HANDREIKING OPLEIDEN TRAINEN OEFENEN IN AANSLUITING OP HET HANDBOEK INCIDENTBESTRIJDING OP HET WATER
Uitgave van het Projectbureau Waterrand Deze uitgave is ook digitaal beschikbaar via www.waterrand.nl
Augustus 2009
Inhoudsopgave 0
ALGEMEEN DEEL OPLEIDEN, TRAINEN EN OEFENEN ...........................................................4 0.1 0.2 0.3
1
DEEL 1 OPLEIDEN ..............................................................................................................8 1.1 1.2
2
Inleiding ....................................................................................................................4 Over deze Handreiking .............................................................................................5 Algemene uitgangspunten ........................................................................................6 Opleidingsdoelen ......................................................................................................8 Opleidingsdoelen per functionaris ..........................................................................12
DEEL 2 OEFENEN .............................................................................................................16 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4
2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5
Multidisciplinaire OTO-kaarten ...............................................................................17 OTO-kaart Melding & Alarmering .................................................................................... 17 OTO-kaart Leiding & Coördinatie .................................................................................... 18 OTO-kaart Veiligheidsprocedures ................................................................................... 20 OTO-kaart Informatiemanagement.................................................................................. 21
Voorbeeldoefeningen uitgewerkt ............................................................................23 Inleiding............................................................................................................................ 23 Draaiboek oefening Melding & Alarmering ...................................................................... 23 Draaiboek “Workshop Waterrand” ................................................................................... 28 Draaiboek “De Ballenbak” - terminologie training............................................................ 37 Draaiboek real-time oefening Waterrand......................................................................... 44
BIJLAGEN ................................................................................................................................61 Bijlage A: Aanvullend veiligheidsplan oefeningen op het water..........................................62 Bijlage B: Briefingsheet oefening ‘Waterrand’ ....................................................................64 Bijlage C: Waarnemingsformulier CoPI ..............................................................................66 Bijlage D: Evaluatieformulier deelnemers...........................................................................70 Bijlage E: Waarnemingsformulieren Meldkamers...............................................................72 Bijlage F: Registratieformulier deelnemers en figuranten...................................................75 Bijlage G: LOTUS beschrijvingen .......................................................................................76 Bijlage H: Afkortingen .........................................................................................................80
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
3
0 Algemeen deel Opleiden, Trainen en Oefenen 0.1 Inleiding Samenvatting
Medio 2009 is het Handboek Incidentbestrijding op het Water uitgegeven, als aanvulling op het Handboek Voorbereiding Rampenbestrijding. Het Handboek is ontwikkeld binnen het project Waterrand in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Met deze planvorming is de basis gelegd voor hulpverlening op het water. Echter pas na de implementatie van de plannen in alle betrokken veiligheidsregio’s en organisaties en na het volgen van een opleidings-, trainings- en oefentraject door de betrokken functionarissen en gremia, kunnen de plannen ook gaan werken. Ter ondersteuning van dit implementatietraject heeft Waterrand in samenwerking met een landelijke expertgroep Opleiden, Trainen en Oefefen (OTO) deze Handreiking OTO samengesteld in aansluiting op het Handboek Incidentbestrijding op het Water. Deze handreiking bevat achtereenvolgens: Deel 1: Opleiden - 1.1: Opleidingsdoelen algemeen - 1.2: Opleidingsdoelen per functionaris Deel 2: Oefenen - 2.1: Multidisciplinaire oefenkaarten - 2.2: Voorbeeld oefeningen en oefendraaiboeken Een richtlijn voor het multidisciplinair OTO beleidsplan is opgenomen in het Handboek Incidentbestrijding op het Water. Steeds is als uitgangspunt gehanteerd dat het Handboek Incidentbestrijding op het Water aansluit op het Handboek Voorbereiding op de Rampenbestrijding van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Kennis van de algemene rampenbestrijding wordt verondersteld bij de genoemde functionarissen aanwezig te zijn. Hetzelfde geldt voor vakinhoudelijke specialistische kennis en vaardigheden. Dit is en blijft de verantwoordelijkheid van de eigen monodisciplinaire kolom. De volgende stap is dat bureau CENS2 adviseert en bevordert dat de opleidingsdoelen bij verschillende opleidingen wordt ondergebracht of dat noodzakelijke bijscholingen worden ontwikkeld.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
4
0.2 Over deze Handreiking Inleiding
Bij de hulpverlening van incidenten op het water zijn meestal meerdere partijen betrokken. Dat kunnen functionarissen zijn, die dagelijks op het water hun werk uitvoeren, maar ook functionarissen die zelden op het water komen of er slechts sporadisch mee te maken krijgen. De structuur waarbinnen deze hulpverlening plaatsvindt, is divers en was voor de partijen vaak onduidelijk. Het landelijke project Waterrand heeft, gezamenlijk met alle bij de hulpverlening op het water betrokken diensten, een eenduidige en heldere werkwijze ontwikkeld. Dit is vastgelegd in het Handboek Incidentbestrijding op het Water. Deze werkwijze is getoetst in een aantal watergebieden en moet nu geborgd worden in de OTO curricula van de sleutelfunctionarissen. In aansluiting op het Handboek Incidentbestrijding op het Water is daarom nu ook een Handreiking Opleiden, Trainen en Oefenen ontwikkeld.
Algemeen doel
Doelstelling van het totale traject van opleiden, trainen en oefenen is: alle bij de hulpverlening op het betreffende water betrokken functionarissen van de verschillende organisaties zijn in staat om als ‘één’ een incident op het water effectief te bestrijden en adequaat af te handelen
Doel
Deze Handreiking moet, in aansluiting op het Handboek Incidentbestrijding op het Water leiden tot het meetbaar benoemen van opleidingsdoelen per functionaris die een rol speelt bij de hulpverlening op het water. Daarnaast is het een praktische handreiking voor de veiligheidsregio’s ter ondersteuning van het implementatietraject, waar opleiden, trainen en oefenen een onderdeel van is.
Doelgroep
Dit document is (in willekeurige volgorde) bestemd voor; - Bureau CENS2 - Opleidingsinstituten - Veiligheidsregio’s - Bij de hulpverlening op het water betrokken organisaties
Andere documenten
Deze Handreiking heeft een relatie met de volgende documenten: Document
Relatie
Handboek Voorbereiding Rampenbestrijding
Is de basis van de rampbestrijdingsorganisatie, zowel op het land als op het water.
Handboek Incidentbestrijding op het Water
Is de basis voor de (voorbereiding op de) incidentbestrijding op het water.
Incidentbestrijdingsplannen op het water
Is de specifieke regionale uitwerking van de hulpverlening bij incidenten binnen een samenhangend risico watersysteem.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
5
0.3 Algemene uitgangspunten Inleiding
De verschillende hulpverleners bij incidenten op het water hebben verschillende achtergronden, maar moeten wel onder dezelfde omstandigheden samenwerken. Om goed voorbereid te zijn op de eigen taak en de samenwerking met andere partijen is het belangrijk dat deze functionarissen voldoende competenties bezitten.
Definities
Competenties Integratie tussen inzicht, vaardigheid, houding en motivatie die iemand in staat stelt om in kenmerkende beroepssituatie het juiste gedrag te laten zien. Opleiden Het bijbrengen van kennis en vaardigheden. Bij opleiden gaat het om nieuwe kennis en vaardigheden en het verwerven van competenties. Oefenen/trainen Het bekwaam blijven door geregelde herhaling. Bij oefenen staat eerder aangeleerde kennis en vaardigheden centraal. Bijscholing De aanvullende opleiding voor reeds opgeleide personen. Bij bijscholing draait het om gewijzigde kennis en vaardigheden. In de praktijk wordt beknopte bijscholing vaak opgenomen in het oefenen, terwijl meer uitgebreide bijscholing als opleiden wordt gezien.
Werkwijze
1. Om inzicht te krijgen in wie wat moet weten en kunnen, is onderscheid gemaakt in de functionarissen op strategisch, tactisch en operationeel niveau. 2. Uit het Handboek Incidentbestrijding op het Water is gefilterd wie wat op welk niveau moet weten en kunnen. 3. Door bureau CENS2: - Worden de van toepassing zijnde aspecten uit het ‘handboek incidentbestrijding op het water’ in de nieuw te ontwikkelen opleidingen (zie projectplan CENS2 ) verwerkt. - Wordt de verbinding gelegd naar de opleidingsinstituten met als doel om de kennis van het handboek in de bestaande (mono en multidisciplinaire) opleidingen te borgen. 4. Door de Kustwacht en de KNRM: - Worden kennis en kunde ingebracht met betrekking tot het proces SAR en maritieme hulpverlening. - Wordt de gelegenheid geboden aan veiligheidspartners om onder voorwaarden aan te sluiten bij bestaande opleidingen met betrekking tot inzet op het water voor het proces SAR. Het uitgangspunt is dat de in dit document geformuleerde opleidingsdoelen aanvullend zijn op de opleidingsdoelen uit het Handboek Voorbereiding Rampenbestrijding. Dit betekent dat kennis van en over rampbestrijding in het algemeen wordt verondersteld al aanwezig te zijn in het opleidingsaanbod. Daarnaast kunnen de in dit document geformuleerde opleidingsdoelen voor sommige functionarissen hun monodisciplinaire core-business betreffen. Dit houdt in dat aanpassing van de bestaande opleidingen in dit geval nauwelijks van toepassing hoeft te zijn.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
6
CENS2
Bureau CENS2 is een samenwerkingsverband tussen het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid, Politieacademie en Nederlandse Defensieacademie heeft tot doel de krachten te bundelen om multidisciplinaire samenwerking te bevorderen. Daarvoor zijn er drie aandachtsgebieden benoemd: 1. Opleidingen 2. Oefenen 3. Kenniscentrum Bij de uiteindelijke implementatie van de opleidingsdoelen in bestaande en nieuwe opleidingen zal CENS2 een makelaarsrol vervullen.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
7
1 Deel 1
Opleiden
1.1 Opleidingsdoelen Inleiding
Bij het opstellen van de opleidingsdoelen is rekening gehouden met wat de hulpverleners op het water en op het land van elkaar moeten weten en wat ze moeten kunnen. Inzicht in elkaars kennis en kunde is belangrijk, hierdoor kan het voorkomen dat opleidingsdoelen die voor een bepaalde functionaris als vanzelfsprekende kennis kunnen worden beschouwd, toch in het overzicht zijn opgenomen. Ook moeten de opleidingsdoelen gezien worden als een aanvulling op de bestaande opleidingsdoelen voor incidentbestrijding op het land. Voor de benodigde kennis is onderscheid gemaakt in niveau A, B, C en D. Bij de invulling is gekeken naar de mogelijke incidentscenario’s die zich op het water kunnen voordoen: 1. Mens en dier in nood 2. Verontreiniging (oppervlakte) water en oevers 3. Ongevall met gevaarlijke stoffen 4. Brand en/of explosie 5. Ordeverstoring 6. Ecologisch incident 7. Aanvaring en/of losgeslagen schip, object of lading
Niveaus
Binnen de niveaus is onderscheid gemaakt tussen kennis op het niveau van kunnen benoemen op hoofdlijnen en meer diepgaande gedegen kennis tot en met het niveau van inzicht hebben. Als de functionaris inzicht heeft in de materie wordt verwacht dat hij binnen dat werkterrein ook problemen op kan lossen. Het totaal van opleidingsdoelen is gecategoriseerd in niveaus: Niveau A Niveau B Niveau C Niveau D
De algemene basiskennis. De meer specifieke kennis die voor functionarissen nodig is om multidisciplinair op te treden. De aanvullende kennis die specifiek in het verlengde ligt van de dagelijkse werkzaamheden. Vaardigheden, noodzakelijk om veilig op het water te kunnen optreden.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
8
Niveau A
Niveau A is een basisniveau en omvat de minimale kennis die: - Zowel op strategisch, tactisch en operationeel niveau aanwezig moet zijn. - Nodig is voor water en landpartijen om met elkaar te kunnen samenwerken. Er is onderscheid gemaakt in oppervlakkige kennis op hoofdlijnen en meer diepgaande kennis over taken/verantwoordelijkheden en bevoegdheden. A1 A2 A3 A4 A5
A6 A7 A8 A9 A10 A11 A12
Kan de belangrijkste risico’s op water in het eigen verzorgingsgebied benoemen. Kan de partners hun taken/verantwoordelijkheden en bevoegdheden bij de afhandeling van incidenten op de Noordzee benoemen1. Kan de partners hun taken/verantwoordelijkheden en bevoegdheden bij de afhandeling van incidenten op ruim binnenwater benoemen2. Kan de partners hun taken/verantwoordelijkheden en bevoegdheden bij de afhandeling van incidenten op het binnenwater benoemen3. Kan de taken/verantwoordelijkheden en bevoegdheden van hulpverleningspartners bij de afhandeling van waterincidenten met effect naar het land benoemen. Kan de hulpverleningsorganisatie bij waterincidenten met effect naar het land op hoofdlijnen benoemen. Kan de hulpverleningsorganisatie bij incidenten op het water op hoofdlijnen benoemen. Kan de processen SAR, nautisch verkeersmanagement, waterkwaliteit, waterkwantiteit en waterkeren op hoofdlijnen benoemen. Heeft inzicht in de hoofdstructuur van de multidisciplinaire hulpverleningsorganisatie bij incidenten op het water. Kan het proces melding en alarmering benoemen Kan de nodige inzetcapaciteit bepalen/inschatten bij een incident op het water4. Kan de belangrijkste nautische termen in relatie tot de incidentbestrijding op het water benoemen.
1
Waaronder kennis van de (Inter)nationale wet en regelgeving voor de Noordzee Waaronder inzicht in kostenoverweging en belangen 3 Waaronder inzicht in kostenoverweging en belangen 4 Waaronder inzicht in kostenoverweging en belangen 2
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
9
Niveau B
Niveau B bevat de specifieke kennis die nodig is op het water bij incidenten efficiënt en effectief multidisciplinair op te kunnen treden. B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 B9 B10 B11 B12
Niveau C
Kan de taken en bevoegdheden van hulpverleningspartners en de kapitein van een incidentschip benoemen. Kan bij opschaling de eigen hulpverleningsmogelijkheden op het water benoemen. Kan de meldkamers die betrokken kunnen zijn bij incidenten op het water in het eigen verzorgingsgebied benoemen. Heeft inzicht in het proces melding en alarmering. Kan de veiligheidsaspecten bij optreden op het water benoemen. Heeft inzicht in de verbindingsstructuur bij multidisciplinaire hulpverlening op het water. Kan de plaats van een incident op het water bepalen. Heeft inzicht in de risico’s van incidentbestrijding op het water. Heeft inzicht in de mogelijkheden voor hulpverlening op het water onder diverse weersomstandigheden. Kan op hoofdlijnen benoemen onder welke omstandigheden landpartijen wel of niet opstappen op een schip. Kan de opstap- en aanlandingsplaatsen van het eigen verzorgingsgebied benoemen en onderscheiden Heeft kennis van de veiligheids- en reddingsmiddelen op het water in relatie met functie en type schip.
