a r a a me L
EN
nu
TE
m
jaargang 15 nr 1
De slechtvalken van hiernaast Heksen in de lente
Stilleinkrachten de tuin
a
VAN DE MAKERS
a
april 2015
Met dit nummer gaat Bladgroen weer een nieuwe fase in. Vroeger was het de belangrijkste informatiebron voor de vereniging. Als het bestuur iets te melden had, dan gebeurde dat in Bladgroen – of tijdens de jaarvergadering. Nu met Com.post iedereen per mail makkelijk en snel bereikt wordt, kan Bladgroen zich volledig richten op de belangrijkste taak van een blad als dit: de leden informeren over elkaar. Over al die mensen, klein en groot, jong en oud, arm en rijk, die met elkaar ondanks alles de ATV Stadion vormen. We laten u kennis maken met mensen die u misschien nog niet kende. We delen hun kennis, zoals je dat doet op een tuin als de onze: zo volledig mogelijk, gebruik makend van alle bijzondere informatie die sommigen onder ons bezitten. Want als we de afgelopen jaren één ding hebben gemerkt binnen de redactie van Bladgroen, dan is het wel dat er heel veel bijzondere mensen lid zijn van ATV Stadion. Ze hebben allemaal hun eigen verhalen. We blijven die verhalen optekenen, en plaatsen er waar mogelijk mooie foto’s bij. De rest moet u zelf doen: praatjes maken, plantjes delen, een kratje pils of een flesje wijn met elkaar opdrinken, en genieten van al het mooie groen om ons heen. We wensen u een prachtig nieuw tuinjaar.
r *groen uu
efhebbe li
*van he rs
t
eerste
a
3
a
OPROEP De redactie van Bladgroen zoekt versterking: mensen die graag willen schrijven over alles wat belangrijk is voor de vereniging. Die graag op anderen af stappen om een mooi portret van ze te maken, of die een kwestie op zijn tijd eens tot de bodem willen uitzoeken. Wij zoeken: schrijvers, illustratoren, fotografen, vormgevers, en het liefst een combinatie daarvan. Belangrijk is: gevoel voor humor en relativering, het vermogen om deadlines te halen en uiteraard een scherpe pen. Wij bieden u ons onbetaalbare gezelschap tijdens redactievergaderingen en eeuwige roem doordat we uw artikelen zo mooi mogelijk vormgegeven zullen afdrukken.
INHOUD
a
8 ANTON KRUFT
8
Anton is de stille kracht op ons complex. Maar wist u dat hij graag met vuur speelt? Een portret.
12 KOOL In spruitjes zit meer vitamine C dan in citroen. Zelfs rucola is kool. Ine zocht het voor u uit. Conclusie: plant meer kolen.
14 HEKSEN IN DE LENTE
12
De middeleeuwse heks is in een hedendaagse vorm teruggekomen. Ze houdt van de aarde. Maar ze springt nog wel over een bezemsteel.
18 SLECHTVALKEN
De snelste vogels ter wereld wonen pal naast ons, bovenop het Provinciehuis. Een kennismaking – met Joop en Ria (Valk).
14
Als u belangstelling heeft, kunt u ons dat per mail laten weten:
[email protected] 4
18
En verder… 6 Schooltuintjes 7 Lief & Leed 16 Bloesemgedicht 20 Afval - Feuilleton 23 Het bomenasiel 24 Knaagdier A27 26 Harry Hazelworm 27 Vrolijke ergernissen 29 Recepten van Ine 30 Harry Hazelworm 30 Colofon
a 5
Met Albert Heijn plantjes de lente in
Schooltuintjes Het is nog nat, koud en guur op dit moment van schrijven, maar desondanks zijn we al druk in de weer met de schooltuinen. Met een ‘kernploeg’ van schooltuinmedewerkers (Evert,Toby, José en ik) en de energieke hulp van betrokken tuinleden en Michaël (ouder) hebben we de afgelopen twee maanden hard gewerkt om de snipperpaden aan te leggen en de tuintjes zaai-klaar te maken: spitten, wieden, compost erover, frezen, de tuinen opnieuw uitmeten en tegelpaden leggen. Allemaal eigen compost die we hebben gebruikt, van onze eigen schooltuin en van de algemene composthoop, daar ben ik best wel trots op. Goed begin van ‘het jaar van de grond’ in 2015. 65 tuintjes moeten er komen voor groep 7. Het was passen en meten, maar het is gelukt en vanaf 8 april konden de kinderen beginnen. En eindelijk hun moestuintje vol planten met de gespaarde Albert Heijn potjes. Hopelijk is er nog wat plaats voor de groenten en bloemen die ik in gedachten had. Knus Nu we niet meer over een verenigingsgebouw beschikken om de
6
lessen te beginnen, zullen de lessen meer tuinieren en minder theoretische achtergrond omvatten. Maar ik geloof dat ikzelf de enige ben die daar mee zit. Op school zelf heb ik nu de nodige informatie gegeven en hebben we alvast tuinkers gezaaid. En voor de kooklessen aan het eind van het jaar hebben we de schooltuin zelf wat uitgebreid met voorzieningen: er is een gaskookstel en kampvuurkuil, er zijn meer picknickbanken en aan het afdak is een luifel gemaakt om bij regen droog te kunnen zitten met een groepje kinderen. Best wel knus zo. Maar we hopen natuurlijk op veel mooi weer. Beide groepen 6 zijn al geweest voor een speurtocht over het terrein. Met een plattegrond in de hand zijn ze in aparte groepjes langs 8 posten met opdrachten, vragen of proefjes gelopen. Bijvoorbeeld vragen over spullen uit ons ‘Vindselmuseum’, over de slangenbroedhoop, over vogels en veren, over het herkennen van de geur van een plant, over het meten van de zuurgraad van water met rodekoolsap en als altijd ook een bezoekje aan de bijen. Hopelijk een leuke en leerzame kennismaking met het terrein waarop hun schooltuin ligt. De kinderen mogen ook buiten de lessen om naar hun schooltuin toe. Wel onder begeleiding van ouders, hebben we afgesproken. En onder voorwaarde dat zij alleen op hun eigen tuin werken (en oogsten!) en alle spullen weer netjes opbergen waar ze horen. Ik heb er vertrouwen in dat dat goed gaat komen. We zijn weer startklaar voor een leuk en leerzaam tuinjaar! AvdB
lief en leed Nieuw jaar, alweer een nieuw bestuur, nieuwe hoop en nieuwe kansen. Alleen nog geen andere persoon om Lief en Leed over te nemen, dus ik ga maar gewoon door. Deze oudste commissie van onze vereniging heeft al die jaren doorstaan en is me te dierbaar om te laten schieten. Er komt wel iemand.
