Handreiking Stimuleringsprojecten Allochtone Groepen Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Forum SZW BW 1
04-09-2003, 11:54:27
Colofon Auteurs: Tanja Rambhadjan-Bhoendie Bob Matulessy Forum, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling Stimuleringsprojecten Allochtonen Groepen Projectcoördinator: Alice Muller Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie afdeling Arbeidsmarktbeleid Bijzondere groepen Doelgroepen Beleid Postbus 90801 2509 LV Den Haag Tel: 070 - 333 44 44 Vormgeving/Druk: Optima Grafische Communicatie, Rotterdam Utrecht, juli 2003
Forum SZW BW 2
04-09-2003, 11:54:29
Voorwoord 3
Methodieken ontwikkelen om een extra impuls te geven aan de kansen van etnische minderheden met een zeer grote achterstand tot de arbeidsmarkt. Dat was het belangrijkste doel van de Stimuleringsprojecten Allochtone Groepen (SPAG). De stimuleringsprojecten zijn in 1994 van start gegaan, op initiatief van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Aanvankelijk met Antilliaanse en Arubaanse jongeren en sinds 1998 ook met jongeren van Turkse en Marokkaanse afkomst. Bij de doorstart in 2001 is het mogelijk gemaakt om de projecten in te zetten voor zowel jongeren als ouderen uit diverse minderheidsgroepen. Op dit moment ontvangen 28 gemeenten in het kader van SPAG een financiële bijdrage. De stimuleringsprojecten zijn succesvol gebleken. Ze bereiken een groep met meervoudige problemen, die voorheen niet of nauwelijks bereikt werd. Er is meer inzicht gekregen hoe deze groep het best benaderd kan worden. In deze brochure wordt op basis van best-practices een beschrijving gegeven van methoden die door de SPAG-projecten ontwikkeld zijn om het bereik onder de doelgroep te vergroten. De SPAG-gemeenten kunnen deze handreiking gebruiken om aan de slag te gaan met de succesvolle ervaringen van de projecten. Maar ook andere gemeenten kunnen profiteren van de ontwikkelde methodieken en opgedane kennis van de SPAG-projecten. Ik roep iedere gemeente op gebruik te maken van deze brochure. Profiteer van de ervaringen van andere gemeenten en laten we er samen voor zorgen dat deze groep mensen een goede kans krijgt op de arbeidsmarkt. Mark Rutte, Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Forum SZW BW 3
04-09-2003, 11:54:29
Inleiding 4
Met de Stimuleringsprojecten Allochtone Groepen (SPAG) wil het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gemeenten stimuleren tot een projectmatige aanpak van de werkloosheidsproblematiek onder allochtonen, als aanvulling op de “sluitende aanpak van het arbeidsmarktbeleid”. Deze stimuleringsprojecten richten zich op activering en begeleiding naar werk of scholing en beogen de aansluiting van allochtonen bij reguliere scholings- en arbeidsvoorzieningsinstellingen te verbeteren en het gemeentelijk instrumentarium te vervolmaken. In 1994 is gestart met stimuleringsprojecten voor Antilliaanse en Arubaanse jongeren. Deze doelgroep werd In 1998 uitgebreid met Turkse en Marokkaanse jongeren. Naar aanleiding van de motie-Melkert tijdens het inburgeringsdebat in de Tweede Kamer in april 2000 besloot de regering de goedlopende stimuleringsprojecten met drie jaar te verlengen. Sinds 1 mei 2001 worden projecten uitgevoerd voor zowel jongeren als ouderen uit diverse minderheidsgroepen1. Op dit moment ontvangen 28 gemeenten2 een financiële bijdrage in het kader van de SPAG-maatregel. De subsidie loopt tot uiterlijk 1 mei 2004. Om ook na de subsidieperiode structureel aandacht te kunnen blijven besteden aan activering en begeleiding naar werk, moeten de deelnemende gemeenten hun projecten daarna onderbrengen bij bestaande reguliere instellingen, zoals de Sociale Dienst. Actieve participatie, integratie en de eigen verantwoordelijkheid daarvoor te (her)nemen zijn competenties die de multiculturele samenleving bevorderen. De door de SPAG-projecten ontwikkelde methodieken dragen in elk geval daartoe bij. Forum, Instituut voor Multiculturele ontwikkeling, heeft in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de gehanteerde methodieken in de SPAG-projecten in kaart gebracht en vervaardigd in een handreiking ten behoeve van de gemeenten. Deze handreiking schetst een algemeen beeld van de methodieken die in SPAG-projecten worden gehanteerd voor het primaire proces van het dienstverleningsconcept (instroom, doorstroom/uitstroom en uitval). In de bijlagen is dit geïllustreerd met best-practices in de verschillende SPAG-projecten van de verschillende gemeenten. De kwantitatieve gegevens van de SPAG-projecten kunnen worden opgevraagd bij Regioplan en Research voor Beleid. Een woord van dank gaat uit naar de projectleiders en projectmedewerkers en anderen die in welke vorm dan ook hun medewerking hebben verleend aan het totstandkomen van deze handreiking.
1
Leeftijd 16-18 jaar: voortijdig schoolverlaters Leeftijd 18-65 jaar: uitkeringsgerechtigden (art.1.1d WIW) Leeftijd 40-65 jaar: uitkeringsgerechtigden met een WAO-uitkering Niet-uitkeringsgerechtigde allochtone vrouwen Personen zonder reguliere middelen van bestaan
2
Almelo, Almere, Arnhem, Breda, Capelle a/d IJssel, Culemborg, Den Haag, Den Helder, Deventer, Doesburg, Dordrecht, Eindhoven, Enschede, Gouda, Groningen, Haarlem, Halderberge, Hoorn, Leerdam, Leiden, Lelystad, Nijmegen, Rotterdam, ‘s-Hertogenbosch, Tilburg, Vlissingen, Zaltbommel en Zwolle.
Forum SZW BW 4
04-09-2003, 11:54:30
SPAG: Het primaire proces 5
Om de activering naar werk of scholing te realiseren worden de volgende fasen systematisch op een rij gezet: -
Werving en instroom Intake en opstellen trajectplan Trajectuitvoering Uitstroom en uitval
In het volgende schema worden de fasen met de minimaal te nemen stappen en acties benoemd. Hoewel de fasen van elkaar zijn te onderscheiden, vloeien ze in de praktijk in elkaar over. Voor best-practices wordt verwezen naar de bijlagen. FASE 1. Werving
Stappen
Acties
Uitvoering
Resultaat
Doelgroep
Bepaal doelgroep
Sociale Dienst
Doelgroep afgebakend
Netwerk
Benaderen relevante organisaties/personen
Idem; met name op operationeel niveau
Netwerk voor werving
Netwerk
Verwacht resultaat wervingsinspanningen
Verwacht resultaat Het gezamenlijke belang ten aanzien van de doelgroep en ieders bijdrage daarin
2. Intake en Trajectplan
Forum SZW BW 5
Geëigende wervingsvormen (actief)
- Vindplaatsgericht - Bestanden Sociale Dienst - Outreaching - Tupperware
Mentor/hulpverlener/ Klantmanager spreekt taal doelgroep c.q. komt uit dezelfde etnische groep
- Zicht op behoefte en mogelijkheden doelgroep - Vertrouwensrelatie opgebouwd - Meer kans op zelfmelders
Aanvullende wervingsvormen (passief)
- Ledenbestand zelforganisaties - Publiciteitscampagne
Netwerk
Vergroting bereik doelgroep
Flankerende diensten
- Kinderopvang - Psychosociale hulp - Schuldhulpverlening - Verslaafdenhulp
Mentor/hulpverlener
Directe inzetbaarheid flankerende diensten
Stappen
Acties
Uitvoering
Resultaat
Intake
Intakegesprek(ken)
Mentor/hulpverlener/ Klantmanager
Profiel van cliënt en actiepunten
Trajectplan
In tijd, uitvoering en kosten uitgezette actiepunten
Mentor/hulpverlener/ klantmanager/consulent reïntegratie (evt. samen met cliënt)
Trajectplan
04-09-2003, 11:54:30
6
FASE 3. Uitvoering traject
4. Uitstroom
Stappen
Acties
Uitvoering
Resultaat
Individuele trajectbegeleiding
- Driehoeksmodel - Ketenbenadering
Mentor/klantmanager/ consulent reïntegratie
Warme overdracht
Trajectuitvoering
- Zorghulpverlening - Oriëntatie - (Beroepsgerichte)scholing - Stage/werkervaring
Bemiddelingsinstantie en/of onderwijsinstituut
Bemiddelbaar
Scholing
- Beroepsscholing evt. combinatie taalverwerving
Beroepsonderwijs
Kwalificatie
Stappen
Acties
Uitvoering
Resultaat
Bemiddeling
- Sollicitatie/job hunting - Sollicitatietraining - Werkervaring - Aansluiting bij werkgelegenheidsprojecten
Consulent reïntegratie
(Vrijwilligers)werk Werkervaringsplek
Nazorg
Begeleiding na plaatsing
Consulent reïntegratie/ mentor/klantmanager
Behoud van werk
Uitval
- Huisvesting - Kinderopvang - Schuldhulpverlening - Kort traject - Eén aanspreekpunt
Hulpverlening/mentor
Extra kans Beschikbaar Arbeidstoeleiding
Hierna wordt ingegaan op de verschillende fasen in het dienstverleningsproces.
