ONDERZOEKSBERICHT
Doorstroom van vmbo/havo naar mbo (2010-2013) Waar komt de instroom in de Kenteq-kwalificaties vandaan? Komt die uit direct verwante vmbo-opleidingen, of ook uit andere richtingen? Hoe zit dat omgekeerd? Volgen vmbo-ers metaal, elektro en installatie aansluitend een mbo-opleiding in hetzelfde vakgebied, of gaan ze allerlei kanten op? Dit onderzoeksbericht beschrijft de herkomst van mbo-studenten en de bestemming van vmbo-leerlingen in het Kenteq-domein. Het gaat om de directe doorstroom tussen twee schooljaren (2012-2013 en 2013-2014). Er is geen onderscheid gemaakt tussen doorstroom met of zonder diploma. De uitkomsten worden gepresenteerd in de vorm van een aantal figuren en tabellen. Deze zijn gebaseerd op een eigen bewerking van open data van DUO.
Samenvatting resultaten 1. Van de mbo-leerlingen in de elektro-, installatie- en metaaltechniek komt slechts 33 procent uit direct verwante vmbo-opleidingen (elektro, installatie, metaal, metalektro, instalektro). De overige instromers komen uit een breed scala aan opleidingen. De theoretische leerweg valt daarbij met 30 procent het meest op (Figuur 1). Tussen 2010 en 2013 is het aandeel mbo-ers met een direct verwante vooropleiding sterk afgenomen (Figuur 2). 2. De herkomst verschilt naar niveau en richting binnen het mbo. Opleidingen op niveau 4 krijgen veel leerlingen vanuit de theoretische leerweg. Opleidingen op niveau 2 zijn het sterkst verbonden met de direct verwante vmbo-opleidingen (Figuur 3). De bredere mbo-opleidingen ontvangen relatief veel deelnemers uit de theoretische leerweg. Ook stromen hier relatief de meeste havo-ers in (Figuur 4). 3. De herkomst varieert bovendien sterk per arbeidsmarktregio. Dat komt enerzijds door verschillen in samenstelling van de leerlingenpopulatie in het voortgezet onderwijs en anderzijds door verschillen in keuzegedrag (Tabel 1). 4. Vanuit de vmbo-opleidingen in de elektro-, installatie- en metaaltechniek stroomt 46 procent van de leerlingen door naar een niet direct verwante opleiding (Figuur 5). Dat komt het meest voor in de metaaltechniek en het minst in de installatietechniek (Figuur 7). Tussen 2010 en 2013 is het algemene patroon niet zoveel veranderd. Wel is het aandeel metaal toegenomen (Figuur 6). 5. De bestemming van vmbo-leerlingen verschilt sterk per arbeidsmarktregio. Vooral in Groot Amsterdam, Zuid-Holland Centraal en Flevoland wordt veel doorgestroomd naar mbo-opleidingen buiten de metaal-, elektro- en installatietechniek (Figuur 8, Tabel 2). Meer informatie Kenteq, Arbeidsmarktonderzoek Sake Wagenaar, (035) 750 42 46,
[email protected] www.kenteq.nl/arbeidsmarktinformatie 20 augustus 2014
ONDERZOEKSBERICHT Figuur 1 Herkomst van de instroom in Kenteq-kwalificaties in het mbo, 2013
‘MEI’ staat voor metaal-, elektro- en installatietechniek. Onder ‘vmbo techniek algemeen’ vallen Techniek Breed en Technologie Oriëntatie. Figuur 2 Ontwikkeling herkomst van de instroom in Kenteq-kwalificaties in het mbo, 2010-2013
S301SWsw.057
20 augustus 2014
Pagina 2 van 8
ONDERZOEKSBERICHT Figuur 3 Herkomst van de instroom in Kenteq-kwalificaties in het mbo, naar niveau, 2013
Op niveau 1 gaat het om vrij kleine aantallen. Daarom wordt daar verder geen aandacht aan besteed. Figuur 4 Herkomst van de instroom in Kenteq-kwalificaties in het mbo, naar opleidingsrichting, 2013
S301SWsw.057
20 augustus 2014
Pagina 3 van 8
ONDERZOEKSBERICHT Tabel 1 Herkomst van de instroom in Kenteq-kwalificaties in het mbo, naar arbeidsmarktregio, 2013
Arbeidsmarktregio
Vmbo techniek MEI
Vmbo techniek algemeen
Vmbo techniek overig
Vmbo theoretisch
Vmbo intersectoraal
Vmbo overig niettechnisch
Havo/vwo
Groningen
27%
12%
5%
25%
8%
17%
7%
Friesland
34%
11%
4%
30%
8%
7%
5%
Drenthe
41%
1%
7%
29%
8%
6%
8%
IJsselvechtstreek
32%
15%
4%
34%
6%
4%
4%
Twente
34%
5%
7%
33%
9%
7%
6%
Stedendriehoek
38%
7%
7%
32%
3%
7%
8%
