n Ha ve
l i n ke
eld r-Sch
eoev
er
.be
er oktob • 0 en #1 v a h nd aasla W e d ver rief o b s w Nieu
• 012
er 2 cemb
- de
.mlso www
De Waaslandhaven wérkt!
kdek
er
et w
m stap
g4
pa en –
rs aine
Rotonde boven Haandorp
- 5 g. 7
- pa
ongelijkgrondse kruisingen, o.m. door de creatie van een verhoogd verkeerscomplex.
fiets, openbaar vervoer als een corridor voor de beschermde rugstreeppad.
In de zuidwestelijke hoek van de WaasNoo landhaven - nabij Verrebroek - is de ontwikkeling van het Logistiek Park Waasland volop aan de gang. Het logistiek park wordt momenteel ontsloten via de Natiestraat, die de spoorlijn 211 - een goederenspoorlijn die rond het noordelijk havengebied loopt – gelijkgronds kruist.
In afwachting van een definitieve oplossing gaat Infrabel ermee akkoord dat de gelijkgrondse kruising behouden blijft tot de nieuwe spoorlijn in dienst wordt genomen. Vermoedelijk in de zomer van 2014. Van dat ogenblik af moet de ongelijkgrondse kruising van spoorlijn 10 gerealiseerd zijn. En meteen ook van spoorlijn 211 en van een derde, doodlopend spoor dat verlengd wordt.
Gelijkgrondse kruisingen geven vaak aanleiding tot gevaarlijke verkeerssituaties en stilstaand verkeer, zeker wanneer goederentreinen veelvuldig gebruik maken van de spoorlijn. Dat wordt in de nabije toekomst ongetwijfeld het geval aan het kruispunt Natiestraat-Hazopweg-Haandorpweg want ook het tracé van de nieuwe spoorlijn 10, de Liefkenshoekspoorverbinding, snijdt de Natiestraat. Omdat het goederenvervoer per spoor in de Waaslandhaven in de komende jaren een hoge vlucht zal nemen, wil Infrabel, exploitant van de spoorinfrastructuur, dan ook zo vlug mogelijk de realisatie van
De Maatschappij Linkerscheldeoever en het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, de opdrachtgevers voor de aanleg van een nieuw verkeersknooppunt in de omgeving van Haandorp, hadden dus geen tijd te verliezen. De zoektocht naar de meest geschikte configuratie voor de aanleg van een rotonde gebeurde zeer beredeneerd, rekening houdend met verschillende aspecten, zoals kostenbeperking, duurzaam ruimtegebruik, gefaseerde uitvoeringsmogelijkheden en een optimalisering van het hele verkeersnetwerk. De rotonde zal de nodige ruimte voorzien voor zowel trein, (vracht)wagen,
Uit verschillende ontwerpen werd gekozen voor een rotonde met vier armen, met de mogelijkheid voor aansluiting van een vijfde arm. Daarnaast omvat het kunstwerk drie spoorwegbruggen, twee fietstunnels en een amfibietunnel. De fietstunnels - die onderbroken worden door een open ruimte zodat de fietsers niet door een lange donkere tunnel rijden – zorgen er voor dat de fietsers het autoverkeer op de rotonde niet moeten kruisen.
Op
oon
L Van
ont
ankc
gt t eini
r
ech
nt d aa
oold
esch
hg nisc
el –
p
ne erso
pag
8
Fotosimulatie: links boven ligt de verhoogde rotonde midden een druk netwerk van wegen en spoorlijnen, vlakbij Katoen Natie, ATB, Tabaknatie en de Verrebroekse Plassen.
Als VIP mee naar match van Waasland-Beveren! Zie onze prijsvraag op pagina 7 1
Woord vooraf Haven: een sterke motor In de vorige Halo (# 9) werd verwezen naar het belangrijke plan dat het zeehavengebied rond de haven van Antwerpen begrenst. Ondertussen is de termijn voor de indiening van bezwaren achter de rug en wordt uitgekeken naar het antwoord van de Vlaamse overheid op deze bezwaren. Nadien komt de definitieve begrenzing van de haven van Antwerpen dichterbij. Die bevat onder meer, met de Ontwikkelingszone Saeftinghe, een laatste terreininname in de Waaslandhaven en de ontwikkeling van een natuurkerngebied, dat maakt dat de huidige haventerreinen, die voorlopig gebruikt worden voor natuurcompensaties, in de toekomst voor economische doeleinden kunnen worden vrijgemaakt. Deze - ogenschijnlijk - braakliggende terreinen in het havengebied krijgen dan een havenlogistieke of industriële bestemming. Deze bestemmingswijziging is dringend nodig. Vandaag stellen we immers vast dat internationale ondernemingen fors willen investeren in de Waaslandhaven, maar dat we hen moeten teleurstellen door een gebrek aan grote beschikbare terreinen. Zelfs voor de vraag naar kleinere percelen worden de mogelijkheden tot inbreiding bijzonder schaars. Het is jammer in deze woelige economische tijden potentiële investeerders te moeten verwijzen naar de lopende planprocessen. Voor een haven is ‘stilstaan’ synoniem met ‘achteruitgaan’, want er moet continu ruimte zijn voor nieuwe spelers en nieuwe logistieke ontwikkelingen. De sputterende economie in Europa kan een sterke motor als de havens goed gebruiken om weer op toerental te komen. In al haar bescheidenheid kan ook de Waaslandhaven hierin een rol spelen.