Forum SZW BW 6
04-09-2003, 11:54:30
Fase 1 Werving en instroom 7
Inleiding Voor de toeleiding naar de arbeidsmarkt is het opsporen en het leggen en onderhouden van het contact met allochtone cliënten in bemiddelbaarheidsfase 3 of 4 het halve werk. De andere helft is het kennen van de cliënt, te weten wat hij/zij behoeft, kan en wil en daarop aansluiten met het inzetten van activiteiten. Behalve onvoldoende opleiding, een gebrekkige beheersing van de Nederlandse taal of niet-relevante werkervaring hebben deze cliënten vaak negatieve ervaringen met instituties of officiële organen. Zij vinden er onvoldoende gehoor voor hun wensen, behoeften en reeds verworven competenties of zij worden ingedeeld in een fase van bemiddelbaarheid waar nog moeilijk uit te komen is. Een goede voorbereiding op de werving van cliënten voor de specifieke dienstverlening, in samenwerking met organisaties die dicht bij de doelgroep staan, kan al veel mislukkingen voorkomen. FASE 1 Werving
Stappen
Acties
Uitvoering
Resultaat
Doelgroep
Bepaal doelgroep
Sociale Dienst/ CWI
Doelgroep afgebakend
Netwerk
Benaderen relevante organisaties/personen
Idem; met name op operationeel niveau
Netwerk voor werving
Verwacht resultaat
Het gezamenlijke belang ten aanzien van de doelgroep en ieders bijdrage
Netwerk
Verwacht resultaat wervingsinspanningen
Geëigende wervingsvormen (actief)
- Bestanden Sociale Dienst - Vindplaatsgericht - Outreaching - Tupperware
Mentor/hulpverlener/ klantmanager spreekt taal doelgroep c.q. komt uit dezelfde etnische groep
- Zicht op behoefte en mogelijkheden doelgroep - Vertrouwensrelatie op gebouwd - Meer kans op zelfmelders
Aanvullende wervingsvormen (passief)
- Ledenbestand zelforganisaties - Publiciteitscampagne
Netwerk
Vergroting bereik doelgroep
Flankerende diensten
- Kinderopvang - Psychosociale hulp - Schuldhulpverlening - Verslaafdenhulp
Mentor/hulpverlener
Directe inzetbaarheid flankerende diensten
Stap 1: Bepaal de doelgroep Van belang is om op basis van gegevens van de Sociale Dienst of Centra voor Werk en Inkomen een beeld te vormen van de doelgroep: de fase(n) van bemiddelbaarheid en vooral de actualiteit van de vaststelling;
Forum SZW BW 7
04-09-2003, 11:54:31
8
-
-
de samenstelling van de doelgroep: leeftijdscategorieën, man-vrouw-verhouding, etnische achtergrond, duur werkloosheid, opleidingsniveau, werkervaring; de wijken of buurten waar de doelgroep vooral is geconcentreerd; organisaties/personen die reeds contact hebben met de doelgroep: welzijn, zelforganisaties, sleutelfiguren, et cetera.
Stap 2: Vorming netwerk De werving vereist samenwerking. Organisaties of sleutelfiguren die in stap 1 zijn geïnventariseerd, worden in stap 2 benaderd voor de vorming van een netwerk van actoren die vanuit hun eigen taak of expertise kunnen bijdragen aan de werving van deelnemers voor een project. Te denken valt aan jongerenwerk, straathoekwerk, wijkwelzijnsorganisaties, zelforganisaties van allochtonen, allochtone sleutelfiguren, wijkagenten, etc. Een goede methode is om bij (andere) gemeentelijke diensten na te gaan of reeds contacten of subsidierelaties bestaan. Een netwerk wordt gevormd op basis van de toegevoegde waarde van elke deelnemende partij. Kwesties omtrent regievoering, sturing en dergelijke worden zo voorkomen. Het is wel aan te raden een coördinator te benoemen die regelende taken op zich neemt en de voortgang bewaakt.
Stap 3: Verwacht resultaat De samenwerking dient een doel, namelijk het werven van cliënten voor arbeidstoeleiding. Het te verwachten resultaat is te omschrijven in termen van de omvang van de doelgroep die in een bepaalde tijdspanne in het project instroomt. Ieder van de samenwerkende partijen formuleert de eigen bijdrage hierin. Naarmate het verwachte resultaat concreter wordt geformuleerd, kunnen de afzonderlijke partijen hun eigen inbreng beter aangeven. Van belang is dat partijen ook afspreken dat zij elkaar op die bijdrage kunnen aanspreken.
Stap 4: De geëigende wervingsvormen In deze stap wordt een passende wervingsvorm voor het bereiken van de doelgroep gekozen. Hier worden vier actieve wervingsvormen beschreven, die ook in combinatie kunnen worden ingezet. a. Instroom via de bestanden van de Sociale Dienst Met behulp van bestanden van de Sociale dienst kunnen cliënten worden uitgenodigd voor een intakegesprek (eventueel gecombineerd met doelmatigheidsgesprekken).
Forum SZW BW 8
04-09-2003, 11:54:31
9
De inschakeling van de uitkerende instantie kan leiden tot een hoog opkomstpercentage, vooral als werkzoekenden vooraf op de hoogte worden gesteld van de sanctiebepalingen die van invloed kunnen zijn als zij niet meewerken aan de voorgestelde activiteiten om in te kunnen stromen in een reguliere functie op de arbeidsmarkt. b. Vindplaatsgericht werken Vindplaatsgericht werken beoogt cliënten te benaderen in hun eigen omgeving. Veelal gaat het om jongeren die moeilijk via officiële instanties te benaderen zijn, niet voorkomen in administratieve bestanden of geen contact hebben met (reguliere) instellingen. Het doel is om met hen in gesprek te komen en ze te bewegen een nieuwe koers voor zichzelf uit te zetten met hulp van een begeleider. Deze werkwijze wordt vaak ingezet vanuit het welzijnswerk (straathoekwerk). De welzijnswerker benadert de cliënten (met name jongeren) op plaatsen waar zij samenkomen en gaat een gesprek met hen aan om achter hun interessen te komen en hen over de mogelijkheden van de dienstverlening te infomeren. Dit eerste contact kan leiden tot een uitnodiging voor een oriënterend gesprek op de werklocatie van de werker om interessen, competenties en hulpvragen te inventariseren. Door deze werkwijze krijgt de welzijnswerker respect en vertrouwen van de doelgroep. De individuele benadering van een jongere en het bieden van ruimte om over problemen te praten, vindt vaak waardering. Gemiddeld duurt het een half jaar om het vertrouwen te winnen van een jongere. De laagdrempeligheid van deze werkwijze heeft op den duur ook een spontane aanloop tot gevolg. c. Outreaching Outreachend werken kenmerkt zich door de actief organiserende werkwijze, gericht op de doelgroep. Intermediairs of mentoren uit de eigen (etnische) groep wonen bijeenkomsten bij waar de doelgroep aan deelneemt, bijvoorbeeld van een zelforganisatie, geven hier voorlichting over het project en trachten potentiële deelnemers hiervoor te interesseren. De intermediair of mentor kan ook huisbezoeken afleggen of zelf informatie- en voorlichtingsbijeenkomsten organiseren, al of niet in de directe omgeving van de potentiële cliënt. d. Tupperware-methodiek Via informele netwerken in huiselijke kring en op informele wijze wordt de doelgroep arbeidsmarktinformatie verstrekt in de eigen taal. Naast deze informele groepsbijeenkomsten worden individuele cliënten door middel van huisbezoeken benaderd. Deze werkwijze is vooral geschikt om allochtone vrouwen te bereiken.
Forum SZW BW 9
04-09-2003, 11:54:32
10
In het SPAG-project te Deventer wordt de Tupperware-methodiek ook ingezet in een andere vorm: in samenwerking met buurtmoeders van Turkse afkomst worden op wijkniveau bijeenkomsten georganiseerd.
Stap 5: Aanvullende wervingsvormen Passieve vormen van werving kunnen de actieve vormen ondersteunen. Met behulp van adressenbestanden van zelforganisaties of door middel van een publiciteitscampagne kunnen potentiële cliënten worden gestimuleerd van de mogelijkheden gebruik te maken dan wel naar de desbetreffende instantie te gaan. a. Ledenbestand van zelforganisaties Zelforganisaties van allochtonen hebben verschillende functies: plaats van samenkomst van de eigen groep, het beleven van de eigen cultuur, het in eigen kring bespreken van belangrijke onderwerpen en belangenbehartiging. Via het ledenbestand van zelforganisaties wordt het project aan de doelgroepen bekendgemaakt. Het mes snijdt aan twee kanten: de informatie bereikt de doelgroepen, maar niet via een officiële instantie en de zelforganisatie toont haar achterban dat zij in belangrijke kwesties een positie heeft ten opzichte van officiële instanties. b. Instroom via de publiciteitscampagne Een publiciteitscampagne kan bekendheid geven aan de specifieke dienstverlening. Deze ondersteuning van de actieve wervingscampagne kan bijdragen aan de effectiviteit van de werving. Hiervoor kunnen moskeeën, jongerencentra en relevante zelforganisaties worden ingeschakeld en in de lokale (allochtone) media kan ook aandacht besteed worden aan het project. Schematische kunnen de stappen 4 en 5 als volgt worden voorgesteld. Actief (Dienstverlening zoekt de cliënten)
Passief (Cliënten komen naar de dienstverlening)
Vindplaatsgericht
Adressen zelforganisaties
Bestanden Sociale Dienst
Publiciteitscampagne
Outreaching Tupperware-methode
Forum SZW BW 10
04-09-2003, 11:54:32
11
Het project De Gids te Den Haag richt zich op Turkse en Marokkaanse jongeren tussen 16 en 30 jaar die in een uitzichtloze situatie verkeren. Individuele werving is van groot belang voor de werkwijze van De Gids. Daarnaast, vindt de werving plaats door een voorlichtings-/kennismakingsrondje bij alle relevante organisaties. Regelmatig en volgens een vast rooster bezoeken twee trajectbegeleiders van De Gids deze organisaties. Jongeren worden ofwel rechtstreeks benaderd, ofwel via de contacten van welzijnswerkers en anderen.
Stap 6: Flankerende dienstverlening In de voorbereiding van de werving worden afspraken gemaakt met organisaties, die dienstverlening kunnen verzorgen aanpalend aan de arbeidstoeleiding, zoals schuldhulpverlening, psychosociale hulp, huisvesting, en dergelijke en die gelijktijdig met de arbeidstoeleiding kunnen worden ingezet. Echter, voor sommige groepen (met name jongeren) is de stap naar arbeidstoeleiding toch te groot en past het in de laagdrempelige werkwijze om die hulpverlening aan het traject van arbeidstoeleiding vooraf te laten gaan.
