Week van het Hart 2011 Achtergrondinformatie – Hartinfarct
Hartinfarct: neem het leven ter harte! Een bewustmakings- en informatiecampagne van de Belgische Cardiologische Liga
Inhoudsopgave I. De campagne van de Belgische Cardiologische Liga: ‘Hartinfarct: neem het leven ter harte!’ ...................2 II. Hartinfarct ..........................................................................................................................................................2 A. Wat is een hartinfarct? ................................................................................................................................2 B. Hartinfarcten in België: de cijfers................................................................................................................2 III. Voor, tijdens en na een hartinfarct ...................................................................................................................3 A. Voor het infarct: preventie ...........................................................................................................................3 B. Tijdens het infarct: de kritieke fase ............................................................................................................4 C. Na het infarct: starten met revalidatie........................................................................................................6 IV. De wetenschappelijke partners van de campagne .........................................................................................7
1
Week van het Hart 2011 Achtergrondinformatie – Hartinfarct
I. De campagne van de Belgische Cardiologische Liga: ‘Hartinfarct: neem het leven ter harte!’ Bij gelegenheid van de Week van het Hart gaat op 26 september 2011 de informatie- en bewustmakingscampagne ‘Hartinfarct: neem het leven ter harte!’ van start. Deze campagne heeft als doel te zorgen voor een beter begrip van het hartinfarct en de actiemiddelen. Het is belangrijk dat de Belgen leren de symptomen te herkennen, de levensreddende handelingen uit te voeren en zo snel mogelijk te reageren bij een vermoeden van hartinfarct. Daarom heeft de Belgische Cardiologische Liga informatiemateriaal ontwikkeld voor het grote publiek: een flyer, een poster en een website www.infohartinfarct.be. Tijdens de Week van het Hart, die loopt van maandag 26 september tot en met zondag 2 oktober, worden in de centra voor cardiale revalidatie en in verschillende cardiologische centra in België informatie- en bewustmakingsactiviteiten georganiseerd (opendeurdagen, voordrachten en acties rond preventie en screening).
II. Hartinfarct A.
Wat is een hartinfarct?
Met een hartinfarct, dat ook wel bekend staat onder de naam 'hartaanval' bedoelen we de vernietiging van een deel van de hartspier als gevolg van de onderbreking van de bloedtoevoer (en dus ook de zuurstoftoevoer) in de slagaders die deze spier voeden. Een hartaanval ontstaat wanneer één van de kransslagaders (die naar het hart voeren) verstopt raakt door een bloedklonter. Deze bloedklonter verhindert de toevoer van bloed en zuurstof naar het hart, waardoor de hartspier geleidelijk afsterft. Dit proces verloopt zeer snel: de hartspier sterft onherroepelijk af binnen de 6 uur na het optreden van de eerste waarschuwingssignalen. Hoe meer tijd er verloren gaat vooraleer de patiënt wordt behandeld, hoe meer hartweefsel afsterft, en hoe groter de kans is dat het hart zijn ‘pompfunctie’ niet meer kan uitvoeren. Ernstig letsel van de hartspier (myocard) kan fataal zijn.
B. Hartinfarcten in België: de cijfers De cijfers spreken voor zich: hart- en vaatziekten, en hartinfarct in het bijzonder, blijven in België net als in andere geïndustrialiseerde landen de belangrijkste doodsoorzaak. In België sterven jaarlijks 38.000 mensen aan een cardio- en cerebrovasculaire aandoening, dat zijn meer dan 100 mensen per dag of meer dan 4 per uur. Elk jaar zijn er in ons land ongeveer 15.000 gevallen van hartinfarct. Van deze 15.000 gevallen zijn er ongeveer 7.000 met een fatale afloop. Twee derde van de overlijdens vindt plaats voor de aankomst in het ziekenhuis, wat vaak getuigt van een te late medische behandeling. Uit gegevens van de studie Monica-Bellux1 blijkt dat een hartinfarct fataal was voor 49% van de mannen: 34% van hen stierven buiten het ziekenhuis, 15% in het ziekenhuis. Onder de vrouwen stellen we gelijkaardige percentages vast van sterfgevallen buiten of in het ziekenhuis. Het aantal gevallen met fatale
1
Hartinfarct bij mannen en vrouwen, 35-74 jaar, Studie rond het eerste hartinfarct, 1985-2003.