In niveau C is de kennis vermeld, die zeer specifiek is voor vakspecialisten of functionarissen die, als adviseur, deel uitmaken van bijvoorbeeld een Actiecentrum Water en scheepvaartzorg. C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8 C9 C10 C11
Kunnen benoemen van in te zetten materieel op het water. Specifieke kennis over optreden bij milieu incidenten en gevaarlijke stoffen in relatie tot scheepvaartincidenten. Kan de procedure voor het opvragen van ladinggegevens benoemen. Kan de punten van het uitvraagprotocol benoemen. Kan de basisregels voor een transfer (o.a.hoisten) met een helikopter benoemen. Heeft inzicht in de stabiliteit van schepen. Kan de brandpreventieve voorzieningen en brandbestrijdingssystemen op een schip benoemen. Heeft uitgebreid inzicht in de technische en tactische principes van incidentbestrijding op het water. (onderscheiden (sub)scenarios). Heeft inzicht in mogelijkheden van partijen die betrokken zijn bij een ongeval met gevaarlijke stoffen. Heeft kennis en kunde voor het bijhouden van kostendossiers. Heeft kennis van de condities waaronder de bestrijding van verontreinigingen effectief kan worden uitgevoerd, Waaronder: Kent de hoofdvormen van gedrag van verontreinigingen . Kent de hoofdlijnen van bestrijdingstechniek .
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
10
Niveau D
Om op het water (veilig) te kunnen werken moeten de hulpverleners over specifieke vaardigheden kunnen beschikken. De vaardigheden zijn onder andere gebaseerd op de land-waterprocedures uit het Handboek. D1 D2 D3 D4 D5 D6 D7 D8 D9a D9b D10 D11 D12 D13 D14 D15
Kan handelen met in achtneming van de regels zoals deze gelden voor het vaarwater binnen het verzorgingsgebied. Kan de belangrijkste nautische termen (o.a. plaatsbepaling, positie, stroomrichting , stroomsnelheid, golfhoogte) toepassen. Past voor het werken op water de juiste persoonlijke veiligheidsmiddelen en maatregelen toe en weet deze te gebruiken. Kan bij het te water raken adequaat handelen. Kan het uitvraagprotocol toepassen. Kan een marifoon bedienen en de bijbehorende verbindingsprocedures toepassen. Kan C2000 verbindingsmiddelen bedienen en de bijbehorende verbindingsprocedures toepassen. Kan de procedure voor het overnemen van slachtoffers van schip-schip en schip-land toepassen. Kan een helikopter op de juiste wijze benaderen. Kan de veiligheidsprocedures, kledingvoorschriften en ontsnappingsprocedure aan boord van een helikopter toepassen. Kan de procedures voor hoisten toepassen.
kan de basisprincipes5 van het proces SAR in relatie tot de eigen taakopdracht toepassen. Kan de basisprincipes / procedures voor het bestrijden van brand aan boord van schepen toepassen. Kan de technische en tactische principe van scheepsbrandbestrijding toepassen. Kan de inzetprocedure gevaarlijke stoffen toepassen. Kan olieschermen op de juiste wijze uitleggen.
5
Minimale basisprincipes SAR betekenen: communicatie, coördinatie, zoekgebied, zoekplan en zoekpatroon + bijbehorende termen. Functies en verantwoordelijkheden.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
11
1.2 Opleidingsdoelen per functionaris Opleidingen
Optreden op het water
In dit hoofdstuk is per functionaris benoemd welke kennis en vaardigheden minimaal aanwezig moet zijn. Daarbij is specifieke monodisciplinaire vakkennis buiten beschouwing gelaten, tenzij die kennis een rol speelt in de multidisciplinaire samenwerking. Voor het functioneren in multidisciplinair verband wordt aangesloten bij bestaande competenties. Dat wil zeggen dat de reeds geformuleerde competenties voor bijvoorbeeld een officier van dienst voor het functioneren bij landincidenten niet anders zijn dan voor op het water en andersom. Instantie
Functionaris
Kennis
Vaardigheden
Brandweer
Bluseenheid
Brandweer Brandweer
Duikeenheid Bevelvoerder
D3, D4, D7, D8, D11, D12, (D9a,b, D10) D2, D3, D4, D2, D3, D4, D5, D7, D8, D9a,b,D10 D11, D12, D13, D14
Brandweer
Schipper Brandweer (hulp)boot
Brandweer
Opstapper Brandweer (hulp)boot OvD-B
A6, A7, A12 B5, B8 C1, C7, (C5) A12, A1, A6, A7, niveau B C1, C3, C4, C5, C6, C7, C8 A1, A6, A7, A8, B5,B8, B9, B12, Overeenkomstig klein vaarbewijs 2 A6,A7,B5, B8.
A1,(A2/3/4), A6, A7, A8, A11, A12 Niveau B Niveau C, (C5) niveau A niveau B C5, C8,
D2, D3, D4, D5, D7, D11, D12, D13,D14
Brandweer
KNRM Reddingsbrigade KLPD RWS Brandweer KWC
OSC (andere dan ruime binnenwateren)
KNRM / Reddingsbrigade
Schipper
OSC bij proces SAR (op de ruime binnenwateren)
A1,A2,A3,A4,A5,A6, A7, A8,A9,A10,A11 B1,B3,B4,B5,B6,B7 B8,B9,B10,B11 C8 A5,A7,A8,A9,A11, B1,B3,B5,B9,B10,B 11
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
D1 t/m D11
D3, D4, D8, D9(a,b) D10, D11.
(D9a,b, D10) D1 t/m D7 + D11
D6,7
D6,7,8
12
CoPI-te-land
KW/ SAR- helikopter
Bemanning
A6, A7
KLPD
Medewerker
D1 t/m D7, D8 (deels)
KLPD
RWS
Senior, tevens taakcommandant en OSC OvD-RWS
A1, A6 t/mA10 en A12, B5/6/7, B9, B10, B12, A1, A6 t/m A10 en A12, B2 t/m B12,
Niveau D behalve D11
Ambulance
Verpleegkundige
A1, A2/3/4, A6, A7 B1, B5, B6, B8, B9, B10, B11 C1, C3 A6
D8
Instantie
Functionaris
Kennis
Vaardigheden
Regio
LCoPI
Brandweer
OvD-B
Niveau A Niveau B Zie boven
Zie boven
Brandweer
Adviseur gevaarlijke stoffen
A1, A6, C2, C3, C9, C11
D2, D7, D12, D14
GHOR
Ovd-G
A1t/m A10, B1t/m B6, B8 t/m11
D3,4,7,8
Politie
OvD-P
D12
Politie
Operationeel Voorlichter SAR liaison (namens de Kustwacht liaison in het CoPI voor het proces SAR op de ruime binnenwateren)
A1,A2/3/4,5,A6, A7, A8, A9, A10, A11/12 B1, B2/3/4, B5/6 B7/8/9/10/11/12 C1, A1, A6, A7, B B3 A1,A2,A3,A4,A5,A6, A7, A8,A9,A10, B1,B3,B4,B5,B6,B8, B9,B10, B11
A1,A2/3/4, A6, A7 B1, B5, B6, B8, B9, B10, B11 C1, C3 A1, A5, A7, A9
D12
A6, A7, A12 A1, A6, A7, A8, A9, A10, A12 B3, B6, B7, B12, C4,
D6, D7, D12 D12
KWC
RWS KLPD Brandweer
OvD-W
Gemeente
AOV (brongemeente) Plotter/notulist Informatie manager
Regio Regio
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
D1 t/m D8, D9 en D11
D12
D12
13
Actiecentrum brandweer/ RWS
Instantie
Functionaris
Kennis
Brandweer
Adviseur gevaarlijke stoffen Nautische expert
Zie boven
Rijkswaterstaat
Rijkswaterstaat
ROT
A1,A2/3/4, A6, A7, A11, A12 B1, B5, B6, B8, B9, B10, B11 C1, C3 A6, A7, A11, A12, B9, C2,
Inspectie Verkeer en Waterstaat
Expert Waterkwaliteit en Milieu Expert Gevaarlijke Stoffen
Instantie
Functionaris
Kennis
Brandweer Brandweer
Operationeel leider Algemeen Commandant Brandweerzorg Algemeen Commandant Politiezorg (unithoofd) Algemeen Commandant Geneeskundige zorg Algemeen Commandant Bevolkingszorg Voorlichtingsfunctionaris SAR Liaison (namens de Kustwacht liaison in het ROT voor het proces SAR – Grip >1 op ruime binnenwateren) Liaison Rijkswaterstaat
A1, A2/3/4, A5, A9, A1, A2,3,4, A5, A6, A7, A8, A9, B2, B8 A1t/m A12, B2 t/m B12,
Politie
GHOR
Gemeente
KWC
Rijkswaterstaat
Regio Regio Regio
Notulist Plotter/ verslaglegger InformatieManager zelfde als HSGHOR/RGF Algemeen Commandant Water en Scheepvaartzorg
Vaardigheden
A1,A2/3/4, A6, A7, A12 B1, B5, B6, B8, B9, B10, B11 C1, C3
Vaardigheden
A1, A5, A6, A7, B2, 5, 8, 10, 11 A1, A5, A7,
A1, A5, A7 A1,A2,A3,A5,A6,A7 A8,A9,A10 B1,B4,B3,B10, B11
A1, A2/3/4, A6, A7, A8, A9, A12, B1, B2, B3, B4 A12 A12 A1, A5, A6, A7, A8, A9, A10, A12 B3, B4, B6, B7, B12, C4, A1, A2/3/4, A6, A7, A8, A9, A12, B1, B2, B3, B4
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
D1,D2, D12
D12 D12 D12
D1, D2, D12
14
RBT
Instantie
Functionaris
Kennis
Gemeente
Coördinerend burgemeester (voorzitter) Burgemeesters betrokken gemeenten (Hoofd)officier van justitie Lid Beleidsteam Brandweerzorg Lid Beleidsteam Geneeskundige zorg Lid Beleidsteam Politiezorg (diensthoofd) Lid Beleidsteam Bevolkingszorg Voorlichtings functionaris Plotter Notulist Logboekschrijver Lid Beleidsteam Water en Scheepvaartzorg
A1, A6, A7,
Gemeente
Justitie Brandweer GHOR
Politie
Gemeente Regio Regio Regio Regio Rijkswaterstaat
Meldkamers
A6, A7, B1
A1, A5, A7 A1, A5, A7 A1, A5, A7, A9
A 1 t/m 12
A1, A6, A7 A1, A5, A7 A12 A12 A12 A1, A2/3/4, A6, A7, A8, A9, A12
Instantie
Functionaris
Kennis
Vaardigheden
GMK
Centralist
D5, D7
GMK
Calamiteiten coördinator
KWC
SAR Mission Controler (duty officer) Watch Officer/ duty officer
A6, A7, A10, A12 B3, B6, C4 A6, A7, A12 B3, B4, B6, B7, B11, B12 C4 A1,2,3,5,6,7,8,9, 10, A11. B1,4,3,10,11 A1, A2, A3, A6, A7, A8, A9, A10, A12, B2, B3,B4 B6, B7, B11 C1, C3, C4, C5 Kennis A5, A7 A5, A7 A5, A7 A6,A7
Vaardigheden
KWC
Overig
Vaardigheden
Instantie PCC LCC NCC KWC
Functionaris piket-ambtenaar piket-ambtenaar piket-ambtenaar Air coördinator
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
D5, D7
D2, D5, D6, D7,
15
2 Deel 2 Inleiding
Oefenen
Naast de implementatie van het Handboek in de landelijke opleidingen, gaan ook de regio’s met deze materie aan de slag. Bij- en nascholing in de vorm van theoretische inleidingen die voorafgaan aan trainingen en oefeningen en natuurlijk de oefeningen zelf zijn daartoe een goede methode. In dit hoofdstuk wordt een handreiking gedaan in de vorm van oefenkaarten (opgenomen in paragraaf 2.1). De volgende multidisciplinaire oefenkaarten zijn opgenomen: Melding & Alarmering Leiding & Coördinatie Veiligheidsprocedures Informatiemanagement Aansluitend worden oefenmogelijkheden aangeboden in volledig uitgewerkte draaiboeken. Deze voorbeelden zijn opgenomen in 2.2. Achtereenvolgens treft u de volgende oefenvormen aan:
Oefenvorm
Doelgroep
Toelichting
2.2.1 Draaiboek oefening melding en alarmering
Centralisten van: GMK’s (meldkamers land) Verkeersposten (RWS) Kustwachtcentrum OC- KLPD Driebergen
Geen daadwerkelijke inzet. Testen van alarmeringssystemen. Oefenbelasting 0,5 uur per deelnemer
2.2.2 Draaiboek ‘Workshop Waterrand’
Centralisten van de verschillende meldkamers,o.a. KWC RWS, Reddingsbrigade, KNRM, leider CoPI, officieren van dienst (P, B, G, W), KLPD te water, duikteamleiders
Maquette oefening / visuele training. Oefenbelasting 3 uur per deelnemer
2.2.3 Draaiboek ‘de ballenbak’ terminologie training
Centralisten van de verschillende meldkamers,o.a. KWC RWS, Reddingsbrigade, KNRM, leider CoPI, officieren van dienst (P, B, G, W), KLPD te water, duikteamleiders
Bewustwording van verschil tussen land en nautische terminologie. Training in spelvorm Oefenbelasting 0,5 uur per deelnemer
2.2.4 Draaiboek real-time oefening Waterrand
Centralisten van de verschillende meldkamers,o.a. KWC RWS, Reddingsbrigade, KNRM, leider CoPI, officieren van dienst (P, B, G, W), KLPD te water, duikteamleiders
Realistische simulatie van een reddingscenario Oefenbelasting 4 uur per deelnemer
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
16
2.1 Multidisciplinaire OTO-kaarten 2.1.1
OTO-kaart Melding & Alarmering
Het kennen en kunnen toepassen van de melding- en alarmeringprocedures bij hulpverlening op het water
Multidisciplinair Melding en alarmering
Opleiding, training en oefening bij incidentbestrijding op het water.