De aandacht is de afgelopen periode uitgegaan naar Dick Groenewoud, zoals u al een keer in de Com.post heeft kunnen lezen, en zijn broer Hans, die zeer nauw bij hem betrokken is. Op de tuin spreken veel mensen ook niet meer apart van Dick en Hans Groenewoud, maar van ‘de broertjes’. Gedeelde tuin, gedeeld leven. Zij zijn mijn tuinburen, dus natuurlijk hebben we contact gehouden.Volgens de laatste berichten is Dick, na een verblijf in de Hoogstraat, weer thuis en revalideert daar verder. Het gaat langzaam beter, maar de conditie is nog niet wat die wezen moet en de tuin blijft noodgedwongen nog even op de achtergrond. Al met al blijft het nog steeds een wonder dat hij al weer zo veel kan, dus de rest komt ook wel weer goed.
bleken de halsslagaders vernauwd te zijn, waardoor een operatie noodzakelijk was. Dit is inmiddels gebeurd, en Peter is herstellende van de operatie. Vanuit de vereniging is een boeket bloemen gestuurd om hem een spoedig herstel en veel sterkte te wensen.
Nog één van onze oudere en gewaardeerde tuinleden heeft in het ziekenhuis gelegen. Peter van Rossum van tuin 8, heeft een TIA gehad. Bij onderzoek
Iedereen een zonnige zomer gewenst zonder ziekte en andere narigheid.
Tenslotte heeft Carlita Vis, tuin 60, tijdens de wintersport een knieblessure opgelopen. Ik miste haar al op de vroege zondagmorgen, wanneer zij vaak aan het hardlopen was en ik met de hond door Bloeyendael wandelde. Even geen hardlopen en in de tuin werken voor haar. Daarom kreeg ze in de kaart een zakje tuinkers, waarmee je vanuit de stoel ook binnen een beetje tuinieren kan.Veel beterschap Carlita!
Take care!
AvdB
7
Wel katten, geen bloemkolen
A
De stille krachten van Anton Kruft
Anton Kruft is een van de stille krachten in onze vereniging. Hij staat nooit op de voorgrond (en heeft dus ook helemaal geen zin in dit interview), maar werkt er in stilte hard aan om ons complex op orde te houden. Hij zit dan ook in de Complex Commissie, en stelt de taken samen die de leden uitvoeren als ze tuindienst hebben. Juist omdat hij er zo dicht op zit, weet hij hoe belangrijk het is dat zo veel mogelijk mensen meedoen aan de tuindiensten – een heet hangijzer in de vereniging, nu het nieuwe bestuur nieuwe regels daarover heeft ingesteld. Anton is het ermee eens dat we hiermee wat strenger worden voor elkaar. Het werd wel erg rustig op de tuin, de laatste tijd… Laten we het er maar meteen over hebben, dan hebben we dat gehad. Het gedoe over de tuindiensten vind Anton ook niet leuk, maar het moet. ‘Ik vind het beter om streng te zijn, want er zijn te veel mensen die smoezen hebben op dit moment. Als je je eigen tuin kunt onderhouden, kun je ook tuindiensten draaien, vind ik. Op het laatst kwamen er soms maar drie of vier mensen op een zaterdag. Daar kun je niks mee. Het moet werken nu, want het bestuur zit er bovenop. We zullen het wel zien. Eigenlijk
8
speelt bij het schouwen hetzelfde. Ik was daar soms een week mee bezig. Maar als niemand er iets mee doet, vraag je je af waarom je er zoveel moeite aan besteedt. Het kost mij ook tijd. Dat vind ik niet erg, maar er moet wel iets mee gebeuren. Ik weet niet of dat ook nog wat wordt. De boel bij elkaar houden is moeilijk.’ Spoorwegen Tot zover de bestuurlijke perikelen. Aan Anton Kruft zal het niet liggen. Hij werkt iedere dag op zijn tuin. In zijn laantje kent iedereen elkaar. En de meesten ver daarbuiten kennen Anton. Hij is al vanaf ’96 lid van de vereniging. Waarom heb je ooit voor ATV Stadion gekozen? ‘Ik had een tuin langs het spoor, en eerder een op de zaak, het Centraal Auto Herstelbedrijf, bij de Cartesiusweg. Daar moesten we weg omdat er loodsen op kwamen. We kregen een tuin bij het spoor omdat wij toen bij het spoor werkten. Maar die tuin moest ik wel helemaal ontginnen. Er lag 30 tot 40 cm kleilaag overheen. En die tuin was ook nog groot, 250 m2. En er was geen water.
Daar heb ik met hard werken een tuin opgebouwd. Ik heb hem zelfs nog even aangehouden toen ik hier al een tuin had. Ik werkte op de meest uiteenlopende momenten op mijn tuin, want in 1980 werd ik overgeplaatst naar Zutphen, waar ik bij de Spoorwegen ging werken. Mijn beroep was lasser. Maar bij de NS werd ik ook bankwerker en monteur – zo ging dat toen bij de Spoorwegen. Eerst was ik nog uitgeleend door het Centraal Auto Herstelbedrijf, maar later konden we er terugkomen. Als groepje. Dat was de leukste groep collega’s die ik ooit gehad heb. We gingen met de trein, maar soms ook met de auto, het hele land door voor allerlei soorten onderhoud aan de treinen en het spoor. Ik deed van alles. Dat moest ook, want ‘dat kan ik niet’ bestond daar niet. Dan moest je het maar leren. ‘ ‘Ik ben nu 13 jaar gepensioneerd, en wordt binnenkort 77 – dan heb je wel tijd voor de tuin natuurlijk. Maar ik doe ook andere dingen. Ik ben huismeester van een kerk en ik heb mijn twee kleinkinderen. Daardoor word je ook beziggehouden. Ze zijn 2 en 4 jaar oud. Twee jongens. We passen er elke week
9
een dag op. We hadden niet gedacht dat we nog kleinkinderen zouden krijgen, want mijn oudste zoon is op zijn 21e overleden en mijn andere zoon wordt binnenkort 40. Maar nu gaat de tak weer verder. Ze komen af en toe op de tuin, maar voor die oudste is het hier levensgevaarlijk. Als die water ziet, zit hij er zo bij.’ Oorlogswinter Heb je je hele leven getuinierd? ‘Eigenlijk wel. Dat komt, in de oorlog zat ik in Heino, tijdens de hongerwinter. Mijn familie had daar een boerderijtje, en daar had ik een tuintje gemaakt. Ik zat daar met een oudere neef.We zijn er achter op de fiets vanuit Utrecht heen gebracht. Ik was de enigste jongen thuis, en ik moest daarheen. Ik was toen een jaar of zes. Ik ben daar in een molen nog wel op een school gegaan, maar na de oorlog moest ik opnieuw beginnen. Dat leven op de boerderij heeft me toen gegrepen. Maar wat ook van invloed is geweest is dat wij thuis direct na de oorlog boerenmensen in huis hebben gehad, wel 9 maanden, als een soort vluchtelingenopvang. Later ben ik bij die mensen op vakantie gegaan. Ze hadden een boerderij achter Dalfsen. Ze hadden ook een zoon en dat was een soort grote broer voor mij. Die was 17 jaar ouder dan ik. Daar trok ik de hele dag mee op. Ik zat daar uren tussen de koeien en de paarden en de kippen – zo zijn we gewoon familie geworden van elkaar. Ik heb er de leukste vakanties gehad. Want ja, ik woonde in de stad, en ben daar ook altijd blijven wonen. Eerst in de Indische buurt, en nu in de Oranjebuurt.’