2
Week van het Hart 2011 Achtergrondinformatie – Hartinfarct
afloop is echter groter dan bij de mannen: 55% van de vrouwen die getroffen werden door een hartinfarct overleefde dit niet. 35% van hen stierven buiten het ziekenhuis, 20% in het ziekenhuis. Gezondheidswerkers wijzen er ten slotte op dat ook jonge mensen het slachtoffer kunnen worden van een hartaanval: bij mannen vindt de eerste hartaanval in een kwart van de gevallen plaats voor het vijfenvijftigste levensjaar, met een prevalentie in de groep met hoog risico op hart- en vaatziekten. Bovendien is een infarct bij deze jonge slachtoffers in een derde van de gevallen fataal.
III. Voor, tijdens en na een hartinfarct A.
Voor het infarct: preventie
Een hartinfarct vermijden? Het kan! Zoals hierboven reeds aangegeven, eisen hart- en vaatziekten veel slachtoffers. Er moet nog heel wat worden gedaan om de Belgen te informeren en hen ervan te overtuigen dat cardiovasculaire risicofactoren aandacht verdienen om zo bijvoorbeeld een hartinfarct te vermijden. Aan bepaalde risicofactoren (zoals leeftijd, geslacht, of erfelijkheid) kan niets veranderd worden, maar aan andere factoren kan beslist doeltreffend gewerkt worden. De leeftijd van de slagaders, en in het bijzonder van de kransslagaders, wordt namelijk sterk beïnvloed door ons gedrag. Zo konden een aantal belangrijke cardiovasculaire risicofactoren worden geïdentificeerd (roken, een hoge bloeddruk, cholesterol, diabetes, overgewicht, een sedentaire levensstijl). Andere factoren hebben dan weer een beschermende rol (een evenwichtige voeding, een matige consumptie van wijn, lichaamsbeweging). We weten bijvoorbeeld dat bij rokers het risico op een hartinfarct met ongeveer 3 keer toeneemt. Bij diabetespatiënten ligt het risico ongeveer 2,5 maal hoger en bij mensen met een hoge bloeddruk 2 maal2. Om de slagaders gezond te houden, kunnen we letten op de volgende punten: •
•
Gezonder eten, vooral door de consumptie van de zogenaamde verzadigde vetten terug te schroeven (bv. boter, room, fijne vleeswaren, varkensvlees en schapenvlees, eieren). Kies in plaats daarvan voor enkel- of meervoudig onverzadigde vetten (olijfolie of koolzaadolie, onverzadigde margarine enz.) Meer bewegen: dertig minuten lichaamsbeweging per dag volstaat om hart en bloedvaten te
•
beschermen. Stoppen met roken: meer dan drie rookvrije jaren na het stoppen doen de leeftijd van de bloedvaten met 7 tot 10 jaar dalen.3
• •
Minder alcohol drinken. De zoutinname verminderen tot minder dan 8 g per dag (het gemiddeld verbruik in België is ongeveer 10 g/persoon/dag). Dit zou het jaarlijkse aantal hartinfarcten (en de daaropvolgende overlijdens) aanzienlijk kunnen beperken.4 Vermijd ook de consumptie van verzadigde vetten (dit zijn vetten die stollen bij kamertemperatuur).
2Yusuf
S et al. Effect of potentially modifiable risk factors associated with myocardial infarction in 52 countries (the INTERHEART study): case-control study. Lancet 2004; 364:937-52. 3D’Agostino Ralph B et al. General Cardiovascular Risk Profile for Use in Primary Care: The Framingham heart study. Circulation 2008 ; 117 : 743-753 4Bibbins-Domingo K et al. Projected effect of dietary salt reductions on future cardiovascular disease. N Engl J Med 2010 ;362:590–9.
3
Week van het Hart 2011 Achtergrondinformatie – Hartinfarct
•
Op de hoogte zijn van de familiale antecedenten. Als één van uw ouders voortijdig is overleden als gevolg van een hartaanval, dan loopt u zelf ook meer kans om aan een hartaanval te overlijden. Kennis van de familiale antecedenten kan helpen om het risico voor ieder individu beter in te schatten en te voorkomen.
