HANDREIKINGEN BIJ DAGOPENINGEN
2014 – 2015 (SEPTEMBER – DECEMBER)
Beste collega’s,
Het nieuwe boekje voor de dagopeningen ligt weer voor je. Veel collega’s hebben meegewerkt aan deze handreikingen. Hartelijk dank hiervoor! We willen graag onderstaand voorbeeld aan jullie doorgeven. Wanneer je het belangrijk vindt dat een plant groeit, geef je die plant water. Met behulp van een gieter kun je de hoeveelheid water doseren. Elke dag krijgen we als het ware van God een gieter. Iedereen krijgt hierin dezelfde hoeveelheid: 24 uren. Elke dag krijgt ieder van ons 24 uren ter beschikking. Het is onze verantwoordelijkheid hoe we die tijd doseren. Wat is belangrijk voor ons? Waar geven we tijd aan? Het is heel eenvoudig: Tijd die we aan iets besteed hebben, kunnen we niet nog een keer aan iets anders uitgeven. Tegelijkertijd is het ook heel moeilijk: Welke keuzes maken we? Kies je voor je gezin of kies je voor de voorbereiding van je les? Kies je voor een vergadering of kies je ontspanning? Kies je voor Facebook of kies je voor het voorbereiden van de dagopening? Natuurlijk zijn er nog veel meer keuzes. We hopen dat de ontmoetingen rondom Gods Woord tot zegen zijn voor leerlingen en voor onszelf. En dat, op het moment dat onze gieter niet meer gevuld wordt, we allemaal in de eeuwigheid God groot mogen maken!
Neem mijn leven, laat het, Heer’, toegewijd zijn aan Uw eer. Maak mijn uren en mijn tijd tot Uw lof en dienst bereid.
Koos Lindhout Marja Voorsluijs
Week 1 Thema: Een open venster (Gebed) Maandag 1 september Lezen: Lukas 11: 5-13 Zingen: Psalm 81: 12
‘Wie bidt, die ontvangt’ Bij de maaltijd: Matth. 7: 7-11
Jezus spoort ons aan om te volharden in het gebed. Wij mogen aan Hem alles vragen. Hij weet wat wij nodig hebben en Hij kent onze behoeften. Het belangrijkste waar wij om mogen vragen is de Heilige Geest, dat Die ons zou leiden in ons leven.
? Kent de Heere Jezus jou al als een bidder? Bij de maaltijd: Is de Heere echt aanwezig in jouw leven? Verwacht je echt alles alleen van Hem? Kun je niet buiten Hem leven? Zoek je Hem dagelijks in je stille tijd? Dinsdag 2 september Lezen: Daniël 6: 1-12 Zingen: Psalm 27: 5
‘Daniëls bidvertrek’ Bij de maaltijd: Markus 1: 35-39
De stadhouders van het rijk van Meden en Perzen zijn jaloers op Daniël. Zij proberen iets te ontdekken in zijn leven wat verkeerd is. Omdat Daniël een trouw man is, kunnen zij niets vinden waarvan ze hem zouden kunnen beschuldigen. Zij laten een wet afkondigen waarin zij Daniël in zijn godsdienst treffen. Zij hadden ontdekt dat hij heel trouw was in zijn bidden tot God.
? Daniël viel op door zijn trouwe bidden tot God. Zou dat van jou ook gezegd kunnen worden? Bij de maaltijd: Ook de Heere Jezus had Zijn hemelse Vader nodig in het gebed. Hij ging er zelfs vroeg voor op om op een stille plaats tot Zijn Vader te bidden. Zouden wij dat dan ook niet nodig hebben? Heb jij zo’n stille plaats waar je dagelijks samen met God bent? Woensdag 3 september Lezen: 2 Kron. 6: 12-21 Zingen: Psalm 119: 1 en 3
‘Het gebed van Salomo’ Bij de maaltijd: 2 Kron. 7: 12-22
Salomo is een voorbeeld voor zijn volk. Hij belijdt zijn afhankelijkheid van de Heere voor de Israëlieten en knielt als aards vorst voor de Koning der koningen. Hij belijdt dat alles wat Hij gebouwd heeft te klein en te onheilig is voor God. De Heere woont in de hemel der hemelen. Salomo pleit op Gods beloften. Hij vertrouwt op de Heere en houdt Die Zijn eigen Woord voor. Hij smeekt als een onwaardige of God in hun midden wil wonen en hen wil bewaren. ‘Dat Uw ogen open zijn dag en nacht over dit huis,….’.
? Heb jij de Heere ook dag en nacht nodig in je leven? Bij de maaltijd: De Heere verhoort het gebed van Salomo. Hij belooft voor Salomo en zijn volk te zullen zorgen als zij Zijn geboden zullen houden. Hij zal hun gebeden horen. Dat was voor Salomo erg belangrijk. Voor jou ook?
Donderdag 4 september Lezen: Lukas 18: 1-8 Zingen: Psalm 143: 1 en 10
‘De onrechtvaardige rechter’ Bij de maaltijd: Rom. 12: 9-15
De Heere Jezus spreekt in deze gelijkenis over een niets en niemand ontziende goddeloze rechter, die ook nog eens onrechtvaardig is en een weduwe die haar recht probeert te halen bij deze rechter. Hoewel deze onrechtvaardige rechter haar telkens afwijst, blijft zij aanhouden in haar verzoek om haar recht te doen. Omdat deze onrechtvaardige rechter van de vrouw af wil zijn, spreekt hij uiteindelijk recht. Zal God, Die recht en goed is, Zich niet haasten op het horen van hen die in het geloof oprecht tot Hem roepen? Hij zal hen zeker recht doen!
! De Heere laat de oprechte bidder nooit staan. Bij de maaltijd: De vruchten van het geloof worden ook merkbaar in onze gebeden. Het geloof volhardt dagelijks in het gebed.
Vrijdag 5 september Lezen: Lukas 18: 9-14 Zingen: Psalm 130 : 1 en 2
‘Een echt gebed’ Bij de maaltijd: Matth. 6: 5-8
De farizeeër en de tollenaar geven ons, in de gelijkenis door de Heere Jezus uitgesproken, een kijkje in hun gebedsleven. De farizeeër somt al zijn goede werken op voor God en beschouwt zichzelf als een rechtvaardige voor Hem. Hij behoort ten slotte tot het volk van God! Hij laat dit in zijn houding zien. Hij laat zichzelf ook graag voorstaan een echte gelovige te zijn. De tollenaar durft nauwelijks voor God te naderen. Hij belijdt zijn zonde en schuld voor God. Hij smeekt om vergeving. Hij beleeft zijn onwaardigheid. De farizeeër dacht alles reeds in bezit te hebben. Hij had het koninkrijk der hemelen zo gezegd in de zak. De tollenaar kon zich niet voorstellen dat er voor hem nog genade was. Toch zei Jezus dat hij juist gerechtvaardigd naar huis ging.
? Als je jouw gebed naast dat van de farizeeër en de tollenaar legt, waar lijkt het dan op? Bij de maaltijd: Mag jij ook een plaatsje kennen waar je dagelijks alleen met de Heere bent? Heb jij ook een plek waar je stille tijd kunt houden en al je geestelijke en lichamelijke zorgen aan de Heere voorleggen?
Week 2 Thema: Aäron Maandag 8 september Lezen: Ex. 6: 27-7: 13 Zingen: Psalm 95: 4
‘Gods staf’ Bij de maaltijd: Psalm 105: 23-25
Mozes en Aäron worden door de HEERE naar Farao gezonden om hem te zeggen het volk Israël te laten trekken om Hem te kunnen offeren. Farao weigert het volk te laten trekken. Dan moet Aäron van de HEERE de staf van Mozes die hij in zijn hand heeft op de grond werpen. De staf verandert in een slang. De tovenaars van Farao doen hetzelfde. De staf van Aäron echter verslindt al de andere staven. De kracht zit namelijk niet in Aäron of in de staf, maar in God, Die deze staf gebruikt om dat aan te tonen. Farao is er echter blind voor.
? Hoe ervaar jij de kracht van God in jouw leven? Bij de maaltijd: Hier laat God zien dat alles moet medewerken ten goede. Het volk Israël zal vaak gedacht hebben dat het verkeerd ging. Echter het ging precies zoals God het wilde. Daar kunnen wij in ons leven van alle dag ook van leren. We mogen ons aan God toevertrouwen bij Wie niets uit de hand loopt. Dinsdag 9 september Lezen: Ex. 32: 1-7 en 21-29 Zingen: Psalm 81: 11 en 13
‘Een gouden kalf’ Bij de maaltijd: Ex. 32: 30-35
Als Mozes niet snel genoeg terugkomt van de Sinaï wil het volk zich goden naar hun eigen inzicht maken (beeldendienst). Aäron laat zich dwingen om van hun gouden sieraden een gouden kalf te maken, waardoor ze de HEERE kunnen aanbidden. De HEERE is vertoornd over hun goddeloze gedrag en stuurt Mozes terug naar het volk. Daar blijkt dat de stam van Levi grotendeels niet meegedaan heeft met de beeldendienst. De straf op de zonde blijft niet uit. Er worden 3000 mannen door het zwaard gedood.
! Laten we toch altijd beseffen dat de HEERE alleen gediend wil worden zoals Hij in Zijn Woord zegt. Bij de maaltijd: Hier is Mozes een type van de Heere Jezus. Hij wil zijn leven en zaligheid geven voor de eer van God en de redding van zijn volk. Hebben ook wij zoveel op met de eer van God in ons leven? Woensdag 10 september Lezen: Lev. 8: 1-13 en 22-24 Zingen: Psalm 133: 1 en 2
‘De priesterwijding van Aäron’ Bij de maaltijd: Lev. 9: 22-24
Aäron en zijn zonen maken zichzelf geen (hoge)priester, maar worden door de HEERE aangesteld. Zij moeten zich wassen en ontvangen kleding zoals de HEERE zelf heeft gezegd. De HEERE is een heilig God en wil alleen gediend worden op de door Hem voorgeschreven wijze. Aäron en zijn zonen moeten niet alleen verzoening doen voor de zonden van het volk, maar zijn zelf ook zondig en moeten voor zichzelf ook offeren.
? Er moest bloed vloeien tot verzoening van de zonden. Dat bloed wees heen naar Christus’ bloed. Heb jij dat bloed ook nodig? Bij de maaltijd: Het volk ontvangt de zegen van de HEERE. Ook ons wil de HEERE zegenen als wij Hem dienen met heel ons hart. Zijn wij om Zijn zegen verlegen?
Donderdag 11 september Lezen: Lev. 10: 1-7 Zingen: Psalm 39: 6 en 3
‘Roekeloos gedrag’ Bij de maaltijd: Psalm 99: 1-9
Nadab en Abihu, zonen van Aäron menen dat het niet zo’n vaart zal lopen als ze de regels van de offerdienst niet helemaal hanteren zoals Gods het had gezegd. Zij nemen ‘vreemd’ vuur = niet komend van het brandofferaltaar, zoals de HEERE had voorgeschreven. De HEERE is echter een heilig God, Die opkomt voor Zijn eer! Hij doodt beide zonen. Aäron en zijn zonen Eléazar en Ithamar mogen geen rouw bedrijven!
? Beseffen wij wel genoeg dat de HEERE een heilig God is en de zonde hoog opneemt? Bij de maaltijd: Deze Psalm bezingt de grootheid en macht van de HEERE. Hij heerst over de gehele aarde. Hij wil dat we Hem in al ons doen en laten eren! Eenmaal zal Hij komen om recht te spreken over de hele wereld. Het is van levensbelang om daar rekening mee te houden in ons leven. Vrijdag 12 september Lezen: Num. 16: 41-50 Zingen: Psalm 141: 1 en 2
‘Een opstandig en hardleers volk’ Bij de maaltijd: Num. 17: 1-11
Het volk is boos omdat Korach, Dathan en Abiram zijn omgekomen. Zij geven er Mozes en Aäron de schuld van. Als het volk zich verzamelt om hen ter verantwoording te roepen, daalt de heerlijkheid van de HEERE in de wolk neer op de tent der samenkomst. De HEERE zegt tegen Mozes dat Hij het volk zal doden. Mozes en Aäron vallen op hun aangezicht en bidden voor het volk. Aäron moet vuur nemen van het brandofferaltaar en daar reukwerk op leggen en dan te midden van het volk gaan staan om verzoening te doen voor hun zonden en zo de plaag te stoppen. De HEERE doodt 14.700 Israëlieten in Zijn toorn over de zonde.
