Heksen, toverkollen of kruidenvrouwtjes? Heksen kom je vooral tegen in sprookjes en griezelverhalen. Daar zijn het vaak scheldende oude vrouwtjes, die gemeen en eng zijn en ook nog kunnen toveren. Kruidenvrouwtjes waren meestal vrouwen, die alleen en achteraf woonden en dicht bij de natuur leefden. Zij hadden veel verstand van kruiden en gebruikten die onder andere om kwaaltjes te genezen. Toen men heel lang geleden nog niet wist hoe bijvoorbeeld ziektes ontstonden, waarom mensen plotseling doodgingen of waarom de oogst mislukte, zocht men raad bij de kruidenvrouwtjes. Als er toch van alles fout ging, kregen zij er de schuld van. Dat waren de eerste ‘heksen’. De Heksenproef In 1486 werd in het boek ‘De Heksenkamer’ precies beschreven hoe je heksen kon herkennen en wat ze allemaal op hun geweten konden hebben. Als je er als vrouw een beetje raar uitzag, alleen woonde, hinkte of simpelweg anders was dan andere vrouwen, was je al gauw een heks. Talloze vrouwen zijn van hekserij beschuldigd en gedood. Er waren verschillende manieren om te beoordelen of een vrouw echt wel een heks was:
Een echte heks woog bijna niets. Als je minder woog dan wat men in die tijd normaal vond, was je dus een heks en werd je verbrand. Elke heks had wratten of littekens. Dat waren merktekens van de duivel. Als je daar met een naald in prikte en er kwam geen bloed uit, was je een heks en werd je verbrand. Elke heks bleef drijven als ze met vastgebonden handen en voeten in het water gegooid werd. Als ze zonk, was ze onschuldig, maar dan was ze meestal wel al verdronken.
De Heksenkring In vroeger tijden, toen nog niet bekend was dat paddenstoelen groeien op een voor het blote oog vrijwel onzichtbare zwamvlok in de grond, dacht men dat de cirkels ontstonden op plaatsen waar ’s nachts heksen hadden gedanst. In werkelijkheid is het een cirkel van paddenstoelen op een open plek in het bos of in een weiland. De kring ontstaat doordat de zwamvlok (mycelium) van de paddenstoel in alle richtingen even sterk uitgroeit. De buitenste rand groeit het meest en daar komen de paddenstoelen ook het eerst uit de grond. Heksenkringen kunnen vele meters in doorsnee hebben en ook heel oud worden. Er zijn kringen bekend met een doorsnede van kilometers die naar schatting vele honderden jaren oud zijn.
1
Heksen, toverkollen of kruidenvrouwtjes?
De troeteldieren van de heks Een zwarte kat Een zwarte kat was het favoriete huisdier van de heks. Om erachter te komen of een kat bruikbaar was voor hekserij, moest je kijken of zijn ogen in het donker licht gaven. Gebeurde dat niet, dan waren ze alleen maar goed om muizen te vangen. Als je een zwarte kat zag, bracht dat ongeluk. Padden en kikkers Padden en kikkers zijn door de eeuwen heen vaak in verband gebracht met de duivel, toverkracht en hekserij. De pad heeft zijn uiterlijk niet mee en alles wat lelijk was moest wel slecht zijn. Daarnaast begreep men niet hoe een visje kon veranderen in een kikker of pad. In het sprookje van de prinses die de kikker kust, verandert de kikker in een knappe prins. Eind maart kan de eerste kikkerdril van de bruine kikker al worden gevonden. De dril van de bruine kikker blijft drijven en die van de groene kikker zinkt naar de bodem. Na twee weken komen de kikkervisjes uit de eitjes. Padden trekken na de eerste zachte regenbuien in februari naar het water. De gewone pad zet de eieren af in snoeren in dieper en meer begroeid water. . Eksters (om het tafelzilver aan te vullen) Kraaiachtigen als eksters en raven werden van oudsher al beschouwd als ongeluksvogels. Uitdrukkingen als ‘Stelen als de raven’, ‘De kraaienmars blazen’, 'Eksterogen' en ‘Kraaienpootjes’ zijn daar het bewijs van. Vooral eksters worden aangetrokken door glimmende voorwerpen en brengen die naar hun nest. Een ekster bouwt het nest in de vork van een tak van een hoge boom. Het nest is overdekt omdat anders de zwart-witte kuikens teveel zouden opvallen. Spinnen Volgens bijgeloof betekende een spin gevaar, giftigheid en boosheid: ‘zo nijdig als een spin’. Als een spin omhoog kroop bracht dat ongeluk en naar beneden geluk. Een kleine spin bracht geluk, maar alleen als die ’s avonds gezien werd. Er zijn twee soorten spinnen: vangspinnen en jachtspinnen. Een vangspin spint een web en wacht tot er een slachtoffer invliegt en er in vast blijft plakken. Als de spin de trillingen daarvan voelt, gaat ze er heen om de prooi op te halen. Zelf blijft ze niet in de kleverige draden hangen vanwege de olieachtige substantie aan haar poten. Jachtspinnen gaan op jacht naar hun prooi. Vleermuizen Vroeger dacht men dat vleermuizen boze geesten en vampieren waren. Men spijkerde de dieren op de staldeur naast het hoefijzer om het kwaad af te weren en heksen te laten zien wat er met hen zou gebeuren als ze te dichtbij kwamen. De Europese vleermuizen zijn allemaal insecteneters. Zij vangen de insecten in de avondschemer door echolocatie. Die is zo precies dat ze nooit in iemands haren terechtkomen zoals men vroeger dacht. Vleermuizen kunnen hondsdolheid overbrengen. Pak dus nooit zomaar een zwakke of gewonde vleermuis vast.