10
Wat deed je dan op de boerderij? ‘Alles. Ik heb heel wat aardappelen gepoot, en graan helpen maaien en opbinden in van die schoven. Dat deed veel pijn aan je handen, want dat ging nog niet met machines. Voor die mensen was het hard werken, maar ze hadden ook tijd voor een ander. Zelfs als ze aan het ploegen waren en er kwam iemand aan, dan zetten ze gewoon paard en wagen aan de kant, en gingen ze een praatje maken. Alles ging nog met paarden in die tijd. En als ze uitgepraat waren, gingen ze weer door. Zo deden ze dat toen. Dat kun je je nu niet meer voorstellen. Later is iedereen daar weggegaan, en heeft banen in de stad gekregen. Zo’n familie sterft eigenlijk uit. Alle boerderijen zijn steeds groter geworden, en zijn eenmanszaken tegenwoordig. Alles gaat met computers. Ik heb altijd contact gehouden met die familie. En zoals nu, na een begrafenis, maken we weer afspraken. Zo gaan we er in mei weer heen. Dat is het grote verschil met in de stad wonen. Dat komt ook: mensen waren op het platteland ook veel afhankelijker van elkaar. Een begrafenis werd door de gemeenschap betaald. Dat gebeurt niet meer. Op al die eenmansbedrijven tegenwoordig hebben ze ook helemaal geen tijd meer voor sociale contacten.’ Nee, ze moeten zelfs een vrouw zoeken via televisieprogramma’s… Vuur ‘Zo werd ik dus een beetje gegrepen door het boerenbedrijf. Aan de andere kant was ik lasser. Dat is een heel ander vak natuurlijk. Net zoals smeden, wat ik ook kan. Ik ben altijd gefascineerd geweest door vuur. De gekste dingen
deed ik ermee. Ik ben ook nooit bang geweest voor vuur. Ik heb een paar keer in de brand gestaan. Maar er nooit wonden aan over gehouden. Ik heb ook een brandweeropleiding gehad. Daar leer je bepaalde dingen. Dan kun je ermee omgaan. Je moet er niet bang voor zijn. Was tuinieren je enige hobby? ‘Nee, ik heb ook veel dieren gehad.Thuis mocht dat allemaal. We hadden konijnen en kippen, middenin de stad. Het was net een kinderboerderij. Ik zou dat wel weer willen, maar mijn vrouw wil het niet hebben. En ik heb niet zo’n grote tuin. Als het hier op het complex mocht, had ik het wel gedaan.’ Nonnen ‘Ik knutsel ook graag. Als het een beetje wil gaan we ieder jaar klussen met vijf vrienden in een klooster van Dominicaanse nonnen in Bretagne. Dan zijn we daar een dag of acht en dan doen we klussen die voor de nonnen heel duur zijn maar voor ons goed te doen. We gaan niet metselen of zo, maar doen kleinere reparaties, zoals een kast maken, dingen lijmen, of een centrifuge voor honing stellen, dat soort dingen. Best specialistisch, maar met elkaar doe je een hele hoop. Dat is met een grapje begonnen: een vriend vroeg zo rond 2001 of ik mee ging naar Frankrijk. Hij zou wel betalen. Nu is hij erg op de centen, dus dat vond ik leuk. Zo zijn we gegaan. We gaan steeds naar hetzelfde klooster, in Dol-de-Bretagne – een klein Bretons dorpje. We hebben er de afgelopen keer kippenhokken gemaakt. Dat is leuk, maar na een week moeten we wel zorgen dat we weg komen, anders vinden ze steeds
iets nieuws. Feesten hebben we daar ook gehad.Want die nonnen kunnen best wel feestvieren hoor. Maar dit jaar ga ik voor het laatst. Ik word 80 straks. Je wordt toch een beetje strammer.’ Wat verbouw je nu het liefste in je eigen tuin? ‘Ik kweek groenten en bessen, en in de kas staat een druif. Buiten staan ook een paar druiven, en een perzik, een abrikoos, een paar pruimenbomen, reine claude en twee reine victories, en nog een heel bed frambozen. Ik vries dat in, want ik kan er niet allemaal jam van maken. En ik heb veel bonen: tuinbonen, sperziebonen, capucijners, doperwten, alles eigenlijk. Ik eet bijna het hele jaar uit de tuin, maar ik wil ook wel eens een keer wat anders eten. En courgettes of pompoenen kan soms weleens wat veel worden. Dat geef je dan weg. Het enige wat ik niet teel is bloemkool en broccoli. Dat lust ik niet.’ ‘Bloemen houd ik ook van: gladiolen, dahlia’s, lathyrus, is makkelijk allemaal. Of asters en chrysanten. Doe ik allemaal alleen. Mijn vrouw gaat soms mee, maar alleen om een beetje te rommelen in het huisje. Ramen zemen en zo. Dat zijn we zo gewoon .Toen ik nog werkte, zeker in Zutphen, wist ik ook nooit hoe laat ik thuis was, dus de tuin deed ik altijd snel snel tussendoor. Dan doe je dat niet samen. Nu kan dat wel, maar dat is zo gegroeid. Ik ben hier tegenwoordig bijna iedere dag – nooit op dinsdag, want dan hebben we de kleinkinderen. Dat komt: ik heb ook een kat lopen hier. En die moet eten. Alle vrouwen om me heen voeren hem. Die heeft een fijn leven hier op de tuin.’ PT
11
Een goudmijn vol groeistoffen
Kool Alle kolen bevatten voor de mens onmisbare mineralen zoals kalk, ijzer, fosfor en heel veel vitaminen, vooral vitamine C. Als je alleen al naar dit staatje kijkt, valt op hoe rijk kolen eigenlijk zijn:
v Hoeveelheid vitamine C per ons:
• citroenen: 37 milligram per ons • rode kool: 60 milligram per ons • savooiekool: 80 milligramper ons • boerenkool: 100 milligram per ons • spruitjes: 150 milligram per ons
v
12
Hete kolen Om al deze redenen mag je kool nooit te lang koken. Bovendien veroorzaakt dat die penetrante ‘koollucht’ of ‘spruitjeslucht’. Bovendien ligt kool dan zwaar op de maag. Wil je kool toch lang laten stoven, voeg dan wat blaadjes salie toe. Maar nodig is het niet: kool mag altijd nog een beetje knapperig zijn. Kook de kool dus kort in weinig water (behalve spruitjes, die wensen ruim water) en stoof de groente daarna – desgewenst – nog even met een klontje boter verder gaar. Echter, bij koken gaat ongeveer eenderde van de vitaminen verloren. Bij stomen of roerbakken is dat vitamineverlies aanmerkelijk minder. Kool is – kort gestoomd of roergebakken – licht verteerbaar en bevat weinig calorieën.
