H U L P HELPT He t V E R HA A Lv an A A N Z ET
“Samen maken we het waar”
Voorwoord Maatschappelijk werk is in feite een oud ambacht. Er zijn altijd mensen geweest die mensen hielpen die het zelf niet voor elkaar kregen. Helpen. Vooruit brengen. Stimuleren. De maatschappelijk werker vindt dit een natuurlijke gang van zaken. Zó natuurlijk dat we vaak over het hoofd zien dat we dit ook moeten kunnen uitleggen. Hoe we verbinden. Hoe we helpen. In dit boekje geven we u een inkijkje in de dagelijkse praktijk van maatschappelijk werkers en de hulp- en dienstverleners met wie zij hecht samenwerken. Het zijn drie verhalen geworden, van Bonnie, Robert en Carla*. Maar zo zouden we er honderd, nee duizend kunnen vertellen. Iedere situatie is uniek. Daarin steeds opnieuw je weg vinden en met de cliënt de passende oplossing vinden is wat onze hulp- en dienstverleners uit volle overtuiging doen. Wij laten u dit enthousiasme zien. Thérèse Greidanus Bestuurder-directeur Oss, najaar 2013
* In overleg met de cliënten zijn de namen in het verhaal van Bonnie en Carla gefingeerd. Op verzoek van Robert is zijn eigen naam gebruikt.
Bonnie
Het verhaal van
A L S J E O M H U LP VRA A G T B EN J E NIE T O P JE B E ST
Bonnie: Cliënt Petra Stulemeijer: Maatschappelijk werker Aanzet Mia van Doorn: Vrijwilliger vanuit de diaconie André van Mierlo: Sociaal Raadsman Aanzet Mieke Bosch: Schuldhulpverlener Sociale Dienst (Optimisd) 4
Bonnie Petra
Het blijft een moeilijk te pakken verhaal. Beetje bij beetje krijg ik informatie over deze vrouw en haar geschiedenis. Ze heeft veel in haar rugzak.
Bonnie
Toen ik hier in deze woonplaats kwam had ik niks. De katholieke kerk is erg belangrijk voor mij dus ik heb hulp gevraagd aan meneer pastoor. Die kwam meteen de volgende dag kennismaken en stuurde dezelfde week nog Mia.
Mia
Ik kwam bij Bonnie en heb gezegd dat ik haar wilde helpen. Ze woonde samen met haar zoon in een klein huisje en het was armoe troef. Ze hadden een bank, een stoel en twee keukenstoeltjes. Meer niet. Er lag niet eens vloerbedekking op de betonnen vloer. Moeder sliep op de bank en de zoon op de grond op de rugkussens. Ik heb meteen in onze kring van vrijwilligers een hulpvraag geplaatst: dringend behoefte aan twee eenpersoonsbedden, een tafel en wat stoelen. Binnen een week of wat was dat geregeld. In ons dorp wonen veel hulpvaardige mensen die mensen in nood graag willen helpen. We durven aan elkaar te vragen, heb jij nog iets of kun jij dat doen? Onze vrijwilligerscentrale heeft een groot netwerk van vrijwilligers. Soms schakelen we andere instanties of de gemeente in en als het nodig is nemen we contact op met de wethouder zelf. Ik heb Bonnie ook een tas met boodschappen gegeven. Omdat ik zag dat er veel meer problemen waren heb ik Aanzet erbij gehaald.
”Er moest acuut orde op zaken gesteld worden” Petra
Mia vroeg of ik bij Bonnie op huisbezoek kon komen. Bij het eerste gesprek zag ik haar in die armoede. Er moest acuut orde op zaken gesteld worden. Daarvoor heb ik mijn collega André en Mieke van de Optimisd gevraagd.
André
Ik had 2 uur voor een huisbezoek uitgetrokken en dat was ook nodig. Haar administratie was een chaos. Ik vond overal ongeopende brieven, in elke hoek papieren en formulieren die niet ingevuld waren. Mevrouw wist wel waar ze over praatte maar ze was compleet het overzicht kwijt geraakt. Ze wist niet meer wat actueel was en wat weg kon. Hoe zoiets komt? Misschien een beperking maar het
5
Bonnie kan ook door een overhaaste verhuizing gebeuren. Niet iedereen kan het dan zelf nog oppakken. Ik heb de stand van zaken opgemaakt en alles geordend en gesorteerd in een klapper gestopt. En uitgezocht of zij nog recht had op bepaalde uitkeringen of toeslagen. Ik voelde wel aan dat er meer aan de hand was, bijvoorbeeld met haar zoon. Mijn taak is zakelijk, kort en krachtig. Schuldhulpverlening houdt het verder in de gaten en leert mevrouw om het voortaan zelf te doen.
Mieke
Het meest frappante vond ik de relatie moeder-zoon. Bij mijn huisbezoek zat hij achter de computer en hij heeft al die tijd niet opgekeken. Bonnie vertelde dat Remco een opleiding volgde. Omdat wij als Sociale Dienst inzage hebben in bepaalde systemen kon ik zien dat hij een auto op naam had en een Wajong-uitkering. Dat had mevrouw niet verteld. Voor het tweede gesprek heb ik haar op kantoor uitgenodigd. De vrijwilligster was meegekomen. Ik heb uitgelegd dat ze met haar WAO en de Wajong-uitkering van haar zoon niet meer huurtoeslag kreeg en dat haar zoon kostgeld kon betalen. Maar ik snap wel dat het voor een ouder gevoelig ligt om dat te vragen. Ik had het idee dat de financiën van moeder en zoon door elkaar heen liepen. Het kan zijn dat Bonnie niet wist hoe hoog de Wajong-uitkering was. Van die auto wist ze natuurlijk wel, ze zei, o die oude barrel, die doet het niet meer. Ze heeft het zeker niet breed maar de situatie is anders dan ze in eerste instantie heeft geschetst. Ze had geen vloerbedekking en dat kan natuurlijk niet in zo’n oude woning.
Mia
Bonnie heeft lang op vloerbedekking moeten wachten. Ze kreeg hem voor niks, uit de toonzaal van een woninginrichting. We moesten hem zelf komen halen en leggen. Ik heb niemand kunnen vinden om in het hele huis vloerbedekking te leggen, dat heb ik toen via de Optimisd geregeld, zij hebben de legkosten betaald. De gemeente zegt dat ze voor alle arme mensen zorgt. Er is een potje voor acute nood, maar de minima weten doorgaans niet hoe ze hiervoor in aanmerking komen. Wij, vrijwilligers, wijzen ze de weg.
