HAO-proVUssioneel
Jaargang 6 Nummer 2
Didactisch bulletin voor de huisartsopleiders HOVUmc
November-modules Juni-impressies Suriname - LG 5 2007
Huisartsopleiding VUmc OZW-gebouw De Boelelaan 1109 1081 HV Amsterdam tel.: 020-4448378 www.hovumc.nl
september 2006
HAO-proVUssioneel september 2006
INHOUD HAO’S AAN ZET!.................................................................................................................................................. 3 SAMEN OPLEIDEN.............................................................................................................................................. 6 OPROEP! ............................................................................................................................................................. 7 AANVULLENDE MODULES NOVEMBER 2006.................................................................................................. 8 Leerobstakels ................................................................................................................................................ 8 Management-onderwijs ................................................................................................................................. 9 PRAKTISCHE ZAKEN EN SPELREGELS......................................................................................................... 11 VERVROEGDE INSCHRIJVING KEUZECURSUS LEERGANG 5 APRIL 2007!.............................................. 12 IMPRESSIES VAN DE JUNI-DAGEN ................................................................................................................ 15 Leergang 1 .................................................................................................................................................. 15 Leergang 2 .................................................................................................................................................. 16 Leergang 3 .................................................................................................................................................. 16 Leergang 4 .................................................................................................................................................. 17 Leergang 5 .................................................................................................................................................. 18 PRIKBORD ......................................................................................................................................................... 24 HAO WORDT HAB ............................................................................................................................................. 25 INSIDER ............................................................................................................................................................. 26
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
1
Illustratie voorpagina, pag. 17 en 20: Rick Dros
Redactie: Sylvia el Gannouti Frieda de Haas Leni Overmars Angelika Raths HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
2
HAO’S AAN ZET! Angelika Raths
Prima sfeer (en weer) tijdens de eerste helft van onze HAO-vierdaagse in juni - afgaande op jullie evaluaties, de docent-nabesprekingen en eigen impressies. Altijd weer een beetje feest jullie allemaal ‘in huis’ te hebben. Informatief ook de frisse blik van mensen die er voor het eerst bij waren: professioneel, geconcentreerd én ontspannen, enthousiasme, actieve, constructieve deelnemers. Hoge opkomst, weinig afzeggingen. Hulde aan allen die de tropische dinsdag hebben getrotseerd. De ijskar was helemaal op z’n plaats. Wat valt me verder op? Dat jullie zelf dit jaar meer aan zet zijn dan ooit. Een goede ontwikkeling, die past bij onze kijk op onderwijs. Zo wordt natuurlijk in alle leergangen uitgegaan van jullie eigen video’s en casuïstiek. Het onderwijs is dus sterk afhankelijk van jullie inbreng en die is groot. Het meest zichtbaar is die trend in leergang 5, waar ervaren opleiders hun scholingsactiviteiten zelf kiezen: • Maar liefst drie HAO co-docenten werken mee in leergang 1 en 2. • Een groep ervaren opleiders buigt zich over het toetsen van leergesprekken in de WERKPLAATS. Een projectgroep die zelf toetst, discussieert en ontwikkelt. Open eind, we streven naar een ‘product’, maar zien wel waar we in november op uit komen. Ca. de helft van de deelnemers hoort bij de groep van • HAO-mentoren en –coaches, die al sinds 2001 samen met ons het HAO-mentoren-project ontwikkelen, uitvoeren en 2 keer per jaar voor overleg en professionalisering bij elkaar komen. • Voor het eerst een zelfsturende werkgroep: HAO-managers, die op suggestie van een ervaren HAO en met ondersteuning van Lili van Rhijn zelfstandig onderzoek doen naar de combinatie van opleiderschap en (voornamelijk) managementfunctie in de praktijk. • Twee (zeer) ervaren opleiders die, los van elkaar, het initiatief nemen zelf onderwijs aan te bieden. • Een (net) ervaren opleider die mij opbelt met het voorstel voor een eigen onderzoek over een probleem dat hij zelf heeft ondervonden (zie zijn oproep op pagina 7 van dit nummer). Wat een variatie! HAO’s geven onderwijs, begeleiden, ontwikkelen, onderzoeken. Alle activiteiten doen aanspraak op jullie creativiteit en er wordt gewerkt aan ‘producten’. Leren vanuit expertise De meeste van de bovengenoemde leeractiviteiten sluiten aan bij jullie expertise, bij wat jullie kúnnen. Dat is een andere insteek dan leren vanuit de lacune. En daarin schuilt een enorme kracht voor leren. Maar wat wij kunnen hoeven we toch niet meer te leren? Leren gaat toch over wat je níet kunt?, hoor ik sommigen zeggen. Klopt en klopt niet. Zeker is er vooral in het begin van de opleiderscarrière nog veel te leren. Daarom hebben wij gekozen voor de opzet van de vier basiscursussen leergang 1 t/m 4. En natuurlijk blijft het waardevol zicht te krijgen op je tekortkomingen. Dat is voor de meeste van ons de vertrouwde manier om naar leren te kijken. Maar dat hoeft niet de eerste, voornaamste, laat staan de enige invalshoek te zijn, want leerpsychologisch onderzoek heeft uitgewezen dat bij het verbeteren van waar men goed in is - en daar hebben de meeste mensen de grootste belangstelling voor - de lacunes vanzelf ‘mee liften’. Toen ons dit tijdens een stafscholing uit de doeken werd gedaan, werd het even stil. Je hoorde de hersenen kraken. Ik voelde me betrapt - ja, de fixatie op het deficit ligt enorm op de loer - en opgelucht – alsof een last van je schouders valt. Als ‘het moet’ verandert in ‘ik wil’ kan een enorme dynamiek vrij komen.
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
3
Precies hiermee hebben de deelnemers van de PLUIM zich bezig gehouden. Lees het beeldende bericht van Douwe de Vries in de rubriek “Impressies van juni-dagen”! Wie weet, voor sommigen een aanrader voor volgend jaar? Ervaren opleiders Met name het scholingsprogramma voor ervaren opleiders is elk jaar opnieuw een uitdaging. Wat bied je aan om HAO's die al 8, 10 of 12 jaar meedraaien en ‘alles al eens gedaan hebben’ te prikkelen? Dat geldt natuurlijk niet alleen voor de VU, maar voor alle instituten. Het leek me zinnig hierover eens met collega’s van andere huisartsopleidingen van gedachten te wisselen. Dus heb ik met ondersteuning van HAO Gert Bucher op de interstavendag van 8 juni in Rotterdam een workshop aangeboden over de invulling van een inspirerend scholingsaanbod voor ervaren opleiders. Of het de nogal vrijpostige titel was: ‘Never a dull moment’ - de zaal zat vol. Hoewel de meeste instituten op het moment vooral bezig zijn met het ontwikkelen van een basiscurriculum, waren de aanwezigen zich terdege bewust van de specifieke verantwoordelijkheid ten opzichte van de ervaren HAO. De eerste vraag was, wat is überhaupt een ervaren opleider? Eentje, die al veel aios heeft opgeleid? Eentje die bepaalde scholing heeft gevolgd? Of eentje die voldoet aan het PVH-competentieprofiel? Waar leggen wij bij scholing, toetsing en beoordeling het zwaartepunt? Dat de ervaren HAO
… organisatorisch in de onderwijspraktijk alles goed voor elkaar heeft?
… veel aios heeft opgeleid en enthousiast is gebleven voor het vak en het opleiden?
… vakkundig leergesprekken kan voeren en o.a. geleerd heeft zijn/haar mond te houden?