Welvarend Bloemkool, de witte en groene rassen, boerenkool, spruitkool en sluitkool (witte, rode,gele en groene kool) behoren tot de Brassica oleracea. Deze kolen worden in Europa het meest verbouwd. Ze hebben een tamelijk lange groeiduur. De stamhouder van onze kolen is de Brassica sylvestris, die langs de kusten van de Middellandse Zee, Frankrijk en Engeland groeit. Vooral in Italië vind je veel wilde koolsoorten die soms nog als groenten geteeld worden.
paksoi. Mosterdspinazie (komatsuna) is ook een bladkool, maar heeft een pittige smaak. Mergkool vormt een dikke stengel waarvan ook de jonge bladeren gegeten kunnen worden.
Wie had dat gedacht: spruitjes bevatten meer vitamine C dan citroenen!
Rucola is ook kool Zelfs rucola behoort tot de koolsoorten, hou hier dus rekening mee met de vruchtwisseling!
In Azië worden vooral de koolsoorten met een korte groeiduur geteeld zoals choisum, pak choi, Chinese kool en – broccoli. In (sub-)tropische gebieden zie je vaker de mosterdachtige soorten, zoals amsoi en mosterdspinazie. Net zoals amsoi zijn er veel koolsoorten die niet direct als kool herkend en gekend worden. Koolraap en knolraap, witte- of meiknol, koolrabi, zijn allemaal koolsoorten. Amsoi is een bladkool die, kort gestoofd, naar raapstelen smaak. Hij is verwant aan de Chinese kool. Choisum (ook wel tsoisum of tsai-shim) is ook een bladkool, nauw verwant aan de Chinese kool en
Raapstelen (of bladmoes) is een snel groeiende groente waarvan het jonge blad en de bladstelen in het voorjaar gegeten worden. Het blad van verschillende koolsoorten kan hiervoor gebruikt worden. Laat na de oogst eens een paar plantjes op een afstand van ongeveer 15 cm van elkaar staan. Ze groeien dan uit tot knolletjes, vaak wat onregelmatig en lang gerekt van vorm. De smaak is als meiknolletjes, maar misschien nog wel lekkerder. Zoals zo vaak zien we dat veel groenten niet alleen een rijke geschiedenis hebben, maar ook vaker aan elkaar verwant zijn dan je denkt. Maar het meest bijzondere aan kool is nog wel dat hij zo rijk aan voedingsstoffen is. Maak er ruimte voor, dit jaar. ID Bron: ‘Bijzondere oude en nieuwe groenten in tuin en keuken’ door T. Buishand en P. Houwing, Wikipedia
13
tussen Grimm en Moeder Aarde Tot aan de middeleeuwen woonde er in vrijwel ieder dorp een alom gerespecteerde heks. Dat was een wijze oude vrouw die veel van kruiden en kwaaltjes wist. Ze stond dichtbij de natuur, en leefde met de energie van de maan. Het was vaak een sterke vrouw die goede raad kon geven en soms het geluk zelfs een handje kon helpen.Deze zelfstandige krachtige vrouwen pasten niet in de leer (en de honger naar macht) van de opkomende katholieke kerk. Heksenvervolgingen en verbrandingen waren het gevolg. Het is dus pas sinds deze heksenjacht dat de naam ‘heks’ een negatieve betekenis heeft gekregen. De sprookjes van de gebroeders Grimm hebben de reputatie van heksen ook geen goed gedaan…
Pril begin Moderne heksen vieren, net als de oude heksen, graag feest. Iedere volle maan wordt gevierd met mooie rituelen (de zogenaamde esbaths). Daarnaast vieren ze ook nog steeds een aantal oude Heidense en Keltische jaarfeesten (sabaths). Daarbij staan liefde, respect en dankbaarheid voor Moeder Aarde altijd centraal.De lente begint voor heksen al op 1 februari met het feest Imbolc. Imbolc staat voor het prille begin. De aarde maakt zich klaar om het zaad weer te laten ontkiemen. De dagen worden een beetje langer en het einde van de winter nadert. Volgens het oude Keltische geloof komt tijdens Imbolc
14
De vrouwtjes kunnen tijdens de zwangerschap al bevrucht worden van een volgende worp! De mannetjes stuiteren letterlijk rond om hun rivalen te verslaan en zo veel mogelijk nazaten te produceren. Vroeger gaven de mensen elkaar al haasjes van stro om hen een vruchtbaar jaar toe te wensen. Sommige heksen geven elkaar nog steeds haasjes van stro, maar ook van chocola natuurlijk.
lente heks de godin Brigid ‘s nachts naar de aarde om haar zegen te geven aan het nieuwe leven. Dus zorg dan dat je al zaden in huis hebt voor het voorjaar en leg deze klaar voor Brigid’s zegening. Met Imbolc is het ook gebruikelijk om met muziek en dans door de natuur te trekken, om de bomen en planten wakker te maken uit hun winterslaap. Gekleurde eieren Ostara is het tweede jaarfeest van de heksen en valt op 21 maart: de Lente equinox.De dagen en nachten zijn nu even lang. Ostara is een vruchtbaarheidsfeest, waar de Germaanse godin Eostre wordt
geeerd. De naam Ostara is afgeleid van Eostre, de Germaanse godin die de lente brengt en vruchtbaarheid symboliseert. Het Christelijke Paasfeest is hier van afgeleid. In het Duits heet Pasen nog altijd Oster. De gekleurde eieren die Eostre bij zich heeft, staan uiteraard symbool voor vruchtbaarheid. Heksen geven elkaar ter gelegenheid van dit feest een rood gekleurd ei met een zelfgeschreven spreuk. Paashaas Hazen en konijnen zijn in maart niet te stuiten in hun paringsdrang.