! De HEERE neemt het hier voor Mozes en Aäron op. Als wij de HEERE mogen kennen, staat ons een sterke Held ter zijde. Bij de maaltijd: Wie op de HEERE vertrouwt, zal nooit beschaamd uitkomen. De geschiedenis van de twaalf staven laat zien dat de HEERE door het onmogelijke heen (een bloeiende staf die vrucht draagt) het voor zijn kinderen opneemt. De HEERE maakt het volk duidelijk dat Mozes en Aäron door Hem zijn aangesteld.
Week 3 Thema: Barnabas, een zoon van de troost Maandag 15 september Lezen: Hand. 4:32-37 Zingen: Psalm 100:1,2
‘Liefde voor de naaste’ Bij de maaltijd: Hand 2:42-47
Waarom zou Barnabas zoon der vertroosting genoemd worden? Blijkbaar staat hij bekend om zijn naastenliefde! Barnabas is een Leviet, die mocht geen bezit hebben. Blijkbaar namen de Joden het niet meer zo nauw met de wetten van de Heere. De 1e christengemeente groeide hard, kern van de prediking: grote getuigenis van de opstanding en de genade (vers 33) Kern van het geloof: de opstanding. De discipelen getuigen van iets wat ze hebben zien gebeuren. ? Wat kunnen wij leren van de eerste christengemeente? Bij de maaltijd: Liefde en eensgezindheid zijn de kenmerken van de 1e kerk. (Hoe) zien we dat nu nog terug? Dinsdag 16 september Lezen: Hand 9:23-31 Zingen: Psalm 118:7,14
‘ zoon der vertroosting’ Bij de maaltijd: Joh. 15:18-20
Barnabas doet hier zijn naam (zoon der vertroosting) eer aan. Barnabas springt in de bres voor een medechristen, durven wij dat ook? Gaat er van ons leven ook iets merkbaars uit zodat andere mensen aan onze vruchten merken dat we christen zijn? Eén van de bewijzen van Paulus’ betrouwbaarheid is het vrijmoedig getuigen van Gods Naam. (vers 29) ? Hoe kun jij iets betekenen voor medechristenen? Bij de maaltijd: Op welke manier merk jij de haat van de wereld? Woensdag 17 september Lezen: Hand 11:19-26 Zingen: Psalm 67:2,3
‘geroepen tot het zendingswerk’ Bij de maaltijd: Hand 13:1-3
Door de executie van Stefanus werd het Woord verspreid in Antiochië. De satan wilde verwarring stichten maar het werd tot zegen voor de kerk. Barnabas werd verblijd toen hij zag dat anderen tot het geloof kwamen OMDAT hij zelf vol van de Heilige Geest was. Hij riep Saulus om mee te gaan in het zendingswerk, daarvoor moest hij weer helemaal naar Tarsus.
? Zou jij je leven willen besteden in de dienst van God? Bij de maaltijd: Een roeping van mensen alleen is niet genoeg. De Heilige Geest roept Zelf mensen in Zijn dienst.
Donderdag 18 september Lezen: Hand 14 :8-18 Zingen: Psalm 81 :11,12
‘aanbeden en gestenigd’ Bij de maaltijd: Hand 14:19-27
Een wonderlijke genezing wordt door Paulus gewerkt en het maakte diepe indruk op het volk. Barnabas werd Jupiter genoemd, de vorst onder de goden en Paulus, Mercurius een boodschapper. Blijkbaar kwam Barnabas imposanter over dan Paulus. Veel mensen zijn blij als ze geroemd en aangebeden worden, een dienaar van Christus wordt dan heilig verontwaardigd. Het gaat alleen om de dienst van de Schepper van hemel en aarde. Mensen vallen vaak in uitersten, niet aanbidden? Dan stenigen! ? Hoe kijken we aan tegen de moeilijkheden in ons leven? Wat zegt dat ons? Wat een genade als we Gods stem mogen verstaan. Bij de maaltijd: Je kunt alleen door vele verdrukkingen ingaan in het koninkrijk van God.
Vrijdag 19 september Lezen: Hand 15 :35-41 Zingen: Psalm 72 :4, 11
‘Vertrouwen is verwachten’ Bij de maaltijd: Efeze 4:26-32
Paulus en Barnabas gaan weer opnieuw een bezoek brengen aan een aantal gemeenten. Ze wilden onder andere in Antiochië kijken hoe het met de christenen gesteld was. Barnabas nam(wellicht niet onbevooroordeeld) het voor zijn neef Johannes Markus op. Paulus vertrouwde het niet. Johannes had hen eerder verlaten (Hand 13: 13). Ruzie tussen twee knechten van de Heere. Ook dat blijven zondaren. Ook dit weet de Heere ten goede te wenden, want nu worden er meer plaatsen bezocht. Barnabas gaat naar Cyprus en Paulus naar Cilicië. ? Kunnen we hier lessen uit leren voor de kerkscheuringen in deze tijd? Bij de maaltijd: Geeft de duivel geen plaats!! Ook niet in de kerk.
Week 4 Thema: Cefas, rotsvast?! Maandag 22 september ‘Zie het Lam Gods’ Lezen: Johannes 1: 35-43 Zingen: Psalm 119: 7 Bij de maaltijd: Lukas 9: 18-24 Johannes doet wat elke christen moet doen. Wijzen op de Heere Jezus als het Lam van God dat de zonden der wereld wegneemt. Petrus, Petra, betekent Rots! Dat was een vreemde naam voor Simon maar paste wel bij zijn karakter. Stevig, vurig, haantje de voorste. Wat is er nu mooier om te doen zoals Andreas hier doet: zijn broer leiden tot Jezus. Zij hebben echt wel iets gezien in deze Jezus want zij noemen Hem Messias, dat is de langverwachte Messias die zou komen om Israël te verlossen. ? Ken jij mensen die jou leiden naar Jezus? Mensen, die zeggen: ”Zie het Lam Gods?” Of wijs jij anderen weleens op Jezus? Bij de maaltijd: Wie zeg jij dat Jezus is? Een voorbeeld? Een belangrijk mens? Een profeet wellicht? Of zeg jij ook van harte: “Jezus, dat is de Christus Gods. “ Dinsdag 23 september ‘God in het oog houden of verloren gaan ’ Lezen: Matth. 14: 22-36 Zingen: Psalm 107: 15 Bij de maaltijd: Mark. 8:27-30 Hier vinden wij Petrus op de toppen van het geloof. Heere, alles wat U gebiedt dat kan en zal gebeuren. Petrus wil naar zijn Meester toe. Maar als jij dan in moeilijke omstandigheden van het leven je oog niet meer op Jezus richt, maar net als Petrus kijkt naar de moeilijke omstandigheden, dan gaat het mis en zak je weg in je zorgen en problemen. Wat je dan mist, is de beoefening van je geloof. Wat er ook gebeurt in je leven, zelfs als het gaat om leven of dood, altijd moet ons oog op Jezus Christus gericht zijn om het alleen van Hem te verwachten. ! Neem je vandaag nog voor om de Heere God bij alle zorgen in je leven te betrekken. Bidden mag altijd en overal. Bij de maaltijd: Vanmorgen de belijdenis gehoord: “Gij zijt de Christus”. Heb je vanmorgen al aan de Heere gedacht en Hem nodig gehad? Woensdag 24 september ‘Zwart/Wit’ Lezen: Johannes 13: 1-16 Zingen: Psalm 51: 1 Bij de maaltijd: Lukas 22: 31-34 Het is bij Petrus alles of niets. “Gij zult mij niet wassen in der eeuwigheid” / “Heere niet alleen de voeten maar ook de handen en het hoofd.” Maar zo is het ook in het Koninkrijk van God. Je bent of een kind van God en behouden of een kind van de duivel en verloren. Er zijn geen halve christenen of halve gelovigen. Het koninkrijk van God vraagt je hele hart, je hele leven. Jezus zegt: “wie niet voor Mij is, die is tegen Mij.” God eist van ieder mens volledige overgave. Van maandag t/m zondag. Niet op zondag christen willen zijn en door de week doen waar jij zin in hebt. “Heere Jezus was mij, reinig mij. Want ik moet heilig zijn als Gij.” ? Zou jij je leven willen besteden in de dienst van God? Bij de maaltijd: Denk niet dat jij in staat bent om in eigen kracht de Heere te dienen. Als God ons niet zou vasthouden, dan zouden we allemaal vallen in de zonden.
Donderdag 25 september Lezen: Lukas 22: 54-62 Zingen: Psalm 33: 10
‘Petrus, waar is je geloof?’ Bij de maaltijd: Markus 16: 1-8
Hier zien wij Petrus die steeds denkt in eigen kracht Jezus te kunnen volgen. Maar als Petrus ziet hoe zij Jezus behandelen dan wordt hij bang. Zo zou het hem ook kunnen vergaan. Uit alle macht ontkent hij Jezus te kennen, bang voor de gevolgen. Dan kijkt Jezus om: “Ken jij Mij niet meer Petrus? Maar Ik ken jou nog wel.” Hier zie je duidelijk dat het alleen de Heere Jezus Christus is die redt van de dood. Als Jezus niet gebeden had, dan had hier het geloof van Petrus opgehouden te bestaan. Maar Gods kinderen komen niet Thuis in de hemel omdat zij dat graag willen, maar omdat God in Jezus Christus hen graag wil hebben en Hij naar hen omziet. ? Denk jij dat je nog wel sterk in je geloofsschoenen staat? Pas op en bid tot God of Hij je vast wil houden, want anders val jij ook bij de eerste de beste verzoeking. Bij de maaltijd: Zie je? Petrus heeft de Heere Jezus verloochend en durft niet meer op eigen krachten en eigen geloof te vertrouwen. Maar Jezus vraagt wel naar Petrus. Er gaat geen kind van God verloren. Vrijdag 26 september Lezen: Johannes 21:1-14 Zingen: Psalm 116: 1 en 3
‘Petrus als eerste’ Bij de maaltijd: Joh 21: 15-17
Weer zien we hier het spontane karakter van Petrus. Hij wil weer als eerste bij de Meester zijn. En als de Meester om vissen vraagt, is het Petrus die het snel en goed uitvoert. Maar toch durft niemand te vragen wie Hij is want eigenlijk weten ze het wel. Jezus vraagt om vis, maar aan land gekomen zien ze alles al op een vuurtje liggen. Jezus heeft niemand nodig, Hij zorgt voor alles. Zo is het ook met het geloof. Jezus vraagt van iedereen geloof maar Hij schenkt het ook uit genade. ! Vraag elke dag om geloof en genade. Bij de maaltijd: Dat is de grote vraag in ieders leven: Heb jij God lief boven alles? Als dat zo is dan heb je ook je naaste lief als jezelf.
