4 Nieuws 5 Onderwijs 5 Onderzoek 7 Column OR 8 De Openbaring 9 P&O-nieuws 9 Promoties 9 Bijzondere Collecties 10 Boek in beeld 14 De glinsterende geest 18 SPUI25 19 Uit de bibliotheek 20 Grenzeloze wetenschappen
Nieuwsbrief 144
1 Zwaartepunten, speerpunten, thema’s en topsectoren
Faculteit der Geesteswetenschappen
december 2011
Zwaartepunten, speerpunten, thema’s en topsectoren Landelijk, universitair en facultair: de organisatie van onderzoek is in beweging. Waar staan deze termen voor, wat zijn de achterliggende gedachten en wat betekenen deze ontwikkelingen voor de FGw? Een korte verkenning van nieuwe terreinen, deels nog braakliggend, deels in volle ontwikkeling. De onderzoekszwaartepunten zijn een initiatief van het College van Bestuur van de UvA. Om onderzoek te laten floreren zijn naast breedte en massa ook specialisatie en focus nodig, zo stelt het UvA instellingsplan ‘Leren excelleren’. Om die gedachte vorm te geven zijn in 2008 universiteitsbreed vijftien zwaartepunten geformuleerd, gericht op wetenschappelijke excellentie en bedoeld om de UvA op specifieke gebieden een zichtbare rol in de internationale academische wereld te laten spelen. De UvA wil extra investeren in excellentie door onderzoekscapaciteit en geldstromen naar deze gebieden te verleggen. Dit geldt zowel op facultair als op universitair niveau, waar via een korting op de facultaire budgetten een centraal fonds werd ingesteld voor additionele financiering van de zwaartepunten. Bij de FGw werd de uitwerking in 2009 uitgesteld vanwege bezuinigingen en najaar 2010 weer opgepakt. De FGw heeft drie onderzoekszwaartepunten gedefinieerd:
Cultureel erfgoed en identiteit, Culturele transformaties en globalisering, en Brain and Cognition. Het laatste is een samenwerkingsverband met andere faculteiten, waaronder FMG en FNWI, en is al wel in 2008 volledig van start gegaan. De drie zijn sterke clusters waar veel van het FGw-onderzoek onder past. De zwaartepunten worden voor langere tijd ingesteld en worden geëvalueerd door het CvB. De zwaartepunten moeten zichtbaar worden in publiciteit en internationale contacten. In de Kernafspraken wordt dit tussen faculteiten en CvB vastgelegd. De context van een zwaartepunt kan subsidie aanvragen kansrijker maken bij een Vernieuwingsimpulsproject van NWO of een ERC-subsidie. Onderzoeksprogrammering: focus, massa, onderwijs Focus en massa zijn sleutelbegrippen bij alle vormen van onderzoekprogrammering. Hoe kleiner de massa, des te beperkter de focus:
Amsterdam in de zeventiende eeuw geeft een andere massa dan Nederland na 1500. Hierin maakt de faculteit strategische keuzes, in nauw overleg met de directeuren van de betrokken onderzoekinstituten en de trekkers van de zwaartepunten. De gewenste omvang is immers niet van meet af aan gedefinieerd. Het begrip Erfgoed kan in termen van focus nauwer of ruimer worden opgevat: de introductie van het begrip ‘immaterieel erfgoed’ zorgt er bijvoorbeeld voor dat de focus en daarmee de massa worden verruimd. Kleine focus met grote massa past niet bij een onderwijsgestuurde onderneming als onze faculteit: onderzoek is bij ons een afgeleide van het onderwijs, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de FNWI. Veel studenten Italiaans levert bijvoorbeeld navenant veel ud’s Italiaans op en daarmee onderzoek op het gebied van de (Italiaanse) taal- en letterkunde. Een sterke toename van het aantal studenten Culturele informatiewetenschap heeft een heel ander effect. Een onderzoekdirecteur kan daarom niet vrij een programma kiezen: de verdeling van personeel over vakgebieden wordt in zekere zin bepaald door onderwijs. Dit betekent overigens geenszins dat de onderzoeksorganisatie
F a c u l t e i t
d e r
2
G e e s t e s w e t e n s c h a p p e n
Brain and Cognitive Science
onmachtig is, integendeel: de onderzoekinstituten programmeren, bundelen, ordenen, en bewaken en verhogen de kwaliteit: onderzoek is te sturen, maar focus en massa hebben we niet geheel zelf in de hand.
Organisatie en financiën van zwaartepunten Zwaartepunten zijn inhoudelijke bundelingen, geen organisatie-eenheden naast onderzoek instituten en departementen. Zwaartepunten zijn dan ook uitdrukkelijk niet van onderzoek instituten. Het zijn als het ware productieeenheden. De trekkers Jeroen de Kloet (Globalisering) en Frans Blom (Erfgoed) besturen niet, maar bewerkstelligen inhoudelijke cohesie en bevorderen activiteiten. Het onderzoek is in de FGw georganiseerd in vier onderzoekinstituten, met daarbinnen programma’s, projecten of onderzoeksgroepen. De ondersteunende organisatie van het onderzoek is hieraan opgehangen. De zwaartepunten hangen hier als het ware boven: Erfgoed en Globalisering worden inhoudelijk beide gevoed uit ICG en ASCA samen, Brain and Cognition wordt gevoed uit het terrein van ACLC en ILLC samen. Brain and Cognition valt onder een veel groter geheel, namelijk het Cognitive Science Center Amsterdam, waarvan prof. Gerard Kerkhof (FMG/Psychologie) de directeur is. Door de grotere interfacultaire structuur is dit zwaartepunt anders georganiseerd. Van FGw spelen Kees Hengeveld, Henkjan Honing en Anne Baker bijvoorbeeld daar een rol in. De universitaire financieringsregeling voor de onderzoekszwaartepunten loopt sinds 2008. Vanaf dat jaar worden de facultaire budgetten vijf jaar lang jaarlijks met een paar procent afgeroomd. Dat geld wordt in twee porties van 3,5 ton jaarlijks weer toegekend aan
onderzoekszwaartepunten in een vrije competitie op basis van een aanvraag. De derde ronde van deze competitie is onlangs afgerond. In het eerste jaar is de aanvraag van Brain and Cognition gehonoreerd, maar andere aanvragen van de FGw (Erfgoed in 2010, Erfgoed en Globalisering in 2011) zijn niet gehonoreerd. Bij onze faculteit bestaat de indruk dat we inherent minder kans hebben in deze competitie. Niet alleen omdat we minder Akademiehoogleraren, VICI-laureaten en Spinozisten hebben - die zwaar meetellen bij de beoordeling van de aanvragen - maar ook omdat FGw-plannen relatief kwetsbaar zijn en resultaten minder concreet zichtbaar lijken. De inrichting van een kenniscentrum geeft nu eenmaal een ander resultaat dan een groot project rond een nieuwe telescoop of onderzoek naar de ontwikkeling van tandheelkundige materialen of technieken. Zo bezien lijkt deze universitaire competitie op een NWO-procedure zonder segmentatie in verschillende gebieden.
dat nu drie postdocs per zwaartepunt extra, die binnen het zwaartepunt een boek of serie artikelen schrijven en een onderzoeksaanvraag bij NWO of ERC. Daarnaast trekt de FGw per zwaartepunt twee aparte promovendi aan en 1 uhd voor vier jaar. Samen met de meer algemene investering in trekkers en organisatie, is dit een serieuze injectie. Speerpunten: facultair initiatief Het CvB heeft besloten het aantal zwaartepunten te beperken (vijftien in totaal, maximaal drie per faculteit), maar de FGw wil meer dan bestaande krachten bundelen. We willen ons bijvoorbeeld intensief en zichtbaar bezighouden met Digital Humanities, een terrein dat zich door de bestaande zwaartepunten heen beweegt. Daarom is in 2011 het begrip ‘speerpunt’ geïntroduceerd, om een gebied aan te duiden dat de faculteit zelf extra wil stimuleren. Er zijn vooralsnog drie speerpunten bij de FGw geformuleerd: Digital Humanities, Creative Industry en the Language blueprint. Prof. dr. Rens Bod is als profileringshoogleraar aangesteld op het terrein van Digital Humanities, een gebied waarop ook de KNAW zich richt. Net als Digital Humanities is Creative Industry een nieuw gebied en misschien ook eerder een benadering, een matrixachtig terrein, een nieuw perspectief op onderzoek. Beide gebieden zijn sterk op de buitenwereld gericht. Naast institutionele partners als de VU, de Koninklijke Bibliotheek, de HvA, het Stedelijk Museum en de KNAW wordt samengewerkt met grote en kleine bedrijven als IBM, Mediamatic, de Waag society, enz. De speerpunten zijn zich nu aan het uitkristalliseren. Hun positie tegenover elkaar, tegenover de zwaartepunten en het veld
aatschappelijke M vraagstukken meer bepalend voor de onderzoeksagenda Zwaartepunten hebben binnen de faculteit echter ook betekenis zonder universitaire honorering van de aanvragen: het zijn immers bundelingen van bestaand onderzoek. Gouden Eeuw zit in de kern van het zwaartepunt Erfgoed en het onderzoek gaat gewoon door, los van additionele universitaire financiering. De faculteit stimuleert de zwaartepunten bovendien, mede dankzij de tijdelijk gunstige financiële situatie. Vorig jaar is besloten om - naast bestaande formatie - voor elk van de drie zwaartepunten een voltijdse profileringshoogleraar aan te stellen voor vijf jaar; daarnaast 1 fte aan academische trekkracht in de vorm van trekkers en programmaleiders; en tot slot een substantieel bedrag voor overige lasten. Vervolgens werd eerder in 2011 besloten voor de zwaartepunten elk een postdoc voor twee jaar aan te trekken, die naast onderzoek tot taak heeft een aanvraag te schrijven. Met die laatste opdracht is er een optie voor vervolg gecreëerd. Deze drie postdocs gingen in september aan de slag. In het najaar van 2011 is besloten vanwege de financiële ruimte nog eens per zwaartepunt twee postdocs voor twee jaar aan te trekken. In totaal betekent
Cultural Heritage and Identity
nieuwsbrief
nieuwsbrief
F a c u l t e i t
d e r
3
G e e s t e s w e t e n s c h a p p e n
worden ontwikkeld. Voor de speerpunten is in 2010 geld gereserveerd, een soort ‘seed money’ om deel te nemen aan bestaande initiatieven of om initiatieven op gang te brengen. Binnenkort wordt in samenwerking met genoemde partners een aantal innovatieve projecten gestart, die naast een academisch product en een onderzoeksaanvraag ook een ‘research-based deliverable’ gaan opleveren voor de externe partners.
een overzicht opstellen van hun sterktes. Op basis daarvan moet de VSNU in 2012 voostellen doen voor verdergaande profilering in het onderzoek, die uiterlijk 2015 geïmplementeerd moet zijn. Daarbij moet er een goede balans zijn tussen onderwijsgebonden onderzoek, fundamenteel onderzoek en onderzoek dat wordt gedreven door economische en maatschappelijke vragen. Profilering in het onderzoek moet gepaard gaan met keuzes in het aanbod van promotieopleidingen en researchmasters.