Centralisten: VP- RWS, KWC, GMK’s en OC-KLPD Frequentie: 1 x per 2 jaar Opleiding, vaardigheidstraining, oefening Doel
Beginsituatie
Theorie Mogelijke opdrachten/ oefeningen
Algemeen De centralist kent de melding- en alarmeringsprocedure voor een hulpverlening op het water en kan die (laten) uitvoeren met als resultaat dat de juiste meldkamer, de juiste hulpverlening alarmeert, zodat de juiste partijen binnen de juiste tijd, de incidentbestrijding ter hand nemen. Operationeel 1. De centralist kent de meldkamers die bij een melding van een incident op het water betrokken kunnen zijn. 2. De centralist kent de uitvraagprocedure voor een hulpverlening op het water en kan die toepassen. 3. De centralist kan de alarmering voor de eigen eenheden bij een incident op het water uitvoeren. 4. De centralist kent de procedures om andere dan de eigen eenheden te alarmeren en kan die toepassen. 5. De centralist kent de rol van de andere betrokken meldkamers (o.a. het KWC met betrekking tot SAR inzet op de ruime binnenwateren) en kan die rol naast de eigen verantwoordelijkheden een plaats geven. 6. De centralist kan een adequate informatie-uitwisseling tussen de betrokken meldkamers op gang brengen en onderhouden. 7. De centralisten kent de regionale en bovenregionale afspraken met betrekking tot de gespreksgroepen voor hulpverlening op het water en kan die toepassen. 1. Geen 2. Voorafgaande theoretische sessie 3. Recent afgetekend oefenpaspoort 4. Test parate kennis 5. ……. Handboek Incidentbestrijding op het Water Er zit progressie in de moeilijkheidsgraad van de opdrachten, cq oefeningen. Uitgewerkte oefendraaiboeken zijn terug te vinden in de Handreiking OTO, Incidentbestrijding op het Water, op de website www.waterrand.nl en op Infopunt Veiligheid. Opdracht A De centralist ontvangt een melding van een schipper betrokken bij een incident op het water. De ontvangende centralist past het uitvraagprotocol toe en verwerkt de melding daarna tot een alarmeringsvoorstel op papier. De melding wordt daadwerkelijk doorgemeld aan de andere betrokken meldkamers, die op hun beurt een alarmeringsvoorstel op papier zetten. Opdracht B Beschrijf aan de hand van de terugkoppeling vanuit de andere meldkamers (of van
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
17
de waarnemers) welke hulpverlening uiteindelijk is ingezet en of dit klopte met het oorspronkelijk op papier uitgewerkte inzetvoorstel. Benoem welke oorzaken een rol hebben gespeeld bij het al dan niet effectief alarmeren van de hulpverlening op het water. NB: Dit kan per meldkamer verschillen.
Hulp-middelen
Specifieke aandachtspunten voor veiligheid en milieu Specifieke aandachtspunten voor effectiviteit
2.1.2
Opdracht C Deeloefening van een real time oefening. Start na een oefenmelding de alarmering van de eigen hulpdiensten en verzorg de doormelding naar de andere betrokken meldkamers. Koppel de juiste hulpverleners in een (boven)regionale gespreksgroep, zodat de informatie-uitwisseling tussen alle (land en water) partijen maximaal ondersteund wordt. De waarnemers op de meldkamers staan met elkaar in verbinding via een C2000 portofoon. De centralisten gebruiken de voor hun meldkamer gebruikelijke verbindings/ communicatiemiddelen. N.V.T.
Theoretische inleiding aan opdracht vooraf laten gaan. Bij voorkeur in een gemengde sessie waarbij centralisten uit alle betrokken meldkamers uitgenodigd zijn.
OTO-kaart Leiding & Coördinatie
Het kennen en kunnen toepassen van de leiding en coördinatiestructuur bij hulpverlening op het water
Multidisciplinair Leiding en coördinatie
Opleiding, training en oefening bij incidentbestrijding op het water.
Leider-CoPI, OvD’en en OSC, Operationeel Leider (evt. ROT leden) Frequentie: 1 x per 2 jaar Opleiding, vaardigheidstraining, oefening Doel
Algemeen De leidinggevende functionarissen kennen hun eigen rol en verantwoordelijkheden, plus die van de andere bij hulpverlening betrokken disciplines en weten die binnen de multidisciplinaire setting toe te passen zodat de hulpverlening op het water en aansluitend op het land adequaat en in samenhang verloopt. Operationeel 1. De leidinggevende functionaris kent zijn rol en verantwoordelijkheid en kan die binnen het CoPI en in samenwerking met de andere disciplines toepassen. 2. De leidinggevende functionaris kent de rol en verantwoordelijkheid van de andere disciplines en kan die binnen de beeld-,oordeels- en besluitvorming (BOB) integreren. 3. De leidinggevende functionaris kan de situatie en risico’s op waarde inschatten en neemt de juiste beslissingen ten aanzien van opschaling en inzet. 4. De leidinggevende functionaris stemt af en koppelt zijn acties terug binnen het multidisciplinair overleg.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
18
Beginsituatie
Theorie Mogelijke opdrachten/ oefeningen
5. De leidinggevende functionaris kent de verbindingsstructuur en weet die op de juiste wijze toe te passen. 1. Geen 2. Voorafgaande theoretische sessie 3. Recent afgetekend oefenpaspoort 4. Test parate kennis 5. ……. Handboek Incidentbestrijding op het Water Incidentbestrijdingsplan van het samenhangend risicowatersysteem Er zit progressie in de moeilijkheidsgraad van de opdrachten, cq oefeningen. Uitgewerkte oefendraaiboeken zijn terug te vinden in de Handreiking OTO, Incidentbestrijding op het Water, op de website www.waterrand.nl en op Infopunt Veiligheid. Opdracht A Na een theoretische inleiding wordt met de multidisciplinaire groep leidinggevenden een tabletop oefening gehouden. Op chronologische volgorde wordt een incident nagespeeld. Iedere leidinggevende functionaris geeft aan wie betrokken zouden kunnen zijn, wat zijn inzet zal zijn en welke problemen hij denkt te zullen tegenkomen. In samenhang en samenspel met elkaar dient het incident opgelost te worden.De oefenleiding kan zonodig een time-out geven om op de eerder aangeboden theorie terug te grijpen en die nogmaals aan de hand van het praktijkvoorbeeld aan te bieden. Opdracht B Landrotten en waterratten spreken een andere taal. Middels een spelvorm ‘de ballenbak’ wordt in multidisciplinaire land- waterzetting steeds aan elkaar de betekenis van een woord gevraagd. Bijvoorbeeld: wat is een knoop (snelheidsaanduiding, knoop in een touw, knoop aan een jas, …etc.). Na afloop van de oefening hebben de deelnemers besef van het verschil in terminologie tussen land- en waterhulpverleners. Daarnaast kennen de deelnemers de belangrijkste termen, die noodzakelijk zijn om elkaar te begrijpen.
Hulpmiddelen
Specifieke aandachtspunten voor veiligheid en milieu
Specifieke aandachtspunten voor effectiviteit
Opdracht C Is een real time oefening. Er wordt een daadwerkelijk incident nagespeeld. De leidinggevende functionaris stuurt zijn manschappen aan en stemt af binnen een CoPI onder leiding van een Leider CoPI. De betrokken leidinggevende functionarissen handelen gezamenlijk en in samenhang het incident af. De waarnemers staan met elkaar in verbinding via een C2000 portofoon. De overige deelnemers gebruiken de voor hen gebruikelijke verbindings/ communicatiemiddelen. Tijdens de real-time oefening dient er een veiligheidsdraaiboek te zijn en er zijn veiligheidsfunctionarissen benoemt. Op het water is een veiligheidsboot aanwezig en dragen alle deelnemers een zwemvest of reddingsvest. Op iedere scenarioboot is een duikteam aanwezig om in geval van (no play) problemen handelend te kunnen optreden. Er worden geen personen op brancard van schip naar schip of van schip naar wal overgeplaatst, hiervoor wordt een pop gebruikt. In beschermde natuurgebieden en indien gewerkt wordt met oefenhulpmiddelen voor bijvoorbeeld het scenario ‘milieuramp’ dient er een MB- wetvergunning aangevraagd te worden. Theoretische inleiding aan opdracht vooraf laten gaan. Bij voorkeur oefenen in gemengde sessies waarbij leidinggevenden uit alle betrokken disciplines uitgenodigd zijn.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
19
2.1.3
OTO-kaart Veiligheidsprocedures
Het kennen en kunnen toepassen van de veiligheidsprocedures op het water
Multidisciplinair
Opleiding en training
Veiligheidsaspecten
Veiligheidsbewust optreden bij incidentbestrijding op het water.
OvD’s Frequentie: 1 x per 2 jaar Opleiding en vaardigheidstraining Doel
Beginsituatie
Theorie Mogelijke opdrachten/ oefeningen
Algemeen De OvD is zich bewust van de risico’s op het water en kent de veiligheidsprocedures en kan die toepassen. Operationeel 1. De OvD herkent de indicatoren die van invloed zijn op de risico’s op het water. 2. De OvD kent de veiligheidsmaatregelen die bij incidentbestrijding op het water horen. 3. De OvD weet de risico’s juist in te schatten en op basis daarvan zijn besluit af te wegen. 4. ………… 1. Geen 2. Recent afgetekend oefenpaspoort 3. Test parate kennis 4. Waterrandprocedures Er zit progressie in de moeilijkheidsgraad van de opdrachten, cq oefeningen. Uitgewerkte oefendraaiboeken zijn terug te vinden in de Handreiking OTO, Incidentbestrijding op het Water, op de website www.waterrand.nl en op Infopunt Veiligheid. Opdracht A Signaleer aan de hand van beeldmateriaal, de maatgevende indicatoren die in de getoonde situatie van invloed zijn op de risico’s op het water en beschrijf welke veiligheidsmaatregelen een OvD moet nemen. Opdracht B Beschrijf aan de hand van beeldmateriaal welke overwegingen een rol spelen bij het al dan niet effectief inzetten van hulpverlening op het water. NB: Dit kan per discipline verschillen.
Hulpmiddelen Specifieke aandachtspunten voor veiligheid en milieu Specifieke aandachtspunten voor effectiviteit
Opdracht C Overleg in CoPI verband welke maatregelen per discipline genomen wordt en wat dat voor de totale hulpverlening betekent. Beeldmateriaal en casuistiek Projectieapparatuur N.V.T.
Theoretische inleiding aan opdracht vooraf laten gaan. Laat in groepjes beeldcasussen uitwerken. Alternatief: gebruik simulator opleidingsinstituten.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
20
2.1.4
OTO-kaart Informatiemanagement
Het kennen en kunnen toepassen van het informatiemanagement bij hulpverlening op het water
Multidisciplinair Informatiemanagement
Opleiding, training en oefening bij incidentbestrijding op het water.
Leider-CoPI, OvD’en en OSC, Operationeel Leider (evt. ROT leden) Frequentie: 1 x per 2 jaar Opleiding, vaardigheidstraining, oefening Doel
Beginsituatie
Theorie Mogelijke opdrachten/ oefeningen
Algemeen De leidinggevende functionarissen kennen hun eigen rol en verantwoordelijkheden, plus die van de andere bij hulpverlening betrokken disciplines en weten voor wie welke informatie op welk moment van belang is om te delen, met als resultaat dat de hulpverlening op het water en aansluitend op het land adequaat en in samenhang verloopt. Operationeel 1. De leidinggevende functionaris weet welke informatie belangrijk is om met de andere bij de hulpverlening op het water betrokken organisaties te delen. 2. De leidinggevende functionaris weet langs welke weg informatie met andere bij de hulpverlening betrokken organisaties gedeeld kan worden en weet op hoofdlijnen het belang van die informatie voor de ander in te schatten. 3. De leidinggevende functionaris kent de scenariokaarten voor incidentbestrijding op het water en kan die toepassen. 4. De leidinggevende functionaris kent de verbindingsstructuur en weet die op de juiste wijze toe te passen. 1. Geen 2. Voorafgaande theoretische sessie 3. Recent afgetekend oefenpaspoort 4. Test parate kennis 5. ……. Handboek Incidentbestrijding op het Water Incidentbestrijdingsplan van het samenhangend risicowatersysteem Er zit progressie in de moeilijkheidsgraad van de opdrachten, cq oefeningen. Uitgewerkte oefendraaiboeken zijn terug te vinden in de Handreiking OTO, Incidentbestrijding op het Water, op de website www.waterrand.nl en op Infopunt Veiligheid. Opdracht A Na een theoretische inleiding wordt met de multidisciplinaire groep leidinggevenden een tabletop oefening gehouden. Op chronologische volgorde wordt een incident nagespeeld. Iedere leidinggevende functionaris geeft aan welke informatie hij of zij nodig heeft en van wie hij dat denkt te kunnen krijgen. In samenhang en samenspel met elkaar dienen op basis van de informatie- uitwisseling een aantal besluiten genomen te worden. Bijvoorbeeld: landhulpverlening gaat wel/niet het water op, een bepaald dorp en deel waterweg wordt wel/ niet ontruimd etc. De oefenleiding kan zonodig een time-out geven om op de eerder aangeboden theorie terug te grijpen en die nogmaals aan de hand van het praktijkvoorbeeld aan te bieden.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
21
Opdracht B Als opdracht A, maar nu krijgen de deelnemers de verbindingsmiddelen die zij ook in het veld zouden gebruiken. Tevens worden de deelnemers naar locatie- indeling in groepen verdeeld (plaats incident, CoPI, ROT) en fysiek van elkaar gescheiden.
Hulpmiddelen Specifieke aandachtspunten voor veiligheid en milieu
Specifieke aandachtspunten voor effectiviteit
Opdracht C Is een real time oefening. Er wordt een daadwerkelijk incident nagespeeld. De leidinggevende functionaris stuurt zijn manschappen aan en stemt af binnen een CoPI onder leiding van een Leider CoPI. De betrokken leidinggevende functionarissen wegen dilemma’s op basis van informatie-uitwisseling, nemen besluiten en handelen gezamenlijk en in samenhang het incident af. Gebouw met voldoende ruimtes om groepen fysiek te scheiden Verbindingsmiddelen Tijdens de real-time oefening dient er een veiligheidsdraaiboek te zijn en er zijn veiligheidsfunctionarissen benoemt. Op het water is een veiligheidsboot aanwezig en dragen alle deelnemers een zwemvest of reddingsvest. Op iedere scenarioboot is een duikteam aanwezig om in geval van (no play) problemen handelend te kunnen optreden. Er worden geen personen op brancard van schip naar schip of van schip naar wal overgeplaatst, hiervoor wordt een pop gebruikt. In beschermde natuurgebieden en indien gewerkt wordt met oefenhulpmiddelen voor bijvoorbeeld het scenario ‘milieuramp’ dient er een MB- wetvergunning aangevraagd te worden. Theoretische inleiding aan opdracht vooraf laten gaan. Bij voorkeur oefenen in gemengde sessies waarbij leidinggevenden uit alle betrokken disciplines uitgenodigd zijn.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
22
2.2 Voorbeeldoefeningen uitgewerkt 2.2.1
Inleiding Door te oefenen wordt de samenwerking bevorderd en raken hulpverleners met elkaars werkwijze bekend. Aan uiteindelijke inzetoefeningen gaan deeloefeningen vooraf, waarbij specifieke processen worden beoefend, zoals bijvoorbeeld het proces Melding & Alarmering en of Leiding & Coördinatie. Dat betekent dat de hier aangeboden oefeningen niet op zichzelf staan, maar als samenhangend geheel kunnen worden aangeboden.