Midden-Gelderland
40%
8%
3%
34%
4%
3%
9%
Food Valley
26%
17%
5%
37%
2%
5%
8%
Zuid-Gelderland
42%
13%
2%
32%
2%
6%
3%
Achterhoek
45%
3%
4%
22%
10%
13%
3%
Rivierenland
25%
11%
17%
24%
0%
12%
11%
Flevoland
24%
9%
6%
36%
8%
14%
3%
Gooi- en Vechtstreek
26%
28%
11%
19%
2%
9%
6%
Midden-Utrecht
37%
3%
4%
38%
6%
6%
6%
Oost-Utrecht
39%
9%
7%
30%
1%
9%
5%
Noord-Holland Noord
25%
19%
4%
30%
4%
13%
5%
Zuid-Kennemerland
44%
6%
8%
37%
0%
1%
5%
Zaanstreek/Waterland
43%
5%
2%
31%
9%
6%
4%
Groot Amsterdam
22%
13%
5%
32%
3%
17%
8%
Holland Rijnland
24%
4%
4%
39%
14%
5%
9%
Midden-Holland
38%
19%
2%
26%
1%
10%
5%
Haaglanden
28%
12%
4%
28%
7%
16%
5%
4%
25%
3%
31%
22%
11%
4%
Rijnmond
27%
13%
9%
32%
7%
8%
4%
Drechtsteden
36%
27%
2%
21%
0%
8%
6%
Gorinchem
64%
4%
5%
14%
0%
10%
3%
Zeeland
54%
14%
4%
16%
2%
5%
6%
West-Brabant
22%
20%
6%
32%
3%
9%
7%
Midden-Brabant
32%
5%
4%
41%
0%
7%
11%
Noordoost-Brabant
40%
7%
5%
24%
13%
4%
6%
Zuidoost-Brabant
25%
17%
10%
35%
0%
5%
7%
Helmond-De Peel
28%
30%
2%
31%
0%
2%
7%
Noord-Limburg
38%
12%
1%
32%
2%
8%
8%
Midden-Limburg
22%
25%
4%
39%
0%
8%
1%
Zuid-Holland Centraal
Zuid-Limburg
48%
8%
5%
22%
2%
7%
7%
Totaal
33%
12%
5%
30%
5%
8%
6%
De indeling in kleuren is gebaseerd op de verhouding tussen regionale en landelijke percentages. De lichtste kleur betekent ondervertegenwoordiging en de donkerste kleur oververtegenwoordiging ten opzichte van het landelijke percentage.
S301SWsw.057
20 augustus 2014
Pagina 4 van 8
ONDERZOEKSBERICHT Figuur 5 Bestemming van vmbo-ers metaal, elektro en installatie in het mbo, 2013
Figuur 6 Ontwikkeling bestemming van vmbo-ers metaal, elektro en installatie in het mbo, 2010-2013
S301SWsw.057
20 augustus 2014
Pagina 5 van 8
ONDERZOEKSBERICHT Figuur 7 Bestemming van vmbo-ers metaal, elektro en installatie in het mbo, naar opleiding, 2010-2013
S301SWsw.057
20 augustus 2014
Pagina 6 van 8
ONDERZOEKSBERICHT Figuur 8 Bestemming van vmbo-ers metaal, elektro en installatie in het mbo (vereenvoudigd), naar arbeidsmarktregio, 2013
S301SWsw.057
20 augustus 2014
Pagina 7 van 8
ONDERZOEKSBERICHT Tabel 2 Bestemming van vmbo-ers metaal, elektro en installatie in het mbo, naar arbeidsmarktregio, 2013
Arbeidsmarktregio
Kenteq Algemeen
Kenteq Elektro
Kenteq Installatie
Kenteq Metaal
Overig technisch
Overig niet-technisch
Groningen
12%
9%
6%
17%
25%
33%
Friesland
13%
12%
5%
26%
21%
23%
Drenthe
15%
7%
0%
27%
23%
28%
IJsselvechtstreek
13%
7%
8%
29%
20%
24%
Twente
22%
12%
7%
25%
13%
21%
Stedendriehoek
10%
20%
6%
17%
19%
28%
Midden-Gelderland
9%
10%
1%
25%
18%
36%
Food Valley
0%
29%
7%
32%
10%
22%
Zuid-Gelderland
7%
12%
5%
26%
25%
25%
Achterhoek
16%
8%
4%
21%
22%
29%
Rivierenland
33%
7%
13%
10%
10%
27%
Flevoland
21%
3%
0%
15%
26%
35%
Gooi- en Vechtstreek
11%
26%
11%
16%
5%
32%
Midden-Utrecht
12%
15%
12%
21%
16%
23%
Oost-Utrecht
12%
14%
4%
24%
14%
32%
Noord-Holland Noord
11%
8%
8%
32%
13%
27%
Zuid-Kennemerland
12%
20%
6%
14%
8%
41%
Zaanstreek/Waterland
12%
27%
4%
18%
20%
18%
Groot Amsterdam
11%
8%
4%
4%
10%
63%
Holland Rijnland
11%
10%
3%
22%
23%
31%
Midden-Holland
11%
20%
3%
25%
13%
28%
Haaglanden
6%
25%
5%
15%
10%
39%
Zuid-Holland Centraal
0%
8%
0%
23%
15%
54%
Rijnmond
8%
18%
6%
18%
30%
20%
Drechtsteden
6%
16%
21%
14%
19%
23%
Gorinchem
18%
9%
15%
34%
13%
11%
Zeeland
15%
11%
5%
23%
27%
19%
West-Brabant
18%
15%
4%
16%
19%
27%
Midden-Brabant
6%
19%
37%
21%
2%
15%
Noordoost-Brabant
8%
15%
7%
23%
17%
31%
Zuidoost-Brabant
12%
12%
11%
25%
20%
21%
Helmond-De Peel
8%
18%
3%
23%
27%
21%
Noord-Limburg
21%
17%
2%
20%
18%
22%
Midden-Limburg
17%
15%
0%
25%
23%
19%
Zuid-Limburg
14%
36%
2%
6%
14%
27%
Totaal
13%
14%
6%
21%
19%
28%
De indeling in kleuren is gebaseerd op de verhouding tussen regionale en landelijke percentages. De lichtste kleur betekent ondervertegenwoordiging en de donkerste kleur oververtegenwoordiging ten opzichte van het landelijke percentage.
S301SWsw.057
20 augustus 2014
Pagina 8 van 8