Heemkundige Kring Dr. Croquet - Walem MAGAZINE
nummer 29 - zomer 2013
Onze ereleden
Colofon
Bijzondere dank aan:
Dit magazine is een uitgave van de vzw Heemkundige Kring Dr. Croquet Walem vzw Heemkundige Kring Dr. Croquet Walem Kloosterstraat 76 | B-2800 Walem www.heemkundewalem.be
[email protected] Jaargang 8, nummer 29, zomer 2013 U kunt lid worden door overschrijving van 8 euro op rekeningnummer 733-2426000-60. Dan krijgt u de volgende nummers van ons tijdschrift in uw bus.
Redactie en medewerkers van dit nummer: Richard Hofmans, Jeroen Marivoet, Walter Marivoet, Magda Nuyts, Hugo Rom, Jan Van Buggenhout, Tom Van Buggenhout, Sabine Van Malderen, Kris Verreth Editoriaal Dijkbreuk Walem 1953 Walemlandse geschiedenis: August Croquet en Joseph Coppens Hoe zit het nu met die gasmaskers? Ons Walems dialect 60 jaar in het nieuws Sint-Cecilia - een tweede glansperiode Verklaring foto voorpagina 1953: De overstroming in februari zette
Inhoud
▼ 2 ▲
ook de Koning Albertstraat blank.
Jan Aerts Bert en Martine Bellon-Loiselle Jan Bergé M. Boterman-S. Bosschaerts Karel Caelen Christiane Carpentier Pieter De Laet H. De Ridder Paula De Waerhert Els Gilon E. Goyvaerts Grandeco NV - Grouwet-Vervliet Groep Gilon BVBA Clara Honsia Pieter Janssens André Laurens Dokter Jo Liekens Walter Marivoet Eddy & Annabel Merckx-Tanghe Frank Michiels Jacques Morrens Paul Morrens Eugeen Nauwelaerts Dirk Nuyts Bart & An Ooghe-Poot Eddy Op de Beeck Peeters-Van Laer Schrijnwerkerij Jaak & Lea Poot-Janssens Alex Resseler Hugo Rom Frans Rymenams Theo Schroeven - M. De Vos Stad Mechelen Karel Vaes Gerard Van Damme Bouwwerken Dirk Van de Brul Dierenarts Bart Van der Kuylen Pieter Van der Veken Gina Vandoorne (Slagerij Gina) Gaby Van Genechten Stefaan Van Malderen Van Moer-Van Hoof E. Vansant Eric Verbiest Fons Vercammen Vriendenkring De Zonnebergen
E D I T O R I A A L
Lenteschoonmaak
Een tijdje geleden verwierf Natuurpunt de eigendom over het fort van Walem. De gebouwen op de site waren al een aantal jaren geleden verlaten. Aan de zuidkant torent het monument uit boven de restanten van de fatale obusinslag van 1914. De oude gangen van het oorspronkelijk fort zitten volgestopt met gasmaskers. De civiele bescherming had er haar hoofdkwartier tijdens de koude oorlog; zij zorgden voor de zendmast die boven het groene eiland uitsteekt. In de jaren negentig werden de gebouwen ook gebruikt om een aantal asielzoekers onder te brengen; een paar hoge hekken op het domein zijn een overblijfsel uit die periode. Na de azielzoekers bleven de gebouwen verlaten achter. Krakers vonden er nadien nog een onderkomen. In die tijd werd er brand gesticht in de officiersgebouwen. De gebouwen brandden bijna helemaal uit en zijn nu een bouwval met zwartgeblakerde balken. Geweld in de eerste wereldoorlog, preventie tegen chemische wapens, wantrouwen tegenover een onzichtbare vijand, mensen uit verre landen op de vlucht op zoek naar een beter leven, en mensen uit eigen land die zich afzetten tegen de maatschappij: van elke functie die het fort in de laatste honderd jaar vervulde zijn er dus wel restanten gebleven, of littekens. Ondertussen heeft de natuur het domein terug overgenomen: vleermuizen bevolken de donkere gangen en ondergrondse ruimten, mossen bedekken de taluds en vlinders dartelen rond in het microklimaat dat heerst tussen de omwalling, beschut tegen de wind. Een goeie zaak dat Natuurpunt dit domein onder zijn beheer heeft en de nodige acties kan nemen om de natuur te vrijwaren... De heemkundige kring heeft het plan opgevat om volgend jaar de herdenking van de eerste wereldoorlog te laten doorgaan in de gebouwen van het fort. Bovendien onderzochten we de mogelijkheid na de herdenkingsperiode een memoriaal permanent te laten bestaan met de beste stukken uit de tentoonstelling. Tijdens eerdere bezoeken waren we op zoek gegaan naar een aantal lokalen die daarvoor in aanmerking kwamen. Na een paar keer onze keuze bijgesteld te hebben en na overleg met Natuurpunt (want sommige lokalen komen niet in aanmerking), wisten we welke ruimtes we wensten te gebruiken. Begin mei (wanneer de winter voor de vleermuizen voorbij was) hebben we dan de handen uit de mouwen gestoken om deze lokalen op te ruimen, want elk lokaal was bezaaid met rommel. Kruiwagens, schoppen, borstels, lampen, handschoenen en één generator werden aangesleept om de grote opruimactie te realiseren. Het resultaat was dat drie grote en vier kleinere lokalen opgeruimd werden: een eerste belangrijke stap om ze klaar te maken voor de tentoonstelling. Er is nog veel werk voor de boeg: ramen dichtmaken, een buitendeur en elektriciteit voorzien, schilderen... Met goeie moed gaan we verder! tvb P.S. Oh ja, je zou kunnen denken: “Zij hebben die piranha losgelaten om hun werk wat beter te bewaken.” … Wees gerust: dat waren wij dus niet, hé !
▼ 3 ▲
D O S S I
E R
Dijkbreuk Walem 1953 Waar geen mens van Walem zich aan verwachtte, gebeurde op 1 februari 1953: in Battenbroek en tegen het domein van Pirard begaven de dijken het en een geweldige watermassa zette Battenbroek en een deel van het dorp blank. Alhoewel de voorjaarsstorm ‘uit het gat’ blies en gepaard ging met een springvloed, kwam de overstroming in de nacht toch voor vele mensen heel onverwacht en wat zeker verrassend was, was dat het water kwam van het zogezegd
hoger gelegen gedeelte van de gemeente. Tweemaal trad de rivier buiten haar oevers vooraleer het leger de dijken kon dichten. Een comité, waarover de meningen sterk uiteenlopen, werd opgericht, dat de nodige fondsen verzamelde om de geteisterden zoveel mogelijk te vergoeden. Een omhaling in het dorp bracht 10.900 fr. op. St.-Lambrechts-Woluwe bleef ook niet afzijdig en aanvaardde het peterschap over Walem. (De Brug)
Getuigenis van een onbekende auteur Het ligt niet in onze bedoeling hier enkele sterke of emotionele verhalen op te dissen maar slechts de natuurramp even in herinnering te brengen aan de hand van getuigenissen van een paar personen die bij de gebeurtenis nauw betrokken waren.