Randvoorwaarden Voor het bereiken van het beoogde effect, participatie van deze groepen in projecten voor arbeidstoeleiding, zal aan een aantal randvoorwaarden moeten worden voldaan: 1. Belangrijk voor het functioneren van een netwerk is dat het management en de directie de samenwerking op operationeel niveau steunen en daarvoor de benodigde handelingsruimte creëren. Dit voorkomt verkokering, bureaucratie en werkprocessen waarin de cliënt niet centraal staat. 2. Het personeel is in staat om contact te leggen met de doelgroepen, heeft het vermogen om goed te luisteren, respect te tonen voor de situatie van de cliënt en heeft kennis van de doelgroep (taal, subcultuur). De dienstverlening kenmerkt zich door persoonlijke aandacht, oplossingsgerichtheid en flexibiliteit (niet per definitie op afspraak). 3. De dienstverlening kent continuïteit in personeel en heeft een zekere levensduur. Hoe langer men de dienstverlening en de contactpersonen kent, hoe gemakkelijker men er naartoe stapt. 4. Er zijn faciliteiten aanwezig, zoals kinderopvang. 5. Bij aanvang van de arbeidstoeleiding vindt de dienstverlening dicht in de buurt van de cliënt plaats, om een basis te vormen voor zelfvertrouwen en zelfwerkzaamheid.
Forum SZW BW 11
04-09-2003, 11:54:32
Fase 2 Intake en trajectplan 12
Inleiding De intake en het trajectplan liggen in elkaars verlengde. De intake vormt de basis voor een plan voor arbeidsinpassing. Op grond van een inventarisatie van het kennen, kunnen, de vaardigheden en belemmeringen van de cliënt wordt een aanvang gemaakt met een trajectplan Deze fase bestaat dan ook uit twee stappen: intake en trajectplan. FASE 2 Intake en Trajectplan
Stappen
Acties
Uitvoering
Resultaat
Intake
Intakegesprek(ken)
Mentor/hulpverlener/ Klantmanager
Profiel van cliënt en actiepunten
Trajectplan
In tijd, uitvoering en kosten uitgezette actiepunten
Mentor/hulpverlener/ Klantmanager/consulent reïntegratie (evt. samen met cliënt)
Trajectplan
Stap 1: Intake Doel van het intakegesprek is door middel van een of meer gesprekken de vraag en de behoefte van de cliënt te achterhalen en in beeld te brengen: wat kan/ wil de cliënt aan zijn situatie veranderen en wat moet hij daarvoor doen? Het intakegesprek resulteert in een profiel van een cliënt en in actiepunten voor de arbeidsmarkttoeleiding. In de regel heeft de informatieverzameling betrekking op de volgende gebieden huisvesting, arbeid, scholing, vrijetijdsbesteding, financiën, sociale omgeving, gezondheid en politie/justitie. Van belang is in het intakegesprek tijd in te ruimen voor informatie over de specifieke dienstverlening en voor de bespreking van wederzijdse verwachtingen. De intake kent verschillende invalshoeken: a. wijze van informatieverzameling: - de intaker stelt het persoonlijk contact centraal en laat zich leiden door de informatie die de cliënt aanreikt. - de intaker stelt de informatie centraal en verzamelt in een of meer gesprekken informatie aan de hand van een gestandaardiseerde vragenlijst. b. het perspectief van waaruit de informatieverzameling plaatsvindt: - de informatieverzameling vindt plaats in het kader van een integrale aanpak waarvan toeleiding naar (betaalde) arbeid deel uit kan maken. - de informatieverzameling vindt plaats in dienst van de arbeidstoeleiding.
Forum SZW BW 12
04-09-2003, 11:54:33
13
Schematisch kan het voorgaande als volgt worden weergegeven: Integraal
Arbeidstoeleiding
Alle levensgebieden belangrijk om eigen leven weer in te richten
Levensgebieden als indicatie van mate van bemiddelbaarheid
Gegevens verzamelen al naar gelang cliënt gegevens loslaat, geen vaste afspraken
Gegevens verzamelen volgens een gestandaardiseerde wijze, vaste afspraken
Direct oplossend handelen op zorgvragen
Doorverwijzen naar andere instanties
De keuze voor het perspectief en de wijze van informatievergaring is afhankelijk van de doelgroep (afstand tot de arbeidsmarkt, ervaring met reguliere instellingen) en de samenwerkingspartners in het netwerk dat voor de werving is opgezet. Verschillen in werksoorten brengen ook verschillen met zich mee in de perspectieven van waaruit gehandeld wordt . Als sprake is van meervoudige problemen bij de cliënt (opleiding, taal, sociaalpsychische problematiek, verslaving, etc.) zal de afstand tot de arbeidsmarkt groter zijn en zal een integrale benadering van toepassing zijn, waarbij meerdere (en soms uiteenlopende) werksoorten betrokken zijn.
In het project Pan Pa Mayan te Breda wordt de dienstverlening aangeboden via de methodiek van het straathoekwerk, waarbij de vragen en het tempo worden bepaald door de jongere zelf. Er wordt nog niet gewerkt op basis van vaste afspraken. In korte gesprekjes worden vaak praktische zaken besproken, en er wordt, snel contact gelegd met de straathoekwerker die Papiamento spreekt. De eerste problemen komen naar boven en worden in kaart gebracht. De jongere wordt aangesproken op de eigen verantwoordelijkheid om zo positieve stappen te zetten, negatief gedrag wordt niet veroordeeld, maar gebruikt als middel om door te praten.
Stap 2: Trajectplan Op basis van de gegevens en actiepunten uit de intake kan een plan van aanpak, een trajectplan, worden opgesteld. Daartoe: worden actiepunten uitgezet in tijd (planning); wordt bepaald welke organisatie(s) voor welk actiepunt kunnen worden ingeschakeld; wordt een kostenberekening gemaakt; wordt bepaald wie verantwoordelijk is voor het traject en wie de cliënt gedurende het traject begeleidt.
Forum SZW BW 13
04-09-2003, 11:54:33
14
Een trajectplan behoeft niet altijd uit te monden in bemiddeling naar (betaald) werk. Dit is afhankelijk van de situatie van de cliënt. Ook vrijwilligerswerk of beroepsscholing kan het doel van het trajectplan zijn. Voor de toeleiding naar reguliere arbeid kunnen meerdere, opeenvolgende plannen worden opgesteld. Dit voorkomt dat een plan een langdurig traject beschrijft, waarvan het einddoel voorbij de horizon van de cliënt ligt. Het trajectplan bevat minimaal de volgende onderwerpen: probleemstelling; potentiële mogelijkheden voor plaatsing/werkhervatting bij gegeven problematiek; gewenste (arbeids)situatie voor de cliënt; doelstellingen van geboden dienstverlening; benodigde activiteiten op gebied van kwalificatie; begeleiding; bemiddeling; werkwijze; betrokken instanties/personen; planning; prognoses, conclusie en advies. Een punt van aandacht is de tijdsduur van de uitvoering van het trajectplan. Een te korte duur van het traject (korter dan 6 maanden) lijkt een recept te zijn voor hoge uitval en een te lange duur (langer dan 2 jaar) verhoogt de kans dat de cliënt het doel uit het oog verliest. Twee vragen zijn van belang voor het opstellen van het trajectplan: a. Wie stelt het trajectplan op en is verantwoordelijk voor de uitvoering? b. Vinden de activiteiten (met name zorg en arbeidstoeleiding) gelijktijdig of volgtijdelijk plaats? a. Wie stelt het trajectplan op? De trajectbegeleider kan het trajectplan opstellen en naderhand voorleggen aan de cliënt als plan van aanpak waar de cliënt medewerking aan moet verlenen. Het opgestelde plan draagt dan vooral het karakter van een advies van een deskundige aan de cliënt en vooral aan de uitkerende instantie. Ook kan de trajectbegeleider samen met de cliënt korte- en langetermijndoelen formuleren in het trajectplan. De cliënt (her)neemt dan verantwoordelijkheid (voor de aanpak van de eigen problemen en knelpunten. Dit geeft een extra stimulans om actief aan de slag te gaan. b. Trajectactiviteiten: gelijktijdig of volgtijdelijk Bijna alle stimuleringsprojecten stemmen hun aanbod steeds af op de hulpvragen van de cliënten (vraaggericht werken). Die hulpvragen hebben veelal betrekking op problemen die van invloed kunnen zijn op de arbeidsinpassing, zoals schulden, taal, verslaving en dergelijke. Om die redenen wordt het soms
Forum SZW BW 14
04-09-2003, 11:54:34
15
noodzakelijk geacht eerst zorghulp in te schakelen en daarna met arbeidsinpassingsactiviteiten te beginnen. In enkele stimuleringsprojecten is ervaren dat een duale aanpak, waarin activiteiten gelijktijdig worden ingezet, een efficiënter en ook effectiever aanpak betekent. Een beschrijving van veelvoorkomende zorgactiviteiten en enkele bijzondere trajectactiviteiten is in de bijlagen opgenomen.
De deelnemers van het SPAG-project te Deventer melden zich niet alleen aan voor werk of opleiding. Zij hebben te maken met verschillende sociale, economische en/of psychische problemen. Wanneer sprake is van problematiek die de toeleiding naar werk in ernstige mate belemmert, kan doorwijzing plaatsvinden naar een zorginstelling. Indien problematiek minder ernstig van aard is dan kunnen zorg elementen in combinatie met het arbeidstoeleidingstraject worden aangeboden.
Randvoorwaarden Voor een succesvolle fase van intake en de opstelling van een trajectplan gelden de volgende voorwaarden: 1. De intaker heeft kennis van de doelgroep en van de mogelijkheden voor arbeidstoeleiding en beschikt over een goede luistervaardigheid en analytisch vermogen. 2. De intake is gebaseerd op een lijst met gesprekspunten of een vragenlijst. De invulling van de intake kan verschillen, maar de registratie van gegevens dient eenduidig te zijn. 3. Het trajectplan is qua vorm eenduidig, waardoor naderhand vergelijking van trajectplannen kan plaatsvinden.