”Ik kreeg een afwijzing van schuldhulpverlening omdat ik mijn zoon in huis had” 6
Bonnie Bonnie
Mijn zoon heeft een poosje op zichzelf gewoond. Toen verviel zijn studie-uitkering en kwam hij weer thuis. Dan ga je niet aan je kind vragen wat heb jij allemaal wel niet. Maar ze gaan ervan uit dat de bijdrage van je zoon zo en zo hoog kan zijn. Remco had een oude auto en hij moest mij regelmatig rijden. Vanwege mijn invaliditeit kan ik niet fietsen en niet ver lopen. De auto hebben we nu weg gedaan. Ik kreeg een afwijzing van schuldhulpverlening omdat ik mijn zoon in huis had, we zaten 30 euro boven het minimum. Ik hang vlag en wimpel uit als ik van mijn schulden af ben.
“Ik paste weer nergens in!” We hebben schulden gemaakt toen mijn zoon kanker had. Hij moest anderhalf jaar lang om de 3 weken een behandeling die 125 euro per keer kostte en niet vergoed werd. Ik ben gaan lenen bij postorderbedrijven, jaja, bij ons kunt U meteen 1000 euro krijgen, direct geld! Maar kom je aan de ene kant te kort, dan leen je weer ergens anders. En de brieven bleven maar binnen komen; je moet betalen, betalen! Ik zocht hulp bij een budgetbureau maar die zeiden, wij kunnen je niet helpen want je zit boven het minimum. Ik paste weer nergens in! Ik heb er 8 jaar over gedaan om af te lossen.
Mieke
Bonnie had praktisch geen schulden meer toen ze bij ons kwam. Ik heb haar advies gegeven en een budgetplan gemaakt, waardoor ze overzicht heeft op haar inkomsten en uitgaven. Petra leert haar om dit te gebruiken.
Petra
Het kostte moeite om de achterstanden en schulden in kaart te brengen. Onze eerste 3 gesprekken waren praktisch, gedoe met de woningbouw en helpen om de zaken op orde te krijgen. Haar zoon moet kostgeld betalen, ik weet niet hoe ze dat nu geregeld hebben maar samen komen ze er wel uit.
Bonnie
Als verpleegkundige heb ik lang in een verpleegtehuis gewerkt. Ik heb een herseninfarct gehad. Na twee jaar ziektewet werd ik voor 100% afgekeurd. Ik heb heel veel gedaan om aangepast werk te krijgen want ik wilde niet thuis blijven zitten. Mijn re-integratietraject heeft niks uitgehaald. Ik heb nog geprobeerd om onderwijsassistente te worden en leidster bij de kinderopvang. Daar heb ik alle certificaten voor gehaald. Maar ik had veel pech. Wisselende begeleiding bij het re-integratiebureau,
7
Bonnie moeite met het vinden van een stage en geen kans op werk. Dat bureau heeft er wel 5000 euro voor gekregen! ‘Mevrouw is actief met solliciteren en doet overal aan mee, maar het lukt niet’, zeiden ze bij het UWV. Het leek alsof ik weer niet in de regeltjes en procedures paste. Daar heb ik een klap van meegekregen.
Petra
Bonnie heeft zich nooit gesteund gevoeld. Ze komt uit een gezin waar vier, vijf verschillende vaders waren en ze heeft een aaneenschakeling van verhuizingen en problemen achter zich. Van haar nulde tot haar tiende heeft ze bij oma en opa gewoond. Ze beschrijft haar jeugd als alleen, onbegrepen en eenzaam. En later, toen ze bevallen was van haar zoon, heeft haar man haar in de steek gelaten. Kortom; een liefdeloos en eenzaam leven. We kijken nu samen naar haar achtergrond, er ligt veel onverwerkt verdriet. Ze heeft het vertrouwen in de mensheid verloren. In ons 4e gesprek vertelde ze over de kindertijd van Remco en de doodsangst die ze had toen hij bijna stierf. Ook toen heeft ze zich nooit gesteund gevoeld. Ik denk dat ze als reactie daarop zich soms zó gedraagt dat ze automatisch weerstand oproept. Dit hoop ik te kunnen doorbreken. Als ze de zorgen die haar haar leven lang achtervolgen kan loslaten, denk ik dat ze een positieve houding kan vinden en normaal kan leven in plaats van overleven.
“Ze beschrijft haar jeugd als alleen, onbegrepen en eenzaam” Bonnie
Ik voelde me mijn hele leven alleen staan. Ze zeggen wel dat er hulpverlening is maar dan denk ik; dat is niet voor mij weggelegd. Ik had ooit hulp gezocht bij een psycholoog. Die zei na één gesprek, o, jij redt het wel zelf, je hoeft niet meer terug te komen. Na het infarct moest ik leren om dingen weer op me te nemen. Ik ging bij een cursus ‘Opkomen voor jezelf’. Daar zeiden ze, maar dat heb jij niet nodig, je hoort hier niet. Ik val altijd tussen wal en schip. Dus toen ik hier in deze woonplaats kwam dacht ik, hoezo hulp?
Petra
Ze raakt mij, ze is een echte knokster, eentje die ondanks alle tegenslag daar toch staat. Nooit zelf ervaren wat liefde is, maar liefdevol naar haar - nu volwassen - zoon met al zijn beperkingen. Ze heeft er alles voor over dat hij het goed heeft en gelukkig is, hem geven wat ze zelf nooit heeft gehad.
8
Bonnie Onze vertrouwensband wordt nu sterker. Ik gun het haar dat ze nu de kans krijgt om haar last kwijt te raken. Ze is op een punt in haar leven gekomen dat er misschien dingen kunnen die eerder niet mogelijk waren. Ze krijgt nu de kans om het te doorbreken. Want we kunnen de praktische problemen wel oplossen, maar als we niets doen aan de achterliggende oorzaken, komen die weer terug. Na ieder gesprek vraag ik: heeft dit jou geholpen? Als het uitdiepen van het verleden geen oplossing biedt laten we het liggen.