Week 5 Thema: David (I) , de man naar Gods hart Maandag 29 september Lezen: 1 Samuël 16: 1 - 13 Zingen: Psalm 89: 1 en 9
‘De Heere ziet het hart aan’ Bij de maaltijd: 1 Sam. 16: 14 - 23
Samuël wordt door de Heere vermaand omdat zijn verdriet, om de verwerping van Saul, de perken te buiten gaat. Het geloof van Samuël bleek toch niet zo sterk. De anders zo onverschrokken Samuël is nu bang voor de woede van Saul. God geeft hem de opdracht om een nieuwe koning te zalven. De HEERE staat Samuël toe zijn bedoeling te camoufleren met een offer. Nu wordt er geen koning gekozen naar het uiterlijk zoals het volk wilde. Maar nu kiest God een man naar Zijn hart. ? Wie is koning over jouw leven? Doe je alles wat je zelf wilt of luister je naar de wil van de Koning der koningen? Bij de maaltijd: Muziek kan een goede maar ook een demonische invloed uitoefen op onze geest! Maakt de muziek die jij beluistert je rustig? Dinsdag 30 september Lezen: 1 Samuël 17: 1 - 12 en 38 - 45 Zingen: Psalm 35: 1 en 13
‘Sterk in de HEERE door het gebed’ Bij de maaltijd: 1 Sam. 18: 6 - 14
De Geest des HEEREN is van Saul en zijn volk geweken. Niemand denkt eraan zich in God te sterken. Saul gelooft in zijn eigen wapens, maar David gelooft in de God van de wapens. Het harnas van Saul woog ongeveer 55 kg en de punt van de lans ongeveer 6,5 kg. De slinger behoort tot de uitrusting van een herder. Hij laat de afgedwaalde schapen ermee schrikken en doet ze zo terugkeren naar de kudde. David weet dat God hem gezonden heeft en vertrouwt enkel en alleen op Hem. Kanttekening 49 … en hebbende Zijn Naam eerst aangeroepen, en verlaat mij op zijn genadige hulp en bijstand, welke Hij degenen, die op Hem vertrouwen, beloofd heeft. ? Waarop rekenen wij voor onze successen? Doen we ons werk in afhankelijkheid van en tot eer van God? Bij de maaltijd: Afgunst en wantrouwen zijn een voedingsbodem voor haat. Saul begint David te haten en rust niet totdat David uit de weg geruimd zal zijn. Woensdag 1 oktober Lezen: 1 Samuël 30: 1 - 19 Zingen: Psalm 138: 4
‘Tegenspoed: Ziklag verwoest’ Bij de maaltijd: Psalm 68: 1 - 5
David en zijn krijgsvolk waren drie dagen onderweg geweest naar huis. Vermoeid kwamen ze bij Ziklag en vonden hun huizen in puin en zagen dat hun vrouwen en kinderen waren weggevoerd. David zoekt in dit zeer benauwde moment zijn hulp en zijn kracht bij God. God zorgde ervoor dat zij iemand tegenkwamen die hun de weg naar de vijand wees. Ze vinden al hun vrouwen en kinderen ongedeerd terug. Met een grote buit aan vee keren ze terug. ? Velen nemen in de nood hun toevlucht tot God, maar doen we dat als een ongelovige die God weer de rug toekeert zodra het gevaar geweken is? Wanneer en hoe nemen wij onze toevlucht tot God? Bij de maaltijd: Psalm 68 is een loflied voor de overwinning. David brengt Gods grote weldaden uit het verleden in herinnering.
Donderdag 2 oktober Lezen: 2 Samuël 6: 1-19 Zingen: Psalm 68 : 2
‘Denk groot van God’ Bij de maaltijd: 1 Kron. 16: 1-6
De ark is al jarenlang beschouwd als een ding van weinig waarde, nu wordt hier met eerbied de ark beschreven als: …de ark Gods, bij dewelke de Naam wordt aangeroepen,… (vers 2). De HEERE had geboden dat de priesters de ark zouden dragen, maar aan dat bevel dachten ze niet. Soms straft de HEERE direct, dat zien we aan de plotselinge dood van Uzza. Dit was tot waarschuwing en afschrikking. Het is goed te wonen in een gezin dat de ark met eerbied onderdak biedt, allen zullen er wel bij varen. David huppelde, hij toonde daarmee een vreugde die de heilige Geest in zijn hart ontstoken had. ? Hoe is ons denken en spreken over God en Zijn dienst? We moeten God dienen naar Zijn wil en heilige inzettingen. Bij de maaltijd: Het was een feestelijke dag toen de ark veilig gehuisvest was. God heeft de mens geschapen om Hem te loven en te prijzen. Hij is alle hulde waard. Vrijdag 3 oktober Lezen: 2 Samuël 9: 1-13 Zingen: Psalm 40: 5 en 8
‘ Ware vriendschap maakt gul ’ Bij de maaltijd: Lukas 6: 31-36
David herinnert zich zijn verplichtingen jegens zijn vriend Jonathan. Omdat de nakomelingen van Saul tegen David in opstand waren gekomen, waren hun goederen aan koning David vervallen. Nu worden ze aan Mefiboseth, Jonathans zoon, teruggegeven. David is mild van karakter en had hen vergeven wat ze hem hadden aangedaan. Wij moeten mild en weldadig zijn naar Gods voorbeeld. ‘…omgezien hebt naar een dode hond. ’ (vers 8). Met deze uitdrukking werd bij de Joden iemands nietigheid en verachtelijkheid uitgedrukt. ? Doen wij goed ten opzichte van hen die ons kwaad hebben gedaan? God is trouw voor ons, laten wij niet ontrouw zijn voor elkander. Bij de maaltijd: De Heere Jezus gebiedt ons hier niet alleen de vrienden lief te hebben, maar ook de vijanden.
Week 6 Thema: David (II), ook een zondig mens Maandag 6 oktober Lezen: 2 Samuël 7: 1 - 17 Zingen: Psalm 132: 1
‘Een eeuwig Koningshuis’ Bij de maaltijd: 1 Kron. 22: 6 - 10
Nathan spreek eerst naar eigen inzicht en keurt het plan van David, om voor God een cederen huis te bouwen, goed. Maar de HEERE denkt anders over Davids plan en is tevreden met deze verplaatsbare tent. David is een strijder die de grenzen van Israël moet uitbreiden en hij moet psalmen schrijven voor de eredienst in de tempel als deze gebouwd is. De ware tempel is de Kerk van God die met levende stenen wordt gebouwd. Davids koningshuis zal lange tijd blijven bestaan door erfopvolging , maar het Koningshuis van Christus zal eeuwig bestaan. ? Gaat het ons aan het hart nu de kerken in ons land leeglopen? Gebruik jij je gaven om aan Gods huis te bouwen als een levende steen? Bij de maaltijd: David mag de tempel niet bouwen omdat hij teveel bloed heeft vergoten. Salomo betekent ‘man van de vrede’. Hij beeldt de Vredevorst af die Zijn vrederijk, Zijn kerk op aarde, sticht. Dinsdag 7 oktober Lezen: 2 Samuël 11: 1 - 17 Zingen: Psalm 119 : 19
‘ Gij zult niet begeren’ Bij de maaltijd: Matth. 5 : 27 - 32
De Bijbel is ook eerlijk in het weergeven van fouten van hen die hoog geprezen worden. Als David op zijn post was geweest aan het hoofd van zijn troepen, zou hij niet in deze verzoeking gevallen zijn. ‘… van haar onreinigheid gezuiverd….’ onderstreept dat ze niet zwanger kon zijn van Uria. Bathseba heeft wellicht al te gemakkelijk toegegeven en is daarmee ook mede schuldig aan deze zonde. David wil zijn zonde bedekken door Uria een paar nachten met zijn vrouw te laten doorbrengen. Hij deinst nergens voor terug. Maar God weerhoudt Uria ervan naar huis te gaan zodat de zonde van David en Bathseba openbaar zal komen. Er wordt misbruik gemaakt van Uria’s moed en ijver voor volk en vaderland toen Joab hem op de gevaarlijkste plek zette en daar ook stierf. ? Besef je dat het nodig is om van verleidelijke (digitale) plaatsen weg te blijven? Bid je dagelijks bewust: “Vader in de hemel, leidt mij niet in verzoeking”. Bij de maaltijd: Onze ogen kunnen ons verleiden tot onkuise gedachten, we mogen onszelf niet in verleiding brengen. Voor God is niet alleen de daad zonde maar ook de begeerte is zonde. In het 10 de gebod staat onder andere: ‘Gij zult niet begeren … uws naasten vrouw.’ Woensdag 8 oktober Lezen: 2 Samuël 12 : 1 - 12 Zingen: Psalm 51 : 1 en 5
‘Oordeel en straf’ Bij de maaltijd: Psalm 51: 1 - 9
God wilde niet dat zijn geliefde knecht David in de zonde bleef liggen. Door middel van de gelijkenis die Nathan vertelt wil de Heere David zelf een vonnis over zijn gruwelijke zonde laten uitspreken, zodat hij oprecht berouw krijgt. Als we de geboden van God moedwillig overtreden zijn we er mede de oorzaak van dat anderen de godsdienst, het volk van God en God zelf gaan verachten.
Als God ons vergeeft wil dat niet zeggen dat Hij ons niet straft voor onze zonden in dit leven. Daarom zal voor een lange tijd het zwaard van Davids huis niet wijken ( vers 10). Het kind van Bathseba stierf. En Amnon, Absalom en Adonia zijn allen jong gestorven door het zwaard.
? Als je toegeeft aan (digitale) seksuele verleidingen zal blijken dat dit moeilijk binnen de perken is te houden. Vecht je er ook tegen om geen aanleiding tot verleiding te zoeken en te geven? Bij de maaltijd: ‘Tegen U, U alleen, heb ik gezondigd’(vers 6). Het maakt David niet uit hoe mensen over hem denken, maar wat God ervan zegt. God alleen kan Davids zonden, overspel, bedrog, leugen en moord, straffen en vergeven. Donderdag 9 oktober Lezen: 2 Samuël 24: 1 - 14 Zingen: Psalm 33 : 8
‘Hoogmoed en straf’ Bij de maaltijd: 1 Joh. 1 : 8 - 10
Een door de satan aangewakkerde hoogmoed drijft David tot het laten houden van een volkstelling. Joab moest, tegen zijn zin, voor deze telling het hele land door trekken. Van Dan in het noorden tot Berseba in het zuiden. De telling nam negen maanden en twintig dagen in beslag. Na de telling drong het tot David door dat hij, door zijn trots gedreven, deze opdracht had gegeven en daarmee aangaf niet op God te vertrouwen. De profeet Gad moet David uit drie straffen laten kiezen: honger, oorlog of pest. David geeft zichzelf en het volk over in de hand des HEEREN voor een barmhartige en rechtvaardige straf. De pest zou ook het koningshuis, dus rijk en arm treffen. ? Zonde is schuld en dat maakt dat wij straf verdienen. Ga jij ook met je schuld tot God en smeek je Hem om vergeving? Bij de maaltijd: Wij bedriegen onszelf als we zeggen geen zonde te hebben. Indien wij met een waar oprecht berouw onze zonden voor God belijden wil Hij ons vergeven. Vrijdag 10 oktober Lezen: 1 Kronieken 29 : 10 - 21 Zingen: Psalm 86 : 2 en 6
‘Een blijmoedige gever’ Bij de maaltijd: Psalm 62: 1 - 6
David heeft het volk voor de laatste maal bijeengeroepen. Hij looft de HEERE en bidt voor het hele volk. Hij en het hele volk heeft ruimhartig gegeven voor de tempelbouw. David heeft zijn troonopvolger, zijn zoon Salomo, aangespoord om de HEERE te dienen en de tempel te bouwen. Wij kunnen onze goederen na onze dood niet behouden. Het is genade van God als we van harte bereidwillig zijn om naar ons vermogen bij te dragen in de dienst des HEEREN. ? Vergader een schat in de hemel, want God beloont de blijmoedige gever uit genade in de eeuwigheid. Bij de maaltijd: David getuigt in zijn moeilijke omstandigheden op God te vertrouwen. Hij moet alle onrecht die men hem aandoet overgeven in de handen van God, ook al stormt het in zijn hart. Hij roept alle gelovigen op dit ook te doen.
