HANDREIKINGEN BIJ DAGOPENINGEN
2014 – 2015 (JANUARI – JULI)
Beste collega’s, Dan ga ik op tot Gods altaren, Tot God, mijn God, de bron van vreugd; Dan zal ik, juichend, stem en snaren Ten roem van Zijne goedheid paren, Die, na kortstondig ongeneugt', Mij eindeloos verheugt.
Een mooie en bijzondere taak voor het nieuwe jaar om ook onze leerlingen te stimuleren tot het groot maken van God! Wat zou het mooi zijn: iedereen het uitzicht om eeuwig, als onze tijd hier op
aarde stopt, bij Hem te zijn.
We zijn ons er van bewust dat dit wel heel hoog ingezet is. Wie zijn wij dat wij altijd gericht op God zouden zijn? Hoe kunnen we ooit leerlingen voorleven? Hoe kunnen wij de jongeren stimuleren God groot te maken? Het gebed hier onder wijst ons de weg. Gebed van een onderwijzer Maar ik, wie ben ik toch o Heer’ die kind’ren wel Uw wegen leer maar zelf daar af dwaal keer op keer. ‘k Vermeer hun kennis, ach mijn hand beeft waar mijn lamp hen bijlicht want ik weet hoe zwak, hoe flauw hij brandt, en lief te hebben leer ik hen al wie ik als Uw scheps’len ken ik die zelf aller schuldenaar ben. Maar wilt Gij toch dat ik hen leid Heer’ toon hen dan te allen tijd hoe zeer Gij Zelf mijn Helper zijt. Een gezegend 2e halfjaar gewenst! Koos Lindhout en Marja Voorsluijs
Week 16 Thema: De jeugd van Jezus Maandag 5 januari Lezen: Luk. 2: 21- 35 Zingen: Lofzang Simeon 1 en 2 • • • •
‘Heerlijke Naam!’ Bij de maaltijd: Luk. 2: 36-40
Bij de besnijdenis ontving je je naam. Zo ook Jezus, de Naam die de engel al tegen Maria gezegd had voordat zij zwanger werd. Wonderlijk, niet uit te leggen is het dat God mens is geworden. Gebleven wie Hij was, geworden die Hij niet was. Ons in alles gelijk geworden, uitgenomen de zonde. Jezus heeft alle gerechtigheid vervuld. Op de 8e dag vloeide er bloed van Hem die zonder zonde was en Zich toch onderwierp aan Gods wet. Vanaf het prilste begin heeft Jezus alles overgedaan wat de zondaar verkeerd gedaan heeft. Hoe dierbaar is Hij! Gods Geest zorgt er voor dat zondaren verliefd op Christus worden. Hij leidt zondaren tot Hem. Simeon werd door de Geest geleid, door de Zoon van God bevrijd en zo tot Gods lof bereid.
? Heb jij in gezien dat je vanaf je prilste begin niet voor God kunt bestaan? Dat je de Zaligmaker nodig hebt die alles voor je overdoet en die alle schuld betaald? Bij de maaltijd: Simeon nam Jezus in zijn armen. Anna beleed ook dat Hij was de Zaligmaker. Ze konden er maar niet van zwijgen. En jij? Dinsdag 6 januari Lezen: Matth. 2:1-12 Zingen: Psalm 72:10 en 11
‘Kraambezoek’ Bij de maaltijd: Matth. 2:13-15
• God de Vader heeft Zelf gezorgd dat er mensen op bezoek kwamen bij Zijn Zoon die mens geworden is. Eerst herders, verachte mensen in de maatschappij, een Simeon en een Anna. • Magiërs uit het verre Babel. Sterrenkijkers die de hemel aftuurden om te zien wat de sterren zeiden. Wonderlijk zijn Gods wegen. Hebben zij geweten van de oude profetie dat er een Ster op zal gaan in Jakob? Vast wel. Gods Geest brengt ze Zelf bij Gods Zoon. • Opmerkelijk is dat de Joden niet meegaan om dé Koning te zoeken. Wel wisten ze precies waar en hoe de Messias zou komen. Maar zelf gaan? Nee, niet nodig... En jij en ik? wat hebben wij al niet gehoord van deze Koning? Zoek je Hem al? De wijzen bogen voor dé Koning der koningen en daarna gaven zij geschenken: eerst jezelf, dan je gaven. ! Moede kom ik arm en naakt, tot die God die zalig maakt, die de arme kleedt en voedt, die de zondaar leven doet. Bij de maaltijd: Jezus moest vluchten. God de Vader zorgt voor Zijn Kind Jezus. Maar Hij zorgt ook nu voor hen die in Zijn Kind Jezus geloven. Dan ben je best af! Woensdag 7 januari Lezen: Matth. 2: 16-23 Zingen: Psalm 138: 4
‘Kindermoord!’ Bij de maaltijd: Joh.1:9-13
Vreselijk! De haat tegen Jezus is zo groot dat Herodes alle kleine kinderen beneden de drie jaar laat doden. De duivel wil verhinderen dat Jezus Borg en Middelaar zou zijn om verloren mensen te verlossen. Door al de eeuwen heen heeft de duivel het geprobeerd om dat tegen te houden. • Net als Farao die ook een instrument was in de hand van de satan om alle jongetjes in de Nijl te werpen. Denk aan de profetie uit Jer. 31:15. Je ziet de parallel met de ballingschap, de vijandschap tegen God en Zijn volk.
• In Jer. 31 laat echter de Heere zien dat er hoop is. Zo laat ook Matth. uitkomen dat de nood van de moeders niet het laatste werkelijkheid was, nee het heilswerk van Jezus gaat door ondanks al het woeden van de satan. ? God is de duivel altijd een slag voor. Herken jij de aanvallen van de satan in deze tijd? Weet je het verschil tussen een witte en zwarte duivel? ( J. Bunyan) Bij de maaltijd: Hij is gekomen. De eerste komst van Jezus was als Redder. De meeste Joden hebben Hem niet aangenomen. Jezus Christus komt ook tot jou en mij. Gods Geest geeft een zondaar voeten om tot Hem te gaan, armen om Hem te omhelzen! Smeek Hem vurig! Donderdag 8 januari Lezen: Luk. 2: 41-52 Zingen: Psalm 40: 5 • • • •
‘Naar Gods huis’ Bij de maaltijd: Ps. 40: 6-9
Elke Jood was verplicht om vanaf zijn 13e jaar de drie grote feesten, Pascha, Pinksterfeest en Loofhuttenfeest bij te wonen in Jeruzalem. Jozef en Maria namen Jezus mee toen Hij 12 was. Een goede gewoonte. Met enorme groepen reisde men naar de stad van vrede. Jeruzalem dat ik bemin. De liederen Hamaàloth, 120-134, zong men onderweg. Jezus in het huis van Zijn Vader. Hij voelde Zich thuis in Gods huis. Jij ook? De rollen werden omgedraaid. Jezus ondervroeg zijn leraren. Ze stonden verbaasd over Zijn kennis en verstand. Jozef en Maria begrepen nog zo weinig van het werk wat hun zoon moest gaan doen. De twee naturen van Christus zijn ook een mysterie. Als ze Jezus kwijt zijn, moeten zij lang zoeken en eindelijk vinden zij Hem daar waar Hij graag was.
? Jezus ging graag naar Gods huis. En jij? God spreekt in Zijn huis van vrede en zaligheid. Stel dat je er niet bent als God er wel is en Hij jou die dag wilde bekeren... Bij de maaltijd: Van eeuwigheid af is Christus gewillig geweest om te gaan doen wat Zijn Vader wilde. Zondaren verlossen. Van het hoogste kwaad brengen tot het hoogste goed. Vrijdag 9 januari Lezen: Matth. 3: 1-12 Zingen: Psalm 32: 5
‘De voorloper’ Bij de maaltijd: Matth. 3:13-17
• Een heraut kondigde de komst aan van de koning. Gods Woord moest ook vervuld worden. Een stem van een roepende in de woestijn. Gods Woord verdedigt zichzelf! • Johannes de neef van Jezus, gaat op 30-jarige leeftijd de weg bereiden voor Jezus. Er moet plaats gemaakt worden voor Jezus. Bij Zijn geboorte was er geen plaats. Gelukkig, God maakt plaats voor Zijn Zoon. • Van de kindertijd van Jezus weten we verder erg weinig. De Geest heeft het niet nodig geacht om het op te schrijven. Wat zeker wel belangrijk is dat het Middelaars werk van Jezus uitvoerig is beschreven. De jonge timmerman gaat Zijn werk beginnen nadat Johannes de weg bereid heeft. ? Gods eis van bekering doet niets af aan het feit dat wij niet kunnen en niet willen. Nee, de oproep tot bekering moet ons in de klem brengen. Heere, bekeer U mij toch tot U, dan bekeer ik mij ook tot U. Bij de maaltijd: de Doop van Jezus. Johannes wilde eerst niet. Maar het moest, anders kon niemand zalig worden. De Vader sprak luid en duidelijk, de Geest die kwam, zichtbaar. Jezus is gezalfd als Profeet, Priester en Koning. Zoek Hem en leef!
Week 17 Thema: Kaleb: ‘Laat ons vrijmoedig optrekken!’ Maandag 12 januari Lezen: Num. 13: 1, 2, 17-30 Zingen: Ps. 27: 2,7
‘vrijmoedig optrekken’ Bij de maaltijd: Jesaja 41:10-14
• Kaleb was een verspieder die door Mozes uitgezonden werd om het land Kanaän te verspieden. • De verspieders kwamen terug en hadden veel van het beloofde land gezien. Ze waren onder de indruk, maar geloofden niet dat het volk Israël dit land kon innemen. Er waren reuzen (Enakskinderen.) • Kaleb stilde het volk. Hij sprak met stemverheffing zodat iedereen moest luisteren en sprak het volk moed in en toonde geloof in de HEERE. Natuurlijk, als de HEERE met ons is, dan kan alles! • Als christenen mogen we vrijmoedig de HEERE en Zijn hulp verwachten. Zeker als we weten in Zijn weg te gaan. • We moeten de vervulling van Gods belofte zoeken (gebed) en dan geeft Hij de vervulling. Dit vraagt geloof. ? Twijfel jij er ook aan of God je wel hoort? Vertrouw op Zijn goedheid. Bij de maaltijd: We hoeven niet bevreesd te zijn en ook ons niet te schamen voor de HEERE. Hij zal iedereen die Hem oprecht dient, horen en kracht geven. Dinsdag 13 januari Lezen: Num. 13: 31-14: 10 Zingen: Ps. 18:9
‘ te klein van God denken’ Bij de maaltijd: Hebr. 3:7-13
• Wat geloof jij? Het goede bericht of het kwade bericht? Wij zijn geneigd om het sombere te geloven. • Erg ook als we wel weten welke kracht God heeft en dan toch onszelf en andere van het geloof afbrengen door het negatieve te geloven. • Het volk wilde zelfs weer terug naar de slavernij van Egypte. • De les is: Niet te klein van de HEERE denken. Hij werkt ‘boven bidden en denken’. • Er gebeurt iets verschrikkelijks met de ongelovige verspieders. • Het is zeer slecht als we het goede van de HEERE slecht doen voorkomen. ! Bid voor mensen die niet in de macht en kracht van God geloven dat zij standvastig mogen blijven en Christus’ vertroosting mogen ondervinden. Bij de maaltijd: In de Hebreeën-brief wordt er gesproken over ‘ons hart verharden’. Dit mag niet gebeuren anders kunnen we niet in de rust van God in gaan. In het Hemels Kanaän. Woensdag 14 januari Lezen: Num. 14: 11-24 Zingen: Ps. 95: 4,6
‘Mozes, hemeltolk’ Bij de maaltijd: Hebr. 3:16-4:3a
• De HEERE verscheen in de tent der samenkomst voor al het volk. Hij sprak Zijn teleurstelling over het volk uit. Met ook de bedreiging. • Mozes reageert op de woorden van de HEERE. Mozes spreekt voor het volk. • Mozes pleit op de goede Naam van God. Wat zal de wereld er van zeggen als U Uw belofte niet vervult aan het volk Israël. • Dan zijn ook al de andere wonderen voor niets geweest en de wereld zou zeggen: God heeft Zijn kracht verloren. • Mozes pleit bij de HEERE daarom juist op Zijn goedertierenheid, vergevingsgezindheid en weldadigheid.
• De straf zal komen voor diegenen die niet geloofd hebben en het volk tot ongeloof hebben aangespoord. • Maar die wel geloofd hebben mogen in de rust ingaan. ? Is Gods goede werk al begonnen in je hart door het Evangelie? Bij de maaltijd: Ook wij hebben het goede Evangelie gehoord. Daarom moeten we bidden of er niemand in ongeloof achter zal blijven en daarom ook niet in de Eeuwige Rust kunnen ingaan. Donderdag 15 januari Lezen: Jozua 14: 1 - 15 Zingen: Ps. 16: 3,6
‘verkregen belofte’ Bij de maaltijd: Jozua 15:13-19
• Kaleb herinnert Mozes er aan dat Mozes hem het land Hebron beloofd had toe hij terug kwam van het verspieden. • Kaleb ontvangt dit land. • Les: In het dienen van de HEERE ligt ‘loon’. Als we volharden / in alle omstandigheden volhouden de HEERE te volgen en te dienen ontvangen we daarvoor van de HEERE een zekere voorspoed maar veel meer nog een zeker toekomst met Hem. ? Hoe kijken we aan tegen de moeilijkheden in ons leven? Wat zegt dat ons? Wat een genade als we Gods stem mogen verstaan en gehoorzamen. En hem volgen. Onvoorwaardelijk! Bij de maaltijd: Wonderlijk. De reuzen waar voor iedereen zo bang was worden juist door de standvastige en gelovige Kaleb verdreven. Je moet aan David denken: ‘met mijn God dring ik door sterke bende’. Vrijdag 16 januari Lezen: Hebreeën 4: 1 - 9 Zingen: Psalm 3: 3
‘Rust’ Bij de maaltijd: Psalm 3
• Naar rust kun je uitzien. Zoals vakantie. • Soms staat het op huizen. De rust is elders. Rust hier in deze wereld is ook maar tijdelijk. Er breken weer andere tijden aan. • Augustinus zegt: Onrustig is ons hart tot het rust vindt in God. • Rust zoals in deze tekst is. Rust buiten deze wereld bij God. Daar is alle onrust van ons leven weg. • Voor wie? Voor de kinderen van God. Het is een rust die overblijft. Dit is door genade te ontvangen. • Soms is er een voorsmaak van in dit leven. (H. Avondmaal of andere tijden in geestelijk leven) • Deze rust kan ook vertroosten. Juist in moeilijke en zware tijden van ziekte en tegenslag. Er komen andere tijden. Er komt een Eeuwige Rust aan voor Zijn kinderen. ? Zie jij ook uit naar echte rust in je leven? Die is bij Hem te ontvangen. Bij de maaltijd: vers 7. Niet vrezen omdat de HEERE bij je is. Dat is een heerlijk leven. Dan kun jij rustig gaan slapen in de grootste moeilijkheden. Van ‘s HEEREN trouw bewust!
Week 18 Thema: Lot, kijk niet om! Maandag 19 januari Lezen: Gen. 11: 26 - 12: 4 Zingen: Psalm 119: 10 en 17
Lot gaat verhuizen Bij de maaltijd: Luk. 14: 26, 27 en 33
• Misschien ben je wel eens verhuisd. De reden van verhuizen kan heel verschillend zijn. • Mensen kunnen naar een verhuizing uitzien: vertrekken naar een mooie nieuwe omgeving, wellicht wel een groter huis. Mensen kunnen een verhuizing ook moeilijk vinden: weer wennen aan allerlei nieuwe gewoonten van de nieuwe omgeving, nieuwe sociale contacten aangaan. • Lot is ook verhuisd. Dit was geen eigen initiatief. Het was geen avonturisme wat hem dreef. Hij doet het op Gods bevel. Nadat God in zijn leven is gekomen. Samen met zijn familie. Hij volgt hen, hij volgt God. ? Mag je zomaar van de ene plaats naar de andere plaats verhuizen? Bij de maaltijd: het volgen van de Heere vraagt offers. Het discipel zijn zet familieleden niet op de eerste plaats, maar God. Dinsdag 20 januari Lezen: Gen. 13: 1-13 Zingen: Ps. 17: 3 en 7
Broeders gaan uit elkaar Bij de maaltijd: 2 Tim. 2: 24-26
• Samen met Abram is hij uit Egypte teruggekeerd. Zowel Abram als Lot hadden veel rijkdom. • De vele bezittingen van vee levert problemen op tussen de herders van Lot en Abram. Dat is al verdrietig. Ruzie binnen families. Abram probeert nog een verzoenend gesprek te voeren en met een oplossing te komen. Laten we het land verdelen. • Lot kiest. Zijn ogen spelen een grotere rol dan het gebed (vers 10). Hij kiest vanuit begeerte en laat de eerste keuze ook niet aan zijn oom. ? Hoe maak jij dagelijks je keuzes? Welk motief speelt een rol bij het kiezen? Bij de maaltijd: Er worden prachtige eigenschappen genoemd van een dienstknecht. Maar trek je maar breder. Feitelijk zijn het kenmerken van een echte christen. Klopt dit met het leven van Lot? En met jouw leven? Woensdag 21 januari Lezen: Gen. 19: 1 - 17 Zingen: Ps. 91: 1 en 5
Lot in Sodom Bij de maaltijd: Matth. 6: 19 - 21
• Het bezoek van de twee engelen (in mannengedaanten) bij Lot brengt in Sodom heel wat te weeg. Jong en oud is op de been. De inwoners hadden met deze twee mannen geen goede bedoelingen (vers 5). • Lot probeert de ene zonde te voorkomen, maar laat een andere zonde toe tegen zijn vaderplicht in (vers 8). Hij heeft er heel wat voor over. Het wordt een heel tumult voor de deur. Uiteindelijk trekken de twee engelen Lot in zijn eigen huis en de inwoners verblinden ze. • Er volgt een indrukwekkend gesprek binnenshuis: Sodom zal verwoest worden. Lot moet vertrekken. Met heel zijn gezin: vrouw, dochters en schoonzonen. Ze geloven er niet veel van. Goddelijk ingrijpen is nodig om ze daadwerkelijk te laten vertrekken. ? Volg jij onvoorwaardelijk Gods stem en raad op? Bij de maaltijd: aardse spullen verdwijnen, verderven, komt de roest of het gedierte in. De zaken die God geeft zijn niet aan bederf onderhevig.