B. Tijdens het infarct: de kritieke fase Red een leven, bel 112 Uit de cijfers blijkt dat twee derde van de sterfgevallen ten gevolge van een hartinfarct plaatsvindt voordat de patiënt in het ziekenhuis aankomt: dat betekent dat er vaak te laat medisch wordt ingegrepen. De symptomen en de fatale afloop van een hartaanval worden vaak niet herkend en onderschat. Dat heeft verschillende redenen: •
De symptomen worden niet herkend: het gebeurt nog te vaak dat ze worden toegeschreven aan maagpijn of bronchitis. Of ze worden afgedaan als vermoeidheid, en men denkt dat de symptomen wel zullen verdwijnen door even te rusten. Ondertussen gaan kostbare minuten verloren. U belt beter een keertje te vaak, dan te laat.
• •
Verkeerde reflexen (men belt eerst de huisarts). De pijn is niet ernstig genoeg om de patiënt te verontrusten. Toch is de boodschap heel eenvoudig:
bel het noodnummer 112, zelfs bij het kleinste vermoeden dat het om een hartinfarct gaat.
Het allerbelangrijkste op zo'n moment is de grootte van het infarct (het deel van de hartspier dat door necrose wordt aangetast) te beperken, door zo snel mogelijk de verstopte slagader, die het infarct heeft veroorzaakt, weer vrij te maken. Om het leven van de patiënt te redden, komt het er dus op aan zo weinig mogelijk tijd te doen verlopen tussen het begin van de pijn en aankomst op de spoedafdeling voor cardiologische hulp. Opgelet voor deze symptomen Het belangrijkste kenmerk van een hartaanval is een pijnlijk, beklemmend gevoel op de borst dat meer dan 20 minuten duurt, of tweemaal per uur of vaker optreedt. De pijn zit achter het borstbeen en voelt beklemmend, drukkend of brandend aan, alsof de borst gekneld zit in een bankschroef. Soms, maar niet altijd, straalt de pijn ook uit naar de schouders, de (linker)arm, de hals, de kin, de kaak of zelfs de tanden. De patiënt kan ook last hebben van misselijkheid of koud zweet, hij kan overmatig transpireren, klappertanden en kortademig of duizelig zijn. Het is ook mogelijk dat de patiënt een paniekaanval krijgt. Coronaire pijn kan ook misleidend zijn: soms lijkt de pijn op maagklachten, of is ze er zelfs bijna geheel niet. Anderzijds kan ook een paniekaanval een pijnlijk gevoel in de hartstreek veroorzaken, waardoor de patiënt in paniek raakt en ervan overtuigd is een hartprobleem te hebben. We mogen niet vergeten dat de verstopping van een slagader ook samenhangt met de aanwezigheid van een aantal risicofactoren voor hart- en vaatziekten: de voornaamste zijn erfelijkheid, leeftijd, geslacht, roken, overgewicht, een sedentaire levensstijl, verhoogde vetgehaltes (in het bijzonder LDL-cholesterol), een hoge bloeddruk en/of diabetes. 4
Week van het Hart 2011 Achtergrondinformatie – Hartinfarct
Het is essentieel om deze symptomen te herkennen, zodat we tijdig aan de alarmbel kunnen trekken en het medische traject kunnen starten. Hoe eerder de patiënt in het ziekenhuis aankomt, des te groter is de overlevingskans. Jammer genoeg vinden de meeste overlijdens nog steeds plaats voor de patiënt in het ziekenhuis aankomt. Medische zorg: de eerste uren zijn cruciaal Wat ook de diagnose is, in de eerste fase is de behandeling er vooral op gericht om een zo groot mogelijk gedeelte van de hartspier in de door infarct getroffen zone levensvatbaar te houden. Daarnaast is het van belang om mogelijk levensbedreigende complicaties (zoals bijvoorbeeld ventriculaire fibrillatie) te voorkomen of te behandelen. Afhankelijk van het tijdstip van het begin van het infarct en van de resultaten van het elektrocardiogram, kiest men over het algemeen voor twee soorten behandelingen: •
trombolyse: hierbij wordt een geneesmiddel toegediend waarmee men de bloedprop in de slagader
•
probeert op te lossen; of primaire angioplastiek, waarbij de slagader mechanisch wordt vrijgemaakt. De angioplastiek wordt uitgevoerd in de katheterisatiekamer (ook wel ‘cath-lab’ genoemd).