Vuur Op 30 april sluiten heksen de lente alvast af met het derde jaarfeest: Beltane. Met het vruchtbaarheidsfeest Beltane wordt het begin van de zomer gevierd. Beltane begint wanneer de zon op 30 april onder gaat (bij de Kelten begon de nieuwe dag bij zonsondergang). Tijdens Beltane werd er heel vroeger al om een met rode en witte linten versierde meipaal heen gedanst. Maar Beltane is vooral een feest van vuur. Na zonsondergang werden er overal vuren ontstoken. Vee werd tussen twee van zulke vuren door gedreven om vruchtbaarheid te garanderen. Heksen springen tijdens Beltane nog altijd graag over bezemstelen heen en ook over het vuur. Dit is een manier om jezelf te reinigen van energieën. Hoe de heksen de zomer door komen, bewaren we tot de volgende keer. MvD
15
Zo’n dag, waarop de lucht vol luchtigheid is, lentewind plagerig achterom sluipt, van zoveel niet benoembaars bol staat, Parijs vlakbij is, Granada om de hoek. Zo’n dag, waarop het frisgerokte meisje van de buren hoog moet reiken naar knoppen in hun kersenboom en wind de verleiding niet weerstaat. Zo’n dag, waarop ik gebukt mijn tuin spit, op harde resten winter stuit, ijs vind in verborgen hoeken, wat was toegedekt weer bloot leg. Atze van Wieren
16
17
De slecht valken op het provinciehuis Slechtvalken nestelen graag op grote hoogte, bij voorkeur op rotsen en kliffen, maar bij gebrek daar aan in Nederland is het 65 meter hoge provinciehuis naast ATV Stadion een mooi alternatief.
En er worden meer provinciehuizen bewoond door slechtvalken. Het meest bekend is het slechtvalkennest op het provinciehuis van Noord Brabant in Den Bosch. Waren er twintig jaar geleden nog maar zes broedparen in Nederland, inmiddels staat de teller op ruim 140. Het zijn de snelste dieren ter wereld; in duikvlucht kunnen
ze snelheden tot wel 380 km per uur behalen, om zo hun prooi (vnl. duiven) te verrassen en uit de lucht te stoten. Ria Valk In 2005 werd de eerste slechtvalkman op het toenmalige Fortisgebouw waargenomen. Hij kreeg de naam Joop. Joop was jarenlang single maar in 2012 was daar Ria (Valk) en samen vormden ze een paartje. Hun nest werd ondekt toen men het bord met daarop het logo van het provinciehuis wilde plaatsen. Het verstoren van beschermde broedende vogels is bij wet verboden, dus werd het plaatsen van het bord uitgesteld. Joop en Ria kregen één jong, dat Evert genoemd werd. Evert groeide voorspoedig op maar de eerste keer dat hij het luchtruim koos, bleek dit letterlijk toch wat te hoog gegrepen voor hem en werd hij uitgeput op een bankje aangetroffen door een voorbijganger. Evert werd naar de vogelopvang gebracht om aan te sterken en
daarna teruggeplaatst in de nestkast. Inmiddels woont Evert in Houten en maakt het goed.
18
Second Love Niets menselijks is slechtvalken vreemd. Zo nemen ze het niet zo nauw met de huwelijkse trouw. Als ze de kans krijgen, gaan slechtvalkvrouwen graag even langs bij een (reeds bezette) buurman, eens kijken of er wat te vrijen valt. En daar zegt zo’n man dan weer geen nee op. Een soort Second Love voor vogels, zeg maar. En net als bij mensen komt daar vaak gedonder van. In 2013 ontstond er een gevecht op leven en dood tussen de broedende slechtvalkvrouw en een onbekende andere vrouw. Met als gevolg dat het ei wat al gelegd was, te lang alleen gelaten werd en onderkoeld raakte. In 2013 waren er daarom geen jongen. Overmoed In 2014 werden er wel weer twee kuikens geboren: Rina en Steven. Ook Steven was te overmoedig tijdens zijn eerste vlucht en net als Evert werd hij versuft aan de voet van het provinciehuis teruggevonden. Deze keer werd hij meteen, met de lift, teruggebracht naar de nestkast op de 19e verdieping en herenigd met zijn ouders en zus. Momenteel is er weer volop bedrijvigheid bij de nestkast maar nog geen nieuwe leg. Helaas is de webcam bij de nestkast niet aardmuis meer in werking. Toch een kijkje nemen bij een broedende slechtvalk? Check dan de website www.beleefdelente.nl met webcams bij nestkasten van o.m. de slechtvalk, kerkuil en ooievaar. Deze zijn nog te bekijken tot begin juni. MB (foto slechtvalk: Mark van Els)
19
Afval
Een feuilleton hoofdstuk V
Wat vooraf ging: op het volkstuincomplex wordt veel vergaderd. Maar intussen gaat het leven door. Dit wordt van een afstand bekeken door enkele OostEuropeanen die langs de snelweg bij het complex een eigen vrijplaats hebben gemaakt. Ze komen er elk weekend om te zingen en wodka te drinken. Hun accordeon is dan altijd goed te horen in het complex. Vorige keer zagen we hoe bestuurslid Erica op een mooie lentedag bezoek krijgt van de accordeonspeler.
20
Erica was bezig om stokken in de grond te steken waar de bonenplantjes straks tegenaan moesten groeien. Die had ze thuis al voor gezaaid op de vensterbank. Daar begon ze altijd al vroeg mee. Zo haalde ze de tuin alvast een beetje in huis op een moment dat ze er nog niet aan moest denken om echt aan de slag te gaan. Ze zag niet op tegen het zware werk. Maar kou, regen en wind, vooral in die combinatie, daar hield ze niet van. Ze was blij eindelijk weer eens aan de slag te kunnen, want wat haar betreft had de winter lang genoeg geduurd. Hij was vooral somber en nat geweest, met nauwelijks vorst, maar wel lage temperaturen. Het was het soort weer waar de helft van de mensen depressief van werd en de andere helft verkouden. Het effect was dat iedereen minder van elkaar verdroeg dan normaal. De ruzies waren deze winter dan ook veel vaker voorgekomen dan anders. Vaak ging het over geld: geld dat verdiend had kunnen worden, of vermoedelijk verdiend was, maar buiten de boeken gehouden. Of een boekhouding die niet klopte. Of inkomsten die duidelijk te laag zouden zijn, dus ‘waar is de rest gebleven?’. Of over mensen die wel of niet penningmeester zouden kunnen zijn. Of over boetes die uitgedeeld zouden worden voor allerlei wangedrag. Dat zou ze leren – de anderen. Ze had er opeens helemaal genoeg van gekregen. Zeker toen er ook nog coaches en mediators aan te pas waren gekomen. Het begon haar te veel op echt werken te lijken.