Forum SZW BW 15
04-09-2003, 11:54:34
Fase 3 Trajectuitvoering 16
Inleiding In deze fase wordt het trajectplan uitgevoerd. Het beoogde resultaat van deze fase is de plaatsing van een cliënt in een reguliere baan. Tussenstappen, zoals gesubsidieerde arbeid of vrijwilligerswerk, zijn denkbaar. Afhankelijk van de afstand van de cliënt tot de arbeidsmarkt, moet een kortere of een langere weg naar een reguliere baan worden afgelegd. Voor sommige cliënten is gesubsidieerde arbeid of vrijwilligerswerk het maximaal haalbare. Voor het succes van een traject is de begeleiding van de trajectonderdelen essentieel. Fase 3 Uitvoering traject Stappen
Uitvoering
Resultaat
Individuele - Driehoeksmodel trajectbegeleiding - Ketenbenadering
Acties
Mentor/ klantmanager/ consulent reïntegratie
Warme overdracht
Trajectuitvoering
- Zorghulpverlening - Oriëntatie - (Beroepsgerichte) scholing - Stage/werkervaring
Bemiddelingsinstantie en/of onderwijsinstituut/ reïntegratiebedrijf
Bemiddelbaar
Scholing
- Beroepsscholing evt. combinatie - Taalverwerving
Beroepsonderwijs
Kwalificatie
Stap 1: Individuele Trajectbegeleiding De uitvoering van het traject staat of valt met de begeleiding. De meeste stimuleringsprojecten kennen een intensieve individuele trajectbegeleiding van hun deelnemers, maar er zijn verschillen in de invulling van de projectorganisatie en de wijze waarop de verantwoordelijkheid voor de begeleiding is geregeld. Als een welzijnsinstelling het project uitvoert, is het meestal een mentor die de deelnemer het hele traject begeleidt. Is een bijstandsconsulent verantwoordelijk voor de uitvoering van het traject, dan zal deze erop moeten toezien dat de deelnemer intensief wordt begeleid. De klantmanager blijft wel het aanspreekpunt voor de cliënt. De meest kenmerkende eigenschap van de stimuleringsprojecten is de integrale aanpak. Deze houdt in dat consulenten zich niet uitsluitend op scholing en werk concentreren, maar ook op zorgtrajecten, zoals vorming, oriëntatie of maatschappelijke begeleiding. Zo kan onmiddellijk aandacht worden besteed aan schulden of het relationele aspect. Kernwoorden van de integrale aanpak zijn vertrouwen,
Forum SZW BW 16
04-09-2003, 11:54:34
17
positieve ondersteuning en coaching. De mentor of klantmanager motiveert de cliënt en voert geregeld gesprekken, waarin wordt nagegaan hoe de trajectonderdelen verlopen en in hoeverre er knelpunten zijn die belemmerend werken. Hulpverlenings- en toeleidingsactiviteiten kunnen gelijktijdig worden ingezet en indien noodzakelijk wordt doorverwezen naar andere (hulp)instanties waarmee men goede contacten heeft. Het vereist van de cliënt veel energie en doorzettingsvermogen om het traject te doorlopen en er kunnen zich momenten voordoen waarop de cliënt minder gemotiveerd is. Dan is de rol van de begeleider essentieel. Deze moet de signalen van een mogelijke terugval vroegtijdig onderkennen en de achterliggende redenen hiervoor, samen met de cliënt, achterhalen. Van belang is de cliënt te ondersteunen in het behoud van zijn motivatie om het traject te voltooien. De begeleider fungeert als een betrokken coach. De begeleiding kan plaatsvinden in twee vormen: a. Begeleiding in het Driehoeksmodel De cliënt krijgt begeleiding vanuit drie disciplines, die het aanbod en de begeleiding hebben afgestemd op de individuele situatie van de cliënt. In deze driehoeksafstemming treedt de mentor op als begeleider tijdens het hele traject, de bijstandsconsulent richt zich op de inkomenskant en de reïntegratieconsulent op de toeleiding naar werk. Na de intake wordt een trajectplan opgesteld en wordt het toeleidingstraject in gang gezet. In de overgangen tussen trajectonderdelen vindt een ‘warme overdracht’ plaats, waarin aan de overgang naar een volgende fase een gesprek voorafgaat van de trajectbegeleider met de cliënt en de betrokken begeleider van het volgende trajectonderdeel. De mentor blijft gedurende het gehele traject stand-by voor de cliënt en voor de uitvoerder van een trajectonderdeel en kan worden ingeschakeld bij stagnatie in de voortgang of bij dreigende uitval. b. Ketenbenadering Ketenbenadering is een specifieke vorm van samenwerking tussen organisaties. Ketens rijgen handelingen van organisaties ten behoeve van een cliënt, een doelgroep, een buurt etc. aan elkaar en verbinden versnipperde verantwoordelijkheden tot een sluitend werkproces. Als werkcontext schept de ketenbenadering ruimte voor maatwerk. Een traject is te beschouwen als een keten-op-maat voor individuele cliënten, gebaseerd op afspraken tussen samenwerkingspartners in de keten. Een optimale keten functioneert als een zelfsturend en zelflerend systeem; partners weten wat ze aan elkaar hebben en spreken af wie wat doet op welk moment. De cliënt vormt het uitgangspunt. Meestal is de klantmanager, werkzaam bij de Sociale Dienst, het vaste aanspreekpunt voor de cliënt. Als trajectcoördinator begeleidt deze de cliënt naar de verschillende trajectonderdelen, maar voert deze activiteiten niet zelf uit.
Forum SZW BW 17
04-09-2003, 11:54:35
18
Stap 2: Uitvoering trajectonderdelen Voor de uitvoering van trajectonderdelen kunnen gespecialiseerde diensten worden ingehuurd. Juist daarom is het van belang dat de trajectbegeleiding goed is geregeld; voor de trajectonderdelen is de cliënt immers meestal aangewezen op andere (gespecialiseerde) organisaties/instellingen. Het traject naar de arbeidsmarkt kan bestaan uit de volgende onderdelen, die afhankelijk van de situatie van de cliënt gelijktijdig ingezet kunnen worden: a. zorghulpverlening (bijvoorbeeld bij schulden, verslaving, psychische problematiek). b. oriëntatie op scholing en arbeid om de beroepsrichting te bepalen. Afhankelijk van de situatie kan gekozen worden voor een cursus, een beroepskeuzetest of een assessment. Voor een beroepskeuzetest is enige taalvaardigheid vereist, terwijl ook rekening moet worden gehouden met de mate van cultuuronafhankelijkheid van zo’n test. Dit is relatief minder aan de orde bij een assessment. Voor een cursus gelden andere criteria zoals het vermogen te werken in groepsverband en de inpasbaarheid van de regelmaat van een cursus. De oriëntatie levert een beroepsrichting op. Van belang is dat de cliënt goed is doordrongen van de route die moet worden afgelegd en van het beroepsniveau dat wordt bereikt als de kwalificatie is behaald (zoals het verschil tussen een beginnend en een volleerd vakman/vrouw). Dit voorkomt teleurstelling, motivatieproblemen en tijdverlies bij een overstap naar een andere beroepsrichting. c. Afhankelijk van de gekozen beroepsrichting kan een beroepsgerichte scholing nodig zijn om de beroepskwalificatie te behalen, vaak gecombineerd met een stageperiode. Een verlengde stageperiode of een werkervaringsperiode kan helpen de praktische beroeps- en arbeidservaring (weer) op te doen. Een duaal traject, waarin scholing en het opdoen van werkervaring worden gecombineerd wordt tegelijkertijd de taalvaardigheid verbeterd en wordt het traject op een voor de cliënt efficiënte en zinvolle wijze ingevuld. Aan het eind van het traject van scholing en het opdoen van werkervaring moet de cliënt bemiddelbaar worden geacht.
Randvoorwaarden Uit gesprekken met projectleiders en projectmedewerkers is een aantal randvoorwaarden naar voren gekomen met betrekking tot de organisatievorm van een traject: 1. Gedurende het traject vervult de begeleider een brugfunctie. Daartoe moet de begeleider beschikken over kennis van en inzicht in de (culturele) achtergronden van de doelgroep(en) in de Nederlandse samenleving. Ook moet de
Forum SZW BW 18
04-09-2003, 11:54:35
19
2.
3.
4.
5.
6.
begeleider het vermogen hebben te analyseren, zich in te leven in de situatie van de cliënt en anderen te activeren. Het traject wordt bij voorkeur ingebed bij een Sociale Dienst. Een gemeentelijke instelling beschikt vaak over de benodigde financiële middelen om arbeidsmarkttoeleidende of zorgtrajecten in te kopen. Bovendien maakt een inbedding bij een gemeentelijke Sociale Dienst het gemakkelijker om tot afstemming te komen met andere gemeentelijke beleidsafdelingen. Tegen de achtergrond van de nieuwe Bijstandswet per 1 januari 2004 (Wet werk en bijstand) zal de klantmanager, die in dienst van de Sociale Dienst de begeleiding van de cliënt coördineert, een goede samenwerking moeten creëren tussen de verschillende partijen, die elk hun expertise inzetten om de cliënt te begeleiden. Over de taakverdeling dienen duidelijke afspraken te worden gemaakt. Functioneel en fysiek beweegt de klantmanager zich zo dicht mogelijk bij de andere partijen, opdat er korte communicatielijnen zijn. Vanuit de éénloket gedachte is een centrale huisvesting, waar verschillende vormen van dienstverlening zijn samengebracht en waar gemakkelijk afstemming kan plaatsvinden, denkbaar. Bij aanvang van een project, vooral bij de werving en intake, dient de klantmanager zelforganisaties, de mentor en andere actoren bij het traject te betrekken. binnen het netwerk is een vorm van coördinatie nodig om onderlinge afstemming te bevorderen en de voortgang in de werkzaamheden te bewaken.
Het Rotterdamse SPAG-project (SPAR) kent verschillende instrumenten in het driehoeksmodel om de deelnemers te begeleiden. De lijnen zijn kort omdat de projectmedewerkers fysiek zijn ondergebracht bij de districtskantoren van de dienst SoZaWe zijn de communicatielijnen kort. Teamchefs van het districtskantoor sturen de projectmedewerkers aan. De medewerkers zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het realiseren van de doelstellingen en de afspraken over werk en werkwijze van SPAR. Het projectteam bespreekt cliënten aan de hand van de casuïstiek. Signalen en knelpunten uit de dagelijkse praktijk worden vastgelegd en besproken. Aan de hand van de signalen uit de uitvoering kunnen de teamchefs en de inhoudelijk managers van SPAR bezien welke acties en activiteiten ingezet moeten worden om de integratie van de deelnemers uit de doelgroepen te bevorderen.