Week 7 Thema: Esther. De mens wikt, maar God beschikt! Maandag 13 oktober Lezen: Esther 2: 8-16 Zingen: Psalm 45: 5
‘schoonheid’ Bij de maaltijd: Esther 2: 17-20
Koningin Vasthi is verstoten en de hovelingen bedenken een plan om een nieuwe vrouw, koningin voor Ahasveros te zoeken. Hadassa, wordt o.a. uitgekozen samen met de vele maagden (waarschijnlijk honderden) om mee te dingen naar de plaats als koningin van Ahasveros. Ze krijgt de naam Esther (ster) waarschijnlijk omdat ze uitblonk in haar schoonheid. De maagden mochten één keer een nacht bij Ahasveros zijn om vervolgens als bijvrouw vergeten te worden in de vrouwenverblijven van de koning. Hooguit als de koning een bijvrouw begeerde te zien werd zij geroepen. Esther gehoorzaamde aan Mordechai die haar had geboden haar Joodse afkomst niet te vertellen. ? Wat vind je van de manier waarop er een nieuwe vrouw voor Ahasveros wordt gezocht? Wat is voor jou belangrijk bij het zoeken naar een vriend of vriendin? Is het vooral het uiterlijk wat telt? Bij de maaltijd: Esther wordt als koningin uitgekozen. Zij verwierf bij hem meer genade en gunst dan alle andere meisjes. Esther bleef gehoorzaam en vertelde haar Joodse afkomst niet. Dinsdag 14 oktober God dienen’ Lezen: Esther 3: 1-12 Zingen: Psalm 99: 1 en 2
‘oprecht
Bij de maaltijd: Esther 4: 1-3
Haman wordt verhoogd in het koninkrijk van Ahasveros en benoemd tot 1e minister. Haman is een nakomeling van Agag en komt dus voort uit het geslacht van de Amalekieten. De aartsvijanden van het volk Israël. Israël had van God het bevel gekregen om de Amalekieten uit te roeien. (Deuteronomium 25: 17-19) Voor Mordechai genoeg reden om niet voor Haman te buigen. Wat een durf! Hij doet er niet geheimzinnig over. Ik buig niet omdat ik een Jood ben! Na herhaald vragen uit zijn omgeving wordt Haman op de hoogte gesteld. Haman is gekrenkt in zijn trots en bedenkt een plan om niet alleen Mordechai, maar het hele Joodse volk in het rijk van Ahasveros weg te vagen. ? God dienen en de wereld kan in onze ogen misschien wel, maar in Gods ogen niet. God vraagt ons hele hart! Zijn wij bereid om net als Mordechai niet te buigen voor alles wat tegen Gods geboden ingaat? Bij de maaltijd: Mordechai en heel het joodse volk dat het vreselijke nieuws hoorde, was in diepe rouw! Mordechai hulde zich in zak en as en kwam tot de poort van de koning. De enige redding was mogelijk door de invloed die Esther kon uitoefenen. Woensdag 15 oktober Lezen: Esther 5: 1-14 Zingen: Psalm 40: 7
‘In vertrouwen gaan’ Bij de maaltijd: Esther 6: 5-12
Esther besluit de enige mogelijkheid om het verwerpelijke plan van Haman te verijdelen aan te grijpen. Daarmee riskeert ze haar leven. Tenzij de koning gratie verleent en de scepter toereikt. Daar komt bij dat Esther al 30 dagen niet bij de koning is geroepen. Maar ze gaat! De koning is haar gunstig gezind. Ze zal alles krijgen wat ze maar wil al was het de helft van zijn koninkrijk!
Ze komt niet meteen met haar verzoek, maar nodigt de koning met Haman uit voor het diner. Tijdens het diner komt ze nog niet met haar verzoek. Ze nodigt de koning met Haman opnieuw uit. En hoopt hiermee voor de derde keer te horen dat ze alles mag begeren wat ze wil van Ahasveros. Haman staat in hoge gunst bij de koning! Esther gaat zeer tactvol te werk om te voorkomen dat Ahasveros voor Haman kiest i.p.v. Esther en het Joodse volk. Haman is zeer vereerd, maar zijn blijde stemming wordt bedorven door Mordechai die Haman negeert en zich niet laat beïnvloeden door het edict wat is uitgeschreven over de Joden. Haman laat zich adviseren om Mordechai nu al te doden en laat een galg van 25m hoog bouwen. ? Als je dit gedeelte leest zou je menselijkerwijs gesproken zeggen, het loopt helemaal fout. Hoe moet het? Misschien zit je zelf wel in zo’n situatie of heb je dat meegemaakt. Geloof je dat God alles in zijn hand heeft en het Hem nooit uit de hand loopt? Bij de maaltijd: Mordechai bleek nog niet beloond voor zijn daad. Ahasveros vraagt Haman om advies. Wat moet ik doen voor een man die ik graag een eer wil bewijzen? Haman denk dat het om hem gaat en weet wel wat hij zou willen. Maar i.p.v. dat hij Mordechai aan de galg mag hangen mag hij Mordechai eer bewijzen die hij zelf dacht te ontvangen. De mens wikt, maar God beschikt! Donderdag 16 oktober ‘Redding en Gerechtigheid’ Lezen: Esther 7: 1-10 Zingen: Psalm 54: 1 en 3 Bij de maaltijd: Esther 8: 7-12 Voor de derde maal wordt Esther gevraagd wat ze wil tijdens de tweede maaltijd. “Wilt u mij en mijn volk redden van de ondergang?” is de boodschap tot de koning. De koning ontsteekt nu al in woede, terwijl hij nog niet weet wie er achter de aanslag zit. Als Haman als schuldige wordt aangewezen is meteen duidelijk dat zijn doodvonnis is getekend. Haman smeekt Esther voor zijn leven. De koning ziet het als poging Esther wat aan te doen. Haman krijgt een doek om zijn hoofd. Perzische koningen willen geen ter dood veroordeelde in de ogen kijken. ? Als Haman oprecht berouw had van zijn plan, had Esther dan zijn leven niet kunnen sparen door voor hem in de bres te springen bij koning Ahasveros? Was dat niet christelijker geweest? Bij de maaltijd: Het bevel om de Joden uit te roeien kon niet herroepen worden, maar Mordechai mag een nieuw bevel schrijven in naam van de koning . Vrijdag 17 oktober ‘Dankbaarheid’ Lezen: Esther 9: 20-32 Zingen: Lofzang van Zacharias: 2 Bij de maaltijd: Esther 10: 1- 3 Het oorspronkelijke plan van Haman was totaal mislukt. Het waren juist de Joden die op de dertiende dag van de twaalfde maand de vijanden versloegen. 800 man gedood in Susan en de twaalf zonen van Haman zijn gedood. In totaal zijn 75.000 vijanden gedood door de Joden. Mordechai heeft de hele geschiedenis opgeschreven en stuurde brieven naar de Joden in het hele rijk van koning Ahasveros. In deze brieven spoorde hij de Joden aan om ieder jaar de 14e en de 15e dag van de 13e maand Adar te vieren. Esther stuurt nog een keer een brief met dezelfde inhoud rond. Om te bekrachtigen dat het poerimfeest echt gevierd moet worden. ? Wij zijn gauw geneigd om zegeningen te vergeten of gewoon te vinden, herken je dat bij jezelf? Bij de maaltijd: Mordechai is de machtigste man geworden na koning Ahasveros! Daardoor was hij in staat om op te komen voor het Joodse volk en het goede voor hen te zoeken. Wat een wonder, als je dat vergelijkt met hoofdstuk 3 waar Haman toestemming krijgt van Ahasveros om het Joodse volk uit te roeien.
Week 8 Thema: De Heere spreekt tot mensen: Zo zegt de Heere, Heere Maandag 27 oktober Lezen: Ezechiël 1: 1-6, 25-28 Zingen: Psalm 97: 1,3
De heerlijkheid van God Bij de maaltijd: Ezechiël 2: 1-7
Ezechiël is profeet in Babel. Als hij bij de rivier de Chebar is krijgt hij een visioen. Hij ziet een wolk, zo mooi en in het midden de kleur Hasmal. Dat is goud of koperkleurig en zeer vurig. In het midden van die vurige wolk de gelijkenis van vier dieren. Hier geeft de kanttekening, engelen, cherubijnen. Elk heeft 4 gezichten. Dan ziet Ezechiël boven die verschijningen een nog veel heerlijker geheel. De heerlijkheid des Heeren. Je kunt hier merken dat Ezechiël geen woorden heeft om deze schoonheid te beschrijven. ! God is groot en heilig! Bij de maaltijd: Hoe spreekt de Heere God in jouw leven? Dinsdag 28 oktober Lezen: Ezechiël 2: 8 – 3:11 Zingen: Psalm 119: 52, 67
Mensen zijn hard Bij de maaltijd: Ezechiël 3: 22 -27
Ezechiël krijgt een heel vreemde opdracht. Hij moet een boekrol opeten. God beveelt hem dat, en hij mag niet weigeren en ongehoorzaam zijn zoals het verbondsvolk wél steeds is. Die rol is zo vol geschreven, voor- en achterkant is helemaal vol. Daar zijn alle oordelen opgeschreven die over het joodse volk zullen komen. Wat wonderlijk; de rol smaakt Ezechiël heel zoet. Als hij in gehoorzaamheid Gods woorden gaat spreken zal hij er zelf de zegen van ervaren. Maar Israël zal niet willen horen naar Ezechiël omdat ze ook niet willen luisteren naar God. Maar zegt God tegen Ezechiël; wees niet bang als het volk hard tegen je is, ik zal u ook hard maken tegen dit volk. ! Als je in gehoorzaamheid aan God je leven invult dan zullen zelfs de oordelen en tegenslagen zoet voor je zijn, omdat ze je dichter bij God brengen. Bij de maaltijd: Luisteren wij wel naar de Heere of zijn wij ook ”weerspannig”? Woensdag 29 oktober Lezen: Ezechiël 24: 15-27 Zingen: Psalm 79: 1, 2
God straft de zonden Bij de maaltijd: Ezechiël 28: 25, 26
Wat een verschrikkelijke opdracht krijgt Ezechiël. Hij hoort dat God zijn vrouw gaat wegnemen, ze zal sterven, maar hij mag er niet om huilen. Hij mag geen rouw bedrijven. De Joden die eromheen staan snappen er niets van. Ezechiël mag niet rouwen. Maar de profetie is duidelijk. Als straks de lust van dit volk, dat is Jeruzalem, verwoest zal worden, dan zal de ellende en de verschrikking zo erg zijn dat ze geen tranen meer hebben om te huilen. En als Ezechiël dan uiteindelijk horen zal dat al de oordelen die hij moest aankondigen, zijn gekomen dan mag hij weer gaan spreken tot hun troost. ? Zie je dat je niet kunt blijven zondigen? Uiteindelijk is de maat vol en zal God echt straffen. Luister dus naar wat God in Zijn Woord tot je zegt en wees niet eigenwijs, maar dien de Heere. Bij de maaltijd: Als God voor je is, wie zal dan tegen je zijn?