Eugeen Van Mieghem (1875-1930) een kunstenaar van het volk De Maatschappij Linkerscheldeoever wil, net als het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, bijdragen tot het bekend maken van de geschiedenis van de Antwerpse haven, die een belangrijk aandeel heeft in de welvaart van het Waasland.
De Maatschappij doet dat onder meer door in haar kantoren te Kallo een ‘Zaal Van Mieghem’ te openen. De honderden tekeningen en schilderijen die Eugeen Van Mieghem - een kunstenaar met Wase wortels - naliet, getuigen van de snelle ontwikkeling van de haven, dankzij de inzet van ondernemers en havenarbeiders. Zij herinneren tegelijk aan de historische momenten die zich in de haven afspeelden: de massale emigratie vanuit Europa via Antwerpen met de Red Star Line naar de snel groeiende VS; de eerste wereldoorlog; de talrijke crisis- en scharniermomenten uit het begin van de 20ste eeuw, de periode waarin heel wat mensen o.m. vanuit het Waasland richting haven trokken, op zoek naar werk. Eugeen Van Mieghem werd op 1.10.1875 geboren in het hart van de oude haven in Antwerpen.
Voor de jonge Van Mieghem stond het van in het begin vast dat hij de kunstenaar zou worden van het typische havenvolk: de buildragers, de zakkenmaaksters, emigranten, schippers en zwervers. Na vier jaar onderricht werd Van Mieghem van de Academie weggestuurd, waarna hij bij zijn vader aan de haven ging werken als scheepsbevrachter. Ondertussen bleef hij tekenen. Het duurde
Peter Van de Putte Directeur Maatschappij Linkerscheldeoever Peter Deckers Voorzitter Maatschappij Linkerscheldeoever
Havenarbeid (Eugeen van Mieghem)
2
niet lang of zijn creaties belandden in grote kunstsalons, waar zijn werken hingen tussen die van bekende kunstenaars.
Begin 1902 huwde hij Augustine Pautre, een medestudente van de Academie. Amper drie jaar na hun huwelijk overleed de echtgenote van Van Mieghem aan tuberculose. Overmand door verdriet zou de kunstenaar gedurende vijf jaar niet meer exposeren. De pastels en tekeningen uit die periode belichten vooral de arbeid aan de haven en zijn gekenmerkt door het harde labeur in die tijd. Van Mieghem idealiseert die arbeid niet.
Van zodra Eugeen Van Mieghem weer begon te exposeren kwam voor hem de nationale en internationale doorbraak. Zijn loopbaan als leraar aan de Antwerpse Academie, die begon in 1920, eindigde bruusk vermits hij op 24.3.1930 overleed aan een hartaderbreuk.
De werken van Eugeen Van Mieghem zijn te bezichtigen in het Eugeen Van Mieghem Museum, Ernest Van Dijckkaai, 9 in Antwerpen (tegenover Het Steen). Meer info vind je op www.vanmieghemmuseum.com.
Waaslandhaven in beeld
#1 #2
#3
#1 Stageplaatsen voor jongeren #2 Jong voetbaltalent
#3 Spoortunnel in eindfase
Minister van Werk Monica De Coninck en haar collega-minister van Armoedebestrijding Ingrid Lieten brachten een werkbezoek aan Katoen Natie in de Waaslandhaven. Het bezoek kaderde in een project om laaggeschoolde jongeren aan het werk te helpen. In Vlaanderen verlaten jaarlijks 12.000 jongeren de school zonder diploma hoger secundair. Bijna 4.000 van hen zijn na 1 jaar nog steeds werkloos. De regering wil nu 10.000 stageplaatsen creëren voor werkloze jongeren. Zo krijgen die de kans om te tonen wat ze in hun mars hebben. De bedrijven krijgen grote loonlastkortingen als ze deze jongeren na hun stage een vast contract aanbieden. Katoen Natie heeft hiervoor interesse want het bedrijf vindt moeilijk personeel voor haar distributiecentrum in Kallo en moet nu vaak een beroep doen op buitenlandse werkkrachten.