“Ze is een echte knokster” We gaan het ook over haar zoon hebben. Hij heeft in het verleden hulp van de SPD gehad. Ik overleg met Bonnie over het moment om hem er bij te betrekken. Zijn studie of werk, en misschien wel begeleid wonen, moet bespreekbaar worden. Ik hoop dat hij ook wil veranderen, maar op dit moment is de zorg van moeder groter dan die van hem. Hij lijkt het wel prima te vinden hoe het gaat.
Bonnie
Ik wist niet wat me overkwam toen de pastoor aanbelde. En Mia, en toen Aanzet. Petra luistert echt en als ze iets moet doen, dan doet ze het ook. Ik dacht, hier word ik inderdaad gehoord. Ik heb mijn levensverhaal verteld en ben met Petra bezig om het verleden een plek te geven. Alle verliezen die ik heb geleden; op een broer en een zus na heb ik iedereen naar het kerkhof gebracht. Het is voor het eerst, - en ik word 56 -, dat ik door iemand gehoord word. Ik moet mijn leven veranderen en ja, ik moet aan heel veel dingen werken.
Mia
Ik denk dat Bonnie voorlopig zonder hulp kan, maar ik ga af en toe nog eens langs. Het zou helpen als er een dagbesteding gevonden wordt voor Remco. Misschien dat MEE hem kan begeleiden. Contacten met anderen lukken niet goed, maar hij schijnt kundig te zijn met de computer. Ik zou het fijn vinden als hij een baan in de ICT kon krijgen.
Bonnie
Voordat je bij de hulpverlening komt, heb je dikwijls al een heel traject afgelegd of op een wachtlijst gestaan. Dan kom je aan de beurt en is het van, waar zit je mee, nou dat kan u zelf wel! Maar als je om hulp vraagt ben je niet op je best en mankeer je wat. Je hebt de kracht niet om op de toppen van
9
Bonnie je functioneren te zitten. Een hulpverlener moet niet doorzagen maar doorvragen! En niet afschuiven; al die verschillende loketjes, daar worden mensen moedeloos van. Moet je weer aan een vreemde alles vertellen! Als je er een stel hebt gehad, heb je er geen geloof meer in. Mijn ervaring met Aanzet is gelukkig anders, daar heb ik een vast iemand. Het zou goed zijn als je bij de gemeente ook een vaste contactpersoon hebt. Als ik denk aan mijn toekomst? Wat ik heel graag zou willen - maar dat kost veel geld - is mijn rijbewijs halen. Misschien iets voor de verre toekomst. Ik zou ook wel met gehandicapte kinderen willen werken, vrijwillig, want een betaalde baan kan ik wel vergeten. Maar voor ik verder kan, moet ik mijn eigen dingen opruimen. Als ik het zou tekenen kleurde ik het lichtblauw met wolken en licht rood met daarin vlammen. Met er tussen in een zwarte streep. Het beeld van hoe ik me vroeger voelde is een Grieks/Romeinse gestalte, zonder armen.
“Voor ik verder kan moet ik mijn eigen dingen opruimen”
10
Bonnie
11
Robert
Het verhaal van
H E LPE N IS: NIE T VE R O O R DE LE N
Robert: Cliënt Erich: Maatschappelijk werker Aanzet Maaike: Reclasseringswerker Novadic Kentron André: Sociaal Raadsman Aanzet Lia: Bewindvoerder Saldi Verdi Verdihuis 12
Robert Erich
Op een gegeven moment staat er een ex-gedetineerde op de agenda van het Veiligheidshuis. Dan krijg je meteen voorinformatie: negatief verleden, 7½ maand aan zijn broek gehad, ooit in het Verdihuis gezeten en eruit gezet. Als ie vrij is, laat hem zich maar bij mij melden als hij wil, zei ik. Dan gaan we kijken wat ie nodig heeft. April vorig jaar stond ie hier op de stoep. Hij had een kamer gehuurd en zich netjes gemeld bij de gemeente voor een uitkering.
Maaike
Robert was net veroordeeld voor een delict, maar had daar geen detentie voor gekregen. De rechtbank kan ook een voorwaardelijke straf opleggen. Als daar voorwaarden aan verbonden zijn, zoals bij Robert, komt de reclassering in beeld. Hij woonde bij de vader van zijn vriendin maar kon zich daar niet inschrijven. Hij kon dus geen uitkering aanvragen. Alles wat ik moet hebben is een postadres, zo kwam hij bij me binnen. Dan komt het goed want een dak boven mijn hoofd heb ik al. Dat adres heeft hij zelf geregeld, net als zijn uitkering. Supergoed gedaan! Maar hij wilde meer ondersteuning. Toen heb ik hem van Aanzet verteld.
“Waarom zeggen ze niet, dit en dit kan en we willen u helpen?” Robert
Ik kende Aanzet niet, maar ik had met Erich meteen een klik. Wat mij raakte was dat hij niet begon met vragen als, laat eens effe horen wat je allemaal hebt uitgevreten. Nee, het was hoi Robert, wat kan ik voor je doen? Er lag een hele stapel papieren van mij. Erich zei, ach daar lees ik wel een keer doorheen, dat is nu niet belangrijk. Ligt er in het verleden nog een probleem? Nee, zei ik, dat is gedaan, mijn straf heb ik gehad. Nou oké, zei hij, dan gaan we nu verder. Erich zei: ga naar gemeente en zeg dat je helemaal niks hebt, dat er broodnood is en vraag bijzondere bijstand aan. En de gemeente zei, ja dat bestaat en ik kreeg diezelfde dag 1000 euro voorschot! Je moet dus de juiste vragen stellen bij de gemeente, ze zeggen zelf niet wat mogelijk is.
13
Robert Dat vat ik niet, ik denk dat de gemeente de eerste is waar iedereen komt. Waarom zeggen ze niet, dit en dit kan en we willen u helpen? En zo de maatschappij helpen omdat jij niet meer teruggaat naar je verleden.
Erich
Tegelijkertijd kreeg hij van de Sociale Dienst de opdracht om in één maand 40 sollicitatieactiviteiten uit te voeren. Hij had een DigiDcode nodig om zich in te schrijven bij werk.nl. maar hij wist niet wat dat was. Ik heb die meteen met hem aangevraagd. Maar door dat gedoe had hij niet al die opdrachten kunnen uitvoeren. Daarom ging ik met hem mee naar zijn consulent van de gemeente om een goed woordje voor hem te doen. Ik hoefde dat niet, maar ik wilde hem laten merken dat ik er voor hem ben.