Heksen, toverkollen of kruidenvrouwtjes?
2
Een heksenketel Boerenwormkruid tegen vlooien Vroeger waren er geen vlooienbandjes voor honden en poezen. Men hield de dieren vlo-vrij met boerenwormkruid in de mand of slaapplek. Wilgenblaadjes voor paarden met hoofdpijn Paarden die wilgenblaadjes eten doen dat af en toe eens omdat ze daar net zin in hebben. Maar meestal knabbelen ze eraan omdat er in wilgenblaadjes de stof salicyne zit die pijnstillend werkt. Aspirine of acetylsalicylzuur is ook bij ons een veel gebruikte pijnstiller. Weegbree tegen brandnetelprikken Een brandnetel prikt door brandend netelgif. Brandnetels hebben kleine breekbare buisjes op de bladeren. Dat zijn de brandharen. Als er tegen de brandharen gestoten wordt, breken ze af en het zuur komt in de huid terecht. De haren staan schuin omhoog. Als ze voorzichtig van onder naar boven worden aangeraakt, breken de haren niet af en komt het zuur ook niet vrij. Inwrijven met Weegbree helpt tegen de jeuk. Uien en knoflook tegen verkoudheid Uien en knoflook verlagen de bloeddruk en het cholesterolgehalte. Een rauw gegeten ui helpt tegen verkoudheid en men zegt dat een halve, doorgesneden uit op het nachtkastje ook tegen griep en verkoudheid helpt. Vroeger dacht men dat knoflook de duivel en vampiers verdreef vanwege de doordringende geur. Men hing knoflook in de stal om onheil weg te houden. Maretak beschermt tegen spoken en toverij De maretak is een kleine, altijdgroene bolvormige plant die hoog in de bomen groeit. Maretak werd vroeger om de hals gedragen omdat men dacht dat het beschermde tegen spoken en toverij. Panoramix, de druïde van het wereldberoemde dorpje in Gallië, sneed met zijn gouden snoeimes Maretak om de toverdrank te bereiden, die onoverwinnelijk maakte. In Engeland staat de Maretak bekend als vruchtbaarheidssymbool: wanneer je eronder staat mag je degene van je keuze zoenen. Wollige Munt als smaakmaker De Romeinen gebruikten munt als ze te veel gegeten hadden. Zakjes met Muntblaadjes in het badwater hielpen bij de genezing van wondjes. Munt in de kasten hielp ook tegen muizen, muggen en motten. De mensen geloofden dat Munt geld aantrekt, zodat ze rijker zouden worden en dat het beschermde tegen ongeluk en kwade tover. Munt zou ook helpen tegen liefdesverdriet, omdat het vrolijk maakt. Munt is een smaakmaker in kauwgum, tandpasta, pepermunt en in middelen tegen slechte adem. Munt kan ook als thee gedronken worden. Wilde Marjolein tegen hoestbuien Marjolein zou de duivel en ziekte afweren. Bij keelpijn, hoesten en verkoudheid gorgelde men met thee, getrokken van de bladeren. Marjolein zou de spijsvertering bevorderen en insecten verdrijven. Badwater met bloemen van de Wilde Marjolein werkt versterkend en kalmerend.
3
Heksen, toverkollen of kruidenvrouwtjes?