De werken aan de Liefkenshoekspoortunnel zijn voor twee derde afgerond. Locobouw ging in 2008 van start op wat de grootste werf van het land is. De bouwwerken zullen in het voorjaar van 2013 eindigen. Intussen is Infrabel al gestart met de aanleg van de sporen, de seininrichting en de bovenleiding op het 16,2 km lange traject van de Liefkenshoekspoorverbinding. Als eerste komt de Beverentunnel aan de beurt. Die werd al in 1978 aangelegd maar lag er al die jaren onbenut bij. De Beverentunnel was dichtgemetseld en stond al die tijd onder water. Hij bleek gelukkig nog in zeer goede staat. In het voorjaar van 2014 zijn de eerste testritten gepland en in de zomer van dat jaar zal de spoortunnel effectief in gebruik genomen worden. Infrabel hoopt het aandeel van het spoorvervoer in de haven tegen 2020 van 10 % naar 15 % op te trekken.
Tientallen kinderen namen in september in Sint-Niklaas deel aan een voetbaltornooi, dat werd georganiseerd door Open Stadion, met de logistieke steun van voetbalclub Waasland-Beveren, de stad Sint-Niklaas en de financiële steun van de Maatschappij Linkerscheldeoever. Een team van Open Stadion trok naar de Kroonmolenwijk, de Sint-Elisabethwijk en de Clementwijk in Sint-Niklaas om er een balletje te trappen met jongeren. Nadien werden al deze jonge gasten uitgenodigd voor een voetbaltornooi in het Puyenbekestadion. MLSO-voorzitter Peter Deckers en directeur Peter Van de Putte gaven er de aftrap. Alle deelnemers kregen een ticket voor een match van Waasland-Beveren. Op die manier kunnen ze hun idolen eens echt aan het werk zien. Open Stadion is een sociaal project van voetbalclubs uit eerste en tweede klasse, gericht op een solidaire samenleving.
3
Werkdeken Leo Dresselaerts staat bij het havenbedrijf Euroports dagelijks in voor de aanwerving van dokwerkers. “Omdat havenarbeiders eigenlijk dagloners zijn, moeten we voor elke shift op zoek naar volk om een schip te laden of te lossen. De ene dag hebben we 50 mensen nodig, de dag erna kunnen er dat 300 zijn. Het is een wat vreemd systeem maar het werkt wel.”
Job in de kijker Werkdeken
Vier keer per dag naar het ‘kot’ Enkel erkende havenarbeiders mogen een zeeschip laden en lossen. Dat is de basisgedachte van de wet-Major die 40 jaar bestaat. Havenarbeiders zijn juridisch gezien dagloners maar in realiteit werkt een groot deel van hen elke dag voor dezelfde werkgever. Dat is ook het geval bij Euroports aan het Vrasenedok. Leo Dresselaerts staat er als werkdeken al 18 jaar in voor de aanwerving van havenarbeiders. “Het is een ingewikkeld systeem”, steekt Leo van wal. “Elke shift gaat de werkdeken na hoeveel werk er is op de kade. Op basis daarvan bepaalt hij hoeveel dokwerkers er nodig zijn. We hebben een vaste kern van een vijftigtal mensen. Die bellen we zelf op. Op drukke momen-
ten hebben we soms tot 300 mensen nodig. De werkdeken of de foreman (ploegbaas) moet dan naar het aanwervingslokaal om extra volk te ronselen.”
Eén op de vijf havenarbeiders woont in het Waasland
is af te leiden dat havenarbeiders zo dicht mogelijk bij hun werk willen wonen. Het gaat hier enkel om ‘erkende’ havenarbeiders. Volgens het Havenbedrijf is het aandeel van Wase inwoners in de logistiek, nog veel groter. Liefst 33 % van de ‘logistieke’ werknemers woont in het Waasland.