Donderdag 30 oktober Lezen: Ezechiël 34: 1 - 19 Zingen: Psalm 95: 1, 2, 4
De Herder zoekt de schapen Bij de maaltijd: Ezechiël 34: 20 - 24
Ezechiël moet de leiders van het volk waarschuwen. Zij zijn geen herders die de schapen weiden maar zij weiden zichzelf. Ze verrijken zich ten koste van het volk. Goed, God zal zelf het volk, Zijn schapen gaan weiden. Hij zal ze opzoeken en de slechte herders straffen. Leer deze teksten maar uit je hoofd : vs. 16: Het verlorene zal Ik zoeken, en het weggedrevene zal Ik wederbrengen, en het gebrokene zal Ik verbinden, en het kranke zal ik sterken. Dat is nog eens een Herder. ? Voel jij je vaak alleen, verdrietig, onbegrepen, teleurgesteld? Dan moet je bij deze Herder zijn! Hij zorgt Zelf voor Zijn schapen. Bij de maaltijd: De Herder, de Knecht, de Vorst, ja de Messias beloofd! Vrijdag 31 oktober Lezen: Ezechiël 37: 1 -14 Zingen: Psalm 71: 15, 117
Het wonder van de dorre doodsbeenderen Bij de maaltijd: Ezechiël 39: 25 - 29
Ezechiël wordt “in de geest” geleid naar een vallei. Een dal vol met doodsbeenderen. Een knekelveld. En daar gaat God vragen stellen. Zullen deze beenderen levend worden? Ezechiël houdt zich op de vlakte. Die beenderen kunnen natuurlijk niet gaan leven. Maar hij weet ook dat God wonderen kan doen, dus wie weet. Hij zegt het: Heere, Gij weet het. Nu zegt God: Ga dan maar tegen die beenderen profeteren. Ezechiël gehoorzaamt en ziet het wonder gebeuren. Wat onmogelijk is bij de mensen is mogelijk bij God. ? Zo is het ook bij ons mensen. Zo dor en doods door de zonde dat wij dood liggen in de zonden en de misdaden. In ons geen leven. Maar God wil Zelf door Zijn Woord nieuw leven wekken. Heb jij al gezien dat je zo dor en doods bent als deze doodsbeenderen als je leeft zonder God? Zoek de Heere dan en belijd je zonden. Want wie zijn zonden belijdt en laat, die zal barmhartigheid geschieden. Bij de maaltijd: Grote beloften voor het Joodse volk, die wachten nog op vervulling.
Week 9 Thema: Filippus, een uitdeler (Dankdag) Maandag 3 november Lezen: Hand. 6: 1-7 Zingen: Ps. 146: 4
Danken: God zorgt voor de gemeente Bij de maaltijd: Hand. 4:32-37
Vrij snel na Pinksteren: christenvervolging en ontevredenheid bij de Griekse Joden, die uit de diaspora terug gekeerd zijn naar Israël. Ze willen hun oude dag hier doorbrengen. Griekse Joden voelden zich als buitenlander achtergesteld t.a.v. de verzorging van de weduwen door de Hebreeuwse Joden (Joden, die in Israël geboren en getogen zijn). 12 apostelen erkennen de organisatorische nalatigheid en kiezen zeven Griekssprekende diakenen om voor de armen te zorgen. Gevolg: apostelen kunnen zich wijden aan: preken en bidden. De apostelen bekrachtigen de keuze door handoplegging. De gemeente groeide (vs7). ? Wat is onze relatie tot de diaconale hulpverlening? Wat kan en wil jij bijdragen voor de sociaal zwakkere allochtone en autochtone naaste? Bij de maaltijd: In de eerste christengemeente zat men niet vast aan eigendommen. Er was vrede, eenheid, nederigheid en eensgezindheid. Aan welke eigendommen zit jij heel vast? Kun je een week zonder mobiel? Neemt jouw mobiel een deel van je stille tijd in beslag? Dinsdag 4 november Lezen: Handelingen 8:1-8 Zingen: Psalm 78:1
Danken: Dank God in alles! Bij de maaltijd: 2 Korinthe 9: 6-15
Stefanus wordt door de Raad van godslastering beschuldigd en steniging is zijn straf. Hij beveelt zich aan Jezus en bidt voor zijn moordenaars. Saulus, de latere Paulus staat er goedkeurend bij. Satan gebruikt voor zijn verwoesting Saulus, deze organiseert een bloedige vervolging. Hij speelt een belangrijke rol bij de steniging van Stefanus, maar Christus overwint! Stefanus’ dood verzwakte de moed van de apostelen niet! Wat de satan onderneemt om te vernietigen, gebruikt Christus om Zijn kerk uit te breiden. Er wordt gepreekt, gemeenten worden gesticht. God bestuurt alles! Vele gelovigen vluchten, maar blijven het Woord trouw. Jeruzalem, de stad des vredes, is de stad der vervolging geworden. Filippus moest de boodschap brengen aan niet-Joden. God richt zich ook op mensen, die uiterlijk niet tot het verbond behoorden. Filippus deed wonderen. Doel: oproepen tot geloof en versterken van het geloof. Hij toont de almacht van God. Dankbaar: vers 8: er kwam grote blijdschap in de stad na de komst van de Blijde Boodschap. ! Bid en geloof jij dat Gods macht de kracht van Satan kan verbreken? Kun je een concreet voorbeeld geven? Bij de maaltijd! Les van de natuur: Als een boer zuinig zaait, zal er geen grote oogst te verwachten zijn. Dwangmatigheid past niet bij Christelijk geven. Eigenlijk geven we niet opdat God zal geven, maar omdat Hij eerst gegeven heeft. Geef blijmoedig met vreugde. Hij is de grote Gever. God gaf de grootste gave die er is: Zijn Zoon.
Woensdag 5 november
DANKDAG
Donderdag 6 november Lezen: Handelingen 8 : 9-24 Zingen: Psalm 56: 6
Danken: Voor het werk van de Heilige Geest Bij de maaltijd: Handelingen 8:25-28
Het evangelie gaat vanuit Jeruzalem naar Samaria. Simon is een volgeling van de duivel, die hem hoogmoedig maakt. D.w.z.: Alleen van jezelf verwachten en zeker niet van God. Het bedrog van Satan wordt zichtbaar door het licht van het Evangelie. Simonie: denken dat de gaven van de Heilige Geest overdraagbaar en te koop zijn. Zij ontvingen bijzondere gaven van de HG, b.v. profeteren, spreken in een andere taal, kracht om zieken te genezen. Simon wil eerst munt slaan uit het evangelie, vs.18. Handoplegging is een symbool van de gave van de Heilige Geest. De Doop symboliseert de dagelijkse afwassing der zonden en het is tot versterking van het geloof. Het verzekert de waarheid van de beloften van het Evangelie. ? Wat betekent de Heilige Geest voor jou? /Kun je zonder de Heilige Geest leven? /Is de Invloed van magie/ occultisme voor jou herkenbaar? / beangstigend? Bij de maaltijd: Ethiopië ligt ten zuiden van Egypte. 1500 km van Jeruzalem. De kamerling heeft joodse ballingen horen getuigen in zijn eigen land. Candacé is een Moorse aanspreektitel voor koningin. (Vergelijk Farao voor Egyptische koning). Kamerling is een eunuch (politieke redenen), een minister van financiën. Een onbesneden Moorman mag in Jeruzalem de openbare godsdienst niet bijwonen is de gedachte van de Joden. Contrast: Bij God ben je als zondaar wel welkom. Minister leest de Septuaginta ( Griekse vertaling). Vrijdag 7 november Lezen: Handelingen 8 :26-40 Zingen: Psalm 87 :3,4 en 5
Danken: God maakt Zijn Woord en Beloften bekend Bij de maaltijd: Handelingen 21: 7-14
God stuurde Filippus op het juiste moment om de Afrikaanse reiziger te ontmoeten, oftewel uitleg geven ter lering en bemoediging. Zonder de werking van de Heilige Geest begrijpen we het Woord niet. Jezus ging Zelf voor de kamerling Jeruzalem uit naar Golgotha. Wiens weg is ooit zo donker geweest als Zijn weg? Kinderen van christelijke ouders worden gedoopt en later mogen ze hun geloof belijden. De Moorman was gelovig en wilde gedoopt worden, teken van afwassing van zijn zonden. De toebrenging van de kamerling is een vervulling van de belofte: Alle volken zullen komen tot het heil van God. Het Evangelie zal naar alle landen gaan en de naam van Jezus zal overal worden aangeroepen. Wereldwijd wordt gepreekt: bekering en vergeving van zonden. Dat is niet vrijblijvend. Voel jij je aangesproken? ? Moorman: “Wat verhindert mij om gedoopt te worden? “ Wat verhindert jou / mij om in God te geloven? Wat betekent God voor jou? Is Hij aanwezig in je leven? Is het verstandig dat we denken dat we het nog wel zonder Christus kunnen redden? Bij de maaltijd: Paulus ging als passagier mee op een koopmansschip. Ptolemaïs is het plaatsje Akko. Tyrus is de hoofdstad van Fenicië, het huidige Libanon. De vier dochters van Filippus hebben profetische gaven ontvangen en mogen hun energie in de dienst van God besteden. Paulus wordt overgeleverd aan de Romeinse stadhouder en later aan keizer Nero. Paulus heeft alles over voor Zijn Heiland. Hoe zie jij dat?
Week 10 Gideon, een strijdbare held Maandag 10 november ‘Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen’ Lezen: Richteren 2 : 6-23 Zingen: Psalm 44 : 5 Bij de maaltijd: Richteren 3: 1-6 Na 40 woestijnjaren is het volk Israël in het Beloofde Land aangekomen. Al de dagen van Jozua diende het volk de Heere. Het had gezien op welke wijze Hij Israël had geleid. Na Jozua’s dood gingen de Israëlieten, die in vrede en voorspoed leefden, Baäl en Astaroth dienen. De toorn des Heren ontstak en vele vijanden beroofden Israël van geld, goed en vrijheid. Als de Heere dan een richter stuurde, bekeerde het volk zich en keerde de vrede en de welvaart terug. Toch verviel het volk steeds weer in zonde en afgoderij, als de richter stierf. Een richter, of ook wel rechter, was een door God gezonden verlosser of bevrijder, die het opnam tegen de vijand. Het woord rechter is alleen maar van toepassing op Deborah, die ook rechtsprak. ? Vergeten wij ook niet vaak de Heere te dienen, als alles voorspoedig gaat? Wat is dan de les van dit gedeelte uit Gods Woord? Bij de maaltijd! Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen. Zijn straffende hand is echter niet bedoeld om ons te verderven, maar om ons te bekeren van onze goddeloze wegen. Dinsdag 11 november ‘ De roeping van Gideon’ Lezen: Richteren 6 : 6-24 Zingen: Psalm 60 : 1 en 3 Bij de maaltijd: Richteren 6: 25-32 Het volk Israël wordt onderdrukt, vanwege het afdwalen van de dienst van God en dan stuurt hij de richter Gideon, als zij Hem aanroepen. De Engel des Heeren noemt Gideon een sterke held, niet vanwege het feit dat hij zo moedig is geweest op het slagveld, maar omdat hij trouw is aan de Heere. Gideon twijfelt of hij de opdracht van God wel kan uitvoeren, maar hij mag zijn werk verrichten in de kracht des Heeren: vers 16 ‘omdat Ik met u zal zijn.’ Een extra zekerheid krijgt Gideon doordat de Heere zijn offer aanvaardt. Wie de wil van God doet, kan en mag er op rekenen dat hij er niet alleen voorstaat, maar dat de Heere hem helpt, bewaart en beschermt. ? Is Gideon voor jou een richtingaanwijzer of een gids die met je meegaat in je leven? Bij de maaltijd! Op bevel van de Heere breekt Gideon, met gevaar voor eigen leven, het altaar van Baäl af. Zijn er in ons leven ook afgoden die wij moeten afbreken en wegdoen, ook als het ons van alles kost? Woensdag 12 november Lezen: Richteren 6 : 33 – 7 : 6 Zingen: Psalm 108 : 3 en 7
‘De beproeving van Gideon’ Bij de maaltijd: Richteren 7: 7 - 12
Gideon vraagt twee keer om een teken. Het is opmerkelijk dat de Heere deze aan hem geeft. Daaruit blijkt dat Gideon ze niet uit wantrouwen, maar uit ootmoed en geloof heeft gevraagd. Gideon krijgt de naam Jerubbaäl, omdat hij het altaar van Baäl verwoestte. Zo stond bij voorbaat vast, dat de overwinning niet aan deze afgod te danken was. Het is een beproeving dat hij maar 300 soldaten overhoudt. Gideon mag echter gelovig vertrouwen op de Heere (Hebreeën 11 – 32). Ook vandaag kan de Heere Zijn kinderen beproeven, maar de geschiedenis van Gideon leert dat Hij op Zijn tijd ook de uitkomst schenkt. ? Stellen wij in tijden van beproeving ons vertrouwen op onszelf of op de Heere? Geven we Hem de eer?