▼ 4 ▲
Het was algemeen geweten dat voor twintig jaar de dijken zich in een slechte staat bevonden. Ze behoorden niet zoals nu toe aan de staat maar waren privé eigendommen. De eigenaars waren verplicht de dijken te onderhouden en de nodige herstellingen op eigen kosten uit te voeren. Het enige profijt dat de boeren erin zagen was het hooi dat ze tweemaal per jaar konden binnenhalen. Voor deze mensen was het onderhoud een te zware dobber, die boven hun hoofden uitgroeide. U kunt de toestand begrijpen: de ene was zich bewust van zijn verantwoordelijkheid en de andere, enkele meters verder, lapte het nazicht van de dijk aan zijn laars. De overstroming in 1953 mogen we toch als uitzonderlijk bestempelen. Het waterpeil, dat normaal 5,80 meter à 6,00 meter aan de brug bereikte, was wel met één meter gestegen. Daaruit mag haast met zekerheid verondersteld worden dat de dijken in Battenbroek en aan Rozendaal (kant Walem), het niet begeven hebben onder de druk van het water of ten gevolge van pijpen of gangen gegraven door muskusratten, maar dat het water over de laagst gelegen gedeelten is beginnen te zwalpen, geleidelijk een greppel Bres in de dijk aan Polder de Koebeemden groef en eens het afvloeide, was er geen houden meer aan. De bres achter het dorp had een lengte van 60 meter en wel een diepte van een 12-tal meter. Het was een totale verrassing voor alle mensen; terwijl de noordwestenwind buiten huilde was het hele dorp in een diepe rust; zelfs het geblaf der honden werd niet gehoord of verontrustte niemand. Toen in de vroege morgen de eerste mensen in het lager gelegen gedeelte van het dorp ontwaakten, werd er direct alarm geslagen want zij stonden reeds tot aan hun knieën in het water. Buren werden wakker gemaakt, beesten die nog konden gered werden weggebracht. Iedereen was bedrijvig; men kwam handen tekort. Men zag mensen tot het middel in het water stappen om een helpende hand te bieden.
D O S S I
E R
Pa Coen, woonachtig in de Em. Engelsstraat, stevende met zijn bootje, samen met twee gendarmen, de bewoners in de Weverstraat ter hulp. Zo werden Elodie, Frans Alewaters, Neel De Vos en Rik Sewalt uit hun netelige toestand bevrijd. Langs het dak moest men de mensen redden: eerst de pannen verwijderen, op de zolder de ‘plancher’ stukstampen en wegbreken; langs die opening konden de rijkswachters hen bevrijden. Zij zaten reeds in het water alhoewel zij hun toevlucht gezocht hadden in de kelderkamer en zich daar boven op het bed bevonden. De stroming die het water uit de Weverstraat recht in Battenbroek stuwde, was zo formidabel dat ze naast de woning van de familie Hellemans (hoek K. Albertstraat en Baron Coppensstraat) een kuil van 2 ½ meter diep gespoeld had. Zo goed en zo kwaad als het ging, dichtte de aannemer deze put met kasseien om verzakkingen en scheuren te voorkomen. Bij het uitkomen van de straat had de reddingsboot zo’n snelheid dat de duwstok afbrak waarmee een gendarm het vaartuig trachtte tegen te houden. Omstaanders konden de ketting van het schuitje vatten maar uiteindelijk sloeg het toch om en bezorgde de inzittenden een nat pak. Die Zondag bood ons dorp een troosteloze aanblik: het water stond in de K. Albertstraat tot aan de post, de Kloosterstraaat bleef ook niet gespaard; het bereikte zelfs de Begijnenstraat en de Korenkorfstraat. Battenbroek stond gans blank. De eerste week kwam het water nog bij hoogwaterstand in de huizen; zes weken heeft het geduurd vooraleer het gat gedicht was. De soldaten met hun zandzakjes brachten niet veel aarde aan de dijk; steeds werd de geleverde inspanning teniet gedaan door het opkomende water. Een aannemer uit Holland heeft men uiteindelijk ter hulp geroepen om de dijkbreuk te herstellen.
Op de foto’s: - Bewoners van de Galgestraat (nu Noordveld) brengen hun meest waardevolle bezittingen op het droge. - Herstellingswerken aan de dijk in Battenbroek.
▼ 5 ▲
D O S S I
E R
Tweede getuigenis (eveneens onbekende auteur)
▼ 6 ▲
“Het is de tweede maal in mijn leven dat ik hier kom”, zei onze chauffeur, “éénmaal met de boot en nu met de wagen”. “’s Maandags de 2de februari bolde ik in de morgen met de fiets naar Walem om me eens te vergewissen van de grote watersnood. Aan de brug stond een groepje mensen bijeen, waar het verhaal van de overstroming in ’t lang en ’t breed werd verteld. Toen ik het wedervaren van een geteisterde aanhoord had, nam ik het vast besluit niet aan de wal te blijven staan maar mij daadwerkelijk in te zetten. Met het volk op de dijk had ik ook de aangrijpende tocht van het span gevolgd, een volgeladen platte hooiwagen op hoge houten wielen met achteraan ossen gebonden, die door ‘De Mus’ (Frans Nuytkens) vanuit de hooifabriek naar het dorp geleid werd. Toen uiteindelijk de Frans de veilige weg bereikt had, ging samen met een zucht van verlichting een spontaan applaus op. Thuis - ik was toen nog niet getrouwd waren ze niet zo direct akkoord om mij samen met mijn broer in ons bootje te laten stappen om naar de plaats van de ramp te varen. Het heeft ons beiden heel wat moeite gekost vooraleer we tegen de stroming Walem-brug rond 10 uur bereikten. Daar waren bereidwillige handen genoeg om onze notenschelp over de dijk te trekken. Boer Hellemans uit Battenbroek stapte in Bres in de dijk ter hoogte van de Molenkiel. en wij beiden achter de riemen. Was het in het opvaren een gevecht tegen het getij geweest, nu was het een tweestrijd tegen de ijskoude wind, die over de grote waterplas striemde. In plaats van onder de dijk te varen, trokken wij met jong geweld recht op het doel af; met deze onbedachtzaamheid verloren wij tijdens de tocht vele krachten. ’s Zondags was het gezin van de boer in allerijl van de hoeve gehaald, maar zij hadden have en goed moeten achterlaten. U kunt begrijpen hoe hij erop gebrand was om terug zijn woonst te bereiken. Wij roeiden tot voor de deur, langs waar de eigenaar op stoelen en tafel binnenklauterde om de belangrijkste zaken van het gezin te verzamelen. Zouden we het paard niet op het droge brengen? Waarom niet. Van het dak van de paardenstal werden enkele pannen afgenomen en de latten met een flukse stamp verwijderd zodat de boer zich op het kruis van het paard kon laten zakken. Het dier stond tot aan de buik in het water. Tot overmaat van ramp knotste de ongelukkige boer in het naar buiten komen nog met zijn hoofd tegen de dwarsbalk van het dak. Nu konden we even op adem komen want we hadden iemand die voorop stapte en ons zelf trok; de loop van de weg kon men volgen tussen de paaltjes der afsluitingen van de weiden die met de toppen boven water staken. Naar een hoger gelegen hoeve brachten we het dier. Bij het terugvaren naar de stallingen om de koeien te bevrijden, werden we door een hevige stortvlaag overvallen zodat wij in een nabij gelegen schuur binnenvoeren. Hier dreef ook zoals overal het verdronken kleinvee rond. Met de koeien liep het niet van een leien dakje. Het kostte ons heel wat moeite om de stramme dieren uit de stal te krijgen. De gedachte om twee beesten tesamen weg te brengen, moesten we rap prijsgeven. Dan maar één onder een afdak gedreven en met de andere vatten we onze lijdensweg aan.