2.2.2
Draaiboek oefening Melding & Alarmering
Inleiding
Voor ieder SRWS is een incidentbestrijdingsplan ontwikkeld dat gebaseerd is op de resultaten van Waterrand. In de plannen staan ondermeer richtlijnen voor de wijze waarop de hulpverlening op het water wordt georganiseerd en de wijze waarop samenwerking met hulpverleningsdiensten op het land vorm wordt gegeven.
Verantwoording
Het SRWS is gemeentelijk ingedeeld gebied en daarom is de burgemeester op dat water verantwoordelijk voor de uitvoering van de hulpverlening. De wijze waarop de hulpverlening bij diverse scenario's is georganiseerd, is vastgelegd in het Incidentbestrijdingsplan “……..”. Bij die hulpverlening zijn meerdere waterpartijen en landpartijen betrokken, die niet gewend zijn dagelijks met elkaar samen te werken. Oefenen is bij uitstek een middel om die samenwerking te bevorderen en met elkaars werkwijze bekend te raken.
Oefendoelen
Het testen van de melding en alarmeringsprocedure zoals die in het IBP (Incidentbestrijdingsplan) van het SRWS is vastgelegd. Het trainen van de uitvoeringshandelingen die behoren bij de aanname van de melding en alarmering van de eenheden en de informatie-uitwisseling tussen de betrokken meldkamers onderling, zodat iedere centralist in staat is om na het aannemen van de melding de juiste eenheden, functionarissen, instanties en
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
23
andere hulpbronnen te alarmeren en/of informeren. Specifiek, meetbare oefendoelen
Doelgroep
De betroken meldkamers wisselen onderling relevante informatie uit waardoor iedere meldkamer zijn acties tijdig en volgens het IBP SRWS op kan starten. De betrokken meldkamers (GMK, VP, KWC en OC-KLPD) kunnen effectief en tijdig een melding aannemen, verwerken, doormelden en registreren van de gegevens van een incident op het water. De GMK (of het KWC indien het ruim binnenwater betreft) start de SAR-acties op en alarmeert de juiste reddingseenheden, informeert instanties en coördineert de reddingsactie. • • • •
Centralisten van de Gemeenschappelijke Meldkamers: brandweer, politie en ambulancezorg. Centralisten van de Verkeersposten van de nautisch beheerder. Centralisten van het KWC (indien op ruim binnenwater). Centralisten van de OC- KLPD te Driebergen.
Beginvereisten
De deelnemers zijn bekend met elkaars rol (taken en bevoegdheden). De deelnemers zijn bekend met de het IBP van het SRWS en kennen de afspraken met betrekking tot het proces Melding & Alarmering.
Situatieschets
Voor deze oefening is een realistisch scenario bedacht, zodanig dat de gestelde oefendoelen gehaald kunnen worden.
Locatie
De deelnemers werken vanuit hun eigen meldkamer.
Tijd
Ten tijde van de oefening geldt de werkelijke tijdsituatie. "Het is zoals het is". De oefening start op aangeven van de oefenleider
Afbakening
De alarmering en opschaling gaan tot het daadwerkelijk alarmeren van operationele eenheden en ziekenhuizen. De operationele diensten doen dus niet mee, maar worden op de meldkamers niet daadwerkelijk gealarmeerd. De centralist schrijft op wie gealarmeerd en of geïnformeerd zouden moeten worden en geeft zijn lijst aan de aanwezige waarnemer.
Scenario
Er wordt gestart met een melding van de schipper van een van de betrokken schepen. De schipper meldt dat hij met zijn schip (beroepsvaart) op het ……..water een aanvaring heeft gehad met een plezierboot Er raken enkele mensen gewond en 4 personen slaan overboord. Door een lekkage ontstaat er een flinke oliefilm op het water. Iets ten zuidelijk van ……. Lat ..°.--.-- Long ..°.--.—(regionaal in te vullen) Aspecten die bij de inzet aan de orde komen zijn: • Er liggen mensen onder en boven water. • Uitvoering van SAR. Afstemming van inzet duikers met boten en mogelijk een dregteam. • Aan boord zijn mensen bekneld en/of gewond. Alle meldingen aan andere partijen gaan vooraf met de mededeling: Dit betreft een oefening op het ………... Codenaam: …….. De leermomenten van de evaluatie worden meegenomen in de monodisciplinaire oefenprogramma's en de multidisciplinaire eindoefeningen waar dit een deel oefening van is.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
24
Startsituatie oefening
De meldkamers zijn normaal bezet. Per meldkamer is een waarnemer aanwezig.
Verwacht verloop
Nadat de centralist een melding heeft ontvangen, verwerkt hij/zij deze tot een alarmering. De melding wordt doorgegeven aan andere betrokken meldkamers. De te alarmeren eenheden worden op papier gezet en door de waarnemer ingenomen.
Verbindingen
De waarnemers staan met elkaar in verbinding via telefoon. De centralisten gebruiken de voor die meldkamer gebruikelijke verbindingsmiddelen.
Oefenstaf en begeleiding Eindverantwoording
De directie van de organiserende Veiligheidsregio heeft bij oefeningen in het kader van het regionaal oefenbeleid de ambtelijke eindverantwoording voor alle activiteiten in het kader van het multidisciplinair oefenen in die regio. De leiding van de aan de oefening deelnemende disciplines die medewerkers beschikbaar stellen ten behoeve van de oefening zijn er verantwoordelijk voor dat het deelnemend personeel beschikt over de benodigde diploma’s / vaardigheden en kennis om de werkzaamheden goed en veilig uit te kunnen voeren.
Voorbereiding
De oefening wordt bij voorkeur door een multidisciplinaire (land en waterdisciplines) werkgroep voorbereid. De voorzitter wordt door de organiserende veiligheidsregio geleverd.
Oefenstaf
De oefenstaf is tijdens de oefening verantwoordelijk voor het creëren van de randvoorwaarden voor een verantwoorde oefening. Dit houdt het volgende in: Vooraf aan de oefening alle uit te voeren veiligheidsvoorschriften (incl. enscenering) controleren. Ervoor zorgen dat alle bij de oefening betrokken personen het registratieformulier tekenen. Bekend stellen van de veiligheidsinstructies bij alle bij de oefening betrokken personen.
Oefenleider
De algeheel oefenleider is verantwoordelijk voor: Het geven van het sein start - en einde oefening. Een goed verloop van de oefening. Indien nodig, aanwijzingen geven om de doelstellingen te halen. De praktische inzet van de oefening.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
25
Indeling oefenstaf
Oefenstaf
Naam
Locatie
Verantwoordelijkheid
Oefenleider
…………
GMK ..
Controleren of alle waarnemers op hun post zijn. Meldingsberichten geven. Oefening afbreken indien nodig Waarnemen en vastleggen welke actie n.a.v. een melding worden uitgevoerd. Waarnemen en vastleggen welke actie n.a.v. een melding worden uitgevoerd. Waarnemen en vastleggen welke actie n.a.v. een melding worden uitgevoerd. Waarnemen en vastleggen welke actie n.a.v. een melding worden uitgevoerd. Waarnemen en vastleggen welke actie n.a.v. een melding worden uitgevoerd.
Waarnemer
Tijdschema
GMK ..
Waarnemer
……………
VP…
Waarnemer
………………
KWC
Waarnemer
………………
Waarnemer
………………
KLPDDriebergen C-GMK
Datum ../../.. Tijd:
Wie
Activiteit
9.00
Oefenleider
9.45
Waarnemers
Belt met betrokken 5 meldkamers dat er een oefening komt. Waarnemers op hun post
10.00
Oefenstaf
1ste melding via marifoon
10.05
Verkeerspost
Belt de GMK … met de melding+lat/long coördinaten
10.00 10.20
Voortgang alarmeringsproces
Waarnemers nemen waar op basis van formulier uit bijlage ..
10.30
Oefenleider
Belt met de waarnemers van de 5 betrokken meldkamers om de belangrijkste aandachtspunten te inventariseren
Evaluatie Waarnemen
Het doel van de totale waarneming is om het verloop zo nauwkeurig mogelijk te reconstrueren. Daartoe wordt bij de betrokken meldkamers een waarnemer geplaatst Zie bijlage ..: het waarnemingsformulier. Het verslag wordt per mail verstuurd aan: ………….(regionaal in te vullen)
Evaluatie
De evaluatie bevat de volgende componenten als input: Evaluatieformulier, in te vullen door de waarnemer op de deelnemende meldkamers. Lijsten en notities die gedurende de oefeningen gebruikt worden door de deelnemers; Leerpunten: alles overwegende naderhand, de mening van de oefenleiding.
Rapportage procedure
De leermomenten van de vorige oefening worden meegenomen als input voor de vervolgoefeningen en maken deel uit van de totale evaluatie van de oefening Waterrand
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
26
Organisatie van de voorbereiding werkgroep
De werkgroep die de oefening voorbereid is als volgt samengesteld. Naam
Organisatie
Bereikbaarheid
Veiligheidsregio
Tel. Mob. Mail. Tel. Mob. Mail.
Kustwachtcentrum
Meldkamer Verkeerspost
Planning
Datum
Tel. Mob. Tel. Mob. Mail.
KLPD Driebergen
Tel. Mob. Mail.
Wie
Activiteit Voorbereiden oefening 1e bijeenkomst werkgroep Acties om de deelnemers van de oefening op het ingangsniveau te brengen Uitvoeren van de oefening Evalueren van de oefening wordt schriftelijk afgehandeld Nabespreking in de werkgroep "……."
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
27
2.2.3
Draaiboek “Workshop Waterrand”
Inleiding
Bij de hulpverlening van incidenten op het water zijn veel partijen betrokken die niet dagelijks met elkaar samenwerken. Om de samenwerking te bevorderen is het noodzakelijk dat men elkaars taal spreekt en weet wat men van elkaar kan verwachten. In de preparatie is veel vastgelegd in mono- en multidisciplinaire planvorming, maar dat moet daaran nog bij de operationele mensen gaan leven. Een manier om voorbereid te raken op daadwerkelijke inzet(oefeningen) is het aanbieden van een workshop waarbij de procedures inzichtelijk worden gemaakt door deze in maquettevorm door te lopen en te bespreken.
Doelgroep
De workshop is bedoeld voor de hulpverleners en centralisten van zowel land als waterpartijen inclusief Rijkswaterstaat en private redders op het water.
Oefendoelen
Algemeen doel van de oefening is dat de deelnemers voldoende kennis en vaardigheden hebben om effectief deel te nemen aan een operationele oefening waarbij hulpverleners van land- en waterpartijen betrokken zijn. Concrete doelen • De deelnemers weten hoe de hulpverlening bij incidenten op het water op hoofdlijnen is georganiseerd. • De deelnemers weten de taken en verantwoordelijkheden hun organisatie bij de hulpverlening op het water. • De deelnemers hebben inzicht in het te gebruiken verbindingsnetwerk bij een incident op het water.
Opzet
De workshop bestaat uit twee delen. Deel 1 is een presentatie waarin opgenomen: Verloop enkele incidenten en gesignaleerde verbeterpunten. Bespreking van de werkwijze uit het Handboek Incidentbestrijding op het Water en zoals die zijn vastgelegd in de regionale planvorming. Denk hierbij aan:
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
28
- Melding & Alarmering - Inzet procedures / partijen op het water en op het land - Leiding & Coördinatie, liaison Water - Aanlandingsplaatsen, lokatie CoPI - Informatiemanagement/verbindingsnetwerk - Opschalen en samenwerken - Zorgnormen Als onderdeel van de presentatie kan gebruikt gemaakt worden van de film ‘Incidentbestrijding op het Water’ Deze is onder andere te downloaden op www.waterrand.nl. Deel 2 is een tabletop oefening: Dit is een vorm van maquette oefening waarbij alle deelnemers een plaatje van een aan hun organisatie gerelateerde hulpverleningseenheid krijgen. Dit geldt ook voor de centralisten/operators van verkeersposten, meldkamers en indien relevant het Kustwachtcentrum. Van een voor de regio relevant water wordt een foto ( bijvoorbeeld van Google Maps) op A0 formaat neergelegd. De deelnemers staan rond deze kaart. De trainer schetst een scenario en loopt aan de hand van de "instructie tabletop" het incident door. De deelnemers brengen hun eenheid in als ze daar in de opschaling van het incident voor worden gealarmeerd. Middels time outs kunnen bepaalde aspecten nader worden toegelicht. Bijvoorbeeld het proces Melding & Alarmering, het verbindingsnetwerk, de taken en rol van een OSC enz.. Door alle deelnemers een rol te geven, met daarbij behorend in te zetten materieel, worden ze actief bij de workshop betrokken en uitgedaagd actief mee te denken in de hulpverlening rond het incident. De oefeningen worden geleid door: - Oefenleider, algehele coördinatie en organisatie. - Docent die de presentatie geeft. - Per workshop een trainer en waarnemer.