P rofilering UvA met zeven inhoudelijke thema’s Cultural Transformations and Globalisation
Landelijk: topsectoren en NWO? Een van de aanbevelingen van het rapport Veerman (Differentiëren in drievoud omwille van kwaliteit en verscheidenheid in het hoger onderwijs, april 2010) is dat universiteiten zich tegenover elkaar en tegenover de buitenwereld sterker moeten profileren en een eigen identiteit moeten uitdragen. Ook de instituten van NWO en KNAW zullen een actieve rol spelen in het proces van profilering van het wetenschappelijk kennislandschap. Februari 2011 is het nieuwe bedrijfslevenbeleid aan de Tweede Kamer aangeboden. De hoofdlijnen daarvan zijn een sectorale aanpak met meer vraagsturing door het bedrijfsleven, met minder specifieke subsidies, meer generieke lastenverlichting en meer ruimte voor ondernemers. Er zijn negen topsectoren aangewezen: agrofood, tuinbouw, high tech, energie, logistiek, creatieve industrie, life sciences, chemie en water. Per sector is een topteam ingesteld, met ook een boegbeeld uit de wetenschap, dat tot taak heeft om een samenhangend plan voor hun sector op te stellen, waaronder een kennis- en onderzoeksagenda. In de Bedrijfslevenbrief van de minister is sprake van een inzet van 350 miljoen euro van NWO en KNAW voor topsectoren uit bestaande budgetten. NWO steunt de keuze voor de negen topsectoren, met de kanttekening dat er naast economisch beleid een bredere behoefte is aan vernieuwende wetenschap, zowel voor vrij onderzoek als voor (andere) maatschappelijke vraagstukken. NWO heeft gewezen op het belang van de maatschappij- en gedragswetenschappen en geesteswetenschappen voor een succesvolle aanpak van de topsectoren. Het Gebieds bestuur Geesteswetenschappen heeft ingebracht dat alle topsectoren baat zouden hebben bij een integratie van geesteswetenschappelijke invalshoeken in hun agenda’s; geesteswetenschappers hebben aan vrijwel al deze gebieden iets bij te dragen. Het gebiedsbestuur ziet er ook een uitnodiging in aan onderzoekers om meer te denken vanuit maatschappelijke vraagstellingen en het opstellen van samenhangende onderzoeks agenda’s. Voor alle thematische onderzoeks-
programma’s gold overigens al dat de maatschappelijke vraag het startpunt is voor de opstelling van wetenschappelijk vernieuwende onderzoeksprogramma’s. NWO start het thema ‘Samenleven onder spanning’, waarin onderzoek zal plaatsvinden naar wat mensen verbindt en wat mensen scheidt. Dat kan vanuit verschillende perspectieven: identiteit en identiteitsvorming, taal en meertaligheid, religie, burgerschap, cultuur en erfgoed. Dit NWO-thema zal worden vormgegeven door geestesweten-
schappen, in samenwerking met maatschappijen gedragswetenschappen, exacte, chemische en technische wetenschappen en WOTRO. Het NWO-gebied geesteswetenschappen participeert daarnaast in een aantal andere NWO-thema’s. Creatieve industrie is van nature een geesteswetenschappelijk onderzoeksterrein. NWO en de rectoren discussiëren nog over de definitie van de topsectoren: valt onderzoek naar marskramers, rederijkers of uitgevers ook onder Creatieve industrie? Universitaire thema’s en hun rol in profilering In de strategische agenda Kwaliteit in Verscheidenheid is opgenomen dat het kabinet de komende kabinetsperiode wil benutten om samen met de universiteiten te komen tot een verdere profilering van het onderzoekslandschap. Elke universiteit moet een onderzoeksprofiel kiezen en daarnaast de samenwerking aangaan met andere universiteiten, met onderzoeksinstellingen en met bedrijven. Het is ook de bedoeling dat de universiteiten bijdragen aan de economische topsectoren en maatschappelijke grote vraagstukken. Van de universiteiten wordt daarom verwacht dat zij hun onderzoek gezamenlijk doorlichten en
In het verlengde hiervan heeft de rector van de UvA zeven inhoudelijke thema’s beschreven en uitvoerig besproken met de decanen en andere hoofdrolspelers. Deze thema’s bewegen zich langs de lijnen van de landelijke topsectoren. De basis ligt in de onderzoekszwaartepunten en loopt dwars door en over de organisatorische indeling van faculteiten heen. Een van de thema’s is bijvoorbeeld ‘Communication, Language and Information’, een thema dat valt in de onderzoeksterreinen van Cultuurwetenschappen, Media en cultuur, Sociologie, Communicatiewetenschap, Psychologie, Politicologie, Geneeskunde en Informatica. Van elk van de thema’s is de relatie geïnventariseerd met de zwaartepunten, disciplines, wetenschappelijke en maatschappelijke instellingen, het bedrijfsleven, bachelor en masters, topgebieden en grote maatschappelijke vraagstukken (grand challenges). Bij elk thema worden ook namen van belangrijke onderzoekers genoemd en de regionale inbedding. Onze faculteit is naast ‘Communication, Language and Information’ sterk vertegenwoordigd in het thema ‘Globalization, Identity, Inequality and the Urban environment’ . Verder leveren de geesteswetenschappen belangrijke (ethische, historische, filosofische) invalshoeken bij thema’s als ‘ International Rule of Law’, ‘Cognition and Neuroscience’, ‘Human Health’ en ‘Sustainable world’. Via de thema’s zoekt de UvA aansluiting bij de topsectoren, die een gevolg zijn van zowel het rapport van de commissie Veerman als van kabinetsbeleid. Mas Fopma en Hotze Mulder
nieuwsbrief
F a c u l t e i t
d e r
4
G e e s t e s w e t e n s c h a p p e n
Nieuws Naar Office 2010: 13 en 14 december Op 13 en 14 december wordt Office 2010 geïnstalleerd op alle UvAwerkplekken met Windows van FGw-medewerkers. De installatie vindt automatisch en ’s nachts plaats. Medewerkers kunnen direct daarna aan de slag. Het uiterlijk van Office 2010 verschilt sterk van dat van Office 2003. Naar verwachting zullen medewerkers enige tijd nodig hebben om te wennen aan de nieuwe programma’s. In de week voor de overgang en in de week van de overgang worden er presentaties georganiseerd waarin de belangrijkste verschillen tussen Office 2010 en Office 2003 worden behandeld. Locatie, data en tijden worden op de medewerkersite van de FGw gepubliceerd. Daarnaast zal de FGw cursussen voor Office 2010 verzorgen in het voorjaar. De wensen worden eerst geïnventariseerd via een online vragenlijst die op www.medewerker.uva.nl/fgw staat. De faculteit heeft in het P.C. Hoofthuis een testruimte ingericht om te testen of zelfgemaakte macro’s, sjablonen en databases blijven werken na de overgang. Voor een afspraak om gebruik te maken van deze ruimte kan een mail verstuurd worden naar
[email protected]. Medewerkers die een laptop gebruiken, moeten de installatie zelf voltooien. Op het serviceplein voor medewerkers staan instructies. Meer informatie over de overgang naar Office 2010: www.medewerker.uva.nl/a-z/ uvawerkplek/office2010.cfm
Nieuwjaarsborrel: 10 januari Alle medewerkers van de Faculteit der Geesteswetenschappen zijn van harte uitgenodigd voor de feestelijke Nieuwjaarsborrel in het vernieuwde Scheepvaartmuseum op dinsdag 10 januari 2012. De borrel vindt plaats van 16.00 tot 18.00 uur in de kamers van De Ruyter en Van Heemskerck met zicht op het VOC-schip en het IJ. Om 16.30 uur luidt Jan Willem van Henten (waarnemend decaan) het nieuwe jaar in met een gezamenlijke toast. Tijdens de borrel kunnen medewerkers op eigen gelegenheid het museum ontdekken of deelnemen aan een rondleiding (± half uur) door vijf eeuwen Maritieme geschiedenis van Michiel van Groesen en Djoeke van Netten (Geschiedenis). Beiden zijn verbonden aan het Scheepvaartmuseum (Dr Ernst Crone fellowship) en het Centrum voor de Studie van de Gouden Eeuw, waardoor zij veel
bijzonderheden over deze belangrijke periode kunnen vertellen. Aanmelden voor de rondleiding kan tot 9 januari 2012 via: www.medewerker.uva.nl/ fgw-nieuwjaarsborrel
Nieuw UvAweb: FGw Het project vernieuwing UvAweb heeft de ontwikkeling van een nieuwe website voor de Universiteit van Amsterdam tot doel. De communicatievisie en de uitgangspunten zijn gepresenteerd op een brede bijeenkomst in februari 2011. In de eerste fase wordt de website voor externe en corporate doelgroepen onder handen genomen. In de tweede fase zijn de interne doelgroepen studenten en medewerkers aan de beurt. Najaar 2012 worden de nieuwe externe sites gelanceerd. Voor de werkzaamheden bij de FGw is een projectteam samengesteld (Eduard Lampe, Geert Thijs en Mas Fopma, met de laatste als lokaal projectcoördinator). Deze maanden is het projectteam doende de navigatie (en content) van de externe sites van de FGw aan te passen aan de navigatiestructuur, zoals die universiteitsbreed is afgestemd. In de nieuwe navigatiestructuur wordt gestreefd naar meer uniformiteit om de transparantie te vergroten: sites van faculteiten, onderzoeksinstituten, graduate schools en opleidingen krijgen een vergelijkbare structuur. Nadat het projectteam in samenwerking met de organisatieonderdelen van de FGw de nieuwe navigatiestructuur voor de sites heeft uitgewerkt, worden de huidige sites omgezet naar die nieuwe structuur. Zo wordt de overgang naar een nieuw UvAweb losgekoppeld van de overgang naar een nieuw systeem. Meer informatie over het nieuwe UvAweb: www.uva.nl/nieuw-uvaweb/over.cfm
Van der Toorn hoogleraar Godsdienst en Maatschappij Dr. Karel van der Toorn (1956) is benoemd tot faculteitshoogleraar Godsdienst en Maatschappij aan de FGw. Hij zal zich in onderwijs en onderzoek richten op het vormgeven van het programma ‘Religieuze minderheden en de spelregels van de moderne democratie’. Van der Toorn legde op 4 juli 2011 zijn functie neer als voorzitter van het College van Bestuur van de UvA en de Hogeschool van Amsterdam.
Aftrap vaardighedenprogramma promovendi Voor de nieuwe promovendi van de Graduate School for Humanities is er sinds dit academische jaar een deels verplicht en deels optioneel onderwijsprogramma op het gebied van vaardigheden. Op donderdag middag 27 oktober was voor de vijfendertig eerstejaars promovendi de eerste bijeenkomst van de verplichte cursus ‘Loopbaanoriëntatie’, met inleidingen door Jan Willem van Henten, Tamara van Kessel, Jelle Koopmans en Christoph Lindner. Jan Willem van Henten, waarnemend decaan van de FGw, opende de bijeenkomst. Hij vertelde de promovendi dat de Graduate School een onderwijsprogramma met ‘skills courses’ had geïntroduceerd om hen naast hun promotie-onderzoek te laten werken aan hun carrièreontwikkeling. Een vervolgcarrière is zowel binnen als buiten de academia mogelijk. Deze eerste middag concentreerde zich op een vervolg binnen academia. Christoph Lindner, hoogleraar Engelstalige letterkunde, hield bijvoorbeeld een presentatie onder de titel ‘How to get published’. Onder het motto ‘Publiceren is geen mysterie’ vertelde hij dat er zeker twee of drie wetenschappelijke artikelen naast een proefschrift moeten worden gepubliceerd voor een wetenschappelijke carrière. Twee van zijn strategische tips: bekijk de publicatiecarrière van succesvolle wetenschappers en zet zo hoog mogelijk in bij het aanbieden aan vaktijdschriften. In het geval van afwijzing kan dan desnoods nog worden afgedaald op de wetenschappelijke tijdschriftenladder. Deze eerste bijeenkomst had ook een sociale component door de aanwezigheid van bijna alle eerstejaars promovendi en de afsluitende borrel. Meer informatie over het vaardigheden onderwijs van de GSH: www.gsh.uva.nl/ gsh-nl-promovendi.
nieuwsbrief
F a c u l t e i t
d e r
5
G e e s t e s w e t e n s c h a p p e n
Onderwijs Logische analyse kreeg Onderwijsprijs FGw 2011 Katrin Schulz kreeg de Onderwijsprijs FGw 2011 voor het bachelorvak ‘Logische analyse’. Schulz: ‘Ik bied studenten een transparante structuur en maak duidelijke afspraken zodat ze weten wat er van ze wordt verwacht. Om studenten hard te laten werken, moet je veel toetsen, op verschillende manieren. Dat wat je toetst moet je hen eerst leren, en je moet duidelijk maken dat het relevant is voor hun studie. Bij het ontwikkelen van vaardigheden is het zeer belangrijk dat je meteen sterke toepassingen geeft, zo ziet een student wat je ermee kunt. Ik maak werk van hun feedback, zodat ze weten dat hun mening echt telt. De studenten geven ook feedback op elkaar en dragen zo medeverantwoordelijkheid. Presentaties bespreek ik meteen na afloop en ook op huiswerk en papers krijgen zij snel feedback. Verder mogen ze aan het eind van de cursus stemmen welk onderwerp we gaan uitdiepen. Ze kunnen met al hun vragen op mijn spreekuur komen, dat vinden ze heel prettig. Ik wil binnen twee weken hun namen kennen, want als je ze direct kunt aanspreken houd je tempo in het college en het vergroot de betrokkenheid. In grote werkgroepen vraag ik studenten naast hun naam naar een voorwerp dat met hen te maken heeft. Zo tekende een studente een keer een boterhammetje en ik weet nog steeds haar naam. Bij de kleinere werkgroepen laat ik de studenten twee aan twee tien minuten met elkaar praten en vervolgens stellen zij hun gesprekspartner voor aan de anderen. Ik vind het erg leuk om met voorwerpen een onverwachte draai aan mijn colleges te geven. Zo legde ik een moeilijke redenering uit door een koffiekopje te laten vallen; de studenten vergeten die redenering nu echt niet meer. De €1500 die ik won, wil ik besteden aan automatische toetsing. Nu wordt personeel voornamelijk afgerekend op hun onderzoek. Daarom ontbreekt het aan motivatie om in onderwijs te investeren. Het zou beter zijn om docenten een perspectief te bieden op basis van de kwaliteit van hun onderwijs en hun bestuurlijke inspanningen.’
Nufficprijs voor Fien Vermeulen Het Nuffic reikt jaarlijks een prijs uit voor het beste stageverslag van een student die naar het buitenland is geweest met een Erasmusbeurs. Dit jaar is de prijs toegekend aan Fien Vermeulen, student Taal en communicatie. Zij liep van juni t/m augustus 2011 stage bij BCN Checkpoint in Barcelona. De prijs, een bedrag van € 1000, wordt op 29 november uitgereikt door Dymph van den Boom, rector van de UvA. De prijsuitreiking vindt plaats tijdens een bijeenkomst voor UvA-studenten die in het tweede semester voor studie naar het buitenland gaan.