D O S S I
E R
Om de koe op het droge te brengen, dienden wij krachten te putten tot op de bodem want ge moet weten dat het al over de middag was en wij onze innerlijke mens nog niet hadden kunnen versterken. Het beest werkte altijd tegen: ofwel bleef het staan ofwel volgde het zo kort dat het dier poogde in de boot te springen ofwel week het van de weg af zodat het in de gracht terecht kwam en moest zwemmen; dat was geen lachspelletje. Ik kan mij niet goed herinneren wie het uitdeelde maar eens op het droge kregen we warme bouillon te drinken en of dat welkom was... Doodmoe maar innerlijk tevreden over onze kleine inzet in die grote ramp, hebben we de terugweg langs de dijk aangevat. Onze reddingssloep lieten wij in de beemden achter en hebben hem later met een ploeg jonge mannen naar de Dijle gerold.” Achteraf richtte men in de gemeente een comité op om de noodlijdenden ter hulp te komen. Zo deelde men o.a. uit: klederen, matrassen, appelsienen, aardappelen, voedsel voor de dieren en brandhout. De getroffenen dienden hun schade op te geven, maar het had geen zin stappen te ondernemen wanneer men onder de 10.000 fr. bleef. Inzamelingen werden gehouden, niet alleen in het dorp maar ook in de omliggende gemeenten; het solidariteitsgevoel sprak. St.-Lambrechts-Woluwe aanvaardde zelfs het peterschap over Walem. Het al dan niet rechtvaardig verdelen der giften en het toekennen der fondsen voor de schadevergoeding willen we hier in het midden laten; de meningen lopen sterk uiteen. Tegenwoordig gebeurt de dijkschouwing door de polderbesturen onder toezicht van de provincie. Pijpen van muskusratten worden opgespoord en opgevuld. De jacht op deze pelsdiertjes wordt ook onverminderd voortgezet. Kort na nieuwjaar heeft een rattenvanger nog negen exemplaren naar het pierenland geholpen. De dijken en onbevaarbare waterlopen worden machinaal onderhouden op kosten van het Polderbestuur. Met het verhogen en verstevigen der dijken kunnen wij terug op onze beide oren slapen want zeker de eerstvolgende jaren is een overstroming praktisch uitgesloten. Wel te verstaan dienen we steeds rekening te houden met de onberekenbare krachten der natuurelementen. Getuigenis door Magda Nuyts Het klinkt misschien wel raar…, ik was erbij maar niemand wist het. Mijn ouders (onze va en ons moe) zijn gehuwd in oktober 1951. Na hard werken, konden ze met de zuurverdiende centjes de broodnodige dingen kopen om in het huwelijksbootje te stappen en…. te varen. Maar iets meer dan een jaar later kreeg dat ‘bootje’ en ‘varen’ een totaal andere betekenis. Ze woonden in de Weverstraat vlakbij de Netedijk. Ik hoor ons moe het precies nog vertellen… “We werden wakker van het lawaai, we wilden naar beneden gaan om te kijken wat er mis was... maar er stond al veel water in huis.” Onze va heeft dan zijn stoute schoenen niet aangetrokken, maar uitgetrokken en hij nam het risico om in dat ijskoude water naar beneden te gaan om te redden wat er nog te redden viel; vooral de nieuwe radio was een prioriteit. Door het dreigende waterpeil is onze va terug naar boven gevlucht. Hij heeft op dat moment een zeer goede engelbewaarder gehad want in een mum van tijd stond het water boven, tot aan de voorlaatste trede. Grote paniek natuurlijk, ze wisten niet meer wat te beginnen. Ons moe vertelde dat de stopcontacten van de elektriciteit een verschrikkelijk suizend geluid maakten. De angst dat ze zouden verdrinken of
▼ 7 ▲
D O S S I
▼ 8 ▲
E R
door elektrocutie of brand aan het dak zouden omkomen, hebben ze heel hun leven meegedragen. Het was bang wachten op hulp. Ons moe vertelde dat ze door het slaapkamervenster in een bootje zijn gestapt dat al overvol zat. In de bodem van het vaartuig zat een serieus gat, zodat ze tijdens de evacuatie het bootje moesten leegscheppen. Door de stroming van het water waren er ook hooimijten losgeslagen. Met een ‘beerschepper’ werden die drijvende monsters afgeweerd. Om van in de helft van de Weverstraat tot in ‘’t deurp’ (Koning Albertstraat) te geraken, hebben ze meer dan een uur in dat lekke bootje gezeten. Op vraag van de ‘gendarmes’ kwamen er dan toch enkele kijklustigen tot in het water om de slachtoffers te helpen. Daar is ons moe, samen met mij, ineengezakt. Na wat verzorging mochten mijn ouders met iemand meegaan om een beetje op te drogen. Een stoel en een beetje warmte…, het deed zo goed. Spijtig dat ze de geur van de verse soep enkel mochten opsnuiven. Waar ze nadien de nacht hebben doorgebracht is me niet bijgebleven, waarschijnlijk bij mijn grootouders in de Galgestraat (nu Noordveld). Op het moment dat de veiligheid gegarandeerd was en ze terug in hun huis mochten, hebben ze de kat, die op de hoogste balk was gekropen, gered. Hulp kwam er ook van de ouders van onze va. Mijn grootvader kwam met de tram van Deurne (Antwerpen) met een zak brandhout. Hij wist zeer goed dat de stoof moest kunnen branden om het huis te laten drogen. De enige stille getuigen van deze overstroming die wij nog hebben, zijn drie boeken. Twee woordenboeken, die onze va zo koesterde. Ze zijn, zoals hij het altijd op zijn Antwerps zei, “letterlijk verzopen”. Het derde boek dat de waterellende heeft overleefd is het missaal van ons moe, maar hoe? Ondanks de beschadiging was dit boek voor haar van onschatbare waarde Deze drie, bijna verdronken boeken, worden door mij en mijn broer Dirk bewaard als eerbetoon aan onze ouders en uit respect voor allen die deze overstroming moesten meemaken. Zo… even een mijmering van 1 februari 1953… en 8 maanden later kon ik de aangerichte ravage zelf bekijken. mn
G E S C H I E D E N I S
August Croquet en Joseph Coppens Deze 2 prominenten verdienen een speciale vermelding in de Walemse geschiedenisboeken. Ze hebben zich respectievelijk in de tweede helft van de 19de eeuw en de
eerste helft van de 20ste elk bijna 40 jaar lang ingezet voor het economisch, sociaal en cultureel leven in Walem.