Forum SZW BW 19
04-09-2003, 11:54:36
Fase 4 Uitstroom en Uitval 20
Inleiding Als een cliënt de deelname aan een traject beëindigt, wordt gesproken van uitstroom. Uitstroom doet zich voor in twee vormen: Uitstroom: de deelnemer heeft alle geplande trajectonderdelen afgerond of heeft werk of scholing gevonden zonder alle trajectonderdelen te hebben doorlopen. Uitval: de deelnemer haakt voortijdig af, zonder geplande trajectonderdelen te doorlopen en zonder dat sprake is van instroom in werk of scholing. Bij uitstroom bemiddelt een reïntegratiebedrijf de cliënt naar regulier werk. Als een reïntegratiebedrijf geen deel uitmaakt van het SPAG-project, bestaat de kans dat men de cliënt bij overdracht uit het oog verliest. Dit is mede afhankelijk van de verantwoordelijkheid van de klantmanager of mentor en van de cliënt. Bij de beschrijving van de begeleidingsmodellen (het driehoeksmodel en ketenbenadering) in fase 3 is een ‘warme overdracht’ van de cliënt genoemd; waarbij de overdracht plaatsvindt door middel van een gesprek tussen cliënt, klantmanager, begeleider en de medewerker van het volgende trajectonderdeel. De voortgang wordt besproken, wederzijdse verwachtingen van partijen worden uitgesproken en er worden afspraken gemaakt. Zo’n warme overdracht beperkt de uitval. Uitsluitend een dossieroverdracht dient in alle gevallen te worden vermeden. In trajecten die tot een succesvolle uitstroom hebben geleid, lag de nadruk op extra begeleiding en nazorg. Fase 4 Uitstroom: Stappen Toeleiding naar de arbeidsmarkt
Forum SZW BW 20
Acties
Uitvoering
Resultaat
Bemiddeling - Sollicitatie/job Consulent hunting reïntegratie - Sollicitatietraining - Werkervaring - Aansluiting werkgele genheidsprojecten
(Vrijwilligers)werk Werkervaringplek
Nazorg
Begeleiding na plaatsing
Consulent reïntegratie/ mentor/ klantmanager
Behoud van werk
Uitval
- Huisvesting - Kinderopvang - Schuldhulpverlening - Kort traject - Eén aanspreekpunt
Hulpverlening/ mentor
Extra kans Beschikbaar Arbeidstoeleiding
04-09-2003, 11:54:36
21
Stap 1: Bemiddeling De reïntegratieconsulent maakt een match tussen de capaciteiten van de cliënt en een werkplek. Voordat de match plaatsvindt, wordt de vacature besproken met de cliënt en wordt ondersteuning aangeboden in de vorm van sollicitatietraining; hulp bij het schrijven van een eenvoudige sollicitatiebrief, ondersteuning tijdens het sollicitatiegesprek en eventueel feedback op het sollicitatiegesprek. Indien de deelnemer weinig ervaring heeft op de arbeidsmarkt, is een werkervaringstraject door middel van (meeloop)stage of vrijwilligerswerk een vereiste. De cliënt krijgt daardoor een beter beeld van een werksituatie en kan beoordelen of de werksituatie overeenkomt met zijn verwachtingen en beroepswensen. De aansluiting bij of het ontwikkelen van werkgelegenheidsprojecten met baangaranties, biedt de cliënt meer houvast voor.
Stap 2: Nazorg Ter voorkoming van uitval na plaatsing biedt de consulent werkplekbegeleiding aan, in de vorm van periodieke gesprekken met de cliënt en de werkgever. Deze gesprekken kunnen plaatsvinden op het kantoor van de consulent of in het bedrijf waar de cliënt werkzaam is. Als sprake is (geweest) van een meervoudige problematiek, verdient het aanbeveling een bredere nazorg te bieden, totdat alle leefgebieden stabiel zijn. Op deze manier valt de deelnemer niet terug in zijn oude situatie.
In Rotterdam wordt zowel bij GOALS als HEDEF de cliënt eerst besproken met het reïntegratiebedrijf, waarna warme overdracht plaatsvindt. Groepsbemiddeling werkt positief bij de deelnemers van de Antilliaanse- en Arubaanse groep en de Turkse - en Marokkaanse groep. De deelnemers komen bij elkaar en nemen onder leiding van de consulent vacatures door op Internet en in de krant. De deelnemers leren naar vacatures te kijken, door een vacatureanalyse te maken. Zij krijgen hulp bij het schrijven van eenvoudige brieven en bij de voorbereiding op sollicitatiegesprekken. Als leden van de groep eenmaal aan elkaar gewend zijn en zien dat zij in een vergelijkbare situatie verkeren, bieden zij elkaar ondersteuning. De reïntegratieconsulenten voeren de voortgangsgesprekken met de cliënt in een ruimte bij de Sociale Dienst, waar ook de mentor en de bijstandsconsulent gehuisvest zijn. Dit is een vertrouwde plek voor de cliënt en zo nodig kan de mentor direct worden ingeschakeld bij problemen.
Stap 3: Uitval Als een cliënt niet meer deelneemt aan de trajectactiviteiten en de projectmedewerker diens dossier (voorlopig) sluit zonder dat een succesvolle uitstroom naar
Forum SZW BW 21
04-09-2003, 11:54:36
22
werk of scholing heeft plaatsgevonden, is er sprake van uitval. Slecht geregelde huisvesting, waardoor mensen vaak moeten verhuizen, het ontbreken van kinderopvang en detentie zijn de belangrijkste redenen voor uitval. Uitval is te beperken door: Continuïteit in het traject; van belang is, dat zich zo weinig mogelijk wijzigingen voordoen in het personeelsbestand en in de huisvesting en dat de samenwerking tussen de partijen in de uitvoering gehandhaafd blijft; Eén aanspreekpunt voor de cliënt vanaf de start tot na de plaatsing. Dit betekent dat niet alleen outreachend moet worden gewerkt bij de werving, maar ook gedurende de uitvoering van het traject; Een trajectduur die niet te kort is om (weer) grip te krijgen op het arbeidsleven en niet te lang om zicht te blijven houden op het einddoel en gemotiveerd te blijven; De inzet van flankerende diensten, zoals kinderopvang, oplossen van de schuldenproblematiek, voorkoming van wachttijden bij instanties, et cetera; Deelname aan het project is niet vrijblijvend en de deelnemer weet dat zo nodig sancties worden toegepast in de vorm van kortingen op de uitkering. Daartegenover moet men bij het succesvol afronden van het traject ook een beloning (incentives) durven toepassen.
Randvoorwaarden Aan een succesvolle uitstroom (en het voorkomen van uitval) worden de volgende randvoorwaarden verbonden: 1. Ook bij bemiddeling vindt een ‘warme overdracht’ plaats. Het is dan ook van belang de bemiddelingsinstantie vroegtijdig in het traject te betrekken. 2. In de bemiddeling wordt ingezet op meerdere activiteiten: sollicitatie, job hunting, aansluiting bij werkgelegenheidsprojecten, het aanspreken van het netwerk van werkgevers. 3. Na plaatsing wordt nazorg verleend aan de cliënt en de werkgever. Er worden maatregelen genomen om uitval tegen te gaan, zoals continuïteit in de dienstverlening, één aanspreekpunt voor de cliënt, inzetten van flankerende diensten, een trajectduur die is afgestemd op de situatie van de cliënt en het gebruik van sanctie - en beloningsmogelijkheden.
Volgens de reïntegratieconsulenten van het HEDEF- en het GOALS-project in Rotterdam is detentie of verslaving vaak een reden voor uitval. De reïntegratieconsulent probeert dan toch contact te houden met de cliënt, door hem te blijven opzoeken en een luisterend oor te bieden. Als de situatie dit toelaat, bijvoorbeeld na beëindiging van de detentie, probeert de consulent weer gesprekken te plannen over een vervolgtraject, opdat de cliënt niet terugvalt in oude patronen.
Forum SZW BW 22
04-09-2003, 11:54:37
Randvoorwaarden voor succesvolle stimulering van allochtone groepen 23
De Stimuleringsprojecten voor Allochtone Groepen in de verschillende gemeenten hebben op hun eigen manier invulling gegeven aan het ontwikkelen van effectieve methoden om de doelgroep te bereiken, te activeren en te begeleiden naar de arbeidsmarkt. De projecten geven vooral inzicht in de wijze van benadering en begeleiding van de groepen, de trajecten die de meeste kans van slagen hebben en de eisen die gesteld moeten worden aan de projectmedewerkers, de projectorganisatie en -vorm. Op grond van de ervaringen zijn de belangrijkste elementen weergegeven. Deze bieden een handvat voor het opstarten van soortgelijke projecten.
Werving en instroom -
‘ken je klant’: kenmerken van de doelgroep, contacten met organisaties e.d. een actieve benadering van de cliënt: persoonlijk, toegankelijk en laagdrempelig, integraal en vraaggericht; netwerk van wijkwelzijnsorganisaties, zelforganisaties en sleutelfiguren betrekken bij de werving; ter ondersteuning van de werving lokale (allochtone) media (kranten, radiouitzendingen in de eigen taal e.d.) inschakelen; projectmedewerkers weten wat er speelt en leeft binnen de doelgroep die zij bedienen; projectmedewerkers hebben dezelfde etnische achtergrond als de doelgroep en spreken letterlijk en figuurlijk de taal van de deelnemers; projectmedewerkers bouwen een vertrouwensband op met de deelnemers; er worden flankerende diensten ingezet, zoals kinderopvang, huisvesting, zorgtrajecten, et cetera.
Intake en trajectplan -
Forum SZW BW 23
de intake wordt gehouden door deskundig personeel (luistervaardigheid, analytisch); op grond van een vragenlijst vindt eenduidige registratie plaats; eenduidigheid in vormgeving trajectplan; vraaggericht en integraal (verschillende leefgebieden en werkterreinen) werken; korte (individuele) trajecten, maatwerk per cliënt en afsluiten met concreet perspectief op werk; korte scholingstrajecten.
04-09-2003, 11:54:37
24
Trajectuitvoering -
-
inbedding bij de Sociale Dienst; coördinatie netwerk bij klantmanager; begeleid doorverwijzen naar andere instellingen; klantmanager betrekt bij aanvang diverse partijen in het netwerk; de dienstverlening vindt plaats zo dicht mogelijk in de buurt van de cliënt en plaatst de diverse onderdelen van het traject, zowel functioneel als fysiek, dicht bij elkaar. Bij voorkeur werken in elk geval de mentor, de klantmanager en de reïntegratieconsulent in hetzelfde gebouw; hulpverlenings - en toeleidingsactiviteiten worden gelijktijdig ingezet; deelnemers worden gedurende het gehele traject intensief begeleid; er is regelmatig kort contact met de deelnemers; de klantmanager heeft handelingsvrijheid.