Uitslag docentpromovendi Sinds 2006 kent de FGw de regeling voor docentpromovendi, in oktober is de tweede ronde voor 2011 afgerond. De selectiecommissie - bestaande uit prof. dr. Kees Hengeveld, prof. dr. Irene Zwiep en prof. dr. Christoph Lindner - ontving veertien aanvragen voor promotietijd van zittende docenten. De commissie oordeelde dat vijf van deze aanvragen in aanmerking komen voor de gevraagde promotietijd. Het betreft de volgende aanvragers/projecten: n Mw. Mirjam Prenger, De geboorte van televisiejournalistiek in Nederland: Actualiteitenrubrieken in de jaren ’50 en ’60. n Mw. Antonia Mazel, Food rules: Politics and pleasure in food manifestos. n Mw. Carmen Lie Lahuerta, Fix your vowels: The perception and production of Spanish vowels by Dutch learners. Roos van der Zwaard, The effect of technology on task-based interaction: negotiation of meaning in synchronous computer-mediated communication. n Mw. Elisabetta Materassi, Metaphor in academic discourse: a study of metaphoric language and L2 learning. n Dhr. Jacky Visser, A computational extension of the pragma-dialectical theory of argumentation: Medical shared decision-making support systems. De in totaal benodigde fte voor deze projecten overschreed de beschikbare 6.8 fte. Het Faculteitsbestuur heeft op advies van de selectiecommissie besloten nog 3,2 mensjaren extra ter beschikking te stellen. n Mw.
Onderzoek Personal Metis en de onderzoeksvisitatie Sinds 20 september j.l. is het tabblad ‘Publicaties’ op de medewerkerspagina’s openbaar en voor iedereen toegankelijk. Dit tabblad wordt met behulp van PROMAS automatisch gegenereerd op basis van de publicaties die in Metis zijn geregistreerd. Het is van belang dat medewerkers hun volledige onderzoeksoutput via Personal Metis registreren. Temeer omdat bij de onderzoeksvisitatie in 2012 de gegevens over publicaties en andere producten van wetenschappelijke activiteit uitsluitend aan Metis worden ontleend. Op dit moment is ongeveer een kwart van de onderzoeksoutput over 2011 in Metis vastgelegd. Medewerkers wordt verzocht om alle producten van wetenschappelijke activiteit voor 1 januari 2012 via Personal Metis in te voeren. Op de onderzoekspagina van de FGw zijn Tips en Tricks te vinden voor de invoer. Voor assistentie kunnen medewerkers zich ook wenden tot de FGw Metiscontactpersoon (
[email protected]), die op verzoek een hands-on instructie kan geven. Tips en Tricks over Personal Metis: www.hum.uva.nl/onderzoek
Regeling voorbereiding onderzoeksaanvragen De Regeling voorbereiding onderzoeksaanvragen is voor de 2e ronde op een paar punten aangepast (mensen die langer dan 10 jaar geleden gepromoveerd zijn hoeven hun dissertatie niet meer mee te sturen en bij groepsaanvragen moet van alle aanvragers een CV worden meegestuurd, e.d.). De deadline voor aanvragen in deze ronde is 1 maart 2012, 12.00 uur. Meer informatie is te verkrijgen bij Hotze Mulder, hoofd Onderzoek (
[email protected]). De volledige regeling is in het Nederlands en Engels te vinden op: www.hum.uva.nl/onderzoek
nieuwsbrief
F a c u l t e i t
d e r
Furnée gedetacheerd, deeltijdhoogleraar aan de Open Universiteit
Subsidie internationaliserings project Damen
Dr. Jan Hein Furnée, ud Nieuwste geschiedenis, is per 1 september jl. benoemd als deeltijd hoogleraar geschiedenis aan de Open Universiteit (0,2 fte). In deze functie zal hij zich, gedetacheerd vanuit de UvA, richten op de begeleiding van buitenpromovendi en de herinrichting van de master Kunst- en Cultuurwetenschappen.
Het Gebiedsbestuur Geesteswetenschappen heeft aan dr. Mario Damen, docent Geschiedenis (ICG), een subsidie toegekend voor het internationaliseringsproject getiteld ‘Political representation: communities, ideas and institutions in Europe (c.1200-c.1650)’. De bijdrage van 35.250 euro is verleend voor het bekostigen van onder andere wetenschappelijke bijeenkomsten, publicatiebijdragen en uitwisseling van onderzoekers.
Subsidie voor Jaap Kamps Dr. ir. Jaap Kamps, universitair docent Mediastudies, kreeg van NWO voor het onderzoeksproject ‘Web Archives Retrieval Tools (WebART)’ een subsidie toegekend van 640.853 euro. De subsidie is verleend door de stuurgroep van CATCH (Continuous Access to Cultural Heritage), bestaande uit leden van het NWO Gebiedsbestuur Exacte Wetenschappen en vertegenwoordiging vanuit het Gebiedsbestuur Geesteswetenschappen. Het multidisciplinaire project wordt uitgevoerd bij het ILLC, in samenwerking met het Koninklijke Bibliotheek. Van de subsidie worden onder andere een promovendus, een postdoc en een programmeur bekostigd.
Subsidie voor Hengeveld Aan Kees Hengeveld, hoogleraar Algemene taalwetenschap (ACLC), is subsidie toegekend voor het onderzoeksproject ‘When what and where fall into place: the ontological status of place in Lokono’. Het Gebiedsbestuur Geesteswetenschappen van het NWO heeft deze subsidie verleend in het kader van het onderzoeksprogramma ‘Promoties in de Geesteswetenschappen’. De subsidie bestaat uit een bedrag van 168.826 euro en voorziet in de personele kosten van een aio voor de duur van het promotieonderzoek.
Subsidie Van Sas Twee subsidies projecten Berger The Rothschild Foundation Europe heeft twee subsidies toegekend aan Shlomo Berger, hoogleraar Jiddische taal en cultuur, in het bijzonder in Nederland (vanwege de Stichting Menasseh ben Israel Instituut). n Voor het onderzoeksproject ‘The Jewish Mind: Jewish rituals and cognitive science of religion’ een bijdrage van 25.000 pond sterling die aangewend zal worden voor de postdocpositie van dr. Tamas Biro in 2012. n Daarnaast
6
G e e s t e s w e t e n s c h a p p e n
een subsidie van 33.000 pond sterling voor het onderzoeksproject ‘An Analyitcal Inventory of Yiddish Sources of the Amsterdam Ashkenazi Jewish Community’. Hiervoor is een postdoc aangesteld.
Het Regieorgaan en het Gebiedsbestuur Geesteswetenschappen hebben besloten subsidie toe te kennen voor het onderzoeksproject ‘The historical Republic. Historical and political thought in the late eighteenthcentury Dutch Republic’ in het kader van het onderzoeksprogramma ‘Promoties in de Geesteswetenschappen’ (168.826 euro). De subsidie voorziet in de kosten van een promotieonderzoek met als promotor Niek van Sas, hoogleraar Geschiedenis na 1750, (ICG). Oktober 2011 is het onderzoeksproject van start gegaan.
Subsidie Theuws Frans Theuws, hoogleraar Historische archeologie van Europa benoorden de Alpen (ICG), heeft van het Gebiedsbestuur Geesteswetenschappen van NWO een subsidie van 164.826 euro toegekend gekregen voor het onderzoeksproject ‘In touch with the dead. A study of early medieval reopened graves’. De subsidie is verleend in het kader van het onderzoeksprogramma ‘Promoties in de Geesteswetenschappen’ en voorziet in de kosten van een promotieonderzoek.
Subsidie voor deelprojecten van programma Universiteit Leiden De UvA heeft een subsidie toegekend gekregen voor deelprojecten binnen het programma van de Universiteit Leiden, ‘Eurasian empires: integration processes and indentity formations. A comparative program’. Prof. dr. J.F.J. Duindam van het Instituut Geschiedenis van de Universiteit Leiden heeft de subsidie voor het gehele programma aangevraagd en deze wordt verleend door het Gebiedsbestuur Geesteswetenschappen van NWO, in het kader van het subsidie instrument Horizon. De subsidie voor het gehele programma bedraagt ruim 1.980.400 euro. De twee deelprojecten die bij het ICG worden uitgevoerd zijn ‘The Tsar’s servant. Tatar Elites in Muscovite Russia 1450s-1700’ en ‘The esthetics of the sultanate. Mamluk royal image and the legitimization of Bahrï rule in Egypt and Syria, 1250-1382’. De subsidie die de UvA ontvangt, is voor de aanstelling van twee aio’s die vier jaar aan de deelprojecten werken (ruim 400.000 euro).
Subsidie Honing De CATCH-stuurgroep (bestaande uit leden van NWO Gebiedsbestuur Exacte Wetenschappen en vertegenwoordiging vanuit het Gebieds bestuur Geesteswetenschappen) heeft een subsidie toegekend voor het project ‘Cognition Guided Interoperability beTween Collections of musical Heritage’. Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met het Meertens Instituut, het Nederlandse Instituut voor Beeld en Geluid en de Nederlandse Publieke Omroep. De subsidie betreft de kosten voor de aanstelling van een
nieuwsbrief
F a c u l t e i t
d e r
G e e s t e s w e t e n s c h a p p e n
postdoc (drie jaar) (€ 200.706). Henkjan Honing, hoogleraar Muziekcognitie (ILLC), wordt de promotor.
Subsidie en NIAS fellowship Van der Laarse Rob van der Laarse (Departement Kunst, cultuur en religie) ontving een NWO subsidie van 200.000 euro voor het onderzoeksproject ‘Terrorscapes in Terrorscapes in Postwar Europe. Transnational Memory of Totalitarian Terror and Genocide’. Het project maakt deel uit van de samen door hem en Frank van Vree geïnitieerde NWO onderzoekslijn ‘Dynamics of Memory. The Netherlands in the Second World War’. Het betreft een gezamenlijke aanvraag vanuit de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit Amsterdam, Universiteit Leiden, Universiteit Maastricht, en het NIOD, in samenwerking met de herinneringscentra Vught en Westerbork, en Stichting Paradox (Mondriaan). Het project wordt uitgevoerd aan het onderzoeksinstituut CLUE aan de VU, waar Van der Laarse is aangesteld als Westerborkhoogleraar Erfgoed van de oorlog. Door de KNAW is aan Van der Laarse bovendien voor het eerste semester van 2012-2013 een NIAS fellowship en een theme group subsidie toegekend. Hij zal hiertoe als co-leader van de onderzoeksgroep ‘Terrorscapes’ vanuit de UvA worden gedetacheerd naar het NIAS. Naar verwachting zullen bij beide NWO en NIAS projecten gedurende twee jaar circa 15 Nederlandse en buitenlandse onderzoekers worden aangesteld. Als startpunt van dit programma organiseerde Van der Laarse op 28 november de Museums and Memorials Working Group conferentie ‘Terrorscapes: the Holocaust as contested memory’ als onderdeel van de intergouvernementele ITF conferentie ‘The Uses, Abuses and Misuses of the Holocaust paradigm’ in het Vredespaleis te Den Haag, en de aansluitende NIAS workshop ‘Terrorscapes. Transnational Memory in Postwar Europe’ van 29 november op het NIAS in Wassenaar.
7
Column OR Stapelgekke weken Top, top, top. Hoe over de top moeten we gaan willen we als UvA hoger, steeds hoger, blijven scoren op nationale en internationale rankings? Die vraag is niet retorisch. Het is onze opdracht en hoogste ambitie om de wereldtop te halen. Niet voor de hoofdprijs, maar gewoon om te kunnen blijven draaien. En door te draaien. De affaire rond de ex gerenommeerde prof. dr. Stapel laat zien hoe doorgedraaid we al zijn. Hoe is het mogelijk, vraagt een buitenstaander zich af. Wie binnen een universitaire context werkt verbaast zich minder. De werkdruk is hoog, en loopbanen hangen af van de (schijn van) excellentie. Het lezen van publicaties van collega’s schuift dan naar achteren, en tijd om deze op bronnen te controleren neemt bijna niemand. De afgelopen weken stonden in het teken van het tweede Nieuwe Generatie Offensief. Negen vacatures voor aanstormend talent. Met tegen de vijftig serieuze sollicitaties per vacature een hele kluif voor de leden van de commissies. En voor de kandidaten. De eisen logen er niet om. Een opeenstapeling van excellentie criteria: excellent als onderzoeker, excellent als docent, excellent in het aantrekken van geld & excellent in de kunst van de valorisatie van kennis. Bewezen of in potentie. Bij voorkeur allebei. Je moet bijna wel liegen om serieus te worden genomen. Vast onderdeel van de procedures zijn inmiddels de proefcolleges, onze eigen Idols. Als OR hadden we ons verspreid onder het gehoor van die proefcolleges. De samengevatte uitkomst van deze audit is dat het circus niet zuiver om onderwijskwaliteiten draait. Neem alleen al de conclusie van een college dat qua presentatie evident het zwakst was: “Deze kandidaat was het sterkst qua inhoud. Mag ik het zo samenvatten?” Over het belang van het aantrekken van talent valt niet te twisten. Wel over de beste manier om de grootste talenten te spotten, binnen te halen en aan ons te binden. Misschien is het een eerste stap om niet alles in één te willen: niet elk talent excelleert op alle fronten. En om ook eens vooral op uitzonderlijk onderwijstalent talent mensen te trekken. En te binden. Op basis van bewezen kwaliteiten zou je een vollere aanstelling moeten kunnen krijgen, of een vaste als je op een tijdelijk contract zit. Excelleren op onderwijsgebied biedt nu geen enkel loopbaanperspectief. Het komende academische jaar moeten we het bijvoorbeeld zonder een als ‘docent van
het jaar’ genomineerde zittende collega doen. Bij gebrek aan voldoende publicaties is hem na 15 (!) jaar van tijdelijke aanstellingen de wacht aangezegd. Niet bij gebrek aan talent. Deze docent is cum laude gepromoveerd. Sindsdien heeft hij een 0, 6 aanstelling als docent met 0,0 tijd voor onderzoek. Stapel!
nieuwsbrief
F a c u l t e i t
d e r
De Openbaring
Elke maand (her)leest een geesteswetenschapper een belangrijk werk voor het eigen vakgebied. Belangrijk omdat het toonaangevend of baanbrekend was, een grote discussie opleverde, omdat het werk alom erkend is in de canon of juist voor de recensent persoonlijk een openbaring betekende.