En volgens haar ging het toch in de eerste plaats om een hobby. Om leuk bezig te zijn in de buitenlucht en wat afleiding te hebben als het leven zelf een beetje teveel werd soms. Haar drie kinderen bij voorbeeld. Of haar liefdes. Daar kon ze het onderlinge gedoe uit dat bestuur niet ook nog eens bij hebben. En toch was haar dat overkomen. Omdat het haar zo vriendelijk was gevraagd om ook een beetje verantwoordelijkheid te nemen deze keer. En ze zochten nog een vrouw – ‘een jonge vrouw’ zag zij ze denken. Want in dat bestuur zaten vooral mannen. Ze werd zo moe van dat argument. Ze had het veel te vaak gehoord. ‘Eigenlijk,’ dacht ze, terwijl ze alle schuin geplaatste stokken inspecteerde, en met een timmermansoog zag dat ze precies naast elkaar stonden, ‘eigenlijk zou dat bestuur eens een keer helemaal uit vrouwen moeten bestaan. Dan was het hopelijk afgelopen met die merkwaardige behoefte om de baas te gaan spelen die sommige mannen overviel zodra ze een voorzittershamer zagen. Alsof ze een soort geboorterecht hadden op stemverheffing, waarbij zij mochten praten en alle anderen moesten luisteren. Of andersom – wat nog erger was – want dan werden er na afloop conclusies getrokken die op geen enkele manier nog iets te maken hadden met wat er eerder was gezegd. Maar er was wel geluisterd, dat wel. Theater was het, allemaal theater. Nee, dan hield ze zich liever bezig met echt belangrijke dingen voor een vereniging
als dit. Bijhouden of de gemeente zich wel aan afspraken hield, en er niet meteen een snelweg door je complex werd gepland, ervoor zorgen dat iedereen contributie betaalde, en iets laten horen als iemand ziek werd. Dat laatste gebeurde nogal eens natuurlijk, want een flink deel van de tuinders was al wat ouder. En natuurlijk bleven ze allemaal gezonder doordat ze zo lekker in de buitenlucht werkten, maar als ze iets kregen, dan was het meteen ook flink raak. Ze had al heel wat bossen bloemen rondgebracht de afgelopen tijd. De laatste patienten waren Giel en Arie. Die mankeerden niets van zichzelf, maar die hadden een klap met een honkbalknuppel gekregen toen ze de kas zaten te tellen in het verenigingsgebouw. Rare geschiedenis was dat. Iedereen had daar intussen een eigen theorie over. Natuurlijk. Fantaseren over wie er met het geld vandoor was, was een van de meest geliefde bezigheden van sommige tuinders hier. En dat terwijl het soms zo simpel was. Daar had je geen complottheorieen voor nodig. Iedereen wist toch hoeveel aardige mensen hier woonden, die rustig hun huisjes open lieten staan, en steeds het beste in alle mensen wilden zien. Dat hoorde ook bij de tuinders die hier hun bedjes sla en veldjes dahlia’s op orde hielden. En ja, dan kan het natuurlijk gebeuren dat een paar hangjongens eens een gokje wagen om te zien of er nog wat te halen valt. Zeker als je op alle bomen en lantarenpalen in de buurt een aankondiging hebt opgehangen 21
over een barbecue en dat iedereen welkom is. In het park verderop, aan de overkant van de weg, wisten ze daar wel raad mee. Daar kwamen regelmatig jongens op af die dachten dat er wel wat te halen viel bij de mannen die elkaar daar ontmoetten. Dan ga je makkelijk een deurtje verder als je een slappe dag hebt gehad. Dat was tenminste de theorie van de politie geweest, toen ze het onderzoek afsloten en geen daders hadden kunnen vinden. Toeval. Stom toeval. Dat gebeurt. Maar het is soms moeilijk om dat te accepteren. Veel mensen zijn liever slachtoffer van kwade opzet. Dan kun je een schuldige aanwijzen. Niet dat je daar iets mee oplost, maar het maakt de wereld overzichtelijk. Allemaal schijn, dacht Erica. Net zoals de orde in haar tuin. Ze wist dat die kaarsrechte lijnen van haar bonestaken vlugger zouden verdwijnen na een eerste lentestorm dan ze waren
gemaakt door haar, en dat er dan niets over zou blijven van de orde van dit moment. Chaos is het enige waar je zeker van kon zijn, besliste Erica. Net zoals de chaos in haar hoofd op dit moment. Ze miste hem, haar Pavel. Haar harmonicaman. En ze kon er met niemand over praten. Ze pakte een nieuw blad met ontkiemde bonenplantjes en zette ze onderaan de bamboe stokken die nu zo netjes in het gelid stonden. Ze zagen en stralend en vol belofte uit. Straks zouden ze gaan bloeien, met witte, roze en paarse bloemen – mini lathyrus – om daarna uit te groeien tot flinke bonen. Daar deed ze het voor, dat gewroet in de grond en haar gevecht met de brandnetels. Hier heerste in ieder geval orde. Voor dit moment. Annabel Konijn
Wordt vervolgd…
Het bomenasiel
In Rotterdam, in het Kralingse Bos, is al jarenlang een asiel voor bomen gevestigd. Inmiddels hebben ook andere gemeenten een bomenasiel. Als bomen nergens anders terecht kunnen gaan ze naar zo’n asiel. Je moet dan denken aan bomen die moeten wijken voor nieuwbouw, renovatie of herstelwerkzaamheden, zoals aan bijvoorbeeld de riolering. Ze moeten wel gezond zijn, zowel boven- als ondergronds, want anders worden ze niet opgenomen. Daarmee lijkt het bomenasiel wel wat op het dierenasiel.
soort volwassen asielbomen is veel belangstelling. Bij nieuwbouwprojecten en renovaties worden graag volwassen bomen geplant. Particulieren komen niet in aanmerking voor de asielbomen. Van tevoren wordt de nieuwe plek voor de boom geïnspecteerd, goede aarde en voldoende ruimte zijn belangrijk. bron: NRC
Zo zijn in Rotterdam bijvoorbeeld platanen verplaatst met een kluit van vier meter doorsnee, die moesten wijken voor het nieuwe Centraal Station. Ze werden door een kraan opgetild en per vrachtwagen afgevoerd. Platanen zijn dan ook goed te verplanten. Ze hebben een compacte kluit. Japanse kers kan daarom weer niet verplant worden. Alle bomen met vlezige wortels die uit elkaar vallen, redden het niet. Een boom moet een paar jaar in het asiel tot rust komen, voordat ze weer verplant kunnen worden. Voor dit
22
23
rijbaan en een aansluitende tunnel voor het grondwater onder de resterende tuinen is niet gesproken. Want eerst komt er een milieu-effect-reportage die verkeerstoename, luchtvervuiling en geluidshinder berekent. Voor compensatie van de grond en andere schades moeten we bij de gemeente zijn, aldus heel, heel vriendelijke RWS-
Ingezonden stuk
Knaagdier A27 Rijkswaterstaat wil de A27 langs onze tuinvereniging aan twee kanten met een extra rijbaan verbreden. Vanaf het hoge en verbrede viaduct over de Biltsestraatweg gaat de extra rijbaan dalen tot ver onder het maaiveld, om via een verdiepte tunnel onder verkeersknooppunt Rijnsweerd af te slaan naar de A28 richting Amersfoort. Het gemeentebestuur probeert zich afzijdig te houden. Wat dreigt voor ons is vernietiging van onze tuinen en jarenlange bouwhinder.
ambtenaren die ons zullen steunen bij onze onderhandelingen met de gemeente. Glimlachend schuift zo de ene overheid haar verantwoordelijkheid af door hulp aan te bieden bij actie tegen een andere overheid. Alsof wij burgers niet geheel op eigen kracht kunnen strompelen van het kastje naar de muur.