Op Antwerpen na telt Beveren het grootst aantal havenarbeiders: 1.008 op een totaal van 8.000. Eén op acht havenarbeiders woont dus in Beveren. Dat blijkt uit een analyse die het Havenbedrijf Antwerpen liet maken. In het havengebied werken 60.000 mensen maar in haar geheel is de haven goed voor 150.000 jobs. Omdat de havenarbeiders een belangrijke groep vormen, wilde het Havenbedrijf eens nagaan waar ze zoal wonen. Uit de cijfers blijkt dat één op de vijf havenarbeiders in het Waasland woont. Beveren staat aan de top met 1.008 havenarbeiders, gevolgd door Sint-Niklaas (541) en Zwijndrecht (349). De top tien wordt verder aangevuld door Kruibeke (192), SintGillis-Waas (184), Stekene (113), Lokeren (12) en Waasmunster (11). Uit deze cijfers
4
Aanwerving dokwerkers is een stuk folklore Vier keer per dag loopt ‘het kot’ aan het Kempisch Dok vol met havenarbeiders. Erkende stouwers, kraanmannen, markeerders, kuipers en dekmannen melden er zich aan als het werk voor die dag verdeeld wordt. De VDAB runt het aanwervingslokaal. Die dienst zorgt er voor dat alles correct
verloopt en regelt ook de werkloosheid van de arbeiders voor wie er geen werk is. Sinds 1940 worden havenarbeiders op deze locatie aangeworven. “Het basissysteem is nog steeds hetzelfde”, legt Leo uit. “Het is een stuk folklore dat voor de buitenwereld vreemd kan ogen. De aanwerving duurt slechts tien minuten. De eerste zeven minuten is er een ‘vrije aanwerving’. Dit wil zeggen dat we dan zelf mensen mogen kiezen. Vanaf de achtste minuut is er een ‘verplichte aanwerving’. Dan moeten we iedereen aannemen die zich aanbiedt. Havenarbeiders jonger dan vijftig jaar komen het eerst aan de beurt. De 50-plussers volgen nadien. Het lijkt misschien op een koehandel maar
het systeem werkt al meer dan een halve eeuw behoorlijk. Natuurlijk kiest iedereen liefst de goede werkkrachten. Wie te veel fouten maakt, komt er bij ons niet meer in. Als er bijvoorbeeld een rol papier aan de verkeerde kant van Europa belandt, kost dit het bedrijf handen vol geld.” De havenarbeiders krijgen een basisopleiding vooraleer ze aan de slag kunnen gaan. “Iedereen moet drie weken school volgen en leert er bijvoorbeeld met de verschillende soorten kranen werken. Daarna volgt een stage van tien dagen. De stagiair moet dan het werk overnemen van een ervaren havenarbeider die er als begeleider een hele shift naast blijft lopen. Veiligheid is enorm belangrijk. Werken in de haven is niet zonder risico. Daarom behoren dubbele shiften tot het verleden. Toch gebeuren er elk jaar dodelijke ongevallen. Elk jaar gebeuren er dodelijke ongevallen. Pas de laatste vijf jaar hebben we kunnen afdwingen dat iedereen zijn veiligheidshelm draagt. Er is lang weerstand geweest omdat een helm natuurlijk lastig is als je je een hele dag moet bukken. Tegenwoordig is er wel een nieuwe soort helmen die ook bergbeklimmers dragen. Die zijn lichter en makkelijker om mee te werken.”
Een ‘seut’ zal hier niet lang overleven Het werk aan de dok is enorm zwaar. Vrouwen zijn dan ook witte raven aan de kade. “De weinige vrouwelijke havenarbeiders worden meestal ingezet als markeerder. Toen de eerste vrouwen aan de slag gingen, sprongen hun mannelijke
collega’s om de haverklap recht om een handje toe te steken. Na vijf dagen was dat echter al voorbij”, lacht Leo. “De havenarbeiders staan er om bekend dat ze een grote mond kunnen opzetten. Dat klopt enigszins maar het heeft vooral te maken met de zware werkomstandigheden. Een zeeschip is geen feestboot. Een ‘seut’ zal hier niet lang overleven. De dokwerkers verwachten dat iedereen zijn werk goed doet. De solidariteit onder hen is zeer groot, maar ook de hiërarchie is heel strikt. Per schip heeft een ceelbaas de supervisie over het werk. De foreman is dan weer baas over een ploeg van 6 tot 8 dokwerkers. Dekmannen geven instructies aan de kraanmannen en de kuipers zorgen er voor dat de lading goed is vastgesjord. Zo heeft iedereen zijn vastomlijnde taak.” Het systeem van de havenarbeid staat de jongste jaren sterk onder druk. Er is op dat vlak ook wel een en ander veranderd. De behandeling van stukgoed ging fors achteruit ten voordele van de containertrafiek. Havenarbeiders vrezen dat hun jobs bij een hervorming zullen worden ingepikt door goedkopere werkkrachten uit OostEuropa of door de eigen bemanning van het zeeschip. “Zo’n vaart zal het wellicht niet lopen”, vermoedt Leo Dresselaerts. “Havenarbeiders zijn niet zo maar inwisselbaar. Een blik op de kade zegt voldoende. Het lijkt hier soms een heksenketel maar het is een goed geoliede machine. De erkende havenarbeid zal volgens mij niet snel verdwijnen. Wel is er een modernisering nodig van het systeem. De tijd dat iedereen elke dag naar ‘het kot’ moet is nu al voor een deel verleden tijd. Een verdere automatisering zou voor alle partijen een goede zaak zijn.”