8
G e e s t e s w e t e n s c h a p p e n
Bod herleest Panini Wie leest er voor zijn plezier een grammaticaboek? De Ashtadhyayi (“Acht boeken”) van de Indiase taalkundige Panini (ca. 500 v. Chr.) is niet zo maar een grammatica. Het is een van de meest invloedrijke werken uit de geesteswetenschappen, dat afgelopen juni in herdruk verscheen. De Ashtadhyayi bevat de oudst bekende zoektocht naar een volledig regelsysteem voor een natuurlijke taal, in casu het Sanskriet. Panini’s onderliggende idee is dat met een eindig aantal regels een in principe oneindig aantal zinnen kan worden beschreven. Toen Panini’s werk in de 19e eeuw in Europa bekend werd, heeft het niet alleen de Europese taalkunde diepgaand beïnvloed (Schlegel, Bopp, De Saussure), maar tevens de zoektocht naar grammatica’s in andere geestes wetenschappen in gang gezet - van muziek (Schenker) en literatuur (Propp) tot film (Metz). Hoewel maar weinig geestes wetenschappers zich tegenwoordig zullen beroepen op Panini - op sommige taalkundigen na - waart zijn geest dankzij Ferdinand de Saussure in alle disciplines rond. Nadat (de sanskritist) De Saussure in 1916 het paniniaanse idee van formalisering van taalfeiten op de agenda had gezet, werd het gedachtegoed van het structuralisme razendsnel verspreid. Panini’s begrippen als het foneem, het morfeem en structurele gelaagdheid werden in hernieuwde vorm gretig overgenomen door taalkundigen zoals Jacobson en Bloomfield. Vervolgens waaide de structuralistische aanpak over naar vrijwel alle andere humaniora en zelfs naar de sociale wetenschappen, van literatuurwetenschap tot filmwetenschap en van sociologie tot antropologie. Ook de soms felle reacties op het structuralisme, zoals het latere poststructuralisme en deconstructivisme, tonen Panini’s lange schaduw - om niet te spreken van Panini’s invloed op Noam Chomsky die hem zijn geestelijke vader noemt. De paniniaanse notie van een complexe, gelaagde structuur van een verhaal, een muziekstuk, een kunstwerk, een theaterstuk of een film is niet meer weg te denken uit de humaniora. Een geestesuiting zoals een roman of een muziekstuk bestaat uit constituerende delen die in steeds kleinere samenhangende eenheden kunnen worden onderverdeeld tot men bij de basiseenheden aankomt zoals fonemen in taal, noten in muziek of scènes in film. Zelfs de geschiedenis zou volgens
sommige (Annales-)historici in structuren zijn te vatten via conjuncturen tot de basale evenementen. Deze notie van structuren is ook door de poststructuralistische geesteswetenschappen overgenomen: ze worden alleen nog complexer. Een mooi voorbeeld hiervan is het rizomatische patroon van Deleuze en Guattari waarbij gelaagde structuren ook weer onderling kunnen zijn verbonden, zoals in een website, maar ook in een complex verhaal. Kortom, het is Panini’s gedachtegoed dat ons geesteswetenschappers allen verbindt, zoals ik in De Vergeten Wetenschappen heb betoogd. Maar hoe staat het met de leesbaarheid van deze 922 pagina’s tellende grammatica? Voor de formeel geïnteresseerde lezer is Panini het opperste genot. En men hoeft het Sanskriet niet eens machtig te zijn: de vertaling van Srisa Chandra Vasu is door de begeleidende commentaren uiterst toegankelijk. Elke geesteswetenschapper zou er wel iets van zijn of haar gading in kunnen vinden. Zolang men er maar plezier in schept om kunst, taal, muziek, theater, film of nieuwe media te zien als een gelaagde structuur, en daarbij de structuur van taal als inspiratie te nemen. Zelf vind ik het het leukst om de Ashtadhyayi op een willekeurige pagina open te slaan en bijvoorbeeld een uiteenzetting te krijgen over de “ellips”, ofwel het “weglaten”. De ellips komt niet alleen voor in taal maar ook in andere geestesuitingen zoals kunst, muziek, poëzie, theater en film. Kunnen de talige regels voor ellips iets zeggen over het ellips-verschijnsel in andere uitingen? Volgens sommige geestes- en cognitiewetenschappers, zoals Fred Lerdahl en Ray Jackendoff, lijken de onderliggende patronen van ellips in taal in alles op elisie in muziek. Hun inzichten zijn weliswaar controversieel maar uiterst fascinerend. Het toont opnieuw Panini’s niet aflatende actualiteit. De Ashtadhyayi blijft de meest inspirerende bron voor alle geesteswetenschappen. Panini. The Ashtadhyayi - Translated into English by Srisa Chandra Vasu, Nabu Press, 2011 (herdruk van 1923). Rens Bod is hoogleraar Computationele en Digitale Geesteswetenschappen.
nieuwsbrief
F a c u l t e i t
d e r
9
G e e s t e s w e t e n s c h a p p e n
P&O-nieuws In dienst per november 2011 (aanvulling eerdere Nieuwsbrief) dhr. Wouter Capitain BA, student-assistent departement KRC mw. Ivana Cerovecki MA, tutoraatscoördinator GARS dhr. Marco den Herder, medewerker onderwijsadministratie departement Mediastudies dhr. Sjoerd Keulen, promovendus ICG / cg Geschiedenis mw. Flora Lysen MA, onderzoeks medewerker departement Mediastudies dhr. Eugen Popa BA, student-assistent cg Taalbeheersing, argumentatietheorie en retorica dhr. Johan Rheeder MA, webredacteur Engels, Onderwijs en Communicatie mw. Wendy Beers BA, student-assistent departement Neerlandistiek mw. Gaby Zijlstra BA, secretaresse departement GARS per januari 2012 dhr. prof. dr. Charles Jeurgens, universitair docent cg Mediastudies dhr. Niels Kerssens MA, promovendus ASCA / cg Mediastudies dhr. Kasper van Kooten MA, promovendus ICG / cg Europese studies
Uit dienst per november 2011 mw. Martine van Haperen MA, onderwijs-/onderzoeksmedewerker departement GARS, in dienst 01.09.2009 dhr. Niels Hoogendoorn BA, studentassistent departement KRC, in dienst 01.09.2010 dhr. Jeremy Jongepier, ondersteuner ICT afdeling ICT, in dienst 01.06.2007 dhr. Sjoerd Keulen, onderwijs-/onderzoeksmedewerker departement GARS, in dienst 01.11.2010 mw. drs. Sandra Kloosterman, medewerker arbeidsvoorwaarden, Personeel en Organisatie, in dienst 01.09.2003 dhr. Jelmer Scheringa BA, student-assistent cg Archeologie, in dienst 01.11.2010 mw. Nina van der Voet BA, studentassistent cg Archeologie, in dienst 01.11.2010 mw. Linda van der Wende BA, studentassistent cg Geschiedenis, in dienst 23.05.2011 mw. Claudia Zeller, student-assistent cg Nederlandse letterkunde, in dienst 01.05.2011
mw. Joëlle Terburg BA, student-assistent departement Neerlandistiek, in dienst 01.10.2011 per december 2011 dhr. mr. Olivier Nyirubugara, promovendus ICG / cg Mediastudies, in dienst 01.09.2008 per januari 2012 dhr. drs. Pepijn Brandon, promovendus ICG / cg Geschiedenis, in dienst 01.01.2008 mw. prof. Anne van Grevenstein - Kruse, hoogleraar cg Conservering en restauratie, in dienst 01.11.2007 dhr. prof. dr. Wim Honselaar, universitair hoofddocent cg Slavische talen en culturen, in dienst 01.09.1971 mw. drs. Lara Mazurski, docent 4 cg Literatuurwetenschap, in dienst 01.01.2011 dhr. Jelle Wever, beheerder ICT afdeling ICT, in dienst 01.11.2001
Promoties 2 december Promotie: mw.M. Poulaki (Maria), departement Mediastudies, ASCA Titel: Before or Beyond Narrative? Promotor: dhr. prof. dr. Thomas Elsaesser Locatie: Agnietenkapel, aanvang 12.00 uur
6 december Promotie: mw. A. Noël de Tilly (Ariane), departement Mediastudies, ASCA Titel: Scripting Artworks: Studying the Socialization of Editioned Video and Film Installations Promotor: mw. prof. dr. José van Dijck Locatie: Agnietenkapel, aanvang 12.00 uur
14 december Promotie: dhr. G. Borensztajn (Gideon), departement Wijsbegeerte, ILLC Titel: The neural basis of structure in language. Bridging the gap between symbolic and connectionist models of language processing Promotor: dhr. prof. dr. Rens Bod, dhr. prof. dr. Yde Venema Locatie: Agnietenkapel, aanvang: 12.00 uur
15 december Promotie: mw. F. Petiet (Francien), departement Neerlandistiek, ICG Titel: ‘Een voldingend bewijs van ware vaderlandsliefde’ De creatie van literair erfgoed in Nederland, 197-1845
Promotor: mw. prof. dr. Marita Mathijsen - Verkooijen Locatie: Aula, aanvang: 13.00 uur
Bijzondere Collecties Tentoonstelling: De ontdekking van de mens. Anatomie verbeeld T/m 15 januari De geschiedenis van de anatomie verbeeld aan de hand van eeuwenoude boeken, prenten en preparaten uit de medische erfgoedcollecties.
Tentoonstelling: The printed book: a visual history 8 februari t/m 13 mei Een overzicht van bijzonder vormgegeven boeken van de middeleeuwen tot nu. Als een canon van meer dan 500 jaar westerse boekvormgeving toont deze tentoonstelling het gedrukte boek in al zijn verschijningsvormen.
Overdracht collectie sinterklaaspapier Donderdag 1 december, 17.00 uur, Museumcafé Sinterklaas zelf draagt de verzameling sinterklaaspapier van Prof. dr. J.C. Zadoks over aan de Bijzondere Collecties.
Boekensalon ‘Hella S. Haasse’ Donderdag 8 december, 17.00 uur, Museumcafé Over het oeuvre van de onlangs overleden schrijfster Hella S. Haasse. Centraal staat de vraag hoe een auteur van historische romans omgaat met de geschiedenis. Met o.a. Patricia de Groot, Aleid Truijens en Herman Beliën.
Boekensalon ‘Cultural Emergency in Conflict and Disaster’ Donderdag 19 januari, 17.00 uur, Museumcafé Over het baanbrekende eerste handboek over culturele noodhulp uitgegeven door NAi en vormgegeven door Irma Boom. Met Irma Boom, Marieke Sanders en Els van der Plas. I.s.m. Prins Claus Fonds voor cultuur en ontwikkeling.
Boekensalon ‘The Printed Book’ Donderdag 23 februari, 17.00 uur, Museumcafé Letter & Boek, met Gerrit Noordzij en Peter Verheul.
nieuwsbrief
b
o
e
F a c u l t e i t
k
i
n
d e r
10
G e e s t e s w e t e n s c h a p p e n
b
e
e
l
d
i
n
b
o
e
k
i
n
b
e
e
l
d
De publicaties in deze rubriek zijn de afgelopen periode toegestuurd aan de redactie van de Nieuwsbrief. Toegezonden boeken worden bewaard tot de eerstvolgende facultaire Boekenborrel, waar de boeken worden tentoongesteld. Boekenborrels vinden enkele malen per jaar plaats ter ere van de auteurs. Na de Boekenborrel worden de daar getoonde publicaties geretourneerd aan de eigenaars. Recentelijk verschenen publicaties van de hand van wetenschappers of studenten van de faculteit kunnen worden opgestuurd t.a.v. de redactie van de Nieuwsbrief, Spuistraat 210 (kamer 1.04), 1012 VT Amsterdam. Een beschrijving van een ingezonden boek, waarin in maximaal 100 woorden voor niet-vakgenoten wordt aangegeven waar het boek over gaat, en wat het belang of het bijzondere van het boek is, kan worden gestuurd aan:
[email protected]. In aanmerking voor deze rubriek komen boeken die via een officieel erkende uitgeverij zijn verschenen. Ook dissertaties van medewerkers van de faculteit die langs officiële kanalen in boekvorm zijn verschenen, kunnen worden ingezonden. Syllabi komen niet in aanmerking.