Uitsnede knooppunt Rijnsweerd, Oostbroekselaan. Concept ontwerp 2105
toch… Dat we in het landelijke mammoetknooppunt Utrecht door de lucht van al die rijkswegen een of twee jaar eerder doodgaan, schuiven de grote partijen als nederige zelfmoordenaars liever van tafel.
Op 9 februari wist het bestuur, in de persoon van Ineke ten Hoedt, een gesprek los te krijgen bij Rijkswaterstaat (RWS). Toen werd duidelijk dat de extra rijbaan, de bypass niet hoog maar laag, deels onder het maaiveld langs ons tuincomplex zal gaan. Dat betekent dat er een flink deel van de eerste rij tuinen langs de zoutsloot (“zaksloot”) zal verdwijnen. De sloot en de laan er Langzaamaan wordt duidelijk wat de langs schuiven dan met de breedte van gevolgen zijn van de uitbreiding van de bypass plus zeven meter op richting de A27 voor onze tuinvereniging. Op tuinwinkel en schooltuinen. Zo maakt 27 januari hield de gemeenteraad, RWS dan ruim baan voor een afdalende op initiatief van nota bene alleen de bypass die waarschijnlijk zal worden Partij voor de Dieren, een informatieve versterkt met een damwand. Deze extra bijeenkomst op het stadhuis. Stadsrand, rijbaan verdwijnt dan in een lange tunnel recreatie en stadsgroen kregen toen een onder het kruispunt richting Amersfoort. beetje aandacht, maar de stemming wasemde vermoeide loomheid – hé, Het definitieve ontwerpplan is pas alweer een lucht- en verkeersprobleem. medio 2016 – was eerst 2015, toen Met een start van de Tour de France begin 2016 – klaar. Over de gevolgen krijg je pas echt een positieve stemming, van het droogmalen voor een verdiepte
24
25
Wel wordt vijftien miljoen euro gereserveerd, bovenwettelijk nog wel, voor herstel van de milieuschade. Mogen wij stomme tuinders gaan ruziën over een verdeelsleutel met de andere slachtoffers van de A27: Amelisweerd, Lunetten en Rijnsweerd. Om de gemoederen toch enigszins te sussen belooft RWS dat de rijsnelheid over de afslag, de bypass niet zoals eerst gedacht 100, niet 80 zoals bewoners eisen, maar 70 kilometer per uur zal worden. Het probleem geluid en vuile lucht blijft dus, want op de naastliggende reeds bestaande rijbanen blijft de 100 km gehandhaafd. En een half verdiepte bypass scheelt de regering ook veel geld, want dan hoeft er geen geluidswal langs de Oostbroekselaan te komen. Wandelaars en kantoorpersoneel in de buurt tellen niet mee bij de milieuhinder.
Het gemeentebestuur stopt nog haar neus en oren dicht. Elke wens wordt toch door Den Haag overruled met een alles opzij schuivende Aanwijzing, aldus de strategie van de lokale bestuurders. Daarbij speelt er kennelijk intern ook het probleem dat de projectmanager niet overweg kan met de Groen Links verkeerswethouder Van Hooydonk. We zullen dus alom moeten gaan lobbyen om nog wat van de grond te krijgen. De grote onbekende blijft tenslotte nog de toekomstige aannemer, want die zal waarschijnlijk werkruimtes eisen aan de kop of de staart van ons complex. En dan praten we niet eens over de jarenlange bouwhinder.
De vereniging moet maximaal druk gaan uitoefenen om tenminste een redelijke compensatie te krijgen voor Intussen blijkt wel dat er een beetje paniek verloren grond en gemaakte onkosten. is ontstaan bij Rijkswaterstaat. In de tot Zodra de ‘Varkensboog’ verdwijnt, nu gepubliceerde brochures en rapporten moet deze ruimte aan ons volkstuinders (Ring Utrecht A27/A12 Voorkeursvariant’ worden gegund. En de gemeente werden onze volkstuinen slechts éénmaal zal genereus en zonder omwegen terloops genoemd. Nu staat er ineens al onze juridische onkosten plus de “Oostbroekselaan” boven de plankaarten. derving van huurinkomsten moeten Maar het beleid is niet gewijzigd. De vergoeden. omgevingswaarden blijven vaag, de geluidsbelasting wordt pas bekend na het Daarom is het noodzakelijk dat het uitkomen van het Ontwerp Tracee. En de bestuur heel alert eerst een eigen fijnstof , de grote moordenaar op termijn Zienswijze produceert zodra er een volgens RIVM, GGD en universiteit, Ontwerp komt. Want zonder een eigen wordt niet apart berekend omdat´ie zienswijze tegen het rijk kun je later toch altijd zal stijgen. Gemiddeld zorgt geen Bezwaarschrift indienen op grond deze fijnstof in heel Nederland voor waarvan we weer later compensaties verkorting van de levensduur met negen kunnen afdwingen bij de grondeigenaar, maanden, rond het totaal omsingelde de gemeente Utrecht. Utrecht mogelijk met een of twee jaar! Lees de NRC van 12 maart 2015, p. 3 er nog maar eens op na. Henk Vreekamp
26
‘Il faut cultiver son jardin’ Voltaire, Candide
Vrolijke ergernissen, of ergerlijke vrolijkheden 1. De winter wilde maar geen echte winter worden Het bestuur kon zijn draai niet vinden In de vereniging leek de saamhorigheid zoek te zijn In het vertrouwen dat alles goed gaat komen Slechtvalk Evert sloot zich aan bij de impasse Hij sloot geen partnerschap Evert bleef alleen Laat de zomer maar komen.
3. ‘Il faut cultiver son jardin’ (je moet eerst je eigen tuin op orde hebben). Het kan niet voldoende herhaald worden dat deze tekst uit Candide van Voltaire de basis is voor tuinplezier – en het leven zelf. Je pacht een stukje grond, daar ga je iets mee doen en dat is je eigen plekje. Zorg dat dat OK is. En eigenlijk is alles wat daaromheen speelt ondergeschikt. Iedereen zou dat van elkaar moeten respecteren.
