. Één van de drie entrees van Waterrijk is de Kleine Plas. Het is een centrale plaats in Waterrijk, dat verbonden is met de verkeersruit en aansluiting geeft met meerdere watergangen. Het gebied dat al vroeg in de fasering voorkomt heeft een strand aan het noorden van de plas. Het strand dat afgeschermd wordt van de rondweg doormiddel van een gebouw en een openbare parkeerplaats zal in de eerste jaren als beeldmerk gelden voor Waterrijk. Ten zuiden van de Kleine Plas wordt een helofytenfilter van 4,8 hectare gemaakt. Dit is de kleinste van de drie helofytenfilters die in Waterrijk aanwezig zijn voor het zuiveren van het oppervlakte water. Figuur 6.6: Impressie appartementengebouw
35
Figuur 6.7: Impressie helofytenfilter Figuur 6.8: Impressie fietspad langs de Kleine Plas
Karakters eilanden
6.2.3 Singelbuurt De Singelbuurt is gelegen in het zuid-oosten van Waterrijk en is de grootste buurt op Waterhart na. De Aadijk die hier door het gebied loopt is al eeuwen een oude scheidslijn tussen het landschap van het zand en het landschap van de voormalige veenkolonie. Het is ook de overgang tussen de typisch Twentse lommerrijke beplanting en de openheid en nattere gronden van het veen. Waterrijk combineert deze twee werelden in een Singelbuurt. Deze buurt kent een diversiteit aan bebouwing met de losse twee kappers als veel voorkomende bouw, maar er zijn ook rijwoningen en geschakelde twee kappers. Deze lenen zich goed voor de goedkope en middeldure prijsklassen. De parkeergelegenheden voor de bewoners zijn verschillend opgelost; parkeren onder de woning, geclusterd in een afgeschermde plaats, deels in en voor de woning en voor de woning op het oprit. Deze buurt heeft net zo als de wijk Waterrijk een breed opgezet groen-blauw casco, die hier tot uitwerking komt in de singels. De waterlopen zijn goed toegankelijk voor de kleine boten. Deze waterlopen worden begeleid door een breed opgezette groenstructuur, van bomen en grasoevers. Figuur 6.9: Impressie kanaal
Figuur 6.10: Impressie binnenterrein Figuur 6.11: Impressie fietsbrug
36
Karakters eilanden
6.2.4 Rieteiland Het Rieteiland dat één van de kleinere buurten is en is gelegen aan de verkeersruit van Waterrijk. Op het eiland wordt getracht om het exclusief te maken, het is hoger gelegen dan de omliggende eilanden. Het heeft de bolvormige vorm, de persoonlijk ontwikkelde huizen en een aantal hebben de kavel aan het water. Midden op het eiland is een klein openbaar park met appartementen, dit is één van de weinige openbare ruimten op het eiland. De andere groenstrook is uit noodzaak ontstaan, omdat hieronder een hoofdgasleiding is gelegen.
Figuur 6.12: Impressie activiteiten
37
Figuur 6.13: Impressie vrijstaande woning Figuur 6.14: Impressie collectief woonpark
Karakters eilanden
6.2.5 Buiten archipel De buurt Buiten archipel ligt aan buitenkant van het plangebied. Het bestaat uit meerdere verschillende kleine eilanden en heeft een duurdere uitstraling. Zoals in het Masterplan van Almelo beschreven staat is deze buurt niet voor de woningbouw in de goedkopere prijsklasse. De PO kavels zijn in deze buurt een dominant type woningbouw, waar bewoners hun kavels zelf kunnen ontwikkelen. Ze kunnen deze onder andere ontwikkelen in woonparken, waar maximaal één derde privégrond is en twee derde een collectief park is dat wordt onderhouden door de vereniging van eigenaren (VvE). Een andere type bouw in de Buiten archipel zijn bijzondere tweekappers en bijzondere woongebouwen. Deze laatste worden aan de Westermaatweg gebouw, in de Westermaatkamers. Deze woongebouwen zijn appartementen en/ of rijwoningen die bedoelt zijn voor een speciale doelgroep zoals ouderen, gehandicapten en/of begeleid wonen. De infrastructuur in de buurt bestaat uit smalle woonstraten met brede groene bermen en erfgrenzen. Deze structuur maakt de wijk voor de beter bedeelden onder ons. De kavels zijn de grootste in Waterrijk en zijn gelegen aan het water en hebben geweldige vergezichten. Omdat er genoeg ruimte Figuur 6.15: Impressie brug is voor speelmogelijkheden, zijn de speelterreinen buiten de buurt gesitueerd. De gasleiding die ook door deze buurt loopt wordt omgeven door een groenstrook omdat in vijf meter van deze leiding niet gebouwd mag worden. Het parkeerbeleid in het gebied wordt gekenmerkt door de diversiteit, elke type woning heeft een ander manier van het parkeren van de auto. Hetgeen dat de oplossingen gemeen hebben is dat de auto wordt verborgen dan wel onder de woning, geclusterd achter grondlichaam of op het perceel.
Figuur 6.16: Impressie vrije bouw Figuur 6.17: Impressie wonen aan het water
38
Karakters eilanden
6.2.6 Familie eiland De naam van het eiland zeg veel over de eigenschap die het moet krijgen. Het is een eiland voor gezinnen met kinderen en zo wordt de buurt ook ingericht. De woningtypen die er voorkomen zijn hoofdzakelijk twee kappers in verschillende vormen en in elke prijsklasse. Er zijn ook kleinere of half vrijstaande huizen aanwezig in woonparken. Deze woonparken bestaan uit maximaal één derde privégrond (huis en privéruimte) en twee derde is een collectiefpark. Het collectieve park dat auto vrij is wordt onderhouden door de vereniging van eigenaren (VvE). Om het park heen ligt een raamwerk van geschakelde twee kappers, waar ook de parkeervoorziening van het woonpark is geïntegreerd. Het centraal gelegen Familie eiland is het knooppunt van de infrastructuur, het assenstelsel en de verkeersruit is op dit eiland gelegen. Aan de noord en zuid zijde wordt het eiland ontsloten door de verkeersruit. Het assenkruis van de vrij liggende fietspaden is in het midden van het eiland gesitueerd waardoor het als een groene as door het Familie eiland loopt. Dit draagt bij aan de veiligheid en het familie karakter van het eiland. Omdat de auto’s buiten deze strook gehouFiguur 6.18: Impressie eilanden Familie eiland den worden door het ontsluitingmodel ‘de stemvork’. In de groenstrook van het Familie eiland zijn een groot aantal voorzieningen gerealiseerd voor de jeugd vanuit de buurt en de wijk. Deze speelterreinen en een evenemententerrein zijn geïntegreerd in de boomrijke groenstrook. Naast de groenstrook die lager is gelegen dan de aan beide zijde gelegen bebouwing, zijn er ook nog de collectieve parken die op vier verschillende plaatsen zijn gesitueerd.
39
Figuur 6.19: Impressie speelbrug Figuur 6.20: Impressie speelgelegenheid
Karakters eilanden
6.2.7 Waterhart Waterhart is het hart van Waterrijk. Op dit eiland zijn de meeste voorzieningen te vinden en het is gelegen aan de oostzijde van de Grote Plas. Waterhart is het centrum van Waterrijk, dat goed te zien is in het ambitieniveau. Dat is te zien aan voorzieningen zoals een boulevard, jachthaven en een autovrije zone in combinatie met één van de stadsontsluitingswegen. Deze gecomprimeerde wijk is dan ook de plaats waar de inwoners van Waterrijk en daarbuiten kunnen genieten van de indrukwekkende boulevard en de Grote Plas. De woningen die in Waterhart te vinden zijn, zijn divers, appartementen, rijwoningen en twee kappers komen voor en ook in alle prijsklassen. De PO kavels zullen niet op Waterhart worden ontwikkeld omdat ze te grote kavel hebben en de landelijke uitstraling die zij hebben past niet bij het karakter van dit eiland. De stadsontsluiting die het eiland doorkruist is de ontsluiting van het gebied. De parkeermogelijkheden zijn aan een parallelweg gesitueerd, om zo een autoloze zone te creëren voor de boulevard. Naast deze parkeerstrook zijn er ook parkeeroplossingen gebouwd onder een collectief dek of hof. Figuur 6.21: Impressie sfeer Met de fiets is de boulevard goed bereikbaar via een as van het assenkruis of vanaf het Leisure- of Familie eiland. Ondanks de hoge bebouwingsdichtheid is er in Waterhart veel openbaar groen. De stadsontsluiting is deels overdekt, waar een park op wordt aangelegd. Door dit groene dak hebben de appartementen een aangenaam uitzicht, met een goede ontsluiting dichtbij. Aan de oostzijde van het eiland is een groene parkstrook van bomenrijen en een grasstrook die in het kanaal verdwijnt. Met deze groenstructuur is Waterhart het groene centrum van Waterrijk.