August Croquet, naar wie onze heemkring genoemd is, leefde van 1810 tot 1875. Hij werd geboren te Brussel maar vestigde zich, na zijn studies geneeskunde in Leuven, in Walem als dokter (hier naartoe gelokt door de eigenaar van het kasteel van Roosendael die hij in zijn studententijd had leren kennen). Hij was hier de eerste dokter. Tot 1860 woonde hij, met zijn vrouw en zijn 2 kinderen, in ‘De Bargie’, naast de brug van Walem, daarna liet hij het huis ‘Betleem’ (het latere notarishuis) bouwen. Hij stortte zich onmiddellijk in het verenigingsleven en werd in 1839 verkozen als gemeenteraadslid. In 1845 werd hij benoemd tot gemeentesecretaris en ambtenaar van de burgerlijke stand. Hij was de oprichter van de St.-Sebastiaansgilde (boogschuttersverening), van de vereniging Terpsichore voor voordracht en zang en van de fanfare Concordia. Vele jaren lang verdiepte hij zich in de archieven van Walem, Duffel en St.-Katelijne-Waver. Hij schreef daarover een uitgebreide kroniek in drie delen, ‘Het Land van Duffel’. Spijtig genoeg lukte het niet om dit werk uit te geven; het bleef bewaard als handschrift in de Koninklijke Bibliotheek in Brussel. Hoewel de moedertaal van Dr. Croquet het Frans was en hij in Walem Nederlans heeft moeten leren, werd hij een uitdrukkelijk Vlaamsgezinde ambtenaar. Zo weigerde hij, gesteund door de burgemeester, een Franstalige ‘Atlas des Chemins Vicinaux’ te aanvaarden als er de Franse straatbenamingen Rue de la Culotte (Broekstraat), Rue de la Potence (Galgestraat), enz. niet uit verdwenen. Door zijn toedoen werden de verslagen van de gemeenteraad, tot dan toe in het Frans, grotendeels vervlaamst. Die Vlaamsgezindheid werkte nog door na zijn dood: de Raad stuurde in 1887 een petitie naar de Kamers ten voordele van een wetsvoorstel ‘Coremans’ opdat het niet langer mogelijk zou zijn dat een Vlaams betichte in het Frans zou worden gevonnist. Een tweede grote figuur in Walem was Baron Joseph Coppens d’Eeckenbrugge, geboren te Walem in 1870 en er overleden in 1953. Hij kwam uit een adellijke familie afkomstig van Gent, die naar Luxemburg was uitgeweken tot ze in 1830 het kasteel ‘Battenbroeckhof ’ aankocht. Baron Coppens was burgemeester van Walem van 1900 tot 1939. Onder zijn bestuur werden heel wat nuttige (openbare) werken uitgevoerd. In 1911 liet hij de kerk, die niet meer in optimale staat was, herbouwen. Het schip werd volledig afgebroken en heropgebouwd. Alleen de toren en de beide zijbeuken bleven behouden. Hij liet op eigen kosten een kiezelweg aanleggen in de Battenbroekstraat. Alle zijstraten van Walem, die tot dan toe zandwegen waren, liet hij verharden met het ‘afval’ dat overbleef bij het aanleggen van de staatsbaan. Dankzij zijn goede connecties in Brussel werd de sluis van de Molenkiel hermaakt op kosten van het Ministerie van Oorlog en van Landbouw. Kortom: hij zorgde ervoor dat Walem een moderner en aangenamer dorp werd. kv
▼ 9 ▲
G A S M A S K E R S
Hoe zit het nu met die gasmaskers? Iedereen in Walem weet dat er gasmaskers liggen in het fort. Waarom ze daar liggen, hoe ze daar gekomen zijn en hoeveel precies, dat is al een andere vraag.
Wat volgt is een bescheiden poging om enig licht te scheppen in deze duisternis.
De angst voor het gas Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de mensheid, en daarbij vele Belgen, voor het eerst geconfronteerd met grootschalige, industriële chemische oorlogsvoering. Mosterdgas, de meest beruchte toepassing, werd in 1917 voor het eerst ingezet bij Nieuwpoort en kreeg als tweede naam Yperiet, naar de gelijknamige stad waar het massavernietigingswapen twee dagen later ontelbare mensenlevens zou kosten. De talloze weerloze slachtoffers en de gruwelverhalen van de overlevenden zorgden ervoor dat, toen een volgende oorlog op de drempel stond, de vrees voor gifgas- en andere chemische aanvallen erg groot was.