2. De vereniging bestaat langzamerhand steeds meer uit leden die ooit lid van het bestuur zijn geweest, dan uit gewone tuinleden. Welke betekenis moet hieraan worden toegekend? Een grote betrokkenheid bij de vereniging van velen? Teleurstelling in bestuurlijk werk. Of er genoeg van hebben als bestuurder steeds te horen te krijgen dat je het toch nooit goed doet? Wie het weet mag het zeggen.
4. Het is uitermate treurig te constateren dat in de afgelopen periode goedwillende bestuursleden zijn weggestuurd. Soms met pek en veren besmeurd. Dat kan ook anders. 5. Een vraag: een netter complex, is dat ook een beter complex? 6. Lees Voltaire JD 27
recepten van ine Coleslaw (salade van witte kool) Deze Amerikaanse salade doet het goed bij de bbq. De hoofdingredienten zijn simpel, maar de smaak is verrassend. De salade kan een dag tevoren worden klaargemaakt. Wel af en toe omscheppen, en koel bewaren. Ingrediënten (ca. 4 porties)
Salade: 500 gram witte kool 2 wortels (ca125 gram) 1 grote rode ui 2 lente-uitjes 1/2 dl mais- of zonnebloemolie Dressing: 1 lente-uitje 2 eetlepels gehakte peterselie 1-2 tenen knoflook 1 theelepel scherpe mosterd 1/2 theelepel gedroogde oregano 1/2 theelepel gedroogde tijm 1 dl rode wijnazijn 1/2 vleesbouillonblokje 1 theelelepel worcestersauce 1 eetlepel hete pepersaus (evt. wat gesnipperde spaanse peper of cayennepeper) 1 dl mais- of zonnebloemolie 1/2 theelepel zout
28
Bereidingswijze
1 Verwijder de stronk van de kool en schrap de wortels. 2 Snijd de kool en wortels in zeer dunne reepjes. 3 Pel de ui, snijd hem in dunne ringen en halveer deze. 4 Snipper de lente-uitjes, zowel het witte als groene gedeelte. 5 Doe alle groenten in een kom en roer de olie erdoor. 6 Laat minimaal 40 minuten, maar liever 3-4 uur staan. Maak ondertussen de dressing, wel veel ingredienten maar de meeste heb je waarschijnlijk wel in huis. 1 Snijd de lente-ui (het witte en groene gedeelte) in dunne ringen. 2 Pel en snipper de knoflook. 3 Doe de lente-ui, knof en peterselie samen met de rest van de ingrediënten behalve de olie in een blender of keukenmachine en laat even draaien.Voeg dan beetje bij beetje de olie toe. Geen keukenmachine? Probeer het met een vijzel of snijd alles – inclusief het bouillonblokje – extra fijn en meng met een houten lepel. 4 Meng de groenten met de dressing.
29
De winter van
HARRY HAZELWORM
Het was voor onze familie een lange winter. Niet echt koud, maar wel donker. Onder de grond viel weinig te beleven. Wat er bovengronds gebeurde, daar hadden wij geen weet van. Er gebeurde van alles, maar wij hebben onze koppies niet boven het maaiveld uitgestoken. We dachten: wij doen ons ding en zij doen maar wat het hunne is. Zo kwamen wij de winter door. Maar mijn nichtjes en neefjes verveelden zich kapot. Konden niet buiten spelen en moesten vermaakt worden. ‘Oom Harrie,’ vroegen ze mij iedere keer, ‘kunt u ons niet één van uw sprookjes vertellen?’ Ja ik heb een groot sprookjesboek, en daar lees ik vaak uit voor. Sprookjes zijn voor kinderen en ook voor grote mensen. Maar soms bedenk ik mijn eigen sprookje. Het sprookje dat ik iedere keer weer moest laten horen zal ik jullie ook vertellen.
geven. Maar het Prinsesje wilde meer, ze werd nukkig. Bij het diner zat ze met haar voetjes te trappelen. Bozig. ‘Ik wil Koningin worden, en wel nu….!,’ zei ze. Maar de Koning gaf niet toe. ‘Je moet je tijd afwachten, dat hoort bij prinsesjes.’ ‘Maar vader,’ zei het Prinsesje ‘de onderdanen hebben het met u gehad, u bent oud , moe en versleten en ik kan het veel beter dan u het kunt. Ik ben van hun generatie, spreek hun taal, mij begrijpen zij en naar mij zullen ze luisteren.’ De Koning wilde van geen wijken weten. Hij vond zichzelf nog in de kracht van zijn leven. Hij schreef een vergadering uit met zijn raadsheren, die hem allerhande wijze adviezen gaven.
DE KONING OP DE SCHOP Er was eens een koninkrijk, niet groot en ver hier vandaan. Daar heerste een koning en hij had één dochter, het Prinsesje. Zij was de kroonprinses. De koning had zijn onderdanen, en het Prinsesje dacht dat het ook haar onderdanen waren. Haar vader, de koning, wees haar terecht en zei dat ze moest wachten tot het moment dat zij koningin was. Maar het Prinsesje trok zich niets van haar vader aan en ging zelf met de onderdanen praten in de hoop dat zij naar haar zouden luisteren. Haar vader probeerde het Prinsesje in te tomen, sprak haar liefelijk toe, gromde af en toe , zei dat ze soms gelijk had, maar weigerde om aan haar al grillen toe te
Dit sprookje duurt veel langer, is af en toe veel spannender, en mijn nichtjes en neefjes luisteren altijd met rode oortjes, Mijn slimste nichtje vroeg opeens, vlak voor het slapen gaan: ‘Oom Harrie, gaat dit soms ook over onze familie?’ Daar heb ik maar geen antwoord op gegeven en haar welterusten gewenst.
Zo gaat dit sprookje nog lange tijd door. De Koning bleef regeren, het Prinsesje werd alsmaar bozer en ze was onhandelbaar. Ze leefden nog lang met elkaar, en geen van twee was gelukkig.
De groeten van, HaHa
colofon enzo Bladgroen is een onafhankelijk orgaan van A.T.V. Stadion en verschijnt drie maal per jaar in een oplage van 160 stuks. Bijdragen van leden (maximaal 250 woorden) zijn van harte welkom. De redactie behoudt zich het recht voor om stukken in te korten.
Redactie Pauline Terreehorst (eindredactie) Marijke Badings (vormgeving) Marion van Dam (fotografie) Jan Deering (redactie) Ine Dijkhof (redactie)
Ook werkten mee: Anneloes van den Brink (ledenadministratie, schooltuintjes en Lief & Leed) Woudie Blok (ledenadministratie)
Contactgegevens van de vereniging ATV Stadion Postbus 85235 3508 AE Utrecht
[email protected] www.atvstadion.nl
afzender:
atv stadion postbus 85235 3508 AE utrecht