Figuur 6.22: Impressie groene kade Figuur 6.23: Impressie woningen
40
Karakters eilanden
41
Hoofdstuk 7. Dimensionering systemen Toewijzen en dimensioneren van de systemen aan de eilanden Figuur 7.1: Kanaal Almelo - de Haandrik, Uiteindelijk afvoerpunt voor Waterrijk
Dimensionering systemen
7 Dimensionering systemen
wordt dat het niet om een standaard leiding gaat maar om een leiding met een specifieke functie. Dit in combinatie met een lint met de opdruk HWA dat met de buis begraven zal Het toewijzen van de systemen aan de verschillende eilan- worden, moet voorkomen dat binnen de aanleg en 25 jaar of den wordt gedaan door middel van de karakters van de langer foutieve aansluitingen plaats vinden. eilanden. Elk eiland kan door een verschillend karakter een andere systeem of een combinatie van systemen krijgen. De Op de erfgrens zal een overdrachtspunt gerealiseerd woralgemene eigenschap die het systeem moet bezitten is dat den, deze zal bestaan uit een inspectieput gecombineerd het de bewustwording van het water in de wijk of buurt be- met een zandvang om dichtslibben van de omgekeerde vorderd. Als het systeem een bufferende werking van 5 mm infiltratieput te voorkomen. Vanwege het hoge ijzergehalte heeft is dat gewenst. Dit is vanwege het feit dat de eerste 5 zullen de omgekeerde infiltratieputten en de drainagestrenmm van een bui het meeste vervuild is met PAK’s en zware gen boven de grondwaterspiegel geplaatst worden om metalen. Het is te vergelijken met een verbeterd gescheiden dichtslibben doormiddel van ijzervlokken tegen te gaan. stelsel waar ook de eerste 5 mm wordt afgevoerd naar het DWA, de zogenaamde ‘first flush’. Alle systemen worden De bewoners zelf zullen gebruik moeten maken van een doorberekend en deze berekeningen zijn te vinden in de bij- bladvang, vanwege het wegvangen van vuil dat zich anders lagen 17-32. bron: STOWA, 2004. Tevens is er een toelichting bijgein de omgekeerde infiltratieput zou verzamelen. voegd met een voorbeeld berekening, bijlage 33. De stadsradiaal en de wijkontsluitingswegen die door het gebied lopen zullen niet mee genomen worden in deze systemen. Dit is vanwege de grote vervuiling van deze wegen, door PAK’s, zware metalen en strooizout. Op deze wegen zal het water worden afgevoerd doormiddel van een droogweerafvoer (DWA). Het vervuilde water zal via dit DWA stelsel afgevoerd worden naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). Er is niet gekozen voor een verbeterd gescheiden stelsel omdat op deze wegen relatief weinig hemelwater valt en het zeer vervuild is.
Uiteraard vraagt het ook vanuit de kant van de gemeente om extra ingrepen. Zo zal er vaker dan normaal geveegd moeten worden om zo te voorkomen dat er te veel vuil en ongeregeldheden mee gespoeld zullen worden. Ook zal er jaarlijks een monitoring van de waterkwaliteit plaats moeten vinden om zo foutieve aansluitingen in een vroegtijdig stadium te ontdekken. Tijdens deze monitoring kunnen ook de zandvangen leeggemaakt worden.
Naast de verschillende methoden die in de volgende paragrafen zullen worden behandeld zijn er ook een aantal aandachtspunten die in het algemeen van toepassing zijn. Een belangrijke vraag die gesteld moet worden bij het aanbrengen van dergelijke systemen is: Hoe goed werkt een syteem over 25 jaar? en dan met name hoe effectief. Om ook over 25 jaar nog een effectief systeem te hebben is het belangrijk om duidelijk te zijn tegenover bewoners, dit kan doormiddel van een goede communicatie in de vorm van bekendmakingen en brochures. Maar ook door de toepassing van een groen gekleurde buis, waarmee duidelijk gemaakt 43
Dimensionering systemen
7.1 Parkbuurt De eerste bouwlocatie van Waterrijk is Parkbuurt, de eigenschappen van deze buurt staan beschreven in paragraaf 6.1. Met deze eigenschappen als onderlegger is het watersysteem van Parkbuurt ontworpen. Het is een buurt met veel hoogteverschil, waardoor overlast kan ontstaan in de lager gelegen gebieden. Om deze problemen te voorkomen wordt het dakwater ondergronds afgevoerd naar een omgekeerde infiltratie put zie figuur 7.3. In deze omgekeerde infiltratieput zal het water omhoog gestuwd worden bij neerslag, dit omhoog gestuwde hemelwater zal via molgoten in het wegdek zichtbaar afgevoerd worden naar een infiltratieveld met een drain.
A
2 A’
Het water van de woonstraten aan de noord en oostzijde zal rechtstreeks afgevoerd worden naar een berminfiltratie, deze infiltratievelden zullen doormiddel van een overstort op het oppervlaktewater lozen.
1
Het gebouwencomplex en de fiets- en wandelpaden zullen geen voorziening krijgen voor het afvoeren van het hemelwater. Het gebouwencomplex zal via een inpandige buis het dakwater door een gootje in de muur op het oppervlaktewater lozen figuur 7.2. Bij de fiets- en wandelpaden zal het water infiltreren in de berm, deze smalle paden hebben geen extra voorzieningen nodig.
1
zone infiltreren afvoeren infiltratieveld blinde buis infiltratieput Figuur 7.2: afwatering Parkbuurt 44
Dimensionering systemen
Er wordt in de parkbuurt gebruik gemaakt van twee verschillende methoden om het hemelwater af te voeren, namelijk: Rechtstreekse afvoer naar het oppervlaktewater; en Indirecte afvoer via het wegdek en een infiltratieberm. Het dakwater kan rechtstreeks op het oppervlaktewater afgevoerd worden omdat het in verhouding weinig vervuild is, dit in tegenstelling tot hemelwater dat afgevoerd wordt van wegen. De neerslag die valt op een verharding bestaande uit betonklinkers, met een totaal oppervlak van circa 4600 m2, wordt via molgoten naar één van de vijf infiltratievelden geleid (minimaal 1000 m2). Bij een T=100 zie bijlage 17, zone 1 valt
er in vier uur tijd bijna 440 m3, 300 m3 hiervan kan worden gebufferd in de infiltratievelden. Het wegwater wordt geïnfiltreerd (31 m3 per uur tijd) in de grond. Het dakwater zal op het particuliere terrein ondergronds vervoerd worden naar een omgekeerde infiltratieput, hier wordt het vervolgens omhoog gestuwd worden waarna het in een molgoot beland en dezelfde route volgt als het wegwater. Dit toepassen van omgekeerde infiltratieputten zorgt voor extra beleving bij bewoners. Het resterende water wordt gebufferd en in het geval van een hevige bui zal het overtollige water via een overstort
worden afgevoerd op het oppervlaktewater. De drainage die wordt aangebracht in de infiltratievelden om het ongewenst stijgen van het grondwaterpeil zal ook lozen op het oppervlaktewater. Het infiltreren voorkomt dat er in een korte tijd veel water op het oppervlaktewater wordt geloosd waardoor problemen kunnen ontstaan en zorgt voor een geremde afvoer.