▼ 10 ▲
Maskers voor iedereen De wapens die in de volgende oorlog zouden gebruikt worden, bleken zelfs verschrikkelijker dan het gas, maar een gasmasker in huis hebben leek toen geen slecht idee. Dat vond zelfs de regering. Het is meteen ook de verklaring waarom er ooit zoveel gasmaskers in het fort zijn terechtgekomen. In 1938 staat er een artikel in ‘Luchtbescherming’, het maandelijkse tijdschrift van de Bond voor Luchtbescherming (B.L.B.). De B.L.B. was de publieke organisatie van de Passieve Luchtbescherming, de voorloper van de meer Engels geïnspireerde Civiele Bescherming. Het artikel gaat in detail in op het gasmaskerprogramma: “De Regeering heeft de noodige maatregelen getroffen om eenieder in de mogelijkheid te stellen zich een masker aan te schaffen dat alle waarborgen biedt en zulks aan een prijs in het bereik van alle beurzen.” Er wordt duidelijk ook naar de buurlanden gekeken. “Wanneer we zien wat in Holland, Zwitserland, Duitschland en Engeland omgaat – om slechts deze landen te noemen – zijn we wel genoodzaakt te besluiten dat het Belgisch publiek zeer ten achter staat en zich de noodige moeite niet getroost heeft om in zijn individueele uitrusting te voorzien.” Men heeft het ook over wie zich een gasmasker moet aanschaffen, namelijk elke persoon die geen soldaat is, want: “De hedendaagsche oorlog raakt de gansche bevolking, zonder onderscheid tusschen mannen, vrouwen of kinderen.” Er bestonden gasmaskers in alle maten, of toch bijna. “Voor de allerkleinsten, van den zuigeling tot de kinderen van 3 tot 4 jaar, liggen modellen ter studie en zullen binnenkort ter beschikking van het publiek worden gesteld.” Veiligheid op afbetaling De gasmaskers kostten, volgens het K.B. van 17 juli 1934, 83 frank. Om het verspreiden van de gasmaskers te vergemakkelijken, kreeg echter elk lid van de B.L.B. ongeveer de helft korting. Het masker was ‘comptant betaalbaar of in twaalf maandelijksche afkortingen’. Om lid te worden van de Bond was enkel een minimale jaarlijkse storting van 5 frank vereist. Door enkel leden van de B.L.B. deze korting te geven, probeerde de regering een zekere mate van controle te behouden en woekerhandeltjes tegen te gaan. Wie zijn masker contant betaalde, kreeg het binnen de dertig dagen thuis afgeleverd. Bij een afbetaling gebeurde dit echter niet. Je kon echter op beide oren slapen, want ook hier had de Bond een oplossing voor. Ze kochten het masker aan als je het bestelde en bewaarden het in het lokaal van de Bond in je eigen gemeente. In geval van mobilisatie kreeg iedereen die tot dan toe trouw zijn maandelijkse afbetaling had gedaan meteen zijn masker, ongeacht het aantal al verrichte betalingen.
G A S M A S K E R S Waarom in Walem? Zoals we eerder zagen nam de Civiele Bescherming, na WOII en via nog enkele omwegen, de rol van de Passieve Luchtbescherming over, en dus ook het materiaal. We weten dat in het fort van Walem het operationele en communicatiehoofdkwartier werd gevestigd. Als er ergens ter wereld een nucleaire ramp of iets dergelijks gebeurde, kwam het eerste telefoontje in Walem binnen. Met een druk op de knop kon men in elke gemeente de sirenes doen loeien. De maskers komen in het verhaal omdat ook het centrale depot van de Civiele Bescherming in Walem lag. Naast de vele gasmaskers lagen er ook brancards, materiaal om te helpen bij instortingen, allerhande tankwagens, hefkranen en zelfs bulldozers. De meeste gasmaskers zelf komen uit de dagen van de B.L.B., maar sommige werden na de oorlog herverpakt in metalen cilinders. Bij het verlaten van het fort door de Civiele werden ze echter niet meer de moeite waard gevonden om nog mee te nemen. Vleermuizen voor maskers Over het aantal gasmaskers in het fort is er nog steeds onduidelijkheid. Er werden aantallen genoemd tussen de tienduizenden en de miljoenen. Het precieze aantal zou echter ergens tussen de 500.000 en de 2 miljoen liggen. Natuurpunt nam recent het fort in gebruik als habitat voor vleermuizen en is ondertussen met de opruiming van de vele maskers begonnen. Zij schatten momenteel dat er 700.000 exemplaren zouden gelegen hebben, maar omdat de meeste er nog steeds liggen, is ook dit niet zeker. Misschien is het maar goed dat de Walemenaars in geval van nood gasmaskers in de buurt hebben, want tenslotte ‘De hedendaagsche oorlog raakt de gansche bevolking’ en je weet maar nooit...
▼ 11 ▲
Met dank aan: Walter Marivoet en Julien Cannaerts en Natuurpunt. Bronnen: ‘Luchtbescherming’ jaargang 1938, nr.1; De Tijd 06/02/1990; HLN 22/04/2010
jm
D I A L E C T
Ons Walems dialect
Onze lezer Vic Michiels herinnerde zich nog een aantal woorden en uitdrukkingen die in zijn kindertijd gebruikelijk waren.
A
aivereks are of joeng
B
▼ 12 ▲
baarsjok baas bagget balle batteren bidon bitter blaat blekke bleten bloskes blottekop boeffer boembardon boske boterhammekesvliës buskeutje
C
cartouche champetter chapelure
Uiteraard willen we die graag met jullie delen. In dit tijdschrift komen de woorden van a tot m aan bod. Het vervolg sparen we op tot een volgend tijdschrift.
“Ge zè wee aivereks bezig.” = tegendraads/verkeerd uitdrukking dat je een keuze moest maken bumper van een auto baars, vb. “Kem ne baas gevangen.” vishengel “Da kost a 50 balle.” = Dat kost u 50 frank. vechten, vb. “Ze zen aant batteren.” recipiënt om een vloeistof in te doen, vb. jerrycan cichorie: wordt/werd toegevoegd bij het koffie zetten blauw, vb. “Tzie blaat.” “A staot daa in zenne blekke.” = Hij is naakt. “Hei blet wee.” = Hij weent weer. - onwaarheden, vb. “Mao geen bloskes waosmaken.” - “Treigent bloskes.” = luchtbellen op het wateroppervlak tijdens een felle regen kaalkop, kletskop beroepsmilitair muziekinstrument (tuba), veel gebruikt in dorpsfanfares en harmonieën - kleine baars(vis) - “Ons boske is daa.” = Onze baas/werkgever is daar. hespenworst overdekte bushalte hagelpatroon veldwachter 1) hangertje dat aan de hals werd gedragen, meestal met de beeltenis van O.-L.-Vrouw; scapulier (*) 2) fijne gedroogde broodkruimels; paneermeel
(*) Een scapulier is van oorsprong een schouderkleed, door leden van sommige orden (zoals de Alexianen) op borst en rug over het habijt gedragen. Later werd dit scapulier in verkleinde vorm door leken onder de gewone kleren over borst en rug gedragen. Het zijn in dit geval twee vierkante lapjes verbonden door schouderlinten in de kleur van de orde bij wie men zich wenste aan te sluiten. Onder Paus Pius X (1903-1914) werd toestemming gegeven de lapjes te vervangen door een medaille, waarop attributen van de betrokken orde staan afgebeeld. Bron: Wikipedia