Oefenstaf
De waarnemer neemt het verloop van de tabletop waar en signaleert als punten onderbelicht blijven. Organisatie
Tijd
Onderwerp
Werkvorm
T-45
Oefenstaf aanwezig
T-15
Ontvangst met koffie / thee
Oefenstaf
T
Welkom, doelstellingen bespreken
Oefenleider Plenair
Inhoud
Hulpmiddelen
• • • • Voorbereiding op operationele inzet Kennisnemen van planvorming en ermee kunnen (samen)werken
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
Badges met groepsindeling Koffie Thee Koek
• Lokaal ca. 30 personen • Handboek incidentbestrijding op het water
29
T+10
Kennis nemen
T+35
pauze
T+45
Docent Plenair, Presentatie
Verloop enkele incidenten en gesignaleerde verbeterpunten. Oplossingen Waterrand zoals is verwoord in (inter)regionale planvorming
• • • • •
Power Point presentatie/film Laptop Beamer Scherm Geluid
• Koffie • Thee • Koek Trainer en waarnemer tabletop Interactief groepen max. 15 personen
T+60
Terugkoppeling / Dilemma’s bespreken
Oefenleider Plenair
T+80
Evaluatie
Oefenleider plenair
Verwachtingen inventariseren Inzet procedures en doorlopen aan de hand van beeldvormend materiaal Speciaal aandacht voor de randvoorwaardelijke processen: ‐ Melding & Alarmering ‐ Op- en Afschaling ‐ Leiding & Coördinatie ‐ Informatiemanagement Scenario wordt geschetst door trainer en interactief met de deelnemers doorlopen. Sommige deelnemers krijgen opdracht om de rol van een functionaris te spelen. Bijvoorbeeld: de OvDG, de kapitein van een schip, een centralist, OvDP, OvDB, etc. Anderen denken mee (zie foto). Openstaande vragen, highlights en dilemma’s van de twee workshops nabespreken Vooruitblikken naar komende operationele oefeningen Voor een snelle evaluatie kan de bulls-eye methode worden gebruikt. Relevante vragen zijn: - Heeft u uit de presentatie nieuwe kennis opgedaan? - Sprak de werkmethode van maquette u aan? - Voelt u zich voldoende voorbereid om uw taak bij een incident op het water uit te voeren? - Was het tijd tempo goed?
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
Onderstaande 2x: • Vooraf verdeling deelnemers maken • Ruimte voor max.15 personen • Tafels tegen elkaar in vierkant opstelling • Flipover / Whiteboard • Nieuwe stiften • Blocnotes, • Schrijfmateriaal • water, frisdrank, bekers • Schilderstape • Scenario, melding (incl. positie) • A0 luchtfoto geplastificeerd • Waterkaarten • Verbindingsschema • Foto’s van eenheden, markeringen • Lijst met aanlandingsplaatsen • Sitrep formulier
• Inbreng trainers discussie punten 2 groepen • Flip over / white board • Stiften
• Evaluatie formulier (bulls eye, vragen formulieren) • Stiften
30
Table top voorbeeld met enkele rolfiguren
1. T=0
Incident ontwikkeling
Actie oefenleider
Er komt een melding binnen van de schipper van een vissersboot dat hij een aanvaring heeft gehad met een andere boot en zwaar beschadigd is.
1. Waar komt de melding binnen
2. 3. T+2
4. T+5
2. Zet op de kaart een ster waar het incident plaatsvindt. (Laat de deelnemers elkaar vertellen wat de positie is en deze op de waterkaart aanwijzen)
Van wie is het incident? VP (en/of KWC ) krijgt melding binnen en wil weten wat de situatie bij het andere schip is.
Wat is nodig voor een complete beeldvorming? (Via vraag en antwoord van het uitvraagprotocol toepassen Laat de mensen meeschrijven)
Wie en wat wordt er gealarmeerd? (Laat vertegenwoordigers van de organisaties zelf aangeven wat ze zouden
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
Beschreven in planvorming Incidentbestrijdingsplan ….. - VHF.. naar VP (- VHF 16 naar KWC) (- VP -> KWC per telefoon) - VP -> GMK per telefoon - GSM -> 112 Driebergen -> KWC of GMK afhankelijk van locatie waar incident plaats vindt.
De burgemeester van dat gemeentelijk ingedeeld gebied. Uitvraagprotocol Wie, Wat, POB, 2 Geen gewonden paling aanvaring met charterschip, ….. lekt brandstof Waar, Lat --.--.-- nb Long --.--.-- el Wanneer. zojuist Door KWC -> KNRM boten - VP -> “boot naam” , - KLPD Driebergen > P..
31
5. T+5
6. T+6
Er komt een tweede melding binnen van het charterschip. De schipper koos ervoor eerst de situatie aan boord te inventariseren en hulp te bieden aan personen die overboord zijn gevallen.
7. T+ 8
- GMK -> "eventueel boot naam", reddingsbrigade en KNRM Door GMK 1 -> info GMK buurregio
Welke processen zijn er dan gestart? Hoe lang duurt het voor de eerste reddingsboot uitvaart?
SAR
Wijzen op de term POB. (Er is verschillen tussen gasten, begeleiders, bemanning, schipper. POB (persons on board) geeft het echte aantal opvarenden aan.)
Uitvraagprotocol Wie, schipper Tjibbe van charterschip “Eensgezindheid” roepletters marifoon; PG 6565, Wat, 38 passagiers ( 3 bemanningsleden) Meerdere gewonden, 3 personen overboord 1 persoon bekneld Aanvaring en maakt water Waar, , Lat --.--.-- nb Long --.--.-- el Lat: Wanneer. Zojuist Opschalen. Voor ruim binnenwater geldt dat op basis van melding "gewonde" het KWC een heli met arts stuurt. Volgens Handboek overweeg GRIP 1 KWC informeert GMK en alarmeert extra eenheden. Op de andere binnenwateren zal de brandweer de procesverantwoordelijke partij zijn.
Bijstellen beeldvorming. Wat zijn de gevolgen? ( Er is een beknelling dus de brandweer moet ter plaatse komen. Hoe wordt dat geregeld ? Verder moet geanticipeerd worden door het tijdig afstemmen waar de aanlandingsplaats is. )
8.
Wat betekent dit voor de KWC operator GMK centralist
9.
Er wordt opgeschaald
10. T+9
doen of nog moeten weten Als een organisatie vergeten wordt, dit even zo laten.) Leg de genoemde eenheden op de kaart.)
GMK overlegt met dienstdoende HOvD. Besluit opschalen naar GRIP 1
De oefenleider laat op basis van voorstaande info door de KWC operator aan de centralist GMK vragen om een ambulance. Wat gaat de centralist doen? Wat wordt er aanvullend ingezet? KWC of GMK/ OvD-B zorgt ervoor dat een liaison-SAR komt. (Antwoord. Wordt voorgesteld duikers in te zetten. Wat wil je ermee bereiken? Wie bepaalt dat?) Wie moet er worden geïnformeerd dat het GRIP 1 is. (Deelnemende centralist laten beantwoorden).
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
Ca. 10 min.
Ambulance(s) Mensen overboord > duikers volgens IBP Aanvraag via GMK , mogelijk op verzoek van KWC of VP Inzet o.l.v. duikploegleider en in overleg met OSC GRIP 1; naast OvD’n de OvD-W (waargenomen door de liaison SAR) GMK moet KWC informeren !!! GMK meldt GRIP 1 aan alle bij het
32
“boot naam" vaart uit”. Meldt zich in en bij VP (KWC) Meldt zich direct weer uit bij GMK 1. Meldt zich conform inmeld- procedures bij GMK 2 Politieboot P.. meldt zich in. Is over 12 minuten ter plaatse.
"boot naam" komt vanuit andere regio. Welk bericht krijgt hij mee van het VP, GMK of KWC. (meestal is er al vooraf telefonisch contact geweest tussen botenhuis en centralist)
Samenvatting Keuze momenten
Hoe weet de P.. dat het GRIP 1 is en wat zijn de consequenties van GRIP 1? Ingaan op de overwegingen van aanwijzing OSC. Hoe wordt ingespeeld op het gegeven dat er een beknelling is? ( Overwegingen: Boot 1 doet er 8 min. En boot 2 met zijn 9 knopen 24 minuten )
13. T+13
Overige (reddings)boten varen uit.
14. T+19
Boot 2 ter plaatse gaat aan boord van "Eensgezindheid". Meldt bijzonderheden - 3 mensen overboord 2 in zicht, 1 niet. - 3 gewonden. Bekneld bloedend boven been,veel pijn Ernstige brandwonden wordt gekoeld door bemanningslid.
Laat ze elke deelnemer de boot van zijn eigen organisatie op de kaart zetten. Reddingsboot, blusboot, RWS-boot, politieboot enz. Aan wie en hoe meldt boot 2 zijn bevindingen? Vragen aan deelnemer boot 2
11. T+10
12. T+12
Hoe lang duurt het voor de "boot naam" bij het incident kan zijn?
Waar meldt de P.. zich in? GMK, KLPD, KWC Wie wordt er OSC? Wie bepaalt dat?
Optie: Als boot 2 niet heeft meegekregen dat er een OSC is dan via 16 aan KWC Anders via 67 aan OSC.
incident betrokken eenheden. Beschrijving incident en gealarmeerde eenheden Volgens C2000: Bij een andere regio inmelden via het externe inmeldkanaal van de brandweer. Voor regio 2. is dat …-ext-inmeld. Dan wordt door GMK 2 een kanaal toegewezen.
Voor ruim binnenwater geldt: In IBP wordt naar OPPLAN SAR verwezen. SAR-mission coördinator (=duty-officer) wijst KWC wijst de "boot naam" aan als OSC. Voor deze oefening wordt dat nu politieboot P.. Voor de overige wateren geldt dat de brandweer de procesverantwoordelijke partij is en de OSC aanwijst Door GRIP 1 - komt is er een eenhoofdige leiding, die gaat over de hulpverlening op het land en op het water. LCoPI vertelt niet hoe, maar wel wat er moet gebeuren. - is er gecoördineerde acties op het land mogelijk die aansluiten bij de acties op het water.
Voor ruim binnenwater geldt dat in het IBP wordt verwezen naar OPPLAN SAR . KWC wijst "boot naam" aan als OSC. Voor overige wateren is geregeld dat de brandweer de procesverantwoordelijke partij is die de OSC aanwijst.
Wie beoordeelt de slachtoffers? De bemanning van de boot 2. (Later de arts van de Kon. Marine ) Gezien de aanvaartijd zal boot 2 als eerste ter plaatse zijn.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
33
Slagaardelijke bloeding, wordt gestelpt door andere opvarende. T+20
1e ambu ter plaatse
Welke info hebben ze van de GMK meegekregen? Waar gaat de ambu staan? Wat gaat de ambu-bemanning doen? (Blijven op de wal als het te onstuimig weer is. Water wordt dan beschouwd als onveilig gebied.)
Zorgnormen en IBP geven aan dat ambu personeel alleen het water op gaat als dat de gezien de omstandigheden verantwoord is.
15 T+24
Politieboot P.. ter plaatse
Wat gaat de schipper van de P.. doen? Hij is OSC en zal nu worden uitgedaagd om aan te geven hoe hij wil dat de eenheden op het water worden ingezet. Met wie deelt de schipper zijn informatie? Met de VP en (ruim binnenwater) het KWC en zolang er nog geen CoPI is ook met het GMK. Wordt er al vooruitgedacht over een aanlandingsplaats?
Informatie delen met
16. T+25
Alle waterpartijen ter plaatse
Laat de deelnemers hun eenheid plaatsen. Waar meldt de RWS boot zich in? Wat gaat de OSC met de RWS boot doen? De RWS boot; - gaat i.o.m. OSC brandstoflekkage opnemen - is tevens mobiele verkeesleider en kan scheepvaartverkeer aanwijzingen geven en/of via CMIJ periodiek scheepvaartbericht uit laten gaan..
T+26
Boot 3 heeft de 2 overboord geslagen opvarenden gered. 1 persoon vermist. Pompen van hulpverlening worden aan boord gebracht van de charter OSC constateert teveel nieuwsgierige pleziervaart ligt in de weg. Alle landpartijen
T+28
T+30
T+32
Wie is verantwoordelijk voor het nautisch verkeersmanagement? RWS boot kan actie ondernemen is immers ook mobiele verkeersleider.
Proces van RWS, De RWS boot is voor verkeersbegeleiding in te zetten.
Waar wordt de COH geplaatst. Bij de aanlandingsplaats als deze bekend is.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
34
T+35
Samenvatting Welke partijen zijn erbij betrokken? Wanneer is waar welke beslissing genomen?
-
-
T+40
T+42
T+45
Hoe worden de partijen aan elkaar verbonden? Ovd-w (SARliaison) neemt contact op met OSC om beeldvorming en voortgang af te stemmen. De 2 geredde personen worden door "SIMAC" aan land gebracht. "Frans Verkade" brengt de 2 gewonde opvarenden aan land. Eerste CoPI overleg
Aanwijzen OSC Opschaling naar GRIP Inzet brandweer transport Inzet brandweerduikers Anticiperen op aanlandingsplaats Is dit ook opstelplaats Verpleegkundige gaat niet het water op Contact loopt via de OvD-W Triage door KNRM
Hoe ziet het netwerk van actoren er uit? Verbindingsnetwerk en informatiestroom bespreken.
Informatiemanagement IBP
Hoe is leiding en coördinatie opgebouwd? Wie zitten er in het CoPI?
Bemensing CoPI Volgens Waterrand en IBP worden de nautische processen in het CoPI door een OvD-W ingebracht. Zover is het nog niet en tot die tijd en worden de SAR processen door een SAR-Liaiason van de KNRM ingebracht (opkomsttijd 30 min, alarmering door KWC) RWS levert nog een OvD-RWS voor hun processen waaronder milieu en scheepvaart. (opkomsttijd 30 - 90 minuten ) KLPD waterpolitie levert een chef van dienst voor opsporing en handhaving (opkomsttijd 30 - 90 minuten )
Waar houdt het CoPI zich mee bezig? beeldvorming waar zijn ze voor en van wat gaan ze daarvoor doen Blijft het GRIP 1? Bespreek factoren die van invloed zijn op GRIP.
Opschalen Effecten naar land, opvang grote groep mensen.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
35
T+ 47
Heli ter plaatse. Heeft contact op 67 met de OSC. Arts wordt op boot 4 neer gezet en aan boord van de charter gebracht. De "Eensgezindheid" gaat meer water maken.
T+50
OvD-W(SARliason) neemt contact op met OSC om beeldvorming en voortgang af te stemmen.
Nadat de arts is ingezet, gaan de boot 4 en boot 5 starten met evacueren van de "Eensgezindheid".
Voor ruim binnenwater geldt; Arts blijft communiceren met de OSC op 67. Voor overige wateren worden slachtoffers aan wal gebracht eventueel komt de lifeliner ter ondersteuning van de ambulance personeel.
Op ruim binnenwater is OSC op het water. Op overige kleinere wateren is de functie van OSC vaak onder gebracht in het CoPI.
Wanneer overgaan van redden naar bergen Wie bepaalt dat en wat zijn de gevolgen.
Nafase
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
Voor ruim binnenwater geldt dat; SAR mission coördinator van het KWC bepaalt i.o.m. OSC De KLPD wordt dan verantwoordelijk voor de uitvoering Middelen zijn ondermeer dregteam KLPD, SOAD, KNRM kan ondersteunen. KLPD bepaalt wanneer gestopt wordt. RWS is verantwoordelijk voor opruimen en afzetten.