Vier keer per dag komen er havenarbeiders samen in het kot.
TELEX WAASLANDHAVEN Riga Logistics, een onderdeel van de Katoen Natie Group en gevestigd in Loghidden City in de Waaslandhaven, is gespecialiseerd in de opslag en de distributie van niet-gevaarlijke goederen. Het bedrijf wil, om logistieke en bedrijfseconomische redenen, die activiteiten in de toekomst uitbreiden met het opslaan van gevaarlijke goederen. Het gaat om 32.000 ton milieugevaarlijke stoffen, waaronder 400 ton vaste giftige stoffen, die de firma wil stockeren in één magazijn op haar site. Met deze uitbreiding valt Riga Logistics onder de Seveso-reglementering die van toepassing is op bedrijven die ‘gevaarlijke’ activiteiten ontplooien. In de kerncentrale van Doel kon de geplande heropstart van reactor Doel 3 na een revisie in juli ll. niet doorgaan. Er zijn namelijk meer dan 8.000 zogenaamde ‘anomalieën’ ontdekt in de 20 centimeter dikke stalen reactorwand. Dit zijn geplette waterstofgasbelletjes die mogelijk zouden kunnen uitgroeien tot scheurtjes. Momenteel is een team van internationale experten bezig met een onderzoek. Als ze kunnen aantonen dat er geen gevaar is, kan de reactor weer in gebruik genomen worden. Het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) en de regering zullen ten vroegste in december een beslissing nemen over het al dan niet heropstarten van Doel 3. Eerder besliste de regering al om Doel 1 en 2 in 2015 te sluiten. Ondertussen ligt ook reactor Doel 4 voor enkele weken stil wegens onderhoudswerken. Het baggerbedrijf Deme heeft zijn hoofdkantoor in Zwijndrecht uitgebreid. In augustus 2010 werd al een nieuw gebouw in gebruik genomen. Maar door de snelle groei van het bedrijf was er opnieuw plaatsgebrek en tegelijk nood aan vergaderzalen. In oktober 2011 is gestart met een gebouw dat voorziet in 1.400 m² extra kantooroppervlakte met 135 bijkomende werkplaatsen. Op het gelijkvloers zijn er nieuwe vergaderzalen die uitgerust zijn met moderne multimediatoepassingen. Er is ook veel aandacht gegaan naar duurzaam energieverbruik. Een warmterecuperatie op de ventilatie zorgt ervoor dat de warmte van de afgevoerde lucht de inkomende koude lucht voorverwarmt. Bewegingsmelders sturen de verlichting aan en er is ook extra ingezet op bijkomende isolatie en luchtdichte aansluitingen. Voor de spoeling van de toiletten wordt regenwater gebruikt en het sanitaire afvalwater gaat via een eigen rietveld gezuiverd terug de Schelde in.
5
Natuur in de haven
“Bedrijven hebben geen schrik meer voor natuur” Bedrijven in het havengebied moeten geen schrik meer hebben dat een zeldzame plant of een beschermde diersoort hun uitbreidingsplannen dwarsboomt. Die planten en dieren worden in de toekomst gecompenseerd in een ecologisch netwerk. Verspreid over het hele havengebied komen er groene eilandjes waar de ideale biotoop voor deze waardevolle fauna en flora wordt gecreëerd. Voor de uitbouw van dit netwerk werken het Havenbedrijf en de Maatschappij Linkerscheldeoever samen met Natuurpunt.