André
Ik heb Robert geholpen met de zorgtoeslag en de voorliggende voorzieningen. Ik heb hem één keer gesproken, een aardige man. De meeste mensen die uit detentie komen willen geen hulp, maar hij was er echt blij mee. Als sociaal raadsman ben ik zakelijk. Ik moet snel kunnen analyseren, waar heb je wel, waar heb je geen recht op? Veel mensen weten niet wat voor voorzieningen er zijn. Ze zullen het uit zichzelf nooit gaan vragen. De maatschappelijk werker is voor de cliënt het aanspreekpunt, als er praktische problemen zijn, ben ik er.
”Veel mensen weten niet wat voor voorzieningen er zijn. Ze zullen het uit zichzelf nooit gaan vragen” Erich
14
Robert had reclasseringstoezicht onder de voorwaarde dat hij zich intramuraal zou laten behandelen in een huis van Dichterbij. Daar had ie geen zin in. Hij zegt, ik ga toch niet weer in een gevangenis zitten! Als hij weigerde kreeg hij nog een veroordeling van een maand. Maar dat had hij liever. Ik zeg, verdorie, we hebben nou een hoop op de rit, als jij moet gaan zitten, stopt jouw uitkering en raak je misschien je kamer kwijt. Toen heb ik een briefje aan de rechter geschreven over hoe goed hij het eigenlijk doet. Laat hem nou niet zitten, want dan raak ik hem misschien kwijt en ik heb nu een vertrouwensband met hem opgebouwd, wat voor hem heel bijzonder is.
Robert Maaike
In de rechtbank kwamen we allemaal bij elkaar. Vroeg de rechter: Jij wilt dus niet meewerken aan die opname en hoe gaat het nou? Vanuit de reclassering konden wij niet anders dan bevestigen dat het goed ging en we hebben voorgesteld om Robert ambulant te begeleiden. De rechter heeft ermee ingestemd en aangegeven dat Robert mee moet werken. Ik zie hem nu om de twee weken.
“Hij zei; ik heb geen zin om weer achter de tralies te zitten, ik wil een ander leven leiden” Erich
Hij is ontzettend gemotiveerd en wil echt iets van zijn leven maken. Hij zei, ik heb geen zin om weer achter de tralies te zitten, ik wil een ander leven leiden. En werken voor mijn geld. Maar zijn arbeidsverleden bestaat uit een dag of wat werken en dan boos weglopen.
Robert
Ik heb nu vanaf deze maand werk. Erich vroeg of een WSW-indicatie niet het beste bij mij zou passen. Dat is nu, 3 maanden later, uitgelopen op een vast contract van 20 uur. Ik heb mijn eigen object en dat bevalt me goed.
Erich
Nu hij werkt voelt hij zich gewaardeerd, hij telt mee in de maatschappij. De volgende actie was dat hij zei dat hij niet met geld kan omgaan. Als je het echt goed wilt dichttimmeren zei ik, dan moet je bewindvoering aanvragen. Nou dat wil ik wel, zei hij.
Lia
Ik heb verteld wat bewindvoering inhoudt. Ik had met hem te doen. Ik dacht, je hebt een hoop meegemaakt, je probeert het nu allemaal op de rit te krijgen en dat lukt jou in je eentje niet. Je hebt hulp nodig en bent op de goeie weg om daarnaar te vragen. Robert ging meteen over mijn grenzen. Hij zat in een kamer van 450 euro en was net verhuisd naar een kamer van 600 euro. Met een inkomen van 832 euro en schulden! Hij had huurtoeslag aangevraagd maar er geen recht op omdat die woning niet is gesplitst. Ik zei tegen hem, als jij dit soort acties onderneemt laat je niet zien dat je het zelf kunt. En zolang jij niet
15
Robert stabiel bent, kan ik jou niet aanmelden voor schuldhulpverlening. Er moest borg betaald worden. Hij had een nieuwe jas en een broek nodig. Hij wilde naar de carnaval en het feest van zijn vriendin. Ik kon me dat voorstellen, hij was nu vrij en wilde ook bepaalde dingen. Ik liet het hem zien: kijk, dit heb ik, als ik je dit geef hou je dat over, zeg het maar. De huurtoeslag die binnenkwam wou ik reserveren. Ik legde uit dat hij daar geen recht op had en die moest terug betalen. En we wilden geen nieuwe schulden maken. We zijn nu bezig met een eigen woning voor hem. Dan krijgt hij huurtoeslag en is het wat royaler. Hij heeft nu maar 50 euro per week leefgeld, daar moet hij alles van doen.
Robert
Volgende maand word ik 35 jaar. Het gaat me eigenlijk angstaanjagend voor de wind. Ik denk dat dat veel te maken heeft met de aanpak van Erich. Andere hulpverlenende instanties zeiden altijd: kom Robert, we gaan nu naar links en ze zetten mij daar neer. Erich zegt, Robert we kunnen die kant uitlopen als je dat zelf ook wilt en laten we samen oplopen. Hij legt uit waarom we die kant op gaan en als het verkeerd loopt trekt hij mij aan mijn jasje. Erich laat je een hoop zelf doen, dat is wel goed. Ik ben een mens die zelf dingen wil ondernemen en hij zegt dat ik dat ook goed kan.
Erich
Hij was 16 toen zijn beide ouders verongelukten. Met een oudere broer bleef hij in het ouderlijk huis wonen. Er was weinig toezicht en hij raakte al gauw aan lager wal, blowen en in het circuit van stelen. Hij heeft een lichte verstandelijke beperking en is zo mee te sleuren in zo’n wereld, dat is hem herhaaldelijk overkomen. Deze mensen hebben totaal geen vertrouwen meer in anderen. In hulpverlening al helemaal niet want die stellen alleen maar eisen.