commeseir cornis corsee cravatte
D
daaz dees douker
F
fischeklem fleuris foer fotteul
G
gallet gamel gardechasse gatlekker geuf(ke) gewonne bokes gineens ginien gotverdoemme
H
hanepoet heddedadeu hem heps hollebrikken
I
ijtrijs
J
jair jairdolleke
W O O R D E N B O E K politiecommissaris dakgoot corset, kledingstuk om vrouwelijk lichaam vorm te geven; ook gebruikt om medische redenen = lichaam steun geven das steekvlieg “dees papier” = dit papier kokervormige doorgang om bijvoorbeeld water te laten afvloeien klem waarmee vroeger marterachtigen werden gevangen verkoudheid, vb. “Zie dagge geen fleuris opdoe.” de kermis zetel - krokante broodsoort (speciale samenstelling) - koekjes voor ijsroom: “een gallet me twee bollen vanil” - “A gaf dao een gallet oep.” = voetbaljargon: een stevige trap op geven recipiënt om uit te eten - zie afbeelding jachtwachter/boswachter iemand die slijmt om in de gunst van iemand te komen riviergrondel (klein visje dat gebruikt werd als aas om snoek en baars te vangen) boterhammen gewenteld in eibeslag en in de pan gebakken = wentelteefjes “Keb da gineens gedoan.” = Ik heb dat geen enkele keer gedaan. geen enkel, niemand, vb. “Da hei ginien da gezien.” = Dat heeft niemand gezien. - uitdrukking, vb. wanneer je met een hamer op je vinger klopt (aaaaa... Gotver...) - Christenen beschouwen dit als een vloek aan God woekerende grassoort Weet je het, heb je het nu begrepen? hemd, vb. “Doe à wit hem aan.” hesp betonnen weefsels steuntakken waar de erwten aan groeien aarde veldmuis
▼ 13 ▲
D I A L E C T jammekloot jummenas
K
kaberdoeske karoo kasrol kattesjeit keis kenanewittebrood kermis in del kernuellevogel kesboem keuterhaak kinnekessuiker klak klotteke knep
▼ 14 ▲
‘t Is na de knoppe kodak koleirig kraoklem kraowiel krap kwibido/kwibus
L
laa lancee liër luiwaveknoppen lul
M
marrot masardekamer mensenkloter moederkeszalf moer mostaat mutte
verwijzing naar iemand met een rotmentaliteit, vb. “Ge zet ne jamm....” turnen een verdachte kroeg/café “een karoo hem” = een geruit hemd kookpot - staart van een kat - moeilijk te bestrijden onkruidplant: heermoes “Laat de keis ni van a broad hale.” = Laat u niet doen. gewone melkdistel: voedsel voor konijnen het regent en de zon schijnt kanarievogel kerstboom haak die gebruikt werd om de kolen in de kachel op te rakelen lichtbruine suiker, gewonnen uit suikerbiet pet klontje (suiker) “Kem een zier knep.” = Ik heb een pijnlijke kin. kapot, stuk gegaan fototoestel, ook merknaam van fabrikant fototoestellen opvliegend, vb. “Wa e koleirig ventje.” klem vroeger gebruikt om kraaien te vangen wiel van een kruiwagen lichte verwonding zot/dwaas zeelt (vis) werphengel ladder knopen voor een kledingstuk die niet meer aangenaaid hoeven te worden met naald en draad plat woord voor penis; ook als scheldwoord gebruikt: “Ge zeit ne lul.” kopvoorn (vis) zolderkamer iemand die mensen bedriegt; fraudeur speeksel dat moeder over een pijnlijke plek wreef bij een kleuter; uitdrukking: “Mama zal er is wa zalf oep doen.” waterketel mosterd moeten, vb. “Mut den doktoor nog komen?” uitdrukking “Tis van mutte.” = verwijzing naar minderjarigen die vroeger moesten trouwen wegens een onvoorziene zwangerschap vm
1 9 5 3
60 jaar in het nieuws
1953: In de Verenigde Staten wordt de waterstofbom ontwikkeld en Dwight Eisenhouwer legt de eed af als 34ste president. In Korea komt er een wapenstilstand (maar nog steeds geen vredesverdrag) in een strijd die begon in 1950. De top van de Mount Everest wordt voor het eerst bereikt en maarschalk Tito neemt de macht in Joegoslavië. Dichterbij, in Frankfurt, stort er een Sabena-toestel neer (44 doden). En in België komt een mijnramp in het
nieuws in de buurt van Wasmes, provincie Henegouwen (20 doden), vindt de eerste TV-uitzending door het NIR plaats en het belangrijkste: een zware noordwesterstorm doet vele dijken breken begin februari, niet alleen in Engeland, Nederland, maar ook... in het kleine dorpje Walem. Daarnaast halen ook de klassieke ‘accidentjes’ de krant. Een bloemlezing uit de Gazet van Mechelen.
Maandag 2 februari
Dinsdag 3 februari
Grote stoffelijke schade in en rond Mechelen Aangezwollen door de regen en opgezweept door de geweldige windstoten is Zondagmorgen rond 5u30 de Dijle buiten haar oevers getreden. Even buiten Mechelen, in de richting van Hombeek, werden de dijken over een lengte van 80 m. overspoeld en stonden de wegen de ganse voormiddag blank. De Battelse steenweg stond over een lengte van 300 m. onder water. Op sommige plaatsen stond het wel een meter hoog. Uiteraard werden ook de aanpalende straten overspoeld en liepen de kelders onder. Het leger kwam ter hulp met 200 soldaten, die met opgeëiste mosselzakken de bressen in de dijk konden dichten. De autobusdienst tussen Willebroek en Mechelen was Zondagochtend aan de steenweg op Battel onderbroken. In de gehele stad zijn de kelders van de woningen rond de vlietjes ondergelopen. Tal van schoorstenen en daken zijn afgerukt. Overal rond Mechelen stonden de laaggelegen weiden blank en waren de meeste pachthoven geïsoleerd. Rond de middag trok het water stilaan terug.
Meer dan 2 m. water te Walem De Netedijk te Walem begaf het op een viertal plaatsen, nl. op Battenbroek en in de koebeemden, vanwaar het water de laaggelegen beemden en gronden onder water zette dat op sommige plaatsen 2,50 m. bereikte. In de Weverstraat kon vrouw E. Alewaters, dank zij een gepast en moedig ingrijpen van de Rijkswacht Mechelen langs het dak van haar woning worden gered. Landbouwer De Vos, uit laatst genoemde straat, verloor 6 runders en een paard. Het water baande zich een doortocht over de grote steenweg en spoelde de bestrating weg, om vervolgens de watermassa’s in Battenbroek, veroorzaakt door de andere bressen, aldaar te vervoegen. Verschillende landbouwers en andere bewoners geraakten aldus afgezonderd. Tal van hen vonden een toevlucht in het hoger gelegen kasteel van Baron Coppens d’Ekenbrugh. Verschillende dieren kwamen om, wijl andere per veerbootjes konden in veiligheid worden gebracht.
Walem Vlak bij de brug overstroomde de Nethe, grondverzakkingen veroorzakend, waardoor de buurttram niet meer kon rijden. In de aanpalende straten stond het water Zondagochtend een meter hoog. Paarden en koeien verdronken. Overal is de stoffelijke schade aanzienlijk, ook op het gehucht Battenbroek.