A’
A
Figuur 7.3: doorsnede afwatering: woning naar woonstraat 45
Dimensionering systemen
7.2 Kleine plas De Kleine plas is de eerste grote plas die aangelegd wordt in Waterrijk. De karakters van de plas en de omgeving staan beschreven in paragraaf 6.2. Met deze eigenschappen als onderlegger is het watersysteem van de Kleine plas ontworpen. In de buurt staan een aantal verschillende wooncomplexen, de overige ruimtes bestaan hoofdzakelijk uit oppervlakte water met enkele oevers. Omdat in het gebied nauwelijks wegen en woningen staan is er weinig last van water bij extreme neerslag. zie bijlage 19, zone 2. Omdat het water dat op de wegen valt van een mindere kwaliteit is, is het zuiveren van dit wegwater noodzakelijk. Het water van de weg wordt afgevoerd door een bermpassage die uitkomt in het oppervlaktewater. Zowel de bermpassage als de aansluitende natuurlijk oever zorgen voor voldoende filtering om de kwlaiteit van het oppervlaktewater niet in het geding te brengen.
2
A
zie bijlage 16.
1
Het water van de wooncomplexen wordt op verschillende plaatsen in de Kleine plas geloosd. zie figuur 7.5. Het dakwater is schoon genoeg om rechtstreeks op het oppervlaktewater te lozen. Het dakwater zal via een inpandig buizenstelsel rechtstreeks geloosd op het oppervlaktewater door een goot in de muur, als referentie verwijzen we naar de wijk Nieuwland in Amersfoort, zie figuur 7.4. Het wooncomplex bij het strand zal deels rechtstreeks en deels via een bermpassage het schone water lozen. zie figuur 7.5. Dit vanwege het deels ondergrondse buizenstelsel waar een foutieve aansluiting niet kan worden
A’
1
zone infiltreren afvoeren infiltratieveld blinde buis overstortput
Figuur 7.4: Referentie waterafvoer in Nieuwland
Figuur 7.5: afwatering Kleine plas 46
Dimensionering systemen
De Kleine plasmaakt gebruikt van twee verschillende afvoersystemen van het hemelwater, zie figuur 7.5. Te weten: Rechtstreeks afvoeren naar het oppervlaktewater; en Indirecte afvoer via de weg en een berminfiltratie, de verschillende methoden zijn doorgerekend in bijlage 18, zone 1 en 19, zone 2. Bij de eerste methode wordt een deel van het dakwater afgevoerd naar een berm die over kan stromen naar het oppervlaktewater. Dit zal echter niet snel gebeuren omdat deze berm het water vasthoudt en laat infiltreren. bijlage 19, zone 2 Het andere deel van het dakwater zal direct worden geloosd op het oppervlaktewater. Dit geldt ook voor de andere
wooncomplexen binnen het projectgebied. Het water van heeft in principe geen overstort nodig omdat er meer water het dak is van een dusdanige kwaliteit dat het niet hoeft te kan worden gebufferd en infiltreren dan er zal vallen tijdens worden gezuiverd en kans op foutieve aansluitingen is er een T=100 bui. niet omdat het water inpandig wordt afgevoerd. De tweede methode bestaat uit de afwatering van het openbare parkeerterrein. Hier wordt het water opgevangen in een berm via het afschot van de weg en parkeerplaats. De weg en de parkeerplaats bestaan uit een elementverharding zie figuur 7.6. (totaal 1171 m2) waar het water kan infiltreren. Het water dat niet infiltreert in de open verharding wordt gebufferd en geïnfiltreerd in de grasberm. Deze grasberm
A’
A
Figuur 7.6: doorsnede openbare parkeerplaats 47
Dimensionering systemen
7.3 Singelbuurt De Singelbuurt is één van de grotere buurten van Waterrijk. De buurt kent een aantal verschillende type woningen en een aantal verschillende manieren van positioneren van de woningen. In paragraaf 6.3 is hierover meer beschreven. Door deze verschillen zijn er verschillende systemen om het water zo goed en zichtbaar mogelijk af te voeren. Het overgrote deel van de buurt bestaat uit kleine eilanden met woningen (rijwoningen, tweekappers, vrijstaande woningen) die met de voorkant van het huis naar het water zijn gericht. Dit betekent dat de tuinen omsloten worden door woningen met daar omheen een weg. Het water dat in de tuinen komt zal infiltreren in de grond. Het dakwater zal via een omgekeerde infiltratie put worden vervoerd naar de weg waar het samen met het wegwater via een bermpassage in het oppervlaktewater wordt geloosd. zie figuur 7.7. Deze bermpassage zal geen bergende functie krijgen, omdat deze daarvoor te weinig oppervlakte beschikbaar heeft.
2 A’ A
1
In het oostelijke deel van de Singelbuurt ligt duidelijk een andere structuur van woningen. Dit deel bestaat hoofdzakelijk uit rijwoningen, die op een aanzienlijk kleiner kavel liggen dan in het andere deel van de Singelbuurt. Het watersysteem neemt hier dan ook een andere vorm aan. Een deel van het dakwater zal op de weg geloosd worden via een omgekeerde infiltratieput midden in de weg zie figuur 7.8. Het zal vervolgens samen met het wegwater worden verzameld in een infiltratieberm, waar het doormiddel van een overstort wordt geloosd op het oppervlaktewater. zie figuur 7.7. Er zal weinig zuivering zijn, dit vanwege het gebrek aan ruimte voor is. Het water zal wel van een dusdanige kwaliteit zijn, zodat er geen vervuiling zal optreden van het oppervlaktewater. Om de negatieve gevolgen van eventuele foutieve aansluitingen te voorkomen, zal het dakwater via de infiltratieberm op het oppervlaktewater worden geloosd.
B B’
1
Figuur 7.7: afwatering Singelbuurt 48
zone infiltreren infiltratieveld blinde buis omgekeerde infiltratieput overstortput
Dimensionering systemen
Singelbuurt is te verdelen in twee delen: Een afvoer via een grasberm en één via een omgekeerde infiltratieput en een infiltratieveld. In figuur 7.7 is te zien waar de twee verschillende zones zijn gesitueerd. In deel west wordt het water van de daken en de wegen afgevoerd over de weg door een grasberm in het oppervlaktewater. In deze grasberm is de mogelijkheid om een deel van het water te bergen, hiermee kan het water vertraagt worden afgevoerd. In de berekening van bijlage 20, zone 1 is een referentiegebied uitgerekend, dit gebied heeft de maximale waarde die in deze situatie zal voorkomen. De buffering van
het water is hier 50 m3, dit voldoet hiermee aan de minimale gestelde kubieke meters van het te bufferen water. In het oostelijke deel wordt het dakwater geloosd op een holle weg, zie figuur 7.8. Het water wordt bovengronds over de weg vervoert naar een kleine infiltratieberm, waar het water na de maximale buffering van 70 m3 wordt afgevoerd via een overstort naar het oppervlaktewater. Bijlage 21, zone 2.
A
A’
B
B’
Figuur 7.8: doorsnede afoer via de weg naar infiltratieberm 49
Dimensionering systemen
7.4 Rieteiland Zoals genoemd in paragraaf 6.4 rieteiland is dit eiland het kleinst van alle eilanden binnen Waterrijk Almelo. Het betreft een niervormig eiland dat hoger ligt dan zijn omgeving en aan alle zijden is omsloten door een rietkraag, deze rietkraag in combinatie met de aflopende oevers begroeid met gras zorgen voor een mogelijkheid tot het bovengronds af laten stromen van het hemelwater. De rietkraag en de oever zullen hierbij een filterende werking hebben. Vanwege de hogere ligging is het mogelijk om het water naar de buitenzijden af te voeren, dit wordt vergemakkelijkt door het aflopende profiel. Zie bijlage 11 Hoogtekaart nieuwe situatie. De afwatering binnen de buurt zal verlopen zoals is weergegeven in
1
figuur 7.9 afwatering Rieteiland.
Te zien is dat het hemelwater dat valt in het collectieve woonpark opgevangen wordt en doormiddel van een omgekeerde infiltratieput in het semi-openbare groen weer aan het oppervlak wordt teruggebracht , dit zichtbaar maken van het hemelwater zorgt voor extra beleving van de bewoners.
3
Rond de groenstrook aan de noordzijde staan woningen van het type 2-onder-een-kap, de afvoer van deze woningen zal gebeuren via een omgekeerde infiltratieput. Deze zal het dakwater via een regenpijp ondergronds transporteren naar de groenstrook, aan de rand van deze strook worden de putten geplaatst waaruit het water omhoog komt en de groenstrook in stroomt, waar het vervolgens kan infiltreren. Om voldoende te kunnen bergen en infiltreren zal de groenstrook hol aangelegd worden. Met onder de groenstrook een drainagebuis om het ongewenst verhogen van de grondwaterstand tegen te gaan.