“Dan denk ik, hij moet nu fouten kunnen maken, wij fluiten hem wel terug” Lia
16
Ik bied een helpende hand maar in het begin pak ik vooral over. Als hij post krijgt moet hij dat aan mij melden en als er iets in zijn persoonlijke situatie verandert ook. Soms zeg ik hem, dit doe je niet handig. Zegt ie, kijk eens naar deze nieuwe telefoon, die wilde ik graag hebben. En ik: ja en aan de
Robert andere kant heb je een hele bak met schulden die je níet wilt! Maar dan denk ik, hij moet nú fouten kunnen maken, zoals met die huurtoeslag, wij fluiten hem wel terug. Als hij dit straks doet, vervalt hij. Kijk, dit is een ook leerproces voor hem. Ik wil eruit halen wat er in zit, meeveren met de cliënt en alle ruimte opzoeken die er is. Hem laten merken dat alles niet altijd negatief is, laten ervaren dat het anders kan. Hij vertrouwt mij en ik wil hem ook vertrouwen geven. Cliënten gaan vaak anders om met waarden en normen dan ik, ze zijn er flexibeler in, zeg ik maar. Ik voel me hierdoor niet persoonlijk aangesproken. Ik kan me voorstellen dat ik in zo’n situatie misschien ook mijn grenzen wat op zou rekken.
Erich
Hij is in zijn leven niet gewend dat iemand hem bijstaat. Hij doet het nu hartstikke goed. Hij is al vele malen in de verleiding geweest omdat hij te weinig geld heeft. Ik zeg, Robert je moet eerlijk tegen me zijn. Heb je echt nooit meer wat uitgehaald? Hij verzekert me: Erich, dat heb ik nooit meer gedaan, ik wil het ook niet meer. Ik geloof hem en moet hem ook vertrouwen. Ik vind het knap van zo’n jongen die echt uit het slop komt en er dan gewoon voor wil knokken.
“Ik heb er een voorliefde voor om mensen vanuit een plek waar je echt niet wil zitten, ergens te krijgen waar ze een normaal leven hebben en de gewone dingen kunnen doen” Maaike
Ik weet dat hij zijn problemen heeft en altijd zal houden. Dan heeft hij weer iets in zijn hoofd en denken we o jee, hoe gaan we dit nou weer doen? En overleggen; stuur jij hierop aan en ik daarop. Tot nu toe is alles ondanks zijn beperkingen toch goed gekomen. Soms denk ik, dat heb je niet handig gedaan. Dan zeg ik hem Robert, dat gaat het niet worden. Ik stel ook mijn grenzen. Ik heb er een voorliefde voor om mensen vanuit een plek waar je echt niet wil zitten, ergens te krijgen waar ze een normaal leven hebben en de gewone dingen kunnen doen. Ik ben oprecht van mening
17
Robert dat deze jongen veel heeft bereikt in een heel korte tijd. Ik denk wel dat hij altijd iemand als Erich nodig heeft om op terug te vallen.
Erich
Ik heb regelmatig contact met zijn reclasseringsambtenaar, die om de paar weken een gesprek met hem heeft. Reclassering is dwang, vanuit de kaders waaraan hij zich moet houden. Dat is vaak een goeie combinatie met ons. Ik kan er gewoon voor hem zijn.
Maaike
Ik vind dat iedereen een nieuwe kans verdient. Er zit een verleden achter elk mens. Robert heeft geen andere wegen gezien dan die hij heeft bewandeld. Daar had ie een andere omgeving voor nodig gehad. Wat hij gedaan heeft keur ik niet goed maar ik snap het wel. Als hij een kans krijgt, zijn we daar allemaal bij gebaat, ook de samenleving. Hij hoeft dan geen dingen te doen in een milieu waar hij eigenlijk niet in wil zitten. Robert heeft nu verschillende sociale contacten opgebouwd en de band met zijn familie komt terug. Wie weet kunnen zij straks ook wat bieden.
“Zorg moet je niet verwarren met in de watten leggen” Je kunt wel roepen dat we iemand moeten vastzetten en geen zorg moeten geven. Dan staat ie letterlijk met zijn plastic zak met spulletjes weer op straat zonder dak boven zijn hoofd of een inkomen. Met alle problemen die hij van te voren had en nog steeds heeft. Zorg moet je niet verwarren met in de watten leggen.
Lia
Deze dienstverlening is ook voor de samenleving verstandig. Wat kost het wel niet als we hem laten aanmodderen! Robert moet nu leren dat het geld dat binnenkomt niet allemaal voor hem is. Ja, wel voor hem maar dat hij het niet zomaar kan uitgeven. Ik zou het fijn vinden als hij zijn eigen huis heeft en ik hem kan aanmelden voor schuldhulp. Bijvoorbeeld dat we kunnen starten op 1 januari 2014 en dan is het op 1 januari 2017 klaar. Dan is alles wat er binnenkomt weer helemaal van hem.
18
Robert Erich
Natuurlijk heeft hij de samenleving ook schade berokkend. Vanuit zijn geschiedenis kun je je er iets bij voorstellen. Hij heeft weinig meegekregen, veel pech kun je het noemen. Natuurlijk heeft hij het allemaal zelf gedaan maar ik ga hem daarmee niet om de oren slaan. Ik ben geen rechter. Hij is al veroordeeld, niet alleen door rechters maar ook door anderen; mensen en instanties.
”De grondhouding moet zijn: je mag er zijn Eigenlijk heel basaal: wat helpt jou?” Een niet veroordelende houding, dat vind ik de kern van hulpverlening. Iedereen moet altijd weer een kans krijgen, ook al is het de zoveelste keer. Je kunt als maatschappij mensen niet afschrijven. Misschien dat hij het daarom goed doet. Het is ook het juiste moment natuurlijk, het komt echt niet alleen omdat ie mij tegen kwam. Hij heeft een vriendin en wil zijn leven goed op de rails krijgen. Straks schuldenvrij en eerst zelfstandig alleen wonen. Dat vind ik heel verstandig. Als het allemaal lukt, misschien wel samenwonen. Helpen begint bij het onder ogen zien welke betekenis een cliënt aan zijn leven geeft. Daarbij moet je aansluiten en proberen om hem te bewegen naar andere inzichten. Dat is een lange weg. Een mens in problemen beseft niet meer dat hij invloed heeft op zijn toekomst en ertoe doet voor een ander. Als je die invloed kunt verruimen krijgt iemand meer grip op zijn situatie. Daar past geen veroordelende houding bij. De grondhouding moet zijn: je mag er zijn en wat heb je nodig. Eigenlijk heel basaal: Wat helpt jou?
