WAREGEMSE GIDSENKRING
Mullen, duivels en heksen verslag van de lente-uitstap naar Europastad Tielt op zondag 7 juni 2010 Simonne COUCKE
N
aar jaarlijkse gewoonte gaan we met onze leden in het voorjaar een halve dag op stap ergens in onze provincie. Deze keer kwam Tielt aan de beurt. Dat Tielt niet altijd op goede voet geleefd heeft met Waregem bewijst hun felle tegenkanting bij het oprichten van onze wekelijkse markt onder het bewind van de Oostenrijkse keizer Jozef II in 1784. Gelukkig is die tijd al lang voorbij. Meer nog, de Waregemse Gidsenkring dankt zijn bestaan aan Tielt. In 1991 kregen we de kans om in Tielt, op initiatief van de Tieltse Gidsenkring en in samenwerking met de toeristische diensten van Waregem en Tielt, een gidsencursus te volgen, wat resulteerde in de oprichting van de Waregemse Gidsenkring in 1992. We verzamelen op het Minderbroedersplein (vroeger de moestuin van het klooster) en trekken samen naar het huis Mulle de Terschueren, waar de infodienst huist en waar alle wandelingen starten. Gids Berenice staat er ons op te wachten. Huis Mulle de Terschueren Het imposante en geklasseerde herenhuis met koetshuis werd genoemd naar de invloedrijke familie die het huis bewoonde van 1824 tot 1962. Het was de Tieltse edelman Emile-Paul Mulle de Terschueren die hier in 1824 een kopie van zijn ouderlijke woning in Gent liet bouwen. Het huis is opgetrokken in neoclassicistische stijl met empirekenmerken. De roodgeschilderde voorgevel siert de Ieperstraat. De achtergevel vertoont een smeed- en gietijzeren constructie. de Gavergids 2010 / 2
15
de familie Mulle de Terschueren De familie van de bouwheer is gedurende drie generaties aanwezig in Tielt en speelt een prominente rol in zowel het politieke als het socio-culturele leven. Adile-Eugène schenkt in 1868 en 1888 vlaggen en in 1901 uniformen aan de muziek- en handboogverenigingen. Baron Adile-Jacques laat in 1905 het Gildhof bouwen, waar katholieke arbeiders en gilden hun activiteiten konden ontplooien onder de leuze “voor God en volk”. Juffrouw Emilie Mulle de Terschueren schenkt in 1935 een weiland aan de kerkfabriek waardoor de bouw mogelijk wordt van de O.L.V.-kerk in 1937. “Juffrouw Mulle” was de laatste bewoonster van het huis. Tijdens al die jaren was hun lijfspreuk: “zonder labeuren, niets te schueren”.
een nieuwe bestemming voor het huis In de jaren 1970 wordt de tuin verworven als stadspark. In 1986 wordt het herenhuis beschermd als monument en het stadspark als stadsgezicht. In 1993 komt het pand in handen van de stad. In 1998 wordt ook het koetshuis beschermd als monument. Het huis wordt volledig gerestaureerd en krijgt een nieuwe bestemming. In 2004 wordt de burgerlijke trouwzaal
de Gavergids 2010 / 2
16
van de stad er ondergebracht. In 2006 vestigt de Dienst voor Toerisme zich in het koetshuis, met een bezoekerscentrum voor Tielt en de regio. Boven het koetshuis worden vier kamers ingericht als Bed & Breakfast. de Europazolder Na de uitleg over het statige herenhuis bezoeken we de prachtig gerenoveerde Europazolder, waar een permanente tentoonstelling is ingericht over het reilen en het zeilen van de Europese Unie. Onze aandacht gaat vooral naar de zoldering met een heel ingewikkelde dakconstructie. Als toemaatje krijgen we te horen hoe hoog de laag met uitwerpselen van de duiven was na al die jaren van leegstand. moord en brand Onder de doorgang van de tuin naar de straat krijgen we uitleg over hoe Tielt tijdens W.O. I vier jaar lang ongewild een belangrijk centrum was van het wereldgebeuren. Het hoofdkwartier van het Vierde Duitse Leger kwam zich in Tielt vestigen en de Duitse keizer, en diverse koningen en prinsen kwamen langs. Burgerhuizen en openbare gebouwen werden door de bezetter ingepalmd en hier werd in 1915 de eerste aanval met chloorgas in Ieper beraamd. De gids licht ook de link toe tussen de familie Mulle de Terschueren en de vreselijke moorden van Beernem, koning Leopold II, de kasteelheer en burgemeester van Beernem De Vrière en de familie van Outryve d’Ydewalle: een ingewikkelde en tragische familiegeschiedenis. Minderbroederskerk Via het park gaat de tocht verder naar de Paterskerk. De barokke kerk werd gebouwd in 1707, maar de paters Minderbroeders waren al sinds 1624 in Tielt gevestigd. In 1668 richtten ze een Latijnse school op, die later uitgroeide tot het bekende Sint-Jozefscollege. De laatste “paterkes” verlieten hun dierbare klooster en hun geliefde Tielt. Nu vergadert in de kerk een nieuw charismatische beweging.
de Gavergids 2010 / 2
17
dekanale Sint-Pieterskerk Vanuit een steegje dat ons naar de dekanale Sint-Pieterskerk leidt, zien we het dak van het oorspronkelijke ateliertje waar de bekende drukkersfamilie Lannoo gestart is. De Sint-Pieterskerk was oorspronkelijk waarschijnlijk een houten gebouw, daarna een stenen Romaans kerkje, waarvan we aan beide buitenzijden nog een stuk muur zien. De eerste vermelding van de kerk dateert uit de 9e eeuw. De huidige kerk met haar 62 meter hoge spitse toren werd opgetrokken in 1720. Na diverse uitbreidingen is het een hallenkerk geworden. Tijdens de eerste dagen van mei 1940 werd de kerk fel onder vuur genomen. De spitse toren en de drie daken gingen volledig in de vlammen op. Ook de monumentale predikstoel deelde in de brokken maar kon gelukkig grotendeels gered worden. De prachtige predikstoel, gesculpteerd in Deense eik, werd geplaatst in 1857 nadat twee Tieltse broers Debosschere er 7 jaar aan gewerkt hadden. Waar of niet waar: de predikstoel zou nooit afbetaald zijn, want de twee jonkmannen hadden geen gezaag van een vrouw!