A
De overige woningen, zullen doormiddel van een HWA stelsel het dakwater afvoeren op de openbare weg. Het water wordt het wegdek vervoerd naar de bermpassage waar het gefilterd en afgevoerd wordt naar het oppervlaktewater. Zo dient de weg als molgoot en wordt zichtbaar het water afgevoerd.
A’
2
1
Figuur 7.9: afwatering Rieteiland 50
zone infiltreren afvoeren infiltratieveld blinde buis omgekeerde infiltratieput
Dimensionering systemen
Rieteiland kan kijkende naar de toegepaste methoden opgedeeld worden in drie delen: Een deel dat via een omgekeerde infiltratieput afvoert op infiltratieveld gelegen in een groenstrook; Een deel dat infiltreert in een centraal parkdeel en vervolgens het water afvoert via het openbare groen; En een deel dat via infiltratieputten en het wegdek afvoert op het oppervlaktewater. Het eerste deel beslaat de woningen die gelegen zijn rondom de groenstrook, het bedraagt een oppervlakte van circa 3000 m2. Hierop zal tijdens een T=100 bui van een uur ongeveer 408 m3 neerslag vallen terwijl er ca. 147 m3 kan worden gebufferd en geïnfiltreerd, waardoor
de conclusie is dat er geen extra voorzieningen nodig zijn in en af te voeren. de vorm van een overstort op het oppervlaktewater. bijlage het derde deel beslaat het collectieve woonpark, hier zal het 22, zone 1 water worden geïnfiltreerd en vervolgens via het HWA worDeel 2 beslaat de woningen die gelegen zijn aan het water den getransporteerd naar het semi-openbare groen waar hierdoor ontstaat de mogelijkheid om het water via een buis het zichtbaar wordt gemaakt doormiddel van omgekeerde te vervoeren naar een bermpassage waar het hemelwater infiltratieputten. zie figuur 7.10. Het water zal vervolgens infilgefilterd kan worden en afgevoerd op het oppervlaktewa- treren in de groene ruimte. Volgens de berekening is er bij ter. De huizen die niet aan het water zijn gelegen zullen het een T=100 bui voldoende mogelijkheid om het water te filhemelwater op de straat lozen die het vervolgen vervoerd teren en af te voeren zonder een overstort. bijlage 24, zone 3 naar de grasberm/oever. Volgens de berekening in bijlage 23, zone 2 is er voldoende mogelijkheid om het water te filteren
A’
A
Figuur 7.10: principe doorsneden infiltratie 51
Dimensionering systemen
7.5 Buiten archipel De buitenarchipel is de buurt gelegen aan de buitenzijde van het plangebied en het is tevens het meest landelijke deel van het plangebied. Zoals in paragraaf 6.2.5 is beschreven, is de buurt opgedeeld in meerdere kleine eilanden, hierdoor zijn er meerdere mogelijkheden om met hemelwater om te gaan.
1
zone infiltreren infiltratieveld blinde buis omgekeerde infiltratieput overstortput
1
Het overgrote deel van de wijk bestaat uit vrijstaande woningen met sporadisch een 2-onder-een-kapper, hierdoor ontstaat er veel ‘open’ ruimte op de kavels waar het hemelwater kan infiltreren. Het water dat niet infiltreert kan rechtstreeks afgevoerd worden naar het oppervlaktewater, Zie figuur 7.11. Dit kan gebeuren doormiddel van een HWA buis die zowel het dakwater als het straatwater af kan voeren. In de kernen van de eilanden grenzen de woningen niet aan het water waardoor rechtstreeks afvoeren niet mogelijk is. Op deze plekken kan het water van de percelen geïnfiltreerd worden, dit zal dan vervolgens met een andere HWA buis afgevoerd worden naar het semi-openbare groen waar het doormiddel van een omgekeerde infiltratieput aan de oppervlakte zal komen. Ook de woonstraten zullen ton rond liggen met aan de beide zijden van de weg drainagestengen die het water af kunnen voeren naar het oppervlaktewater. Zie figuur 7.11. Aan de randen van de eilanden liggen collectieve woonparken die bestaan uit woonblokken met beperkte privéruimtes waardoor het omliggende groen gebruikt wordt als tuin, deze collectieve woonparken liggen op een helling waardoor er geen specifieke manier van afvoeren nodig is, een deel zal namelijk infiltreren en een deel zal afstromen naar het oppervlaktewater. De Westermaatweg snijdt dwars door de Buitenarchipel en bestaat uit enkele kamers met daarin woningen voor verschillende specifieke woongroepen, deze woongroepen kunnen door de ligging aan het water rechtstreeks doormiddel van een graspassage afwateren op het oppervlaktewater.
2 A’
3
A
Figuur 7.11: afwatering Buiten archipel 52
Dimensionering systemen
Het betreffende eiland zal bestaan uit 3 verschillende delenwaarbinnen op een verschillende manier wordt omgegaan met de afvoer van hemelwater. Deel 1 betreft de woningen die rechtstreeks aan het water gelegen zijn, vanwege deze ligging is het mogelijk om het hemelwater via een buis rechtstreeks te vervoeren naar een oever / bermpassage om te filteren en af te voeren naar het oppervlaktewater. Zoals te zien in bijlage 25, zone 1 zal er tijdens een T=100 bui meer water gebufferd en geïnfiltreerd worden dan er zal vallen, hierdoor is het niet nodig om eventuele andere voorzieningen te treffen dan een eenvoudige grasberm.
Bij het tweede deel, bijlage 26, zone 2, gaat het om de collectieve woonparken die zich voornamelijk aan de zuidzijde van het eiland bevinden. Het gaat hier in totaal om een oppervlak aan groene ruimte van ongeveer 19000 m2. Hierop zal tijdens een T=100 bui van een uur 2500 m3 regen vallen terwijl er circa 1000 m3 kan worden gebufferd en geborgen, de conclusie is dan ook dat er hier een overstort moet komen die het overtollig hemelwater kan afvoeren naar het oppervlaktewater. Voor beide zones geldt wel dat er een drainagebuis wordt aangelegd om het ongewenst stijgen van het grondwater tegen te gaan.
Deel 3, bijlage 27, zone 3, bestaat uit voornamelijk 2-onder-eenkap woningen die vanwege de ligging niet rechtstreeks kunnen afwateren op het meer. Hier wordt doormiddel van een infiltratieveld van minstens 40 cm met daaronder een drainagestreng het water geïnfiltreerd en afgevoerd naar het semi-openbare groen, hier wordt het vervolgens om bij te dragen aan de waterbeleving via een omgekeerde infiltratieput omhoog gebracht en afgevoerd. zie figuur 7.12.
A’
A
Figuur 7.12: doorsnede van infiltratiegebied tussen woningen 53
Dimensionering systemen
7.6 Familie eiland Zoals de naam doet vermoeden en zoals is geschreven in paragraaf 6.6 Familie eiland zal de nadruk in deze wijk liggen op families met kinderen. De wijk zal dan ook voornamelijk doorkruist worden met fiets- en wandelpaden. Ook zal de wijk een grote hoeveelheid openbaar groen en collectieve tuin-hoven bevatten, met als hoogtepunt de groene vallei die het gehele eiland doorkruist en hol zal worden aangelegd. Dit hol aanleggen van de groene vallei heeft als bijkomend voordeel dat de woningen rondom deze groenstrook het hemelwater hierop kunnen afvoeren. zie figuur 7.13. Het water dat op deze percelen valt zal worden opgevangen in een hemelwaterafoer stelsel (HWA). Deze HWA buizen zullen vervolgens het hemelwater transporteren naar de groene vallei waar het zichtbaar gemaakt zal worden doormiddel van omgekeerde infiltratieputten die het water lozen in infiltratievelden die zijn aangelegd in het centrale groene deel. Dit water zal vervolgens infiltreren, in geval van hevige regenval kan er via een overstort voorkomen worden dat overlast ontstaat. Hetzelfde principe zal gelden voor de collectieve tuinhoven ook deze zullen doormiddel van HWA stelsel afvoeren op het centrale groene deel, met uitzondering van de meest oostelijk gelegen tuinhof. Deze zal rechtstreeks op het oppervlaktewater afvoeren. zie figuur 7.13. Een ander onderdeel van Familie eiland zijn de waterwoningen, deze woningen zijn gelegen op het water en hebben hierdoor geen last van overmatige regenval. Deze woningen zullen hun water dan ook rechtstreeks op het oppervlaktewater lozen, dit gebeurt doormiddel van een eenduidig gekozen regenpijp. zie figuur 7.13.