Donderdag 22 januari Lezen: Gen. 19: 17 - 26 Zingen: Ps. 34: 8 en 11
Lot uit Sodom Bij de maaltijd: Luk. 17: 26 -33
• Ze staan eindelijk buiten. Ze krijgen de dringende raad te vluchten. Naar het gebergte. En vooral niet omkijken. Er is haast bij geboden. Vluchten voor je leven. • Lot vraagt om een veilige plaats dichterbij. Niet het gebergte. Dat is mogelijk te ver weg. Misschien ontloop ik dan het oordeel niet. Mag ik naar de dichtstbijzijnde stad? De Heere staat dat toe. Weer de oproep om vooral haast te maken (vers 22). • Ze komen in Zoar. Op één na. Aangrijpend gebeuren: zijn vrouw is er niet meer bij. Haar hart bleef trekken naar het zondige Sodom. Ze is het oordeel niet ontkomen om eigen schuld. ! Je gaat om eigen schuld verloren. De redding en behoudenis is er. Dit wordt je iedere zondag en op school voorgehouden. Haast je! Bij de maaltijd: Jezus haalt deze geschiedenis aan als hij Zijn wederkomst beschrijft. Hij roept de vrouw van Lot in herinnering als een waarschuwend monument. Vrijdag 23 januari Lezen: 2 Petr. 2: 1-9 Zingen: Gebed des Heeren: 8 en 9
Wees gewaarschuwd Bij de maaltijd: Psalm 1
• Dwaalleraars ontlopen hun straf niet. Ze hebben niet het werkelijke heil van de ander op het oog, maar zoeken zich door hun praatjes te verrijken (vers 3). • Petrus illustreert dit vanuit de geschiedenis met verschillende voorbeelden: de duivel heeft zijn straf gekregen, de eerste wereld is vergaan, de steden uit de tijd van Lot zijn omgekeerd. Niemand kan de rechtvaardige straf van God ontlopen. • Maar te midden van de straf redt God Zijn kinderen: Noach, Lot, al de godzaligen (vers 9). ? Er zijn twee soorten mensen: godzaligen en goddelozen. Wie ben jij? Bij de maaltijd: Je bent een vruchtdragende boom of je bent kaf. Je overdenkt Gods wet dag en nacht of je bent alleen bezig met je eigen plannen. Je wandelt op de weg van de vromen of je zit in de kring van de spotters. Een duidelijkere tweedeling als deze Psalm is er haast niet.
Week 19 Thema: Maria en Martha, twee zussen Maandag 26 januari Lezen: Lukas 10: 38 - 42 Zingen: Psalm 63: 1 en 3
‘Druk bezig of stille tijd?’ Bij de maaltijd: Psalm 63: 1 - 18
• Twee zussen: Martha en Maria, heel verschillend van karakter. Martha is altijd druk bezig, haar handen zijn nooit stil, een zorgzaam type. Maria is rustig, kan goed luisteren. • Het was gebruikelijk om aan de voeten van een leraar te gaan zitten; zo zei Saulus van Tarsen over zichzelf dat hij aan de voeten van Gamaliël zat om door hem nauwgezet onderwezen te worden. Maria deed dit ook om Jezus’ Woord te horen. Daaruit spreekt eerbied: je kijkt naar de leraar op! • Martha is te prijzen in haar ijver om een maaltijd te maken, ze doet dit uit liefde voor Jezus. Maar ze diende ‘véél’- een eenvoudige maaltijd was ook gewoon goed geweest. • Hoor de mopperende Martha: ‘Ik moet ook altijd alles alleen doen!’ Zulke opmerkingen hoor je veel in drukke gezinnen, ze zijn een bron voor ruzie en twist. • Eén ding is nodig, zoals David ook zong in Psalm 27:4: ‘dat ik mag wonen in het huis van de HEERE, alle dagen van mijn leven.’ Dat had Maria heel goed begrepen! ? Ben jij ook druk met alle dagelijkse dingen, zodat je aan dat ‘éne’ niet meer toekomt? Bij de maaltijd: David uitte zijn verlangen naar God, juist toen hij zich ver bij Hem vandaan voelde. Dinsdag 27 januari Lezen: Joh. 11: 1 - 20 Zingen: Ps. 23: 2
‘ Onbegrepen wegen’ Bij de maaltijd: Joh. 11: 20 - 29
• Heel nadrukkelijk wordt over Maria gezegd dat zij de vrouw was die Jezus gezalfd had met zeer kostbare nardusolie. Wat spreekt hieruit haar grote liefde voor Hem! Wat heeft ze goed naar Hem geluisterd, al die keren dat Jezus in Bethanië was. • Nu is er verdriet in hun gezin: hun broer Lazarus is erg ziek. Daarom hebben ze een dringende boodschap naar Jezus gestuurd. Ze weten allebei tot Wie ze moeten gaan in hun nood. • We lezen hoe Jezus heel veel van zijn vrienden in Bethanië houdt, dat wordt eerst meegedeeld door Johannes. Desondanks is hij nog twee dagen op de plaats gebleven waar Hij was. Hij heeft gewacht met hen te hulp te schieten. Dat had een goddelijk doel. • De discipelen protesteren, ze waarschuwen hun Meester om niet naar Judea te reizen, omdat de Joden Hem daar al wilden stenigen. • Maar als Hij gaat, gaan ze toch mee. Ze begrijpen Zijn Weg niet, maar vertrouwen Hem wel. ? Begrijp jij soms de Weg niet die de Heere met je gaat? Vertrouw erop dat Hij Zich nooit vergist. Bij de maaltijd: Lazarus, de broer van Maria en Martha, is al gestorven. Jezus’ hulp kwam te laat. Of niet?
Woensdag 28 januari Lezen: Joh. 11: 31 - 37 Zingen: Psalm 89: 19
‘ Groot verdriet’ Bij de maaltijd: 1 Thess. 4: 13 - 18
• Maria is in diepe rouw, omringd door velen in haar huis. Martha heeft haar gezegd dat Jezus haar roept, daarom is ze haastig opgestaan, zo graag wil ze bij Hem zijn. Ze wil altijd naar Hem luisteren. • Maria snikt haar verdriet aan Jezus’ voeten uit: ‘Was U maar op tijd geweest! Nu is Lazarus gestorven!’ • Het grote verdriet is de reden voor het wenen van Jezus. Net zoals Hij ook geweend heeft over het droevige lot van Jeruzalem. Wat zijn de gevolgen van de zonde toch groot. ? Denk je dat Jezus ook verdriet heeft over het leed in de wereld, over de gebrokenheid waarin we leven? Ken je de term ‘medelijdende Hogepriester?’(Hebr. 4: 15) Bij de maaltijd: Als een kind van God gestorven is, hoeven we niet bedroefd te zijn zoals degenen die geen hoop hebben. Want Gods kinderen zullen elkaar weerzien in de hemel en eeuwig bij Hem zijn! Donderdag 29 januari Lezen: Joh. 11 : 37 – 46 Zingen: Psalm 73: 12 en 13
‘Een groot wonder’ Bij de maaltijd: Openb. 21 : 1 – 8
• De mensen hebben kritiek: ‘Had Hij niet kunnen maken dat deze niet gestorven ware?’ Hoe erg om de Heere ervan te beschuldigen dat Hij het verkeerd doet! Jezus is ‘wederom zeer bewogen,’ staat er. • Martha is weer druk en praktisch, als ze Hem waarschuwt dat het ‘nu al riekt’ na vier dagen. • Maar de Heere zet haar mild op haar plaats: ‘Heb Ik u niet gezegd dat gij, gelovend, de heerlijkheid Gods zien zult?’ • Vóór het grote wonder van de opwekking van Lazarus heeft Jezus gebeden dat God Hem altijd hoort, maar dat de schare het moet zien, opdat zij zouden geloven. En velen geloofden daarna (vs. 45)! ? Denk jij wel eens dat de Heere het verkeerd doet in je leven? Bij de maaltijd: De nieuwe wereld zal vrij zijn van alle moeite en verdriet, zonder tranen. Onvoorstelbaar heerlijk. Vrijdag 30 januari Lezen: Joh. 12: 1 - 11 Zingen: Psalm 116: 4, 9 en 10
‘Onuitsprekelijke liefde’ Bij de maaltijd: Joh. 17 : 24 - 26
• Wat een mooi avondmaal waarbij Lazarus ook aanzat. Wat zal het gezin in Bethanië zich verheugd hebben. Als je iemand hebt moeten missen en hij is weer terug, waardeer je dat veel meer. • ‘en Martha diende.’ Natuurlijk, dat deed ze altijd. Maar nu mopperde ze niet! • Al in het vorige hoofdstuk aangekondigd: Maria zalfde Jezus’ hele Lichaam met zeer kostelijke nardusolie. Zo toont zij haar onuitsprekelijke liefde voor Hem. Ze is nóg meer van Hem gaan houden, ze moet dit doen. • Jezus begrijpt Maria’s daad, maar Judas niet. Zijn opmerking over geld dat aan de armen kon worden gegeven, lijkt heilig, maar is schijnheilig. Hier toont Judas zijn hebberigheid al. • Maria wordt verdedigd: ‘Laat af van haar, zij heeft dit bewaard tegen de dag Mijner begrafenis.’ Want het is zes dagen voor het Pascha, die tijdmelding zette Johannes er bewust bij in vs. 1. ? Hoe toon jij je liefde voor de Heere? En begrijp je Zijn liefde? Bij de maaltijd: In het hogepriesterlijk gebed heeft de Heere Jezus gebeden voor al degenen die God Hem gegeven heeft. Aan hen heeft Hij Gods Naam bekend gemaakt, voor hen is Hij gestorven, voor hen zorgt Hij!
Week 20 Thema: Nehemia: “…en weent niet”. Maandag 2 februari Lezen: Nehemia 1: 1-11 Zingen: Psalm 79: 1 en 4
‘Hoe reageer je op verdrietig nieuws?’ Bij de maaltijd: Nehemia 2: 1-6
• Nehemia hoort dat het triest gesteld is met Jeruzalem. Dat raakt hem, hij is intens verdrietig. • Het is opvallend hoe hij reageert op het slechte nieuws. Hij wordt niet boos, maakt God geen verwijten, gaat niet op zoek naar iemand die aansprakelijk kan worden gesteld. (vers 4 en 5) • Nehemia gaat naar God toe en legt de situatie in gebed aan Hem voor. Hij vraagt om vergeving. Want hij zoekt de oorzaak in de zonde van het volk (vers 6). • Hij pleit ook op de belofte van God (vers 8 en 9). ? Wat is jouw reactie als je te maken krijgt met verdrietige dingen in je leven? Wat kan je in dat verband leren van Nehemia? Bij de maaltijd: God zorgt ervoor dat Nehemia er bij de koning niet zelf over hoeft te beginnen. Hier kunnen wij ook iets van de koning leren. Hebben wij oog voor onze klasgenoten? Er kan soms veel verdriet zijn! Dinsdag 3 februari Lezen: Nehemia 2: 11-20 Zingen: Psalm 102: 7 en 9
‘ God zal ons doen slagen’ Bij de maaltijd: Nehemia 4: 1-6
• Nehemia gaat aan de slag met de wederopbouw van Jeruzalem. Zijn voortvarende aanpak geeft anderen moed. Soms heb je een steun in de rug nodig van iemand anders (vers 18) • Het werk is geen verzinsel van Nehemia. God heeft hem dit in zijn hart gegeven (vers 11). Het is mooi om te zien dat Nehemia God ook de eer geeft en zichzelf niet presenteert als degene die Jeruzalem wel eens eventjes zal gaan herbouwen. • Dat zorgt ervoor dat hij ook op God kan terugvallen als hij met verzet te maken krijgt. Dan staat hij niet met een mond vol tanden, maar kan hij de tegenstanders van repliek dienen (vers 20). • Nehemia getuigt van een rotsvast vertrouwen in God. Hij zal het opbouwwerk laten slagen! ! Hoe ga jij om met je werk en de keuzes die je moet maken? Betrek je de Heere daarin? Zoek je Zijn leiding? Alleen dan sta je stevig als je te maken krijgt met tegenslag! Bij de maaltijd: De tegenstand tegen het opbouwwerk is venijnig. Er wordt op de man gespeeld. Maar onverstoorbaar gaan Nehemia en zijn mannen verder. Ze mogen weten Wie er achter hen staat! Woensdag 4 februari Lezen: Nehemia 8: 1-13 Zingen: Psalm 134: 10 en 11
‘De blijdschap des Heeren is uw sterkte” Bij de maaltijd: Nehemia 8: 14-18
• De bouwwerkzaamheden vorderen gestaag. Als de eerste fase is voltooid verzamelt het volk zich. Waarom? Om naar Gods Woord te luisteren en Hem de eer te geven. • Als de woorden van Gods wet klinken rouwt het volk. Men beseft dat de moeilijke tijd die achter hen ligt niet zomaar toeval was. Het was hun eigen schuld. Ze waren bij God vandaan gegaan. • Ezra wijst het volk echter op de verlossing! Geen eigen schuld, dikke bult, maar vreugde! De vreugde van de Heere is hun kracht. De zonden van het volk hebben niet het laatste woord, maar Gods liefde en trouw. Wat een ontzettend groot wonder! Het licht van het evangelie in een oudtestamentisch bijbelboek!
? Hoe reageer jij als je Gods woorden hoort? Ook wij mogen, na de ernstige boodschap van bekering, horen van de blijde boodschap. De vreugde van de Heere die in Jezus Christus te vinden is. Ga tot Hem! Bij de maaltijd: Het lezen van Gods Woord zet het volk aan tot daden. Niet wie Heere Heere roept zal het koninkrijk der hemelen ingaan, maar al wie doet de wil van God de Vader. Geloof komt niet zonder werken. Donderdag 5 februari Lezen: Nehemia 9: 1-17 Zingen: Psalm 106: 4 en 24
‘Niet geluisterd, toch niet door God verlaten’ Bij de maaltijd: Nehemia 9 : 30-38
• De genade en blijdschap die de Heere aan het volk geeft steekt schril af met de ontrouw. Het volk is zich daarvan maar al te goed bewust. Daarom volgt op de feesten een dag van verootmoediging. • Het is bevrijdend om te ervaren dat God vergeving en vreugde wil geven. Maar bedenk dat die genade niet goedkoop is. Het heeft de Heere Jezus alles gekost (vers 17; Hij werd wèl verlaten!). Wie dat beseft wordt klein en komt tot verootmoediging. • Dit bijbelgedeelte is er een van enorme contrasten. Een opsomming van Gods trouw en goedheid, van Zijn grote daden tegenover herhaaldelijke afvalligheid van het volk. En toch: God heeft hen evenwel niet verlaten. Wat een wonder! ? Jezus gaf zijn leven om vergeving van zonden mogelijk te maken. Dat te weten is bevrijdend. Zeker! Maar besef van schuld en het belijden van je zonde is wel nodig. Zonder goede diagnose is geen medicijn voor handen. Bij de maaltijd: Rechtvaardiging gaat nooit zonder levensheiliging. Vrijdag 6 februari Lezen: Nehemia 13: 1-14 Zingen: Psalm 40: 5
‘ Zonder de Heilige Geest houdt het geen stand ’ Bij de maaltijd: Nehemia 13: 15-19
• Het werk is bijna voltooid. Voortdurend is de wederopbouw gepaard gegaan met het voorlezen van en luisteren naar Gods Woord. • Helaas heeft niet iedereen het begrepen. Eljasib de priester laat het gebeuren dat Tobia voor persoonlijk gewin kan gaan (vergelijk het met de geschiedenis van Ananias en Safira in Handelingen). • Nehemia is resoluut en gooit al het huisraad van Tobia de tempel uit. Bovendien roept hij de Levieten ter verantwoording die hun taak hebben neergelegd. • Je zou toch weer moedeloos worden. Zo snel als het nu al weer mis lijkt te gaan. Nehemia weet wat hij moet doen: bidden. God om raad en bijstand vragen. En dat is wat hij doet (vers 14). ? Met wie ben jij te vergelijken? De lakse Eljasib? De corrupte Tobia? De luie Levieten? Of de biddende Nehemia? Bij de maaltijd: Heiliging is een voortgaand proces dat nooit in eigen kracht kan plaatsvinden. Zelfs na alle wetslezingen, schuldbelijdenissen en lofprijzingen blijft het volk de mist in gaan. Het tekent ons aller leven. Och schonk Gij mij de hulp van Uwe Geest!
Week 21 Thema: Heere, wat wilt Gij dat ik doen zal? Maandag 9 februari Lezen: Handelingen 9: 1-16 Zingen: Psalm 65: 2
‘Bekering van Saulus’ Bij de maaltijd: Handelingen 9: 17-19
• De Joden in Jeruzalem vervolgen de christenen, zelfs tot in Damascus. • Damascus is een handelsstad en Saulus wilde voorkomen dat het christendom zich vanuit Damascus zich zou verspreiden naar andere gebieden. • Saulus wordt onderweg naar Damascus, door de Heere bezocht. Een licht en een stem uit de Hemel en God vraagt hem: Waarom vervolgt gij Mij? • Saulus kon geen antwoord geven, hij vroeg zich af wie er tegen hem sprak. Luister jij naar Zijn stem? • Toen Saulus begreep dat God tot hem sprak, was hij verbaasd en bevreesd, en hij vroeg: Heere wat wilt Gij dat ik doen zal? • Ananias moest naar Saulus toe en vroeg zich af waarom God Saulus had uitgekozen om het evangelie te verkondigen! Saulus toch zeker niet, hij kan toch nooit een christen worden. • Gods wegen zijn ondoorgrondelijk, Ananias gehoorzaamde God, Wij moeten God gehoorzamen en volgen, ook als dat naar moeilijke mensen en plaatsen leidt. ? Vraag jij aan God, Heere wat wilt Gij dat ik doen zal of beslis je zelf over wat je wilt doen en waar je heen gaat? Bij de maaltijd: God gebruikt mensen om het evangelie te verkondigen, ook jou wil Hij hiervoor gebruiken Het geloof in Christus brengt niet alleen zegeningen, maar ook lijden. In dit lijden is Christus bij ons. Hoe gebruikt God jou in het dagelijkse leven om zijn Woord “handen en voeten” te geven? Dinsdag 10 februari Lezen: Handelingen 9: 20-31 Zingen: Psalm 81: 13
‘ Vrijmoedigheid van Saulus’ Bij de maaltijd: Handelingen 13: 1-3
• Saulus spreekt vrijmoedig over Christus maar dat zorgt ervoor dat ze hem willen doden en hij vlucht weg. • Mensen om hem heen geloven hem niet: Hoe kan het dat deze christenvervolger, een navolger van Christen is geworden? • Saulus had geen goede reputatie, maar Barnabas steunt en bemoedigt hem en gaat naast hem staan. Ben jij een Barnabas voor een naaste? • Veel christenen in de wereld ervaren elke dag het lijden om de naam van Christus. Hebben ze een plaats in je gebed? ! Wanneer spreek jij vrijmoedig over Hem? Bid dat we elkaar mogen bemoedigen in de moeilijkheden waarin wij verkeren. Dat wij standvastig en vrijmoedig mogen blijven in het spreken en in Christus vertroosting mogen ondervinden. Bij de maaltijd: God roept Saulus en Barnabas om een speciale taak uit te voeren. De Heere maakt hen duidelijk wat hen te doen staat. Ken jij mensen met een speciale taak, geroepen door de Heere? Woensdag 11 februari Lezen: Handelingen 13: 4-15, 42-27 Zingen: Psalm 72: 6
‘Weerstand’ Bij de maaltijd: Handelingen 13: 48-52
• Saulus en Barnabas ervaren op hun zendingsreis weerstand van mensen die niets met het evangelie te maken willen hebben. Ook een tovenaar probeerde te voorkomen dat de stadhouder het evangelie zou horen.
