Heerhugowaard op werkbezoek in Utrecht
Buurtteams Sociaal versterken bewonerskracht en verminderen escalatie Het Buurtteam Sociaal van Ondiep/Rijnsweerd (18.000 inwoners) in Utrecht heeft twee jaar na start actief contact met bijna alle huishoudens met meervoudige hulp/zorg-problemen in haar wijken. Ze vangt deze knelpunten vroegtijdig op, helpt bewoners hun eigen mogelijkheden te versterken en weet daarmee verergering te voorkomen en perspectieven te verbeteren. De gemeente Utrecht gaat op basis van vergelijkbare ervaringen met inmiddels zes van dergelijke teams per 2015 voor de hele stad over naar de invoering van deze aanpak. Dat betekent de invoering van in totaal twintig teams. In gemeente Heerhugowaard wordt ook gewerkt aan de ontwikkeling van een aanpak door middel van Buurtteams en laat zich daarbij door ZONH begeleiden. Op 12 juni waren we samen met een aantal leden van het project ’Beter in de Wijk Heerhugowaard’ op werkbezoek in Utrecht. Op zoek naar zinvolle leerervaringen en aandachtspunten. Coördinator Pieter Puijk en een viertal van zijn teamleden ontvingen ons hartelijk. Buurtteam-aanpak Utrecht Gemeente Utrecht is in april 2012 gestart met twee experimentele Buurtteams Sociaal. Eén daarvan was het team in de gebieden ‘Ondiep/Rijnsweerd’. Puijk: “De gemeente wou en wil hiermee mede invulling geven aan de verschillende beleidswijzigingen op het gebied van hulp en zorg waar zij mee te maken heeft (onder meer de transities awbz, jeugdzorg, participatiewet wmo en zorgverzekeringswet). Dit met de ambitie om daarbij tegelijk te kwaliteit van dienstverlening te versterken en de kosten te verminderen”. Daarbij gelden ook voor Utrecht de bekende constateringen dat hulp en zorg vaak sterk versnipperd zijn en dat te laat en te weinig afgestemd inspelen op de situaties waar dat het meeste nodig is. Gevolg is dat problemen van huishoudens met meervoudige hulp/zorg-vragen dikwijls meer escaleren dan hoeft, met ook grote kosten als gevolg. Deze kosten liggen dan niet alleen bij directe hulp en zorg die geboden wordt, maar ook bij indirecte kosten bij woningbouwcorporaties, nutsbedrijven, schuldhulpverlening, politie/justitie, sociale zaken etc. De gemeente heeft voor haar buurtteamaanpak gekozen voor in eerste instantie een accent op een combinatie van sociale, welzijns en psychische hulpverlening, waarbij ook een stevige aandacht voor het terrein van werk en inkomen. Daarbij is in aanzet ook de jeugd-en gezinszorg apart benaderd, gezien de eigen urgentie op dit terrein. Naast de Buurtteams Sociaal kent Utrecht dan ook Jeugd- en Gezinsteams in haar wijken. Deze groeien nu echter in praktijk weer naar elkaar toe. Ook de meer medische zorg (huisartsenzorg, wijkverpleging, thuiszorg) is vooralsnog niet meegenomen in de samenstelling van de Buurtteams Sociaal. Naast inhoudelijke redenen is daarbij tevens een overweging dat de financiering van deze onderdelen van zorg (nog) niet direct door de gemeente worden gestuurd. Ook activiteiten gericht op samenlevingsopbouw zijn niet direct in de Buurtteams meegenomen. Daarvoor was er in Utrecht de al eerder ingezette ontwikkeling naar zogenaamde ‘Sociale Makelaars’ in de Utrechtse wijken. Daarmee wordt in Ondiep/Rijnsweerd inmiddels wel steeds intensievere samengewerkt, maar zij vallen (nog) buiten de directe organisatie van de buurtteams.