Lingua: Movement and Word
Amsterdam. Een geschiedenis
Deutsche Kunst in New York.
Order in Bantu
Peter Jan Knegtmans
Vermittler - Kunstsammler -
Leston Chandler Buell, Kristina
Boom: Amsterdam, 2011
Ausstellungsmacher, 1904-1957
Riedel en Jenneke van der Wal
Gregor Langfeld
(red.)
Amsterdam. Een geschiedenis - een
Elsevier B.V., 2011
synthese van de tussen 2004 en 2007
Reimer-Verlag: Berlijn, 2011
in vijf banden verschenen Geschiede-
Deutsche Kunst in New York
Lingua is gericht op de algemene
nis van Amsterdam - probeert te
beschrijft het abrupte canonisering-
linguïstiek. In dit nummer schreven
achterhalen hoe in de stad een idee
proces van de moderne Duitse kunst
de drie gastredacteuren Riedel, Van
van samenhang werd bewaard. Het
in de VS: op welke wijze bemidde-
der Wal en Buell het openingsartikel
geeft een beeld van een samenleving
laars en instituties in de New Yorkse
over de vraag naar wat de Bantoe-
die lang van patronagenetwerken
kunstwereld en in Harvard bepaalde
talen aan ons begrip over de relatie
en wederzijdse afhankelijkheid
stromingen en kunstenaars in de
tussen de woordvolgorde en
aan elkaar hing en waar soms de
canon opnamen en andere marginali-
zinstructuren kan toevoegen. In het
geleidelijk oplopende ontevreden-
seerden, hoe deze kunst werd gereci-
artikel Zulu ‘ngani ‘why’: postverbal
heid in bittere opstandigheid uit-
pieerd, verzameld en beoordeeld.
and yet in CP’ van Leston Chandler
barstte. Een dynamische stad die
Het Museum of Modern Art, het
Buell aandacht voor ‘waarom’-
nietsontziend haar eigenbelang kon
Guggenheim, maar ook kunstverza-
zinnen in Zoeloe en hun specifieke
najagen, die soms tot afhankelijk-
melaars en curatoren speelden in dit
grammaticale eigenschappen. Ook
heid werd gedwongen of zich
proces een belangrijke rol, evenals
in andere talen gedragen ‘waarom’-
afwachtend opstelde, die in
politieke en ideologische beweeg
vragen zich anders dan andere
Nederland groot was maar inter-
redenen tijdens het nationaalsocia-
vragen, wat uitgebreid is gedocu-
nationaal klein bleef, en die op haar
lisme en de Koude Oorlog.
menteerd. Buell’s artikel voegt een
omgeving neerkeek en het niet
nieuwe taalfamilie toe aan de talen
opmerkte als die omgeving zich van
Gregor Langfeld is docent
die een afwijkende structuur kennen
haar afwendde.
Kunstgeschiedenis.
voor ‘waarom’-zinnen. Peter Jan Knegtmans is onderzoeker Leston Chandler Buell is postdoc onderzoeker bij Taalwetenschap.
bij Geschiedenis.
nieuwsbrief
b
o
e
F a c u l t e i t
k
i
n
d e r
11
G e e s t e s w e t e n s c h a p p e n
b
e
e
l
d
i
n
b
o
e
k
i
n
b
e
e
l
d
Thi timit lof. (vi + 504p.)
El Pincel y el féniz: pintura y
Staat van verzuiling. Over een
Constantinopel, een mozaïek
Guus Kroonen, Erika Langbroek,
literatura en la obra de lope de
Nederlandse mythe
van de Byzantijnse metropool
Harry Perridon, Annelies
vega carpio
Peter van Dam
In de serie Mededelingen en
Roeleveld (red.)
Antonio Sánchez Jiménez
Wereldbibliotheek: Amsterdam,
Verhandelingen van het Voor-
Rodopi: Amsterdam/
Iberoamericana, 2011
2011
aziatisch-Egyptisch genootschap
New York, 2011
Ex Oriente Lux nr. 36
Poëzie en de schilderkunst gingen
In Staat van verzuiling ontmaskert
Diederik Burgersdijk en
Op 4 september werd Arend
hand in hand tijdens de Spaanse
historicus Peter van Dam het beeld
Willemijn Waal (red.)
Quak ter gelegenheid van zijn
gouden eeuw. De meeste Spaanse
dat met de begrippen verzuiling en
Ex Oriente Lux: Leiden, 2011
65e verjaardag het Festschrift Thi
schrijvers beroemden zich op hun
ontzuiling van Nederland is geschetst
timit lof aangeboden. In deze bundel
bekwaamheid als connaisseurs van
als een misleidende mythe. Nederland
Constantinopel, een mozaïek van de
staan een 28-tal artikelen (in het
de schilderkunst of zelfs als schilders.
was niet zo verdeeld en statisch, ook
Byzantijnse metropool biedt een
Engels, Duits, Nederlands, en
De beste illustratie hiervoor vinden
niet zo uniek als vaak wordt gedacht.
overzicht van de rijke en veelzijdige
Zweeds) op de diverse gebieden
we in de toneelschrijver en dichter
Bovendien brak het land in de jaren
cultuur van de stad aan de Bosporus
waar Arend Quak zich in zijn
Lope de Vega (1562-1635), die, als
zestig niet radicaal met het eigen
vanaf de stichting tot de komst van
wetenschappelijk leven mee heeft
we zijn tijdgenoten moeten geloven,
verleden. De beschrijving van de
de Ottomanen. Constantinopel,
beziggehouden: de runologie
altijd het gezelschap zocht van
Nederlandse geschiedenis aan de
hoofdstad van het Byzantijnse rijk,
(6 bijdragen), de taalkunde van
schilders. Dit boek onderzoekt het
hand van de termen verzuiling en
heeft in kunsthistorisch, religieus en
de Oud-Germaanse dialecten, de
gebruik van de rijkelijke referenties
ontzuiling blijkt een karikatuur op
letterkundig opzicht een belangrijke
etymologie van de Germaanse
van Lope de Vega naar de schilder-
te leveren. De analyse van hun
bijdrage geleverd aan de ontwikke-
woordenschat (16 bijdragen) en
kunst om op zijn eigen kunstvorm
ontstaan, gebruik en actuele betekenis
ling van de Europese cultuur. Vele
de filologie (6 bijdragen).
(literatuur) te reflecteren en de
die Van Dam presenteert, biedt
bijdragen in de bundel handelen
meest nijpende problemen van zijn
daarentegen wel een verrassend
over het landschap, het stratenplan,
beroep en zijn tijd te overpeinzen.
perspectief op de Nederlandse
de gebouwen, kerken en mozaïeken
geschiedenis.
die herinneren aan de antieke en
Harry Perridon is uhd Duitse en Scandinavische talen en culturen.
Antonio Sánchez Jiménez is ud Romaanse taal en cultuur.
middeleeuwse cultuur in de stad Peter van Dam is docent
van Constantijn. Daarbij komt
Geschiedenis.
ook de receptie van de oude stad in de Ottomaanse tijd ruimschoots aan bod. Diederik Burgersdijk is gastonderzoeker bij Griekse en Latijnse talen en culturen.
nieuwsbrief
b
o
e
F a c u l t e i t
k
i
n
d e r
12
G e e s t e s w e t e n s c h a p p e n
b
e
e
l
d
i
n
b
o
e
k
i
n
b
e
e
l
Het Leven in Stukken
Gedrukt tot Amsterdam.
The Parallax View
Anna Bijns van Antwerpen
Og˘uz Atay
Amsterdamse prentmakers en
Marcus Krause, Arno Meteling,
Herman Pleij
Margreet Dorleijn en Hanneke
uitgevers in de Gouden Eeuw
Markus Stauff (red.)
Prometheus/ Bert Bakker:
van der Heijden (vert.)
E. Kolfin en J. van Veen (red.)
Wilhelm Fink Verlag: München,
Amsterdam, 2011
Atheneum - Polak & Van
Waanders Uitgevers: Zwolle/
2011
Gennep: Amsterdam, 2011
Museum Het Rembrandthuis: Amsterdam, 2011
Deze roman met cultstatus in
d
Nooit is er in de Nederlandse taal Samenzweringstheorieën worden
hartstochtelijker over de liefde
vaak als hersenschimmen van
geschreven dan door Anna Bijns.
Turkije is nu voor het eerst vertaald.
In de 17de eeuw groeide Amsterdam
paranoïde mensen afgedaan die
En nooit heeft iemand zwaarder
Het boek gold als onvertaalbaar
uit tot een van de belangrijkste
beweren dat onder de oppervlakte
gescholden op ketters of venijniger de
door de diversiteit aan registers en
productiecentra voor prenten in
van de moderne samenleving een
spot gedreven met huwelijk en gezin.
tekstgenres die erin voorkomen.
Europa. Sterke concurrentie tussen
kleine groep mensen aan de
Tot aan haar dood op 82-jarige
Het boek verscheen in Turkije in
uitgevers veroorzaakte grote
touwtjes trekt. In het boek The
leeftijd gaf zij onverschrokken
1971 en geldt als dé roman die het
dynamiek op de kunstmarkt.
Parallax View wordt onderzocht in
commentaar op alles wat er in het
modernisme introduceerde in een
Uitgevers van losse prenten,
hoeverre samenzweringstheorieën
roerige Antwerpen van de zestiende
Turkije waar de literaire traditie tot
cartografisch materiaal en geïllus-
een productief deel van onze
eeuw voorviel. Daarbij trok ze zich
dan toe voornamelijk sociaal-
treerde boeken kwamen steeds weer
cultuur uitmaken, bijvoorbeeld
nimmer iets aan van repressies door
realistisch werk had voortgebracht.
met nieuwe producten en ontwik-
vanwege hun narratieve kracht in
de stedelijke overheid of de kerk.
Daarnaast is de roman ook grappig;
kelden strategieën voor een goede
literatuur en film. Verder worden
Tevens bleef de vurige draad van
en interessant voor lezers met
concurrentiepositie. Dit boek
samenzweringstheorieën in het
bedrogen liefde en hartstocht
belangstelling voor taalbeleid,
presenteert hun handelen en beschrijft
boek behandeld als een vorm van
branden in de harde verwijten
taalplanning en taal in het algemeen:
daarmee de vroege en diffuse ont-
kennisproductie die kenmerkend is
aan haar verdwenen vriend en de
de verwarring die de Turks-Repu-
wikkeling van dit nieuwe beroep, dat
voor onze mediacultuur. Men is
schaamteloze smeekbeden om weer
blikeinse taalhervormingen van
maatschappelijk destijds bijzonder
immers altijd bezig nieuwe
terug te keren.
1928 teweegbrachten bij de
belangrijk was. De publicatie
manieren te ontwikkelen waarop je
bevolking die van de ene dag op de
begeleidde een tentoonstelling in
mediaboodschappen kan ontcijferen
Herman Pleij is emeritus hoogleraar
andere geacht werd de woorden-
Museum Het Rembrandthuis. Boek
en waarop je de onzichtbare
Historische Nederlandse
schat volledig te herzien komt
en tentoonstelling zijn opgedragen
verbanden in een netwerkmaat-
letterkunde.
uitgebreid aan bod.
aan prof. dr. Eric Jan Sluijter bij
schappij zou kunnen ontrafelen.
diens emeritaat. Margreet Dorleijn is ud Taalwetenschap.
Markus Stauff is ud Mediastudies. Elmer Kolfin is universitair docent Kunstgeschiedenis.
nieuwsbrief
b
o
e
F a c u l t e i t
k
i
n
d e r
13
G e e s t e s w e t e n s c h a p p e n
b
e
e
l
d
i
n
b
o
e
k
i
n
b
e
e
l
80’s dilemma. Nederland in de
Michel Houellebecq à la Une
Le Malaise existentiel dans le
Europe in the World. EU
jaren tachtig
Murielle Lucie Clément en
roman de l’extrême
Geopolitics and the making of
Jouke Turpijn
Sabine van Wesemael [red.]
contemporain
European Space
Bert Bakker: Amsterdam, 2011
Rodopi: Amsterdam, 2011
Murielle Lucie Clément en
Luiza Bialasiewicz (red.)
Sabine van Wesemael [red.]