Stanislaspoort De doorgang van de kerk naar het marktplein wordt door de Tieltenaren nog steeds “Spuyssenshol” genoemd, naar de familie Spuyssens die daar vlakbij woonde. Op 8 september 1944 werd Tielt door de Polen bevrijd onder leiding van Generaal Stanislas Maczek en ter ere van de Poolse bevrijders heet de doorgang nu officieel de Stanislaspoort. De namen van 8 Poolse gesneuvelde soldaten zijn vereeuwigd op een gedenkplaat en op consoles zien we de emblemen van de Poolse divisie en van het Geheim Leger van België. In de nis boven de poort staat het gerestaureerde beeldje van de patroonheilige van Polen: Sint Stanislas.
de Gavergids 2010 / 2
18
de Stanislaspoort en het tweetalige gedenkprentje voor de Bevrijding
Markt Al in 1275 kreeg Tielt het recht op de bouw van een lakenhalle. Het 13de-eeuwse belfort is hét symbool van de stad. De sierlijke toren met zijn 35 klokken herbergt de enige nog volledige Du Méry-beiaard (1733), genoemd naar de befaamde Brugse klokkengietersfamilie.
het Belfort en wat resteert van de lakenhalle
de Gavergids 2010 / 2
19
Op de plaats waar nu het stadhuis met zijn neoclassicistische voorgevel van 1875 staat, was in de 13e eeuw een klooster-passantenhuis (voor arme reizigers en pelgrims) van de zusters Alexianen.
Voor het Belfort staat het bronzen beeld Olivier de Duivel, een werk van Jef Claerhout. Olivier de Neckere zag het levenslicht in 1434 in Tielt, als zoon van een barbier. Toen Lodewijk de Valois, de latere Franse koning, Olivier ontmoette op de Tieltse Markt, begon voor Olivier een waar avontuur. Hij werd vertrouweling van de intussen Louis XI en vergezelde de koning aan het hof. Listig zoals hij was, pikte hij hier en daar een graantje mee voor zichzelf. Maar hij werd de ‘speelbal’ van de koning. Na de dood van Louis XI werd hij in 1484 opgeknoopt aan de galg van Montfaucon. Zijn dood was een politieke afrekening.
Olivier de Duivel
de Gavergids 2010 / 2
20
Een ander kunstwerk van Jef Claerhout beeldt de ‘heks’ Tanneken Sconyncx uit op het moment van haar dood. In de late Middeleeuwen heerste er in West-Europa een ware heksenjacht. Vrouwen die zich ‘anders’ gedroegen, werden er al snel van beschuldigd een heks te zijn, met alle gruwelijke gevolgen van dien. Duizenden vrouwen werden gemarteld en eindigden op de brandstapel of werden verdronken of levend begraven. Dit lot overkwam ook Tanneken Sconyncx, geboren in 1560 in Gottem en doodgemarteld op 2 juni 1603 in Tielt.
Tanneken Sconyncx
Het derde beeld op de markt is dat van baljuw Spierinck. Alexander Spierinck (Tielt, ca. 1360 - 29 maart 1403) is misschien wel de meest invloedrijke persoon die Tielt ooit gekend heeft. Als topambtenaar binnen het graafschap Vlaanderen werd hij geconfronteerd met de moord op de pastoor van Kanegem, in het begin van de 15de eeuw. Al te snel en zonder transparante rechtsprocedure veroordeelde de baljuw de hoofdverdachte Jan Vleminck. Die zwoer nochtans niets met de moord te maken te hebben en zou de beruchte woorden “Ik kom van Kanegem en weet van niets” uitgesproken hebben. Vlak voordat de onschuldige opgeknoopt werd, voorspelde hij dat de baljuw het met zijn leven zou bekopen. En zo gebeurde. Amper één week later stierf Baljuw Spierinck tijdens het kaatsspel op de Markt van Tielt.
baljuw Spierinck
de Gavergids 2010 / 2
21
Na de interessante en uitgebreide rondleiding in het centrum van Tielt, nemen we afscheid van onze gids. We hebben nog wat tijd om rond te neuzen op de markt met allerlei streekproducten of om op een terrasje kennis te maken met het Tieltse bier Halleschelle. De naam verwijst naar de 35 ‘schellen’ of klokken van de beiaard in de Halletoren.
afscheid van gids Berenice
Rond 18 uur zoeken we de feestzaal de Botermarkt op, waar een broodjesmaaltijd met een streekbiertje op ons wacht. Het is een gezellig samenzijn. Pas rond 20 uur verlaten we de Tieltse stede. De afwezigen hadden andermaal ongelijk. Bronnen
eigen notities & foto’s
diverse toeristische brochures van de Stad Tielt
www.tielt.be
Onze volgende afspraak is zondag 26 september 2010. Dan verkennen we Aalst met zijn carnaval, Daens, Boon, … Hopelijk tot dan!
de Gavergids 2010 / 2
22