Uitstroom -
-
warme overdracht van de cliënt; verschillende activiteiten worden naast elkaar ingezet, zoals sollicitatie op werkaanbod, aansluiting zoeken bij bestaande werkgelegenheidsprojecten en zoeken naar specifieke banen (job hunting); Na plaatsing wordt nazorg aangeboden aan de cliënt en de werkgever (tot een half jaar na uitstroom); continuïteit van dienstverlening; één aanspreekpunt voor de cliënt; op cliënt afgestemde trajectduur; aanbod flankerende diensten; sanctie- en beloningsmogelijkheden.
Projectorganisatie en vorm -
-
-
Forum SZW BW 24
vanaf de start van een traject wordt samenwerking tot stand gebracht tussen partijen met verschillende competenties, op het gebied van arbeidstoeleiding en hulpverlening; er wordt een netwerk gevormd, waarin hulpverleningsinstellingen, zelforganisaties en invloedrijke personen (sleutelfiguren) vertegenwoordigd zijn; strategisch managers van relevante organisaties (o.a. arbeidsmarktrelevante instellingen, welzijn, politie en justitie) vormen een netwerk (bijvoorbeeld een regiegroep) dat erop toeziet dat naast het reguliere aanbod ook bijzondere diensten worden aangeboden aan bepaalde doelgroepen; uitvoerders uit verschillende instellingen vormen een klankbordgroep. Ideeen van het uitvoerend niveau worden doorgeven aan de regiegroep; coördinatie vanuit de gemeente bij projectoverstijgende problemen, zoals het ontbreken van kinderopvang of adequate huisvesting.
04-09-2003, 11:54:38
Literatuurlijst 25
Sociale activering, een brug tussen uitkering en betaalde arbeid, T.v.d. Pennen, SCP 2003 Sociale activering, strategieën en methoden voor lokaal welzijnswerk, P. Vlaar en J. Keesom, NIZW 1997 Werk en Aandacht, een methode voor de opheffing van armoede en uitsluiting onder vrouwen en ouderen in Amsterdam, M. Kamperman en C. Tenhaeff, NIZW 1998 RADAR, Na Kaminda, Handboek Antilliaanse en Arubaanse jongeren, Elsevier, Den Haag, 1999 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Antillianen en Arubanen naar werk: evaluatie van de experimentele stimuleringsprojecten voor Antilliaanse en Arubaanse jongeren, Elsevier, Den Haag, 2001 Regioplan en Research voor Beleid, Stimuleringsprojecten Allochtone Groepen, derde tussenrapportage, 2003 Regioplan en Research voor Beleid, Stimuleringsprojecten Allochtone Groepen, eerste tussenrapportage, 2002
Forum SZW BW 25
04-09-2003, 11:54:38
Contactpersonen stimuleringsprojecten 26
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie afdeling Arbeidsmarktbeleid Bijzondere groepen Doelgroepen Beleid Projectcoördinator Mw. A. Muller 070-3336271 ALMERE M. Koens (p) 036 - 533 52 35 R. Fox (b) 036 - 539 93 30
HAARLEM D. van Kampen (p) 023 - 518 51 65 H. Huisman (b) 023 - 511 57 08
ARNHEM R. Huberts (p) 026 - 359 41 86 (I) M. Kauffman (b) 026 - 377 48 69
HALDERBERGE M. Fawzi (p) 0165 - 32 02 80 P. Luyten (b) 0165 - 39 05 01
BREDA A. Azoul (p) 076 - 522 30 50 (I) S. Mattitaputi (p) 076 - 521 87 62 E. Langer (b) 076 - 529 46 31
HOORN F. van Sauers (p) 0229 - 25 91 91 M. El Feddali (b) 0229 - 25 26 58
CAPELLE A/D IJSSEL K. Stoel (p/b) 010 - 284 83 49
LEERDAM J. Danz (p) 0345 - 63 95 95 J. van Rooij van Weijnen (b) 0345 - 63 61 71
CULEMBORG E. Rutgers (p/b) 0345 - 47 79 01(I) DEN BOSCH M. Soussi (p) 073 - 615 47 37 DEN HAAG S. Akyol (p) 070 - 388 7118 (I) M. van der Maazen (b) 070 - 370 16 28 DEN HELDER M. Otterloo (p) 0223 - 66 93 93 E. de Jong (p) 0223 - 66 93 93 R. Zijlstra (b) 0223 - 67 13 15 DEVENTER H. Ugural (p) 0570 - 69 39 00 D. Meboer (p) 0570 - 69 39 00 DORDRECHT A. Adriaanse (p) 078 - 639 87 34 EINDHOVEN F. Cheung San (p) 040 - 243 24 66 N. Lathouwers (b) 040 - 238 28 52 ENSCHEDE S. Akyar (p) 053 - 481 44 49 GOUDA M. ter Heegde (p) 0182 - 68 81 57 (I) M. Pieterse (b) 0182 - 58 86 23
LELYSTAD A.Rene (p) 0320 – 220814 (I) T. Donker (b) 0320 – 27 87 48 NIJMEGEN M. Bak (p) 024 - 3292171(I) A. Mouahbi (p) 06 - 28 4740 63 (I) T. Speller (p/b) 024 - 329 93 88 ROTTERDAM H. Zerouali (p) 06 - 23 74 53 48 H. Breeveld (p) 010 - 490 32 39 (I) G. Roër (b) 010 - 490 32 39 (I) TILBURG C. Yenice (p) 013 - 532 14 36 T. Boersma (p) 013 - 464 15 81 C. Maessen (b) 013 - 542 98 94 VLISSINGEN H. Dikowski (p) 0118 - 48 72 68 J. Kelholt (b) 0118 - 48 72 68 ZALTBOMMEL A. Maar (b) 0418 - 68 16 81 ZWOLLE R. Wolters (p) 038 - 422 49 33 R. Peeters (b) 038 - 498 22 85 LEIDEN M. Saddouki (p) 071 - 513 73 17 E. van der Horst (b) 071 - 576 93 77
GRONINGEN W. Vroege (p) 050 - 367 51 63 A. Jansen (b) 050 - 367 53 86 (I) = is geinterviewd t.b.v de handreiking (p) = projectleider (b) = beleidsmedewerker
Forum SZW BW 26
04-09-2003, 11:54:38
27
ALMELO M. Hilberts (p) 0546 - 54 18 95 M. Huisman (p) 0546 - 54 18 79 G. Lenferink (b) 0546 - 54 19 15 REGIOPLAN Dhr. S. Mateman 020 - 53 15 315
DOESBURG N. Sucu (p) 0313 - 47 28 29 Peters (b) 0313 - 48 13 27 RESEARCH voor BELEID Mw. E. Mandos (071) 525 37 37
Regiocoördinatoren vanuit RADAR West & Zuid: Midden & Noord-West: Oost:
Forum SZW BW 27
Emine Bozkurt, Jessey Jacobus, Chris Smallenbroek,
06 - 51 13 41 50 (I) 06 - 53 11 53 21 (I) 06 - 51 09 17 63 (I)
04-09-2003, 11:54:39
Bijlagen 28
Forum SZW BW 28
Best-Practices SPAG-projecten
p. 29
Voorbeeld intakeformulier (Gemeente Den Haag, project ‘De Gids’)
p. 37
Voorbeeld trajectplan (Gemeente Nijmegen, project TUMA)
p. 39
04-09-2003, 11:54:39
Best-Practices SPAG-projecten 29
In het volgende overzicht worden de verschillende fasen van het primaire proces van het dienstverleningsconcept, de te nemen stappen en acties geïllustreerd a.d.h.v. enkele best practices die in de SPAG-projecten zijn ontwikkeld. Fase 1 Wervingen
Stappen
Acties
Best practices
Geëigende Wervingsvormen (actief)
- Bestanden Sociale Dienst - Vindplaatsgericht - Outreaching - Tupperware
Rotterdam: project SPAR Breda: project Pa Pan Mayan Breda: project HAD Deventer: project Werksana
Aanvullende wervingsvormen (passief)
- Ledenbestand zelforganisaties Deventer: project Werksana - Publiciteitscampagne Rotterdam: project SPAR
Flankerende diensten
- Kinderopvang - Psychosociale hulp - Schuldhulpverlening - Huursubsidie
2 Intake en Trajectplan
3 Uitvoering traject
Intake
Intakegesprek(ken)
Breda: project Pa Pan Mayan R’dam: project GOALS en HEDEF Den Haag: project de GIDS
Trajectplan
In tijd, uitvoering en kosten uitgezette actiepunten
Nijmegen: project TUMAP Gouda: project Meftah Deventer: project Werksana
Individuele trajectbegeleiding
- Driehoeksmodel
Arnhem R’dam: project SPAR Almere: project Un Kaso Di Balansa Lelystad: project Compa Nanzi
- Ketenbenadering
4. Uitstroom
Forum SZW BW 29
R’dam: project GOALS Culemborg: project Horizon Rotterdam: project GOALS Almere: project Un Kaso Di Balansa Rotterdam: project GOALS
Trajectuitvoering
- Zorghulpverlening - Oriëntatie - Beroepsgerichte scholing - Stage/werkervaring
Rotterdam: project GOALS Deventer: project Werksana Gouda: project Meftah
Scholing
- Beroepsscholing evt. combinatie taalverwerving
Deventer: project Werksana
Bemiddeling
- Sollicitatie/job hunting - Sollicitatietraining - Werkervaring - Aansluiting bij werkgelegenheidsprojecten
Rotterdam: project GOALS/HEDEF
Deventer: Werksana
Lelystad: project Compa Nanzi
04-09-2003, 11:54:39
30
Best-Practices t.a.v. Werving De actieve wervingsmethoden Instroom via de bestanden van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in Rotterdam, project HEDEF De werving via de bestanden van de Sociale Dienst levert meer deelnemers op, omdat dit de officiële instantie is die de uitkering beheert. De werkzoekende wordt vooraf op de hoogte gesteld van de sanctiebepalingen die van invloed kunnen zijn op het niet meewerken aan de voorgestelde activiteiten om in te kunnen stromen in een reguliere functie op de arbeidsmarkt. Voor niet-willigen kan dit betekenen dat wordt voorgesteld om de uitkering te beëindigen. Vindplaatsgericht werken in Breda, project Pan Pa Mayan Door middel van vindplaatsgericht werken leggen de medewerkers van Pan Pa Mayan contact met Antilliaanse en Arubaanse jongeren. Vindplaatsen zijn onder andere de omgeving van het station, coffeeshops, het park en jongerencentra. Het regelmatig bezoeken van de vindplaatsen is van belang om contacten te onderhouden en aan een vertrouwensrelatie met de doelgroep te werken. Het bouwen aan vertrouwen vergt veel aan tijdsinvestering en energie. Wanneer de medewerker een jongere individueel benadert en hem de ruimte geeft om over zijn problemen te praten, wordt dat vaak gewaardeerd. De medewerkers verstrekken informatie over het project Pan Pa Mayan en nodigen de jongeren uit om vrijblijvend langs te komen voor een oriënterend gesprek. Bij een hulpvraag maakt de medewerker, in vervolggesprekken, een inventarisatie van problemen op andere leefgebieden. Op vindplaatsen komen de medewerkers ook jongeren tegen die tegen het criminele circuit aanleunen, maar in eerste instantie niet behoren tot de doelgroep voor het project (geen uitkering, niet bij het CWI ingeschreven). Het succes van de werkmethodiek van Pan Pa Mayan ligt in de laagdrempelige benadering. Outreaching in Breda, project HAD Stichting Palet werft als projectuitvoerder de deelnemers voor de Gemeente Breda, waarna de gemeente beslist welk traject geschikt is voor de deelnemer. Intermediairs van Palet fungeren als tussenpersoon tussen de casemanager en de cliënt. Deze intermediairs zijn afkomstig uit de Turkse of Marokkaanse doelgroep, wonen in Breda, hebben een bepaald sociaal aanzien en kennen de sociale kaart. De intermediairs wonen activiteiten bij in de wijken (sociaal-cultureel werk of zelforganisaties) en spreken bezoekers aan om ze te interesseren voor het project. Behalve met intermediairs werkt Palet ook met mentoren, die op vrijwillige basis verbonden zijn aan dit project. Mentoren zijn zowel mannen als vrouwen uit de doelgroep van de cliënt. Zij hebben een arbeidstoeleidings- of scholingstraject succesvol afgerond en vervullen een voorbeeldfunctie voor de groep (vooral voor de jongeren). Tijdens huisbezoeken vertellen de mentoren over hun eigen ervaringen. Ook bezoeken ze de bibliotheek waar ze de jongeren aanspreken.