Wij hebben landelijk afgesproken dat wij met de scholing van HAO’s niet ergens ophouden. We gaan allemaal uit van ‘levenslang leren’. Maar dan moet het scholingsaanbod ook afwisselend en uitdagend blijven en ruimte laten voor individuele behoeftes. Natuurlijk was men in de workshop benieuwd hoe wij dit hier op de VU aanpakken. En ik geef graag toe, dat ik met enige trots verslag heb uitgebracht van onze opzet en jullie diverse activiteiten. Men had er beslist oren naar. Eind september komt zelfs een delegatie van de HO Nijmegen op bezoek om te kijken hoe wij de opleiding van onze opleiders aanpakken. Jammer dat ik op het moment van de workshop nog niet eens wist welke primeur wij voor onze ervaren HAO’s 2007 in petto zouden hebben: een leergang 5-cursus in … jawel, SURINAME! Vorig jaar november heeft HAO Wouter van Kempen een nascholing in Suriname georganiseerd, waaraan ook enkele opleiders in hun rol als huisarts hebben deelgenomen (zie ook Wouters’ column hierover).
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
4
Uitgaande van deze ervaringen hebben wij samen gekeken naar mogelijkheden aan deze nascholing didactische leermogelijkheden toe te voegen en daarmee geschikt te maken voor ons officiële HAOscholingsaanbod. Het resultaat vinden jullie op pagina 12-14. Ben benieuwd! Deze keuzecursus is extra interessant, omdat de VU op de nominatie staat Suriname te ondersteunen bij het opzetten van een eigen huisartsopleiding. Maar daarover meer als het zover is. Omdat dit evenement vanwege praktische (o.a. klimatologische) redenen al midden april geprogrammeerd moest worden, vinden jullie de aankondiging en uitnodiging al in dit nummer. Mail je aanmelding voor 1 november naar Sylvia! (zie bladzijde 14). DIS aan zet Wat houdt de DIS (Didactische Scholing) verder van de straat? In steeds meer praktijken wordt met z’n tweeën opgeleid. Een goede zaak, die wel wat aanpassingen vraagt. Om helderheid te scheppen en te ondersteunen bij de concrete praktische uitvoering, zijn we bezig beleid uit te stippelen voor het samen-opleiden. Hoe definiëren we welke functie? Hoofdopleider, duo-opleider, coopleider, maatje – of moet het anders? Wie doet wat? Wat zijn de (scholings)eisen? Het is pionierswerk. Landelijk ligt er weinig over een differentiatie van de opleidersfunctie. Het vraagt dus nog flinke afstemming met de HVRC. Daarom kunnen we de resultaten helaas ook nog niet, zoals gehoopt, in dit nummer presenteren. Hopelijk zijn we in april volgend jaar zover. Verder werken wij conform het PVH HAO-selectie- en toetsbeleid aan een sluitend begeleidings- en beoordelingstraject voor beginnende opleiders. Een go/no-go procedure voor HAO’s ter aanvulling van onze oriëntatiecursus. De oriëntatiecursus is waardevol, omdat hij beide partijen helpt bij een goede beslissing, voor het instituut een soort voor-selectie, maar hij geeft nog onvoldoende informatie over de te verwachten HAOkwaliteiten van de deelnemers. Daarvoor is een protocol met toetsmomenten voor de eerste 1½ jaar nodig. Ons concept zullen wij aan de HAO-vereniging voorleggen. Fijn, dat Hans Burggraaff als bestuurslid van de HAO-vereniging en lid van de DIS al tijdens de ontwikkeling mee kan denken. Over de resultaten houden we jullie via de proVU op de hoogte. Omdat de medewerking van Hans zo goed bevalt, gaan wij trouwens ook een ervaren HAO bij de HaDiDoc (commissie die de kwaliteit van onze opleiders bewaakt) betrekken. Nu lopen de voorbereidingen voor november. Ik hoop jullie dan allemaal weer te zien. In ieder geval beloof ik een nieuw intermezzo. Op verzoek van velen niet meer op de woensdagmiddag voor iedereen gezamenlijk, maar op dinsdag- én woensdagavond na het diner, ter ontspanning en vermaak in kleinere kring. Benieuwd hoe dat bevalt. Ik had de groep eerder gezien en als optie in mijn achterhoofd. Maar toen een HAO, die hen elders had meegemaakt, mij tipte, zijn er onmiddellijk spijkers met koppen geslagen. Laat je verrassen!
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
5
SAMEN OPLEIDEN Lili van Rhijn
Barbara van Duin - de dikke of de dunne? - liet in de vorige proVU weten: “Of een duo aan bepaalde eisen moet voldoen om een goed duo te zijn, weet ik niet”. Precies daarover buigen wij ons op dit moment. Allereerst: we zijn blij met de diversiteit in praktijken binnen onze huisartsopleiding. Wij beschouwen de diversiteit, die door duo-praktijken en andere samenwerkingsvormen van opleidende huisartsen is ontstaan, als een verrijking van ons opleidingsaanbod. De aios komen zo direct en indirect in aanraking met verschillende manieren van praktijkvoering en kunnen daardoor een eigen keuze maken. Veelal zal de aios ook profiteren van de verschillende docentkwaliteiten, die beschikbaar zijn wanneer verschillende huisartsen bij de opleiding betrokken zijn. Als staf zien we in de ‘meermens’-opleidingspraktijken verschillen in de soepelheid waarmee de opleiding loopt. Het organiseren van een opleiding met meerdere docenten vraagt meer afstemming en zeker in de startfase en/of bij problemen meer tijd. Er zitten ook een aantal praktische knelpunten aan de huidige situatie. Voor het secretariaat van het huisartseninstituut is de diversiteit niet altijd eenvoudig te volgen. Waar moet de post naar toe? Wie moet worden uitgenodigd voor terugkomdagen en cursussen? Wie is aanspreekbaar? Ook voor u als opleider zijn deze zaken niet altijd even helder. Daarnaast stelt de HVRC een aantal eisen aan opleiders, die niet altijd makkelijk te verbinden zijn met wat we in de praktijk van het samen-opleiden tegenkomen. Kortom: wij vonden het hoog tijd om in deze materie helderheid te brengen. In een notitie hebben we de verschillende mogelijke constructies beschreven. Bovendien willen we duidelijk maken wat wij als instituut vragen van de verschillende opleidende huisartsen in de praktijk en welke ondersteuning wij hen als instituut aanbieden. Met die notitie gaan we binnenkort in gesprek met de HAO-vereniging en de HVRC om het geheel zo eenduidig mogelijk te maken. We streven naar een duidelijk en kloppend beleid, dat we zo snel mogelijk aan jullie zullen presenteren. U hoort van ons!
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
6
OPROEP! Berend Jansen
Ervaring met go/no-go-problematiek? Dat het opleiden van huisartsen over het algemeen een aangename en zinvolle bezigheid is, zal een groot deel van de HAO’s bevestigend kunnen beantwoorden. Het betekent vaak een interessante uitwisseling waarbij je steeds opnieuw bij het vak bepaald wordt en zelf ook mee ontwikkelt. In het begin investeer je, maar aan het einde komt daar vaak wat werkverlichting voor in de plaats, zodat er uiteindelijk sprake is van de beroemde win-win situatie.
Opleiderschap houdt ook in dat men de huisarts-in-opleiding moet beoordelen. Na negen maanden is er al de ‘go / no-go’ of ‘go/tenzij’. Goed is goed. Dat is simpel. Problemen beginnen echter bij het ‘niet goed’, of het ‘niet helemaal goed’. Extreme situaties daargelaten zal de HAO enige tijd nodig hebben alvorens hij/zij inziet dat het niet gaat zoals gewenst. Daarna volgt de fase van “het eraan trekken”, samen met de groepsbegeleiders. Wanneer trek je als opleider de streep? In de wandelgangen hoor je de spierballen-taal: we willen toch de beroepsstandaard hoog houden en geen slechte dokters afleveren. De praktijk is wat weerbarstiger, want wie trekt de streep en waarop is dit gebaseerd? Wie is er verantwoordelijk? Hoe is in dezen de verhouding HAOgroepsbegeleiders-instituut? Wat als je mening als HAO afwijkt van die van de groepsbegeleiders? Hoe sterk maak je je als HAO voor een no-go of een tenzij? Wat zijn dan de criteria waarop jij een grens trekt? Ik heb hiermee te maken gehad. Daarom wil ik in het kader van de didactische scholing dit jaar een onderzoekje doen waarbij ik wil inventariseren hoe er vanuit het HAO-perspectief met deze vragen wordt omgegaan.