Recente studies hebben aangetoond dat angioplastiek goede resultaten geeft als de ingreep tijdig wordt uitgevoerd (minder dan 120 minuten nadat de hulpdiensten de patiënt bereiken). Het type behandeling dat wordt toegepast hangt dus af van de tijd die nodig is om een ziekenhuis te bereiken waar een ‘cath-lab’ aanwezig is, en waar dus een angioplastische ingreep kan worden uitgevoerd. Als het niet mogelijk is om binnen 120 minuten een ziekenhuis met een ‘cath-lab’ te bereiken, zullen de artsen eerst een trombolyse uitvoeren. Indien nodig zullen ze de patiënt vervolgens doorverwijzen naar een ander ziekenhuis. Dilatatie van de kransslagaders: technieken In veel gevallen volstaat een behandeling met geneesmiddelen, maar niet als er sprake is van acuut coronair syndroom. In dat geval beschikt de arts over invasieve technieken: ballondilatatie in combinatie met een stent of een overbruggingsoperatie (of bypass). De arts zal beslissen of een dergelijke invasieve behandeling nodig is. Daarvoor baseert hij zich op een coronaire angiografie (een röntgenfoto van de kransslagaders waarbij gebruik wordt gemaakt van een contrastvloeistof). Bij een angioplastiek wordt tijdens een coronarografie een klein opblaasbaar ballonnetje in de vernauwde zone van de kransslagader geschoven. Als het ballonnetje wordt opgeblazen, drukt het de atheroomplaque plat en vergroot het de diameter van de slagader. De arts laat het ballonnetje vervolgens leeglopen om de bloedbaan vrij te maken. Op die manier wordt de kransslagader voorzichtig verwijd. Dit proces wordt meerdere malen herhaald totdat de luminale diameter van de kransslagader groot genoeg is. De sonde wordt onder lokale verdoving ingebracht via een slagader in de onderarm of de lies. De arts kan via de cardiale katheter ook zogenaamde stents inbrengen. De stent (een soort veertje dat wordt ingebracht in de slagader om te voorkomen dat die weer verstopt raakt) houdt de slagader open doordat het veertje ter plaatse blijft zitten.
5
Week van het Hart 2011 Achtergrondinformatie – Hartinfarct
De angioplastiek is de techniek die in België het vaakst gebruikt wordt - en het is ook de meest doeltreffende techniek. In haar laatste rapport over de behandeling van hartinfarcten in België5 schatte het KCE, het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg, dat in ons land ieder jaar 3.500 hartinfarcten worden behandeld met een angioplastiek. Dat komt neer op bijna een kwart van de infarcten. In sommige gevallen kan een bypassoperatie worden uitgevoerd. Daarbij wordt een ‘brug’ gemaakt tussen twee slagaders, om het vernauwde stuk te 'overbruggen'. De ‘brug’ bestaat uit een slagader (uit de borst) of ader (uit een been). Meer informatie over de acute fase van een hartinfarct vindt u op www.infar112.be
C.
Na het infarct: starten met revalidatie
Een hartinfarct hoeft niet per se een dodelijke afloop te hebben, maar het is wel een terugkerende ziekte die het noodzakelijk maakt om nieuwe leefgewoonten aan te nemen. We kunnen werken aan bepaalde risicofactoren die hebben geleid tot het eerste hartinfarct: roken, cholesterol, diabetes, een hoge bloeddruk… door onze manier van leven aan te passen en te letten op al deze factoren, kunnen we immers een tweede infarct vermijden! Een patiënt die een hartaanval heeft gehad en een zittend leven blijft leiden, blijft roken en er slechte eetgewoontes op na blijft houden loopt 3,8 keer meer risico op een nieuw infarct binnen de zes maanden. De opvolging na het infarct: een nauwkeurige controle In het ziekenhuis wordt gestart met het fundamentele deel van de behandeling (ook wel secundaire preventie genoemd), waar de patiënt zich meestal op lange termijn aan moet houden. Naast de behandeling is het ook erg belangrijk dat er wordt gewerkt aan de correctie van diverse risicofactoren (een hoge bloeddruk, diabetes, roken). Op die manier kan het risico op een terugval significant worden teruggeschroefd, met name bij mensen met een hoog vasculair risico. • • •
De bloeddruk dient onder bepaalde grenswaarden te blijven. Het is aanbevolen om waarden aan te houden onder de 140 mmHg (systolische bloeddruk) en 90 mmHg (diastolische bloeddruk). De waarden van cholesterol en lipiden moeten laag worden gehouden in functie van het cardiovasculaire risico. De LDL-cholesterol mag niet meer dan 115 mg/dl bedragen. Het is belangrijk om de bloedsuikerwaarden in de gaten te houden, aangezien één op de vier patiënten die een hartaanval hebben gehad aan diabetes lijdt. De geglyceerde of geglycosyleerde hemoglobine moet minder dan 6,5% bedragen.