• Daarna werden opnieuw de joodse leiders kwaad. Ze probeerden met theologische argumenten de woorden van Paulus te weerleggen, maar ze waren eigenlijk jaloers op Paulus. • Paulus bleef rustig bij de opmerkingen van de joodse leiders. • Als wij worden aangevallen worden in geloof, blijven we dan rustig en vertrouwen we op Hem? ? Hoe maak jij kenbaar in het dagelijkse leven wat je gelooft en als je dan weerstand tegenkomt, wat doe je dan? Bij de maaltijd: Het evangelie is niet alleen voor de Joden, maar voor een ieder. De nieuwe gelovigen zijn blij en verrast, en blijven dit, ondanks de vervolgingen tegen hen. Paulus en Barnabas vegen het stof van hun voeten, dat betekent dat ze niks te maken willen hebben met deze mensen die zich tegen God keren. Wat zou jij doen, als mensen zich tegen God blijven keren? Donderdag 12 februari Lezen: Handelingen 14: 19-28 Zingen: Psalm 147: 10
‘Uw wil en niet mijn wil’ Bij de maaltijd: Handelingen 16: 9-15
• De Heere heeft Paulus aangewezen om het Evangelie te verkondigen, zoals we gelezen hebben in Handelingen 9, waarin Hij voorzegt dat hij lijden voor Jezus moet doorstaan. • Paulus wordt hier gestenigd door de menigte en ze denken dat hij dood is, ze slepen hem buiten de stad. Wat een pijn en leed voor Paulus. • God is bij hem en de volgende dag, vers 20, staat hij alweer op om verder te trekken en het evangelie te verkondigen. Wat een toewijding. Gods trouw en zorg verlaat Paulus niet. Hij blijft hem sterken en bemoedigen. • Paulus biedt geen weerstand. Hij doet wat God van hem vraagt. • Paulus hoeft het niet alleen te doen, ouderlingen worden aangesteld in de gemeente. Bij jou in de gemeente zijn ook mensen waar je terecht kan als je het moeilijk hebt. God heeft die mensen een taak gegeven in de gemeente. ? Bid jij voor de dominee en de ouderlingen die zijn aangesteld om de gemeente te leiden? Bij de maaltijd: Zelfs in een droom krijgt Paulus een opdracht van God. God roept ons op allerlei manieren! Hoor jij zijn roep? Vrijdag 13 februari Lezen: Handelingen 16: 16-25 Zingen: Psalm 118: 4 en 7
‘Volharden in geloof’ Bij de maaltijd: Handelingen 16 : 25-34
• De boze geest in dit Bijbelgedeelte spreekt de waarheid! De slavin loopt achter Paulus aan en herhaalt steeds dat zij gekomen zijn om de weg der Zaligheid te verkondigen. • Waarheid en leugen laten zich niet vermengen en Paulus gebiedt de boze geest in naam van de Heere van haar uit te gaan en dat geschiedde. • God gebruikt situaties om Zijn Woord te verkondigen. • Nu de vrouw geen geld meer kan verdienen met haar voorspellingen, wordt haar meester kwaad en zorgt ervoor dat Paulus en Barnabas, na geslagen te zijn, in de gevangenis terecht komen. • Je zou verwachten dat ze in zak en as zouden zitten, maar Paulus en Barnabas zongen in de gevangenis lofliederen. ? In welke situaties heb jij moeten volharden in geloof? Bij de maaltijd: De gevangenbewaarder in Filippi vraagt: “Lieve heren, wat moet ik doen opdat ik zalig worde?” Het antwoord van Paulus: “Geloof in de Heere Jezus Christus”!
Week 22 Thema: Heb goede moed, Paulus! Maandag 16 februari Lezen: Handelingen 20: 17-25 Zingen: Psalm 134: 1
‘Een duidelijke opdracht’ Bij de maaltijd: Handelingen 21: 10-14
• Paulus heeft haast om verder te reizen. Hij wil geen tijd verliezen om de opdracht die de Heere hem heeft opgedragen tot uitvoer te brengen. • Hij laat de leiders van Efeze bij hem komen om hen nogmaals te zeggen waarom hij deze reis maakt. • Hij geeft ze een les, waarin ze horen dat het niet om jezelf gaat in dit leven, maar om Hem! • Hij gaat op weg, maar hij weet niet wat hem zal overkomen. • Wat een onzekerheid, maar vooral een groot vertrouwen in God. • Geen twijfel bij Paulus: “Wat God wil moet gebeuren”, zegt hij. ? Heb jij haast om de opdracht die God ons geeft in Zijn Woord tot uitvoer te brengen? Bij de maaltijd: Agabus geeft Paulus een voorspelling wat er gaat gebeuren, Hoe werkt dat bij jou? Als jij weet dat dingen moeilijk zullen gaan en dat je moeite zal ondervinden, wat is jouw reactie dan? Dinsdag 17 februari Lezen: Handelingen 23: 1-11 Zingen: Psalm 91: 5
‘Hooglopende ruzie ’ Bij de maaltijd: Handelingen 26: 24-32
• Paulus heeft bekend gemaakt dat hij een Romein is. • Hij maakt gebruik in van een verschil van mening tussen de Sadduceeën en de Farizeeën, waardoor de aandacht van Paulus wegging en ze vooral over hun verschillen aan het spreken waren. • God gaf hem dat inzicht om te spreken. • De ruzie liep zo hoog op dat de commandant Paulus weg bracht naar een veilig onderkomen. • Daar werd Paulus bemoedigd. ? Vertrouwen wij op God als we even niet weten wat we mogen en kunnen zeggen? Bij de maaltijd: God roept Saulus en Barnabas om een speciale taak uit te voeren. De Heere maakt hen duidelijk wat hen te doen staat. Ken jij mensen met een speciale taak, geroepen door de Heere? Woensdag 18 februari Lezen: Handelingen 27:14-25 Zingen: Psalm 46: 4 en 6 • • • • •
‘Schipbreuk’ Bij de maaltijd: Handelingen 27: 33-44
Paulus zit op zee als gevangenen op weg naar Rome met noodweer te maken krijgen. Paulus heeft de bemanning en de soldaten gewaarschuwd, maar ze luisterden niet naar Hem. Het schip kwam in een zware storm terecht. De hoop op een behouden thuiskomst was verdwenen. God gaf Paulus door een engel een voorspelling dat ze allen behouden worden, omwille van Paulus. God is almachtig. Geen storm of andere obstakels kunnen Hem tegenhouden Zijn plan te doen laten uitkomen.
? Als jouw leven anders gaat dan je had gehoopt en je hebt tegenslag. Waar haal jij de moed om door te gaan vandaan? Bij de maaltijd: De bemanning en de soldaten volgden het voorbeeld van Paulus en begonnen te eten. Paulus’ woorden dat ze behouden zou worden, gaf het vertrouwen om te eten en te hopen op dat het woord van Paulus waarheid zou zijn….De mensen die niet in God en met God leven, zijn stuurloos. Zijn wil is zo machtig, dat door Paulus heen gebeurt wat Hij wil.
Donderdag 19 februari Lezen: Handelingen 28: 16-23 Zingen: Psalm 33: 6 en 11
‘Onverhinderd preken’ Bij de maaltijd: Handelingen 28: 30,31
• Paulus mag in een eigen gehuurde woning wonen. Bijzonder dat hij deze gelegenheid kreeg. In vers 30 staat dat hij twee jaar in dat huis bleef wonen. • Paulus zou genoeg redenen gehad hebben om de Joden over hun geweld en onrechtvaardigheid te beschuldigen. • Hij krijgt de gelegenheid om op een dag het Evangelie te verkondigen: van ’s morgens tot ’s avonds. • Het is een dag waarop er velen kwamen luisteren. ? Hoe reageer jij als je onrechtvaardig behandeld wordt? Wat kun je hierin leren van het gedrag van Paulus? Bij de maaltijd: God bestuurde het zo dat Paulus ongehinderd het Evangelie door mocht geven! Geen keizer die hem tegenhield! Vrijdag 20 februari Lezen: Filippensen 1: 12-19 Zingen: Psalm 27: 7 • • • •
Bij de maaltijd: Matt 16: 24 - 27
Paulus zit al jaren gevangen, toch vertelt hij enthousiast hoe het Evangelie verder gaat. Vers 16: Hun motieven deugen niet. Zij worden gedreven door eigenbelang en eerzucht. Vers 18: De prediking is wel zuiver, maar de bedoeling is verkeerd: om Paulus in diskrediet te brengen. Toch verblijdt Paulus zich, omdat God ook de prediking van de onoprechte predikers kan zegenen. Hij blijft daar dus rustig onder. Het oordeel is immers aan God!
? “Het bloed der martelaren is het zaad van de kerk.” Hoe zie je dit terug in het gelezen Bijbelgedeelte? Bij de maaltijd: Verloochen jezelf en geef je eigen wil op en zet Gods wil op nummer één.
Week 23 Ruth: “Uw God is mijn God” Maandag 2 maart Lezen: Ruth 1: 1-17 Zingen: Psalm 48: 6
‘Van Moab naar Bethlehem’ Bij de maaltijd: Ruth 1: 18-22
• In de dagen van de richter Gideon is er veel honger in het land Israël. Steeds als de oogst klaar is, komen de Midianieten en plunderen het land, zodat er niets overblijft. • Elimelech, (zijn naam betekent God is mijn Koning), vlucht met zijn vrouw en zijn twee zonen naar Moab, daar is eten! • Gods leiding kunnen wij hierin zien, Christus komst moet worden voltooid, en daar is een meisje voor nodig die er eigenlijk niet bij hoort! • Ruth doet een keuze: “Uw volk is mijn volk en uw God is mijn God”. Veel heeft ze van Naomi gehoord en in haar is er een klein begin van geloof gegroeid, gewerkt door de Heilige Geest, waardoor ze deze keuze doet. • Hoe duidelijk komt hier openbaar wat het verschil is tussen ‘schijn’ en ‘zijn’. Orpa kiest voor het steppegebied, Ruth kiest voor God en Zijn dienst. ? Ruth kon niet meer terug naar de heidens wereld. Ze wilde een leven dichtbij Naomi, en haar God. Hoe zit dat met jou? Bij de maaltijd: Naomi heeft veel meegemaakt. Hierdoor is ze niet verbitterd, maar mag ze onder God terecht komen. Dinsdag 3 maart Lezen: Ruth 2: 1-17 Zingen: Psalm 17: 4 en 8
‘ Op de akker van Boaz’ Bij de maaltijd: Ruth 2: 18-23
• Wat een wonder dat Ruth vanuit haar geloof kiezen kon om met Naomi mee te gaan. Zodoende komt ze terecht op akker van Boaz. • Zo gaat het ook als God een mens bekeert. Die mens komt terecht op de akker van de Meerdere van Boaz. En soms in de kerk mag hij wel eens aren rapen voor zijn eigen hart en ziel. • Boaz geeft eten mee voor thuis. Ruth wordt overladen met gunstbewijzen. Wat een wonder dat Ruth zo op deze akker terecht komt! • Elke dag mag ze eten bij Boaz. Ze mag met zijn knechten eten. Ruth wordt begenadigd door Gods genade. Gaat het zo ook niet met een kind van God? ! Ruth wordt langzaam voorbereid op de akker van Boaz tot de volkomen kennis van Boaz! Bij de maaltijd: Naomi mag ook een zegen ontvangen uit het leven van Ruth. Zo zorgt de Heere ook voor haar! Woensdag 4 maart Lezen: Ruth 3: 1-18 Zingen: Psalm Ps. 69: 13
‘Ruth en Boaz’ Bij de maaltijd: Lev. 25: 23-28
• Ruth is gekomen op de akker van Boaz. Ze mag hier aren rapen. Vandaag zien we Ruth die moet worden gelost door Boaz. • s ’Avonds als Boaz ligt te rusten sluipt Ruth naar de akker en gaat stilletjes bij Boaz liggen. Als Boaz wakker wordt doet Ruth een schone belijdenis: “Breidt uw vleugelen uit over uw dienstmaagd, want gij zijt de losser”. • Wat is de weg van Ruth herkenbaar voor ieder die van de Heere een nieuw hart mag ontvangen. Ze komen bij de Heere Jezus terecht, Hij moet hen vrijkopen van alle zonden!
• Dan mogen eindelijk de ‘handen in de schoot’. “Zit stil mijn dochter, die man zal niet rusten tenzij hij heden deze zaak zal voleind hebbe”. • Zo wordt Ruth gelost door Boaz in de poort. Gods leiding en trouw zorgt dat de andere losser Ruth niet wil lossen. ? Waar lijkt het lossen op? Aan Wie moet je denken? Bij de maaltijd: Waarom was de lossing van Ruth zo complex? Donderdag 5 maart Lezen: Ruth 4: 1-12 Zingen: Psalm 146: 5 en 7
‘Boaz de losser’ Bij de maaltijd: Mark. 10 : 35-45
• Vandaag is het een spannende dag voor Ruth. Boaz zal naar de poort moeten om Ruth te lossen. Ruth weet dat er een andere losser is die haar kan lossen, iemand die ‘nader staat dan Boaz’. • Zou Boaz haar lossen? Zou de andere losser haar ook willen? Ze wil Boaz zo graag, ze is zo van hem gaan houden! • Bijzonder is dat Boaz de eigendommen van Naomi vrijkoopt, maar daarnaast Ruth de Moabitische. Weet je wat de Heere Jezus zegt in Joh. 17? “Vader ze waren de Uwe, maar Gij hebt ze Mij gegeven”! • De Heere Jezus moet de eeuwige toorn stillen van Zijn Vader, maar krijgt daar wel Zijn kerk bij. Wat een paralellen tussen de geschiedenis van Ruth en een kind van God! • “De Zoon des mensen is gekomen om te dienen en Zijn ziel te geven tot een rantsoen voor velen.” ? Wat zou Ruth gedaan hebben in de tijd dat Boaz haar aan het lossen was? Wat zegt dat ons? Bij de maaltijd: De Heere Jezus is gekomen om de Zijnen te lossen, vrij te kopen uit de hand van Zijn Vader. Vrijdag 6 maart Lezen: Ruth 4: 13-22 Zingen: Psalm 100: 1 en 2
‘Ruth in het geslacht van Christus’ Bij de maaltijd: Psalm 100: 1-5
• Wat een bijzonder rijtje van mensen uit wie de Heere geboren wilde worden. • Heb je gezien wie er tussen staan? Perez ( uit zonde geboren uit Juda en Thamar), Salmon trouwt met Rachab de hoer, en krijgt Boaz. • Boaz trouwt met Ruth de Moabitische en krijgt Obed, en daaruit komend David. De zoon van Isaï. • Weet je wat nog veel bijzonderder is? Dat de Heere Jezus geboren wilde worden uit deze mensen. Hij schaamt Zich er niet voor om hun Broeder genoemd te worden !? ! Wat heeft de Heere Jezus toch veel over om geboren te worden! Wat een geslacht! Bij de maaltijd: Niet alle mensen zijn schapen van de Herder. Maar deze mensen wel. Ze zijn als schapen geboren, en hebben lammeren gekregen. Uiteindelijk werd HET LAM geboren, dat de zonden der wereld wegneemt!
Week 24 Thema: Samuël: van de HEERE gebeden. “Samen bidden. ” Maandag 9 maart Lezen: 1 Sam. 1: 1 - 11 Zingen Psalm 123 : 1
‘Vertrouwen op verhoring’ Bij de maaltijd: Psalm 123
• • • •
Opgaan om te bidden van jaar tot jaar. Steeds weer opnieuw dus. Verdriet in huis. Twee vrouwen, met en zonder kinderen. Jaloezie en pijn. Tevreden zijn met de liefde die je ontvangt, o.a. van Elkana. Ben jij tevreden, gelukkig met wat je wel hebt ontvangen? • Hanna gaat gelukkig tot God. Haar enige troost. • In de stilte een gelofte afleggen. ? Zet Hanna zo God niet voor het blok? Dwingt ze zo niet? Hoe denk jij hierover?
Bij de maaltijd: Eli kijkt naar de buitenkant van Hanna. Slaat geen acht op haar verdriet. Hanna legt uit wat haar verdriet, haar problemen zijn. Ze ging tot God. Eli troost haar en op verzoek van Hanna zal hij voor haar bidden. Ze gaat nu getroost weg. Wat doe jij om iemand te helpen? Dinsdag 10 maart Lezen: 1 Sam. 1: 20-28 Zingen: Psalm 62: 4 en 5
‘Danken na verhoring’ Bij de maaltijd: 1 Sam. 2: 1-11
• Verdriet in huis. Twee vrouwen, van de HEERE gebeden. Hanna is haar gebed niet vergeten. • Elkana gaat gewoon weer naar gewoonte naar Silo. Nu ook om te bidden en te danken voor wat God hen gaf. • Niet alleen bidden, maar ook zelf met de verhoring aan het werk. • Hanna reist niet af. Dat hoefde als vrouw ook niet ieder jaar. Volgens Ex. 23:17 moesten de mannen drie x per jaar voor het aangezicht des HEEREN verschijnen. • Gespeend kind. Ongeveer 4 jaar oud gaat Samuël naar Eli in Silo. • Hanna komt terug op haar laatste bezoek. • Samuël, gebeden van God, en nu weer terug gegeven aan God om in Zijn dienst te gaan. ? Wat doe jij met een verhoord gebed? Hoe ga jij om met een gedane belofte? Bij de maaltijd: Hanna roemt de weldadigheid van de HEERE. Ze heeft nieuwe kracht van God ontvangen. “Door Uw heil verheug ik mij”, zei Hanna. Waar haal jij je vreugde vandaan? Woensdag 11 maart: “ Biddag”
Donderdag 12 maart Lezen 1 Sam. 3: 1-15 Zingen Psalm 134: 1, 2 en 3
‘Luisteren en vertellen’ Bij de maaltijd: 1 Samuel 3: 16-21
• • • • •
Jong al in dienst van God. Gods woord werd weinig gehoord en gevoeld. Onze tijd! De dienst van de Heere werd nog wel steeds uitgevoerd. God komt opnieuw naar Samuël totdat hij weet dat het God is. Wat een liefde! Eli was gewaarschuwd, zie 1 Sam. 2: 27 e.v. maar deed er niets mee. Wat doe jij met Gods waarschuwingen? • God sprak in een gezicht, maar ook in een echte verschijning. Samuël was wakker. Geen eigen idee, maar echt. • Door een gebedsverhoring nieuw contact met God. ? Wat doen wij/jullie/jij met de gebeden van de Biddag van gisteren? Bij de maaltijd: Samuël heeft geen gemakkelijke boodschap van God ontvangen. Eli legt zich neer bij de veroordeling. God blijft Samuël door dromen, gezichten en aanspraak ontmoeten. God zoekt Zijn volk steeds weer op. Wat een liefde. Wat een verhoring. Vrijdag 13 maart Lezen: 1 Sam. 4: 1-11 Zingen: Psalm 79: 5
‘Eigen kracht tegenover vertrouwen op God’ Bij de maaltijd: 1 Sam. 5:1-6
• Vijanden vallen het volk van God aan. Ook nu. • Samuël had ze gewaarschuwd. Dat zijn wij ook. Ze waren de dienst van God vergeten! • Verslagen en nu denken dat de uiterlijke ceremoniële dienst kan redden. God was niet om raad gevraagd. Wat doe jij? • De vijanden hadden vrees, ontzag voor de God van Israël. • Ze kenden Zijn daden en hadden er ontzag voor. Wat voor ons om van te leren. • In eigen kracht vernietigend verslagen. ? Wat doen wij hier nu mee? Hoe zit het met jouw kracht? Waar komt die vandaan? Bij de maaltijd: De Ark van het Verbond naar Asdod. Eén van de belangrijkste steden van de Filistijnen. Ze geven de God van Israël wel een ereplaats. Ze dachten dat hun god de victorie had gebracht (jou / ons idool, sportheld, etc…). Dagon valt wel van zijn voetstuk voor de Heere God. God laat Dagon en de Filistijnen weten wie de machtigste is. Zij zien hierin de hand van God. Hoe ga jij om met Gods werk in onze tijd?