Daartoe roep ik HAO’s die ervaring hebben met beoordelingsdilemma’s om zich bij mij te melden (
[email protected])! Tijdens of rond de nascholingsdagen in november wil ik jullie graag benaderen voor een interview of vragenlijst.
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
7
AANVULLENDE MODULES NOVEMBER 2006
Voor HAO’s die in juni verhinderd waren, bieden wij twee aanvullende november-modules ter keuze aan. Hiervoor zijn reeds uitnodigingen verstuurd. Wie er per abuis geen heeft ontvangen, kan dit alsnog aanvragen bij Sylvia el Gannouti (
[email protected] of 020 – 444 83 78). Inschrijving geschiedt in volgorde van binnenkomst.
Leerobstakels
Titel cursus
LEEROBSTAKELS
Doelgroep
Opleiders, die in juni niet deel hebben genomen aan de didactische scholing, alle leergangen
Cursusdagen
7 en 8 november, dinsdag/woensdag
Docenten
Paul van Katwijk, Mieke Mannens en Alma van der Vecht
Competenties
De opleider 2.5 beoordeelt op zo concreet en objectief mogelijke wijze het functioneren van de aios en communiceert hierover met betrokken partijen. 3.2 schept en onderhoudt een goede werkrelatie met alle partijen die betrokken zijn bij de uitvoering van de opleiding. 3.5 communiceert met het instituut over de inrichting van de opleiding en het effect ervan op de aios. 4.1 werkt systematisch en doelgericht aan onderhoud en verbetering van het professioneel handelen als opleider. 4.2 gaat bewust en adequaat om met de eigen houding als opleider. 4.3 hanteert effectief, verantwoord en flexibel verschillende rollen (zoals opleider, huisarts, collega, werkgever).
Inhoud cursus
Een goedlopend leertraject is te vergelijken met een beekje dat ongehinderd stroomt. Een slecht lopend leertraject betekent dat er obstakels zijn die de vrije loop hinderen. Een taak van een opleider is te helpen deze obstakels uit de weg te ruimen. Daarvoor moet de opleider leerimpasses kunnen signaleren, analyseren en bespreken met de betrokken partijen - aios én instituut. Daarbij komt de opleider zijn/haar eigen visie over ‘leren’ tegen, maar ook de eigen beperkingen, bijvoorbeeld in het stellen van grenzen, het geven van (kritische) feedback als ook de eigen schroom om een aios (met een onvoldoende) te beoordelen. Soms verloopt het opleidingstraject van een aios moeizaam. Een ‘ik-kan-allesal’-aios of een aios die privé teveel aan het hoofd heeft of een aios die onder de maat presteert kan het plezier in het opleiderschap ondermijnen. Wat zijn in dergelijke situaties rol, taken en mogelijkheden van de hao? Daarover gaat het in deze tweedaagse.
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
8
Thema’s
Werkwijze
•
Het signaleren van leerproblemen
•
De analyse van leerproblemen
•
Het voeren van voortgangsgesprekken
•
Opereren binnen de driehoeksrelatie aios-opleider-instituut
•
Leerobstakels als uitdaging
•
Creëren van - en omgaan met leerspanning
• •
Systematiek en Systematiek en hulpmiddelen in een leertraject Kritisch beoordelen, no go – procedure en eventuele eigen obstakels hierbij
Tijdens de cursus wordt zoveel mogelijk uitgegaan van eigen ervaringen met het begeleiden van ‘moeilijke’ aios of verstoorde leerprocessen. Aan de hand van (eigen) casuïstiek, met behulp van leergesprek-fragmenten op video en oefeningen, wordt theorie over leerproblemen besproken en geoefend. Tijdens deze cursus zal gedeeltelijk in ‘niveaugroepen’ worden gewerkt en waar mogelijk voortgeborduurd op de inhoud van de voorgaande cursussen van het basiscurriculum.
Management-onderwijs
Titel cursus
MANAGEMENT-ONDERWIJS IN DE OPLEIDINGSPRAKTIJK
Doelgroep
Opleiders, die in juni niet deel hebben genomen aan de didactische scholing, alle leergangen
Cursusdagen
8 en 9 november, woensdag/donderdag
Docenten
Piet Schoonheim Gastdocenten: Marten de Haan, Eddy Reynders en Wim Willems
Competenties
De opleider 2.1 maakt bewust gebruik van de eigen voorbeeldfunctie. 2.2 stimuleert en ondersteunt het ontwikkelen van kennis en vaardigheden op verschillende manieren. 2.3 past de voor de situatie geschikte communicatieve technieken efficiënt toe tijdens de begeleiding van de aios. 2.4 stimuleert en ondersteunt de aios bij het formuleren van leerdoelen en het opstellen, realiseren en evalueren van leer-/werkplannen. 3.3 organiseert menskracht, middelen en informatiestromen met de betrokken partijen zodanig dat efficiënt en effectief gewerkt en geleerd kan worden. 3.4 bewaakt dat de aios geconfronteerd wordt met een patiëntenaanbod dat leidt tot gewenste competentieontwikkeling. 4.1 werkt systematisch en doelgericht aan onderhoud en verbetering van het professioneel handelen als opleider.
Inhoud cursus
Het leren van management-vaardigheden door aios vindt plaats in de praktijk, ondersteund door zelfstudie en cursorisch onderwijs op het instituut. De HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
9
opleider en diens praktijk vormt de belangrijkste bron voor het leren van competenties op het gebied van management. Dit betekent dat de opleider de leeromgeving in de opleidingspraktijk dusdanig in moet richten, dat de aios in staat wordt gesteld de beoogde management-competenties te verwerven. Geen opleider kan alle management-competenties onderwijzen. Daarom moet elke HAO weten, welke van deze competenties in zijn/haar praktijk te leren valt. Daarmee beginnen wij in de ochtend. De middag van de 1e dag zal gericht zijn op het kwaliteitsmanagement: accreditatie en jaarverslag. De avond wordt besteed aan de huisarts als ondernemer en op welke manier dit in de leeromgeving aan de orde kan komen. Tijdens de ochtend van de 2e dag richten wij ons op het werken met assistente en praktijkondersteuner: hoe organiseert de opleider het samenwerken tussen aios en assistente/praktijkondersteuner en hoe wordt het leren delegeren vorm gegeven? Het afsluitende dagdeel wordt besteed aan het individueel opstellen van een plan van aanpak waarmee de praktijksituatie in overeenstemming met de beoogde doelen kan worden gebracht. Thema’s
• • • •
• •
Werkwijze
Basisprincipes van de organisatie Kwaliteitsmanagement; praktijk-accreditatie, jaarverslag Huisarts als ondernemer: ondernemingsplan, onderhandelen De huisarts als werkgever - functioneel - juridisch Werken met assistente en praktijkondersteuner Delegeren / aansturen - functionerings- en beoordelingsgesprekken
Bij aanvang van de cursus wordt nagegaan welke thema’s door de cursisten van belang worden gevonden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het onderwijspakket ‘Samenwerking en organiseren’. Vervolgens wordt een aantal thema’s uitgewerkt, waarbij voortdurend in samenspraak met de cursisten de gevolgen voor de leeromgeving worden vastgesteld. Er word in de hele groep, in tweetallen en in kleine groepen gewerkt. De resultaten van de afsluitende opdracht worden later in tweetallen uitgewisseld.