Na de ziekenhuisopname is het van het grootste belang dat de patiënt zijn levensstijl aanpast, begrijpt wat de belangrijkste factoren zijn van een hart- en vaataandoening en in staat is dringende of relatief dringende symptomen te herkennen. Tijdens de herstelfase kan inspanningsrevalidatie worden aangeboden in een centrum voor cardiale revalidatie. De revalidatie wordt natuurlijk aangepast aan de omvang van de beschadigde weefsels en de toestand van de nog functionerende kransslagaders.
KCE Reports VOL.14B: Variations des pratiques médicales hospitalières en cas d’infarctus aigu du myocarde en Belgique, 24/06/2005.
5
6
Week van het Hart 2011 Achtergrondinformatie – Hartinfarct
De aandoening beter begrijpen en een terugval voorkomen Patiënten in secundaire preventie moeten zeker de raad krijgen niet te roken, met mate te eten en het behandelplan stipt te volgen. Ze moeten leren hun ziekte onder controle te krijgen. Er bestaan speciale centra voor hartpatiënten, die zich bezighouden met het ‘opvoeden’ van patiënten en het herhaaldelijk verstrekken van informatie. Deze centra beschikken over een multidisciplinair team van fysiotherapeuten, psychologen, sociaal assistenten, diëtisten en ergotherapeuten. Patiënten leren er hoe de ziekte ontstaat, hoe de chirurgische ingreep plaatsvindt, hoe de follow-up verloopt, en hoe belangrijk het is om zich aan het behandelplan te houden om te vermijden dat de patiënt een grotere kans loopt op een nieuw infarct. Ze leren ook mogelijke signalen te herkennen die erop wijzen dat de aandoening erger wordt, en die het noodzakelijk maken om meteen een arts te raadplegen.
IV. De wetenschappelijke partners van de campagne Belgische Vereniging voor Cardiologie De Belgische Vereniging voor Cardiologie (ook bekend onder de naam Belgian Society of Cardiology of BSC) is een wetenschappelijke vereniging van Belgische cardiologen die zich bezighoudt met het bevorderen van onderzoek en opleiding op het gebied van cardiologie. De vereniging coördineert de activiteiten van verschillende werkgroepen die het hele jaar door congressen en opleidingen organiseren. Contact: www.bscardio.be Belgian Interdisciplinary Working Group on Acute Cardiology (BIWAC) De Belgische interdisciplinaire werkgroep van acute cardiologie heeft tot doel de studie en de kennis van de acute cardiale pathologie en de toepassing ervan in de dagelijkse praktijk te bevorderen. Daartoe richt de groep haar activiteiten op de organisatie van wetenschappelijke congressen en gespecialiseerde cursussen, informatie-uitwisseling en publicatie van aanbevelingen in verband met goede praktijken, evenals de bevordering van onderzoek. Contact:
[email protected]
Belgian Working Group Interventional Cardiology (BWGIC) Contactpersoon: dr. Glenn Van Langenhove (
[email protected]) Belgian Working Group on Cardiovascular Prevention and Rehabilitation (BWGCPR) Deze werkgroep brengt cardiologen, kinesitherapeuten, psychologen en diëtisten samen die met name actief zijn in de verschillende centra voor cardiale revalidatie in België. Zij organiseert volgende activiteiten: • •
organisatie van discussieforums voor de verschillende partners in preventie en cardiale revalidatie; het aanleggen van een database;
• •
het organiseren van symposia en internationale congressen; het organiseren van activiteiten voor permanente vorming;
• •
de toepassing van richtlijnen; de bevordering van cardiovasculaire preventie en cardiale revalidatie. 7
Week van het Hart 2011 Achtergrondinformatie – Hartinfarct
Contactpersoon: prof. dr. Johan De Sutter:
[email protected]
Deze bewustmakingscampagne werd mogelijk gemaakt door de steun van deze sponsors: • •
AstraZeneca Lidl
• •
Nationale Loterij Becel ###
8