Zeldzame biotoop Industrie en natuur moeten niet altijd in een conflictsituatie leven. Dat bewijst de nieuwe overeenkomst die voor het havengebied werd gemaakt. Peter Symens, beleidsmedewerker bij Natuurpunt legt uit waarom samenwerking nodig is: “We zitten hier in de haven met een zeldzame biotoop: enerzijds is er de overgang van zout naar zoet water in de Schelde en anderzijds zijn er de opgespoten terreinen met kalkrijke zandgrond. Dit vormt een uitzonderlijke leefomgeving voor heel wat beschermde dier- en plantensoorten. In totaal komen er in het havengebied 118 soorten voor die Vlaams of zelfs Europees beschermd zijn. Een voorbeeld hiervan is de groenknolorchis, die normaal gedijt in duingebieden. Tot voor enkele jaren was de plant bijna uitgestorven tot we in de haven 150 exemplaren vonden. Dankzij beschermingsmaatregelen zijn er nu al 2.000 plantjes.” Heel wat chemische en petrochemische
6
bedrijven beschikken over grote veiligheidsbuffers en braakliggende gronden voor uitbreiding. Die zijn in de loop van de jaren uitgegroeid tot kleine natuurgebieden omdat er nooit bemesting is geweest of sproeistoffen zijn gebruikt. Voor de bedrijven rijzen er problemen wanneer ze willen uitbreiden en er een zeldzaam plantje of beschermde diersoort op hun terrein wordt aangetroffen. “Dan kunnen ze bij ons aankloppen. Wij zorgen ervoor dat de soort gecompenseerd wordt in een nieuw ecologisch netwerk”, zegt Johan Baetens, projectmedewerker bij Natuurpunt en vast aanspreekpunt voor de bedrijven. “Het ecologisch netwerk omvat 4,5 % van het havengebied, goed voor een slordige 600 hectare. Dat is niet één groot natuurgebied maar wel een netwerk van restperceeltjes, poelen, wegbermen of stroken waar, door de aanwezigheid van nutsleidingen, een bouwverbod geldt. Het netwerk is een onderdeel van het strategisch plan voor de haven. Zodra de minister zijn handtekening plaatst, kunnen we effectief aan de slag. We hopen begin volgend jaar.”
Veilig onder paraplu “We hebben 14 zogenaamde ‘paraplusoorten’ geselecteerd waaronder de groenknolorchis maar ook de rugstreeppad, meervleermuis, slechtvalk en zelfs vlinders zoals het bruinblauwtje”, pikt Peter Symens in. “Als we voor deze paraplusoorten de ideale biotoop kunnen creëren, dan vinden alle beschermde planten en dieren in de haven een thuis. Als een bedrijf wil uitbreiden en
geconfronteerd wordt met een beschermde soort, dan kan het een ontheffing krijgen als de soort al een duurzame populatie in ons ecologisch netwerk heeft opgebouwd. Als dit niet zo is, zullen we actie ondernemen en de soort proberen te verhuizen. Dit is bijvoorbeeld recent gebeurd met de moeraswespenorchis, een orchidee die moest wijken voor de Deurganckdoksluis.”
Ecologisch netwerk Deze aanpak is een hele ommezwaai waarvoor ook de wetgeving voor beschermde soorten aangepast moet worden. “Die wet is in ieder geval verouderd”, zegt Symens. “Als er vroeger een beschermde dier- of plantensoort werd aangetroffen in een gebied, werd het hele terrein simpelweg beschermd. De natuurwetgeving werd te vaak gebruikt als een stok achter de deur. Dergelijke reactieve adhoc-aanpak willen we nu verlaten en omzetten in een proactieve, planmatige aanpak gebaseerd op de nieuwe ‘soortenwetgeving’. Per (paraplu)soort werken we een beschermingsprogramma uit, waarmee we de duurzame instandhouding van deze soort en de onder haar paraplu meeliftende soorten, hopen te realiseren. Het is ons streefdoel om alle 118 beschermde planten- en diersoorten in ons ecologisch netwerk te krijgen.” De Maatschappij Linkerscheldeoever draagt ook haar steentje bij. De nieuwe rotonde Haandorp zal uitgerust worden met amfibietunnels en krijgt in het midden zelfs een poel waar een rondtrekkende rugstreeppad even kan verpozen.
Van Loon reinigt en renoveert tanks De haven van Antwerpen heeft de grootste chemische cluster van Europa. Duizenden vrachtwagens en treinen zorgen dagelijks voor het transport van chemicaliën en gassen. Al deze tankcontainers moeten regelmatig grondig gereinigd of gerepareerd worden. Daar houdt de Group Van Loon zich mee bezig. Aan de Molenweg werd hiervoor onlangs een tweede vestiging geopend. Van Loon ging in 1954 van start als een familiaal transportbedrijf. Als snel specialiseerde de firma zich in het transport van gevaarlijke goederen. Intussen telt de firma meer dan 200 werknemers en is ze vooral actief in de behandeling van tank- en gascontainers voor de chemische industrie. “Transport maakt nog steeds 40 % van onze activiteiten uit”, zegt CEO Gunther Van Loon. “Maar we spitsen ons tegenwoordig meer en meer toe op het onderhouden, ontgassen, reinigen, testen en repareren van tankcontainers”. De vestiging op de rechteroever barstte al een tijdje uit haar voegen. Van Loon liet daarom zijn oog vallen op een terrein van bijna 4 ha aan de Molenweg op de lin-
s j i Praag vr
!