Robert
Zo ben ik nog nooit geholpen. Andere instanties keken in de documenten van het verleden en zeiden, o de problematiek is natuurlijk begonnen omdat op je 16e jaar dit gebeurde. Deels klopt dat wel maar ik wilde uit detentie nou net een ander leven opbouwen, gericht naar de toekomst. Ik vertrouw op het paadje dat ik samen met Erich aan het wandelen ben, ik zie nu ook geen slechte wegen links en rechts. Als hij er niet was, denk ik dat ik die zijwegen wel had gezien. Dat iemand om
19
Robert een hoekje zegt, hee kom eens, hier staat een grotere pot met goud! Uiteindelijk doe je het wel helemaal zelf maar ik zou mijn maatje nou niet los kunnen laten, echt niet, ik zeg: loop maar mee tot de finish. Waar die ligt? Ik denk bij huisje boompje beestje, dat is toch waar iedereen naar verlangt diep in het hart. Ik heb het gevoel dat ik het straks allemaal wel zal hebben. Het huisje en het beestje heb ik al, nu het boompje nog. En ik verwacht geen geldboom.
“En ik verwacht geen geldboom”
20
Robert
21
Carla
WOMENPOWER, ZEI IK TEGEN HAAR Het verhaal van:
Carla: Cliënt Jacqueline Mulders: Gezinscoach Centrum Jeugd en Gezin/Aanzet Anja de Jong: Woonbegeleider Verdihuis Minggoes Pessy: Jeugdpreventiewerker Aanzet 22
Carla Jacqueline
Ik werd gevraagd voor een gezin met 3 kinderen: een dochter van bijna 18 en een tweeling van 14. Moeder wilde geen hulp en dat is een van de criteria voor aanmelding bij een gezinscoach. Mensen schamen zich vaak als ze aangemeld zijn voor hulp en dit was met Carla ook het geval. School en Schoolmaatschappelijk werk hadden zorg over de tweeling Karin en Martijn. Er was sprake van fors verzuim.
“Mensen schamen zich als ze aangemeld zijn voor hulp” Carla
Ik ben bang van Jeugdzorg en liep op mijn tenen om maar niks verkeerd te doen. Mijn oudste dochter had met Jeugdzorg te maken. Toen ze vijf was ging Samantha bij haar vader wonen. Ze kon ook naar een internaat maar ik dacht, nee, liever maar bij haar eigen familie. Samantha had driftbuien en was agressief naar de tweeling die toen net was geboren. Vanaf een jaar of 12 kwam ze toch in internaten terecht en onder toezicht van Jeugdzorg. Ik had alleen contact met haar voogd. Samantha heeft er altijd veel moeite mee gehad dat ze niet bij mij kon wonen. Daar is bij Jeugdzorg nooit iets mee gedaan. Ze liep vaak weg en ik vond haar altijd weer. Ik was strafbaar als ik mijn dochter onderdak verschafte. Ik heb Jeugdzorg iedere keer getipt als Samantha terecht was. Ik zei: zeg nou niet dat ik getipt heb want anders vertelt ze mij nooit meer iets. Maar al die keren hebben ze tegen haar gezegd: je moeder heeft dit bij de politie gemeld. Samantha kon het allemaal niet zetten en heeft een zorgmelding over mij bij BJZ gedaan. De tweeling zou verwaarloosd worden en bijna geen eten hebben. Jeugdzorg constateerde dat dit niet waar was. Ze gingen controleren of Karin en Martijn op school kwamen. Ik voelde me door BJZ niet gesteund. Ik had het niet meer in de hand. Als de kinderen zeiden dat ze ziek waren, dacht ik dat dat ook echt zo was. Achteraf leer je dat kinderen zichzelf ziek kunnen maken en er echt lichamelijke klachten van krijgen. Eerst af en toe, maar op een gegeven moment waren ze elke week wel een keer ziek. Zodra ze thuis konden blijven was het snel over. Omdat ik met mijn eigen problemen bezig was, ging ik met hen geen conflict aan. De school van Martijn trok toen aan de bel en de schoolmaatschappelijk werker kwam met Jacqueline aanzetten.
Jacqueline
Carla was bereid om mij binnen te laten. We hadden direct een klik. Ik merkte dat ze zich erg schaamde. Ze had al een en ander aan hulpverlening en pedagogische ondersteuning achter de rug. Ik
23
Carla zei, dat is geen teken dat je het niet kunt. De kinderen komen nu in de puberteit en vragen heel andere dingen. Die schaamte speelde een grote rol. Ze had graag gezien dat het anders was gegaan dan bij haar thuis. Ze wilde een goede moeder zijn. Ze zat in een complexe situatie en vond het moeilijk om haar taak als opvoedster te nemen. Samantha was zwanger, moest uit het internaat weg en deed steeds een beroep op moeder, maar die kon haar niets bieden.
“Jacqueline rekent je niet gelijk af op je fouten” Carla
In het begin dacht ik shit, ze is van Jeugd en Gezin, net als jeugdzorg. Hulp voor de kinderen vond ik prima maar ik vond het minder toen ik zelf aan de beurt kwam. Jacqueline deed het rustig aan en kwam steeds dichter bij me. Zij laat zien dat je jezelf kunt zijn en rekent je niet gelijk af op je fouten. Als het Jacqueline niet zinde zei ze het gewoon, dat heb ik liever dan dat iemand er om heen zit te draaien. Door haar ben ik vertrouwen gaan krijgen en was ik niet bang dat ze het meteen zou gaan melden omdat er problemen waren in ons gezin.
Jacqueline
De kinderen hadden veel last van de ernstige gedragsproblemen van hun oudste zus. Daar konden ze met mij over aan de praat. Dan besprak ik dat met moeder: je kinderen lijden er onder. Je moet hen beschermen tegen het gedrag van Samantha. Met name Martijn werd er letterlijk ziek van. Ze wisten dat Samantha een verstandelijke handicap had. Ik had het ook met hen over hun verantwoordelijkheid. Dat ze gewoon naar school moesten. Letterlijk tegen hen gezegd, dit is mama allemaal niet kwalijk te nemen. Maar geef jezelf kansen dat je niet in dezelfde situatie terechtkomt; zorg dat je je school afmaakt. Natuurlijk voel je je wel eens rot, maar dan ga je toch maar. Ik heb met Karin apart gesproken en haar individuele vaardigheidstraining gegeven toen ze naar een andere klas moest. Martijn hoefde eerst nooit te praten, ik los dat zelf wel op, zei hij. Maar later vroeg hij er zelf naar. En na het eerste gesprek zei hij; het helpt echt, dat praten!