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
10
PRAKTISCHE ZAKEN EN SPELREGELS
Het onderwijs vindt plaats in leergangen, onderscheiden naar het basiscurriculum (leergang 0 t/m 4) en het keuzecurriculum in leergang 5 voor ervaren opleiders. Hieronder zetten we nog even de belangrijkste praktische zaken en spelregels rondom de leergangen op een rijtje.
•
Een cursus duurt 4 dagen, te weten: twee achtereenvolgende dagen in juni en in november. Uitzondering zijn de 2-daagse novembermodules voor opleiders die aan een 4-daagse niet deel konden nemen.
•
Duo-opleiders zijn altijd beide welkom, als er voldoende plekken zijn. Wél wordt elke deelnemer geacht alle dagen aanwezig te zijn.
•
Accreditering: 1 contactuur = 1 punt. Volledige cursus van 4 dagen: 26 punten, novembermodule: 13 punten.
• U dient minstens driekwart van de hele cursus te hebben gevolgd, voordat u opschuift naar een volgende leergang. Let op: Voor sommige cursussen zijn bepaalde dagen onmisbaar. • De keuzecursussen van leergang 5 gaan door als er minimaal 10 aanmeldingen zijn. Bij elke cursus is het max. aantal deelnemers vermeld. Inschrijving geschiedt in volgorde van binnenkomst. • Wij sturen u na de gehele cursus, dus na november, een rekening. De kosten zijn inclusief maaltijden en overnachting. Alleen wanneer u minimaal 7 dagen voor aanvang van de cursus opgeeft dat u niet zult overnachten, brengen wij de overnachting in mindering op uw rekening. Niet genoten maaltijden kunnen wij helaas niet in mindering brengen. Graag hiervoor uw begrip. Verdere informatie zie “Regelgeving inzake financiële afhandeling meerdaagse cursussen” op de website: www.hovumc.nl •
Contactpersoon: Sylvia el Gannouti, maandag t/m vrijdag, tel. 02044 8378, e-mail
[email protected]
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
11
VERVROEGDE INSCHRIJVING KEUZECURSUS LEERGANG 5 APRIL 2007! (let op: dit is GEEN NOVEMBERMODULE!)
Titel cursus
NASCHOLING SURINAME – leren en leren-leren in den vreemde
Doelgroep
leergang 5 (Wouter van Kempen heeft in 2006 een ha-nascholing in Suriname georganiseerd. Toen niet specifiek voor opleiders en geen onderdeel van ons didactisch scholingsaanbod. Wél hebben 7 HAO’s daaraan deelgenomen in hun functie als huisarts. De hier beschreven nieuwe opzet heeft voor de deelnemende HAO’s een didactische insteek en is daarom opgenomen in ons leergang 5-aanbod 2007. Deze cursus vervangt dus een 4daagse.)
Cursusdagen
11/12 tot 21/22 april 2007 1e voorbereidende bijeenkomst (voor HAO-deelnemers): donderdag 30 november 15.30-18 uur op het instituut
Begeleiders
Wouter van Kempen, Angelika Raths
Kosten
Ca. € 2400.- all in (speciaal HAO-tarief)
Minimaal Maximaal
15 30 VUmc-HAO’s hebben de eerste optie voor inschrijving; daarna wordt de groep tot het maximum aangevuld met Nederlandse huisartsen. Vanuit Suriname zullen naar verwachting ca. 50 huisartsen deelnemen.
Competenties
De opleider 2.2 stimuleert en ondersteunt het ontwikkelen van kennis van vaardigheden op verschillende manieren. 4.1 werkt systematisch en doelgericht aan onderhoud en verbetering van professioneel handelen als opleider.
Inhoud cursus
De (HAO-) deelnemers volgen en geven nascholing. De huisartsen in Suriname hebben behoefte aan nascholing. Ervaren VUmc-opleiders hebben uitgebreide didactische scholing gevolgd, ruime ervaring met het opleiden en sommigen ook met het geven van nascholing. De opzet van deze cursus biedt de kans de eigen didactische kwaliteiten in te zetten, doelgericht te evalueren, kritisch te bekijken en zo mogelijk te verbeteren. Bij de door de HAO’s aan te bieden thema’s is gedacht aan consultvoering, arts-patiënt-communicatie, praktijkorganisatie en medische onderwerpen. Zo doet de gemiddelde huisarts in Suriname bijvoorbeeld niet veel aan injecties in gewrichten en slijmbeurzen. Ook het plaatsen van IUD's en het doen van kleine chirurgische ingrepen is erg zeldzaam. Het idee is dat de HAOdeelnemers dit soort vaardigheden of competenties praktisch met de Surinaamse collega’s oefenen. Er kan ook gedacht worden aan het inrichten
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
12
van toetsstations. Het aanbod van thema’s is afhankelijk van de expertise van de deelnemende HAO’s en de wensen van de Surinaamse collega’s. Daarnaast zullen diverse Surinaamse specialisten hun bijdrage leveren. Wegens groot succes bij de nascholing van 2006 zullen de onderwerpen reizigersadvisering (gecertificeerd door de LCR en gegeven door Wouter van Kempen), interculturele psychiatrie en dermatologie voor de donkere huid zeker terugkeren op het programma. In Suriname wonen nog geen 500.000 mensen. In Nederland wonen bijna 400.000 mensen afkomstig uit Suriname, meestal Creolen, Hindoestanen of Javanen. Iedere bevolkingsgroep heeft haar eigen cultuur en gewoontes, die ook tot uitdrukking komen bij geboorte, ziekte en sterven. Men zal dus ook kennis en ervaring opdoen met de culturele diversiteit ten aanzien van ziektebeleving en gezondheidszorg. Thema’s
• • • • • • • • • • • •
Werkwijze
Begin van het jaar zal op het instituut een algemene, informatieve bijeenkomst voor alle deelnemers plaatsvinden, aangevuld met een speciaal dagdeel voor de deelnemende HAO’s. Daarbij zullen o.a. docentkoppels gevormd worden die elk een eigen nascholingsthema didactisch aantrekkelijk plannen, in Suriname uitvoeren en evalueren. In deze bijeenkomst zal ook informatie worden gegeven over effectieve werkvormen. Verder formuleert iedere (HAO)deelnemer voor zichzelf ‘smarte’ doelen op didactisch gebied.
uitwisseling tussen de Nederlandse en de Surinaamse huisartsen diversiteit t.a.v. ziekte(beleving) en gezondheidszorg eigen sterke kanten op huisartsgeneeskundig en didactisch terrein eigen leerpunt t.a.v. didactische competenties principes van efficiënt leren afwisselende, effectieve werkvormen feedback aan elkaar over de eigen didactische aanpak en attitude consultvoering arts-patiënt-communicatie praktijkorganisatie het trainen van medisch-technische vaardigheden intervisie
De nascholing zelf zal worden gegeven op vrijdag, zaterdag en zondag. Soms plenair, maar vooral in kleine groepjes, waarin interactief gewerkt, gediscussieerd en geoefend kan worden. In totaal gaat het om 6 dagdelen nascholing, die gevuld worden met een gevarieerd aanbod, waaruit alle deelnemers kunnen kiezen. Per thema zullen 90 minuten, of desgewenst een heel dagdeel beschikbaar zijn. Elke workshop wordt begeleid door een HAO-koppel. De HAO-deelnemers geven bij hun inschrijving zelf aan welk/e onderwerp/en zij kunnen aanbieden. De Surinaamse collega’s zullen hun wensen kenbaar maken. Het uiteindelijke programma zal worden samengesteld in goed overleg met de nascholingscommissie van de VMS (Vereniging van Medici in Suriname). Op de maandag na de nascholing is er voor de Nederlandse deelnemers HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
13
gelegenheid een ochtend mee te lopen in de praktijk van een Surinaamse collega. De verschillen tussen de praktijken zijn zeer groot - van hypermodern tot zeer eenvoudig. Het bezoek zal inzicht geven in de structuur van de gezondheidszorg in Suriname. Daarnaast zal er uiteraard tijd zijn voor ontspanning. In 2006 bijvoorbeeld is een groep van 15 Nederlandse huisartsen met een klein vliegtuigje naar Palumeu gevlogen, een indianendorpje diep in het binnenland. Op de laatste dag zal in Paramaribo waarschijnlijk een feest georganiseerd worden voor alle artsen. In overleg vindt óf tijdens het verblijf in Suriname óf na afloop in Nederland op het instituut een evaluatie plaats van de eigen leeractiviteiten en ervaringen (alleen voor HAO-deelnemers). Nadere informatie • over inhoud en reisorganisatie: Wouter van Kempen, liefst via e-mail:
[email protected] of tel 023- 5472199 • HAO-specifieke en didactische vragen: Angelika Raths (
[email protected]) Aanmelding
Inschrijving tot 1 november 2006 (in volgorde van binnenkomst) via e-mail bij Sylvia el Gannouti (
[email protected]) met opgave van de onderwerpen, die men aan zou kunnen bieden. Na inschrijving ontvangt men nadere informatie.