Week 25 Thema: Timotheüs: niet te jong?!! Maandag 16 maart Lezen: 2 Tim. 1: 1-14 Zingen: Psalm 68: 10 • • •
‘Kom er maar voor uit!’ Bij de maaltijd: 2 Tim. 3: 14 -17
Twee brieven van Paulus aan Timotheüs zijn opgenomen in de Bijbel. Timotheüs is nog erg jong en Paulus heeft hem op jonge leeftijd naar de gemeente van Efeze gestuurd om daar dwaalleer tegen te gaan. Paulus geeft hem in zijn brieven praktische adviezen hoe dit te doen. In dit gedeelte roept Paulus Timotheüs op om zich niet te schamen om voor het Evangelie uit te komen. In vers 8 lezen we dat Timotheüs vreesachtig, snel te intimideren was. Timotheüs moet niet nalaten om het Evangelie te verkondigen en uit te dragen, maar hij moet de kracht zoeken in Jezus Christus. In Hem ligt alles vast en kan je niets gebeuren. Als je jong bent en je leeft uit Hem, zwijg dan niet, maar kom er maar voor uit!
? Ervaar je tegenstand wanneer je ervoor uitkomt dat je christen bent? Zo ja, op welke manier krijg je tegenstand? Hoe ga je ermee om? Bij de maaltijd: God heeft ons Zijn Woord gegeven. Hierin vinden we alles wat nodig is voor onze zaligheid. Je kan er in vinden hoe je door het geloof in Jezus een kind van God wordt en hoe dit in je leven vorm krijgt. Lees je Bijbel, bidt elke dag. Dinsdag 17 maart Lezen: Hand. 16: 1-10 Zingen: Psalm 67: 1 •
•
‘Geef het door!’ Bij de maaltijd: 1 Kor. 9: 19-23
In vers 1 staat dat Timotheüs zoon was van een gelovige Joodse vrouw, maar van een Griekse vader. Vanuit 2 Tim. 1: 5 weten we dat hij ook een godvrezende oma had. Wat een voorrecht als wij ook op mogen groeien in een gezin waar de opvoeders de Heere Jezus mogen kennen en waar je geleerd is om vanuit het geloof te leven. Spreek hier met de leerlingen over. Je ziet wat een uitwerking het levend geloof van zijn moeder en oma heeft gehad. Van Timotheüs ging een goed gerucht uit en Paulus nam Timotheüs mee naar verschillende gemeenten en er kwam grote vrucht op de verkondiging van het Evangelie. De gemeenten werden bevestigd in het geloof en namen dagelijks in aantal toe.
? Heb jij thuis, op school voorbeelden van mensen die het Evangelie voorleven? Als dit zo is, vertel er eens wat over? Als dit niet zo is, hoe moet je hier dan mee omgaan? Bij de maaltijd: Paulus heeft er alles voor over om andere mensen te winnen voor het Evangelie. Wanneer het de kern van het Evangelie niet raakt, komt hij mensen tegemoet in hun tradities (die niet verkeerd zijn). Heb jij er alles voor over om mensen voor het Evangelie te winnen? Woensdag 18 maart Lezen: 1 Tim. 4: 1-16 Zingen: Psalm 119: 65 en 67 •
•
‘Stel je hoop op God!’ Bij de maaltijd: 1 Kor. 9: 24 -27
In dit hoofdstuk komt Paulus weer terug op de dwalingen die er in Efeze zijn (zie o.a. 1 Tim. 1: 3-7). In vers 1 t/m 4 geeft Paulus aan waar de dwalingen uit bestaan: het verbieden om te trouwen en stellen geboden in om bepaald voedsel niet te eten etc. Kortom de dwaalleraars leggen allemaal regels op, die niet bij het gezonde geloof horen. Jij kan ook te maken krijgen met dwalingen van deze tijd. Aan de ene kant mensen die stellen dat je eerst iets moet doen of ervaren voordat je naar de Heere Jezus mag gaan, aan de ander kant mensen die zeggen te geloven, maar waar je in hun leven niets van ziet. Hoe moet je daar mee omgaan?
•
Paulus geeft Timotheüs enkele richtlijnen, die ook voor jou zijn: Hij moet de dwalingen verwerpen door zelf de juiste leer te verkondigen (vers 6/7). De juiste leer is dat je je hoop moet stellen op de levende God!
? Geef concreet aan wat de dwalingen van deze tijd kunnen zijn? Hoe moeten wij er mee omgaan? Bij de maaltijd: Om een wedstrijd te winnen moet er worden getraind. Zo werkt het in een christenleven ook. De overwinning is al behaald door Jezus Christus, maar in het christenleven is het wel noodzaak om bijbelstudie, gebed en bijeenkomsten te bezoeken, die wijzen je op Hem en Hij geeft je kracht om de eindstreep te halen. Donderdag 19 maart Lezen: 1 Tim. 6: 1-12 Zingen: Psalm 34: 6 en 7 • •
•
‘Op naar het eeuwige leven!’ Bij de maaltijd: 1 Tim. 6: 17-21
Nogmaals waarschuwt Paulus voor sommige mensen, waar Timotheüs mee te maken heeft. Zij leven voor het hier en nu: ze zijn verwaand, houden van woordenstrijd, waardoor er ruzie, jaloezie, roddel ontstaat. Ze zijn hebzuchtig, het gaat hen om het hier en nu. Paulus geeft aanwijzingen hoe Timotheüs en wij om moeten gaan met hebzucht. Allereerst kan hebzucht je van geloof afhouden (vers 10), want je bent dan bezig met alleen het hier en nu. Je wilt alles hier op aarde hebben. Dan ben je daar drukker mee, dan met God. Hoe moet je dan met geld en luxe dingen omgaan? Besef dat alles eens voorbijgaat (vers 7), wees tevreden met wat je hebt (vers 8), ontvlucht het gedrag dat je altijd alles wilt en moet hebben. Tegenover de hebzucht en het hier op aarde allemaal maken, staat de christen. Deze gaat niet voor het hier en nu, maar wordt opgeroepen om te grijpen naar het eeuwige leven. Hier op aarde is er nog de strijd van het geloof, maar als je gelooft mag je weten dat de overwinning is behaald door Jezus Christus, jouw Redder. Dan ben je straks met Hem in de hemel, daar zie je dan nu al naar uit.
? Waar leef jij voor? Wat is het doel van jouw leven? Bij de maaltijd: We moeten onze verwachting niet van op onze spullen, sporthelden, goede baan zetten, maar op de levende God. Geniet daarnaast van alles wat je van Hem ontvangt en deel het uit. Vrijdag 20 maart Lezen: 2 Tim. 4: 1-12 Zingen: Psalm 111: 5 en 6 •
•
‘Zie op Jezus!’ Bij de maaltijd: 2 Tim. 2: 1-6
Paulus schrijft Timotheüs dat hij aan het einde van zijn leven is gekomen. Paulus geeft Timotheüs nog een mooie les mee in vers 7 en 8. Paulus vergelijkt zijn geloofsleven met een hardloopwedstrijd, en hij is nu bij de finish aangekomen. Hij heeft de goede strijd gestreden en ontvangt nu het eeuwige heerlijke leven met Hem. Paulus heeft de finish niet in eigen kracht gehaald, maar in de kracht van Jezus Christus, die Hem voorgegaan is. Iedereen die Zijn verschijning heeft liefgehad (vers 8), ontvangt de prijs: het eeuwige leven. Hiermee bemoedigt Paulus Timotheüs, omdat er nog heel wat op hem af kan komen (vers 3 en 4), maar Paulus geeft aan: strijdt de goede strijd en heb Zijn verschijning lief, dan zal je de overwinning halen. Misschien ervaar jij in jouw geloofsleven ook veel moeite, tegenstand: Zie dan op Jezus!
? Loop jij al in de loopbaan van het geloof? Spreek er me elkaar over hoe je dat kan weten. Bij de maaltijd: Paulus roept op om trouw en standvastig te blijven. In het leven draait het erom dat je trouw bent aan Jezus Christus en Zijn Woord. Dit kost strijd, maar alle gelovigen mogen weten dat aan het einde de overwinning klaar ligt en we voor altijd bij Hem mogen zijn.
Week 26 Thema: Op weg naar het kruis We zingen deze week uit het Hallel. De lofzang die De Zaligmaker ons met Zijn leerlingen voorgezongen heeft op weg naar het kruis. Maandag 23 maart Lezen: Matth. 26:6-13 Zingen: Ps. 113:1 • • • • •
‘De gezalfde’ Bij de maaltijd: Matth. 26:14-16
Vers 7: de zalf is meer dan 300 penningen waard (Markus 14), bijna een jaarsalaris van een arbeider. Vers 8/9: Het dienen/eren van de Heere Jezus is geen verlies maar winst. Al lijkt het soms anders. Vers 11: De aan Jezus bewezen liefde is nooit vervanging van, maar altijd de wortel van de zorg aan de armen. Zorg voor anderen mag niet in de plaats komen van het dienen van de Heere Jezus Zelf. Vers 12: Deze zalving is een bevestiging van wat Jezus heeft gezegd in vers 2. Deze vrouw gelooft dit, in tegenstelling tot Zijn discipelen. De Messias móest lijden en sterven. Waarom? Om de vergeving van zonden mogelijk te maken! Vers 13: Dit is waar geworden: alle evangelisten in de Bijbel vertellen deze geschiedenis. Ook vandaag wordt deze geschiedenis door verteld. Wij worden hierdoor opgeroepen om met onze daden God te eren.
? Geloof jij dat de Messias móest lijden en sterven om ook jouw Redder te kunnen zijn? ! Bedenk hoe jij de Heere Jezus in het leven van elke dag door je daden kunt eren. Bij de maaltijd: De vrouw heeft uit liefde een jaarsalaris voor de Heere Jezus over. Judas verraadt hem voor de prijs van een gedode slaaf. Wat een verschil! Hoe waardevol is de Heere Jezus voor jou? Dinsdag 24 maart Lezen: Matth. 21: 1-11 Zingen: Ps. 118:13 • • •
‘De Koning’ Bij de maaltijd: Matth. 21:12-17
Vers 1: De plek, de Olijfberg is niet zomaar gekozen. Het is de plek waar de godvrezende Joden de Messias verwachtten (Ezechiël 11:23 en Zach. 14:4). Vers 3-5: Het is geen toeval deze intocht. Het is de Jezus Zelf die het initiatief neemt en tegelijkertijd hiermee de Schriften vervuld. Jezus laat hiermee zien dat Hij Zelf de beloofde Messias is. Vers 9/10: Wie is Deze? Is eigenlijk de kernvraag van dit Bijbelgedeelte. Jezus wordt door de mensen (voor een moment althans) erkend en geloofd als Koning en Messias, de Zoon van David. Tegelijkertijd hangt de beschuldiging dat Jezus de Koning van de Joden is straks boven Zijn hoofd aan het kruis.
! Erken jij in je eigen leven dat de Heere Jezus Dé Koning is, die alles in jouw leven voor het zeggen hoort te hebben? Bij de maaltijd: Het huis van God is voor Jezus een heilige plaats, een plaats van het gebed. Is de kerkdienst dat ook voor ons? Woensdag 25 maart Lezen: Matth. 26: 17-19, 26-30 Zingen: Psalm 117
‘Het Offerlam’ Bij de maaltijd: Matth. 26:31-35
Vers 18: Het Pascha verwijst naar het voorbijgaan van de Engel des Verderfs, bij het zien van het bloed van het lammetje aan de deurpost. ‘Mijn tijd is nabij:’ God gaat aan Jezus niet voorbij. Hij draagt de toorn van God over de zonde als Offerlam op Golgotha. Vers 26-28: Jezus geeft aan het Pascha een nieuwe betekenis: Tijdens het Heilig Avondmaal staat het lichaam en bloed van De Zaligmaker centraal. Er is alleen bevrijding en zaligheid door Hem mogelijk.
Vers 30: Het Hallel, Psalm 113-118. De weg naar Gethsémané begint met een lofzang. Juist op moeilijke momenten kan het helpen om samen God te loven en te prijzen door onze liederen. De Heere Jezus heeft het ons voorgedaan. De Psalm van vandaag is dan ook een opwekking aan iedereen om God te loven. ? Wanneer heb jij voor het laatst gezongen tot eer van God? Bij de maaltijd: Ontrouw van Petrus en de andere discipelen (vers 35) en ook de ontrouw van ons, wordt door de Heere Jezus beantwoord met Zijn trouw. Ik zal u voorgaan (vers 32). Dat is werkelijk genade! Donderdag 26 maart Lezen: Matth. 26:36-46 Zingen: Psalm 116: 2 en 7
‘De drinkbeker’ Bij de maaltijd: Matth. 26:47-56
Vers 39: De drinkbeker is hier de drinkbeker van de toorn van God over de zonde. Als we zien hoe angstig en bedroefd Jezus hiervoor is, dan beseffen we nog beter hoe groot de toorn van God over de zonde is. Vers 40/43: Geen mens kan Jezus helpen bij het drinken van deze drinkbeker. Zelfs zijn meest belangrijke discipelen slapen op dit moment. Hij moet het werkelijk alléén dragen. Vers 39/42/44: ‘doch niet gelijk Ik wil... Hier is de Heere Jezus gehoorzaam aan de wil van Zijn Vader tot het einde toe. Door Zijn gewilligheid als Borg kan Hij ook jouw Zaligmaker zijn/worden. De beker van de toorn van God wordt dan ook voor jou de beker van het heil (Psalm 116:7). Vers 46: Jezus noemt de naam van Judas tegen zijn andere discipelen niet. Het verraden worden door een vriend geeft aan dat het drinken van de lijdensbeker nu echt gaat beginnen. ? Wat betekent de bede uit het Onze Vader: ‘Uw wil geschiede’ voor de Heere Jezus en wat betekent het voor ons? Bij de maaltijd: Mattheüs legt er de nadruk op dat Jezus zich gevangen láát nemen. Hij doet dit opdat de Schrift vervuld zou worden, die dit had voorzegd. Vrijdag 27 maart Lezen: Matth. 26:57-68 Zingen: Psalm 118: 11
‘De Onschuldige’ Bij de maaltijd: Matth. 26:69-75
Vers 59/61: Jezus wordt hier getekend als de Onschuldige. De overpriesters proberen Hem met valse getuigen te veroordelen. Ook kunnen ze maar het minimaal aantal getuigen vinden dat nodig was voor een proces, namelijk twee. Vers 63: Kajafas vraagt Jezus onder ede te verklaren of Hij de Zoon van God is. De kernvraag van dinsdag komt terug. De Schriftgeleerden en de hogepriester geloven het niet. Hoe zit dat bij jou? Vers 64: Jezus erkent dat Hij de Zoon van God is en verwijst naar de profetie van Daniël over de Zoon des Mensen. Jezus draait de rollen om. Hij lijkt de beklaagde, maar in werkelijkheid is Hij straks de Rechter van hemel en aarde. Vers 65-68: Met het erkennen dat Hij de Zoon van God is, staat voor Kajafas en het Sanhedrin de schuld van Jezus vast. Er hoeft geen verder onderzoek meer naar worden gedaan. De tijd die zo ‘over’ hebben gebruiken ze om de spot te drijven met Jezus ? Houd jij erin je gewone leven rekening mee dat de Heere Jezus eens terugkomt als de Rechter van hemel en aarde? Bij de maaltijd: De verloochening van Petrus gaat van kwaad tot erger. Eerst is er de ontkenning (vers 70), dan zweert hij het bij God (vers 72) en tenslotte zegt hij zelfs dat God hem mag straffen als hij Jezus kent (vers 74). Herken je in je eigen leven dat de zonde klein begint en steeds verder gaat?
Week 27 Thema: Is dat, is dat mijn Koning? (Goede Vrijdag) Maandag 30 maart Lezen: Lukas 22:63 - 71 Zingen: Psalm 100: 2 • • • •
‘Zijt Gij de Christus? Zeg het ons.’ Bij de maaltijd: Lukas 23:1-4
De vijanden van God en Christus bespotten en slaan de Heere Jezus letterlijk en figuurlijk. Zij bespotten Hem als Profeet, omdat ze door Hem niet geleerd willen worden. Zij bespotten Hem als Hogepriester, omdat ze Zijn bloed onrein achten. Zij bespotten Hem als Koning, omdat ze niet willen dat Hij Koning over hen zou zijn.
? Bespot je Hem ook, letterlijk en figuurlijk, omdat je Hem als Gezalfde en Zaligmaker (nog) niet nodig hebt? Bij de maaltijd: Heb je ook ondervonden, dat de Koning van Zijn Kerk Zichzelf onschuldig voor schuldigen en uit liefde gegeven heeft? Dinsdag 31 maart Lezen: Lukas 22: 5 - 22 Zingen: Psalm 69: 2 • • • • •
‘Wat heeft Deze dan kwaads gedaan? Bij de maaltijd: Lukas 23: 23-25
De Heere Jezus wordt veracht en bespot door Herodes en de zijnen. Pilatus en Herodes, die eerst vijanden van elkaar waren, worden vrienden (in het kwaad). Hoewel er natuurlijk geen schuld in Hem werd gevonden, werd hij onterecht beschuldigd. Ondanks Zijn onschuld riep het volk: “Weg met Dezen” en “Kruis Hem!” De Christus moest onschuldig voor doodschuldigen lijden, sterven om te betalen voor hun schuld.
? Ben jij er persoonlijk al achter dat Hij als Borg onschuldig voor doodschuldigen moest lijden? Bij de maaltijd: Pilatus laat zijn oren hangen naar het volk uit zelfbehoud! Hij zocht zijn behoud in ieder geval niet bij de Koning der koningen, en jij? Woensdag 1 april Lezen: Lukas 23: 26-38 Zingen: Psalm 31: 4 en 12
‘Hij is de Christus, de Uitverkorene Gods’ Bij de maaltijd: Lukas 23:39-43
• • • •
Christus Jezus, onze Heere, Hij onschuldig, wordt gekruisigd met twee kwaaddoeners. De Christus, de Uitverkoren Zoon, door de Vader onschuldig voor doodschuldigen gekruisigd. De ene ter linkerzijde en de ander ter rechterzijde. De ene spotte met Hem, net als vele omstanders en de ander bekende schuld en vluchtte ermee tot de Borg en Middelaar. De ene stierf in zijn zonden en de ander ontving uit genade eeuwig leven. • Zonder bloedstorting geen vergeving, Hij is een Middelaar van openbaring en van toepassing door Woord en Geest. ? Houd jij het bloed van onze Heere Jezus Christus voor onrein, of weet je dat je onrein bent en heb je dat dierbare bloed nodig?
Bij de maaltijd: Geloof jij in de Heere Jezus Christus? Wie in Hem gelooft, zoals die bekeerde kwaaddoener, krijgt niet het eeuwige leven, maar hééft het eeuwige leven: Heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn.
Donderdag 2 april Lezen: Lukas 23: 44-56 Zingen: Psalm 22: 1 en 3 • • • • •
‘Gestorven en begraven’
De Zoon gaf Zijn geest over in de handen van Zijn Vader. Hij van God verlaten, onschuldig voor doodschuldigen, om Zijn kinderen nooit meer te verlaten. De hoofdman over honderd belijdt: waarlijk, deze Mens was rechtvaardig. De Heere Jezus Christus wordt door Jozef van Arimathéa en Nicodemus begraven. Begraven om de dood en de hel te overwinnen, dankzij Zijn werk kunnen zondaren geloven in Hem.