3
1
2 1 zone
infiltreren afvoeren infiltratieveld blinde buis omgekeerde infiltratieput
A’
4
A
De overige woningen grenzen rechtstreeks aan het water, deze kunnen hun hemelwater dan ook doormiddel van een bermpassage afvoeren op het oppervlaktewater, deze bermpassage zal de eerste 5 mm van een bui filteren en afvoeren.
Figuur 7.13: afwatering Familie eiland 54
Dimensionering systemen
Familie eiland is op te delen in vier delen, die elk op hun eigen manier het hemelwater teruggeven aan het oppervlaktewater. Het eerste deel zal afwateren op de groene vallei, zie gifuur 7.14. zoals de centrale groenstrook genoemd wordt. De totale oppervlakte van de groenstrook waarop geïnfiltreerd kan worden is circa 44.000 m2 hierop zal bij een T=100 bui in 4 uur tijd ongeveer 11.000 m3 water vallen. In bijlage 28 is te zien dat er op dat moment circa 8.000 m3 water gebufferd en geïnfiltreerd kan worden. Hieruit kun je concluderen dat er zonder problemen geïnfiltreerd kan worden, zelfs bij hevige buien, wel wordt er een drainagestreng aangebracht om het ongewenst stijgen van het grondwater tegen te gaan.
Deel 2 bestaat uit een drietal tuinhoven met een semi-openbare groene ruimte die gebruikt wordt om te infiltreren vervolgens wordt het hemelwater tijdens het infiltreren gezuiverd en vervolgens doormiddel van drainagebuizen afgevoerd naar het oppervlaktewater. Ook uit de berekeningen blijkt dat op het groene oppervlak, ca. 17.000 m2 ook tijdens een T=100 bui gedurende 4 uur voldoende kan infiltreren en bufferen om het water af te voeren. Het derde deel bestaat uit het zogenaamde water wonen hierdoor is het mogelijk om rechtstreeks af te voeren op het oppervlaktewater waardoor er geen extra dimensionering nodig is.
Deel 4 bestaat uit de huizen langs het water, deze hebben een mogelijkheid om via een relatief korte route het water af te voeren naar het oppervlaktewater. Dit gebeurt doormiddel van drainagebuizen die doormiddel van een bermpassage afvoeren op het oppervlaktewater. Ook voor deze situatie geldt dat de hoeveelheid regen dat valt binnen 4 uur bij een T=100 kleiner is dan de hoeveelheid te bufferen en te infiltreren water. zie bijlage 28, zone 1; bijlage 29, zone 2 en bijlage 30, zone 4.
A’
A
Figuur 7.14: doorsnede van de parkstrook 55
Dimensionering systemen
7.7 Waterhart Waterhart is het bruisende hart en het centrum van Waterrijk Almelo. Waterhart moet met zijn boulevard en haven mensen aantrekkenen uit stad en regio. Details over de opbouw van Waterhart staat beschreven in paragraaf 6.7. De complexiteit, diversiteit en het hoge ambitieniveau van Waterhart maakt het toepassen van verschillende voorzieningen nog ingewikkelder. In het dicht bebouwde centrum is er weinig plaats voor het zichtbaar maken van het hemelwater. En juist Waterhart is de plaats waar het meeste hemelwater moet worden afgevoerd naar het oppervlakte water. Op dit eiland wordt er dan ook niet naar gestreefd om 5 mm van het hemelwater te bufferen. Er wordt naar gestreefd om het hemelwater zo schoon mogelijk te lozen op het oppervlakte water, zonder extra vervuiling van zware metalen, PAK’s en zwerfvuil. In het oostelijk deel van het eiland ligt een groene oever bestaande uit gras en riet. Deze oever is uitermate geschikt voor het zuiveren van het hemelwater van de daken en van de lokale woonstraten. Het hemelwater dat op het oostelijk deel zie figuur 7.15 van het eiland valt zal via deze gras- en oeverpassage geloosd worden op het oppervlaktewater. Het dakwater wordt vervoerd naar één van de omgekeerde infiltratieputten in de woonstraten. De putten zijn gelegen aan de rand van de weg en zullen ervoor zorgen dat het dakwater samen met het wegwater afstromen door een grasberm en een oevervegetatie. Het water dat op het westelijke deel van het water valt zal worden opgevangen op het dak of in het semi openbaar groen. Onder het semi openbaar groen zitten veel bouwkundige elementen zoals parkeergarages, die geen water doorlaten. Daarom zitten in de grond dat is opgebracht drainagestrengen die zorgen voor het afvoeren van het overtollige water. Het dakwater dat in dit deel van het eiland valt wordt via een HWA stelsel rechtstreeks geloosd op het oppervlaktewater. In dit HWA stelsel zal ook het water van de boulevard komen. De boulevard is een fiets en voetgangerszone waardoor de vervuiling van dit wegwater zal mee vallen. Voor de zekerheid zal er een first flush zijn die de eerste 5 mm van een regenbui zal afvoeren naar het droogweerafvoer (DWA).
A
A’
infiltreren afvoeren infiltratieveld blinde buis omgekeerde infiltratieput overstortput
Figuur 7.15: afwatering Waterhart 56
Dimensionering systemen
Waterhart is het centrum van Waterrijk, waardoor er weinig ruimte beschikbaar is en veel dak en wegwater moet worden afgevoerd. In figuur 7.15 is te zien dat Waterhart op te delen is in twee gebieden. Het eerste deel heeft een simpele oplossing die het water niet kan bufferen, maar het water zo snel mogelijk afvoert naar het oppervlaktewater. Het dakwater van deze zone wordt geloosd op de weg en gaat samen met het wegwater door een grasberm die het water moet zuiveren van de meeste PAK’s, zware metalen en zwevende stoffen zie bijlage 16. Door het dakwater via een omgekeerde infiltratieput op de weg te
lozen, wordt er bijgedragen aan de bewustwording van het water in Waterrijk. In deze zone zal geen waterproblematiek ontstaan doordat er genoeg mogelijkheden zijn om op het oppervlaktewater te lozen. Het aantal kubieke meters is ook van een dusdanige hoeveelheid dat dit mogelijk is, in bijlage 31 is een berekening te vinden van een meest ongunstige situatie binnen dit deel. Het tweede deel is gelegen bij de wooncomplexen aan de westzijde van Waterhart zie figuur 7.15. In deze zone wordt het water van het openbaar groen geïnfiltreerd in de grond. In deze grond zijn meerdere drainage buizen aanwezig, die zijn
aangesloten op een HWA stelsel figuur 7.16. Op dit stelsel zit ook het dakwater en het wegwater van de boulevard aangesloten. Om vervuiling tegen te gaan is er een first flush, waarbij de eerste vijf milimeter aan hemelwater wordt geloosd op het droogweerwater (DWA). In de berekening van bijlage 32 is te zien dat er geen overstort nodig is, maar in verband met de locatie binnen een dicht bebouwd gebied is deze wel als noodmaatregel opgenomen.
A
A’
Figuur 7.16: doorsnede parkeerdek 57
Dimensionering systemen
7.3 Conclusie Over het geheel genomen kun je zeggen dat er een aantal oplossingen zijn die veelvuldig terugkomen in de adviezen, dit zijn: - het toepassen van omgekeerde infiltratieputten in combi natie met drainagestrengen; - het afvoeren van het hemelwater doormiddel van het hol leggen van de verharding; - het filteren van het hemelwater door het water door een berm- of graspassage te laten stromen. De voordelen van bovenstaande oplossingen zijn dat je het afvoeren van het hemelwater zichtbaar maakte en hiermee de bewoners betrekt bij het watersysteem, je maakt ze bewust van de verschillende objecten die nodig zij n om daken straatwater af te voeren en de weg die deze aflegt voor het afvloeit in het oppervlaktewater van Waterrijk. Uiteraard zijn naast deze maatregelen ook secundaire maatregelen nodig zoals het niet strooien van de woonstraten om vervuiling doormiddel van strooizout te voorkomen. Ook moet er bij het toepassen van de materialen gekeken worden naar het voorkomen van afspoeling van zware metalen als zink en lood e.d.