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
14
IMPRESSIES VAN DE JUNI-DAGEN
Als opwarmer en info voor collega’s uit andere leergangen hier enkele impressies uit het eerste cursusdeel in juni, opgetekend door één van de deelnemers of docenten.
Leergang 1
Titel cursus
DE DUIZENDPOOT
Vervolg
7 en 8 november, dinsdag/woensdag
Docenten
Marianne Kok en Piet Verkuyl (HAO)
In de junidagen van dit jaar zijn we in leergang 1 met een groep opleiders begonnen die hun eerste drie en een halve maand als opleider erop hadden zitten. De ervaringen liepen uiteen en dat hoort ook zo. Tijdens de eerste ronde blijkt al dat er voldoende 'materiaal’ is om de oefeningen te vullen met eigen voorbeelden. Daar hebben we dan ook gretig gebruik van gemaakt. Het zelf spelen van je HAIO in een 'persoonsgericht' voortgangsgesprek was een goede manier om je te verplaatsen in de situatie van de HAIO en daardoor suggesties te krijgen hoe je zo'n gesprek straks 'thuis' in de praktijk kunt voeren. Uit de evaluatie van de cursus bleek, dat vooral dit onderdeel voor de deelnemers zeer waardevol was. Onderwerpen als structuur aan brengen in de werkdag, plannen van onderwijsactiviteiten en de verschillende methodieken die we daarbij kunnen gebruiken, werden ook gewaardeerd. Wat een opluchting toen ontdekt werd dat het voeren van een gestructureerd leergesprek dezelfde kenmerken heeft als een consult voeren! Het doorvragen op de leervraag van de HAIO komt immers overeen met het verhelderen van de hulpvraag van de patiënt. Voor sommigen was het eerste rondje 'kennismaking en ervaringen uitwisselen' te lang; liever gingen zij direct aan de slag met oefenen in kleine groepjes. Ook de nieuwe toets- en beoordelingsprocedure riep vele vragen op. Gelukkig is dit onderwerp voor alle opleiders nieuw en zal er op de paralleldagen door de groepsbegeleiders nog aandacht aan gegeven worden. Voor allen gold: veel geleerd en hard gewerkt en dat vooral in een prettige, vrolijke sfeer. Afspraak voor november: concreet aan de slag met 'eigen' leergesprekken op video! Ik verheug mij erop.
Marianne Kok
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
15
Leergang 2
Titel cursus
LEERGESPREKKEN
Vervolg
7 en 8 november, dinsdag/woensdag
Docenten
Gerda Visser en Helle Poulsen Co-docenten: Wim Schuurman (HAO) en Jan de Heer (HAO)
In juni kon er, mede dankzij de 2 co-docenten, intensief geoefend worden met de leergesprekken. Als materiaal voor het oefenen dienden steeds de meegebrachte video-opnames van eigen leergesprekken. Zodoende konden de cursisten aan de slag met hun leervragen bij deze banden. Dat leverde ook deze keer een breed spectrum aan vragen op. Zoals: Hoe breng ik meer diepgang in mijn leergesprekken? Het belang van het concretiseren van de leervraag. Hoe sluit ik in mijn leergesprekken het beste aan bij de leerstijl van deze HAIO? Aan het eind van de cursus formuleerde iedere cursist eigen aandachtspunten voor de komende maanden. Daarmee gaan we in november weer aan de slag! Gerda Visser
Leergang 3
Titel cursus
DOKTERS MET STIJL
Vervolg
8 en 9 november, woensdag/donderdag (let op: afwijkend van juni!)
Docenten
Willem Feijen en Annebet Willink (staflid HO UvA)
“Dokters met stijl” gaat over verschillen en overeenkomsten in leerstijlen, denkstijlen en conflictstijlen en hoe deze (desgewenst anders) te (leren) hanteren in het opleiden met je HAIO. Op de ochtend van de eerste dag waren er twee HAIO ’s uitgenodigd. Er werd in twee subgroepen geoefend in (be)oordelen en het geven van en omgaan met kritiek. Een levendige en spannende start met twee enthousiaste HAIO’s (die later terugmeldden, het een leuke ochtend gevonden te hebben en hier zelf ook weer van geleerd te hebben). De middag werd besteed aan “omgaan met conflicten”: na een korte theoretische inleiding werden eigen stijlen bekeken, vervolgens werd met eigen casuïstiek in subgroepen geoefend. Men probeerde een andere stijl in te zetten dan gebruikelijk en er werd besproken wat dat opleverde. ‘s Avonds kwamen verdedigingsmechanismen aan bod. Het de eerste avond aansnijden van een nieuw onderwerp bleek eigenlijk teveel gevraagd op een zo lange dag - een punt van aandacht voor de volgende keer dat deze cursus gegeven zal worden. Op dag twee stonden ‘s ochtends leerstijlen centraal. De eigen leerstijlen werden geïnventariseerd. Er werd gekeken naar en geoefend met hoe eigen stijlen van opleider en HAIO het leren kunnen bevorderen dan wel kunnen bemoeilijken en hoe dit te beïnvloeden is.
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
16
’s Middags werden plannen gemaakt om met hetgeen in de cursus aangereikt en geoefend werd in de praktijk aan de slag te gaan. De plannen werden in de vorm van een DART-N gegoten. Twee drukke, levendige en boeiende dagen. Willem Feijen
Lorenzo
Leergang 4
Titel cursus
DOORSTART
Vervolg
7 en 8 november, dinsdag/woensdag
Docenten
Leni Overmars, Lili van Rhijn en Ans Bijlmer
Er bleek een fors gezelschap HAO’s zich aangemeld te hebben (16). De leiding lag bij een gedegen “triumviraat” (hoe heet dat in het vrouwelijke?) van Ans, Lili en Leni. De opzet van de cursus was om na een aantal HAO-jaren de balans op te maken. Wat is er gebeurd, wat heeft het je opgeleverd, waar sta je nu, en wat zou je nog willen in de toekomst? Dit door middel van verbale en non-verbale werkvormen (tekenen!!) in de hele groep, maar vooral in kleinere subgroepen. In deze groepjes werd besproken, wat je vooral moeilijk vindt aan opleiden en wat je zou kunnen helpen. De 2e dag begon met een concert van Joost, die Scarlatti-sonates speelde. Daarna bekeken we video’s in kleine groepjes en bespraken concrete vraagpunten uit de praktijksituaties. Vervolgens werd gezamenlijk besproken wat ieder concreet gaat doen met het geleerde. Daartoe werden ‘buddyparen’ gevormd, die elkaar in de komende tijd, maar met name voor de volgende cursusdata (7,8 november), gaan benaderen om elkaar te stimuleren de voorgenomen besluiten daadwerkelijk in praktijk te brengen.