36
2.2.4
Draaiboek “De Ballenbak” - terminologie training
Oefenleider handleiding "De Ballenbak" Benodigd
Opstelling Doel
Doelgroep Tijd Lesopbouw
Bak met balletjes met daarin de opdrachten (zie bijlage: terminologie) Flipover-vellen met stiften, Afplakband Waterkaart SRWS ………… 16 personen rond een tafel. - Kennis te nemen van de terminologie van andere disciplines . - De workshop moet een bijdrage leveren aan de teamvorming en de versterking van de onderlinge samenwerking. - De vaardigheden om te communiceren in woord en beeld wordt beoefend. CoPI leden Ballenbak Het programma heeft een competitie element en wordt geleid door een spelleider. De spelleider geeft ruimte voor discussie en kennisoverdracht. Er worden 4 teams van 3 tot 4 personen gevormd. Een deelnemer uit een team neemt een bal en leest in stilte de opdracht die erop staat. Wanneer de deelnemer de term niet kent mag hij zijn teamgenoten bevragen. (De discipline waar de term vandaan komt staat bij de vraag). Wanneer ze er als team niet uitkomen, wordt de vraag hardop gelezen. Iedereen mag dan antwoorden. Bij de vraag om iets te tekenen, mag het hele team bijspringen. De spelleider houdt de score bij op een flipover. Weet de deelnemer direct het antwoord 3 punten Weet het team het antwoord 2 punten. Als een ander team het antwoord weet krijgt het 1 punt. Bij de opdracht "teken …." moeten de andere leden raden wat het is. 2 punten voor het team dat tekent als het goede antwoord gegeven wordt. 1 punt voor het team dat het goede antwoord geeft.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
37
Voorbeelden voor input Ballenbak Terminologie
Discipline
Definitie
BLEVE
Brandweer
Boiling Liquid Expanding Vapour Explosion --> Explosie ten gevolge van het bezwijken van een drukhouder; bij brandbare vloeistoffen meestal gevolgd door een explosieve verbranding van de ontstane gaswolk en een brand van het overblijvende deel van die vloeistof.
Brand meester
Brandweer
De brand is onder controle, breidt zich niet verder uit richting omliggende panden, ook is zeker dat zich geen slachtoffers meer in het pand bevinden. Brand meester betekent dus niet dat de brand al uit is. Het nablussen kan nog een paar uren duren.
Flash-over
Brandweer
Verschijnsel tijdens de ontwikkeling van een brand in een ruimte waarbij door ontbranding van gasvormige ontledingsproducten die ruimte plotseling geheel in brand staat
WTS 2500
Brandweer
Groot watertransport: 6 duims-slangen die zijn aangesloten op een dompelpomp. Een WTS 1000 is maximaal 1 km lang, WTS 2500 max. 2,5 km.
Bouwlaag, woonlaag, verdieping, etage
Brandweer/ Politie
Bouwlaag. Een bouwlaag is een deel van een gebouw zoals de begane grond en verdieping. Een kelder of een ruimte onder de kap is geen bouwlaag. Woonlaag. Een woonlaag is een deel van het gebouw, waar verblijfsruimtes (woonkamer, keuken, slaapkamer, etc.) zijn gelegen. Verdieping. Ruimte tussen twee vloeren van een gebouw. Etage. Laag van een gebouw. In Nederland wordt meestal gesproken over etages, in België worden ze verdiepingen genoemd. De laag op de begane grond, dus nagenoeg gelijk aan het maaiveld, wordt meestal niet etage genoemd, het is evenwel een gelijkvloerse verdieping. De eerste etage of eerste verdieping is de tweede laag, de tweede etage of tweede verdieping is de derde laag enzovoorts.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
38
Terminologie
Discipline
Definitie
METHANE bericht
GHOR
is een 1ste informatie en bepalend voor snelheid en doeltreffendheid response: M= Major incident E= Exact location T= Type of incident H= Hazards A= Acces N= number of casualties E= Emergency services
Triage klassen
GHOR
T1, T2, T3 T staat voor triageklasse. (classificatie van gewonden naar prioriteit voor behandeling.) T1 slachtoffer moet onmiddellijk gestabiliseerd worden – rood T2 Slachtoffer moet binnen 6 uur een chirurgische of geneeskundige interventie nodig hebben – geel T3 De behandeling van het slachtoffer kan zonder gevaar zes uur uitgesteld worden. - groen De kleuren zijn terug te vinden op de Slachtofferregistratiekaart. – de kaart die slachtoffers krijgen omgehangen na de 1e triage op het rampterrein. (dus rood, geel of groen)
Gewondennest
GHOR
Een verzamelplaats van gewonden waar (aanvullende) geneeskundige hulpverlening en secondaire triage plaats vindt.
Geneeskundige combinatie
GHOR
Bestaat uit twee voertuigen met ieder een aanhanger waarin (aanvullende) middelen zitten om slachtoffers 4 uur te kunnen behandelen. In de GNK-C beschikt over een basisuitrusting die voldoende is voor een inzet gedurende 4 uur en maximaal 12 slachtoffers per uur. De bemanning van de GNK-C bestaat uit 2 Ambuteams (die geen vervoerstaak hebben), een MMT (Mobiel Medisch Team), een Sigma teamleider, 7 Sigmaleden en 1 HGN of OvD-G.
Octopus
GHOR
ICT programma welke een actueel en dynamisch overzicht van beschikbare ambulances geeft, waaruit ambulancebijstand betrokken kan worden.
Opvangcentrum/ Behandelcentrum
Gemeente/GHOR
Slachtoffers en evacués die kunnen lopen worden opgevangen in een opvangcentrum. Onderdeel van het Opvangcentrum kan zijn een Behandelcentrum. Huisartsen en of EHBO-ers behandelen in het behandelcentrum (licht) gewonde T3 slachtoffers.
Rampenzender
Gemeente
De radio-tv zender die door de overheid gecontroleerde informatie geeft over de ramp. In NHN is dat TV-Noord-Holland
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
39
Terminologie
Discipline
Definitie
Noodbevel
Gemeente
Noodbevel. Artikel 175 gemeente wet Lid 1. In geval van oproerige beweging, van andere ernstige wanordelijkheden of van rampen of zware ongevallen, dan wel van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, is de burgemeester bevoegd alle bevelen te geven die hij ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar nodig acht. Daarbij kan van andere dan bij de Grondwet gestelde voorschriften worden afgeweken. Een noodbevel is bedoeld om de openbare orde in een specifieke situatie op een concrete plaats te herstellen. Overtreding van een noodbevel is strafbaar op grond van art. 184 WvSr. Voor handhaving van het noodbevel kan de politie worden ingezet.
Noodverordening
Gemeente
Noodverordening. Artikel 176 Lid 1. Wanneer een omstandigheid als bedoeld in artikel 175, eerste lid, zich voordoet, kan de burgemeester algemeen verbindende voorschriften geven die ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar nodig zijn. Een noodverordening is bedoeld om de openbare orde over een langere periode af te dwingen. De verordening kan betrekking hebben op meerdere gevallen en personen en kan gelden voor het grondgebied van de hele gemeente. Overtreding van een noodverordening is strafbaar op grond van art. 443 WvSr. Voor handhaving van de noodverordening kan de politie worden ingezet.
USAR
Gemeente/politie
Urban Search and rescue team is de Nederlandse bijstandseenheid voor het zoeken en redden van ingesloten of bedolven slachtoffers bij rampen in binnen- en buitenland.
Ca(l)Co
Meldkamer
Calamiteitencoördinator
Patch
Meldkamer
Dit is een door de meldkamer gemaakte koppeling van C2000 gespreksgroepen zodanig dat eenheden zonder te schakelen met elkaar kunnen communiceren terwijl men in verschillende gespreksgroepen staat
Communicator
Meldkamer
De Communicator is een belcomputersysteem waarin scenario’s voorbereidt zijn en de desbetreffende functionarissen naar aanleiding van een scenario’s door de computer gebeld worden en hun opkomst al dan niet kunnen bevestigen middels het invoeren van toetsopdrachten
Waarom vanaf GRIP 1 naar RMG-01
Meldkamer
Aangezien alle nautische eenheden zich in RMG-05 inmelden kunnen zij ` andere lopende incidenten verstoren. Derhalve worden nautische incidenten “geïsoleerd” in andere RMG groepen zoals RMG-04, 03 en 02
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
40
Terminologie
Discipline
Definitie
Wat gebeurt er bij de meldkamer bij een noodoproep?
Meldkamer
Afhankelijk van de gespreksgroep waarop dit gebeurd worden alle C2000 bedienplekken geopend met een luide alarmtoon. In GMS wordt automatisch een nieuw incident aangemaakt en de betreffende eenheid automatisch gekoppeld met status 2. Het C2000 blijft gedurende ongeveer 15 seconden “op luisteren” staan. Het randapparaat van de betreffende eenheid staat deze periode “op zenden” waardoor alles wat de noodgever zegt, beluisterd kan worden. Na een noodoproep dient de gebruiker het randapparaat weer te resetten anders blijft de noodoproep binnenkomen.
Wat gebeurt er op de meldkamer als GRIP wordt gegeven?
Meldkamer
In GMS wordt de term “nb GRIP 1” ingevoerd. Dit genereert een inzetvoorstel waarbij alle functionarissen en piketcentralist, behorend bij een GRIP 1 gealarmeerd worden. Ook wordt de communicator geactiveerd met het scenario “GRIP 1” van de betreffende gemeent
ETA
KNRM / Politie
Estimated time (of) arrival Verwachte aankomsttijd
Condenstaatschepen
Beroepsvaart
Tankers met giftig en zeer brandbare restproducten van de NAM. Varen van de NAM door het NH-kanaal door de sluis in Den Helder de Waddenzee op naar Den Oever. In Den Oever door de Stevinsluis naar Enkhuizen en verder.
OSC
Algemeen
On scene coördinator. Commandant en of coördinatiecentrum ter plaatse (vaak een reddingsboot).
Kustwacht
KWC
De Nederlandse Kustwacht, ingesteld op 26 februari 1987, is een samenwerkingsorganisatie van zes ministeries. Verkeer en Waterstaat, Defensie, Justitie, Financiën, Landbouw Natuur & Voedselkwaliteit en Binnenlandse zaken, ten aanzien van dertien operationele overheidstaken op de Noordzee. Voor de uitvoering van deze taken worden varende en vliegende eenheden ter beschikking gesteld door de participerende diensten. De beleidsmatige verantwoordelijkheid is in handen van het ministerie van Verkeer en Waterstaat, de operationele leiding van het Kustwachtcentrum is in handen van de Koninklijke Marine. Het Kustwachtcentrum heeft een 24-uurs bezetting en fungeert als centraal meld-, informatie- en coördinatiecentrum en is tevens het Nationale Maritieme- en Aeronautische Redding Coordinatie Centrum (RCC). De meldkamer van de kustwacht is leidend bij reddingen op zee en op het IJsselmeer
Opvarenden
Algemeen
Mensen die aan boord van een schip zijn.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
41
Terminologie
Discipline
Definitie
POB
Algemeen
Persons on board GHOR: Alleen mensen die gewond zijn. Gemeente: Gedupeerden. Politie: betrokken bij een delict/incident
Slachtoffers
Wantij
Waddenzee
Droge plek in het gebied waar niet overheen kan worden gevaren. Ligt tussen twee diepere plaatsen in.
Droogte
Waddenzee
Plek waar te weinig diepgang is om te varen. Vuurtoren
Toren TEV
Politie
Team explosieven verkenning Onderdeel van de politie. Gaat als eerste een verdacht pakket verkennen.
SGBO
Politie
Staf grootschalig en bijzonder politie optreden. Dit is de staf die multidisciplinair de grootschalige politieprocessen aanstuurt.
Driehoeksoverleg
Politie
Het overleg tussen een burgemeester en een vertegenwoordiger van het Openbaar Ministerie, in aanwezigheid van een politiechef, dat gericht is op beleidsafstemming voor opdrachten aan de politie.
P49
Politie
De surveillance boot van de politie. Standplaats Den Helder
RIT
Politie
Rampen indentificatieteam
Rampenzender
Voorlichting
In Nederland bestaan dertien rampenzenders. Dit zijn de publieke regionale omroepen. Deze zenders houden de burgers op de hoogte als er een ramp in hun regio gebeurt. Anders gezegd: de regionale publieke omroep is de aangewezen 'rampenzender' voor Nederland. Afgesproken is dat zowel in het acute geval van een dreiging van gevaar, als voor het op de hoogte houden van de bevolking, de publieke regionale omroepen als rampenzender fungeren. In het geval van de regio Groningen is dit TV Noord.
Regionaal ijkpunt noemen bijvoorbeeld: De Vlieter
SAMIJ
Voorbeeld is: 2 mijl = ca. 3,5 km ten zuiden van het monument (Vlieter) op de Afsluitdijk.
Naam baken of vuurtoren [regionaal invullen]
Vuurtoren [locatie invullen]
Naam schip “…..” [regionaal invullen]
KNRM
Reddingsboot van de KNRM Thuishaven is ….
OSC
KNRM / KWC
On scene coördinator
1 mijl
KNRM
1852 meter
1 knoop
KNRM
Mijl/uur = 1852 m/ uur
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
42
Terminologie
Discipline
Definitie
Zorgnorm KNRM
KNRM
Binnen 30 minuten met een reddingsboot aanwezig op de haar toegewezen gebieden. Waddenzee in 1-3/4 uur 400-600 personen IJsselmeer 1-3/4 uur 150 -300 personen SRWS: ……..uur ……..personen
Bollen
RWS
Ondiepte tussen Den Oever en Texel
MS [ noem naam regionaal schip]
RWS
Motorschip voor het leggen van betonning, ongevallen- en oliebestrijding. Thuishaven:……….
Oilboom
RWS
Olie absorberende "worsten" die op het water blijven drijven
Noord-Kardinaal
RWS
Type boei, scheepvaart wordt geacht daar via de Noordzijde te passeren
Vaarwegmarkering
RWS
Stelsel van boeien en borden op en langs het water
Taken RWS
RWS
Nautisch verkeer regelen Zorgdragen voor Vaarwegmarkering Reguleren Waterkwantiteit Zorgdragen voor waterkwaliteit Bij Incidenten - bestrijden van vervuiling maakt daarbij gebruik van netwerk van aannemers
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
43
2.2.5
Draaiboek real-time oefening Waterrand
Algemeen Inleiding
Voor het SRWS ……….. is een incidentbestrijdingsplan ontwikkeld, dat is gebaseerd op de resultaten van het Handboek Incidentbestrijding op het Water. In de plannen staan ondermeer richtlijnen voor de wijze waarop de hulpverlening op het water wordt georganiseerd en de aansluiting daarvan op het land. De implementatie van dit IBP wordt mede ondersteund middels een aantal oefeningen rond dit thema.