? Welke waarde heeft het sterven van de Heere Jezus in ons leven? Mee eens: Jezus uw verzoenend sterven blijft het rustpunt van mijn hart? Vrijdag 3 april Goede Vrijdag. Goede Pasen!
Week 28 Thema: Hij is hier niet, want Hij is opgestaan! (Pasen) Maandag 6 april Tweede Paasdag Dinsdag 7 april Lezen: Lukas 24: 1-12 Zingen: Psalm 68: 16 en 17
‘Het lege graf’ Bij de maaltijd: Lukas 24: 13-16
• Terwijl de discipelen in angst en twijfelmoedigheid bij elkaar zitten zijn het de vrouwen die hun angst overwinnen en uit liefde voor de Heere Jezus Zijn gestorven lichaam willen zalven. • Wat een grote liefde hebben deze vrouwen voor de Heere Jezus en laten dit ook zien door hun daden. • Maar dan… Een leeg graf wat een schrik… Pas wanneer er twee engelen verschijnen en tot de vrouwen spreken herinneren ze zich dat Jezus voorzegd heeft dat Hij zou opstaan. • Hieruit blijkt dat je soms zo overmand kunt zijn door verdriet en rouw dat er schijnbaar geen hoop meer is, terwijl de Heere Jezus gesproken heeft dat Hij zou opstaan uit de dood. • Vervolgens worden de vrouwen indachtig Zijn woorden en vertellen vervolgens het blijde nieuws aan de discipelen, de discipelen geloven het in het begin niet, maar Petrus en Johannes zijn de enigen die zelf gaan kijken. ? De vrouwen en de discipelen zitten zo in de put dat ze het zicht op Gods belofte kwijt zijn, herken jij dit in jouw eigen leven? En wat kun je doen om weer het juiste zicht te krijgen? Bij de maaltijd: En hun ogen werden gehouden dat zij Hem niet kenden. Jezus zorgt ervoor dat zij Hem niet herkennen. Hij wil hun eerst uit de Schrift laten zien dat de Messias moest lijden. Woensdag 8 april Lezen: Lukas 24: 17-32 Zingen: Psalm 119: 65
‘Twijfelende reizigers ’ Bij de maaltijd: Lukas 24: 31-35
• Jezus vraagt: “Waarom ziet gij droevig?” Jezus wil een eerlijk antwoord en laat daarbij de Emmaüsgangers ruim aan het woord voordat Hij onderwijs gaat geven. • Uit vers 18 blijkt dat de dood van Jezus grote indruk heeft gemaakt op iedereen die rondom Jeruzalem was. Maar tevens geeft het ook vertwijfeling, was Jezus echt Gods Zoon? • Ook bij deze twee Emmaüsgangers was er veel droefheid en onduidelijkheid, maar dan sluit Jezus Zelf bij hen aan en gaat uitleg geven. Uit het O.T. blijkt dat er veel geschreven is over de borg/middelaar die moest lijden en sterven voor de zonde van de mensheid. • De Emmaüsgangers krijgen onderwijs van de Meester Zelf en dat kan nooit zonder de Heilige Geest, Die zorgt ervoor dat hun hart gaat branden. • Ze willen meer horen, en wat een heldere uitleg, alles valt als het ware op zijn plaats. Maar dan is het moment om afscheid te nemen…. Dan dwingen zij Hem om in hun huis te komen en te eten, en bij het breken van het brood worden hun ogen geopend. ? Zijn jouw ogen al geopend voor Christus of wandel je nog vol vertwijfeling verder op jouw levenspad? Hem te kennen met je hart geeft een vreugde die alle verstand te boven gaat. Bij de maaltijd: Ware Christuskennis geeft een geestelijke honger naar het Woord (de Bijbel). Dat zien we hier ook gebeuren door de werking van de Heilige Geest. Maar wanneer je Jezus echt mag liefhebben dan geeft dat ook een verlangen, een verlangen naar Hem om voor altijd samen met Hem te zijn.
Donderdag 9 april Lezen: Lukas 24: 36-49 Zingen: Psalm 117
‘Vrede zij ulieden’ Bij de maaltijd: Johannes 20:24-29
• Vrede zij ulieden. Jezus spreekt hier over een vrede die de wereld niet kent. Deze vrede kan alleen komen van Christus Zelf. En Hij openbaart deze vrede ook Zelf. • De discipelen kunnen nauwelijks geloven dat deze verschijning van de Heere Jezus echt is. Maar gelukkig kent Jezus hun harten, Hij toont zelfs Zijn handen en Zijn voeten. Zie de littekens van de spijkers, tast mij aan (raak mij maar aan). • Maar wat is hun ongeloof toch sterk, in vers 41 lezen we dat ze het van blijdschap nog niet geloofden, wat is Jezus toch geduldig met Zijn discipelen. • In vers 45 werd hun verstand geopend zodat zij de Schriften (O.T.) gingen begrijpen, Jezus verlicht hun verduisterd verstand door Zijn Geest. • Daarna volgt de belangrijke opdracht: Zijn (Jezus) naam moet gepredikt worden tot bekering en vergeving der zonden onder alle volken. ? Heb jij die vrede ook al gevonden in je leven? Als dat zo is dan laat God jou niet meer los ondanks je vele zonden. Onrustig is ons hart tot het rust vindt in God (Augustinus). God Zelf zegt in Zijn woord dat Hij een bidder niet laat staan! Mag je al delen in die Vrede? Bij de maaltijd: Ongeloof van Thomas. Verwijt jij Thomas zijn ongeloof ondanks dat hij een volgeling van Jezus was? Wellicht zal je denken: Thomas heeft samen met Jezus gewandeld en veel van Hem geleerd. Twijfel jij dan nooit en heb jij dan nooit last van ongeloof? De Heere Jezus zegt in vers 29: Zalig zijn zij, die niet zullen gezien hebben en nochtans zullen geloofd hebben. Weet dan dat Christus ons kent in alles inclusief ons ongeloof, Hij wil er zijn voor jou en mij. Vrijdag 10 april Lezen: Lukas 21: 1-14 Zingen: Psalm 136: 1 en 4
‘Verwachtend uitzien naar Zijn komst’ Bij de maaltijd: Mattheus: 28: 16-20
• Deze arme weduwe geeft alles wat ze heeft weg, daaruit blijkt dat ze alles over heeft voor de Heere. God zorgt voor haar, en daardoor is ze afhankelijk van de Heere God. De andere mensen geven vanuit hun rijkdom, deze arme weduwe vanuit haar gebrek. • Opvallend is dat de Heere Jezus eerst ingaat op de dwaalleer die schadelijk is voor de ziel. Daarna waarschuwt Hij voor de verdrukking die gaat komen. • Deze valse profeten verrichten ook wonderen in de naam van Jezus, hierdoor hebben ze veel aantrekkingskracht. NB: Let wel, het zijn geen echte gezanten van Christus maar valse dwaalleraars. • De Heere Jezus heeft dit aan Zijn discipelen voorzegd vs. 9-10-11, ook zij moesten in de verwachting van Zijn wederkomst leven. Zo moeten we Jezus verwachten; niet deze eeuw, dit jaar, morgen, maar vandaag. ? Wat moeten wij ons vandaag de dag voorstellen bij een valse leer of valse profeten? Hoe kunnen wij ons wapenen tegen een valse leer? Bij de maaltijd: Toen de Heere Jezus werd gescheiden van Zijn discipelen bij Zijn hemelvaart kregen zij een belangrijke opdracht, nl. dat ze iedereen (al de volken) moeten vertellen over de Heere Jezus. Heeft dit evangelie (blijde boodschap) iedereen bereikt in de tijd waarin wij nu leven?
Week 29 Thema: Vader: betrouwbaar Maandag 13 april Lezen: Lukas 24: 1-12 Zingen: Psalm 33: 11 • • • •
‘De Christus moest lijden, sterven en opstaan’ Bij de maaltijd: Lukas 15:25-32
Het handelen van de vrouwen komt voor uit liefde. Twijfel door ongeloof verandert vaak in vrees. Kennis van de Schrift is nodig om lijden, sterven en opstanding te begrijpen. Wat voor overtuigingskracht hebben mensen nodig om ons te overtuigen van de betrouwbaarheid van Gods Woord?
? Als ons de opstanding wordt verteld/ gepredikt: verwonderen wij ons alleen of geloven wij ook? Bij de maaltijd: Houden wij Gods geboden uit plicht of doen wij ze uit liefde? Wat verwachten wij van de Vader als wij geen liefde tot Hem hebben? Dinsdag 14 april Lezen: Mattheus 6: 5-15 Zingen: Gebed des Heeren: 1 en 5 • • • •
‘Het verborgen belijden wordt in het openbaar vergolden’ Bij de maaltijd: Johannes 10: 27-29
Is ons bidden heilig of schijnheilig? Hebben wij de eer van God op het oog of onze eigen eer? De afstand tussen ons en de Heere is ons gebed. Kunnen wij met ons bidden God behagen?
? Hoe weten wij nu wanneer God ons gebed wel of niet verhoord? Bij de maaltijd: Christus als de Herder kent de stem van Zijn schapen en zij kennen Zijn stem. Hoe is dat bij jou? Woensdag 15 april Lezen Mattheus 6: 25-34 Zingen: Psalm 81: 12 • • • •
‘Onbezorgdheid voor vandaag door de zorg van de Vader’ Bij de maaltijd: Mattheus 7: 7-12
Staat ons dagelijkse leven los van ons geestelijke leven? Is onze zorg voor het hier en nu een zorg in krampachtigheid of afhankelijkheid? Kunnen wij uit de zorg van God voor de natuur lessen leren voor onszelf? Zoek eerst het Koninkrijk van God. God lief hebben boven alles en de naaste als onszelf, ook in de zorg voor onze naaste.
? Onbezorgdheid is geen teken van roekeloosheid en ongeïnteresseerdheid, maar van overgave en afhankelijkheid. Bij de maaltijd: Bidden, zoeken en kloppen geeft ons verantwoordelijkheid over ons leven. Vraag de Heere of Hij je dit wilt geven.
Donderdag 16 april Lezen: Jesaja 12: 1- 6 Zingen: Psalm 103 : 7 en 9 • • • •
‘Danken voor de vertroosting in Gods toorn’ Bij de maaltijd: Jesaja 64 : 5-9
Kunnen wij God danken in moeilijke tijden? Als het leven soms tegen zit, zien wij in de daden van God dan toch dat Hij de Getrouwe is? Kunnen andere mensen aan ons zien welke dingen God in ons leven heeft gedaan? Hebben wij nog oog voor de ‘kleine’ weldaden in ons leven?
? Verlossing leidt tot dankbaarheid. Hoe uiten wij ons daarin? Kunnen wij God ook danken in onze moeilijkheden? Bij de maaltijd: Onze ondankbaarheid staat lijnrecht tegenover de betrouwbaarheid van God. Kunnen wij God, ondanks onze zonden, toch zien als Onze Vader? Vrijdag 17 april Lezen: Romeinen 8: 1-17 Zingen: Psalm Gebed des Heeren 1 en 2
‘God ziet ons aan in Christus’ Bij de maaltijd: Psalm Galaten 4 : 1-7
• Ook al proberen wij als christenen de wet te houden, het zal niet lukken, als wij geen liefde tot God hebben. • Leven wij alleen naar de wet, dan zal dat uiteindelijk leiden tot de dood. Leven wij naar de Geest, dan zien we dat Christus de vervulling is van de wet. • De wet laat ons zien wat wij uiteindelijk nooit kunnen, namelijk deze houden. Als wij echter in Christus zijn, zo zal ons de Vader aannemen. En mogen wij zeggen: Abba, Vader. • Als Vader aanroepen; dat kan alleen als wij ons afhankelijke kinderen opstellen en niet als slaven. ? Vader, ik kan Uw wet nooit houden, wilt U mij dan aanzien door Uw Zoon? Bij de maaltijd: Christus heeft door het volbrengen van de wet Zijn kinderen verlost van de vloek van de wet. Geloven wij dit persoonlijk? Als we hier ‘ja ‘ op kunnen zeggen, zijn we erfgenaam van God door Christus.
Week 30 Thema: Dé Weg, dé Waarheid en hét Leven Maandag 20 april Lezen: Johannes 14: 1-14 Zingen: Psalm 85: 3 • • • • • ?
‘Christus, de Weg, de Waarheid en het Leven’ Bij de maaltijd: Johannes 3: 16-18
Christus vertroost Zijn discipelen omdat Hij bij hen weggaat om voor hem plaats te bereiden in het huis van Zijn Vader Christus is dé Weg omdat we alleen door Hem tot God kunnen komen. Christus is dé Waarheid omdat al de beloften van God uit het Oude Testament in Hem vervuld zijn. Christus is hét Leven omdat Hij het Eeuwige Leven gewerkt heeft en wegschenkt. De weg met Christus loopt uit op het eeuwige leven, alle andere wegen eindigen uiteindelijk in de dood! Welke weg volg jij? Alle wegen buiten Jezus lopen uiteindelijk dood!
Bij de maaltijd: Als we verloren gaan ligt dat voor 100% alleen aan onszelf, want als we niet geloven dan zijn we al veroordeeld. Maar God heeft de wereld liefgehad en Zijn Zoon gegeven zodat er eeuwig leven is voor iedereen die in Hem gelooft. Dinsdag 21 april Lezen: Johannes 6: 26-40 Zingen: Psalm 36: 3 • • • • • •
‘Christus de Weg’ Bij de maaltijd: Johannes 6: 41-59
Nadat Jezus onderwijs gegeven heeft over het doen van de werken van God zijn de mensen oprecht geïnteresseerd, ze willen er meer van weten en stellen Hem daarover vragen. Wat willen deze mensen (en wij) graag veel dingen doen, de gedachte is dan: Zeg ons nu maar wat we moeten doen dan zullen we ons best daarvoor doen en dan zijn we toch al een eind op weg naar het eeuwige leven… Jezus wijst Zichzelf echter aan als het Ware Brood uit de hemel (dé Weg) Wij kunnen zo vaak bezig zijn met veel dingen te doen en te laten maar Christus leidt ons in dit tekstgedeelte tot het ene nodige: dat wij tot Hem komen!, die plicht geldt voor ons allemaal. Dat geloof is niet een werk van onszelf, maar God Zelf zorgt er voor dat iedereen die de Vader gegeven heeft aan de Zoon tot Hem zal komen en in Hem zal geloven. En wie dan in geloof tot Hem komt die zal Hij nooit verstoten/wegsturen, maar het eeuwige leven geven.
! Zoek het eeuwige leven niet in doen en laten, maar vlucht tot Hem en je zult behouden worden. Bij de maaltijd: Christus geeft hier de noodzakelijkheid aan om ons met Hem te voeden omdat we dan een zijn met Hem en daardoor het eeuwige leven ontvangen. Woensdag 22 april Lezen: Johannes 11: 19-27 Zingen: Psalm 16: 5 en 6 • • • •
‘Christus het Leven’ Bij de maaltijd: 1 Johannes 5: 11-13
In dit Bijbelgedeelte komt naar voren dat er ook onder de gelovigen veel verschil is in karakters, Martha was actief en druk, Maria meer teruggetrokken. Martha heeft er in dit geval voordeel van want zij gaat naar Jezus toe en wordt door Hem vertroost terwijl Maria in huis blijft en in haar droefheid blijft Martha gelooft dat Jezus als Hij bidt tot Zijn Vader de macht heeft om doden levend te maken maar denkt toch nog te beperkt over Zijn macht, Jezus onderwijst haar dat Hij op Zijn woord alles kan doen. De belofte in dit gedeelte is: Een ieder die leeft (die levend gemaakt is door Gods Geest) en in Mij gelooft verkrijgt het eeuwige leven.
•
Martha belijdt haar geloof, Ze gelooft dat Jezus de Christus is en daarom is het voor haar ook niet moeilijk om te geloven dat Hij de Opstanding en het Leven is.
!
Wie levend gemaakt is door Gods Geest zal eenmaal sterven maar ook opstaan en eeuwig leven!
Bij de maaltijd: Ken je Jezus niet persoonlijk? Dan heb je het Leven niet! Ken je Hem dan heb je het eeuwige Leven! Geloof toch in Hem! Donderdag 23 april Lezen: Johannes 10: 1-10 Zingen: Psalm 23: 1 en 3
‘Christus, de Waarheid’ Bij de maaltijd: Johannes 10 : 11-21
• Mensen die het geloof verkondigen zonder Jezus zijn dieven en rovers, zij zijn er op uit om te slachten en te verderven. • Om een huis binnen te gaan moeten we door de deur naar binnen, om een kind van God te worden moeten we binnengaan door de deur, Jezus Christus. • Wie door het geloof Christus ontvangt verkrijgt ook de beloften die daarbij horen, meer dan wij zouden kunnen vragen of bedenken, hier in dit leven en na dit leven. • Wat is waarheid? Christus is de Waarheid, in Hem zijn alle beloften vervuld en verkrijgen we de beloften als we door Hem het geloof ontvangen. ? Heb jij al het geloof door Hem ontvangen? Of luister je nog naar de dieven en moordenaars die zeggen dat we ook zonder Hem in ons hart te kennen kunnen geloven? Bij de maaltijd: Christus kent Zijn schapen en Hij zorgt voor ze, ja Hij geeft Zijn leven voor Zijn schapen! Zijn stal is nog niet vol, Hij gaat tot op de dag van vandaag door met het toevoegen van schapen in Zijn stal! Ook jij kan nog een schaap van Zijn kudde worden, verlaat de zonden dan en geloof in Hem. Vrijdag 24 april Lezen: Johannes 15: 1-17 Zingen: Psalm 92: 7 en 8
‘In Hem of buiten Hem’ Bij de maaltijd: Johannes 8:12-16
• Christus vergelijkt Zichzelf met een wijnstok, en Zijn kinderen met de ranken daarvan. De ranken hebben geen leven en kunnen geen vruchten dragen als ze niet geënt zijn in de wijnstok. God de Vader is de Landman en draagt zorg voor Zijn Kerk. • De Heere ziet uit naar vrucht in ons leven, een Christelijk leven en omgang met God. • De onvruchtbare ranken worden weggenomen van de rank, het kan lijken dat we in Christus zijn maar als we alleen uitwendig Hem belijden zijn we ontrouwe belijders en zullen we worden weggenomen en met vuur verbrand. • De christenen worden opgeroepen elkaar lief te hebben zoals Christus hen liefgehad heeft, wederzijdse liefde. • Zijn liefde in ons leven is merkbaar als we Zijn geboden houden en in Zijn liefde blijven. ? Heb jij God lief? Is dat door anderen te merken in jouw leven? ! Alleen als je in Hem blijft dan draag je vrucht en ontvang je Zijn liefde. Bij de maaltijd: De weg door dit leven zonder Jezus is een weg vol duisternis, de weg met Hem is een weg van Leven en Licht.