155000 m3 vallen op 160 hectare oppervlaktewater dit minus de 11000 m3 die afgevoerd mag worden naar het naast gelegen kanaal zal er dus ongeveer 144000 m3 vallen wat resulteert in een peilstijging van 144000 / 1600000 = 0.09 m. zie figuur 7.16 Deze peilstijging zal dus vallen binnen de 15 centimeter en de conclusie is dan ook dat het mogelijk is om het water kwijt te raken. Na verloop van de jaren kan het gebeuren dat de grond dicht zal slibben en zijn infiltrerende en filterende functie zal verliezen. In deze situatie zal er dan voor gekozen moeten worden om de toplaag te vervangen door een schone toplaag. Dit is niet het geval in een situatie met een gezonde hoeveelheid bodemleven.
Het uitgangspunt was om de eerste 5 mm te infiltreren en de rest af te voeren , dit is op de meeste eilanden mogelijk. Uit de berekeningen, bijlage 17 t/m 32, voor de vershillende eilanden blijkt dat er bij een korte hevige bui van 4 uur er een klein deel afgevoerd zal moeten worden naar de overstort. Vervolgens is er voldoende capaciteit om de infiltratievelden binnen 24 uur weer droog te krijgen. Er zijn een aantal locaties waarbinnen het niet mogelijk is om het water te laten infiltreren hier zal niet de eerste 5 mm worden geinfiltreerd en wordt het water rechtstreeks op het oppervlaktewater afgevoerd. Binnen de berekeningen zit een kleine onzekerheid vanwege K-waarde die kan varieren tussen 1,0 en 5,0, om voldoende veiligheid in te bouwen is gekozen voor1,5. Uit de berekening zoals te vinden in figuur 7.17 blijkt dat bij een T=100 bui gedurende 4 uur er circa 155000 m3 regen zal vallen. Uitgaande van een situatie waarbij er niets zal infiltreren en alles op het oppervlaktewater zal belanden zal er dus
Figuur 7.17: Berekening peilstijging 58
Dimensionering systemen
Figuur 7.18: Berekening 59
Bronnen Figuur B.1: Bestaande boerderij met erfbeplanting
Bronnen Geraadpleegde websites: GEMEENTE ALMELO NIEUWBOUW WATERRIJK PLAN WATERRIJK RIONED WATERSCHAP REGGE DINKEL GEMEENTE AMERSFOORT AQUAFLOW MILIEU CENTRAAL GREENKEEPER
Bronnen
(feb - apr 2010) (feb - apr 2010) (feb - apr 2010) (feb - apr 2010) (feb - apr 2010) (feb - apr 2010) (feb 2010) (feb 2010) (feb 2010)
Geraadpleegde literatuur: Masterplan Almelo Quickscan Waterrijk Almelo (Royal haskoning, 2005) Waterplan Almelo Waterplan Waterrijk Almelo Geraadpleegde documenten op internet 2002 CIW Afstromend_wegwater 2004 LOOTS Regenwater afkoppelen in Zeeland 2004 STOWA Statistiek van extreme neerslag 26 2005 Tuin en landschap 27 2006 EUROPESE UNIE Zwemwaterkwaliteit 2007 STOWA Zuiverende voorzieningen regenwater Geraadpleegde dictaten / naslagwerken: Stedelijk waterbeheer deeltijd 3e jaar T&L Waterbewust, inspiratieboek hemelwatervoorzieningen Geraadpleegde personen: Rob Bokdam Jaap Spoelstra Jan van ‘t Klooster Overige bronnen: 2009 RIONED-dag (presentatie)
www.almelo.nl (Informatie gemeente Almelo) www.nieuwbouw-waterrijk.nl (Informatie Waterrijk) www.planwaterrijk.nl (Informatie Waterrijk) www.riool.net (Informatie rioleringen) http://www2.wateratlas.waterschapshuis.asp4all.nl/ (Informatie watersysteem Almelo) http://www.amersfoort.nl/smartsite.shtml?ch=&id=152071 (Informatie Nieuwland) http://www.aquaflow.nl/body.php?page=205 (Aquaflow – Het omgekeerde kolk principe) http://www.milieucentraal.nl/pagina.aspx?onderwerp=Dak%20vervangen (Milieu centraal – Onderhoud regenpijp) http://www.greenkeeper.nl/pdf/41028154345856.pdf (Greenkeeper - Controle en onderhoud van drainagevoorzieningen) Kernteam Masterplan Almelo, 2004; Masterplan Almelo, Gemeente Almelo, Almelo. Grobbe, H.W., 2005; Hydrologisch onderzoek Waterrijk Almelo, Royal Haskoning, Enschede. DHV, 2002; Waterplan gemeente Almelo, DHV en gemeente Almelo, Almelo Bastiaansen, M.A., 2009; Waterplan Waterrijk Almelo, Kansen creëren met een watersysteem, ARCADIS, Apeldoorn. Commissie Integraal Waterbeheer, 2002; Werkgroep 4, water en milieu - Afstromend regenwater. C.I.W., Den Haag Loots, F, 2004; Regenwater verantwoord afkoppelen in Zeeland, Een beslisboom voor het verantwoord afkoppelen van verharde oppervlakken. Wetenschapswinkel Biologie, Universiteit Utrecht, Utrecht. STOWA, 2004; Statistiek van extreme neerslag in Nederland, Rapport 26, STOWA Utrecht. Tuin en Landschap 27, 2005; Tuin&Landschap, water in de peiling, Senefelder Misset BV, Doetinchem. Publicatieblad Europese Unie, 2006; Richtlijn 2006/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 2006. STOWA, 2007; Zuiverende voorzieningen regenwater, Rapport 20, STOWA Utrecht. Spoelstra, J, 2008; Dictaat Stedelijk Waterbeheer, Deeltijd 3e jaar T&L, Van Hall Larenstein, Velp. Ijzerman, K, Zanden, R van der, 2006; Afstudeerverslag Waterbewust: inspiratieboek hemelwatervoorzieningen, Van Hall Larenstein, Velp. Gemeente Almelo Van Hall Larenstein Gemeente Amersfoort Aalderink, H en Langeveld, J, 2009; Eendjes, honden en riolering: de feiten op een rij, Arcadis & Royal Haskoning, Stichting RIONED 61
Bronnen pagina
VI VIII XII 2 3 4 4 5 5 5 6 6 6 7 7 7 8 8 8 9 9 9 10 10 10 11 11 11 12 12 12 13 15 15 16 18 20 20 21 21
gebruikte figuren Figuur I: Projectgebied als scheiding tussen stad en land Figuur II: Kenmerkende bomenlaan langs de Westermaatweg Figuur 1.1: Ligging van het Lateraal kanaal binnen het projectgebied Figuur 2.1: Uitzicht over een van de vele akkers Figuur 2.2: Overzicht plangebied Figuur 2.3: Overzicht plangebied in fasen Figuur 2.4: Huidig gebruik plangebied Figuur 2.5: Principe doorsneden. bron: presentatie Almelo Figuur 2.6: Eilanden Waterrijk Figuur 2.7: Huidig gebruik plangebied Figuur 2.8: Gemiddeld bodemprofiel. bron: ARCADIS, 2009 Figuur 2.9: Bodem bestaande situatie Figuur 2.10: Huidig gebruik plangebied Figuur 2.11: Bestaande waterstructuur Figuur 2.12: Toekomstige waterstructuur Figuur 2.13: Profiel van het Lateraal kanaal Figuur 2.14: Bestaand kwel Figuur 2.15: Bestaande grondwaterstanden Figuur 2.16: Sloot binnen het projectgebied Figuur 2.17: Helofytenfilter Figuur 2.18: Waterkaart Figuur 2.19: Living machines Figuur 2.20: Hoogtekaart bestaande situatie Figuur 2.21: Hoogtekaart nieuwe situatie Figuur 2.22: Vlakte in het gebied Figuur 2.23: Bestaande infrastructuur Figuur 2.24: Nieuwe infrastructuur Figuur 2.25: Aanzicht Westermaatweg Figuur 2.26: Groenstructuurkaart Figuur 2.27: Openbaar - prive grond Figuur 2.28: Bestaande groenstructuur Figuur 2.29: Sfeerimpressie bestaande situatie Figuur 2.30: Principe voor de watervisie Figuur 2.31: Principe voor afh. van verschillende waterstromen Figuur 3.1: Impressie foto Figuur 4.1: Hemelwateroplossingen Figuur 4.2: Regenton Figuur 4.3: Schematische doorsnede werking regenton Figuur 4.4: Onderlaag open verharding Figuur 4.3: Schematische doorsnede werking open verharding