Bij de maaltijd: Menselijkerwijs gesproken is het leger van Gideon kansloos. Hij krijgt echter ongevraagd een bemoediging als hij de droom van de Midianitische soldaat hoort. Juist in tijden van nood kan Hij Zijn kinderen bemoedigen. Donderdag 13 november Lezen: Richteren 7 : 13 -25 Zingen: Psalm 18 : 8 en 9
‘Het vertrouwen van Gideon’ Bij de maaltijd: Richteren 8: 1 en 3
Gerst is van veel mindere kwaliteit dan tarwe, maar de Midianieten hebben deze geroofd en de Israëlieten hebben niets anders. De gerstekoek in de droom is het beeld van Gideons leger, niet veel waard dus; met de tent wordt het legerkamp bedoeld. Door zo’n onbeduidend aantal soldaten zullen met Gods hulp 125.000 soldaten verslagen worden. Ook al heeft God de overwinning gegarandeerd, Gideon heeft wel degelijk de verantwoordelijkheid plannen te maken en strijd te voeren. Dat geldt ook voor ons: als de Heere ons zaken belooft, hebben we de verantwoordelijkheid biddend werkzaam te zijn met die belofte en ons volledig in te zetten. ? Op wie of wat stel jij je vertrouwen in dit leven? Bij de maaltijd: De Efraïmieten nemen het Gideon kwalijk dat hij hen niet vanaf het begin betrokken heeft in de strijd. Helemaal ongelijk hadden ze daarmee niet. Ze zijn ook jaloers. Gideon antwoordt wijs: is hun overwinning niet veel groter dan de zijne? Hebben ze niet twee koningen gevangen en gedood? Kunnen wij anderen die jaloers zijn op ons succes ervan overtuigen dat hun werk belangrijker is dan het onze. De minste zijn? Vrijdag 14 november Lezen: Richteren 8 : 22 -31 Zingen: Psalm 46 : 1 en 4
‘De meerdere Gideon’ Bij de maaltijd: Richteren 8 : 32 - 35
Het volk vraagt of Gideon en zijn nakomelingen over Israël willen heersen. Hij weigert; de Heere regeert immers! Met de allerbeste bedoelingen vraagt Gideon aan iedere Efraïmiet een gouden ring, waarmee hij een efod maakt, dit is het kledingstuk van de hogepriester waarop de borstlap met edelstenen en de schouderstukken met hun edelstenen worden bevestigd. Gideon denkt hiermee (in eigen kracht) het volk dichter bij God te kunnen houden. De efod krijgt een plaats in Ofra, waar heel Israël het als een afgod gaat vereren. Het blijkt vaak uitermate lastig te zijn alleen te doen wat God van ons vraagt. Zoals elk mens is Gideon een voorbeeld van een instrument in Gods hand. Maar ook hij had zijn zwakheden. Daarom was het nodig dat de meerdere Gideon moest komen! ! De Heere vraagt of wij Hem willen gehoorzamen en dienen, maar van onszelf hoeft er niets bijgevoegd te worden. Bij de maaltijd: Gideon sterft op hoge leeftijd en wordt bijgezet in het graf van zijn vader Joas in Ofra en opnieuw vergeet het volk wie zijn Koning is. Als alles voorspoedig gaat in ons leven, moeten we er ons voor waken de Heere niet te verlaten om onze afgoden te gaan volgen.
Week 11 Hizkia kleeft de Heere aan Maandag 17 november Lezen: 2 Koningen 18: 1-12 Zingen: Psalm 4:1
‘God is mijn lied’ Bij de maaltijd: 2 Koningen 18: 13-16
De bijbel is buitengewoon positief over Hizkia, meer dan welke koning ook. (vers 5) Uit de verering van de koperen slang blijkt dat iets wat de Heere gegeven heeft ook kan uitmonden in iets zondigs. Ken je daar nog meer voorbeelden van? Ook in onze tijd? Hoe blijkt ook in dit gedeelte dat het Woord van de Heere in Exodus 20 (de misdaad van de vaderen, die aan de kinderen bezocht wordt) ten volle wordt vervuld. ? Een mens van nature kleeft niet de Heere aan, maar de zonde en de wereld. Uit genade mocht Hizkia de Heere aankleven. (‘hing aan de Heere’) Kan dat ook van jou gezegd worden? Bij de maaltijd: Had Hizkia niet stoer moeten weigeren de koning van Assyrië überhaupt te woord te staan? Laat staan hem te geven wat hij vroeg. En dan nota bene de tempel te strippen om aan genoeg geld en goud te komen? Dinsdag 18 november Lezen: 2 Kronieken 32: 1-15 Zingen: Psalm 116:2,5
‘God is mijn sterkte’ Bij de maaltijd: 2 Kronieken 32: 16-20
In het vorige hoofdstuk lazen we over de trouw van Hizkia met betrekking tot de binnenlandse politiek. Hij heeft tempel, stad en land gereinigd van afgoderij. In het gedeelte van vandaag verschijnt Sanherib op het toneel, dat wil zeggen in het land van Juda. Wij leven ook in een vijandige wereld. Neem jij ook maatregelen om de aanvallen van de vorst der duisternis af te slaan? De inval gebeurt niet alleen , omdat God tucht over Zijn volk. God heeft met deze inval een ander doel: Hizkia’s geloof op de proef te stellen. ! Wij moeten doen als Hizkia, wanneer zorg en angst ons hart vervult. Al onze zorgen moeten wij bij de Heere bekend maken. Hizkia weet niet hoe de Heere zal helpen, maar hij vertrouwt wel volkomen op zijn God. Bij de maaltijd: De dreiging van de vijand is groot. Aan de ene kant twee biddende mensen en de andere kant een enorm leger. De twee behalen de overwinning, want aan de kant van die twee staat de Heere. Woensdag 19 november Lezen: 2 Koningen 19: 1-13 Zingen: Psalm 142: 1,2
‘God is mijn hulp’ Bij de maaltijd: 2 Koningen 19: 14-19
Schijnbaar een onoverwinnelijk leger van Sanherib staat aan de poorten van Jeruzalem. Het is duidelijk wat zijn bedoeling is: Hizkia dwingen tot overgave. Hizkia kan geen kant meer uit. Of toch wel? We lezen echter niet alleen van Hizkia dat hij rouwt, maar ook dat hij ‘ging in het huis des Heeren’. Ook vraagt Hizkia Jesaja te bidden ‘voor het overblijfsel, dat gevonden wordt’. Hiermee wordt dat deel van het volk bedoeld dat nog in leven is en de Heere dient. ? Wat kan je leren in geestelijk opzicht van het feit dat Hizkia in het huis des Heeren ging? Wat is de reden dat Hizkia hoopt dat de Heere Zich zal laten verbidden? Wat valt daaruit te leren? Bij de maaltijd: Vandaag een mooi voorbeeld hoe iemand iets voorlegt aan God, letterlijk en figuurlijk.
Donderdag 20 november Lezen: 2 Koningen 19 : 20-34 Zingen: Psalm 21 : 1,2
‘God is mijn redding’ Bij de maaltijd: 2 Koningen 19: 35-37
Voor de tweede keer mag Jesaja verkondigen dat Hizkia’s gebed verhoord is. Het is Zijn goedheid dat Hij het aangevochten geloof telkens wil versterken. Het valt op dat de Heere Zich niet richt tot Hizkia, maar tot Sanherib. In vers 30 wordt de diepere reden van de beproeving zichtbaar: het volk moet leren het nog meer van de Heere te verwachten, opdat er meer vruchten van geloof en bekering gevonden zou worden. ? Wat zou de reden zijn dat de Heere, na de eerdere gedane belofte, opnieuw belooft verlossing te zullen zenden? Bij de maaltijd: De geschiedenis doet denken aan de tiende plaag in Egypte toen de verderfengel voorbijging en aan de geschiedenis waarbij na de volkstelling 70.000 mannen stierven vanwege de pestilentie, omdat de Engels des Heeren met het zwaard door het land trok.
Vrijdag 21 november Lezen: 2 Koningen 20 : 1-11 Zingen: Psalm 102 : 3,13
‘God is mijn rechtdoener’ Bij de maaltijd: 2 Koningen 20: 16-21
Kort voor Hizkia’s ziekte is Jeruzalem door de Heere bevrijd. Een periode van rust en vrede lijkt aangebroken te zijn. Het moet voor Hizkia diep aangrijpend geweest zijn dat er op dat moment geen erfgenaam en troonopvolger voorhanden is, omdat zijn zoon Manasse nog niet is geboren. Zal Hizkia deze weg, die de Heere met zijn leven gaat, begrepen hebben? Wat Hizkia niet weet, is dat de Heere , naar Zijn heilige raad en wil, hem nog vijftien jaren op de aarde zal geven en dat hij door deze nood het nog meer van de Heere zal verwachten en de Heere nog meer verheerlijkt zal worden. Het geloof wordt niet gewerkt door een teken, maar door Woord en Geest. Een teken is om een belofte te bevestigen.
? Wat is de reden dat Hizkia genezing mag ontvangen? Mag in onze dagen ook gebeden worden om genezing? En mag je aan Heere ook altijd om een teken vragen? Bij de maaltijd: Hizkia is gestorven op het moment dat hij weet dat het met zijn rijk niet goed zal aflopen. Het maakt dat Hizkia zich nooit zal kunnen beroemen op zijn eigen daden. Toch is Hizkia’s koningschap, ondanks dat er bij zijn sterven een neergang is, een gezegend koningschap te noemen.
Week 12 Thema: Izak, de zoon van de belofte Maandag 24 november Lezen: Genesis 18: 1-15 Zingen: Psalm 64:10
Geboorte Izak aangekondigd Bij de maaltijd: Genesis 24: 1-8
Drie mannen komen bij Abraham op bezoek, het is opvallend hoe gastvrij ze worden ontvangen. Het is God zelf die aan Abraham verschijnt en voorzegt dat hij (over een jaar) een zoon zal krijgen. Abraham en Sara hebben lang op een kindje moeten wachten, maar God is betrouwbaar. Je kunt op Hem aan. Hij doet wat Hij belooft! Sara gelooft er inmiddels niet meer in. Ze schiet in de lach bij de gedachte dat zij op haar ouderdom nog een kind zou moeten baren… Ze was immers ver over de vruchtbare leeftijd heen. ? Twijfel jij er ook wel eens aan of God doet wat Hij zegt? ? Hoe gastvrij ben jij? Heb je er wel eens over nagedacht dat je zonder het te weten engelen kunt ‘herbergen’? Bij de maaltijd: Abraham laat voor zijn zoon een vrouw halen uit zijn geboorteland. Hij wil geen heidense vrouw voor Izak. Hoe belangrijk vind jij het om in de toekomst een christelijke levenspartner ‘uit te zoeken’? Dinsdag 25 november Lezen: Genesis 24: 52-67 Zingen: Psalm 61: 4 en 7
‘ Rebekka wordt de vrouw van Izak’ Bij de maaltijd: Genesis 25: 21-26
In het gedeelte voorafgaand aan vers 52 (vers 43 en 44) kunnen we lezen dat God zelf de vrouw voor Izak aanwijst. Alles gaat voorspoedig en precies zoals God gezegd had. Rebekka en haar familie ontvangen kostbaarheden: goud, zilver en klederen. Daarna hebben ze met elkaar een maaltijd. De volgende morgen stonden ze vroeg op, ze wilde geen tijd verspelen en direct vertrekken. De ouders van Rebekka vragen of ze nog 10 dagen bij hen mag blijven. Voorts wordt het Rebekka voorgelegd en zij besluit om direct mee te gaan. ? Hoe kan het bestaan dat Rebekka zo maar mee gaat met de knecht van Abraham denk je? (antwoord vers 40) Bij de maaltijd: Rebekka was onvruchtbaar, maar de Heere liet zich ‘verbidden’ door het gebed van Izak. Een bijzondere zwangerschap en geboorte van een tweeling volgt. Er worden twee zoons en daarmee ook twee volkeren geboren. Woensdag 26 november Lezen: Genesis 26: 1-17 Zingen: Psalm 33:10
‘Izak te Gerar” Bij de maaltijd: Genesis 26: 26-33
I.v.m. een hongersnood vertrekt Izak naar Abimelech (de koning van de Filistijnen). Gerar was de hoofdstad van de Filistijnen. Dit is de derde keer dat er hongersnood is. Twee keer eerder ten tijde van Abraham: (Gen. 12:10-20 Hongersnood in het land, Abraham naar Egypte. Gen. 20:1-18 Abraham naar Abimelech van Gerar in het land van de Filistijnen). Izak gaat naar de zoon van deze Abimelech toe. Izaks rijkdom was zichtbaar voor iedereen. Zo was het duidelijk dat God hem zegende, zelfs in een tijd van hongersnood. De Filistijnen benijden Izak en daarmee de zegen van God. Er was jaloezie. ? Zijn er volgens jou overeenkomsten tussen Israël en de Filistijnen toen en Israël en de Palestijnen nu?