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
17
Bij de evaluatie kwamen als minpunten naar voren: de hitte van de 1-ste dag en de groepsgrootte. De begeleiding werd geprezen om de deskundige en betrokken aanwezigheid. Willem Maschhaupt
Leergang 5
Titel cursus
DE PLUIM
Vervolg
8 en 9 november, woensdag/donderdag
Docenten
Willemien Avenarius en Jelle de Boer (staflid HO Groningen)
‘Een pluim op je hoed is heel wat meer dan een roze bril op je neus en een veer in je gat’ In het kennismakingsrondje blijkt al direct dat we hier wat te leren hebben. Iedereen beschouwt zichzelf als slecht in het geven van complimenten en het in ontvangst nemen van lof. Bang om met het hoofd boven het maaiveld uit te steken. Je gaat naast je schoenen lopen en wordt arrogant. Het geven van feedback in de zin van ‘wat was goed, maar wat kan beter’ wordt meestal besteed aan het omstandig doorzagen over wat er eigenlijk toch niet deugt. Met verholen kritiek als ‘Hoe bedoelde je dat eigenlijk?’ en ‘Wat wilde je met die opmerking?’. We zijn – of we nu godsdienstig zijn opgevoed of niet – toch echt Calvinisten, ons voortdurend bewust van de feilbaarheid van mensen. En vooral niet ijdel zijn, want dat komt voor de val. De opdracht in deze cursus is elkaar uitdrukkelijk en uitsluitend positieve feedback te geven, vandaar de titel ‘de Pluim’. Je leert meer door opmerkzaam gemaakt te worden op wat je goed doet, dan te horen wat je fout doet en moet vermijden, is het uitgangspunt. Kwaliteit moet je bekrachtigen. We bespreken vier op video opgenomen consulten en vier rollenspelen. Ieder krijgt van negen collega’s zeer gedetailleerd en genuanceerd commentaar; ‘dat gebaar van je…die mimiek…dat knikje …dat grapje …de manier waarop je dat zei … de formulering die je daar gebruikte …de manier waarop je doorvroeg…de stilte die je daar liet vallen…de manier waarop je daar even wegkeek…’. LSD: luisteren, samenvatten en doorvragen. Hoe geef je aan dat je aandachtig luistert, welke heretikettering gebruik je in de samenvatting en wat zeg je dan om iemand ertoe te brengen meer te vertellen over klacht en gemoedsbeweging? Hoe introduceer je verdere diagnostiek of een behandelplan? We zien en bespreken achtereenvolgens: een consult, waarin maar liefst drie hulpvragen aan de orde komen, een consult, waarin rectaal getoucheerd wordt, eentje, waar de context omstandig aan de orde komt. We zien een angstige, dwangmatige en hypochonder man, een gescheiden vrouw die overbelast is met werk en kinderen en bij de dokter zeer aandachtig en liefdevol gehoor vindt. Toonbeeld van intense betrokkenheid en tegelijkertijd zeer professionele distantie. Een man, die door zijn vrouw gestuurd wordt, een man die nu wel eens echt voor zijn rugpijn onderzocht wil worden.
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
18
In het begin gonst veel ‘ja maar…’ door je hoofd, want je hebt een heleboel kritische op/- en aanmerkingen, die je graag kwijt wilt, maar die je moet bewaren voor een andere keer en dus vergeten. Het gaat er nu om je collega’s opmerkzaam te maken op wat ze goed doen in het consult. En het is verbijsterend op hoeveel positieve feedback je met zijn negenen komt. Ieder heeft afzonderlijk lang niet alles opgemerkt wat er aan bewonderenswaardigs is te zien en te horen: veel wat/- en hoe-vragen, het observeren van houding en gebaar en het zich richten op het hier en het nu. Goede consultvoering ziet er zo ‘gewoon’ uit, heel essentiële vragen worden ‘terloops’ gesteld. Hoe kun je je HAIO laten zien en overdragen wat je aan vaardigheid te bieden hebt? Dat komt steeds aan de orde. HAO’s houden veel te veel en te vaak hun licht onder de korenmaat, treden te weinig op als rolmodel. Laat je HAIO een videoband maken, maak er zelf eentje en geef elkaar dan positieve feedback. Het was een heel inspirerende en stimulerende cursus, door het samenwerken met zeven ervaren collega’s onder begeleiding van Willemien Avenarius en de Friese psycholoog Jelle de Boer, die verbonden is aan de huisartsenopleiding in Groningen. Schouderklopjes blijken helemaal niet tot het slaan op de borst te leiden, maar complimenten worden discreet in ontvangst genomen: ‘Leuk dat je zag wat ik daar deed, ik wist zelf niet dat ik het (in me) had’. In november gaan we het nog eens twee dagen doen. Ondertussen oefenen we het - in de leergesprekken met op video opgenomen consulten - met onze HAIO’s. Douwe de Vries
Titel cursus
EEN MENS
Vervolg
7 en 8 november, dinsdag/woensdag
Docent
Hans van der Voort
Een huisartsopleider is ook (maar) een mens! De titel van deze cursus uit de vijfde leergang had ook kunnen eindigen met: ‘…ook maar een man!’ Want maar liefst twaalf opleiders van het mannelijke geslacht hadden zich onder leiding van – de man – Hans van der Voort verenigd rond het thema ‘het menszijn van de opleider’. Echter niet onze mannelijkheid, niet de seksespecificiteit van onze problematiek stond deze dagen centraal, doch onze hele persoon met al haar facetten, professionele en private. Zodat we mogen concluderen dat het woord ‘mens’ in de titel de lading beter heeft gedekt dan het woord ‘man’ gedaan zou hebben. Volgens Hans berustte de pure mannelijkheid van ons gezelschap op louter toeval. In de gewijde sfeer van de Sint Helena kapel met haar gebrandschilderde ramen en naar veel biechtzweet riekende alkoofjes wisten wij wel beter. Bewust van de statistische onmogelijkheid van een dergelijk toeval bevroedden wij een hogere hand – de hand van Hans, de hand van God? - die ons gezelschap had samengesteld. Een hand die er verantwoordelijk voor was dat wij door het ontbreken van het vrouwelijk geslacht twee dagen verstoken zijn gebleven van enig hanig veroveringsgedrag, daarentegen extra hard moesten werken om de emotionaliteit van onze gesprekken te waarborgen. Een hand die de voorwaarde had geschapen voor een zegenrijke, veilige en vertrouwenwekkende atmosfeer. De toon werd gezet tijdens de eerste sessie die aanvankelijk oogde als een nadere kennismaking, maar spoedig alle deelnemers in de greep kreeg. Om beurten maakten we ons los uit de groep, verlieten de zaal en
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
19
betraden vervolgens opnieuw de zaal om plaats te nemen op de stoel aan gene zijde van de tafel waarachter de rest in een halve cirkel nauwkeurig de lichaamstaal van de enkeling gadesloeg. Op de solitaire stoel voor de groep vertelde ieder van de twaalf zijn eigen, zeer persoonlijke verhaal met zijn eigen verlangens voor de toekomst. De overigen luisterden en observeerden aandachtig en stelden - opleiders eigen - vragen van uiteenlopende aard, zo verhelderend, verdiepend, confronterend, vernieuwend en emotioneel reflecterend. In sommige verhalen lag de nadruk op de ervaringen uit het verleden: buitenechtelijke relaties, depressie, hartoperatie. In sommige op het getob in het heden: opmaken balans; erg druk, maar toch eenzaam; teveel moeten; teveel willen en kunnen. In sommige op de toekomst: werken in het buitenland, HOED-vorming; concrete voornemens: meer nee zeggen, vaker negatieve feedback geven, functioneringsgesprek houden met assistente, systematisch hardop reflecteren tijdens consult. Elk verhaal werd besloten met een antwoord op de vraag van Hans: ‘Zie je jezelf de komende 10 jaar nog als huisarts?’ Gelukkig klonk niet één nee uit de mond van de twaalf opleiders, die – wat mij opviel – in het algemeen erg actief, creatief en talentvol zijn, maar in deze vrouwloze setting zeer bescheiden bleven. In de sessies die volgden maakten we een aantal stappen. We kwamen uiteindelijk uit bij onze rol als opleider. En vooral bij de vraag wat wij persoonlijk in het bijzonder te bieden hebben als opleider. Het waren een tweetal fascinerende dagen in de heilige, helende ruimte van de Sint Helena-kapel met twaalf huisartsopleiders. Twaalf discipelen, die elkaar en zichzelf nader hebben leren kennen. En dat onder de bezielende leiding van Hans van der Voort, die het lol hebben in deining als boodschap uitdroeg, en tegelijk met prikkelende en spiegelende oneliners de deining gaande hield. Arjen de Jager