De verhoogde rotonde Haandorp moet tegen de zomer van 2014 voltooid zijn want dan moet spoorlijn 10 - de nieuwe Liefkenshoekspoorverbinding - er onderdoor gaan. Weet u ook in welk jaar de werken aan de Liefkenshoekspoortunnel begonnen zijn? Stuur uw antwoord per brief/briefkaart naar: Maatschappij Linkerscheldeoever, Sint-Paulusplein 27, 9120 Kallo of e-mail
keroever. “We hebben dit terrein gekozen omwille van de ideale ligging vlakbij de R2 en de Liefkenshoektunnel, en om dicht bij onze klanten te zitten”, vervolgt Van Loon. “De chemische cluster in de haven is één van de grootste ter wereld en ook Rotterdam en het Ruhrgebied zijn vlakbij. Veel tankcontainertrafiek passeert hier. Die containers zwerven de wereld rond maar moeten regelmatig ook een groot onderhoud krijgen. Dat is wat we aanbieden in onze nieuwe vestiging.”
“Over vijf jaar werken hier 25 mensen meer” Van Loon investeerde 4,5 miljoen euro in de bouw van een werkplaats, reinigingsinstallaties en kantoren. “Hier worden de nieuwste technieken toegepast om restanten in gas- en vloeistoftankcontainers te neutraliseren.” “Omdat het meestal gaat om gevaarlijke producten moet het personeel heel wat beschermende maatregelen nemen. Afhankelijk van de inhoud van een tankcon-
naar:
[email protected] met de vermelding ‘prijsvraag’ in het onderwerp.
WAT IS ER TE WINNEN?
De antwoorden dienen ons uiterlijk tegen 10 november 2012 te bereiken. Voor de winnaars liggen er dit keer vier VIP-arrangementen voor twee personen klaar voor een thuiswedstrijd van Waasland-Beveren. Dat betekent dat de winnaars als eregasten van de Maatschappij Linkerscheldeoever mee naar de wedstrijd kunnen.
tainer kan de reiniging een paar uur tot een dag in beslag nemen.” Van Loon zal in zijn nieuwe vestiging ook tankcontainers renoveren, het zogenaamde ‘refurbishment’. “Het tankcontainertransport voor de chemische industrie is eigenlijk nog vrij jong. De eerste tankcontainers dateren uit de jaren tachtig en zijn intussen toe aan vervanging. Een nieuwe tank kost een bedrijf al gauw 20.000 tot 25.000 euro. Wij bieden een alternatief aan door een tankcontainer volledig te strippen en weer op te bouwen. Enkel de basis uit inox, een duurzaam materiaal, blijft behouden. Een dergelijke renovatie kost 6.000 tot 7.500 euro en de levensduur wordt met tien jaar verlengd.” Momenteel is twee derde van het terrein aan de Molenweg in gebruik. “Er is nog mogelijkheid tot uitbreiding, maar dat is vooral voor het stockeren van tanks”, legt Van Loon uit. “Onze werkplaats is al op deze groei gebouwd. Ons streefdoel is binnen vijf jaar op kruissnelheid te zitten. Eens zover zal het huidige aantal werknemers van 25 mensen op linkeroever, verdubbelen.”
Antwoord vorige prijsvraag: In de vorige prijsvraag zochten we naar de naam van de Spaanse veldheer die destijds het fort Liefkenshoek bestookte. Zijn naam was Alexander Farnese of de Hertog van Parma. De winnaars, die elk twee flessen Bordeaux Supérieur Rouge van Château Vilatte ontvangen, zijn: Kevin Anné (Temse), Rudi van den Meersschaut (Beveren), Nele Hullaert (Burcht), Raymond Alardot (Zwijndrecht) en H. De Gendt – De Nijs (Kieldrecht).