Forum SZW BW 30
04-09-2003, 11:54:40
31
Tupperware-methodiek in Deventer, project Werksana Deze methodiek maakt gebruik van de bestaande netwerken van personen van (in dit geval) Turkse afkomst om in een informele sfeer voorlichting te geven over werk- en scholingsprojecten. De Tupperware-methodiek wordt ook ingezet in een andere vorm: in samenwerking met buurtmoeders van Turkse afkomst worden op wijkniveau bijeenkomsten georganiseerd. De deelnemers worden in eigen voertaal geïnformeerd over de arbeidsmarkt
De passieve wervingsmethoden Ledenbestand van zelforganisaties in Deventer, project Werksana In het Deventer wordt samengewerkt met zelforganisaties, door hen aan te spreken op hun functie van belangenbehartiger. Via het ledenbestand van de zelforganisaties wordt de dienstverlening van het project aan de doelgroepen bekend gemaakt. Instroom via de publiciteitscampagne in Rotterdam, project SPAR Een publiciteitscampagne wordt op touw gezet om het project SPAR binnen de deelgemeenten bekend te maken. Moskeeën, jongerencentra en relevante zelforganisaties worden ingeschakeld om dit doel te bereiken. Verder wordt er zo veel mogelijk gebruikgemaakt van netwerken binnen de verschillende doelgroepen. Via de lokale media wordt ook aandacht besteed aan het project. Daarnaast worden maatschappelijke organisaties in de deelgemeenten geïnformeerd en die geven hieraan actief vervolg door de doelgroepen over het project te informeren door middel van persoonlijke presentatie en foldermateriaal. Tevens worden voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd in samenwerking met de zelforganisaties.
Best-practices t.a.v. enkele veelvoorkomende flankerende diensten Kinderopvang in Rotterdam, project GOALS De wachtlijst kinderopvang wordt voor de doelgroep zo kort mogelijk gehouden. Zodra een klant aangeeft wanneer ze kan beginnen met een traject naar scholing of arbeid, meldt de mentor het kind (kinderen) direct aan bij het kinderdagverblijf. Psychosociale hulp: Ziektebelevingsproject in Culemborg, project Horizon Het ziektebelevingsproject is opgezet voor Marokkaanse mannen met vage, nietobjectiveerbare klachten, zoals maagpijn, pijn in de rug en psychische klachten. Er is een psycholoog van allochtone afkomst ingeschakeld die gespecialiseerd is in begeleiding van arbeidsgehandicapte allochtonen. Hij heeft instrumenten ontwikkeld om de groep te testen. Deze test geeft de deelnemers meer zelfinzicht, onder meer op het gebied van waarden en normen en van zaken die een persoon belangrijk vindt. De psycholoog voert de begeleiding samen met de trajectbegeleiders uit.
Forum SZW BW 31
04-09-2003, 11:54:40
32
Schuldhulpverlening in Rotterdam, project GOALS Door de goede contacten van de mentor met de Sociale Verzekeringsbank kan er invloed uitgeoefend worden op de procedure van schuldhulpverlening. De mentor vult ook de formulieren voor schuldhulpverlening in voor de cliënt en hij maakt een situatieschets van de cliënt ten behoeve van de schuldhulpverlenende instantie ten behoeve van het treffen van een schuldsaneringsregeling. Schuldhulpverlening in Almere, project Un Kaso Di Balansa (Kompaan) Instrumenten die in dit project worden gehanteerd zijn: intake, schuldbehandelingsformulier, verklaring van geen bezwaar, hulpverleningovereenkomst, inkomsten, uitgaven en schuldenoverzicht, berekening van de afloscapaciteit en plan van aanpak (het trajectplan). Regelen van huursubsidie in Rotterdam, project GOALS Jongeren die kort in Nederland gevestigd zijn, wonen vaak in bij familie of huren een kamer bij een particulier. De mentor heeft de huursubsidieformulieren in het Papiaments vertaald, zodat deze begrijpelijk zijn voor de doelgroep en helpt ook bij het invullen van de formulieren. Met het huurteam heeft de mentor een regeling getroffen dat de huur wordt betaald via de Sociale Dienst, zodat de huurders niet snel in de schulden komen.
Best-Practices t.a.v. Intake Intake gesprek in Breda, project Pan Pa Mayan Via de methodiek van het straathoekwerk wordt eerste hulp geboden. Hulpvragen en het tempo worden bepaald door de jongere zelf. Er wordt nog niet gewerkt op basis van vaste afspraken. Er zijn korte gesprekjes, waarin vaak praktische zaken worden besproken, en er wordt, voorzover jongeren die zelf niet kennen.De eerst problemen komen naar boven en worden in kaart gebracht. De jongere wordt aangesproken op de eigen verantwoordelijkheid om zo positieve stappen te zetten, negatief gedrag wordt niet veroordeeld, maar gebruikt als middel om verder te praten. Er wordt gekeken naar problemen op verschillende leefgebieden, zoals huisvesting, arbeid scholing, tijdsbesteding, financiën, sociale omgeving, gezondheid en politie/justitie. Intake gesprek in Rotterdam, project GOALS en HEDEF Het project GOALS kent een mengvorm van vraaggericht werken en arbeidstoeleiding, waarbij deze functies door verschillende functionarissen worden vervuld. De intake van Antilliaanse en Arubaanse jongeren maakt deel uit van een veelzijdig verkenningsproces. In het eerste gesprek worden vooral de hulpvragen geïnventariseerd: wat wil de cliënt, wat kan hij en wat zijn de mogelijkheden om dat te bereiken. Bij de intake geeft de mentor uitleg over stukken van officiële in-
Forum SZW BW 32
04-09-2003, 11:54:41
33
stanties en zorgt dat de bestaande regelingen met betrekking tot de ABW (kinderopvang), huursubsidie, kinderbijslag (SVB), studiefinanciering, schuldregelingen, zorg (RIAGG, schoolbegeleiding, maatschappelijk werk) optimaal benut worden en toegankelijk worden voor de doelgroepen. In het project HEDEF gebeurt de intake ongeveer op dezelfde wijze als bij GOALS, waarbij de situatie van cliënt het uitgangspunt is. Om de cliënt te bereiken, maakt men vaak gebruik van de partner die al langer in Nederland woont of hier is opgegroeid. Die partner spreekt de taal en is beter op de hoogte van regelgeving. De mentoren/klantmanagers geven aan dat ze de deelnemers al bij de intake duidelijkheid en eerlijkheid willen verschaffen. Bij jongeren proberen ze bij de gedachtenwereld van deze groep aan te sluiten. Dit geeft jongeren het vertrouwen dat ze op iemand kunnen terugvallen. Hetzelfde geldt voor de Antilliaanse en Arubaanse groep. Intake gesprek in Den Haag, project De GIDS In Den Haag hanteert men hetzelfde concept als in Rotterdam, met dit verschil dat men de cliënt na de intakefase in groepsvorm bespreekt om op grond van de ingewonnen informatie gezamenlijk te bepalen of de cliënt tot de doelgroep behoort en of hij bij de juiste trajectbegeleider is ingedeeld. Twee weken na het eerste gesprek wordt de cliënt ingebracht in de cliëntenbespreking.
Best-Practices t.a.v. het trajectplan Preventie schooluitval in Gouda, project Meftah Meftah gaat bij wijze van experiment aan vijf jongeren een geheel schooljaar begeleiding bieden. Doel van die begeleiding is uitval van deze jongeren te voorkomen en tevens ervaring op te doen. Met het reïntegratiebedrijf zijn afspraken gemaakt over het zoeken van een geschikte stageplek bij bedrijven voor de jongeren die deelnemen aan dit experiment. Toezicht door Jongeren (TDJ) in Gouda, project Meftah Dit is een project voor jongeren tussen 15 en 23 jaar die mee willen werken aan de leefbaarheid van de wijk. Deze jongeren werken samen met een agent ongeveer 20 uur per week als toezichthouders in de wijk. Twaalf uur per week volgen zij training. Jongeren die een ander traject volgen bij Meftah kunnen doorstromen naar dit project om werkervaring op te doen en te wennen aan een normaal dagritme. Oriëntatieprogramma voor allochtone vrouwen in Deventer, project Werksana Deze cursus is in Deventer opgezet voor vrouwen die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen en niet weten welk beroep ze willen uitoefenen of welke opleiding ze willen/kunnen volgen.