Smeerwortel tegen diefstal In vroeger tijden droegen reizigers als bescherming een amulet, gemaakt van de wortel of ze legden een stukje wortel in hun koffer om te beschermen tegen diefstal. Wanneer man en vrouw een stukje van dezelfde wortel als hangertje dragen dan vergroot dat de kans op een kindje. De gedroogde bloemen helpen bij verdriet of tegen enge dromen. Als geneesmiddel is smeerwortel te gebruiken om urine af te drijven, als bloedzuiverend middel of als smeersel tegen brandwonden en huidkwalen. Als poeder helpt de wortel tegen bloedneuzen en als aftreksel tegen diarree. De bladen van smeerwortel kunnen in salades gebruikt worden en de wortels smaken gekookt een beetje als asperges. St. Janskruid geneest wonden Een bosje St. Janskruid (Bijvoet) op het dak gebonden weert blikseminslag af, zou soldaten onzichtbaar maken en trekt liefde aan. Een vrouw die graag een kindje wil moet op midzomernacht St. Janskruid plukken. Het helpt tegen jicht, reumatiek, somberheid, depressie en bij de genezing van diepe wonden, zelfs als die ontstoken zijn. Het werkt ook goed bij schaafwonden, eczeem, droge huid en zonnebrand. Sommige mensen zijn allergisch voor St. Janskruid. De blaadjes zijn giftig voor het vee. De blaadjes bevatten etherische oliën. Echte Valeriaan brengt ware liefde Vroeger dacht men dat, als je iemand wijn te drinken gaf die gemengd was met poeder van de Valeriaan, je daarmee hele goede vrienden werd. Wanneer je Valeriaan in je mond nam en dan diegene die je lief vond kuste dan werd die persoon je geliefde. Een opgehangen bosje Valeriaan gaat bewegen wanneer er een heks binnenkomt. Thee van Valeriaanwortel helpt tegen onrust en slapeloosheid en wordt ook wel gebruikt bij nerveuze hart- of maagklachten. Madeliefje als orakel De mensen geloofden dat madeliefjes je konden vertellen of je geliefde van je hield. Daarvoor moest je bloemblaadje na bloemblaadje uittrekken steeds zeggend:”Hij (of zij) houdt van me, hij (of zij) houdt niet van me”. Het laatste blaadje geeft de doorslag. Het is dus een liefdesorakelbloem. Een zieke zal beter worden als je een bundeltje madeliefjes voor zonsopgang bij het bed hangt en daarbij drie ‘Onze Vaders’ bidt.. Madeliefjesthee helpt bij verkoudheid, bij gistingstoestanden in de darmen en bij nier- of blaasaandoeningen. In Goethe’s Faust, plukt Gretchen een madeliefje en zegt daarbij na het afplukken van ieder bloemblaadje: “Hij bemint me…. Hij bemint me niet…. Hij bemint me….”
Heksen, toverkollen of kruidenvrouwtjes?
4
Heksentoeren Vliegen als een vleermuis Nodig: Plastic vuilniszak (of dierenvoerzak) (80 x 60 cm.) 2 plantstokjes Lijm 2 lucifers Dun touw Schaar, plakband Viltstiften of plakplaatjes Teken de lijnen, waarlangs je straks gaat knippen. Maak alvast een mooie tekening op je vlieger Knip het papier of plastic op maat volgens tekening Knip de twee gaten erin. Plak de stokjes aan de kant van de tekening en rol het plastic er om heen. Plak een stukje plakband om de uiteinden van de stokjes. Doe wat lijm op de lucifers en rol ze vast in de hoeken Prik naast de lucifers een gaatje voor het touw Knoop het touw vast. Knoop de twee touwtjes op 90 cm. afstand van de hoeken aan elkaar vast.
Kwaken als een kikker Nodig: Een stok van een vlierstruik van ± 20 cm lang en ± 4 cm doorsnee Een vijl of een rasp Een stokje of een latje Vijl in de stok gleuven van ongeveer 1 cm diep, op ongeveer 1cm van elkaar. Het is makkelijk als je daarbij de stok kunt vastzetten in een bankschroef. Als je een stokje of een latje heen en weer langs de gleuven haalt, hoor je het geluid van een kikker. Je moet natuurlijk wel even oefenen voor je een kikker kunt foppen.
Geheimschrift Doop een houten cocktailprikker in citroensap, melk, azijn of uiensap. De punt wordt vanzelf wat zachter en dat is nodig omdat je anders krassen in het papier maakt. Even laten drogen, klaar. Als je het papier warm maakt met een warme strijkbout, in een magnetron (glas water erbij) of boven een kaars, verschijnt de boodschap langzaam uit het niets.