Carla
24
Als ik problemen had met Samantha leerde ze me hoe ik me sterker kon maken. Dan deden we van die rollenspellen. Eerst dacht ik, ga nou toch, wat heb je daar aan, dat is alleen maar lachen maar
Carla toch leerde ik ervan. Jacqueline speelde dan: Mam, mag ik binnen komen. En ik: Nee, want ik moest mijn grenzen leren stellen. Achteraf de grootste schik maar ik leerde er op de een of andere manier ook van. Ik kwam ook zelf met dingen; hoe moet ik dit oplossen? Of: ik heb het zó gedaan, kon het ook anders? Ze liet me de andere kant zien en daar leerde ik van. Onze financiële problemen werden steeds groter. Mijn relatie liep stuk en dat had veel consequenties. Het huurhuis stond op zijn naam en we moesten er uit want de makelaar vond ons inkomen te laag. Mijn enige optie was toen het Verdihuis. Ik had altijd gezegd: ik neem mijn kinderen nooit mee naar een Blijf-van-mijn-lijfhuis of andere opvang. Daar zien ze drugs en alcoholverslaafden en daar hou ik ze van weg. Maar we moesten wel. In het Verdihuis heb je niks meer. Je krijgt er een kamer en dat is het dan. Op zich was de opvang wel goed. Als je meewerkt helpen ze jou ook en ze steunen je. Mijn kinderen waren toen 15 en dan hebben ze ook hun eigen sores. Op school weten ze dat je in het Verdihuis zit en dat is niet fijn. Maar ze hielden zich groot om mij er niet nog mee te belasten.
Jacqueline
Ik blijf het shockerend vinden, het is de laatste stap voor de straat. Je kamer is je enige privacy. Carla is iemand die vindt dat je altijd goed je best moet doen. We moeten laten zien dat we het kunnen, anders worden mijn kinderen afgepakt. Na twee weken konden ze terecht in een gezinshuis van het Verdihuis. Daar ging Carla een belangrijke rol spelen, ze bestierde het hele huishouden en kon dat erg goed. Dit was voor ons allebei nieuw. Ze vond het fijn om tussen de mensen te zijn, samen koken, samen kletsen en zo. Ze vond er een stuk van haar eigen kracht terug. In februari 2013 kreeg ze met urgentie een woning via het Verdihuis.
“In het begin is er veel mis gegaan waar ik ook geen grip op had” Anja
Hiervoor stelt de Woningbouwcorporatie een jaar woonbegeleiding als voorwaarde. Ik werd haar begeleider. In het begin is er veel mis gegaan waar ik ook geen grip op had. Bij de belasting stond er een voor haar onbekende persoon als fiscale partner van Carla geregistreerd. Daardoor liep ze toeslagen mis. Er waren problemen met bankzaken. Haar inschrijving bij de gemeente op haar nieuwe adres raakte zoek, waardoor ze een maand huurtoeslag miste. Het leek er eerst op dat er geen inrichtingskosten bijzondere bijstand waren gegeven door de gemeentelijke sociale dienst.
25
Carla Een paar dagen na haar verhuizing is Carla aangereden waardoor ze een zware hersenschudding kreeg. Hierna had ze problemen met concentratie en haar geheugen haperde. Dat maakte alles nog ingewikkelder. Bij elkaar erg veel pech. Ik maak maar weinig mee dat er zoveel mis gaat.
Minggoes
Jacqueline vroeg me erbij voor Martijn. Hij was overgestapt van het speciaal onderwijs naar Hooghuis Zuid. Dat kon hij qua niveau wel aan maar emotioneel niet. Hij vond die grote klassen best moeilijk, de Bongerd was kleinschalig en daar had hij zich altijd veilig gevoeld. Ik heb contact gehad met zijn mentor, die zou hem zelfs van huis ophalen en mee fietsen naar school, maar het haalde niet uit. Ik nodigde Martijn uit voor een gesprek maar hij hield het af. Toen ben ik op huisbezoek gegaan. Martijn begon ineens over het knutselen aan zijn brommer en hij leefde helemaal op. Toen we het over school hadden zag ik bij hem angst en onmacht. Ik dacht, dat moet er eerst allemaal uit. Morgen kom je naar mij toe, zei ik. En als je niet komt, kom ik je halen. Trek je sportkleren aan dan gaan we iets met beweging doen. De volgende dag ben ik met hem bezig gegaan, bokshandschoenen aan, stoten, opdrukken. Daarna, moe en bezweet, nog een gesprekje. Hij was wat opener en meer relaxed. Wat hij niet kan met praten kan hij met stoten eruit gooien. Ik gebruikte elementen van de methodiek rots en water, een weerbaarheidstraining vanuit het zachte en het harde. Het is goed om in verschillende situaties anders te kunnen reageren: sterk als een rots, of meegaand als water.
“Als gezinscoach heb je de focus op de minderjarige kinderen; die hebben anders geen stem” Jacqueline
Karin is van VMBO Kader naar Basis gegaan. Ze zit op haar plek, heeft vriendinnen en een vriendje waar ze veel aan kwijt kan. Mijn opdracht stopt als mensen het zelf of met reguliere hulp kunnen. Carla is weer een opvoeder, ze kan met woonbegeleiding zelfstandig functioneren en voor Martijn is hulp in gang gezet. Als gezinscoach houd je altijd de focus op de minderjarige kinderen, die hebben anders geen stem. In mijn eindgesprek met Carla zei ik dat dit afscheid me echt wat deed. Ik heb er bijna een jaar in gezeten en ik vind het een leuk gezin. Ondanks de ellende heeft Carla prima kinderen, goed gevormd.
26
Carla Deze casus gaf me veel energie omdat ze zich kwetsbaar opstelde en mijn directheid accepteert. Kijk, je wordt nooit de buurvrouw of vriendin maar je zit wel op die lijn. Ik was wel heel vertrouwd inmiddels. Het deed me goed te zien dat haar kracht naar boven kwam. Bijvoorbeeld toen ze alleen verder moest met haar kinderen en haar huis kwijt raakte, heeft ze alles tot in de puntjes voorbereid. Ze bleef niet zitten wachten maar had alles op orde toen ze naar het Verdihuis moest. Womenpower, zei ik tegen haar. Ze vertelde dat ze zich nooit veroordeeld heeft gevoeld door mij en zegt, ik ben door jou dingen gaan doen die ik eigenlijk niet durfde.