Donderdag 5 februari
Te Walem is de Weverstraat onbewoond Juist over de brug te Walem werden in de Netedijk twee bressen geslagen die de streek herschiepen in een onafzienbare watervlakte. Links van de baan – richting Mechelen - kwam Zaterdagnacht werkelijk het water als ‘n dief in de nacht. Metser Rik Sewalt, die er in nr. 21 woont, vertelde hoe zijn vrouw rond half vijf ’t gebeuk hoorde tegen de voordeur. Toen dat beuken
▼ 15 ▲
1 9 5 3 bleef aanhouden en hij opstond, kreeg de man de deur haast niet meer open. Erger was het nog in de keuken, waar het water dat de kelder overspoelde het vertrek op halve manshoogte vulde. Tot meer dan twee meter stond het Netewater, dat gisteren nog bij hoog tij 1,7 meter in zijn woning bereikte. Op 1 Maart zal het vier jaar geleden zijn dat nog eens de dijk overspoelde, maar dat had geen vergelijking met nu, verzekerde deze man, die zijn klederen uit de kasten niet eens kon redden.
burgemeester, wenst dhr. Schelkens (C.V.P.) dhr burgemeester namens de meerderheid geluk. Dhr. Verbist (B.S.P.) sloot zich hierbij aan namens zijn groep. Hierop bracht dhr. Burgemeester verslag uit over het bezoek van dhr. Gouverneur en over de zware overstromingsramp die de gemeente heeft getroffen. Hij beloofde de burgemeester te zullen zijn voor allen. Na de eedaflegging werd overgegaan tot de verkiezing van de schepenen...
Dinsdag 10 februari
Dinsdag 24 februari
Uit St. Katelijne – Walem Hulpacties voor de geteisterden. Ook gemeentelijk zal een comité samengesteld worden, dat al de acties zal coördineren, dit om de goede gang der zaken in de hand te werken.
▼ 16 ▲
Werkongeval Aan de Nethedijk, waar de firma Verrept uit Lier doende is de bressen te dichten, had er een spijtig werkongeval plaats waarbij de arbeider Frans De Pooter uit Oelegem een linkerbeenbreuk opliep. Het slachtoffer werd ter verpleging naar De overstroming te Walem De overstroming die de gemeente heeft getroffen, de kliniek St. Elisabeth overgebracht. heeft de vorm van een zware ramp aangenomen. Dinsdag 3 maart Bijna ¾ van de gemeente stond onder water; aan tientallen huizen en aan de wegenis werden zware De bres schade aangericht. Talrijke inwoners verloren Vorige Zaterdag ging dhr Van Hamme, volksvertegenwoordiger, vergezeld van dhr. hun vee, have en goed. Met de medehulp van het leger wordt thans Tricot, arrondissementscommissaris, leden van gewerkt om de bressen in de rivier te stoppen. de technische dienst en dhr Vinckx, schepen, Het gemeentebestuur en het personeel staat van een tweede maal op inspectie. Zij bezichtigden het eerste uur op de bres om de hulp van de de aan de Nethedijk uitgevoerde werken. De hogere overheid in te roepen en te helpen waar bres welke Walem zo lang onder water liet lopen, is thans gedicht zodat de inwoners weer te helpen was. Een plaatselijke afdeling van het Nationaal wat geruster zijn. Er zal echter nog heel wat tijd Rampenfonds werd opgericht, dit is samengesteld verlopen vooraleer de schade zal weggewerkt uit vertegenwoordigers van het gemeentebestuur zijn.. en van het Rode Kruis. Woensdag 18 maart Verleden Zondag heeft reeds een eerste bedeling aan de geteisterden plaats gehad, die nog niet Voor de geteisterden Op 18 en 19 Maart, worden te Sint Lambrechts bedeeld werden zullen verwittigd worden. Woluwe gala avonden ingericht waarvan de Woensdag 11 februari opbrengst ten goede komt aan de geteisterden der gemeente Walem. Onder de milde Gemeenteraad De gemeenteraad vergaderde onder het ondersteuners dienden verder nog vermeld voorzitterschap van burgemeester Van de landbouwers uit de streek van Lier en het Genechten. Na de mededeling van de stadsbestuur van Lier, dat kosteloos de nodige herbenoeming van notaris Van Genechten tot vervoermiddelen heeft ter beschikking gesteld.
2 0 1 3 Dinsdag 19 mei
Zaterdag 3 oktober
Ernstig verkeersongeval te Walem Maandagmiddag rond 12.30 uur kwam een zware auto-traktor, bestuurd door Cornelis uit Bunnink (Ned.), door Walem gereden in de richting Antwerpen. In de K. Albertstraat, ter hoogte van café Stad Antwerpen, slipte de zware wagen. Hierdoor sloeg hij eerst tegen de aldaar geparkeerde auto van dhr. Carpentier, uit Walem, en kwam vervolgens over het fietspad op het gaanpad terecht. Wielrenner Vermeiren Frans uit Meerle, die juist voorbijgereden kwam op weg naar de liefhebberskoers te Mechelen, werd gevat tussen de wagen en de huisgevel, waarbij hij tamelijk ernstig aan het hoofd gekwetst werd. Men vreest voor hersenschudding. Het slachtoffer kloeg tevens over inwendige pijnen. Op dienst zijnde rijkswachters van de brigade Mechelen stelden proces-verbaal op.
Avontuurlijke kereltjes te Walem Van de afwezigheid van hun werkgever Van Horenbeeck maakten H.D.V. en W.H.J., allen uit Walem, gebruik om er met de auto, die hun werkgever had achtergelaten, een ritje te doen. Ver zouden ze echter niet geraken, want ze reden een weinig verder tegen de huisgevel van Verschooten Jozef. De jonge kerels mogen nog van geluk spreken dat alles zich bij stoffelijke schade bepaalt en dat een minnelijke schikking kon worden getroffen.