Verantwoording
Het SRWS……….. is gemeentelijk ingedeeld gebied en daarom is de burgemeester op dat water verantwoordelijk voor de uitvoering van de hulpverlening. Bij die hulpverlening zijn meerdere water- en landpartijen betrokken, die niet gewend zijn dagelijks met elkaar samen te werken. In het incidentbestrijdingsplan …….. is vastgelegd op welke wijze de hulpverlening bij diverse scenario's is georganiseerd. Door te oefenen wordt de samenwerking bevorderd en raken de hulpverleners met elkaars werkwijze bekend.
Type oefening
De totale oefening "Waterrand" bestaat uit meerdere oefeningen met de volgende functies:
Inzet
o
Testen van het incidentbestrijdingsplan ……………..
o
Beoefenen structuur van leiding en coördinatie.
Datum: ../…./….
Locatie:
Tijd: ……tot ca………
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
44
Operationele oefendoelen
Inleiding
Oefendoelen multidisciplinair
Bij deze oefeningen kunnen de deelnemers ervaring opdoen met het optreden in multidisciplinair verband bij incidenten op het water. De nadruk ligt op de samenwerking tussen de hulpverleningsdiensten op het land en die op het water. Cruciaal daarbij is de wijze waarop het CoPI samenwerkt met de OSC op het water en het gebruik van verbindingsstructuren.
Het doel van de oefening is inzicht te krijgen of beschreven procedures uit het Incidentbestrijdingplan ……… voldoen: • melding en alarmeringsysteem; • opschaling; • plaatsbepaling incident; • plaatsbepaling slachtoffers (aanlandingsplaats); • verbinding/communicatiestructuur; • structuur van leiding en coördinatie; • toepassing netwerkkaarten; • samenwerking.
Oefendoelen leider-CoPI
• Informatie verkrijgen over het incident op het Water • Samenwerken met een Liaison SAR/ of OvD-W • Sturing geven aan een incident op het water • Afstemmen van de inzet op het land met het verloop van de hulpverlening op het water.
Doelgroepen Mono-disciplinair
Hoewel het een multidiscplinaire oefening is, biedt het scenario voldoende mogelijkheden om de eigen organisatie: - Op zijn inzet en onderlinge samenwerking te beoordelen. - Leren wat de verschillende taken rollen van partijen bij hulpverlening op het water zijn.
Meldkamers
- De centralist alarmeert en/of informeert na het aannemen van een melding de juiste eenheden, functionarissen, instanties en andere hulpbronnen. - De meldkamers informeren elkaar over de voorgang van de afhandeling van het incident.
KWC of
Het Kustwachtcentrum (ruime binnenwateren) of de OvD-B (overige wateren): a. is in staat om het communicatieplan met de SAR eenheden uit te voeren; b. is in staat om de taak van Sar Mission Commander (=KWC) uit te voeren ; c. is in staat om een SAR proces te leiden; d. wijst een OSC aan.
OvD-B
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
45
Rijkswaterstaat
Beoefenen van de taken van bestrijdingsvaartuigen en van de verkeersleiders van RWS plus de samenwerking met de andere betrokken mee.
KNRM
Geeft uitvoering aan het proces SAR De OSC past de verbindingsprocedures toe om: - optimaal geïnformeerd te zijn, voordat hij bij het incident is; - gedurende het verloop van het incident de acties af te stemmen met het CoPI; - middels een liaison SAR in het CoPI een volwaardige bijdrage in het CoPI te leveren.
Brandweer
OvD-B: - geeft sturing aan het brandweeroptreden op land en op het water; - stemt de brandweer acties af in het CoPI.
Politie/KLPD
KLPD schipper: - stemt met KWC en KNRM schipper af, wie waar OSC is.
GHOR
OvD-G: - brengt geneeskundige kennis in het CoPI; - communiceert met Liaison SAR over de toestand van de gewonden aan boord.
Doelgroep en deelnemende eenheden Inleiding
De oefening staat open voor iedere organisatie die regelmatig bij incidenten op het SRWS ……….is betrokken.
Deelnemers
De oefening wordt georganiseerd voor de volgende deelnemers per oefening: Organisatie:
Aantal:
Meldkamer … Verkeerspost…….. Meldkamer C- VR Kustwachtcentrum KLPD Driebergen Rijkswaterstaat
1 centralist, 2 CaCo's 1 centralist 1 centralist 1 centralist 1 centralist 1 OvD-RWS 1x volledig bestrijdingsteam (OVD+ schip met bemanning) per oefendeel Liaison SAR in CoPI, Materieel op het water ……… 1 OvD-B + 1 waarnemer 1 LCoPI + 1 waarnemer 1 bevelvoerder + TS bemanning +1 waarnemer Blusboot en opvarenden 1 boot met 4 bemanningsleden OvD-P + basispolitiezorg OvD-G, 1 ambulance 1 boot …….. Volledig met 3 plotter/centralisten
KNRM Regio Gemeentelijke Brandweer …… KLPD Waterpolitie Politie GHOR Reddingsbrigade ……. CoPI-leden (inclusief plotters)
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
46
Opzet van de oefeningen / situatieschets
Inleiding
Voor deze oefening is een incident uitgewerkt dat goed voorstelbaar is en waarbij de te beoefenen doelen goed waarneembaar zijn.
Locatie
De inzetoefening vindt op datum……. plaats op het lokatie …. Voorbeeld: Locatie 1: 52.34.00 05.68
Weer
De meteorologische omstandigheden van het moment van de oefening zijn van toepassing op de oefening zelf. "Het is zoals het is".
Tijd
Ten tijde van de oefening geldt de werkelijke tijdsituatie. "Het is zoals het is".
Scenario
Een vissersboot (1) vaart met een schipper en zijn maat op het ………………... Ze hebben lange dagen gemaakt en de maat ligt te slapen. Opeens hapert de motor en valt uit. De schipper kijkt nog eens goed om zich heen en gaat naar het motorruim. Ondertussen verlegt een vissersboot (2) met 10 opvarenden (schipper, maat en 8 sportvissers) zijn koers en komt op ramkoers te liggen met vissersboot 1. De schipper heeft wat meegedronken met de gasten en is minder scherp dan normaal. Hij denkt nog wel achter vissersboot 1 om te kunnen. Omdat hij wordt afgeleid komen de schepen met elkaar in aanvaring. Het gevolg is: Vissersboot 1; 2 opvarenden
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
47
De schipper is van de trap gevallen en licht bewusteloos in het motorruim. De maat is wakker geschrokken, heeft zijn hoofd gestoten en heeft flinke hoofdpijn. Hij staat verdwaasd aan dek en is zijn schipper kwijt. Het anker van de andere boot heeft een gat gemaakt in de romp waardoor dieselolie uit de brandstoftank stroomt. Vissersboot 2; 10 opvarenden waarvan 3 personen over boord Ten tijde van de aanvaring voer de boot op de "autopilot". Hierdoor is de boot nog 500 meter doorgevaren en is verderop voor anker gegaan. Op de boot heerst paniek, omdat er mensen overboord zijn geslagen en er zijn een aantal personen gewond geraakt. 3 Opvarenden stonden op een verhoging om te zwaaien naar vissersboot 1. Deze drie personen zijn door de klap overboord gevallen. Twee personen blijven drijven bij de boot met hun reddingsvest. Omdat de 3e persoon geen zwemvest aan wilde trekken is hij direct gezonken nadat hij in het water was gevallen. Een zware laadboom o.i.d. is door de klap verplaats en heeft 1 persoon bekneld. In de keuken stond iemand heet water in te schenken, hij heeft dit over zijn handen heup en bovenbeen gekregen. Een van de vissers stond vis te fileren tijdens het ongeval en heeft zichzelf een hevig bloedende snee in de onderarm bezorgd. De schipper van vissersboot 2 meldt de aanvaring aan de verkeerspost op kanaal ... Daadwerkelijke melding wordt door de oefenleiding uitgevoerd.
Startsituatieoefening
De aanvaring heeft net plaatsgevonden en de oefening start op aanwijzing van de algemeen oefenleider met een melding van het incident naar de verkeerspost…... (Oefenbegeleider staat in de stuurhut van vissersboot 2 bij de schipper.) Locatie: lat/long
Melding & Alarmering
De oefenbegeleider op vissersboot 2 meldt op marifoonkanaal ..aan de VP dit betreft een melding in het kader van oefening Waterrand : tekst aanpassen aan regio ………….. Het verloop van de melding en alarmering wordt door de oefenstaf bewaakt.
Verwacht verloop oefening
De hulpverleningsdiensten op het water en land worden gealarmeerd/geïnformeerd overeenkomstig de inzetvoorstellen uit het Incidentbestrijdingsplan …….. Op basis van de melding zal brandweer …….. ter plaatse komen met de "………..". De” ………” ligt in de buurt en zal als OSC worden aangewezen. De OSC coördineert de inzet van de hulpverlening op het water. De informatie van het water naar het land verloopt van de OSC naar de liaison SAR in het CoPI.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
48
Verwacht tijdschema 1e deel oefening
Tijdens de oefening wordt volgend tijdsverloop gehanteerd/verwacht: (start oefening: T = 0) Oefenplanning
Aandachtspunten Verwacht oefenverloop
Melding aan Verkeerspost
T
Alleen melding van aanvaring Geen melding maken van beknelling
Alarmering KNRM door KWC en GMK KLPD door Driebergen
T+5
GRIP 1
T + 10
Als er door OvD-B nog geen GRIP gegeven wordt, wordt door de CaCo GRIP 1 gemaakt
Namen regionaal invullen
T+9 T + 10 T + 11 T + 16
Stellen zich ten dienste van OSC als deze bekend is
10 minuten varen
T + 18
Eenheid
Aankomst reddingsboten
KLPD
Opkomsttijd
Aanwijzing OSC KNRM
T + 18
Private redder 2 RWS
15 minuten varen 15 minuten na alarmering 20 minuten varen 20 minuten varen
T + 25 T + 25
Brandweer boot
20 minuten varen
T + 25
Brandweer TS Ambulance OvD-B Sitrap aan KWC
10 minuten 15 minuten 15 minuten
T + 15 T + 20 T + 20 T + 25
OvD-P
20 minuten
T + 25
OvD-G Sitrap aan GMK
20 minuten
T + 25 T + 28
CoPI leden
30 minuten
Notwin
Aanlanding eerste slachtoffers
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
Verkenning maken voor totaal beeld. (Schepen liggen uit elkaar met verschillende aandachtspunten) Door KWC (ruime binnenwateren) of OvD-B (binnenwateren)
T + 20 T + 20
NB: Is er standaard hv gereedschap aan boord?
Neemt contact op met OSC Door OSC Neemt contact op met KLPD boot (= OSC) Door KWC
T + 35 T + 40
49
Randvoorwaarden
Beginsituatie
Er wordt vanuit gegaan dat de deelnemers op de hoogte zijn van de (on)mogelijkheden van hun eigen organisatie en die van de overige deelnemende organisaties.
Inleiding
Bij het bestrijden van het incident en de gevolgen daarvan worden de hulpverlenende diensten volgens een voorstel of naar behoefte gealarmeerd door de betreffende meldkamers. De meldkamers weten welke eenheden aan de oefening meedoen. Tijdens de oefening vindtl de alarmering volgens reguliere procedures plaats.
Opschaling inzet personeel
Door leidinggevenden zal steeds bepaald worden of er noodzaak is voor het alarmeren van meerdere eenheden en mogelijk andere toegeruste eenheden. Indien door deelnemers gevraagd wordt om assistentie van eenheden die niet aan de oefening deelnemen, zal hierop door de oefenstaf worden ingespeeld.
Operationele waarneming
Tijdens de oefening is het belangrijk dat de landpartijen 'buiten dienst' zijn en niet oproepbaar zijn voor incidenten. Het is ongewenst dat zij de oefening verlaten als parate eenheid. Dit geldt niet voor de KNRM schepen.
Einde oefening
"Einde oefening" wordt bepaald door de algemeen oefenleider. Dit zal gebeuren wanneer de deelnemers de mogelijkheid hebben gekregen de oefendoelen te behalen.
Briefing, nabespreking en evaluatie
Inleiding
De evaluatie is net zo belangrijk als de oefening zelf. De evaluatie verhoogt het rendement van de oefening door: Een indicatie te geven van het niveau van functioneren de deelnemers; Het formuleren van verbeterpunten en nieuwe leerdoelen. Een ‘beloning’ te geven voor de geleverde inzet. Een zorgvuldige en goed uitgevoerde evaluatie geeft het signaal dat de oefening serieus wordt genomen. Daarnaast is het evaluatierapport een document waaruit blijkt dat er verantwoord multidisciplinair geoefend wordt in het kader van de voorbereiding rampenbestrijding.
Bouwstenen
De evaluatie bevat de volgende componenten als input: Evaluatieformulieren ten behoeve van de waarnemers van brandweer, politie en GHOR, RWS, KNRM, meldkamers. Evaluatieformulier, in te vullen door de deelnemers. Het gaat erom beleving, suggesties en ideeën van de deelnemers te verkrijgen. Verslag van de punten die in de nabespreking naar voren zijn gekomen bij
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
50
oefenleiding en deelnemers. Elke discipline is verantwoordelijk voor de registratie van de eigen deelnemers. Registratie van de oefenleiders, enscenering en genodigden valt onder verantwoording van de oefenleiding. Lijsten en notities die gedurende de oefeningen gebruikt worden door de deelnemers. Leerpunten: alles overwegende naderhand, de mening van de oefenleiding.
Werkwijze waarneming
De verschillende eenheden en teams zullen tijdens de oefening worden waargenomen door waarnemers. Deze waarnemers zullen er op toezien dat de deelnemers in de gelegenheid worden gesteld de oefendoelen te halen. De resultaten worden in een later stadium gebundeld in het multidisciplinaire evaluatieverslag. Per discipline zal worden beoordeeld of het noodzakelijk is een monodisciplinair evaluatieverslag op te stellen.
Evaluatie op oefendoelen
Tijdens de korte nabespreking direct aansluitend aan de oefening worden evaluatieformulieren uitgereikt aan de deelnemers (bijlage C). Deze formulieren hebben betrekking op de opzet en de uitvoering van de oefening en worden samen met de bevindingen van de waarnemers verwerkt in het multidisciplinair evaluatieverslag.