Week 31 Thema: En ik hief mijn ogen op, en zag…’ Maandag 27 april
Dinsdag 28 april Lezen: Zach.1: 1-17 Zingen: Psalm 85: 1
Koningsdag
‘Rode, bruine en witte paarden’ Bij de maaltijd: Psalm 122
• Zacharia (profeet en priester, tijdgenoot van Haggaï) bemoedigt de Joden die teruggekeerd zijn uit de ballingschap om de tempel te herbouwen. De tempelbouw ligt vanwege vijanden en moedeloosheid al 15 jaar stil. • Zacharia spreekt met twee woorden: Waarschuwing en belofte: ‘Wees niet als uw vaderen (vs. 4)’ maar ook ‘Keert weder tot Mij…zo zal Ik weder tot u keren (vs.3). • God zal (na 70 jaar ballingschap) Zijn volk niet eindeloos straffen. • Rode, bruine en witte paarden (vs. 8). De ruiters zijn waarschijnlijk engelen die van Godswege opdrachten van oordeel en genade uitvoeren. • Na hun inspectietocht brengen zij verslag uit: ‘Het is stil (vs. 11)’ Dit lijkt positief, maar is het niet! Want overal heerst rust, behalve in Juda. En de geruste heidenen (vs. 15) vallen de Joden voortdurend lastig. • Troost: Jeruzalem en Juda zullen herbouwd worden. God zal daar Zelf voor zorgen! ? ‘Keert weder tot Mij…zo zal Ik weder tot u keren (Een belofte uit vers 3) Wat doe jij met zo’n belofte uit de Bijbel? Bij de maaltijd: De heerlijkheid van Jeruzalem wordt in deze psalm bezongen. We worden opgeroepen om voor de vrede van Jeruzalem te bidden. Woensdag 29 april Lezen: Zach. 2: 1-8 Zingen: Psalm 1: 1 en 3
‘Een man met een meetsnoer’ Bij de maaltijd: Gen.19:21-25
• Zacharia ziet een man, die Jeruzalem op wil meten en dit om te zien hoe groot haar breedte en haar lengte wezen zal. N.T: “ in het huis Mijns Vaders zijn vele woningen!” • Jeruzalem zal dorpsgewijs bewoond worden. D.w.z.: de stad zal zonder muur zijn of de mensen zullen zelfs buiten de muren wonen. Toch zijn ze veilig, want God zal ze Zelf beschermen: ‘Ik zal haar wezen een vurige muur rondom’ (vs. 5). • Hoe konden de Israëlieten in dit Jeruzalem komen? Door te vluchten uit Babel naar Juda! • Hoe kunnen wij in het Nieuwe Jeruzalem komen? Alleen door te vluchten vanuit de stad Verderf naar de Heere Jezus (Christenreis, J. Bunyan). ? Ben jij al op de vlucht uit de stad Verderf of vind je het wel plezierig wonen? Bij de maaltijd: Lot moet de stad Verderf (Sodom) ontvluchten. Maar wat zit hij er in vast. De engelen moeten hem buiten brengen. Toen Lot in Zoar aankwam werden Sodom en Gomorra omgekeerd.
Donderdag 30 april Lezen: Zach. 3:1-10 Zingen: Psalm 32: 1 en 5
‘nieuwe kleren’ Bij de maaltijd: Matth. 22:8-14
• In dit gezicht beschuldigt de Satan de hogepriester Josua. En zijn beschuldiging is juist! Josua’s kleren zijn vies (= zondig). Josua vertegenwoordigt hier heel het volk Israël, maar ook ons. Wij staan door onze zonde allemaal schuldig voor God. Satan beschuldigt tegenover God altijd mensen van hun zonden. • Ondanks dit, toont God Zich genadig. Hij verkiest Jeruzalem. Hij doet hun ongerechtigheid weg (vs.4). • Hoe kan dat nou? Antwoord: ‘Ik zal Mijn Knecht, de Spruite doen komen’ (vs. 8) Door de komende Messias kunnen vuile kleren verwisseld worden voor reine kleding. • Door het geloof vindt de ‘vrolijke ruil’ plaats (Luther). Hij mijn vuile kleren (zonde), ik Zijn reine kleding (gerechtigheid, vergeving). ! Men zegt wel eens: ‘Van ruilen komt huilen’. Maar van deze ruil heeft nog nooit iemand spijt gekregen. Bij de maaltijd: De man zonder bruiloftskleed was te eigenwijs om bij binnenkomst zijn kleding te laten verwisselen. Zijn oude plunje (zondige leven) zat hem blijkbaar nog heerlijk. De gevolgen zijn dramatisch! Vrijdag 1 mei Lezen: Zach. 4: 1-7 Zingen: Psalm 27: 1
‘een gouden kandelaar’ Bij de maaltijd: Psalm 27:1-5
• Zacharia ziet een gouden kandelaar, die altijd brandt. Hoe kan dat? Twee olijfbomen voorzien via twee neerhangende takken, via twee oliekruiken, via twee keer zeven buizen, de kandelaar van olie. • Olie is in de Bijbel meestal het beeld van de Heilige Geest. Door Zijn Geest zorgt de Heere er voor dat Zijn werk altijd doorgaat. • Zerubbabel, die de verantwoordelijkheid had om de tempel te herbouwen staat voor een berg moeilijkheden (vs. 7). Herkenbaar? Hoe moeten de problemen opgelost worden? • De Heere zegt: ‘Niet door kracht noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden’. Verwachten wij het hiervan? Durven wij hierop te vertrouwen? ? Je kunt de dag ‘der kleine dingen verachten (vs.10)? Wat zou daarmee bedoeld worden? Zou het kunnen zijn dat God in jouw leven door gebeurtenissen heen wil spreken, maar dat je het niet opmerkt of dat je de ‘kleine dingen’ veracht? Bij de maaltijd: David zingt dat de HEERE zijn Licht is. In de tabernakel moest de kandelaar altijd blijven branden. Waarom? Omdat er in God geen duisternis is. Zijn Licht kan en wil al onze duisternis verdrijven.
Week 32 Thema: Christus, de opgevaren Koning (Hemelvaart) Maandag 11 mei Lezen: Handelingen 1: 4 - 14 Zingen: Psalm 47: 1 en 3
‘Koningsdag’ Bij de maaltijd: Lukas 24: 50-53
• De Heere is Koning. Je kunt een koning zijn zonder macht, die maar af moet wachten tot hij iets mag doen. De Heere regeert en Hij neemt steeds weer het initiatief. Dat zien we bij Zijn lijden en opstanding, maar ook op dit moment. • De Heere is met Zijn discipelen op de Olijfberg. Voor Zijn hemelvaart geeft Hij hen de opdracht om in Jeruzalem te wachten op de belofte van de Vader (vs. 4). Al in het OT wordt de belofte gegeven van de Heilige Geest en nu zal Hij komen. • De Heere laat Zijn kinderen niet ronddolen zonder hoop. Hij geeft Zijn beloften en maakt dat ook waar. • De Heere Jezus wordt opgenomen en vaart voor het oog van de discipelen op naar de hemel. De scheiding tussen hen en Jezus is niet definitief, want de Heere zal terugkomen zoals Hij hen heeft verlaten (vs. 9). • De Heere komt terug met macht en majesteit (Op. 1:7). ? Het is iedere dag Koningsdag, maar eens in volle glorie. Leeft dit in jouw leven? Waarom wel/niet? Bij de maaltijd: Grote blijdschap omdat de Heere niet meer op aarde is. Dat kunnen wij dubbel uitleggen, want Hij is nu lekker weg of blijdschap omdat Hij als Koning regeert en je niet alleen door het leven hoeft. Welke uitleg past bij jou? Dinsdag 12 mei Lezen: Psalm 68: 1-20 (of 5-20) Zingen: Psalm 68: 9
‘ Machtige Koning’ Bij de maaltijd: Psalm 47: 1-10
• Psalm 68 is een loflied op de grote en machtige God, Die Koning is. Hij is zo machtig dat je Hem gaat prijzen om wie Hij is. • De Heere God is de machtige Koning die bescherming biedt aan de zwakken in de samenleving (vs.6). Hij draagt persoonlijk zorg voor hen. • Deze Koning gaf regen voor het land. De regen is een teken van de zegen van God. Hij zorgt voor vruchtbaarheid. • Vs. 19: ‘Gij zijt opgevaren in de hoogte’. Jeruzalem ligt op een berg en vandaar spreekt men over ‘opvaren in de hoogte’. De ark van God ging op naar de hoogte, naar Jeruzalem. De mensen gingen op naar Jeruzalem om de feesten te vieren. Hier al een heen wijzing naar hemelvaart! • Ef. 4:8 ‘Daarom zegt Hij: Als Hij opgevaren is in de hoogte, heeft Hij de gevangenis gevangen genomen, en heeft den mensen gaven gegeven’. Jezus deelt vanuit het hemelse Jeruzalem gaven uit aan de gelovigen en zorgt zo voor hen. ? De Heere heeft toen maar ook nu Zijn macht laten zien. Hij heerst als Koning en deelt genadegaven uit. Welke gaven deelt de Heere uit? Heb jij die ook al ontvangen? Bij de maaltijd: ‘God vaart voor het oog, met gejuich omhoog’. Dat is de machtige boodschap van hemelvaart. Deze God is een Koning die heerst en daarom mogen we Hem de lof toezingen. Hoe doe je dat?
Woensdag 13 mei Lezen: Johannes 14 : 15 - 26 Zingen: Psalm 29: 1 en 6
‘Geen wees’ Bij de maaltijd: Johannes 14: 28-31
• Hemelvaart is afscheid nemen van de Heere Jezus. Hij is niet meer lijfelijk aanwezig. Denk je in: je hebt jaren met iemand opgetrokken en dan zegt die persoon dat hij of zij weggaat. Niet zomaar even iets vertellen of vragen. Zo wordt hemelvaart soms ervaren. • Maar de Heere Jezus laat Zijn discipelen niet als wezen achter (vs. 18). Wezen zijn kinderen zonder ouders. Je blijft achter vol verdriet en eenzaamheid. Is dat hemelvaart? • De Heere laat Zijn discipelen, maar ook deze wereld en zeker niet Zijn gelovigen alleen achter. Hij houdt deze wereld in Zijn handen en geeft de Trooster, de Heilige Geest. ! Hemelvaartsdag is het kroningsfeest van Jezus. Vier jij dit al mee? Bij de maaltijd: De discipelen (en wij ook) zijn slechte luisteraars. De Heere Jezus heeft al een paar keer gezegd dat Hij hen zou gaan en weer terugkomen. Zijn we te vaak met ons zelf bezig en leven we daarom zo weinig vanuit de blijdschap?! Er mag juist blijdschap zijn dat de Heere naar Zijn Vader is gegaan (vs. 28). Donderdag 14 mei
Vrijdag 15 mei
Hemelvaartsdag
Geen school
Week 33 Thema: Bid en werk… Maandag 18 mei Lezen: Prediker 5: 1 - 6 Zingen: Psalm 119: 85 en 86
Hoe bidden wij? Bij de maaltijd: Ezechiël 3: 16-21
• Salomo geeft ons raad hoe wij tot God behoren te bidden. • Doe het eerbiedig en ootmoedig- wees oprecht- gebruik weinig woorden en wacht u voor bedrog. • Dit laatste krijgt bijzondere aandacht, als hij schrijft : Besef dat u bidt voor het aangezicht des Engels, hij bedoelt “U bidt om Christus’ wil”, laat jouw woorden daarom met jouw daden overeenstemmen. ? ‘Bidden om Christus’ wil’: hoe kun je dit doen? Bij de maaltijd: De profeet wijst ons op onze plicht om onze naaste lief te hebben als onszelf, juist door hem te waarschuwen, als je ziet dat hij verkeerde dingen doet. Dinsdag 19 mei Lezen: Psalm 141: 1 - 10 Zingen: Psalm 141: 1 en 2
Een gebed van David Bij de maaltijd: Micha 4: 1 - 5
•
David is in nood. Hij roept tot God “HEERE, haast U tot mij”. Hij gebruikt de naam JHWH, de God des verbonds. Maar kunnen wij deze God zomaar aanroepen? • Alleen zoals David dit hier vraagt, mag mijn gebed als reukwerk voor Uw aangezicht zijn. • Zoals de priesters welriekende kruiden offerden op het reukofferaltaar, gevoegd met het bloed van de offeranden. Dat wees op Christus, als Het Lam dat de zonden der wereld wegneemt. Alleen in Christus zijn de gebeden der heiligen aangenaam voor God, zelfs in de hemel. ( Zie Openbaring 5:8) ? Hoe is het met jouw gebedsleven? Bij de maaltijd: Wat een heerlijke beloften lezen we hier voor de toekomst van Gods koninkrijk op aarde. Als je in de krant leest, denk je weleens, wat schiet er van Gods Kerk over? Woensdag 20 mei Lezen: Romeinen 3: 9 - 20 Zingen: Psalm 86: 3
Onze mond gesloten en geopend Bij de maaltijd: Romeinen 15: 4-11
• Staat dit gedeelte in de Bijbel voor ons geschreven? Ja! • Doen wij dit nu allemaal? Misschien niet in uitbrekende zonden, maar deze kwade fontein is in ons hart. De geschiedenis van Adam en Eva is daarom niet alleen om te lezen, maar die Adam en Eva zijn wij zelf. Dat is ons beeld. • Paulus beschrijft dit ook in Romeinen 3: 19, opdat alle mond gestopt worde en de gehele wereld voor God verdoemelijk zij. Hoe zal een mens daar nu uit verlost worden? • Bijna heel de wereld is bezig net als Adam en Eva met een godsdienst van vijgenboombladeren, om zichzelf te rechtvaardigen. • In India wassen de mensen zich daarom in de heilige rivier Ganges. In Nederland houden velen hun godsdienst vast met de woorden van de rijke jongeling: “Wat zal ik goeds doen, opdat ik het eeuwige leven hebbe?” ? Welke dingen moet jij loslaten, om alleen uit genade door Christus verlost te worden? Bij de maaltijd: Welk een rijke troost geeft ons dit Bijbelgedeelte, het is de vrucht van Romeinen 3, namelijk dat jood en heiden God vanwege Zijn barmhartigheid gaan losprijzen en Zijn Naam belijden.
Donderdag 21 mei Lezen: Lukas 19: 11-27 Zingen: Psalm 87: 1 en 2
Een leven tot eer van God Bij de maaltijd: Jacobus 3: 1-18
Deze gelijkenis leert ons dat de Heere mensen wil gebruiken in Zijn koninkrijk. De één krijgt veel talenten, de ander minder. Lukas zegt erbij, een ieder naar zijn vermogen. • De gelijkenis geeft dus onderwijs voor ons allemaal: hoe doen we ons werk? hoe is onze levenshouding? • Het gaat dus niet over het aantal talenten dat wij hebben gekregen, maar of wij ze gebruiken tot eer van God en tot nut van onze naaste. • De dienstknecht die het pond bewaard had, in een zweetdoek, krijgt een opmerkelijk zware straf. ? Als je een goed verstand gekregen hebt, en je gemakkelijk een 7,5 of een 8 kunt halen voor die repetitie van godsdienst, of voor die so van Frans? En je zegt bij jezelf: “Als ik maar een zes heb, dan ga ik ook nog wel over.” Ben je dan een goede of een boze dienstknecht? Bij de maaltijd: Jacobus vult eigenlijk Lukas aan, en leert ons hoe onze levenshouding moet zijn, niet als heersende mensen, maar zoals de Heere Jezus zelf deed, Hij kwam om te dienen. Vrijdag 22 mei Lezen: Kolossenzen 3: 1-17 Zingen: Tien geboden des Heeren: 9
Het oude en het nieuwe leven Bij de maaltijd: Titus 1: 10-16
• Paulus beschrijft hier het geestelijke leven van een kind van God. Dat heeft twee kanten. • Bedenkt de dingen die boven zijn, maar ook: doodt dan uw leden die op de aarde zijn. Dit geeft strijd in het binnenste van een mens. • Het is hun hartelijke begeerte om heilig voor God te leven, maar de satan en hun eigen vlees houden niet op om hen tot zondigen te brengen. ? ‘Doodt dan uw leden die op de aarde zijn. Maak dit eens concreet.’ Bij de maaltijd: Een christen wordt wel een twee-mens genoemd. Wat betekent dit? Wat zou nu het krachtigste wapen zijn in deze geestelijke strijd?
Week 34 Thema: De Heilige Geest, Die Troost (Pinksteren) Maandag 25 mei Dinsdag 26 mei Lezen: Hand. 2: 1 - 13 Zingen: Psalm 118: 12
2e Pinksterdag ‘Geest geeft eenheid’ Bij de maaltijd: Jesaja 44: 1-5
• De uitstorting van de Heilige Geest (vs. 4) werd begeleid door een hoorbaar en zichtbaar teken van Gods heerlijkheid. • Als eerste een hoorbaar geluid als van een geweldige stormwind. Wind is een symbool van Gods heerlijkheid. • Als tweede een zichtbaar teken: ‘tongen als van vuur’. Een vlam werd zichtbaar op een ieder van hen. • Beide tekenen zijn tekenen van Gods majesteit die de uitstorting van de Heilige Geest begeleiden. • Op het moment van de uitstorting werden alle mensen die daar waren vervuld met de Heilige Geest. Een gevolg is dat ze beginnen te spreken in allerlei talen. Een ieder mag het Evangelie horen in zijn eigen taal! • Na de Babylonische spraakverwarring en het uit elkaar gaan van mensen komen hier de mensen weer tot elkaar. Dit gebeurt na de uitstorting van de Heilige Geest. ? Eensgezind zit men bij elkaar en bidt (Hand. 1). In de Bijbel bidt men tot de Heere bij belangrijke beslissingen. De doorwerking van de Heilige Geest in ons leven en in het leven van ons volk is belangrijk. Hoe vaak zitten we bij elkaar om daarvoor te bidden? Bij de maaltijd: De Heilige Geest zal worden uitgestort en de Joden en de heidenen zullen de Heere kennen. En dat alles door Zijn Geest! Woensdag 27 mei Lezen: Hand. 2: 14 - 21 Zingen: Psalm 89: 2
‘Geen onderscheid’ Bij de maaltijd: Joël 2: 28-32
• Stel dat je aanwezig bent bij de uitstorting van de Heilige Geest. Ga je lachen om wat je ziet of word je onzeker of denk je dat ze dronken zijn of word je stilgezet? Hoe zou je reageren? • De Geest maakt geen onderscheid tussen mannen en vrouwen en geldt voor alle leeftijden. Ook op dienstknechten (slaven en slavinnen) wordt de Geest uitgestort. De Heere maakt dus geen verschil in rangen en standen. • Voordat de Heere weer terug zal komen zullen rampen in de hemel en op de aarde plaatsvinden. Het zijn tekenen zodat je weet dat de Heere zal wederkomen. • In deze laatste dagen is het de tijd om je te bekeren en de Naam van de Heere aanroepen (vs. 21). Zo kun je gered worden te midden van alle catastrofen. ? ‘Een ieder die de Naam des Heeren zal aanroepen, zal zalig worden’. Er is geen onderscheid dus ook voor jou!? Bij de maaltijd: Petrus haalt de woorden van Joël aan in zijn preek. De profeet Joël beschrijft de tekenen van de laatste dagen. Door de Heilige Geest ziet Petrus dat deze laatste dagen nu zijn aangebroken.