7
Waaslandhaven stelt zich voor
BIS ROB MONTAGEBEDRIJF BOUWT NIEUWE VESTIGING
“Altijd op zoek naar personeel” Wie langs de expresweg E34 rijdt, zal in Melsele het bedrijf ongetwijfeld al eens gespot hebben. BIS ROB Montagebedrijf is al 25 jaar lang een baken in het havengebied en met 560 personeelsleden ook één van de grootste werkgevers. Het bedrijf richt zich vooral naar de omliggende industrie en is dé specialist op het vlak van fabricatie, montage en onderhoud van pijpleidingen. Volgend jaar verhuist het bedrijf naar een nieuwbouw aan de Boerenveldseweg in Zwijndrecht aan de Boerenveldseweg waar ook het zusterbedrijf BIS Industrial Services uit Schoten onderdak krijgt. Een operatie die het tewerkstellingscijfer in de Waaslandhaven in één klap met 400 mensen zal verhogen! Van oorsprong is BIS ROB een Duits bedrijf dat in 1969 een afdeling opende in Antwerpen om een graantje mee te pikken van de chemische en petrochemische industrie die toen in volle expansie was. In 1983 verhuisde het bedrijf naar de linker-Scheldeoever. Intussen is de naam veranderd in BIS ROB Montagebedrijf en behoort het bedrijf tot de Bilfinger Group, een internationaal concern met 70.000 personeelsleden. Aan de Keetberglaan in Melsele zijn de kantoren en de werkplaats gevestigd. Daar zijn theoretisch 560 mensen tewerkgesteld. “Maar slechts 5 % van het personeel werkt hier”, benadrukt CEO Thierry Burki. “Het overgrote deel is aan de slag op werven in de haven of elders.”
Investeren in opleidingen Het werk bestaat vooral uit onderhoud aan pijpleidingen en procesinstallaties, maar BIS ROB heeft ook een ijzersterke reputatie in nieuwbouwprojecten. “We kunnen een hele fabriek bouwen”, vervolgt Burki. “We doen alles wat met leidingwerk en metaal te maken heeft en zijn gespecialiseerd in hoogwaardig laswerk.” Aangezien lassen een knelpuntberoep is, is BIS ROB bestendig op zoek naar nieuwe medewerkers. “Jaarlijks werven we een dertigtal lassers, pijpfitters en monteurs aan. Maar technisch goed opgeleid personeel is moeilijk te vinden. We werken daarom
8
nauw samen met scholen in de regio en bieden stageplaatsen aan. Ook met VDAB is er een goede samenwerking om jonge werkzoekenden een opleiding te geven. Vorig jaar hebben we maar liefst één miljoen euro geïnvesteerd in opleidingen.”
Nieuwbouw in Zwijndrecht Nog dit jaar zal BIS ROB de eerste steen leggen van een nieuw gebouw op een terrein van 3 ha aan de Boerenveldseweg in Zwijndrecht. De nieuwe vestiging zal naast een kantoorgebouw ook over een werkplaats voor prefableidingwerk beschikken en over een magazijn waar alle gereedschap opgeslagen wordt. “Door de voortdurende groei
is onze huidige vestiging te krap geworden”, legt Burki uit. “In Zwijndrecht zal de oppervlakte dubbel zo groot zijn. In de nieuwbouw zal ook het zusterbedrijf BIS Industrial Services een plaats krijgen. Dat houdt zich bezig met isolatie, asbestverwijdering, steigerbouw en heeft ook een klimteam om herstellingen en onderhoud te doen op grote hoogtes, zoals windmolens en fakkels. De samenwerking en synergie met ons zusterbedrijf zal vooral betrekking hebben op ondersteunende diensten, zoals administratie, Finance. BIS Industrial Services stelt momenteel 400 mensen tewerk. Aangezien die allemaal mee verhuizen, zal het tewerkstellingscijfer in de Waaslandhaven volgend jaar een forse sprong maken. “En eigenlijk mag je de totale tewerkstelling van de twee bedrijven verdubbelen, want we werken ook veel met onderaannemers”, vult de CEO aan.
Thuis in Waaslandhaven De keuze om in de Waaslandhaven te blijven, was snel gemaakt. “Een heel groot deel van ons personeel woont in de streek en mobiliteit is voor ons een belangrijk aspect. Het personeel moet zich continu verplaatsen naar de verschillende werven. We kunnen ons geen tijdsverlies veroorloven door urenlang in de file te staan. We maken dan ook dankbaar gebruik van de Liefkenshoektunnel.” BIS ROB heeft nog ambities voor de toekomst. “Alle installaties die er nu zijn in de chemische en petrochemische industrie moeten ook in de toekomst onderhouden worden. We willen echter meer en meer totaalpakketten aanbieden aan onze klanten. Bedrijven waarvoor we nu al onderhoud doen, moeten ons ook zien als bouwer van nieuwe installaties en omgekeerd.”
Verschijnt 3 maal per jaar | V.U. Peter Deckers, Maatschappij Linkerscheldeoever, Sint-Paulusplein 27 - 9120 Kallo | T 03 766 41 89 | F 03 776 79 13 | E
[email protected]