Lieke Quanjel
Sylvia Stuurman
Een interview met medewerkers van de faculteiten
Hart voor onderwijs Zeven medewerkers van de hoofdvestiging in Heerlen zijn aan het woord over 25 jaar Open Universiteit Nederland en, toeval of niet, het zijn allemaal vrouwen. Met verschillende leeftijden, verschillende achtergronden en verschillende vakgebieden, maar allemaal met een warm hart voor het academisch afstandsonderwijs. Lizet Duyvendak: ‘Ik ben trots op alle studenten die wij hier afleveren.’ Sylvia Stuurman studeerde, na een carrière als zelfstandig ondernemer, aan de Open Universiteit en werkte daarna bij de TU Delft. In 2002 ging ze bij de Open Universiteit aan de slag als universitair docent Informatica. Als werknemer van achtereenvolgens een reguliere en een open universiteit kan ze de vergelijking maken: ‘Op een reguliere universiteit is er toch minder aandacht voor de kwaliteit van het onderwijs. Het onderwijs is hier beter.’ Ook Lieke Quanjel is ‘eigen kweek’. Ze begon als jonge moeder in 1985 aan een studie rechten bij de Open Universiteit en na een korte flirt met de advocatuur werd zij een kleine tien jaar later universitair docent bij de faculteit Rechtswetenschappen. ‘Studeren aan de Open Universiteit was en is een geweldige manier om studie met zorgtaken te combineren.’ Lilian Lechner kwam in 1999, na haar promotie in Maastricht, als universitair docent in dienst bij de Open Universiteit. Zij is nu hoogleraar gezondheidspsychologie. ‘Onderwijs is hier niet, zoals op veel andere universiteiten, de sluitpost. Hier is het teamwork, met als gemeenschappelijk doel de ontwikkeling van top onderwijsmateriaal.’ Een leven lang eigenwijs studeren
59
Lilian Lechner
Maaike Hendriks
Paquita Perez, decaan van de faculteit Natuurwetenschappen, heeft Spaanse ‘roots’. Op jonge leeftijd verhuisde ze met haar ouders naar Amsterdam, waar ze vanaf haar zesde, naast regulier Nederlands dagonderwijs, afstandsonderwijs volgde in het Spaans. Die achtergrond heeft haar ideeën over afstandsonderwijs gevormd. ‘De Spaanse open universiteit is de grootste van het land. Ik was erg enthousiast over de kwaliteit van het materiaal en de didactiek, vooral bij wiskunde.’ Maaike Hendriks begon in 2001, na haar studie onderwijspsychologie, als onderwijstechnoloog bij het onderwijsexpertisecentrum OTEC (het huidige CELSTEC). Zij is ook docent Onderwijswetenschappen. Het een-op-eencontact met de studenten vindt ze prettig: ‘Onderwijsinnovaties kun je hier meteen uitproberen. De proefpersonen zijn de studenten.’ Lizet Duyvendak, hoofddocent aan de faculteit Cultuurwetenschappen, studeerde niet aan de Open Universiteit, maar voelt zich ook ‘eigen kweek’. Zij solliciteerde in 1983, vers uit de opleiding letterkunde, als studiebegeleider en werd prompt aangenomen. Het vak Cultuurwetenschappen moest op dat moment nog worden vormgegeven. ‘Er was behoefte aan een “letterenmens”.’ Martine Coun is in België afgestudeerd als arbeids- en organisatiepsycholoog aan de Katholieke Universiteit Leuven, gecombineerd met een postgraduaat Bedrijfskunde. Zij werd in 1992 bij de Open Universiteit aangenomen om de cursus Organisatiekunde te reviseren en verder te ontwikkelen. Nu houdt zij zich bezig met zowel de inhoudelijke ontwikkeling van cursussen als het begeleiden van cursussen op bachelor- en masterniveau. ‘Bij de Open Universiteit kun je meewerken aan onderwijsinnovatie en de implementatie ervan zien in je eigen onderwijsproducten. Je kunt hier volop dingen combineren en inspelen op nieuwe mogelijkheden.’