bron
datum
eigen foto eigen foto eigen foto eigen foto eigen werk (ondergrond van GIS) eigen werk (ondergrond van GIS) doelbeelden.nl presentatie Almelo eigen werk gebasseerd op presentatie Almelo doelbeelden.nl ARCADIS, 2009 eigen werk (ondergrond van GIS) doelbeelden.nl eigen werk (ondergrond van GIS) eigen werk (ondergrond van GIS) leendertpbakker.net eigen werk (ondergrond van GIS) eigen werk (ondergrond van GIS) doelbeelden.nl eigen foto ondergrond (ondergrond van GIS Waterschap) presentatie Almelo eigen werk (ondergrond van GIS) eigen werk (ondergrond van GIS) eigen foto eigen werk (ondergrond van GIS) eigen werk (ondergrond van GIS) nederland-in-beeld.nl eigen werk (ondergrond van GIS) eigen werk (ondergrond van GIS) eigen foto eigen foto Waterplan Almelo, 2002 Waterplan Almelo, 2002 eigen foto http://www.hhnk.nl/contents/pages/47696/inno.jpg http://bin.ilsemedia.nl/m/m1dy06cww4f1.jpg bewerkte afbeelding van bergen.nl http://haarlemduurzaam.nl/html/images/fer27_Open_verharding_graskeienkl.jpg bewerkte afbeelding van bergen.nl 62
16 februari 2010
17 februari 2010 17 februari 2010
9 maart 2010 9 maart 2010 16 maart 2010 16 maart 2010 16 maart 2010
Bronnen pagina
22 22 23 23 24 24 25 25 26 26 28 29 29 29 30 30 30 31 31 31 31 31 32 33 34 34 34 35 35 35 36 36 36 37 37 37 38 38 38 39
gebruikte figuren Figuur 4.6: Waterdoorlatende verharding Figuur 4.7: Schematische doorsnede waterdoorlatende verharding Figuur 4.8: Berminfiltratie Figuur 4.9: Schematische doorsnede werking berminfiltratie Figuur 4.10: Bezinkvijver Figuur 4.11: Schematische doorsnede werking bezinkvijver Figuur 4.12: Waterloop Figuur 4.13: Schematische doorsnede werking waterloop Figuur 4.14: Omgekeerde infiltratie Figuur 4.15: Schematische doorsnede omgekeerde infiltratie Figuur 5.1: Overzicht Nieuwland te Amersfoort Figuur 5.2: Overzichtskaart Amersfoort Figuur 5.3: Wijk Nieuwland Figuur 5.4: Impressie Nieuwland Figuur 5.5: Winkelcentra Nieuwland Figuur 5.6: Wonen aan het water Figuur 5.7: Impressie foto Figuur 5.8: Vogels Figuur 5.9: Bovengrondse hemelwaterafvoer Figuur 5.10: Ondergrondse hemelwaterafvoer Figuur 5.11: Verbeterd gescheiden rioolstelsel Figuur 5.12: Zwerfvuil Figuur 6.1: Wonen aan het water Figuur 6.2: Overzichtskaart eilanden Figuur 6.3: Impressie waterelement Figuur 6.4: Impressie park Figuur 6.5: Impressie uitzichtspunt Figuur 6.6: Impressie appartementengebouw Figuur 6.7: Impressie helofytenfilter Figuur 6.8: Impressie fietspad langs de Kleine Plas Figuur 6.9: Impressie kanaal Figuur 6.10: Impressie binnenterrein Figuur 6.11: Impressie fietsbrug Figuur 6.12: Impressie activiteiten Figuur 6.13: Impressie vrijstaande woning Figuur 6.14: Impressie collectief woonpark Figuur 6.15: Impressie brug Figuur 6.16: Impressie vrije bouw Figuur 6.17: Impressie wonen aan het water Figuur 6.18: Impressie eilanden Familie eiland
bron
datum
http://www.via-infra.nl/db_images/image/IMG_0026.jpg eigen werk eigen foto bewerkte afbeelding van bergen.nl http://www.3d-tuingroep.nl/bestanden/Vijver.JPGweblog.jpg bewerkte afbeelding van bergen.nl http://www.fruitpark.nl/fotoos/watergang.jpg bewerkte afbeelding van bergen.nl eigen foto bewerkte afbeelding van bergen.nl eigen foto http://ltc.falk.nl/ltc-server/publicatie.htm?roadAuthorityId=G307&view=district&id=30724 http://www.amersfoort.nl/smartsite.shtml?id=51764 eigen foto eigen foto eigen foto eigen foto eigen foto eigen foto eigen foto eigen foto eigen foto http://static.panoramio.com/photos/original/22314043.jpg eigen werk http://blogsimages.skynet.be/images_v2/000/000/000/20090823/dyn009_original.jpg http://ansnelisse.web-log.nl/photos/uncategorized/park.jpg eigen foto http://www.sneek.nl/sjablonen/1/infotype/webpage/view.asp?objectID=117 eigen foto http://www.signatuurwonen.nl/images/fotos/2.jpg eigen foto eigen foto eigen foto http://www.andersreizen.be/eBusinessFiles/ImageFiles/PhotoAlbum/Zweden201.jpg eigen foto http://www.maarsengroep.nl/media/uploaded/Residence_Wisseloord.jpg eigen foto eigen foto http://static.panoramio.com/photos/original/22314043.jpg http://doelbeelden.nl/popcat.asp?id=1395&c=4
9 maart 2010
63
16 maart 2010 12 maart 2010 16 maart 2010 12 maart 2010 16 maart 2010 16 maart 2010 12 maart 2010 12 maart 2010
29 maart 2010 25 maart 2010 25 maart 2010 25 maart 2010 24 maart 2010
30 maart 2010 29 maart 2010 29 maart 2010 29 maart 2010
Bronnen pagina
39 39 40 40 40 42 44 45 46 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60
gebruikte figuren Figuur 6.19: Impressie speelbrug Figuur 6.20: Impressie speelgelegenheid Figuur 6.21: Impressie sfeer Figuur 6.22: Impressie groene kade Figuur 6.23: Impressie woningen Figuur 7.1: Kanaal Almelo - de Haandrik Figuur 7.2: afwatering Parkbuurt Figuur 7.3: doorsnede afwatering: woning naar woonstraat Figuur 7.4: Referentie waterafvoer in Nieuwland Figuur 7.5: afwatering Kleine plas Figuur 7.6: doorsnede openbare parkeerplaats Figuur 7.7: afwatering Singelbuurt Figuur 7.8: doorsnede afoer via de weg naar infiltratieberm Figuur 7.9: afwatering Rieteiland Figuur 7.10: principe doorsneden infiltratie Figuur 7.11: afwatering Buiten archipel Figuur 7.12: doorsnede van infiltratiegebied tussen woningen Figuur 7.13: afwatering Familie eiland Figuur 7.14: doorsnede van de parkstrook Figuur 7.15: afwatering Waterhart Figuur 7.16: doorsnede parkeerdek Figuur 7.17: Berekening peilstijging Figuur 7.18: Berekening Figuur B.1: Bestaande boerderij met erfbeplanting
bron
datum
http://www.oost-watergraafsmeer.nl/contents/pages/90706/bruggetje-in-park.jpg eigen foto http://fr.durabrik.be/backoffice/img/appartementen/Web_Houtkaai-persp-01.jpg http://www.nieuwbouw.com/project_assets/nederland/Gelderland/Apeldoorn/foto.jpg http://www.maarsengroep.nl/media/uploaded/Nieuwe_Rijn_Cuserpark.jpg eigen foto eigen werk eigen werk eigen werk eigen werk eigen werk eigen werk eigen werk eigen werk eigen werk eigen werk eigen werk eigen werk eigen werk eigen werk eigen werk eigen werk eigen werk eigen foto