Kerntaken De kernopdracht van eerste twee buurtteams in Utrecht was en is om meervoudige hulp en/of zorgvraag dicht in de buurt van bewoners vroegtijdig te traceren en waar nodig op te vangen. Dit dusdanig dat daarmee oorzaken van problemen in samenhang kunnen worden gevonden en aangepakt en daarmee gewerkt kan worden aan structurele verbetering daarvan. Dat is in Ondiep/Rijnsweerd ook niet voor niets; het zijn echte Utrechtse volkswijken met relatief veel achterstandsproblemen; Van de huishoudens heeft ca 30% te maken met zwaardere, meervoudige hulp/zorg-problemen. Puijk: “Essentieel in de aanpak van de gemeente Utrecht is dat men de participerende –‘klassieke’hulp en zorg-aanbieders (met een financiële relatie met de gemeente) van meet af aan verplicht heeft om alle nieuw binnenkomende hulp en zorgvraag uit betreffende wijken primair via het Buurteam Sociaal te laten lopen. Dit betekent ook dat gekozen is voor een startcapaciteit van de buurtteams die deze vraag qua inhoud en omvang ook aan kan”. Kader 1: Afkomst en expertises in het Buurtteam Sociaal Ondiep/Rijnsweerd De Buurtteams Sociaal in Utrecht zijn samengesteld uit medewerkers van diverse aanbiedersorganisaties die al in de stad werkzaam zijn. Dit op basis van persoonlijke interesse en selectie op basis van een functieprofiel van ‘Generalist’ (met specialismes in het team) en een inschatting van benodigde capaciteiten in de betreffende wijken op basis van voorkomende vragen en knelpunten. Om verantwoord generalistisch te kunnen werken is in elk Buurtteam in ieder geval kennis en ervaring aanwezig over verschillende doelgroepen (mensen met verstandelijke beperkingen, met psychiatrische problematiek, met zware multi-problematiek of met psychosociale problematiek; (dementerende) ouderen)en over verschillende leefgebieden (werk, vrijwilligerswerk, financiën, welzijnsvoorzieningen). Uit een pilot met het inzetten van ervaringsdeskundigheid moet blijken of het toevoegen van ervaringsdeskundigen aan een buurtteam een extra meerwaarde geeft. Bij de samenstelling wordt zowel gekeken naar inhoudelijke expertises, als naar persoonlijke en team-kwaliteiten. Op die basis is het team in Ondiep/Rijnsweerd in 2012 gestart van tien medewerkers vanuit een diversiteit van genoemde achtergronden en een minimale aanstelling van 28 uur per medewerker. Gekozen is ook voor een aanpak om deze medewerkers als ‘generalist’ naar bewoners en andere partijen in te gaan zetten, maar ‘binnen het team’ tegelijk hun eigen specialisme te laten (onder-) houden. Puijck: “Dit betekent ook dat alle teammedewerkers inzetbaar zijn voor bredere intakes bij meervoudige vraagstukken bij huishoudens en de regie moeten kunnen voeren bij een eventueel vervolg daarvan. Bij zwaardere problematiek gaat er veelal een collega mee in het traject. Ook worden zwaardere cases in het team besproken. Als er specialistische hulp nodig is voor een klant wordt deze taakgericht ingevlogen. Het team behoudt dan de regie over de begeleiding. Buurtteam doet ook geen drang/dwang-interventies; het zet vooral in op opbouwen van vertrouwensrelaties en aansluiten bij en versterken van de eigen motivaties en mogelijkheden van cliënten. Daarom ook keuzes om politie niet in het team te hebben maar er wel zeer nauw mee samen te werken; net als met diverse andere ‘drang en dwang’geledingen of instanties voor toewijzing/onthouding van voorzieningen”. Kader 2: Buurtteams als vorm van sociale basiszorg Het Buurtteam Sociaal biedt generalistische begeleiding en activering aan volwassen Utrechters met meervoudige problematiek: mensen die (tijdelijk) minder zelfredzaam zijn op
meerdere leefgebieden. Met leefgebieden bedoelen we bijvoorbeeld: werk, opleiding, financiën, gezondheid, opvoeding, gedrag. De buurtteams maken onderdeel uit van de sociale basiszorg. De basiszorg is laagdrempelig. Voor ondersteuning door het buurtteam is geen indicatie nodig. Er komt één ingang op buurtniveau voor alle informatie en advies, cliëntondersteuning en generalistische begeleiding. Een hoogwaardige professional (buurtteammedewerker) bekijkt bij aanmelding welke mensen problemen op meerdere terreinen hebben en dus geholpen worden door een generalistische professional. Mensen met enkelvoudige problemen worden zoveel mogelijk geholpen door vrijwilligers, of, als