Ashgate: Farnham, 2011
d
Waar in de jaren zeventig iedereen
Michel Houellebecq à la Une is een
Ëditions Universitaires
met veel lawaai kon meedoen,
congresbundel gewijd aan het werk
Européennes: Saarbrücken, 2011
namen in de jaren tachtig slechts
van Michel Houellebecq. Het betreft
enkele bestuurders de beslissingen
een verzameling artikelen over de
Deze congresbundel bevat een
hedendaagse Europese geopolitiek
en hadden kiezers en politiek zich
receptie van de romans in het
verzameling artikelen over heden-
door nieuwe politieke geografieën
van het publieke leven afgewend.
buitenland, de vermeende invloed
daagse Franse romans waarin een
en geografische verbeeldingen te
80’s dilemma onderzoekt hoe deze
van auteurs als Ajar, Céline en
existentiële crisis centraal staat.
traceren die opkomen en mogelijk
transformatie zich voltrok en wat
Camus en de door de auteur vaak
Artikelen over Michel Houellebecq,
gemaakt zijn door de acties van de
zij betekende. Het boek slaat een
aangehaalde filosoof Schopenhauer,
Patrick Modiano, Florian Zeller,
EU in het internationale speelveld.
brug tussen de publieke herinnering
over de verwijzingen naar passages
Andreï Makine, Annie Ernaux, le
De analyse baseert zich op casestudies
aan de jaren tachtig en de politieke
uit de Bijbel, de maatschappijvisie
Clézio, Echenoz en het werk van
van de Noordpool tot aan Oost-
en culturele geschiedenis van de
van de Franse auteur, zijn esthetica
andere hedendaagse auteurs die de
Afrika. Het Europese grenzenbeleid
Lage Landen. De beeldvorming van
en zijn poëzie.
psychologische, sociale en filosofische
speelt een belangrijke rol in verschil-
dimensie van een existentiële crisis
lende bijdragen waarin de nadruk
verbeelden.
wordt gelegd op de verschillende
de jaren tachtig is zo sterk dat ze de analyse van het recente verleden in
Sabine van Wesemael is ud
de weg staat en verkeerde oordelen
Romaanse taal en cultuur.
Dit boek biedt een innovatieve bijdrage aan het debat over de
manieren waarop de grenspolitiek
vormt over het punt waar Nederland
Sabine van Wesemael is ud
van de EU de Europese ruimte
zich nu bevindt. In dit boek geeft
Romaanse taal en cultuur.
actief (her)schept.
Jouke Turpijn een alternatief. Luiza Bialasiewicz is ud Europese Jouke Turpijn is ud Geschiedenis.
Studies.
nieuwsbrief
F a c u l t e i t
d e r
G e e s t e s w e t e n s c h a p p e n
14
De glinsterende geest Wetenschap wordt bedreven binnen de muren van de universiteit, de vruchten van de wetenschap mogen gelukkig ook daarbuiten worden geplukt. Wetenschappers, ook die van de Faculteit der Geesteswetenschappen, zijn regelmatig in het nieuws. Omdat hun onderzoek interessante en soms direct toepasbare resultaten heeft opgeleverd, of om vanuit hun expertise actuele ontwikkelingen te becommentariëren. Deze rubriek biedt een (onvolledig) overzicht van berichten in en optredens voor de media. De redactie roept alle geesteswetenschappers op zelf melding te maken van nieuwsberichten en mediaoptredens via
[email protected].
Bedreigde talen
Moderne archeologie en sociologie
De Brazilaanse televisiezender RPTV besteedde op 11 augustus aandacht aan bedreigde talen. Dit naar aanleiding van een publiekslezing hierover van van Kees Hengeveld, hoogleraar Algemene taalwetenschap in het bijzonder de theoretische linguïstiek. Hengeveld gaf een lezing in het wetenschaps museum in São Jose do Rio Preto (Brazilië). Dit thema is bijzonder relevant in de Braziliaanse context, omdat in dit land 190 inheemse talen worden gesproken die vermoedelijk over 50 jaar uitgestorven zullen zijn. Omdat deze talen een uitsluitend orale traditie kennen, verdwijnt met het uitsterven van deze talen ook de culturele en historische kennis over de betrokken volkeren. Het
In het september nummer van City + State aandacht voor een praktijkonderzoek door Reinder Rustema, docent Mediastudies, tijdens zijn verblijf in Zakynthos, Griekenland. Rustema heeft gedurende twee weken om de dag een half uur lang opruimwerkzaamheden verricht als bijdrage aan de maatschappij. Niet alleen de omstanders dachten dat hij een archeoloog was, in de praktijk was het ook een vorm van archeologie. Zo vond Rustema frisdrankflesjes
interview (in het Portugees) kan worden bekeken op: www.rptv.tv.br/?videos=rio-preto-em-pauta
Ethnolinguïstisch veldwerk In de Märkische Allgemeine Zeitung van 6 oktober bericht over het vierdaagse seminar van “Kulturstiftung Sibirien” in Fürstenberg. Vermaarde etnologen en linguïsten kwamen bijeen om te praten over de uitstervende talen van Siberische volkeren. In de Sovjettijd werden nomadenkinderen bij hun ouders weggehaald en aan het communistisch onderwijssysteem onderworpen, waardoor de ouders hun taal en gebruiken niet meer aan hun kinderen konden doorgeven. Nu wordt er alles aan gedaan deze vorm van eigen identiteit weer terug te winnen. Om die reden is de “Kulturstiftung Sibierien” door antropoloog Erich Kasten (www.kulturstiftung-sibirien.de) in het leven geroepen. Ook Cecilia Odé, gastonderzoeker bij Taalwetenschap, was bij het seminar aanwezig. Odé en collega’s Erich Kasten en Alexandra Lavrillier gaan regelmatig naar gebieden in Noord-Oost Siberië op ethnolinguïstisch veldwerk. Zij interviewen sprekers van de uitstervende talen en vertalen hun teksten in het Engels of Russisch, ook voor onderwijsdoeleinden. Volgens Odé moet er haast gemaakt worden, omdat alleen zeer oude mensen de uitstervende talen nog beheersen.
die niet meer te koop zijn. Zeven vuilniszakken afval verzamelde Rustema in de omgeving van het oude ziekenhuis; van drinkflessen en cigaretten tot aan röntgenfoto’s en medicijnen. Uit de interventie blijk dat bepaalde stukken in de stad niet alleen amper bezocht worden door de gemeentelijke schoonmaakdienst, maar zelfs volledig worden overgeslagen. Dit is volgens Rustema een serieus probleem aangezien ‘The Broken Window Theory’ uit de sociologie ons leert dat wanneer hun omgeving verwaarloosd wordt, mensen ook zelf hun omgeving zullen verwaarlozen.
Kettervreetster, viswijf, pain in the ass In het Reformatorisch Dagblad van 8 oktober een recensie van Anna Bijns van Antwerpen en in De Morgen van 2 november een interview met Herman Pleij, emeritus hoogleraar Historische Nederlandse letterkunde, naar aanleiding van deze recente publicatie. Het geboortehuis van Anna Bijns (1493-1575) op de Antwerpse Grote Markt staat te verkommeren. ‘Onbegrijpelijk’, vindt Herman Pleij: ‘Bijns hoort uitdrukkelijk in het rijtje van grote auteurs als Elsschot en Van Ostaijen. Niemand heeft in onze taal hartstochtelijker
nieuwsbrief
F a c u l t e i t
d e r
15
G e e s t e s w e t e n s c h a p p e n
over de wereldse liefde geschreven en zo vernuftig en venijnig op rijm gescholden.’ De taal die Bijns in haar subtiel gestructureerde verzen hanteerde, kostte hem flink wat studie. ‘Voor het stadsbestuur en zijn gedoogpolitiek was Anna a pain in the ass. Ze riep hel en verdoemenis af over de luthersen, terwijl de belangrijkste buitenlandse kooplieden, de Duitsers, protestantse sympathieën hadden. Haar vernuftige refreinen, waarin ze de luthersen en hun boeken als een viswijf naar de brandstapel wenste, werden publiekelijk vertolkt.’
Laat meisjes kiezen voor ‘fotografe’ en ‘monteuse’ In het NRC Handelsblad van 21 oktober een artikel van Ingrid van Alphen, ud Taalwetenschap, waarin zij pleit voor het differentiatiemodel waarin de vrouwelijke en de mannelijke vorm van een beroep consequent naast elkaar gehanteerd worden. In 1981 werd in het kader van de Wet Gelijke Behandeling de discussie gestart over de gelijke behandeling van vrouwen op linguïstisch niveau. Het betrof de keuze om beroeps benamingen - doorgaans uitsluitend in de mannelijke vorm gesteld - hetzij gedifferentieerd op te nemen in een register hetzij zogenaamd geneutraliseerd. Op 22 maart 1983 lagen beide voorstellen in de Tweede Kamer. Echter, tot een daadwerkelijke keuze voor differentiatie- of neutralisatiestandpunt is het nooit gekomen. Pas na het naast elkaar gebruiken van vrouwelijke en mannelijke beroepsnamen kan er sprake zijn van enige sekseneutraliteit. Dat dit gepaard moet gaan met een verandering van de niet linguïstische werkelijkheid is buiten kijf. En als dan eindelijk een vrouw de leiding heeft over een of ander bolwerk, noem haar dan directrice. En wanneer zij werkzaam is in de techniek, noem haar dan monteuse, aldus Van Alphen.
‘Help! Mijn zusje wordt vermist!’
In De Pers van 25 oktober aandacht voor het feit dat Sandra van Oostende op Facebook de vermissing en overlijden van haar zusje Jennefer aankondigde en een dader aanwees: haar ex. Miljoenen mensen lazen mee. Dat Sandra van Oostende met haar zorgen om haar zusje op Facebook is gegaan verbaast Martijn de Waal, docent Mediastudies, niet. ‘Ik zie het als een noodkreet.’ Mensen kunnen zich op Facebook een imago aanmeten, zegt hij. En dat doen ze ook, zeker jonge mensen. Wat ze zich nog te weinig realiseren, is: met hoeveel mensen ze díe informatie delen. ‘In het gewone leven pas je je gedrag voortdurend aan aan de situatie waar je in zit. In de collegezaal ben je anders dan bij je oma. Maar op internet mis je de informatie uit je omgeving en dan kan het opeens totaal ongepast blijken te zijn wat je doet.’ Reinder Rustema, docent Mediastudies, denkt ook dat Van Oostende zich niet gerealiseerd heeft hoeveel mensen naar haar pagina op Facebook konden kijken. In het algemeen zijn mensen niet gewend aan veel aandacht. Ze dromen er wel van - vandaar de populariteit van reality shows - maar ze hebben er geen ervaring mee. Miljoenenpubliek? ‘Volkomen abstract. Totaal onvoorstelbaar.’ Van Oostende, denkt hij, zal geschrokken zijn van wat ze heeft geopenbaard.
De hoge prijs van een leven In het Nederlands Dagblad van 19 oktober aandacht voor de uitruil van Gilad Shalit tegenover 1027 Palestijnse gevangenen. Is het ene mensenleven net zoveel waard als ruim duizend andere? ‘Objectief gezien betaalt Israël een erg hoge prijs’, zegt Bart Wallet, postdoc onderzoeker Media studies. ‘Maar het gaat nu eenmaal om een scheef conflict. Het aantal Arabische gevangenen in Israël is veel groter dan andersom. Op dit moment overheerst in Israël de vreugde over de vrijlating van Shalit, maar er is ook kritiek op de deal. Zeker als je kijkt naar wat sommige vrijgelaten gevangenen hebben gedaan. Je mag hopen dat zij er niet aan denken hun daad te herhalen.’ De vraag andersom is ook mogelijk: kunnen Palestijnen gelukkig zijn met het feit dat één Joods mensenleven wordt ‘betaald’ met 1027 Palestijnse? ‘Die vraag blijft bij mij ook hangen’, zegt Wallet. ‘Als ik leider van Hamas was, zou ik daar een dubbel gevoel bij hebben. Maar deze deal wordt in de Palestijnse samenleving vooral bekeken door het raamwerk van bezetting en de strijd daartegen. Dan overheerst toch het gevoel dat de machtige bezetter op de knieën is gedwongen.’
Herinnering aan de oorlog vervaagt voorlopig niet In het Reformatorisch Dagblad van 26 oktober en Nederlands Dagblad van 28 oktober aandacht voor het proefschrift Dat nooit meer. De nasleep van de Tweede Wereldoorlog in Nederland van Chris van der Heijden waar hij op 28 oktober bij Geschiedenis promoveerde. De conclusie uit Dat Nooit meer luidt dat de collectieve herinnering aan de oorlog nog altijd groot is, dat de oorlog nog veelvuldig als argument wordt gebruikt, en dat de verbeelding van en de geschiedschrijving over
nieuwsbrief
F a c u l t e i t
d e r
16
G e e s t e s w e t e n s c h a p p e n
de oorlog bloeien. De grote lijn in de omgang met de oorlog is de drang om herhaling te voorkomen. Vandaar de titel van het boek: Dat nooit meer. Van der Heijden laat zien hoe de naoorlogse geschiedenis van Nederland werd gevormd door de herinnering aan de oorlog. Hij beschrijft tientallen affaires waarin de oorlog een rol speelde en hij laat zien dat de oorlog steeds meer mensen beroerde naarmate hij langer geleden was. Zolang de oorlog in één adem wordt genoemd met volkerenmoord, zal hij niet uit het collectieve geheugen verdwijnen, meent Van der Heijden. Het proefschrift van Van der Heijden heeft veel reacties opgeroepen. Naar aanleiding van de kritiek die Dienke Hondius in De Groene Amsterdammer op 2 november op het proefschrift uitte ontstond er een polemiek tussen Hondius en Van der Heijden. In het NRC Handelsblad van 4 november een weergave daarvan.