24 maart 2010
64
30 maart 2010 30 maart 2010 30 maart 2010
Bronnen
65
Bijlagen Onderdelen ter verduidelijking van het rapport Onder: Figuur 9.1. Bestaande bomen binnen projectgebied
Bijlage
Bijlagen 1. Overzicht plangebied 2. Overzicht plangebied in fasen 3. Eilanden Waterrijk 4. Bodem bestaande situatie 5. Bestaande waterstructuur 6. Toekomstige waterstructuur 7. Bestaand kwel 8. Bestaande grondwaterstanden 9. Waterkaart Waterrijk 10. Hoogtekaart bestaande ituatie 11. Hoogtekaart nieuwe situatie 12. Bestaande infrastructuur 13. Nieuwe infrastructuur 14. Groenstructuur Waterrijk 15. Openbaar - prive grond 16. Zuiveringspercentages 17. Parkbuurt, zone 1 18. Kleine plas, zone 1 19. Kleine plas, zone 2 20. Singelbuurt, zone 1 21. Singelbuurt, zone 2 22. Rieteiland, zone 1 23. Rieteiland, zone 2 24. Rieteiland, zone 3 25. Buiten archipel, zone 1 26. Buiten archipel, zone 2 27. Buiten archipel, zone 3 28. Familie eiland, zone 1 29. Familie eiland, zone 2 30. Familie eiland, zone 4 31. Waterhart, zone 1 32. Waterhart, zone 2
66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 67
1. Overzicht plangebied
2. Overzicht plangebied in fasen
3. Eilanden Waterrijk
Bijlage
4. Bodem bestaande situatie
71
Bijlage
5. Bestaande waterstructuur
72
Bijlage
6. Toekomstige waterstructuur
73
Bijlage
7. Bestaand kwel
74
Bijlage
8. Bestaande grondwaterstanden
75
Bijlage
9. Waterkaart Waterrijk
76
Bijlage
10. Hoogtekaart bestaande ituatie
77
Bijlage
11. Hoogtekaart nieuwe situatie
78
Bijlage
12. Bestaande infrastructuur
79
Bijlage
13. Nieuwe infrastructuur
80
Bijlage
14. Groenstructuur Waterrijk
81
Bijlage
15. Openbaar - prive grond
82
83
80
60
50
40
30
20
max
90
80
min
90
80
zware metalen
90
max
100
min
100
nitraat
Helofytenfilter
max
100
zware metalen
nitraat
fosfor
max
min
max
min
max
min
max
min
max
20
zuiveringsrendement [%]
30
min
max
min
max
min
40
min
0
max
min
50
hydrocarbons
min
60
min
0 max
80
max
10
max
min
70
zwevende stof
10 max
min
80
max
70
zuiveringsrendement [%]
zware metalen
ecoli bacterie
nitraat
fosfor
hydrocarbons
zwevende stof
zuiveringsrendement [%]
90
min
max
min
max
min
max
min
max
min
max
min
max
min
zuiveringsrendement [%]
90
fosfor
0
max
min
100
hydrocarbons
0
max
min
20
100
zwevende stof
min
30
zware metalen
0 max
40
ecoli bacterie
min
50
nitraat
10
max
60
fosfor
10
max
min
70
hydrocarbons
10
max
min
Regenton & bezinkvijver
zwevende stof
zware metalen
ecoli bacterie
nitraat
fosfor
hydrocarbons
zwevende stof
zuiveringsrendement [%]
16. Zuiveringspercentages Zandfilter Berminfiltratie
Bijlage
70
60
50
40
30
20
Waterdoorlatende verharding
70
60
50
40
30
20
Bijlage
17. Parkbuurt, zone 1
84
Bijlage
18. Kleine plas, zone 1
85
Bijlage
19. Kleine plas, zone 2
86
Bijlage
20. Singelbuurt, zone 1
87
Bijlage
21. Singelbuurt, zone 2
88
Bijlage
22. Rieteiland, zone 1
89
Bijlage
23. Rieteiland, zone 2
90
Bijlage
24. Rieteiland, zone 3
91
Bijlage
25. Buiten archipel, zone 1
92
Bijlage
26. Buiten archipel, zone 2
93
Bijlage
27. Buiten archipel, zone 3
94
Bijlage
28. Familie eiland, zone 1
95
Bijlage
29. Familie eiland, zone 2
96
Bijlage
30. Familie eiland, zone 4
97
Bijlage
31. Waterhart, zone 1
98
Bijlage
32. Waterhart, zone 2
99
Bijlage
Bijlage 33. Toelichting op dimensionering In deze voorbeeld berekening wordt de berekening die van toepassing is op alle berekeningen voor de eilanden uitgelegd. Voor deze berekening zijn willekeurige, simpele getallen genomen om de berekening goed uit te leggen. Linksboven op de voorbeeldberekening staan de oppervlakten die in de gebieden zich voordoen. Ze zijn gespecificeerd op de verschillende eigenschappen, vanwege de verschillende afvloeiingscoëfficiënten. Een afvloeiingscoëfficiënt betekend hoeveel er van het water afvloeit en dus moet worden afgevoerd. Voor een plat dak is dat bijvoorbeeld 70% en voor een particuliere tuin is dat maar 10% omdat hier veel water kan infiltreren in de grond. Dus van de 100 m2 aan platte daken wordt 70 m2 afgevoerd via de regenpijp en van 300 m2 tuin oppervlak moet er 30 m2 worden afgevoerd. In totaal is er 500 m2 gebied waar het water honderd procent van afgevoerd moet worden. Als dit water via een verbeterd gescheiden systeem zou worden afgevoerd, zou de eerste 5 mm van een bui op het DWA geloosd worden en het overige water van de bui op het oppervlaktewater. Omdat deze eerste 5 mm niet op het oppervlaktewater komt, willen we voor deze berekening dat er minimaal de eerste 5 mm wordt gebufferd in het infiltratieveld. Zoals in de berekening is te zien zal dat voor dit gebied 3 m3 zijn.
100 m2 x 0,1m diepte, 10 m3 aan water geborgen worden wat voldoet aan de minimale hoeveelheid van 3 m3. De infiltrerende werking van het infiltratieveld is afhankelijk van de hoogte van de k-waarde van de grond (doorlatenheid van de grond). In dit gebied is de k-waarde gemiddeld 1,5 m per dag, dit is gemeten in de onverzadigde bodem. De verzadigde bodem heeft de helft aan capaciteit dan bij de gemeten k-waarde van een onverzadigde bodem. Dus is de k-waarde waar gerekend mee wordt 0,75 m per dag of te wel 0,031 m per uur. De infiltratie hoeveelheid van dit infiltratieveld is dan 100 m2 keer 0,031 m is 3 m3 per uur. Met al deze gegevens kan bepaald worden hoeveel water via een overstort naar het oppervlaktewater gaat. Bij een T=100 zal na een uur 9 m3 via de overstort naar het oppervlakte water gaan. Neerslag 22 m3 - buffer 10 m3 – infiltratie 3 m3 = 9 m3 afvoeren. Er kan op deze manier gekeken wanneer de grootste hoeveelheid kuubs aan water moeten worden afgevoerd. Hiermee kan gekeken worden of het haalbaar is en tevens kan de overstort erop gedimensioneerd worden.
Bij deze berekening is van een T=100 uitgegaan, dit is een bui die eenmaal in de honderd jaar valt. Deze T=100 is te verdelen in verschillende tijden. Bijvoorbeeld een T=100 van een half uur geeft 36 mm en een T=100 van 4 uur 55 mm. Met het aantal mm dat valt en de oppervlakte van 500 m2, kan berekend worden hoeveel kuub aan water er valt in een bepaalde tijd. Ook kan berekend worden hoeveel water het infiltratie veld kan bufferen. Dit is afhankelijk van de grootte van het veld, dat te vinden is in de oppervlakten lijst en de diepte van het veld, dat boven de berekening is aangegeven. Zo kan hier
100
Bijlage
101