Lorenzo
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
20
Titel cursus
DIVERSITEIT
Vervolg
8 en 9 november, woensdag/donderdag
Docent
Marten Bos
‘We zien wat we zijn’ was het motto van deze cursus De docent was een ervaren rot in het trainersvak: Marten Bos. Geen VU-man en daardoor meteen al wat toevoegend aan de diversiteit in de meerdaagse cursussen. En zijn ervaring was welkom, want de openingsstelling luidde: “Om contact te maken met de ander is het nodig je eigen identiteit te deconstrueren”. Toch bleek het mogelijk voor alle deelnemers in de kennismakingsronde elementen te noemen die hun identiteit bepalen. Deze elementen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op leeftijd, afkomst, religiositeit, gender, sociale status, migratie/vlucht, etc. en bepalen de diversiteit van mensen. Het werd duidelijk door de ingebrachte casuïstiek, dat al deze elementen niet altijd tijdens contact met een ander op de voorgrond staan, maar soms verborgen toch hun invloed laten gelden. Bewust worden hiervan over en weer maakt bijvoorbeeld mogelijk dat een probleem in de leersituatie HAOHAIO beter begrepen kan worden: een element van jouw identiteit, mogelijk verborgen, kan heftig resoneren met een element in de identiteit van een ander. Dat de diversiteit binnen onze groep soms toch niet zo heel groot was, bleek bij het uitkiezen van een inspirerend beeld: een plaatje van de wintersportvakantie was favoriet. Bovengenoemd model gaf helderheid in sommige leersituaties, maar ook inzicht in interculturele communicatie met patiënten. Omdat normen en waarden hierbij een belangrijke rol spelen, keken we als oefening naar de herkomst van onze eigen waarden en normen in ons gezin, waar we zijn opgegroeid. Onze taal, handelingen, rituelen etc. worden gestuurd door onderliggende waarden en normen. Het lijkt nuttig in contacten met anderen, ook in een leersituatie, niet alleen te kijken naar gedrag maar ook naar de onderliggende waarden en normen. Als illustratie kwam het “handen-schud-incident” van minister Verdonk aan de orde. Een gebeurtenis die toevallig in dezelfde ruimte had plaatsgevonden waar de cursus werd gegeven. Dit leidde tot discussies en oefeningen, die soms heel praktisch van inhoud waren: vind ik het goed dat mijn assistente een hoofddoek draagt of hoe bespreek ik onacceptabel gedrag van mijn HAIO? Peter Paul Strikwerda
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
21
Titel cursus
WERKPLAATS
Vervolg
8 en 9 november, woensdag/donderdag
Docenten
Angelika Raths en Harry Schleypen
De deelnemers hebben nu twee dagen inspirerende arbeid in de werkplaats van Angelika en Harry achter de rug. Niet met meetlint, werkpotlood en kapzaag, maar met video’s en scoreformulieren werd gezwoegd. Angelika en Harry vroegen ons mee te werken aan het ontwikkelen van een toetsinstrument voor de HAO voor het beoordelen van een leergesprek: de BELVU. Om ons deelnemers een idee te geven waar het allemaal om ging draaien, voerde Angelika ons mee in de wereld van de tango: “It takes two to tango”. Een korte film liet het subtiele samenspel tussen twee dansers zien. Het leergesprek tussen HAO en HAIO is niet direct een tango, maar wel een subtiel samenspel van leiden en volgen. Wie leidt? Wie volgt? De een kan niet zonder de ander. Maar is de HAO niet goed leidend, dan is de HAIO goed lijdend. Onze eigen leergesprekken op video werden door collega-deelnemers gescoord en naar aanleiding daarvan werd gediscussieerd, deels in subgroepen, deels plenair. Reflectie en introspectie kwamen ruimschoots aan bod: je eigen gestuntel op de ‘dansvloer’ zien is zeer leerzaam. In de loop van de twee cursusdagen werd steeds duidelijker, dat het opstellen van een gedegen BELVU vraagt om eerst jezelf het een en ander af te vragen: wat/wie/waar/hoe ga je scoren en oordelen, welke kwaliteiten van een HAO wil je kunnen scoren, positieve én negatieve? Zijn de items voor iedereen eenduidig? Het was een hele kunst niet te verzanden in oeverloos gezwam. Opmerkelijk hoe moeiteloos en tomeloos iedereen zich van begin tot einde inzette!! Dit laatste komt vooral op het conto van Angelika en Harry. Door strak en soms met vrije teugel te leiden, deels plenair en deels in kleine groepen was de gegeven tijd een boeiende tijd. Als dit project volgend jaar wordt voortgezet, vind ik het voor eventuele belangstellenden een aanrader. Tenminste als de BELVU - hopelijk - nog niet af is: er valt altijd aan te scherpen. Het eind werd gevierd met een extra chocolade-ijs van Roberto. Felix van Hijfte
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
22
Titel cursus
ZELF AAN DE SLAG!
Vervolg
7 en 8 november, dinsdag/woensdag
Docenten
zelfsturende onderzoeksgroep
Mede op initiatief van Lili van Rhijn, huisarts staflid, is er een werkgroep geformeerd, bestaande uit vijf HAO’s. Onderzoeksopdracht was en is hoe het fenomeen huisartsopleider met een specifieke taak en competenties op managementgebied te duiden. En hoe inzetbaar is deze huisartsopleider binnen de opleiding? Voldoet een dergelijke huisarts in het huidige opleidingstraject waarbij, zeker in VUmc-termen gesproken, de persoon achter de dokter centraal staat naast zijn/haar deskundigheidsontwikkeling? Hoewel de bedoeling was een (gezonde) mix van klassiek werkende huisartsen en huisartsen met specifieke managerstaken en -kwaliteiten bijeen te brengen, was dit uitgangspunt snel achterhaald: Een huisarts zonder managementtaken is haast niet meer denkbaar. Ons streven was in consensus een antwoord te geven op de onderzoeksopdracht. Daarbij hebben wij ook de nieuwe richtlijnen van o.a. HVRC (maart 2006) en PVH (project vernieuwing huisartsenopleiding, 2005) betrokken. Gepokt en gemazeld door alle jaren van groepsbijeenkomsten, werd er razendsnel een voorzitter bij toerbeurt benoemd en een notulist. Alras werd de groep verdeeld in leesgroepen. Of dit nu een specifieke kwaliteit van de “geaardheid” is wil ik niet ontkennen of bevestigen, maar het werkte wel prettig. Naast het ontwikkelen van een definitie voor de huisartsopleider met een specifiek competentiegebied voor management, werd ook gezocht naar onderscheidende factoren zoals leergesprekken, diensten, aanwezigheid op de praktijk en attitude. Dankbaar hebben wij gebruik gemaakt van een enquête, verricht onder HAO’s en HAIO’s, waarbij praktijkervaringen werden opgetekend in diverse praktijken. Een voorlopige weergave is in rapportvorm gepresenteerd voor de eerste kritiekronde, waarna wij in november een definitief rapport voor de staf van de afdeling Huisartsgeneeskunde VUmc willen schrijven. Ik kan u reeds mededelen dat in elke huisarts een manager schuilt. Jos Mulders
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
23
PRIKBORD
Cursusdata 2007 De meerdaagse HAO-VUmc-cursussen zijn volgend jaar op:
12 - 14 juni 2007 en
6 - 8 november 2007 Welke van de drie dagen het worden (di/woe of woe/do), verschilt weer per cursus (zie hiervoor het aprilnummer 2007 van de HAO-proVUssioneel).