Geschiedenis Nederland op de kaart gezet In Trouw van 12 oktober aandacht voor de uitgave van een bijzondere, nieuwe Bosatlas waarin de geschiedenis van Nederland letterlijk ‘op de kaart is gezet’. De prehistorie tot en met de hedendaagse geschiedenis is vastgelegd in 250 verhalen waarbij meer dan 1500 kaarten zijn gemaakt. Vier jaar waren tientallen medewerkers en externe deskundigen bezig om de grote lijnen van de vaderlandse geschiedenis vast te leggen in een consistente reeks kaarten. Hoogleraar Historische Nederlandse letterkunde Herman Pleij vergelijkt de atlas met de manier waarop hij in de jaren veertig op de lagere school geschiedenisles kreeg. ‘Wij hadden de zekerheid dat we iets wisten, we hadden bagage. Dat gaf een rituele saamhorigheid en een gemeenschappelijk referentiekader waarop we konden terugvallen. De Bosatlas geeft greep op de enorme erfschat van onze geschiedenis.’
In veertien hoofdstukken komt de geschiedenis van Nederland chronologisch aan bod. Elk hoofdstuk begint met een actuele luchtfoto en een tijdbalk van de beschreven periode. Thema’s worden in twee pagina’s behandeld, met nooit meer dan 20 procent tekst.
Dé Joodse gemeenschap in Nederland In het Reformatorisch Dagblad van 21 oktober en Trouw van 9 november aandacht voor het onderzoek Herinnering en Herleving: Geschiedenis van de Joden in Nederland na 1945 van Bart Wallet, postdoconderzoeker Mediastusies, waarin de diversiteit van het Joodse leven in Nederland in kaart wordt gebracht. Het eerste thema in zijn onderzoek is de identiteit van Nederlands Joden. Wallet: ‘Tot halverwege de jaren zeventig bestond er een relatief sterke collectieve identiteit, veelal gedefinieerd door rabbijnen. Na die tijd vormen mensen steeds meer hun eigen idee van wat het betekent om Joods te zijn.’ Ander aandachtsgebied in het onderzoek is de veranderende manier waarop en de mate waarin het geloof wordt beleden sinds 1945 en de invloed van Amerikaanse en Israëlische Joodse gemeenschappen op het Joodse leven in Nederland. Wallet onderzoekt daarnaast, onder meer, wie de Joodse gemeenschap of gemeenschappen sinds de Tweede Wereld oorlog in het openbare leven hebben vertegenwoordigd. Wallet noemt zijn onderzoek ‘een uniek project’. Eerder werden al wel deelonderzoeken uitgevoerd naar oorlogspleegkinderen, de terugkeer van Joden na de Tweede Wereldoorlog en de liberaal-Joodse geschiedenis, maar een overkoepelend werk was er nog niet.
Onheilsprofeet voorspelt opnieuw einde van de wereld In NU.nl van 22 oktober bericht over de voorspelling van eindtijdprofeet Harold Camping dat de wereld op 21 oktober zal vergaan. Na twee eerdere voorspellingen weet hij nu echt zeker dat aan dit aardse leven een einde komt. De 90-jarige Camping, eigenaar van radiostation Family Radio, trok eerder dit jaar veel media-aandacht met een eerdere voorspelling. Gerard Wiegers, hoogleraar Religiestudies, beschouwt Camping als één van de vele eindtijdprofeten. ‘Hij heeft binnen de christelijke wereld een bijzondere positie, omdat hij eigenaar is van een radiostation en zich heeft losgemaakt van de gevestigde kerken’, vertelt Wiegers. ‘Camping beschouwt de Bijbel letterlijk als Gods Woord. In die zin is hij een fundamentalist.’ Volgens Wiegers is de meest interessante vraag op dit moment hoe het komt dat eindtijdvoorspellingen in de ene periode vaker voorkomen dan in een andere periode. ‘Vaak treden er allerlei maatschappelijke veranderingen op, waardoor groepen gelovigen het gevoel hebben dat er een ingrijpen van God nodig is.’
Waarom blijven vooral domme liedjes eindeloos in je hoofd zitten? Op de website van Dagblad De Pers beantwoorden vooraanstaande wetenschappers vragen van lezers. Op 25 oktober gaf Henkjan Honing, hoogleraar Muziekcognitie, antwoord op de vraag waarom domme liedjes eindeloos in ons hoofd zitten. ‘Echt begrepen is het nog niet. Anders konden we wel een computerprogramma maken dat liedjes componeert die
nieuwsbrief
F a c u l t e i t
d e r
17
G e e s t e s w e t e n s c h a p p e n
gegarandeerd uren in je hoofd rondzingen.’ [..] ‘Wel weten we dat muziekfragmenten die plotsklaps en veelal ongevraagd in je hoofd schieten - een oorwurm (of cognitive itch) genoemd - twee kenmerken hebben: een eenvoudige, vaak overbekende muzikale structuur en een verrassende of onverwachte wending (een hook). Onderzoekers zijn er echter nog niet uit welke structurele aspecten een muziekfragment tot een potentiële oorwurm maken, maar wel dat je het liedje eerder of vaker gehoord moet hebben, en dat stemming en een laag aandachtsniveau factoren zijn die bijdragen aan het ontstaan van een oorwurm. Jammer genoeg overkomt het ons meestal bij liedjes die we nogal irritant vinden.’
‘Lam Gods’ moet opnieuw schitteren In het Nederlands Dagblad van 26 oktober en De Morgen van 3 november bericht over de restauratie van het wereldberoemde Gents altaarstuk (1432). Begin december valt de beslissing in het restauratiedossier van het wereldberoemde Gentse altaarstuk, het meesterwerk van de gebroeders Jan en Hubert van Eyck. Zeker is dat de restauratie vijf jaar zal duren en het publiek alles zal kunnen volgen. Na wetenschappelijk onderzoek is men tot de conclusie gekomen dat het Lam Gods nog in betrekkelijk goede staat verkeerd. Adviseur van de restauratie Anne van Grevenstein, hoogleraar Praktijk van conservering en restauratie: ‘Het eikenhout van de panelen waarop de gebroeders Van Eyck schilderden is in zeer goede staat. Als je beseft wat er met het Lam Gods allemaal gebeurd is, is het een mirakel dat het nog bestaat.’ Er is besloten de vernislaag te verwijderen. Van Grevenstein: ‘Om die vernis te verwijderen en de noodzakelijke restauraties uit te voeren, zullen vier fulltime restauratoren zo’n vijf jaar nodig hebben.’ De restauratie gebeurt in drie fasen, waardoor steeds twee derde van het Lam Gods te zien blijft.
‘Betrek wetenschap vroegtijdig bij serious game’ In Zorgvisie van 28 oktober aandacht voor serious gaming. Om serious gaming van de grond te krijgen, is het belangrijk de wetenschap zo vroeg mogelijk te betrekken bij de ontwikkeling van een spel. Dat betoogde onderzoekster Pamela Kato tijdens het evenement ‘Games for Health Europe’ op 24 oktober in Amsterdam. David Nieborg, gastonderzoeker Mediastudies, vindt ook dat ontwikkelaars van serious games moeten afkijken van de entertainment- gamesindustrie. Hij noemt als voorbeeld grote games als Battlefield 3 en Call of Duty Modern Warfare 3. ‘Ontwikkelaars van deze spellen verzinnen constant nieuwe games en als een game blijkt te werken, begint het franchisen: elk jaar een nieuw deel, elk kwartaal nieuwe content. Zo blijven de mensen gebonden aan het product. Binnenkort introduceren ze zelfs lidmaatschap, waardoor gamers nog meer gebonden zijn aan het product. Dat is iets wat in de serious gaming nog niet wordt gedaan. Die mensen hebben veel kennis over serious games, maar het ontbreekt hun nog aan een goed business model.’
Grieks referendum Tatiana Markaki, docent Nieuwgriekse taal en cultuur, is uitgebreid in het nieuws geweest naar aanleiding van het Grieks referendum. In een interview voor de NOS Radio 1 journaal en het ANP (beide 1 november) en in het Algemeen Dagblad van 3 november geeft Markaki toelichting op de achtergronden van het aangekondigde Grieks referendum.Waarom was G. Papandreou gedwongen om een referendum aan te
kondigen? Wat is het effect van de voortdurende draconische bezuinigingen op het Griekse volk? Hoe (on)waarschijnlijk was het doorgaan van een referendum? Het verzet tegen de bezuinigingen in Griekenland is aldus Markaki in het Algemeen Dagblad zo groot, dat premier Papandreou geen andere keus had dan een referendum uit te schrijven. Markaki: ‘De mensen zijn vooral boos, omdat de bezuinigingen zo oneerlijk terechtkomen. Het geld moet van de Europese Unie zo snel mogelijk worden binnengehaald. Dus worden gemakkelijke oplossingen gekozen: de btw omhoog, lagere salarissen en pensioenen en hogere belasting op loon. Dat raakt de midden- en lage inkomens. Rijken en ondernemers, die het meest aan belasting ontduiking doen, ontspringen de dans. Want belastingontduiking is veel moeilijker aan te pakken. De Griekse fiscus is nog grotendeels niet geautomatiseerd!’
Romeinse schatten overleven geweld Libië In Het Parool van 1 november een uitgebreid verslag van Joris Kila, promo vendus Algemene Cultuurwetenschappen, over zijn reis naar Libië waar hij zich heeft ingezet voor de bescherming van cultureel erfgoed. Sinds tien jaar reist Kila naar conflictgebieden in Macedonië, Irak, Egypte en nu ook Libië namens Blue Shield en de internationale militaire cultural resourceswerkgroep IMCuRWG, twee organisaties die zich inzetten voor de bescherming van cultureel erfgoed. Het doel: zo snel mogelijk inventariseren hoe het cultureel erfgoed de roerige machtswisseling is doorgekomen. ‘Die taak ligt bij Unesco, maar in zulke bureaucratische apparaten moet eerst alles door een tiental commissies waar alles drie keer besproken wordt. Dan is het eigenlijk al te laat.’ Kila promoveert begin volgend jaar op een proefschrift over het nationale en
nieuwsbrief
F a c u l t e i t
d e r
18
G e e s t e s w e t e n s c h a p p e n
SPUI25 Bijzondere Lezing: prof. dr. Rudi te Velde
internationale beheer van cultureel erfgoed in tijden van gewapende conflicten, wat in de praktijk vies tegenvalt, constateert hij. Als de oorlog uitbreekt, heeft de bescherming van oudheidkundige schatten niet de hoogste prioriteit, toch is erfgoed een belangrijk bindend middel in een verder verdeeld land, zegt Kila. Hij schat dat door een eerdere actie van Blue Shield, IMCuRWG en een aantal internationale wetenschappelijke experts in Libië een hoop schade bespaard is gebleven.
Oorlogsgames in strijd verwikkeld In de Volkskrant van 7 november bericht over de uitgave van nieuwe games en de marktstrategie hierachter. Naar verwachting brengen het nieuwste oorlogsspel van uitgever Activision en de nieuwste titel van Electronic Arts samen in acht weken 1 miljard euro op. Om die reden trekken Activision en Electronic Arts, de nummer 1 en nummer 2 van de wereld, ieder meer dan 70 miljoen euro uit voor reclame en marketing en bevestigen daarmee een trend in de gamesindustrie, zegt de Amsterdamse mediawetenschapper David Nieborg, gastonderzoeker Mediastudies. ‘Die trend luidt: minder, maar groter en beter.’ Zo groot is het marketinggeweld rond deze twee games, dat concurrenten de introductie van hun schietspellen hebben opgeschort. Daar komt bij dat de kosten voor de ontwikkeling van games drastisch zijn gestegen door de introductie van de nieuwe generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 3 en de Xbox 360. Nieborg: ‘Dan wil je als uitgever wel zeker weten dat je die kosten eruit krijgt.’ Ook de consument vermijdt risico’s. Voor een vervolg kiezen is een veilige keuze. Dit alles leidt tot een verschraling van het aanbod.
Eretekeningen Lorentz zoek In NRC Handelsblad van 11 november Anne Kox aan het woord, bijzonder hoogleraar Geschiedenis van de natuurkunde in het algemeen en de geschiedenis van de natuurkunde in Nederland in de periode 1870-1940 in het bijzonder (vanwege de Stichting Pieter Zeemanfonds). Kox vond informatie over de roof van erfstukken van Hendrik Lorentz (1853-1928) en Jacob van Lennep (1802-1868). ‘Het was puur toeval’, zegt Anne Kox. Hij neusde wat rond op internet en stuitte op de inventaris. Zo las hij, tot zijn verbazing, dat de gouden Nobelpenning van Lorentz, diens tekens bij het Grootkruis van de Orde van Oranje-Nassau, de medaille van l’Ordre National de la Légion d’honneur en nog tien andere eretekens verdwenen zijn. ‘Mijn mond viel open’, zegt Kox, nog steeds verontwaardigd. ‘De klunzigheid die ervan afstraalt. Het gaat om de spullen van een van de belangrijkste, en misschien wel dé belangrijkste Nederlandse wetenschapper ooit.’ Lorentz is vermoedelijk ook de meest gedecoreerde Nederlandse wetenschapper. Maar nagenoeg al zijn decoraties zijn verdwenen uit de kluis in het Trippenhuis van de KNAW. KNAW-archivaris Joeri Meijer stelde eerder dit jaar een inventaris op die de vermissing vermeldt. Tijdens het kerstdiner voor oud-medewerkers vorig jaar hoorde Meijer dat die verdwijning al in de jaren tachtig bij een kluiscontrole ontdekt was.