Forum SZW BW 33
04-09-2003, 11:54:41
34
Doel van het oriëntatieprogramma is het inzichtelijk maken van mogelijkheden en onmogelijkheden voor de deelnemers. Taal- en werkstages in Deventer, project Werksana Het doel van de taalstage is om de deelnemers te laten oefenen in hun spreekvaardigheid Nederlands in de praktijk; hiermee verbeteren ze hun taal– en communicatieve vaardigheden. De deelnemers kunnen kijken wat een beroep inhoudt en welke eisen eraan gesteld worden. Door stage wordt er gewerkt aan een reëel beeld van de mogelijkheden op het gebied van scholing, opleiding en arbeidsmarkt. De deelnemers kunnen toetsen of hun keuze voor een bepaalde beroepsrichting de juiste is. Bij de werkstages krijgen de consulent en de deelnemer een reëel beeld van de capaciteiten en beperkingen ten aanzien van arbeid en de gewenste werkomgeving en van passende taken en functies. De deelnemer wordt bij een bedrijf of organisatie in een echte werksituatie geplaatst. Tijdens de stageperiode wordt geprobeerd om een reële beeld van de stagiaire te vormen. Er wordt een stageplan gemaakt en er wordt gewerkt op basis van een stagecontract.
Best-Practices in een driehoeksmodel en ketenbenadering Driehoeksmodel in Rotterdam, project SPAR Om de doelstellingen van het project te kunnen realiseren en de doelgroep een toegesneden aanbod te kunnen bieden, worden in de projectteams de volgende disciplines bij elkaar gebracht: consulent Sociale Zaken en Werkgelegenheid (klantmanager), mentor/maatschappelijk begeleider, consulent reïntegratie Kliq. Aan de hand van casuistiek worden de clienten in de projectteams besproken. Door de intesieve samenwerking binnen het team word de problematiek van de doelgroep integraal aangepakt. Driehoeksmodel in Arnhem Het project is deels ingebed bij het reïntegratiebedrijf Werk en Scholing en deels bij Rijn-Side, een hulpverleningsinstantie die onderdeel vormt van de stichting Samenwerkingsverband Welzijn Arnhem. Deze partijen hebben in december 2001 een boekje uitgebracht waarin zij de aanpak en werkwijze presenteren, met het doel hun ervaring te delen met andere organisaties en individuele werkers die met deze doelgroepen te maken hebben. Speerpunten van de aanpak en werkwijze zijn de inzet van casemanagers, de combinatie van zorg en werk (het combi-traject) en de effectieve driehoek die casemanager, hulpverlener en consulent rond de cliënt vormen. Ketenbenaderingsmodel in Almere, project Un kaso di Balansa Na de intake van de jongeren in het project wordt er een analyse gemaakt van de persoonlijke situatie waarin de deelnemer zich bevindt. Aan de hand van
Forum SZW BW 34
04-09-2003, 11:54:42
35
deze analyse worden de mogelijkheden en onmogelijkheden van het intreden op de arbeidsmarkt in kaart gebracht en wordt er een stappenplan opgesteld. De uitvoering van dit stappenplan geschiedt door middel van integrale persoonlijke trajectbegeleiding. Deze aanpak houdt in dat de projectmedewerker alle instellingen inschakelt die nodig zijn om voor de deelnemer tot materiële en immateriële positieverbetering te komen. De projectmedewerker bewaakt het hele proces van dichtbij om indien nodig te kunnen bijsturen. Ketenbenaderingsmodel in Lelystad, project Compa Nanzi In dit project treedt de consulent op als casemanager en streeft hij ernaar het gehele traject van de deelnemer te regisseren. Alleen de individuele begeleidingsgesprekken worden door de casemanager uitgevoerd. Indien de trajectonderdelen extern worden ingezet streeft de consulent naar een goede afstemming tussen de verschillende partijen.
Best-Practices t.a.v. Trajectuitvoering Trajectuitvoering Gouda, project Meftah De trajectbegeleider ziet de cliënt minimaal twee maal per week. Iedere week worden doelen geëvalueerd en er worden nieuwe doelen gesteld voor de volgende week. De voortgang (evaluatie gestelde doelen; nieuwe doelen) wordt vastgelegd. Wanneer de cliënt zijn mogelijkheden en onmogelijkheden in kaart heeft gebracht en is gestart met het oplossen van problemen, kan worden begonnen met het maken van oriëntatie plannen op de gebieden arbeid, scholing en bemiddeling. De trajectbegeleider heeft wekelijks contact met de cliënt. De afspraken in het trajectplan zijn de leidraad. De contacten worden gebruikt om, zo nodig, direct in te spelen op knelpunten die zich voordoen. Bij gelegenheid kan worden teruggegrepen op aanbod uit de vorige fase. Trajectuitvoering Den Haag, project de GIDS De methodiek van individuele trajectbegeleiding vormt het uitgangspunt. Men is van mening dat ieder individu een andere aanpak nodig kan hebben voor een succesvolle trajectbegeleiding vandaar dat er per individu wordt nagegaan of met de uitgangspunten de beste resultaten bereikt kunnen worden. Tijdens de begeleiding signaleert de trajectbegeleider bepaalde knelpunten die een mogelijke terugval vroegtijdig kan onderkennen en samen met de cliënt de achterliggende redenen achterhalen. Tijdens deze gesprekken wordt de cliënt gemotiveerd om het traject te voltooien. De trajectbegeleider fungeert als betrokken coach. Trajectuitvoering Rotterdam, project HEDEF De projectmedewerkers geven aan dat elk gesprek met de Marokkaanse deelnemer een motiverend gesprek is. Ook in relationele zin ervaren deze deelne-
Forum SZW BW 35
04-09-2003, 11:54:42
36
mers problemen, bijvoorbeeld omdat de partner al langer in Nederland woont, waardoor er soms miscommunicatie ontstaat. De begeleiders (klantmanagers) bieden hiervoor een luisterend oor, cliënten kunnen tijdens kantooruren rechtstreeks bellen, men houdt zich niet aan strikte telefonische spreekuren.
Best-Practices t.a.v. Uitstroom Bemiddeling in Rotterdam, projecten GOALS en HEDEF Een activiteit als groepsbemiddeling werkt positief bij alle deelnemers zowel de Antilliaanse – en Arubaanse groep als de Turkse - en Marokkaanse groep. De deelnemers komen bij elkaar onder leiding van de consulent, die vacatures met ze doorneemt op Internet en in de krant, ze leren naar vacatures te kijken, door een vacatureanalyse te maken. De deelnemers krijgen hulp bij het schrijven van eenvoudige brieven, en bij het voorbereiden van sollicitatiegesprekken. Men beschikt over een netwerk van werkgevers, waarbij de cliënt wordt voorgesteld voor een functie als werkervaringsplaats of regulier werk. Bemiddeling in Lelystad, project Compa Nanzi Het project is ondergebracht bij het leer-werkbedrijf De Loods van Concern voor Werk, waarbij de deelnemers via een modulair programma in staat worden gesteld om zich te oriënteren op de mogelijkheden van de verschillende sectoren, waardoor de begeleiding naar de beroepsrichting vergemakkelijkt wordt. Met de combinatie van enerzijds de opname in een leer-werkbedrijf en anderzijds de aanpak van de sociaal-maatschappelijke problemen en doorgeleiding naar algemene hulpverleningsinstellingen wordt een totaaloverzicht van knelpunten verkregen en kan een samenhangend traject worden gestart.
Forum SZW BW 36
04-09-2003, 11:54:43
Gemeente Den Haag, project ‘De Gids’: Intakeformulier Intakeformulier Persoonsgegevens Code: T.M.: ja/nee Geslacht:
Begeleider:
Geb. datum:
Naam:
Adres:
Intake datum:
Instroomkanaal:
Voornaam:
Postcode:
Plaats:
Woonsituatie:
Kinderen: ja/nee Hoeveel: Leeftijd jongste:
Tel.nr:
Tel.nr:
Geboorteland cliënt:
Geboorteland vader:
Geboorteland moeder:
Nationaliteit:
Vestigingsjaar:
Sofi-nummer:
FASE:
Kopie identiteitsbewijs ingeleverd: ja/nee
Kopie inschrijving AB ingeleverd: ja/nee
Onderwijs Laatst gevolgd onderwijs:
Land en/of adres:
Naam mentor:
Land en/of adres:
Naam mentor:
Land en/of adres:
Naam instelling:
Laatste werkgever:
Land en/of adres: a)
Functie:
Werkgever:
Land en/of adres:
Functie:
Werkgever:
Land en/of adres:
Functie:
Diploma: ja/nee Daarvoor gevolgd onderwijs:
Diploma: ja/nee Cursussen:
Werk
Forum SZW BW 37
04-09-2003, 11:54:43
Forum SZW BW 38
04-09-2003, 11:54:43
Gemeente Nijmegen, project TUMA: Trajectplan TuMaP Stimuleringsproject voor Turken /Koerden en Marokkanen Trajectplan van Traject duurt
6 maanden
1 jaar
Wat willen wij bereiken Reguliere arbeid Duaal-traject Opleiding Uitzendwerk
Vrijwil. Werk WIW-baan ID-baan Anders, namelijk ...
De verschillende stappen om het einddoel te bereiken Reïntegratie traject Scholing Schuldhulpverlening Zorg Activering traj.
Maatsch. Begeleiding Training Sociale vaardigheid. Taaltraining / Ned. Empowerment cursus Anders, namelijk ...
Kinderopvang
In te schakelen voorzieningen Eigen netwerk / tumap Internet/vacaturebank Uitzenbureau ROC Anders, namelijk ...
CWI Sector uitstroom GAK SoZaWe
Tijdsplanning per stap Afspraken m.b.t. de uitvoering (wie doet wat) Tumap: Klant: -
Naam Consulent: Handtekening: Datum:
Forum SZW BW 39
Naam klant: Handtekening: Paraaf teamleider:
04-09-2003, 11:54:43
Forum SZW BW 40
04-09-2003, 11:54:44