Dinsdag 23 juni
Ernstig verkeersongeval te Walem In de nacht van Zondag op Maandag werd de wielrijder Van Reeth Jules uit Walem, bij het oversteken van de Kon. Albertstraat, gevat door een personenauto bestuurd door Oerlemans K. uit Antwerpen. De wielrijder werd zwaar ten gronde gesmakt en liep ernstige verwondingen op. Hij werd ter verpleging naar de St. Jozefkliniek te Mechelen overgebracht. Woensdag 1 juli
Slachtoffer van verkeersongeval ten grave gedragen Gisteren Dinsdag werd de 48-jarige Jules Van Reeth, ongehuwd, wonende Kon. Albertstraaat, die Zondagavond 21 Juni op de Antwerpsesteenweg ter hoogte van de Walemstraat door een personenauto werd aangereden, ten grave gedragen. Het slachtoffer werd toen dodelijk gekwetst en was al die tijd niet tot bewustzijn teruggekeerd. hr
Zaterdag 6 december
Dronkemanskuren Donderdagavond omstreeks 21 u. kwam een kleine personenwagen slingerend door het dorp gereden. Ter hoogte van het café Walembrug, gehouden door de gezusters R.., dacht de bestuurder een stunt uit te halen door over het fietspad en voetpad zich op het terras van genoemd café te gaan parkeren. In zijn dronkemansroes had de geleider echter niet gemerkt dat het terras ongeveer 80 cm. dieper lag dan het gaanpad, waardoor hij, met de twee rechtse wielen in de diepte rijdend, bleef hangen met het koetswerk op het hoger gelegen gedeelte. Beide Bacchusvrienden, J.D.B. en F.D., beiden uit St. Niklaas, schenen het geval niet tragisch op te nemen en gingen verder hun zeer grote dorst lessen, terwijl zij de wagen lieten hangen. Donderdag 10 december
Kindje van vier jaar overreden Woensdagnamiddag en voor 4 uur werd de 4jarige Marie-Josée Buelens, wonende in de Lange Zandstraat, 86 te Walem, bij het oversteken van de straat ter hoogte van het huis nr. 73 A, gevat door een vrachtwagen geladen met stalmest. De vrachtwagen werd gevoerd door Van Goethem, uit Beveren Waas. Het meisje werd zwaar gewond. Met diepe vleeswonden en een erge beenbreuk werd het kind ter verpleging naar de kliniek te Mechelen overgebracht.
▼ 17 ▲
F A N F A R E S
Sint-Cecilia - een tweede glansperiode Juist op het ogenblik dat de fanfare in een diepe put zat met nog 10 à 12 spelers pakte Georges van Loock (links op nevenstaande foto) het geheel in handen en de fanfare ging langzaam terug groeien. Het is langzamer en moeilijker gegaan dan men kan vermoeden. Maar in de wedstrijden en competities zag men een stimulans om opnieuw opgang te maken. Georges Van Loock zal omzeggens tot aan zijn dood in het jaar 2000 de bezieler blijven van de fanfare Sint-Cecilia. Had de eerste periode meer een ‘folkloristisch’ tintje, dan zal de tweede periode een meer ‘cultureel’ accent krijgen; het muzikale, de liefde voor de ‘schoonheid’ van de muziek zal dan meer en meer de bovenhand krijgen. En ook hierin kunnen wij nog twee periodes onderscheiden.
▼ 18 ▲
Vanaf 1955 zal de maatschappij zich aansluiten bij de neutrale muziekfederatie FEDEKAM. De muziekmaatschappijen zullen nu hun stimulans zoeken in wedstrijden en competities in een poging om in onderlinge concurrentie hun samenspel harmonischer en mooier te doen klinken. De rivaliteit, de drang naar betere en mooiere muziekuitvoeringen, zal in de fanfares doordringen. Sint-Cecilia Walem zal in 1956 te Westmeerbeek voor de eerste maal haar kans wagen. Ze behaalden er in de vierde afdeling de eerste prijs. Het was een eerste kennismaking zonder voldoende kennis van het doel en de werking van zulke wedstrijden. Maar eenmaal het klappen der zweep gekend, liep het los. Zij behaalden in 1957 in Itegem een eerste prijs in de derde afdeling. We zouden deze afdeling kunnen catalogeren als de groep van de beginnelingen; die eerste prijs gaf hen echter de gelegenheid om bij volgende wedstrijden in een hogere afdeling te starten. Er waren enkel gouden jaren weggelegd voor Sint-Cecilia. In 1958 werden de wedstrijden ingericht in Heist-op-den-Berg. De prijs van vorig jaar had zijn uitwerking niet gemist en de stimulans om hogerop te klimmen was aanwezig en werd weerom bekroond met een eerste prijs in tweede afdeling. Nu stond er geen rem meer op de inspanningen om in de eerste afdeling te geraken. Er werd duchtig gerepeteerd met dat nieuwe doel voor ogen en effectief in 1959 gelukte het hen om in Grobbendonk de eerste prijs te behalen in de eerste afdeling. Op kop van de fanfare: Jef en Robert Van Loock en Jan De Decker
F A N F A R E S Deze schitterende uitslagen vormden meteen de aanloop voor de overstap naar de provinciale muziektoernooien. Deze werden ingericht door het provinciebestuur van Antwerpen om het culturele en muzikale volksleven in de gemeenten te bevorderen teneinde de vrijetijdsbesteding van hun ingezetenen op een meer zinvolle manier te helpen invullen. Wanneer Sint-Cecilia in 1960 naar de provinciale toernooien overstapte, diende zij hier opnieuw onder aan de ladder te beginnen, maar de kwaliteit gevormd in de federatiewedstrijden werd hier onmiddellijk beloond met een eerste prijs in de derde afdeling, behaald in het toernooi te Lint. Dit succes werkte terug stimulerend en in 1962 zullen zij tijdens het provinciaal toernooi ingericht op eigen bodem, namelijk te Walem, de eerste prijs behalen in de tweede afdeling. De toon was gezet om de erkenning van de fanfare als ‘KONINKLIJKE’ aan te vragen en te bekomen. Op 8 juli 1962 werd de fanfare KONINKLIJK benoemd wegens bijzondere prestaties.
▼ 19 ▲
De jaren nadien ging het de fanfare iets minder voor de wind. Het muzikale leven viel niet stil, maar er was nood aan jong bloed. De leiding van Cecilia bleef echter niet bij de pakken zitten. In 1964 dacht men vooral aan de toekomst wanneer de gemengde muziekschool voor jongeren opgericht werd. Toenmalig jong muzikaal talent: François Van Gijsel, Julien Aerts en Wilfried Schroeven
Elie Moerenhout stond borg voor degelijk onderricht. Het werd een intermezzo dat verdienstelijk is geweest en waardoor een aantal jongeren werd ontdekt. Dit initiatief lag mede aan de basis van de successen op muzikaal gebied die de fanfare in het volgende decennium zou kennen. Er werden enkele goede muzikanten gevormd. Spijtig genoeg voor de fanfare stapten de bekwaamste muzikanten de showwereld in, wat, gezien de algemene trend van die tijd, voor jonge muzikanten normaal was. Plukte de fanfare daarvan niet direct de vruchten, dan groeide hieruit toch een bekende muzikale formatie: jongerenband The Dino’s. Daarover leest u meer in de volgende editie van ons tijdschrift. jvb
▼ 20 ▲
Foto rechts: Optreden van Sint-Cecilia aan het Kasteel van Battenbroek Foto onder: De fanfare poseert voor de foto in Sint-KatelijneWaver