In samenwerking met de Faculteit der Geesteswetenschappen Ruim honderd jaar katholieke presentie aan de UvA: nuttig of overbodig? Tijdens deze lezing vertelt prof. dr. Rudi te Velde over de geschiedenis van de Radboudleerstoel aan de UvA en geeft hij zijn visie op deze leerstoel. Donderdag 1 december, 17.15-18.15 uur
Rassenrellen bestaan niet Over vrouwenhandel, hoofddoeken, boerka’s en loverboys wordt veel gesproken in het politieke en journalistieke debat, terwijl andere onderwerpen onderbelicht blijven. Rellen, die regelmatig plaatsvinden in het uitgaanscircuit, is zo’n onderbelicht onderwerp. Waarom? Hierover Marlou Schrover aan het woord, hoogleraar Migratierecht (RUL). Donderdag 1 december, 20.00-22.00 uur
Harry Mulisch: de schrijver. Deel 5 In zes bijeenkomsten analyseert Mulischkenner Marita Mathijsen zijn oeuvre, vanaf de vroegste werken tot de laatste, inclusief de nog niet gepubliceerde uit de nalatenschap. Vandaag, deel 5: het scheppingsexperiment. Vrijdag 2 december, 13.00-14.30 uur
Onzekerheid troef. Het betwiste gezag van de wetenschap Wetenschappelijke kennis is omstreden. In Onzekerheid troef. Het betwiste gezag van de wetenschap (VanGennep, 2011) worden actuele kwesties (o.a. over vaccinatie, klimaat, economie, voedsel) op dit punt geanalyseerd. Robbert Dijkgraaf (KNAW) reageert. Discussie o.l.v. Maarten Huygen (NRC Handelsblad) met de auteurs, Dijstelbloem, Hagendijk, Mol, De Vries, Boumans en anderen. Woensdag 7 december, 17.00-19.00 uur
KNAW Tweegesprek: over kunst en armoede Hoe houden gedreven kunstenaars zich staande? Hans Abbing en Paul Dikker gaan met elkaar in gesprek over het spanningsveld tussen armoede en kunst. Gespreksleider is Wim Brands. Donderdag 8 december, 17.00-19.00 uur
nieuwsbrief
F a c u l t e i t
d e r
G e e s t e s w e t e n s c h a p p e n
Necros - over het dode lichaam, materialisme, empiricisme en vitalisme In deze lezing bepleit Ewa Domanska een hernieuwde bewuste omgang met de lichamen van de doden, zonder deze af te wijzen of te verheerlijken. Zij plaatst dit binnen de zogeheten dead body studies, en bepleit nieuwe interpretatiekaders en theoretische verschuivingen ten aanzien van de dood, de tijd en het verleden. Donderdag 8 december, 20.00-22.00 uur
Boekpresentatie: Perfect Worlds. Utopian Fiction in China and the West Perfect Worlds (Douwe Fokkema) biedt een uitgebreide historische analyse van utopische verhalen in de Chinese en EuroAmerikaanse traditie. Ter gelegenheid van de presentatie zal er een paneldiscussie zijn over de internationale literatuur. Vrijdag 16 december 2011, 17.00-19.00 uur
Uit de bibliotheek
Harry Mulisch: de schrijver. Deel 6 In zes bijeenkomsten analyseert Mulischkenner Marita Mathijsen zijn oeuvre, vanaf de vroegste werken tot de laatste, inclusief de nog niet gepubliceerde uit de nalatenschap. Vandaag, deel 6: de thema’s, vaste personages en onvoltooide werken. Vrijdag 9 december, 13.00-14.30 uur
Boekpresentatie Roel Janssen: Wellink aan het woord Bij zijn afscheid als president van De Nederlandsche Bank op 1 juli verschijnt Wellink aan het woord, de financiële memoires van Nout Wellink over zijn presidentschap van DNB. In zeven interviews met journalist Roel Janssen vertelt hij openhartig over het gevoerde beleid. Janssen en Wellink gaan deze avond in discussie. Maandag 12 december, 17.00-19.00 uur
Stand van de wetenschap: met Bernard en Mirjam van Praag In de lezing- en debatreeks ‘Stand van de Wetenschap’ presenteren duo’s van UvAwetenschappers samen de stand van zaken op hun vakgebied. Twee wetenschappers die hun vakgebied delen en een generatie schelen, houden ieder een minicollege en gaan vervolgens in gesprek over hun discipline. Vader en dochter Van Praag over hun vakgebied, de economie. Maandag 12 december, 20.00-22.00 uur
Religie als noodzakelijke illusie? Lezing in de multidisciplinaire programmareeks ‘Actueel, Avontuurlijk, Aangrijpend’ (AAA) van het Koninklijk Concertgebouworkest. Onder het thema ‘Illusies’ onderzoekt Rudi te Velde de opvattingen over religie als illusie. Woensdag 14 december, 17.00-18.00 uur
Open Access Weken Van 24 tot en met 28 oktober vond wereldwijd de jaarlijkse Open Access week plaats. In Nederland werd daar nog een tweede week aan vastgeknoopt, van 31 oktober tot en met 4 november. Lag nationaal in de eerste week de focus op Open Access en onderzoek, in de tweede week was er volop aandacht voor Open Access en onderwijs. Bij de UvA is er vooral aandacht gevraagd voor het toekomstvast archiveren van onderzoeksdata, onder het motto ‘Red de data’. Mogelijkheden tot het (laten) archiveren van onderzoeksdata zijn er inmiddels volop, bijvoorbeeld in het Electronic Archiving SYstem (EASY) van DANS of via de dienst FLUOR die aan UvACommunities is gekoppeld. Tevens is het mogelijk om individuele datasets te archiveren via Personal Metis. Personal Metis kan dus niet alleen gebruikt worden om publicaties te registreren, maar ook om bijbehorende datasets te uploaden zodat deze naast de publicatie zelf open access aangeboden kunnen worden. Open Access weken: www.surfsites.nl/ open2011/ Open Access bij de UvA: www.uba.uva.nl/oa
Times Literary Supplement Historical Archive Sinds kort biedt de UB het historische archief van Times Literary Supplement (voor de jaren 1902 tot en met 2006) digitaal aan. De mogelijkheden om te zoeken of te bladeren zijn zo uitgebreid dat de gedrukte jaargangen eigenlijk alleen nog nostalgische waarde hebben. Er kan gezocht worden op schrijver van het artikel, auteur, vertaler of onderwerp van het gerecenseerde boek, illustrator, uitgever, enz., en de zoekactie kan ingeperkt worden op jaar en op publicatiesoort (recensie van een
19
boek, tentoonstelling, redactioneel commentaar, advertentie, enz.). Het resultaat is een goed leesbare scan van de oorspronkelijke krant, waarvan de vergrotingsfactor zelf ingesteld kan worden. Het bestand heeft alleen één bezwaar: het is zo verleidelijk dat je voordat je het weet uren verder bent. TLS: http://digitaal.uba.uva.nl/ V?func=native-link&resource=AMS03294 Informatie over nieuwe digitale bestanden is altijd terug te vinden via de website van de bibliotheek of in de Digitale Bibliotheek (Zoeken naar Databases, klik vervolgens op Nieuw). Via het formulier voor aanschafsuggesties op de website van de bibliotheek kunnen aanvragen ingediend worden voor nieuwe digitale bestanden (of boeken of tijdschriften), maar medewerkers kunnen daarvoor natuurlijk ook bij hun vakreferent terecht. Website bibliotheek: http://cf.uba.uva.nl/nl/gw
nieuwsbrief
F a c u l t e i t
d e r
G e e s t e s w e t e n s c h a p p e n
Grenzeloze wetenschappen Grenzeloze wetenschappen was het thema van de facultaire opening van het academisch jaar. In dit nummer aandacht voor Annemarie Doornbos die op 8 september promoveerde op een onderzoek naar de romanschrijfster Geertruida Bosboom-Toussaint (1812-1886). Tijdens haar promotieonderzoek werkte zij ook als docent Nederlands aan het Gymnasium Apeldoorn. Wat zijn haar ervaringen als buitenpromovendus? En waarom een onderzoek naar Bosboom-Toussaint?
20 De Nieuwsbrief Geesteswetenschappen is een uitgave van het Dagelijks Bestuur van de Faculteit der Geesteswetenschappen. Nr. 144, december 2011
Archief www.hum.uva.nl/nieuwsbrief
Eindredactie Mas Fopma Lotte Batelaan (student-assistent) tel. 020-525 5336
[email protected]
Verspreiding en abonnementen
[email protected]
Deadline kopij voor Nieuwsbrief 145 11 januari 2012
Vormgeving www.crasborn.nl
Foto’s Eduard Lampe
subversieve laag aanbrengt in de metaforiek, waardoor zij zich aan de oppervlakte conformeert aan de contemporaine cultuur, maar voor een goed verstaander de aandacht vestigt op de sekseverhoudingen. Ditzelfde is aan te tonen in andere aspecten van haar historische romans. De plot, de structuur, de stijl, de sekserepresentaties, zelfs het genre als zodanig, worden ingezet om aandacht te vestigen op de positie van vrouwen.’
E en ‘nieuwe’ Toussaint Doornbos werkte bij aanvang van haar promotieonderzoek fulltime in het onderwijs, als docent Nederlands en coördinator bovenbouw op het Gymnasium Apeldoorn. Doornbos: ‘De masterclass ‘Promoveren na of naast het werk’ was de directe aanleiding om te starten met mijn onderzoek. Dat er ruimte is voor onderzoek dat geen directe maatschappelijke of economische winst oplevert, was voor mij een aangename ontdekking. Mijn latere promotor, Marita Mathijsen-Verkooijen, (emeritus hoogleraar Moderne Nederlandse letterkunde) stimuleerde de cursisten een onderzoeksvoorstel te formuleren en gaf mij, in een reactie op dat eerste voorstel, het vertrouwen dat er toekomst in zat. Die stimulans en dat
vertrouwen zijn heel belangrijk, juist voor buitenpromovendi die de universitaire wereld immers meestal allang hebben verlaten. Dat is ook de reden dat contacten met andere buitenpromovendi zo motiverend zijn, je kunt profiteren van elkaars ervaringen. De combinatie van een baan in het onderwijs en onderzoek is voor mij een goede gebleken. Omdat ik als coördinator bovenbouw zo bezig was met beleid en organisatie en vooral dit laatste de overhand had, wilde ik erg graag ergens louter inhoudelijk mee bezig zijn en mijn creativiteit aanboren. De narratologische analyses leverden nogal eens bijzondere vondsten op, die in een tegendraadse lezing leidden tot een geheel nieuwe interpretatie, en zulke verrassende bevindingen maakten me steeds gedrevener. Voor een wetenschappelijke carrière is het waarschijnlijk wat laat, maar het blijft wel kriebelen. Hoe kan ik de ‘nieuwe’ Toussaint onder de aandacht brengen van een bredere groep lezers, of belangstelling wekken voor de combinatie van narratologische analyse en ‘tegendraads’ lezen? In 2012 is het tweehonderd jaar geleden dat Toussaint geboren werd, een mooi moment om aandacht aan haar te besteden in de vorm van artikelen, een biografie of een geannoteerde uitgave van een van haar romans. Misschien komt het er wel van.’ Lotte Batelaan 11475
Doornbos: ‘Steeds minder lezers weten Bosboom-Toussaint te plaatsen als belangrijke auteur uit de negentiende eeuw. Haar romans, met name Het Huis Lauernesse (1840) en Majoor Frans (1875), werden ooit gelezen op school. Tegenwoordig wordt Toussaint nauwelijks meer genoemd in de literatuurmethodes, al heeft ze een plaats in de canon: ze wordt gezien als traditioneel auteur van (historisch) werk met een sterk christelijke inslag. Niet boeiend dus. Maar volgens mij is het werk van Toussaint verrassend onconventioneel en zeker de moeite waard om te lezen - ook vandaag de dag. Door oog te hebben voor de manier waarop hiërarchische tegenstellingen in de tekst zelf ondermijnd worden, kun je als lezer op het spoor komen van elementen die de manifeste stellingname van een literair werk aantasten. Door een narratologische analyse kwam ik tegenstrijdigheden op het spoor, die ik vervolgens als uitgangspunt nam voor een ‘tegendraadse’ lezing, waarbij je de codes loslaat die de tekst als vanzelfsprekend veronderstelt. Zo ontdekte ik dat in De Graaf van Devonshire (1837) de metaforiek strijdig is met de karakterisering van de titelfiguur Courtenay als held. De manier waarop Courtenay getypeerd is, blijkt niet in overeenstemming met (een aantal van) zijn daden. Door dit veranderde beeld van de historische Courtenay krijgt de situatie van de (soms fictionele) vrouwen om hem heen een accent. Zo blijkt uit De Graaf van Devonshire dat Toussaint op geraffineerde wijze een