Bij de maaltijd: Nu komt Abimelech bij Izak (:26-29) Abimelech had Izak uit Gerar weggezonden. Abimelech had het verbond tussen zijn vader en de vader van Izak geschonden. Vandaar de vraag van Izak: "Wat kom je doen?" (:27) De Filistijnen hadden Izaks waterputten dicht gegooid en hem uit het gebied waar hij was, weggejaagd. Nu zoeken ze hem weer op om een verbond te sluiten. Donderdag 27 november Lezen: Genesis 27 : 1-23 Zingen: Psalm 90: 8
‘Izak zegent…’ Bij de maaltijd: Genesis 27: 38-41
Izak moet de van God ontvangen genade overdragen op zijn nageslacht, omdat in zijn geslacht het eeuwige verbond van God zal blijven. Bij de geboorte was al uitgesproken dat de meerdere (Ezau) de mindere (Jacob) zou dienen. Daarom ontvangt Jacob de zegen. Gods keuze wordt zichtbaar ondanks de beerput die mensen ervan maken. Dat is heel verrassend. De Heere regeert. Hij werkt door aan zijn belofte. ? Jacob krijgt uiteindelijk door list en bedrog de zegen. Was dat nou echt op deze manier nodig? Bij de maaltijd: Ezau heeft zijn eerstgeboorterecht verkocht. Jacob heeft de eerste en grootste zegen ontvangen. Niettemin is Ezau toch ook door Izak gezegend. Vrijdag 28 november Lezen: Genesis 33 : 1-16 Zingen: Psalm 25: 4
‘Izaks zonen verzoenen’ Bij de maaltijd: Genesis 35: 27-29
In hoofdstuk 32 stuurt Jacob een grote kudde vee (meer dan 500 stuks) naar Ezau met de boodschap dat dit een geschenk is van uw knecht Jacob. Jacob neemt de eerste stap om het weer goed te maken. Daarmee erkent hij dat hij fouten heeft gemaakt. In hoofdstuk 33 komt het daadwerkelijk tot een ontmoeting en vallen de broers na vele jaren elkaar weer in de armen. Het is goed om ruzies bij te leggen. Verzoening kan alleen plaatsvinden als er ook schuldbesef is. ? Heb jij wel eens ruzie met je broer of zus? Hoe los je dat op? Zet jij ook de eerste stap…? Bij de maaltijd: Izak sterft 180 jaar oud. Vanmorgen lazen we over de verzoening tussen Jacob en Ezau. Dat wordt hier bevestigd (: 29) ‘zijn zonen Ezau en Jacob begroeven hem’.
Week 13 Thema: Josia wijkt niet af Maandag 1 december Lezen: 2 Kron. 33: 21 – 34:7 Zingen: Psalm 19: 6
‘Een jonge koning’ Bij de maaltijd: 1 Kon. 13: 1-5
Zijn opa en zijn vader waren niet bepaald goede voorbeelden. Wie zijn jouw voorbeelden? Een 8-jarige op de troon van David met om hem heen een afgodisch volk en het sterk toegenomen kwaad en de vele dwalingen van zijn vader en grootvader. Is het in deze tijd anders? Maar: “hij deed wat recht was in de ogen des HEEREN”. Leg het leven van jezelf er eens naast. Hoe houd jij jezelf staande? Heb jij een afgod of ken jij dé God? Welke Baäls beheersen onze levens? Ook wij moeten een grote schoonmaak houden. ? Leef jij ook in afhankelijkheid van de HEERE? In het houden van Zijn geboden ligt grote loon. Bij de maaltijd: Het koningschap van Josia voorzegd door een man Gods. Onze God regeert niet bij toeval en laat niet met zich spotten. Dinsdag 2 december Lezen: 2 Kron. 34: 8-18 Zingen: Psalm 56: 6
‘Gods eer op het oog ’ Bij de maaltijd: 2 Kron. 34: 19-21
Josia is in de afgelopen 10 jaar met de belangrijke reiniging bezig geweest. Maar is nog niet klaar! Na de reiniging van het land wil hij ook het Godshuis, de tempel, op laten knappen. Want dit is de plek waar het volk gezamenlijk God kan loven en prijzen. Wat betekenen de kerk en de zondag voor ons? Let op: Het is een heilige plaats want God woont hier. Voordat er begonnen wordt vindt de priester de Heilige Wet en zorgt ervoor dat deze bij de koning komt. ! Bid voor de mensen in landen waar het Christen- zijn en de kerkgang verboden zijn en bestraft worden. Wees je ervan bewust dat wij ons in een luxe positie bevinden en dat wij daardoor ook een grotere verantwoordelijkheid hebben . Bij de maaltijd: Ook bij ons wordt zondags de Heilige Wet voorgelezen. Wat heeft dit jou te zeggen? Val in nederigheid voor God neer en vraag net als Josia vergeving. Woensdag 3 december Lezen: 2 Kron. 34: 22-28 Zingen: Psalm 115: 2,3
‘de Wet tot je voordeel of tot je oordeel’ Bij de maaltijd: 2 Kron. 34: 29-33
De HEERE laat via de profetes Hulda weten dat Hij het volk zal straffen om hun zonden. Maar …. Hij zal vergeven een ieder die in ware ootmoed en nederigheid tot hem komt en smeekt om vergeving. Ook in dit stukje laat de Bijbel zien dat er maar 2 wegen zijn. Welk pad bewandelen wij? ! Zoekt den HEERE, terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. De goddeloze verlate zijn weg, en de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot den HEERE, zo zal Hij Zich Zijner ontfermen, en tot onzen God, want Hij vergeeft menigvuldiglijk. Jesaja 55: 6 en 7 Bij de maaltijd: Koning Josia kan de woorden van de Wet niet voor zichzelf houden en wil dat het gehele volk het hoort en Gods Wet gehoorzaamt. Geef jij Gods Evangelie door aan ongelovigen?
Donderdag 4 december Lezen: 2 Kon. 23 : 1-8 Zingen: Psalm 25 : 2,6
‘Bid en werk’ Bij de maaltijd: Efeze 6: 16-24
Josia laat er geen gras over groeien en roept alle voorname mannen bij elkaar. Voor het aangezicht des HEEREN maken ze met elkaar een verbond, een afspraak. Iedereen was het ermee eens. Alle afgoden worden uitgeroeid, afgebroken en verbrand. De grote beelden maar ook de kleine beeldjes. Van noord (Geba) tot zuid (Berséba). Ook wij moeten in ons eigen leven een grote schoonmaak houden. Alles wat ons bij God vandaan houdt moet eruit. Lukt dit je niet? Gelukkig! Je hebt de HELPER nodig! ! Bid veel om de hulp en de kracht van de Heilige Geest. Hij wijst ons de juiste weg en kan ons helpen de juiste keuzes te maken. Bij de maaltijd: Wil je wijsheid vinden? Leg dan eigen wijsheid af. ’t Waren dwazen, ’t blijven blinden die de HEERE wijsheid gaf. Vrijdag 5 december Lezen: 2 Kon. 23 : 21-28 Zingen: Psalm 79 : 4,7
‘een vurige ijver’ Bij de maaltijd: 2 Kron. 36: 20-23
Als Josia 18 jaar is wordt het Pascha na een lange tijd weer gevierd. Het feest van de verlossing. Toch kan Gods toorn niet worden geblust. Zijn verkoren volk blijft zondigen. In vers 27 staat dat de HEERE ze verwerpt. Hij geeft ze weer over aan de hand van hun vijanden. Ook jij hebt een bevoorrechte positie. Je bent geboren in een vrij land, bent gedoopt, groeit op in een christelijk gezin, kan elke zondag naar de kerk en uit de Bijbel lezen, enz. Maar als het daarbij blijft zal God ook jou eens eeuwig verwerpen en in de handen van satan geven.
! Bid Hem om dezelfde vurige ijver die Josia bezat om Gods Heilige Wet te onderhouden. Schaam je niet voor anderen om de juiste keuzes te willen maken. Bij de maaltijd: Jeremia had door Gods Geest voorzegd dat na 70 jaar gevangenschap God Zijn volk weer zou gedenken. Wat God beloofd heeft zal Hij ook doen. Hier staat één van de vele bewijzen. Dus ook: Bidt, en u zal gegeven worden; zoekt, en gij zult vinden; klopt, en u zal opengedaan worden. Want een iegelijk, die bidt, die ontvangt; en die zoekt, die vindt; en die klopt, dien zal opengedaan worden.
Week 14 Thema: Advent met Jesaja Maandag 8 december Lezen: Jesaja 7 : 1 - 15 Zingen: Psalm 27 : 1 en 7
‘Immanuëls komst aan Achaz voorzegd’ Bij de maaltijd: Jesaja 9 : 1 - 6
Koning Achaz heeft God en Zijn geboden verlaten en hoort van het plan van de Syriërs en de stam van Efraïm om zijn grondgebied binnen te vallen. I.p.v. God om vergeving te vragen en terug te keren tot God, gaat Achaz zelf aan het werk en bedenkt een plan om de overwinning te kunnen behalen. Achaz heeft niet naar God gevraagd, maar toch kijkt de Heere naar hem door Jesaja naar hem toe te sturen om hem te verbieden de oorlog aan te gaan. De Heere zoekt degenen op die naar Hem niet vragen! Maar dat betekent niet dat wij met onze armen over elkaar moeten gaan zitten! Ondanks dat Achaz zijn zorgen niet aan de Heere voorgelegd heeft, weet Hij precies wat de koning nodig heeft. De koning en Zijn dienaren praten elkaar alleen maar angst aan, waardoor ze juist verlamd zijn van schrik en niet sterk genoeg zullen zijn om de vijand te kunnen verslaan. De Heere vraagt Achaz zijn vertrouwen op Hem te stellen en wil Achaz een teken geven, maar de koning weigert dat teken. God geeft echter toch het teken dat een maagd (Maria) zwanger zal worden. Hiermee beloofde God dat het geslacht van David en dus ook het geslacht van Achaz niet uitgeroeid zou worden! Een onverdiende troost voor Achaz in deze oorlogsdreiging! ? Vertrouw jij ook het liefst op je eigen kunnen? Of mag je geloven dat God het het beste weet? Bij de maaltijd: Jesaja spreekt uit geloof over de vervulling van Gods belofte, terwijl het nog eeuwen duren zal voor Christus geboren zal worden! Dinsdag 9 december Lezen: Jesaja 11 : 1 - 12 Zingen: Psalm 36 : 2
‘Gods Rijk is een Vrederijk’ Bij de maaltijd: Jesaja 12 : 1 - 6
Jesaja heeft in hoofdstuk 9 een donkere tijd voor het 10-stammenrijk voorspeld: Assyrië, de Filistijnen en de stam van Efraïm zal tegen hen opstaan. Jesaja mag de stam van Juda echter ook wijzen op de redding uit de handen van de Assyriërs. Wat echter nog veel heerlijker en belangrijker is, is dat hij mag wijzen op de afgehouwen (diep vernederde) tronk van Isaï, die weer volledig en volmaakt tot bloei zal komen. Gods Rijk is volmaakt: dat betekent dat Hij in alles voor Zijn kinderen zorgen zal, maar ook dat Hij de goddelozen rechtvaardig zal straffen: er zal gerechtigheid zijn voor bekeerden én onbekeerden. Gods Rijk zal een Vrederijk zijn: mens en dier zullen in vrede en zonder gevaar met elkaar kunnen leven, zoals dat ooit in het Paradijs ook het geval was. Ook brengt God al Zijn kinderen, waar ze ook naartoe verstrooid zijn weer bij elkaar. ? Verlang jij ook naar Gods Rijk en bid je ook om de komst ervan? Of ben je er diep in je hart bang voor? Bij de maaltijd: Al eeuwen voor Israëls verlossing is dit danklied gedicht. Wat een vertrouwen in de zekere vervulling van die belofte!