Donderdag 28 mei Lezen: Hand. 2: 22 - 36 Zingen: Psalm 132: 12
‘De Geest geeft vrijmoedigheid’ Bij de maaltijd: Joh. 7 : 37-42
• Petrus was een angsthaas voor de kruisiging van de Heere Jezus. Maar na de uitstorting van de Heilige Geest is hij vol vuur. Hij preekt vol overgave. • In de preek van Petrus gaat in eerste instantie niet om de uitstorting van de Heilige Geest. Dat is wat je misschien zou verwachten. Het gaat in de verzen die we hebben gelezen over de Heere Jezus. Over Zijn werk, Zijn lijden, Zijn opstanding en Zijn zitten aan de rechterhand van God. • Vanuit de hemel regeert de Heere als overwinnaar (vs. 35). • De uitstorting van de Heilige Geest is het bewijs van Jezus verhoging (vs. 33). • Petrus is niet meer voorzichtig en angstig. Hij spreekt in vs. 36 beschuldigende woorden. Hij zegt: ‘Deze Jezus, Die gij gekruisigd hebt’. Hij confronteert de hoorders voluit met wat ze hebben gedaan. Vrij spreekt hij over God en daarbij is hij zeer moedig door Gods Geest. ? Angst verandert in vrijmoedigheid. Heb je ook wel eens angst om te spreken? Zo ja, hoe kan de angst veranderen in vrijmoedigheid? Zo nee, hoe komt dat dan? Bij de maaltijd: Is de Heere Jezus nu wel of niet de Christus, de beloofde Messias? Daar verschillen de meningen over. De Heilige Geest overtuigt de voorstanders. Vrijdag 29 mei Lezen: Hand. 2 : 37 - 47 Zingen: Psalm 32: 3 en 6
‘De Geest verandert je leven’ Bij de maaltijd: Joh. 16: 25 - 27
• De preek van Petrus was glashelder. De hoorders zijn dan ook geraakt door zijn woorden. Ben je zelf ook wel eens geraakt door een preek, door het lezen van een gedeelte in de Bijbel? • De Geest schudt aan je leven. Wil je wakker maken, zodat je gaat vragen naar de Heere. Je wordt ontdekt aan je zonden en dan is de enige vraag die overblijft: ‘Wat moet ik doen?’ • Het antwoord van Petrus is helder: bekeer je, doop je en wordt vervuld met de Heilige Geest. Bekering is verandering van gedachten, van je gezindheid, van mentaliteit. Bekeren van zonde en dode werken en omkeren tot God. • De Geest verandert je leven en dat is zichtbaar in je leven. Luisteren naar en lezen van het Woord van God, oog hebben voor de naaste, bidden en het groot maken van God. ! Aan wie is de Heilige Geest gegeven? Toen ik werd gedoopt is de Heilige Geest ook aan mij beloofd. God werkt het geloof in de Heere Jezus door de Heilige Geest in mijn hart. Hij doet mij delen in al Zijn weldaden. Daardoor werkt Hij het ware leven in mij (wedergeboorte). Bij de maaltijd: De Heilige Geest wil de Heere Jezus groot maken. Het licht op Hem laten schijnen. Zo zie je Gods liefde en vraagt om wederliefde.
Week 35 Thema: Geroepen tot… Maandag 1 juni Lezen: Matth. 25: 14-30 Zingen: Psalm 108: 1 en 2 • • • • • •
‘Rentmeester’ Bij de maaltijd: Gen. 1: 26-28
Met de koning die naar het buitenland gaat, wordt de Heere Jezus bedoeld. Het gaat om de tijd tussen Zijn hemelvaart en Zijn wederkomst. Met de te beheren talenten wordt geen geld of iets anders materieels bedoeld, maar zaken die in het koninkrijk van koning Jezus belangrijk zijn. Een talent is 10.000 penningen. En een penning is het dagloon van een arbeider. Elke geestelijke gave is een groot geschenk, waarmee je veel goed kunt doen. Het gaat niet om bijv. goed kunnen leren of muzikaal zijn. Het gaat om spreken, bidden, voorgaan, troosten vermanen, goed doen enz. Wie het meest woekert met zijn geestelijke gave, zal bij de wederkomst van Christus het grootste genadeloon ontvangen. De ene Christen krijgt meer geestelijke gaven dan de ander. De Heere vraag van ons niet meer dan wij aankunnen.
? Zou je de Heere Jezus ook niet willen dienen en jouw talenten inzetten in zijn koninkrijk? Bij de maaltijd: Hier lees je dat God ons, en dus ook jou, als rentmeesters over de wereld heeft aangesteld. Wij zullen eenmaal verantwoording af moeten leggen over ons rentmeesterschap. Dinsdag 2 juni Lezen: Matth. 7: 24-29 Zingen: Psalm 31: 1 en3
‘Bouwvakker’ Bij de maaltijd: Psalm 118:22-29
• In het gedeelte hiervoor waarschuwt Jezus voor zomaar oordelen, voor spotters. Hij spoort discipelen aan om zonder ophouden te bidden. Het gelovig gebed zal verhoord worden. En lief zijn voor je naaste is de kern van Gods Woord. Hij dringt erop aan te kiezen voor een leven met Hem. Hij waarschuwt tegen valse profeten. • En dan volgt het verhaal van de wijze en de dwaze bouwvakker. • Met de slagregen wordt de beproeving van het geloof bedoeld. Alleen als we oprecht in Jezus geloven kan ons ‘huis’ stevig blijven staan. • Er zijn maar twee reacties op de prediking van de Heere Jezus mogelijk: of je doet Zijn wil of je doet Zijn wil niet. ? Waarom is het erg om de wil van God niet te doen? Bij de maaltijd: Jezus is de steen die de bouwvakkers hebben afgekeurd en verworpen (kruisiging). Maar God heeft hem met Pasen tot hoeksteen gemaakt. Op Christus kun je echt bouwen. Woensdag 3 juni Lezen: Lukas 5: 1-11 Zingen: Morgenzang: 2, 3 en 4.
‘Visser’ Bij de maaltijd: Matth. 4:18-22
• De Heere Jezus heeft deze vier mannen al eerder geroepen tot Zijn discipelen. Maar zij hebben hun familie en hun werk nog niet in de steek gelaten. • Nu geeft de Heere Jezus hun een bewijs van Zijn goddelijke macht. • ’s Nachts, de beste tijd om te vissen, hebben ze niets gevangen. Zou het dan overdag wel lukken? • Op bevel van Jezus wordt het net weer uitgegooid en er is een wonderlijke en grote vangst.
• Weer wordt duidelijk dat Jezus God is. En dat de Heere ook voor het levensonderhoud van hun familie kan zorgen. • Ze worden vissers van mensen. Ze regelen hun zaakjes en volgen van nu aan Jezus dag en nacht. ? Soms zie achter op auto’s het symbool van een vis. Het Ichthusteken. Waarom zouden automobilisten dat achter op hun auto plakken? Bij de maaltijd: In dit Bijbelgedeelte wordt dezelfde geschiedenis, die wij vanmorgen lazen op een andere manier verteld. Op welke manier moet jij Jezus volgen? Donderdag 4 juni Lezen: 1 Kor. 3: 1-8 Zingen: Psalm 119: 19
‘Tuinman’ Bij de maaltijd: Mark. 4 :26-29
• Paulus heeft de net christen geworden zijnde leden van de gemeente van Korinthe onderwezen in de meest eenvoudige dingen van het Christelijk geloof. • Hij constateert dat ze zich nog steeds erg druk maken over wereldse zaken en niet over zaken die met het geloof te maken hebben. • Ze hebben ruzie en onenigheid en hemelen bepaalde dominees op en kraken anderen af. • Het werk van dominees, van Paulus en Apolos, stelt niets voor zonder de genade van God. • Predikers hebben verschillende gaven: de één plant en de ander maakt nat. Maar God wil ze beiden gebruiken en daarom moeten wij hen eren in plaats van bekritiseren. • Arbeiders in Gods kerk moeten goed hun best doen, maar ze zijn in alles afhankelijk van de zegen van God. ? Op welke manier werk jij in Gods tuin? Bij de maaltijd: Geef eens in eigen woorden weer wat er gelezen is. Wat is het verband met de dagopening? Vrijdag 5 juni Lezen: Efeze 6: 10-20 Zingen: Psalm 18: 10
‘Soldaat’ Bij de maaltijd: 2 Tim. 2 :1-13
• • • • •
Een soldaat moet een goede uitrusting hebben om te kunnen strijden en overwinnen. Paulus neemt een Romeinse soldaat als voorbeeld voor de oorlogvoering in de wereld tussen volkeren. Maar een christen moet een geestelijke wapenrusting hebben om tegen de duivel te kunnen vechten. Dat is een gevecht tegen een onzichtbare vijand. Daar helpen geweren en kanonnen niet tegen. God geeft geestelijke wapens: waarheid spreken, rechtvaardig zijn, vreedzaam zijn, vertrouwen op Christus en blijven geloven in het Woord van God. • De wapens van de duivel zijn: leugens, onrecht, onvrede, ongeloof en verzoeking. • Deze strijd stopt pas als wij sterven. ? Hoe kun jij als een soldaat van Jezus Christus vechten? Bij de maaltijd: Bij het dienen in het leger van Koning Jezus hoort ook verdrukking. Paulus moedigt Timotheüs aan om vol te houden. Hij heeft immers een geweldige boodschap: de dood is verslagen door de opstanding van Jezus Christus.
Week 36 Thema: Geroepen tot… Maandag 8 juni Lezen: 2 Tim. 4: 1-8 Zingen: Psalm 73: 13
‘geroepen tot sportman’ Bij de maaltijd: Hebr. 12: 1-3
• Paulus vermaant Timotheüs om trouw te zijn in zijn werk als evangelist. Hij moet het Evangelie verkondigen en de leer zuiver houden. • Dat is des te belangrijker omdat de luisteraars altijd de neiging hebben om het Woord van God aan hun eigen smaak aan te passen: ze willen nieuwe dingen horen (kittelachtig van gehoor = hun oren jeuken naar iets nieuws), ze gooien de ene na de andere leraar/dominee aan de kant (opgaderen = op een hoop gooien), om weer eens iets anders te horen. Ze passen de leer aan hun verkeerde levensstijl (kwade begeerlijkheden) aan. Kortom: ze willen een makkelijk Evangelie en een lui leven. • Jezus navolgen vraagt strijd: je moet waakzaam zijn tegen de zonde, je zult verdrukkingen lijden en je moet voortdurend anderen in woord en daad op Jezus wijzen (het werk van een evangelist). • Denk aan een atleet: oefenen, oefenen, oefenen. De goede dingen doen en je onthouden van alles wat je van het doel afhoudt: de overwinningskroon behalen. ? Bij de Olympische spelen gaat er maar één voor goud (de kroon). In de renbaan van het Evangelie is de prijs voor iedereen die de wedstrijd uitloopt (= het geloof behoudt) en ziet op de kroon (= de gerechtigheid van Christus). Van welke dingen moet je jezelf onthouden om deze “wedstrijd” te winnen? Bij de maaltijd: De hardloper legt al zijn spullen en de kledingstukken die hem hinderen weg om zo hard mogelijk te kunnen lopen. Zo moet een christen wegdoen alles wat hem hindert om tot Christus te komen, een voorbeeld nemend aan de vele andere gelovigen (de wolk van getuigen) en ziende op Jezus, Die de gids naar de hemel en het doel van het geloof is. Dinsdag 9 juni Lezen: 2 Kon. 5: 1- 14 Zingen: Psalm 105: 1 en 3
‘geroepen tot postbode’ Bij de maaltijd: Hand. 9: 17-19
• Een postbode brengt een boodschap van een ander over. Er zijn er hier verschillende: o Het meisje dat ontvoerd was, brengt Gods Woord in Syrië; o Naäman komt met een brief van zijn koning; o Elisa laat een bode het antwoord overbrengen. • Een christen lijkt op een postbode: hij moet Gods Woord achterlaten waar hij maar komt. Hiertoe worden we altijd en overal geroepen. Maar een christen is meer dan een postbode: o hij moet ook getuige zijn: mijn God is zo machtig dat Hij Naäman kan genezen; o Hij moet instaan voor Gods Naam: zo zal hij weten dat er een profeet in Israël is; o Hij moet, net als Jezus, zijn medemens liefhebben: en gij zult rein zijn. • Opvallend is dat het meisje uit een eenvoudig geloof leeft, terwijl de koning door ongeloof overmand zijn kleren scheurt. God Zelf moet door de profeet Elisa weer laten zien dat Hij de Almachtige is. ? Christenen moeten getuige zijn, eerst met de daad en ook met het woord. Hoe kun je door je gedrag je christen-zijn zichtbaar maken? Noem eens een paar dingen die horen bij het leven van een christen. Bij de maaltijd: Ananias komt met een goede boodschap naar Saulus. Zijn angst voor de vervolger is veranderd in liefde: hij legt hem de handen op en noemt hem broeder!
Woensdag 10 juni Lezen: Psalm 150: 1-6 Zingen: Psalm 150: 1, 2 en 3
‘geroepen tot muzikant’ Bij de maaltijd: Psalm 57: 1-12
• Psalm 150 roept op om God te loven met allerlei muziekinstrumenten en ook met de stem, vanwege Zijn grootheid en almacht. • De beste muziek in Gods oren is toegewijde en vrome liefde; geen welluidende snaar, maar een welluidend hart. Looft Hem met een sterk geloof, met heilige liefde en met een vast vertrouwen op Jezus. • God moet door iedereen geloofd worden, door de Levieten in de tempel en door alles wat leeft. • Als Gods kinderen de laatste adem uitblazen, dan begint het loven van Hem pas volmaakt! ? Is de muziek die jij maakt en beluistert tot eer of tot oneer van God? Bij de maaltijd: Terwijl David bidt om genade en bescherming, weet hij zeker dat God verhoren zal. Wat een geloof: hij brengt God alvast de lof en eer toe voor de overwinning die nog behaald moet worden.
Donderdag 11 juni Lezen: Lukas 12: 35-40 Zingen: Psalm 68: 1 en 2 • • • •
‘geroepen tot wachter’ Bij de maaltijd: Psalm 130: 1-8
Christenen moeten uitzien naar en zich klaarmaken voor de wederkomst van Christus. Je lendenen omgord = bereid om te sterven. De kaarsen brandend = het licht van Christus verspreiden. Als wij de komst van Jezus verwachten, zal Hij ons nodigen aan het bruiloftsmaal en ons dienen. Hij zal op het meest onverwachts terugkomen. Zorg dat je bereid bent!
? Wanneer ben je bereid om Jezus te ontmoeten? Bij de maaltijd: Wachter zijn betekent ook uitzien naar het moment dat God doet wat Hij beloofd heeft. Een echte wachter hoopt op Gods genade en gelooft in Zijn Woord.
Vrijdag 12 juni Lezen: Hand. 9: 1-9 Zingen: Psalm 86: 6 en 8
‘geroepen tot bediende’ Bij de maaltijd: Joh. 13: 14-17
• Saulus denkt dat hij God dient door de christenen te vervolgen. Maar hij is een vijand van Gods Zoon. • Jezus komt hem onderweg naar Damascus tegen om een echte dienstknecht van Hem te maken. • Saulus wordt niet bestraft, maar liefdevol vermaand: Ik ben Jezus, die gij vervolgt! • Saulus lijkt verslagen, maar God heeft Zijn plan met hem en maakt hem bereid en bekwaam om zendeling te worden. ? Heb je een speciale roeping nodig om God te dienen of kun je zelf besluiten om dat te doen? Bij de maaltijd: Jezus heeft ons geleerd dat we altijd bereid moeten zijn om de laagste plaats in te nemen. Het liefst wassen wij elkaars oren. Hem navolgen betekent dat we graag de voeten van onze vijand willen wassen.
Week 37 Thema: Zou Hij vandaag…? Maandag 15 juni Lezen: Mattheüs 24: 29-44 Zingen: Psalm 102: 14 en 15
‘Waakt en bid…’ Bij de maaltijd: Mattheus 24: 45-51
• Aan het begin van het hoofdstuk laten de discipelen de prachtige gebouwen van de tempel aan de Heere Jezus zien. Alsof ze willen zeggen: Kijk eens hoe sterk en mooi ze zijn! • De Heere Jezus voorspelt dat dit geen stand zal houden. Het zal allemaal verwoest worden door de Romeinen. • Na deze verwoesting zal er nog meer verdrukking komen in de wereld, tot Jezus wederkomst • Vanaf vers 29 gaat het over de wederkomst zelf. Die zal gepaard gaan met grote tekenen in het rijk van de natuur • Dan zal Jezus Zelf terug komen in al Zijn macht en majesteit. Zijn engelen zullen Zijn kinderen verzamelen. ? De uitverkorenen worden zalig. Maar de oproep om te waken en Hem te verwachten wordt gedaan aan iedereen! Ben jij wakend? Bij de maaltijd: De Heere vraagt van ons trouw aan Hem. Je eigen zin doen loopt uit op de eeuwige dood. Dinsdag 16 juni Lezen: Mattheüs 25: 1-13 Zingen: Psalm 143: 1 en 10
‘De wijze en de dwaze maagden’ Bij de maaltijd: Openbaring 19:6-10
• In Bijbelse tijden werd de bruidegom door maagden opgehaald met lampen en fakkels en zo naar zijn bruid gebracht. Dit beeld herkennen de luisteraars van de Heere Jezus dus! • De komst van de bruidegom wijst op de komst van Christus • De wijze maagden wijzen op oprechte christenen. De dwaze maagden zijn christenen die dat alleen maar met hun mond belijden, maar niet met hun hart. De lampen wijzen op de belijdenis • Ook ware gelovigen kunnen sloom worden en meer op de aarde gericht zijn dan op de hemelse toekomst • Als de Bruidegom komt worden de wijze maagden wakker en gaat hun lamp (van geloof en liefde) aan, maar van de dwaze maagden blijft uit. Ze kunnen de lamp in eigen kracht niet meer aankrijgen. • De dwaze maagden hadden de Heilige Geest nodig om hun lamp aan te krijgen, maar daarvoor kwamen ze te laat… ! Bid om de Heilige Geest! Als Hij in je hart werkt, zal je lamp nooit uitgaan en mag je deelnemen aan de bruiloft, eeuwige vreugde!! Bij de maaltijd: Johannes krijgt op Padmos al te zien hoe Jezus zal heersen en eeuwig samen zal zijn met Zijn bruid (de ware gelovigen) Woensdag 17 juni Lezen: 2 Petr. 3:1-7 Zingen: Psalm 90: 2
‘niet spotten met de wederkomst’ Bij de maaltijd: 2 Petr. 3: 8-15
• Sommige mensen geloven niet dat Christus wederkomt omdat ze er niets van zien. ‘In heel de geschiedenis dachten mensen dat Hij terug zou komen, maar het is niet gebeurd, dus zal het wel nooit gebeuren’ • Petrus waarschuwt al dat dit gezegd zal worden en noemt het spotten. • De aarde is bij de zondvloed vergaan door water. Bij de wederkomst zal de aarde vergaan door vuur
? Houd jij ernstig rekening met de wederkomst? Verwacht je Hem? Of spot je ermee? Bij de maaltijd: Als je gelooft in de Heere Jezus, achter Hem schuilt met je zonden, hoef je niet bang te zijn voor de wederkomst, maar mag je er juist blij van worden en naar uitzien! Donderdag 18 juni Lezen: 1 Thess. 4 :13 – 5 :6 Zingen: Psalm 17: 4 en 8
‘Jezus tegemoet…’ Bij de maaltijd: 1 Thess. 5 : 6-11
• De Heere Jezus zal terugkomen met een leger van engelen, met trompettengeluid. Dit zal voor Zijn vijanden tot verschrikking zijn en voor Zijn vrienden tot moed en troost. • De Archangel is de overste over de engelen. Hij zal op de bazuin blazen • De gelovigen die gestorven zijn zullen opstaan met een nieuw lichaam • De gelovigen die nog niet gestorven zijn zullen ook in één ogenblik een nieuw lichaam krijgen en zoals Elia als in een wagen in de hemel getrokken worden ? Nogmaals een oproep om niet onwetend en zorgeloos te leven, maar om jezelf heilig te bewaren voor de Heere en die dag met blijdschap te verwachten! Hoe leef jij? Bij de maaltijd: Strijd de goede strijd in geloof en hoop en liefde! Vrijdag 19 juni Lezen: Openbaring 22: 6-16 Zingen: Gezang 12: 4
‘Jezus is het licht der wereld’ Bij de maaltijd: Openbaring 22: 17-21
• De engel heeft alles aan Johannes over de wederkomst laten zien en dat mag Johannes niet verzegelen, maar hij moet het openbaar maken: Iedereen moet het weten! Ook jij en ik! • Zalig ben je als je Zijn Woorden hoort en doet! Dan heb je deel aan ‘de boom des levens’, dat is het eeuwige leven! Dan mag je ingaan in ‘de stad’, dat is het nieuwe, hemelse Jeruzalem • Buiten de stad is het eeuwige verderf, waar alle goddelozen zullen zijn • In het hemelse Jeruzalem is Christus de blinkende Morgenster. Hij zal Zelf het licht zijn! • Jezus zegt: ‘Ik ben het licht der wereld, wie Mij volgt zal in de duisternis niet wandelen, maar het licht des levens hebben.’ ? Wandel jij in het licht? Volg je Jezus? Bij de maaltijd: Nog is het tijd! Je mag het ‘water des levens’, dat is hemelse genade, nemen voor niets!