60
Open Universiteit Nederland
Lizet Duyvendak
Wat is volgens jullie de belangrijkste taak van de Open Universiteit? En is de Open Universiteit echt anders dan een reguliere universiteit? Lizet: ‘Die taak is nog precies dezelfde als in het begin: academisch onderwijs bieden voor mensen die, om welke reden dan ook, niet in de gelegenheid zijn om naar een reguliere universiteit te gaan.’ Paquita: ‘Mensen beginnen hier vanwege bijzondere omstandigheden. In vergelijking met reguliere universiteiten zijn de eindkwalificaties hetzelfde; het academisch niveau is soms zelfs beter. We zijn complementair aan het reguliere systeem. Maar ook bij andere universiteiten zie je terug dat de behoefte aan flexibilisering en vrijheid van plaats toeneemt. Tegenwoordig zijn we dus ook deels concurrent van het reguliere systeem. Daarom moeten we onszelf blijven positioneren als koploper van het afstandsonderwijs.’ Lilian: ‘Een verschil is ook dat hier onderwijs in groepsverband wordt ontwikkeld. Op andere universiteiten is onderwijs maken toch meer een individueel proces en er ligt minder focus op.’ Sylvia: ‘Onderwijs staat hier op de eerste plaats. Dat is een groot pluspunt voor de student. Daarnaast kunnen wij plukjes uit een heel groot aanbod leveren.’ Martine: ‘Je bent hier niet alleen bezig met cursusontwikkeling, maar ook met onderwijsvernieuwingsprojecten. Je bent dus niet louter docent. Er zijn steeds nieuwe kansen en mogelijkheden binnen de Open Universiteit. Ik heb hier nog geen jaar hetzelfde gedaan.’
Een leven lang eigenwijs studeren
61
Lieke: ‘Studenten kunnen hier het hele traject doorlopen, of instromen vanuit een hbo-achtergrond. Maar ook mensen die een reguliere universitaire studie niet hebben afgemaakt, of die méér willen na een eerdere universitaire studie, kunnen hier terecht. Het is een echte tweedekansuniversiteit, waar studeren op een ideale manier gecombineerd kan worden met andere werkzaamheden. Die functie kunnen anderen nooit overnemen.’
Wat zijn de sterke en zwakke punten van de Open Universiteit? Maaike: ‘Veel van onze studenten zijn professionals die willen doorleren, zich verder willen specialiseren. Voor die groep zijn we toegankelijker dan een reguliere universiteit. Deze mensen kunnen hun werk integreren in hun opdrachten. Bij een reguliere universiteit ga je op in de massa. We bieden mensen met competenties toegang tot masteropleidingen. Daarmee boren we een nieuwe doelgroep aan en lopen we voorop. We helpen zelfs mee met het ontwikkelen van EVC-modellen voor andere onderwijsinstellingen. Een zwak punt vind ik dat “student” bij ons een vaag begrip is. We raken er kwijt, die zouden we beter moeten volgen.’ Lizet: ‘Sterk is het materiaal, de inhoud. Zwak is het feit dat we mensen niet vasthouden. Studenten “verdwijnen”; er is te weinig binding met hen.’ Paquita: ‘Cursusmateriaal wordt hier gemaakt door professionals die veel hart hebben voor onderwijs. Dat vind ik een sterk punt. Didactisch uitdenken hoe je materiaal overdraagt en daarin voortdurend willen innoveren, dat vind ik een ander sterk punt. Dat zorgt voor die hoge kwaliteit. Bij andere universiteiten ontbreekt de noodzaak en het geld daarvoor. Zwak is dat we zo intern gericht zijn, waardoor onnodig problemen ontstaan. We reageren traag op veranderingen en er wordt niet resultaatgericht gewerkt. De ‘sense of urgency’ is gering. Er worden zelden deadlines gehaald. Ook de naamsbekendheid moet groter worden. Ik zie en hoor regelmatig dat we in lijstjes ontbreken.’ Lilian: ‘Ons allersterkste punt zijn onze studenten. Die zijn gedreven en gemotiveerd. Dat maakt het onderwijs heel leuk. Zwak is dat we vaak een Calimerohoed dragen, terwijl we juist trots moeten zijn op deze organisatie. Er is maar één instelling voor academisch afstandsonderwijs.’ Martine: ‘We moeten onszelf beter verkopen in de buitenwereld. Het aanbod van opleidingen is onvoldoende bekend, net als het feit dat we een heleboel opleidingen in deeltijd aanbieden. Vroeger waren we de universiteit van de modules, terwijl we nu hele opleidingen bieden. Misschien moet die vertaalslag nog gemaakt worden. “Heerlen” is nog steeds een grote onbekende als universiteit.’ Sylvia: ‘Het goede onderwijsmateriaal is het sterkste punt. Een student aan de Open Universiteit leert meer dan een student aan een reguliere universiteit. Wat ze hier in honderd uur doen, gebeurt elders in tweehonderd uur. En dat
62
Open Universiteit Nederland
Martine Coun
Paquita Perez
kan zonder vwo-diploma. Het accent ligt op het onderwijsmateriaal. Een opvallend verschil is ook dat er geen schuttingen zijn tussen de vakgroepen.’
Wat is je beste herinnering bij de Open Universiteit? Of waar ben je trots op? Lizet: ‘Toch wel de studenten die leuk aan werk zijn gekomen. Eén van mijn oud-studenten heeft een poëzieboekje voor scholieren uitgegeven dat heel goede recensies kreeg. Dan heb je toch zoiets van: “ja, hier leef ik voor.” Maar ik ben trots op alle studenten die wij hier afleveren, want die investeren een hoop. Ik ben ook trots op het concept afstandsonderwijs en leven-lang-leren. Daarom zou ik tegen de overheid willen zeggen: maak geld vrij voor leven-lang-leren. Zeker in deze tijd is dat belangrijk.’ Paquita: ‘Ik was blij verrast en trots dat we als enige milieu-bacheloropleiding in Nederland een “excellent” van de visitatiecommissie kregen voor het materiaal en de elektronische leeromgeving. Daarom moeten we niet alleen kijken naar wat voor verbetering vatbaar is, maar vooral ook die excellente punten intern herkennen, vasthouden, koesteren en ze naar buiten toe benoemen.’ Lieke: ‘Ik ben trots op het product dat wij hier afleveren. Op het fantastische cursusmateriaal voor zelfstudie, waardoor onze studenten werk, zorg en studie kunnen combineren, dankzij vrijheid van tijd, plaats en tempo. Trots op het hele traject dat we verzorgen, totdat de student zijn bul heeft. Dat geeft veel voldoening, want we krijgen veel positieve reacties.’ Sylvia: ‘We zijn zorgzaam voor elkaar en voor de studenten. Dat is uniek.’
Een leven lang eigenwijs studeren
63
Wat is jullie aanbeveling voor de Open Universiteit? Martine: ‘Houd de focus op het primaire proces en laat secundaire zaken niet zo overheersen.’ Lizet: ‘Maak dingen af.’ Paquita: ‘Blijf in de voorhoede van onderwijsinnovatie en onderzoek. En blijf dat onderzoek vertalen naar het onderwijs.’ Lieke: ‘Speel slim in op ontwikkelingen uit de buitenwereld. Laat bijvoorbeeld via reclame weten dat wie in tijden van crisis investeert in studie, straks meer kans heeft op een baan.’ Sylvia: ‘Stel het onderwijs centraal, de rest is ondersteunend.’ Maaike: ‘Maak de student zichtbaarder in het hele proces. Verlies het hoofddoel niet uit het oog. Houd mogelijkheden open en word vooral niet te log.’ Lilian: ‘Hou niet zo veel ballen in de lucht, maar blijf bij de kern: afstandsonderwijs op academisch niveau.’
Dymphy Swakhoven
64
Open Universiteit Nederland