het probleem complex is, door een gespecialiseerde hulpverlener. Er vindt binnen de basiszorg nauwe samenwerking plaats tussen de buurtteams, de medische basiszorg en de thuiszorg. (Uit: ‘Ruimte voor professionals’, een werkkader voor Buurtteams Sociaal, Gemeente Utrecht, 2013). Toekomst Na deze analyse heeft Utrecht afgelopen jaar al met zes buurtteams gewerkt en gaat men het volgens jaar over tot volledige invoering van de aanpak voor de gehele gemeente. Het buurtteam O/R heeft inmiddels op basis van de doorontwikkelde werkwijze dertien medewerkers met 10,8 fte. Het Buurtteam heeft nu ca. 750 cases begeleid en er nu ongeveer 250 tegelijk in begeleiding, van lichter tot zeer complex. Er is daarbij nu een gemiddelde caseload van ca 20 cliënten per week voor gemiddelde aanstelling van 28 upw per teammedewerker. De aanlevering van de vraag is nu gaandeweg uitgebreid naar ook andere instanties zoals: politie, schuldenregistraties, nutsorganisaties en woningbouwcoöperaties. Het doel is om een groot gedeelte van alle zorg/hulp-vraag in het buurtteam af te kunnen vangen. Het buurtteam heeft eigen locatie(s) in de wijken en daarnaast is het open van 9 tot 17 ‘bij de voordeur’. Bij de voordeur wordt de burger direct verwezen naar het juiste team. ( Jeugd, Sociaal, I&A of WMO) Gevraagd naar de ontwikkelwensen van het Buurtteam-Sociaal voor de toekomst geeft Puijck er vijf aan: - Een zekere autonomie behouden als Buurtteam; er met de bredere invoering geen eenheidsworst van willen maken - Verdere afstemming van de centrale gemeente op de juiste werking van de Buurtteams; Ontregeling; decentralisatie waar het kan. - Verder integratie met Jeugd & Gezin-teams - Verdere afstemming met omringende hulp/zorgverleners w.o. huisartsenzorg - Synchronisatie van wijk/gebiedsinrichting met andere relevante partijen. Leerpunten Op terug weg van Utrecht formuleerde de leden van het Buurtteam i.o. van Heerhugowaard voor zichzelf de volgende leerpunten: 1. Voor een buurtteam-aanpak is een stevige positioneringskeuze nodig: als je wilt dat een (sociaal) buurtteam/wijkteam ook werkelijk hulp/zorgvraag gaat opvangen en uitvoeren en daarmee escalatie naar elders gaat voorkomen, dan is krachtige keuze nodig inclusief verleggen van de eerste opvang van hulp/zorgvraag naar buurtteam; Het buurtteam vraagt dan ook om een voldoende bezetting 2. Neem Jeugd- en Gezins-werk meteen mee in één Buurtteam-aanpak; voorkom dubbele teams in de wijken 3. Hou omvang van de gebieden hanteerbaar; voorkom de noodzaak van teams binnen het team.
4. Neem de versterking van buurtkracht en activiteiten gericht op preventie en netwerken meteen mee in Buurtteam-aanpak; hou dat niet apart zoals Utrecht deed met Sociaal Makelaars 5. Hou van meet af aan rekening met de gewenste reputatie van het Buurtteam in de keuzes van haar taakinvulling en positionering; gewenste vertrouwenspositie gaat niet samen met drang/dwang-optredens. 6. Besteed in de BT-aanpak voldoende aandacht aan de zeer bepalende invloed van schulden en financiële problemen van hulp/zorgvragers. 7. Neem bij start voldoende tijd voor reflecteren en leren adhv cases.
Bijlage: Voorlopige kosten/baten inschatting van de Buurtteamaanpak Na één jaar experiment met de twee wijkteams is voor hun aanpak een voorlopige kosten/batendoorrekening gemaakt met ondersteuning van het Verwey-Jonker-instituut. Deze heeft de kosten en opbrengsten bekeken aan de hand van 10 typerende cases uit het eerste jaar. De effecten van de cases waren alle neutraal tot; de meeste waren ook goedkoper; één casus duurder Voor huidige en toekomstige gemeentelijke financieringsbronnen (Wmo, W&I, AWBZ en Jeugdzorg) berekende het verwey-Jonker-instituut ca 10% besparingsmogelijkheden ten opzichte van de referentiesituatie. Volgens verwey-Jonker is de integrale manier van werken van de Buurtteams essentieel om extra kwaliteit te leveren tegen minder kosten. Effectiviteit ontstaat door de combinatie met het gebruik van eigen kracht en het eigen netwerk, en door snel en proactief te werken zonder indicatie. De elementen tezamen leiden tot eerder en meer vertrouwen van cliënten, méér kwaliteit voor cliënten, minder en goedkopere hulpverlening en lagere transactiekosten.1
1
‘Het is de integrale aanpak die werkt’, Verwey-Jonker-Instituut, F. de Meere e.a, juni 2013