Anja
De financiële begeleiding is nu in handen van een medewerker van het Verdihuis. Die zorgt dat alles betaald wordt, keert leefgeld uit en regelt dingen met instanties en belastingdienst. Na een tijdje zal Carla het allemaal weer zelf doen. Ik heb nu twee gesprekken per week met haar. In het ene komen praktische zaken aan de orde en kan ze spuien. Over hoe het met de kinderen gaat en of het financieel goed loopt. Het tweede gesprek gaat over haarzelf, dat vindt ze niet gemakkelijk. Want ze heeft de neiging om het over de prakische dingen te hebben. Ik wil wat van haar schouders afhalen maar ook die schouders sterker maken. De kracht in haarzelf terug vinden want ooit heeft ze het zelf prima gekund. Ik hoop dat Martijn weer naar school gaat, dat is een zorg minder voor moeder. Minggoes is er voor hem, ik voor Carla en ik houd in de gaten dat het ook op andere vlakken goed loopt. Allebei krijgen ze nu ook hulp van de GGZ. Ik hoop dat Carla uit haar depressie komt en meer zin krijgt in haar leven. Wat me aanspreekt is haar bereidwilligheid. En de liefde die ze voor haar kinderen heeft. Dan ga ik ook voor de volle 100% mee. Het is een multiprobleem gezin maar moeder wil en doet er alles aan om er uit te komen.
“Carla heeft de regie als moeder teruggepakt en dat vind ik knap” Minggoes
Carla heeft de regie als moeder teruggepakt en dat vind ik knap. Ze heeft er voor gezorgd dat Martijn terug kan naar de Bongerd en daar is hij helemaal van opgeleefd. Hij is weer bezig met dingen die hij leuk vindt zoals knutselen aan zijn brommer en in de tuin werken. Training hoeft hij even niet. We
27
Carla spreken elkaar weer vlak voor het schooljaar begint. Ik blijf hem volgen en spreek met school af dat ik het hoor als er iets aan de hand is. Ik heb er vertrouwen in maar blijf het wel vasthouden. Als het thuis en op school goed gaat zal ik langzaam afbouwen.
Carla
Ik had iemand nodig zoals Jacqueline. Die zei, als ik jou was zou ik dit en dat doen, maar de keuzes aan mij over liet. Ik heb altijd geleerd dat ik mijn mond moest houden maar zij liet merken dat mijn mening ook telt. Zij kon goed invoelen hoe ik in elkaar zit en had maar een half woord nodig. Jacqueline was er echt voor mij. Ik voelde dat ze me echt wilde helpen, niet omdat ze dat moest. Met haar is het nu afgerond en ik ben bij de GGZ, dat was mijn eigen idee. Ik wil de put uit, happy zijn en kunnen genieten. Er hadden dit jaar dingen gewoon niet moeten gebeuren, en ik ben bang dat de kinderen onder mijn fouten hebben geleden. Misschien had ik eerder aan de bel moeten trekken of bij mijn ex weg moeten gaan maar dat is gepraat achteraf. Het leven is nu rustiger. Ik heb een vast adres en kan schuldsanering aanvragen. Elke week komt Anja en eens in de maand Ineke voor de financiën. Ik moet afleren om alles en iedereen op mijn schouders te nemen en nee kunnen zeggen zonder dat ik me daar rot onder voel. Ik wil zorgen dat alles op de rails blijft en dat het goed blijft gaan met de tweeling. Ik ben trots op mijn kinderen. Met Samantha gaat het nog steeds op en af. Soms staat ze zomaar weer op de stoep. Ik moet leren loslaten en mijn grenzen stellen. Als er goeie begeleiding voor Samantha is, zijn er voor mij minder zorgen. Samantha blijft een kind van 18 die haar eigen leven niet kan overzien. Haar kindje is nu uit huis geplaatst. Ik zei tegen Jeugdzorg, wie is er nu voor mijn dochter? Wij zijn er alleen voor het kind, kreeg ik als antwoord.
“Ik wil de put uit, happy zijn en kunnen genieten”
28
Carla
29
Aanzet Oss (hoofdkantoor) Schadewijkstraat 6 5348 BC Oss t 0412 623 880
Aanzet Uden De Misse 46
5401 HT Uden t 0413 253 900
Aanzet Veghel Iepenlaan 4
5461 CS Veghel t 0413 366 986
Postadres Aanzet
Postbus 322 5340 AH Oss
Dit is een uitgave van
e
[email protected] w www.aanzet.nu
Tekst: Conny Leijten - www.op-verhaal.nl Vormgeving: Catrien van Zutphen ©Aanzet 2013
Als je om hulp vraagt ben je niet op je best Ik paste weer niet in de regeltjes en procedures Ze beschrijft haar jeugd als alleen, onbegrepen en eenzaam Ze heeft het vertrouwen in de mensheid verloren Ze raakt mij, ze is een echte knokster Het is voor het eerst dat ik door iemand gehoord word Voor ik verder kan moet ik mijn eigen dingen opruimen
De kern van hulpverlening is niet veroordelende houding Hij zei: ik heb geen zin om weer achter de tralies te zitten Je hebt hulp nodig en bent op de goeie weg omdat je daarnaar vraagt Hij moet nu fouten kunnen maken, wij fluiten hem wel terug Als hij een kans krijgt zijn we daar allemaal bij gebaat, ook de samenleving Zorg moet je niet verwarren met in de watten leggen Eigenlijk heel basaal: wat helpt jou?
Womenpower, zei ik tegen haar Mensen schamen zich vaak als ze aangemeld zijn voor hulp Na de eerste keer zei hij: het helpt echt, dat praten! Ik blijf het shockerend vinden, het is de laatste stap voor de straat Mijn opdracht stopt als mensen het zelf of met reguliere hulp kunnen Ik ben door jou dingen gaan doen die ik eigenlijk niet durfde Carla heeft de regie als moeder teruggepakt en dat vind ik knap