Week 38 Thema: Stil – zijn voor God Maandag 22 juni Lezen: Psalm 65: 1 – 14 Zingen: Psalm 65: 1 en 6 • •
•
‘David looft God in stilheid’ Bij de maaltijd: Psalm 66: 16 - 20
Het weekthema is stil zijn voor God. In Psalm 65 zien we dat David een lofzang aanheft en dat (zie vers 2) in stilte doet voor God. Hoe vaak loof jij God in stilheid? Als je alleen bent? Of zomaar in je gedachten als je op school bent? David begint in deze Psalm met God te loven voor de ‘geestelijke gaven’, die Hij over zijn gemeente uitstort in Christus. Vers 3: ‘Gij hoort het gebed’. Vers 4: ‘…onze overtredingen, die verzoent Gij’. Vers 5: ‘…dien Gij verkiest en doet naderen’. David wil als het ware God alleen de eer geven voor wat Hij doet. God wil ook onze gebeden verhoren, onze zonden vergeven en aan ons zijn geestelijke gaven schenken.
? Ben jij ook wel eens stil geworden voor God? Loven en danken wij God voor zijn geestelijke en aardse gaven die Hij wil schenken? Bij de maaltijd: De dichter van deze Psalm wil ons als het ware toeroepen: ‘hoor eens wat God aan mijn ziel gedaan heeft’! Het lag niet aan hem, maar het kwam bij God vandaan. Dinsdag 23 juni Lezen: Daniël 6: 1 – 11 Zingen: Psalm 27: 2
‘ God als Enige Toevlucht’ Bij de maaltijd: Psalm 46: 1 – 8
• Daniël wordt door Darius aangesteld als de eerste leidinggevende over honderdtwintig stadhouders die door Darius aangesteld worden. Maar na een tijdje ziet Darius dat Daniël alle vorsten en stadhouders overtrof. In hem is een voortreffelijker geest. En Darius wil dat belonen, met een nieuwe functie; stadhouder over heel het koninkrijk. Wat is hier duidelijk te zien dat een leven met de Heere een goed en gezegend leven is. • Maar als het met een kind van God goed gaat is de duivel ook dichtbij. De vorsten en stadhouders die Daniël niet kunnen uitstaan, willen hem uit de weg ruimen. Ze verzinnen een gemeen plan en delen dit met de koning. Dertig dagen lang mag geen ander god of mens aangebeden worden dan de koning en de koning stemt in. • Wat doet Daniël? Wordt hij boos? Gaat hij naar de koning toe om te vragen hoe hij dat nou kon doen? Nee, niets van dat alles. (vers 11)…. Hij ging in zijn huis en knielde voor den Heere en deed belijdenis voor zijn God zoals hij nog nooit gedaan had. Wat een geloof! ? Waar vlucht jij heen als er zorgen zijn in je leven? Heb jij een binnenkamer, een plaats waar je tot God bidt? Bij de maaltijd: Als God onze Toevlucht en Sterkte is, dan hebben we niets te vrezen, wat er ook gebeurd! Woensdag 24 juni Lezen: Psalm 62: 1 – 13 Zingen: Psalm 62: 1 en 4
‘(Be)rusten in God’ Bij de maaltijd: Psalm 73: 23 – 28
• Ook in deze Psalm zingt David dat hij gerust is in God. Wat er ook gebeurt. Wat de vijanden ook allemaal zeggen en denken. • Je ziet in deze Psalm ook dat er in Davids leven ook van binnen strijd is (vers 6). Ook van binnen zijn er vijanden.
! In China was jaren geleden een predikant. Als er een nieuw gemeentelid bijkwam en zo iemand wilde van harte zich bij die gemeente voegen, dan moest zo iemand eerst deze psalm uit zijn/haar hoofd leren. Je mocht namelijk in China geen christen zijn en als je dat wel was werd je gevangen genomen. Deze predikant zei dan tegen zijn gemeenteleden; ‘als er nu een moment komt in je leven dat je geen Bijbel meer hebt, bijvoorbeeld in de gevangenis, moet je deze psalm maar vaak zingen, lezen en overdenken’. Veel christenen hebben deze psalm al gezongen in de geschiedenis, ook in de gevangenissen. Bij de maaltijd: Het is één van de twee, of rusten in God en dan gedurig bij Hem zijn, of rusten in de wereld en verre van Hem zijn en uitgeroeid worden. Donderdag 25 juni Lezen: Psalm 63: 1 – 12 Zingen: Psalm: 1 en 3
‘Verlangen naar God’ Bij de maaltijd: Psalm 42: 1 – 6
• David is in de woestijn. In de woestijn is het droog en warm. Maar van binnen is het bij David niet anders. Het is leeg, en hij dorst naar God, hij verlangt naar Hem. • Hij weet wat het is om dicht bij de Heere te leven. Hij weet dat God goedertieren, barmhartig en genadig is, maar dat voelt hij op dit moment niet voor zichzelf. • Zo is het ook in het leven van ware christenen. Natuurlijk zijn er momenten dat ze echt mogen geloven en van Hem mogen zingen en naar Hem verlangen. Maar het kan soms ook zo donker en zo ver weg lijken. Toch komt God altijd weer terug bij zijn kinderen, ook al duurt dat soms lang. • David sluit in het laatste vers daar ook mee af, hij weet dat hij zich in God zal verblijden! ? Verlang jij ook zo naar God? Ken je hem al? Of nog niet? ? Misschien ken je Hem al wel, maar lijkt Hij nu zo ver weg, luister dan eens naar David: God komt altijd terug op zijn werk! Bij de maaltijd: In deze bekende psalm zien we hetzelfde verlangen als in psalm 63. Een schreeuwen, dorsten en verlangen naar God. Hij hoort dat schreeuwen, Hij ziet dat dorsten en verlangen naar Hem. En hij wil ook uitkomst geven! Vrijdag 26 juni Lezen: Psalm 123: 1 – 4 Zingen: Psalm 123: 1 en 2
‘Opgeheven ogen’ Bij de maaltijd: Psalm 121
• De dichter van deze korte, maar inhoudsvolle Psalm bezingt zijn vertrouwen op God. Hij heft zijn ogen op naar God, omdat hij weet uit ervaring dat God kan en wil helpen. • Zoals een knecht of een dienstmaagd opkijkt naar degene die boven hem/haar staat, zo moeten ook onze ogen geslagen zijn op de Heere. • Ook als we verdriet hebben in ons leven, ook als er zorgen zijn of wat dan ook… hef je ogen op, totdat Hij ons genadig zij. ? Heb je zo al eens je ogen mogen opheffen tot God die in de hemel woont? Hij hoort ons gebed, ook als je niet goed weet wat en hoe je moet bidden! Bij de maaltijd: Deze Psalm is als het ware een eenheid met Psalm 123. Ook hier zingt de dichter dat hij het alleen van de Heere verwacht. Alleen Hij kan (uit)helpen!
Week 39 Thema: Vergeet God niet te danken! Maandag 29 juni ‘Ondankbaarheid’ Lezen: Lukas 17: 11-19 Zingen: Psalm 116: 10 en 11 Bij de maaltijd: Leviticus 14: 1-2 • 9 melaatse Joden en 1 melaatse Samaritaan roepen van ver tot Jezus. • Jezus geeft de opdracht naar de priester te gaan. Hierin ligt de belofte van genezing. De melaatsen geloofden Jezus en gaan op weg naar de priester. Onderweg naar de priester worden de mannen genezen. • De Samaritaanse melaatse, aanvankelijk dus een vijand van het volk Israël, komt als enige terug om de Heere te danken. • God had het volk Israël verheven boven andere volken. Hier laat dit volk zich overtreffen door een Samaritaan. Dit doet de Heere verdriet. • De Samaritaan mag heengaan. Hij is niet alleen van zijn melaatsheid gereinigd, maar door het geloof ook van zijn zonden. ? Welke plaats heeft ‘danken’ in onze gebeden? Of vergeten we te danken? De dankbaarheid van de gelovige Samaritaan laat de band zien die hij met de Heere heeft. Onze relatie tot God komt naar voren in onze dankbaarheid. Of is deze dankbaarheid ver te zoeken? Bij de maaltijd: Wanneer iemand van zijn melaatsheid genezen was, moest de priester dat beoordelen en uitspreken. Jezus kon dat zelf veel beter beoordelen dan de priester maar Jezus eerde de instellingen die door God ingesteld waren. Dinsdag 30 juni ‘Een danklied’ Lezen: Jona 2: 1-10 Zingen: Psalm 136: 4 Bij de maaltijd: Mattheüs 12: 38-41 • Jona maakt na zijn redding (zoals Calvijn het verstaat) een danklied. In dat danklied beschrijft hij zijn nood en hoe hij in de nood tot God heeft geroepen. • Vers 2 geeft het thema van het hele lied weer; de dichter heeft in zijn nood tot de Heere geroepen en Hij heeft hem geantwoord. • In vers 7 vat de dichter opnieuw zijn hele ervaring samen. Hij heeft in zijn nood tot God geroepen en hij is verhoord. Hier worden het wonder van het geloof en het geheim van de redding beschreven. Wat Jona bovenal tot jubelen stemt, is dat zijn gebed is verhoord. • Zij die ijdele afgoden dienen, verlaten God en ontnemen zich hun eigen levensgeluk. Jona is vast besloten om God te eren met de offers die hij Hem heeft toegezegd. • In vers 10 wordt vervolgens, alsof na het danklied weer terug wordt gekeerd, de draad weer opgepakt van de beschrijving van de geschiedenis van Jona. Genoemd wordt hoe Jona’s redding tot stand komt. ! Jona spreekt op dichterlijke wijze dat hij tot het dodenrijk is neergedaald en dat ‘al’ Gods baren en golven over hem heen gingen. Uiteindelijk is het Christus die dit ten volle verwezenlijkt en ondergaat. (Zie ook gedeelte bij de maaltijd). Bij de maaltijd: Het verblijf van Jona in de vis en zijn terugkeer uit de buik zijn een profetie van Jezus’ begrafenis en opstanding. Woensdag 1 juli Lezen: Kolossenzen 4: 1-6 Zingen: Psalm 136: 3 en 5
‘Uiting van onze dankbaarheid’ Bij de maaltijd: Efeze 6: 5-9
• In het eerste vers van Kol. 4 worden de heren opgeroepen om hun slaven recht te doen en billijk te zijn voor hen. In Ef. 6: 9 wordt als motief hiervoor gegeven dat deze heren ook dienstknechten zijn van Christus.
• De apostel dringt aan op het gebed. Dankzegging moet hierin niet vergeten worden (vs. 2). Ook de voorbede moet een plaats krijgen (vs.3). • Paulus wordt in zijn roeping om het ‘mysterie’ van Christus – de volheid van het heil voor Jood èn heiden - te verkondingen belemmerd door zijn gevangenschap. Maar deze gevangenschap ziet Paulus ook als een nieuwe aanleiding om te verkondigen. Denk aan zijn verhoor voor de keizer. • Dan volgen er een aantal vermaningen: Ga met verstand met de ongelovigen (hen die buiten zijn) om. Gebruik die gelegenheden wanneer het mogelijk is om rekenschap van het geloof af te geven (vs. 5). Wees met zout besprengd; doortrokken bezield van het geloof (vs. 6). ? Bidden en danken. Is er een eerlijke verdeling in ons gebed van deze twee dingen? Bij de maaltijd: Komt onze dankbaarheid tot God ook tot uiting in de verhouding tot onze naaste?! Donderdag 2 juli Lezen: Romeinen 8: 31-39 Zingen: Psalm 68: 10 • • • •
‘Dankbaarheid voor Gods onuitsprekelijke gave’ Bij de maaltijd: Johannes 3: 14-16
We lezen vandaag een bekend gedeelte. Hij heeft zelfs “Zijn eigen Zoon niet gespaard, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven…” “Niets kan ons scheiden van de liefde van Christus”. Hopelijk jubelt je hart mee met dit lied.
? Kunnen wij ooit genoeg dankbaar zijn voor Gods onuitsprekelijk gave? Bij de maaltijd: Gods grote liefde voor zondaren. Hij onthoudt ons zelfs Zijn eigen, eniggeboren Zoon niet. Vrijdag 3 juli Lezen: Filippensen 4: 1-9 Zingen: Psalm 136: 1 en 26
‘Bidden én danken’ Bij de maaltijd: 1 Thessalonicenzen 5: 12-22
• Paulus verlangt naar zijn gemeente. Zij zijn, zijn blijdschap en kroon op zijn werk (vs. 1). Paulus roept twee vrouwen op om eensgezind te zijn (vs. 2). Paulus vraagt een bekende broeder of hij deze vrouwen behulpzaam wil zijn. Deze vrouwen hebben samen met Clemens en anderen, Paulus bijgestaan op zijn zendingsreis door Israël. Deze mensen zijn door God uitverkoren tot het eeuwige leven (vs. 3). • Verblijd je in de Heere. In voorspoed maar óók in tegenspoed (vs. 4). • Zorg ervoor dat alle mensen u bescheiden noemen (vs. 5). • Wees niet overmatig bezorgd. Benoem in het gebed concreet je noden en vergeet daarbij niet te danken voor alles wat God je geeft, vaak zonder dat je er om hebt gevraagd (vs.6). • Het leiden van een biddend en dankend leven gaat gepaard met innerlijke rust omdat we van Gods hulp verzekerd zijn (vs. 7). • Paulus geeft de opdracht de juiste dingen te beoefenen (vs. 8). • Gods Woord leert hen dat en Paulus heeft zelf het goede voorbeeld gegeven (vs. 9). ! Opnieuw: bidden én danken. Bij de maaltijd: Laat het bidden nooit na. Dankt God onder alle omstandigheden, ook in moeilijkheden. We moeten steeds bedenken dat wij nergens recht op hebben en dat wij zoveel genade ontvangen, ook in verdrukking.
Week 40 Thema: Rust Maandag 6 juli Lezen: Genesis 2: 1-3 Zingen: Psalm 92: 1
Rustdag Bij de maaltijd: Markus 2: 23 - 28
• In dit gedeelte zien we dat het goed is om te rusten. God heeft de aarde in zes dagen geschapen en op de zevende dag rustte Hij. • Wat heeft ons dit te zeggen? We kunnen druk zijn met school, catechisatie, je hobby, bijbaantje, maar de boog kan niet altijd gespannen staan. Daarom heeft God een rustdag gegeven. Een dag apart gezet waar we mogen rusten van alle bezigheden. Een dag om te denken aan onze Schepper, een dag om te denken aan de verlossing van de straf op de zonden, die te krijgen is door het geloof in Jezus Christus. Heerlijk zo’n dag. In alle drukte geeft God ons rust. ? Hoe zie jij de zondag? Is het voor jou ook een dag waarop je in het bijzonder stil kan staan bij God, die onze Schepper en Verlosser wil zijn? Bij de maaltijd: De zondag is er ten behoeve van ons. Wij zijn er niet voor de zondag. De Heere Jezus laat zien dat de zondag iets positiefs is voor ons. Gaan wij ook positief met de zondag om? Dinsdag 7 juli Lezen: Hebr. 3:7 – 4: 3 Zingen: Ps. 94: 4 en 5 • • •
Hoe krijg je echt rust? Bij de maaltijd: Matth. 11: 25-30
We mogen straks weer vakantie hebben, dan hebben we lekker even rust. Maar deze rust is natuurlijk maar tijdelijk. Hoe komen we aan de echte, ware rust? Hebr. 3 neemt ons mee naar de geschiedenis van de verspieders. Zij konden niet ingaan in het land Kanaän, omdat ze God wantrouwen. Ze geloven God niet op Zijn Woord. Wij kunnen ook niet het Hemels Kanaän ingaan wanneer wij niet op Hem vertrouwen. De belofte klinkt nog: Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal u rust geven.’ Wil je echte rust? Doe net als Jozua en Kaleb. Vertrouw God op Zijn Woord.
! Spreek met de leerlingen over het vertrouwen op Gods belofte. Hoe doe je dat? Hoe werkt dat? Bij de maaltijd: Wil je rust en heb je het nog niet? Ga naar de Heere toe met de belofte vanuit vers 28. Vertrouw op Hem. Woensdag 8 juli Omgang met vrije tijd Lezen: Lukas 10: 38-42 Zingen: Psalm 119: 3 en 5 Bij de maaltijd: Psalm 119: 9-16 • We zien in dit gedeelte Maria en Martha. Martha is druk bezig. Op zich niet verkeerd, maar ze maakt Maria het verwijt dat ze alleen maar aan de voeten van de Heere Jezus zit. De Heere Jezus geeft aan dat Maria het goede deel heeft uitgekozen. Want één ding is nodig en dat is zitten aan de voeten van de Heere Jezus, d.i. luisteren naar Zijn Woord, bezig zijn met het Woord. • Je krijgt vakantie. Heerlijk vrije tijd. Geniet ervan! Uit dit Bijbelgedeelte kunnen we leren wat goed voor ons is als het gaat om de invulling van je vrije tijd. Je mag van alles doen, maar één ding is echt nodig dat je in alles zit aan de voeten van de Heere Jezus. Dat je tijd vrij maakt om te bidden, Bijbel te lezen en dat je in alles wat je in je vakantie doet de Heere Jezus erbij betrekt door te vragen: Heere, wat wil u dat ik doen zal? ? Bespreek met de leerlingen hoe je de Heere kan betrekken bij de invulling van je vakantie, vrije tijd.Bij de maaltijd: Hoe blijf je bij de Heere? Door naar Zijn Woord te luisteren en door op Zijn belofte te vertrouwen.