Een pluim
van Sylvia el Gannouti voor diegene die zich in april het snelst had ingeschreven voor de keuzecursussen:
Michiel van Doorn
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
24
HAO WORDT HAB Alma van der Vecht
Ik ben Alma van der Vecht, de nieuwe HAB in Twente voor de eerstejaars HAIO’s. Ik zal mij kort introduceren bij degenen die mij nog niet kennen: In 1973 ben ik geneeskunde gaan studeren in Groningen uit pure interesse, ik wist niet wat ik wilde worden. Eigenlijk was ik geplaatst in Amsterdam, maar dat is een gevaarlijke grote stad en Groningen was bekender. Voor de coassistentschappen werd ik naar Enschede verbannen en daar ben ik, met kleine tussenpozen, blijven wonen en werken. Toen ik aan het eind van de opleiding en na diverse assistentschappen nog steeds alles interessant vond, was de keus voor het huisartsenvak eigenlijk een heel vanzelfsprekende. En jawel, dat werd in 1984/85 uit Twente dus de opleiding aan de VU. Het was een drukke tijd, de opleiding, diensten doen, zwanger van m’n tweede, en iedere week naar de VU, samen met Gerda Bruinsma (ook eerst HAO en nu HAB voor de derdejaars in Twente). Vanaf 1989 heb ik een solopraktijk in de stad Hengelo en vanaf 1997 heb ik HAIO’s gehad. Het opleiden van een HAIO heb ik als erg spannend en inspirerend ervaren, niet altijd even gemakkelijk, maar de sfeer en begeleiding op de terugkomdagen en de Soesterbergdagen waren/ zijn hartverwarmend (zoals een collega eens schreef: een snoepje voor de ziel). Vorig jaar gaf Timen Schut (ook eerst HAO en dan HAB) aan dat hij wilde stoppen als HAB bij de huisartsopleiding en zag ik dat er een opvolger gezocht werd. Ik heb er echt over na moeten denken, want het vraagt wel organisatietalent om in een solopraktijk (laag-sociaal en met veel pathologie), twee dagen weg te zijn. Angelika trok mij over de streep en ik ben haar daar zeer dankbaar voor, want wat voelt dit goed!! Elke dag dat ik gewerkt heb op de UT/VU kom ik fluitend thuis. Ook de dagen in Amsterdam voelen haast als thuiskomen. Natuurlijk moet ik wennen en inwerken en leren anders te kijken. Het eerste dat ik belangrijk vind is dat ieder zich in de groep goed voelt, veilig voelt en durft te zeggen wat hij/zij mee heeft gemaakt en aan het leren is. De uitdaging zit er voor mij als HAB in ook de stillen aan de praat te krijgen en te proberen diepgang in de spuironde te brengen, zodat alle groepsleden zich erbij betrokken blijven voelen. In deze groep is het aardig gelukt. De medisch inhoudelijke programma’s vragen in eerste instantie nog de meeste tijd. De HAIO’s doen goed mee, bereiden ook voor, en sommigen weten van bepaalde zaken erg veel, maar is het altijd voor de huisarts van belang? En hoe krijgen we het voor elkaar om niet de zoveelste powerpoint presentatie op de middag te krijgen? Een goede interactieve middag met medisch goede inhoudelijke informatie vraagt toch nog wel wat voorbereidingstijd. In de beoordeling van de HAIO merk ik nu duidelijk het verschil tussen de HAO of de groepsbegeleider. Als HAB gaat het toch vooral om het leerproces en als HAO werk je meer samen in de praktijk en rondom de patiënt. Zo kan ik me nu voorstellen dat de HAB zich bijvoorbeeld ergert aan de slechte financiële registratie van de consulten en visites, maar de HAIO begrijp ik ook, die al zoveel moet onthouden en leren en doen en ook nog een goede huisarts wil worden. Beide aspecten zijn zeer belangrijk en kunnen niet zonder elkaar. Gelukkig heb ik in Paul van Katwijk een heel ervaren groepsbegeleider en coach. Hopelijk kan ik volgend jaar naar de scholing om meer docentvaardigheden te leren. Zo blijf ook ik mijn LEVEN LANG LEREN.
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
25
INSIDER
NO SPANG Wouter van Kempen
"No spang". Maak je niet druk man. Dat is vaak de boodschap van Surinamers die in Suriname leven: het is te warm om je druk te maken of ook wel: morgen is er weer een dag. Toch heb ik me vreselijk druk gemaakt in de eerste helft van dit jaar vanwege een nascholing die ik persé in Suriname wilde organiseren. Ik had het ambitieuze plan opgevat om een mooi congres te organiseren voor Nederlandse huisartsen en huisartsen uit Suriname. Uiteindelijk is het gelukt en iedereen is tevreden. Er waren 14 huisartsen uit Nederland meegekomen en samen met zo’n 50 Surinaamse huisartsen werd er enthousiast gewerkt aan 11 verschillende thema’s. Er was veel uitwisseling en na afloop konden de Nederlanders bij hun Surinaamse collega’s een ochtend meelopen in de praktijk. Na het harde werken was er de ontspanning. Met een klein vliegtuig vlogen we naar Palumeu, een heel klein indianendorp, diep in de Surinaamse jungle, aan de Tapanahonyrivier. Hier leek de tijd wel stil te staan. Hier konden we ons, letterlijk, mee laten drijven op de stroom. Wat is dat lekker! Hier wil ik wel meer van, is dan je eerste reactie. Kan ik hier niet blijven? Zeker, dat kan. Er worden altijd artsen gevraagd voor het binnenland. De gemiddelde Surinaamse arts wil daar niet zitten. Te stil, te primitief, enge beesten zoals slangen en kaaimannen. Geen TV en geen computer.
Terug in Paramaribo valt op hoe druk het daar is. Het verkeer is een enorme chaos van busjes, taxi’s en vaak hele luxe terreinwagens. Er zijn kennelijk veel mensen met veel geld, maar als je beter kijkt zijn er nog veel meer mensen met nauwelijks geld. Er wordt vrijwel niet gebedeld, maar overal zie je mensen zitten met hun koopwaar. Soms alleen met één trosje bananen voor 1 SRD (35 eurocent). De mensen met een gewone, officiële baan verdienen vaak niet meer dan 400-600 SRD per maand. Daar kun je nauwelijks van leven, dus moet er bij ‘gehosseld’ worden. Zo is er een heel circuit van mensen die vlechten in je haar draaien, je de weg wijzen, de was doen, catering verzorgen, muziek maken of zich begeven in de duistere wereld van de drugs. Er wordt dus in Suriname gewoon heel hard gewerkt, maar toch komt het zo niet op je over. De meeste mensen zijn blijmoedig en stralen een soort rust uit. Ze lijken inderdaad alle tijd te hebben.
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
26
De huisartsen moeten ook hard werken om een beetje inkomen bij elkaar te sprokkelen, maar toch zullen ze nooit meer werken dan 5-6 uur per dag. Wel is er veel ergernis over de administratie. Er zijn 6-7 ziektekostenverzekeraars en deze hebben allen weer andere formulieren. Omdat er geen aparte bedrijfs- of verzekeringsartsen zijn, komen veel patiënten op het spreekuur een briefje halen voor de baas dat ze niet kunnen werken. Over dit soort zaken is iedereen het wel eens. Er moet iets veranderd worden. Maar ja, wie gaat dat doen? Misschien moeten we er morgen nog eens over praten…
HAO-proVUssioneel HOVUmc – september 2006
27