Woensdag 10 december Lezen: Jesaja 42 : 1 - 13 Zingen: Psalm 147 : 2
‘De Messias als Knecht van de Heere’ Bij de maaltijd: Jesaja 49 : 1 - 5
Opnieuw kijkt Jesaja vooruit op het werk van de Messias! Zoals Cyrus (Koning Kores uit de tijd van Daniël) gebruikt werd als middel in Gods Hand om de afgodendienst in Israël te beginnen uit te roeien, de tempel in Jeruzalem weer op te bouwen en de weggenomen tempelschatten weer terug te brengen (hoofdstuk 41), zo zal Christus de afgodendienst volkomen vernietigen. Jesaja roept op om God te loven voor al Zijn werk. ?! Heeft God de afgoden in jouw leven al vernietigd? Of probeer je hem daarin elke keer weer tegen te houden? Bidt of de Heere al je weerstand om Hem te dienen weg wil nemen! Bij de maaltijd: De Heere roept om naar Hem te luisteren! Donderdag 11 december Lezen: Jesaja 51 : 1 - 16 Zingen: Psalm 102 : 14
‘Gods troost voor Zijn Kerk’ Bij de maaltijd: Jesaja 53 : 10 - 12
De Heere wijst het volk Israël op het wonder dat de Heere aan Abraham en Sara gaf. Beiden waren vanwege hun leeftijd onvruchtbaar geworden en toch gaf God hen een zoon. Zo zal God er ook voor zorgen dat Zion weer zo vruchtbaar zal worden als eens het Paradijs was. Hoewel de huidige hemel en aarde eens zullen vergaan zal Gods heil en gerechtigheid eeuwig bestaan (vs. 6). De Heere vermaant Zijn kinderen dat ze Zijn bijstand vergeten en zich laten leiden door de angst voor aardse vijanden. God alleen is toch machtig om hen van hun vijanden te verlossen! Hij troost hen tenslotte ook door te wijzen op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde die door God ‘gegrond’ zullen worden (vs. 16) ? Troost het jou dat de hemel en aarde die wij kennen zullen vergaan, maar dat God altijd zal blijven bestaan en voor Zijn Kerk zorgt? Bij de maaltijd: Door Christus’ komst naar de aarde en door Zijn lijden en sterven kunnen wij nog zalig worden! Stel niet uit om Hem te zoeken! Vrijdag 12 december Lezen: Jesaja 61 : 1 - 11 Zingen: Psalm 84 : 6
‘Vertrouwen is verwachten’ Bij de maaltijd: Jesaja 62 : 8 - 12
De Messias maakt vrij! Dat betekent niet dat we vrij zijn om te kunnen doen wat we zelf willen (dat is de zondige vrijheid), maar dat we vrij zijn om alles te doen en te willen wat God doet en wil. Als God je van de zonden vrijmaakt, wordt dat voor anderen zichtbaar (vs. 9) Aan het einde van het hoofdstuk troost de Heere door Jesaja Zijn volk dat de ‘lentetijd’ met zekerheid zal aanbreken. Dan zal ieder mens op aarde het werk van God zien. Het is onze opdracht om daarvoor te bidden, maar ook om ervoor te zorgen dat niets die tijd zal proberen tegen te houden. ? Werk jij ook mee aan de opdracht om Gods Koninkrijk uit te breiden door een oprecht Christen te zijn, zodat de mensen om je heen jaloers worden? Uit jezelf kun je dat niet, maar God kan het je geven! Bid daar veel om! Bij de maaltijd: Opnieuw roept de Heere je op om Zijn werk niet tegen te gaan, maar juist om dat te bevorderen.
Week 15 Thema: De Zaligmaker in Zijn nederige geboorte (Kerst) Maandag 15 december Lezen: Lukas 1 : 1 - 17 Zingen: Lofzang van Zacharias vers 1
‘Advent en Kerst beginnen als alles onmogelijk schijnt’ Bij de maaltijd: Lukas 1 : 18 - 23
Lukas, arts van beroep, beschrijft als enige van de vier evangelisten, ook heel gedetailleerd de (aankondiging van de) geboorte van Johannes de Doper, de voorloper en heraut van de Heere Jezus. Net zoals de geboorte van Christus lijkt ook de geboorte van Zijn voorloper een onmogelijkheid: Zacharias en Elizabeth zijn oud en hun huwelijk is tot nu toe kinderloos gebleven. Ook heeft eeuwenlang de profetie over Christus’ geboorte gezwegen, en het koningshuis van David is tot niets geworden. Heel opmerkelijk dat Kerst begint terwijl de priester Zacharias zijn oudtestamentische tempeldienst vervult: de Heere God gaat op de plek waar alles op de komende Messias wees Zijn vervulling van de belofte aankondigen. (En met de Goede Vrijdag zal die oudtestamentische ceremonieëndienst voorgoed voorbij zijn, als het Voorhangsel in tweeën scheurt.) Niets is ‘toeval’ in Lukas 1 en 2 (trouwens in heel de Bijbel niet): dat uitgerekend Zacharias de beurt had om het priesterwerk te doen, dat keizer Augustus straks de hele wereld laat beschrijven waardoor Jozef en Maria in Bethlehem terechtkomen. ? Zie jij dat Advent, het verwachten van de komst van de Heere Jezus Christus, en Kerst juist dáár beginnen waar onze mogelijkheden ophouden en alles donker lijkt? Bij de maaltijd: Zacharias is een écht mens, van huis uit ook zondig en ongelovig: hij kán niet geloven dat het waar is wat de Engel Gabriël hem zegt. God neemt hem en ons dat ongeloof kwalijk! Dinsdag 16 december Lezen: Lukas 1 : 24 - 38 Zingen: Lofzang van Maria vers 3 en 7
‘ Onmogelijk, ook wat Maria betreft’ Bij de maaltijd: Lukas 1 : 39- 45
Vóór we over geboorteaankondiging van de Heere Jezus aan Maria horen, lezen we aan het begin van dit gedeelte dat God het onmogelijke bij Elizabeth en Zacharias laat gebeuren: als schijnbaar onvruchtbaar echtpaar blijken ze het hun beloofde kind te verwachten. Was er bij Zacharias en Elizabeth ouderdom en onvruchtbaarheid die naar menselijke maatstaven de vervulling van Gods belofte in de weg stonden, Maria heeft haar eigen onmogelijkheid: ze zal geen gemeenschap met een man hebben. En dan tóch zwanger worden? Was het bij Zacharias ongeloof (dat ook gestraft wordt), bij Maria is er de vraag naar verdere uitleg. En die geeft de Engel ook (vers 35). Vers 37 is het kernvers: ‘Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn.’ ? Geloof jij dat de Heere God zo machtig is dat hij ook in jouw leven het onmogelijke kan doen? Bid vanuit dit vertrouwen , vraag Hem vanuit dát geloof! Bij de maaltijd: Heel treffend is de ontmoeting tussen Elizabeth, de moeder van Christus’ heraut, en Maria, de moeder van de Heere Jezus: de nog ongeboren Johannes springt van blijdschap op!
Woensdag 17 december Lezen: Lukas 1 : 46 - 58 Zingen: Psalm 98 vers 2
‘Een lofzang omdat God het onmogelijke doet” Bij de maaltijd: Lukas 1 : 59 - 63
Als antwoord op Elizabeths lofzang (vers 42 t/m 45) breekt Maria in haar lofzang uit: ‘Mijn ziel maakt groot de Heere.’ Kernzaken in deze lofzang zijn de tegenstellingen: - God is groot, Maria is klein ( vers 48, ootmoed); - God ziet het hoge en verhevene voorbij, maar kleine mensen verhoogt Hij (mensen die buigen voor de Heere God, in het besef van Zijn grootheid tegenover onze nietigheid en zondigheid, zie vers 51 en 52); - Aan rijken heeft God niets weg te geven, mensen die honger hebben naar Christus vervult Hij. ? Ben jij klein voor de Heere God, of vraag je Hem als rechthebbende? Bij de maaltijd: Opmerkelijk, de naamgeving van Johannes (wat betekent ‘de Heere is genadig’). Donderdag 18 december Lezen: Lukas 1 : 64 - 75 Zingen: Lofzang van Zacharias vers 2 en 3
‘Hem dienen zonder vrees’ Bij de maaltijd: Lukas 1 : 76 - 80
Meteen nadat Zacharias’ gehoorzaamheid blijkt (bij de naamgeving van Johannes), kan hij weer spreken. Opvallend dat hij daarna zijn eerste woorden wijdt aan Gods lof, niet aan wat hij verder allemaal meegemaakt heeft (over dat laatste heeft hij maandenlang slechts op een beperkte manier kunnen communiceren). Ook zijn lofzang begint met de eer van God! Kernvers : vers 74 ‘verlost, Hem dienen zonder vrees’: dat is het leven van een christen! Liefde sluit vrees (bangheid) uit! ? Is jouw leven een leven dat in dienst van de Heere God staat, een leven waarin je Hem uit liefde dient? (Volgens de Heidelbergse Catechismus is het God dankbaar zijn een wezenlijk onderdeel van het ‘zalig leven en zalig sterven’.) Bij de maaltijd: Het slot van de Lofzang van Zacharias: in vers 76 t/m 80 wordt veel gezegd over wie de Heere Jezus is, namelijk 1. een profeet van God (die ons mensen leert), 2. Hij geeft Zijn gelovigen kennis van de zaligheid en vergeving van zonden, 3. Hij is innerlijk met ontferming bewogen, 4. Hij verschijnt als een licht in de duisternis en voor wie in de duisternis zitten, 5. Hij wil ons op het spoor van vrede leiden. Vrijdag 19 december Lezen: Lukas 2 : 1 - 20 Zingen: Psalm 150 vers 1 en 2
‘Kerst: de beloofde Messias is gekomen’
Een overbekend gedeelte dat je al talloze keren gehoord en gelezen hebt en deze dagen hopelijk ook nog een aantal keren zult horen (misschien ken je dit gedeelte bijna uit je hoofd). Kernvers: vers 11 ‘U is heden geboren de Zaligmaker, Christus de Heere.’ Deze boodschap was er toen voor de herders, maar komt nu ook tot jou en mij! Zaligmaken: God wil je vrijmaken van alles waaraan je vastzit, en brengen tot Hem en Zijn heil! Erken je gevaarlijke toestand en je eigen schuld die daaraan ten grondslag ligt, en vlucht tot Hem! Hij is gekomen! ? Wat betekent Kerst voor jou? Hopelijk toch niet alleen iets wat je vakantie en gezelligheid biedt…