5
Heksen, toverkollen of kruidenvrouwtjes?
Halloween door Ruth van Aalderen Oei, oei gespannen kruipt Joeri nog dieper onder de dekens. Zou alles wel goed zijn? Hij is netjes op tijd naar bed gegaan, niemand weet iets van zijn grote plan af. Morgen is het Halloween, heksenfeest. Met zijn moeder en zusje heeft hij de lampionnen, waarmee ze morgenavond door de buurt gaan lopen klaar gemaakt. Ze gaan met een grote groep vriendjes en vriendinnetjes bij de mensen aanbellen, liedjes zingen en snoep verzamelen. Al dagen verheugen ze zich op dit feest. Ze zullen laat opblijven en daarom moeten ze vanavond vroeg in bed liggen van hun moeders. Maar niemand weet wat hij vanavond gaat doen ……… Een tijdje geleden kreeg hij op school als voorbereiding op Halloween een boekje van de meester te lezen en daarin las hij wat je moet doen om met de heksen mee te kunnen gaan in de nacht vóór het feest. Een week lang moest hij op zoek naar de kruiden, die de heksen dan gebruiken, iedere dag moest hij een takje van een nieuw kruid zoeken en al die takjes moest hij samenbinden in een bundeltje. Het was een heel werk. Zonder dat iemand het zag moest hij afgelopen MAANDAG om 6 uur een takje Maankruid plukken. DINSDAG om 7 uur ging het om IJzerhard, daar weefden de heksen kousen van. WOENSDAGmiddag had hij gelukkig vrij van school, hij had in de wei achter de boerderij lang moeten zoeken naar Bingelkruid. Wat was hij moe geweest toen hij thuis kwam. Gelukkig geloofde zijn moeder dat hij gevoetbald had. DONDERDAGmorgen was hij voor het ontbijt stiekem op het dak van het schuurtje geklommen waar zijn vader Huislook, of zoals de buurman het noemde, Donderbaard had geplant. Dat deden de mensen in hun buurt als bescherming tegen onweer en bliksem. Er was dan ook nog nooit brand in hun dorp geweest, terwijl hij zelf een keer de bliksem een paar huizen verder op had zien inslaan. Wat was hij toen geschrokken! VRIJDAG had zijn moeder hem bijna betrapt toen hij onder de haag moest kruipen om een Doornappel te pakken te krijgen en ZATERDAG moest hij naar voetbal. Op de terugweg naar huis vond hij naast de sloot de benodigde Heksenmelk. Als laatste stond er Bilzenkruid op zijn lijstje en dat op ZONDAG. Dan wilde zijn vader altijd met hem fietsen. Maar gelukkig vroeg zijn zusje of hij het uitlaten van de hond met haar wilde ruilen, omdat ze naar haar vriendinnetje wilde gaan. Ja, daar kon zijn vader niet tegenop en zo merkte niemand dat hij langs de Kerkstraat in de berm liep te zoeken. Daarnet, vóór hij in bed stapte, had hij het bosje kruiden in de dakgoot gelegd. Wanneer nu de heksen vannacht om 12 uur gingen vliegen op hun bezemstelen op weg naar de grote heksensamenkomst en ze vlogen langs zijn dak dan zouden ze zijn bosje kruiden ruiken en zouden ze weten dat zijn raam open was, zodat ze hem konden meenemen achter op een bezemsteel. Hij lag te rillen van opwinding en moest al zijn best doen om zijn ogen open te houden. Hoorde hij daar wat? Hoe laat zou het zijn? In de verte hoorde hij een klok slaan, één, twee, drie, vier, vijf of was het zes. Wat vervelend nou. Had hij het wel goed gehoord? “Joeri, Joeri” ja dat was hij. “Kom gauw wakker worden, je ligt helemaal onder de dekens”, dat was de stem van zijn moeder. Hoe kon dat nou? Ze trok de gordijnen open en de zon scheen op zijn bed. “Kom, vanavond is het feest van de Halloween dan gaan we met de lampionnen lopen, vind je dat niet leuk?” Het liefst had hij hard NEE geschreeuwd. Hij had toch met de heksen zullen meevliegen?
Heksen, toverkollen of kruidenvrouwtjes?
6
Oeps !
Natuurtuinen Jekerdal Drabbelstraat 7 6212 XL Maastricht Tel: 043-321 52 27 E-mail:
[email protected] www.cnme.nl PW2010