Rapportage procedure
De oefenbegeleider "waarnemen en evalueren" is verantwoordelijk voor het verzamelen van de gegevens voorafgaand en tijdens de oefening. Het proces verloopt als volgt: De deelnemers van de oefening krijgen een evaluatieformulier, die bij voorkeur direct wordt ingevuld.
Na 2 weken. Binnengekomen evaluatieformulieren en waarnemingsformulieren worden verwerkt in een multidisciplinair evaluatieverslag (actie Veiligheidsbureau) en een monodisciplinair evaluatieverslag (actie eigen afdeling/organisatie). Na 3 weken. Eerste concept evaluatieverslag wordt besproken met de werkgroep. Overleg is bedoeld om zicht te krijgen op de verbeterpunten en hun samenhang. Na 6 weken. Concept multidisciplinair evaluatieverslag is gereed en wordt aangeboden aan de leidinggevende deelnemers met de mogelijkheid om te reageren. Monodisciplinaire evaluatie wordt teruggekoppeld naar de eigen organisatie/afdeling. Na 8 weken. Na aanpassing worden de mono- en multidisciplinaire evaluaties vastgesteld door de werkgroep en aan de doelgroepen van de oefening toegezonden.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
51
Waarnemers
Voorstel voor waarneming: • CoPI als team • OSC • Samenwerking Politie / KLPD Waarnemer voor
Naam
Locatie
KNRM, RWS Bij de OvD-RWS
Multi COPI
aanrijden +locatie
GHOR OvD-G
aanrijden +locatie
Brandweer OvD-B 1e bevelvoerder
aanrijden +locatie
Politie OvD-P KLPD schipper
Meldkamer GMK …. Verkeerspost KWC
Briefing waarnemer en deelnemers
De waarnemers krijgen van te voren de waarnemingsformulieren toegestuurd. Elke discipline is daarvoor zelf verantwoordelijk. Tevens wordt monodisciplinair bepaald of de eigen waarnemers vooraf nog apart worden gebrieft. In de briefing van de waarnemers wordt aandacht geschonken aan: • enscenering; • waar de waarnemers worden ingezet; • tijdsplanning; • veiligheidsaspecten; • communicatie; • systeem van nabespreken.
Nabespreken CoPI
Direct na het bericht "einde oefening" van omstreeks …… uur gaan de leden van het CoPI samen met de waarnemers naar ………om de oefening na te bespreken. De afzonderlijke waarnemers van de OvD'n zijn hierbij als toehoorder aanwezig.
Waarnemingsformulieren CoPI
De waarnemingsformulieren van het CoPI zijn opgenomen in de bijlagen.
Plenaire nabespreking deelnemers
De plenaire nabespreking vindt om ongeveer .. .. uur plaats. Locatie: ……... De te bespreken onderwerpen zijn het scenario en het globale oefenverloop met de eerste indrukken verzameld door de oefenstaf.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
52
Verbinding en alarmering
Inleiding
In dit hoofdstuk staan het verbindingsschema en de daarbij horende gespreksgroepen. Tijdens de oefening zal gebruik worden gemaakt van het reguliere C2000 verbindingsnet.
Inmelden in het net
De oefenstaf meldt zich om -- -- uur in bij de meldkamer op gespreksgroep …-RMG- ...
Alarmering
De deelnemers worden vooraf uitgenodigd voor de oefening. Er vindt alarmering plaats via de pagers.
Verbindingsschema
In onderstaand schema zijn de toe te passen verbindingsschema’s voor de deelnemers opgenomen: Tot GRIP 1.
Vanaf GRIP 1. Alle informatie tussen CoPI en OSC verloop via RMG 01. In het CoPI is de liaison SAR aanspreekpunt voor CoPI leden en OSC Monodisciplinair wordt van de eigen verbindingskanalen gebruik gemaakt.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
53
Bereikbaarheid responscel OL
In het RCC is een persoon aanwezig als responscel voor de LCoPI en voor het faciliteren van netcentrisch werken. De responscel OL is te bereiken via C2000 gespreksgroep …-…-…
Aandachtspunten
Bij het verbindingsschema hoort een aantal opmerkingen ter verduidelijking. Er dienen vooraf aan de oefening gespreksgroepen geregeld te zijn voor de oefenstaf, de oefenbegeleiders en de veiligheidsfunctionarissen. Soms worden om de reguliere dagelijkse hulpverlening niet te storen speciale oefengespreksgroepen afgesproken. Dit dient vooraf aan de oefening aan de deelnemers bekend gemaakt te worden. de meldkamer over te schakelen naar een vrij aktie-kanaal of geregeld dit op voorhand met de meldkamer
Veiligheid
Inleiding
Tijdens de oefening dient gewerkt te worden volgens het VGWM-plan6 zoals deze bij de regionale multidisciplinaire oefeningen wordt toegepast. VGWM staat voor Veiligheid Gezondheid, Welzijn en Milieu. Het plan houdt rekening met de bij oefening aanwezige risico’s voor deelnemers, waarnemers en het milieu. Het VGWM-plan zal voorafgaand aan de oefening in de briefing worden meegedeeld aan deelnemers en waarnemers.
Toetsing VGWM plan oefenlocatie
Het VGWM-plan is vooraf getoetst op de oefenlocatie op de daar aanwezige risico’s. Vervolgens zijn er door de oefenleiding maatregelen genomen om deze risico’s, voor de deelnemers, waarnemers, figuranten, lotussen en toneelspelers tijdens de oefening zo veel mogelijk tot een minimum te beperken
Veiligheidsfunctionaris
Het doel van een veiligheidsfunctionaris is het toezien op veiligheid tijdens de oefening. De veiligheidsfunctionaris wordt ingezet op die plaatsen waar de risico’s voor de deelnemers en waarnemers het grootst zijn.
Veiligheidsmaatregelen
Alle deelnemers dragen op het water een zwemvest of een reddingsvest. Bij de incidentschepen is de "………" van de KNRM of KLPD als veiligheidsboot aanwezig. Op elke vissersboot is een duikteam van de brandweer paraat om ingeval van overboord vallen handelend op te treden. Er worden geen personen op brandcards overgezet van schip-schip en schipland. In voorkomende gevallen wordt van een oefenpop gebruik gemaakt. Voor deze oefening zijn .. extra veiligheidsfunctionarissen geplaatst.
6
VGWM plan: Veiligheid, gezondheid, welzijn en milieuplan.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
54
Afstel/uitstel oefening
De algemeen oefenleider kan besluiten de oefening uit te stellen of te cancelen. Dit gebeurt in overleg met de leden van de oefenstaf. De elementen die bij de overwegingen een rol spelen zijn: - windkracht. Vanaf de voorspelling van 7 bft. gaat de oefening niet door - golfhoogte - onweer
Melding ongeval / gevaarlijke situatie tijdens oefening
Indien er tijdens de oefening een ongeval plaatsvindt en er gewonden zijn of een gevaarlijke situatie ontstaat moet dit onmiddellijk aan de oefenleider en de Meldkamer ….. worden doorgegeven. Als dit wordt doorgegeven dient het bericht vooraf gegaan te worden door de kreet: “NO PLAY NO PLAY NO PLAY” De oefenleider stopt dan de oefening in de directe nabijheid van het ongeval of gevaarlijke situatie en verzorgt de nodige acties. Bij een zeer ernstig incident stopt de oefenleider de gehele oefening. Noot: Na het verzenden van een bericht voorafgegaan door deze kreet geldt er een radiostilte voor de overige deelnemers aan de oefening
Registratie deelnemers
Voor aanvang van de oefening rouleert tijdens de briefing een lijst, waarop iedere deelnemer zijn naam dient te plaatsen; hierdoor ligt de registratie vast van allen die aan de oefening hebben deelgenomen. Deze lijst rouleert ook na de oefening in de nabespreking. Een voorbeeld van zo’n lijst is toegevoegd als bijlage.
Aandachtspunten tijdens de oefening
Tijdens de oefening blijven de normale verkeersregels gelden en is het gebruik van optische en geluidssignalen niet toegestaan. Ondanks de inzet van veiligheidsmaatregelen blijft elke deelnemer verantwoordelijk voor zijn/haar eigen veiligheid.
Organisatie Oefenstaf en begeleiding
Eindverantwoording
De directie van de Veiligheidsregio ……… heeft bij oefeningen in het kader van het regionaal oefenbeleid de ambtelijke eindverantwoording voor alle activiteiten in het kader van het multidisciplinair oefenen in de regio ……………….De leiding van de aan de oefening deelnemende disciplines welke personeel beschikbaar stellen ten behoeve van de oefening zijn er verantwoordelijk voor dat het deelnemend personeel beschikt over de benodigde diploma’s / vaardigheden en kennis om de werkzaamheden goed en veilig uit te kunnen voeren.
Voorbereiding
De oefening wordt georganiseerd door een multidisciplinaire werkgroep. De voorzitter wordt geleverd door het Veiligheidsbureau.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
55
Oefenstaf
De oefenstaf is tijdens de oefening verantwoordelijk voor het creëren van de randvoorwaarden voor een verantwoorde oefening. Dit houdt het volgende in: Vooraf aan de oefening alle uit te voeren veiligheidsvoorschriften (incl. enscenering) controleren. Ervoor zorgen dat alle bij de oefening betrokken personen het registratieformulier tekenen. Bekend stellen van de veiligheidsinstructies bij alle bij de oefening betrokken personen. Ervoor zorgen dat de noodprocedure bij iedereen bekend is. Ervoor zorgen dat gekwalificeerd medische hulp op het oefenterrein aanwezig is.
Oefenleider
De algeheel oefenleider is verantwoordelijk voor: Het geven van het sein start - en einde oefening. Een goed verloop van de oefening Het aanwijzen van aparte veiligheidsfunctionarissen (indien hij dit nodig acht). Het op een juiste manier invullen van een ongevalrapport De praktische inzet van de oefening (indien van toepassing).
Begeleiding
Voor de begeleiding van de oefening zijn verschillende functies nodig, die naar omstandigheden gecombineerd kunnen worden. Door onderscheid te maken in de functies wordt duidelijk aan welke aspecten aandacht besteed moet worden. Oefenbegeleider: Draagt zorg voor het dat hem/haar toegewezen deel van de oefening goed verloopt. Mag in overleg met de oefenleider een time-out inlassen om de deelnemers te instrueren. Mag het deel van de oefening waar hij/zij toezicht op heeft stil leggen en stelt de oefenleider daarvan in kennis en maakt er achteraf rapport van. Waarnemer: Beoordeelt de oefening volgens de evaluatiemethodiek. Signaleert onveilige situaties en grijpt direct in bij onaanvaardbare risico's. Koppelt waarneming en acties terug naar de oefenleider. Veiligheidsfunctionaris: De kwaliteit van de inzet bewaken, ongeregeldheden signaleren, direct ingrijpen bij onaanvaardbare risico’s en terugkoppelen naar de oefenleider. Werkt samen en overlegt met veiligheidsfunctionarissen van naastgelegen gebieden. Toezicht houden op het nakomen van af spraken die gemaakt zijn in het belang van de veiligheid, gezondheid, welzijn en milieu. Zo nodig moet er tijden de oefening overleg plaatsvinden. Vult, indien van toepassing, het (bijna-)ongevalrapport in.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
56
Indeling oefenstaf
Oefenstaf
Locatie
Verantwoordelijkheid
Oefenleider
Naam
Bij het CoPI
Oefenbegeleider enscenering
Staat bij de start van de oefening in de stuurhut van vissersboot 2. Staat bij de start van de oefening in de stuurhut van vissersboot 1
Algemene coördinatie en (de)briefing van de deelnemers . Verzorgen enscenering Voorafgaand, tijdens en na de oefening. Stuurt veiligheidsfunctionarissen aan.
Oefenbegeleider enscenering
Veiligheids functionaris Oefenbegeleider Inzet boten Oefenbegeleider CoPI Oefenbegeleider figuranten/ Lotus Opvang lotus/ figuranten Oefenbegeleider middelen Oefenbegeleider brandweer
1. 2.
Bij de aanandingsplaats
Vissersboot 2
Oefenbegeleider GHOR Oefenbegeleider politie Oefenbegeleider KLPD waterpolitie Oefenbegeleider RWS Oefenbegeleider meldkamer
Nabij CoPI
GMK ….
Verzorgen enscenering Voorafgaand, tijdens en na de oefening.
Bewaakt dat opvarenden veilig worden overgezet. Bewaakt / controleert de alarmering en vaartijden van de boten naar het incident. Draagt zorg voor het tijdig aanrijden van eenheden. Figuranten brieven, rollen uitdelen, overdragen aan oefenleider enscenering Figuranten opvangen en begeleiden na de oefening Uitgifte en inname middelen voor en na de oefening Bewaakt de inzet van voldoende brandweer eenheden, zodat de oefen doelen gehaald worden Bewaakt de inzet van ambulance en OvDG, zodat de oefendoelen gehaald worden. Bewaakt de inzet politie eenheden, zodat de oefendoelen gehaald worden Bewaakt de inzet KLPD eenheden, zodat de oefendoelen gehaald worden Bewaakt de inzet RWS, zodat de oefendoelen gehaald worden Controleert of de melding van VP goed is doorgekomen naar KWC en/ of KLPD-Driebergen. Draagt zorg voor de inzet en evaluatie deelnemers meldkamer.
Oefenbegeleider KWC (ruime binnenwateren)
Controleert of de melding van VP goed is doorgekomen naar KWC en/ of GMK. Draagt zorg voor de inzet en evaluatie deelnemers KWC.
Oefenbegeleider waarnemen en evalueren PR
briefing en coördinatie van waarnemers, bundelen van gegevens
Genodigden
Opvang en begeleiding genodigden
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
Persbericht, Opvang van pers
57
Herkenbaarheid
De oefenstaf en waarnemers is herkenbaar middels …. hesjes of [vermeld regionale afspraken].
Overzicht oefenconcept
Inleiding
In deze oefening zijn er eenheden op het water en op het land actief. Dat geldt ook voor de oefenorganisatie. Onderstaand overzicht geeft een beeld van de posities van de diverse deelnemers en oefenorganisatie VOORBEELD
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
58
Tijdschema uitvoering
Inleiding
Om een oefening organisatorisch tot een goed einde te kunnen brengen, is het volgen van een tevoren opgesteld tijdschema noodzakelijk.
Voorbereiding
De voorbereiding is volgens onderstaand tijdsschema gepland: Tijdstip
Beschrijving
T
Vissersschepen meren af
T
Oefenstaf bijeen. Voorbespreken oefenstaf oefenlocatie, doornemen taken tijdens de oefening
T +10
Inrichten briefingruimte
Locatie
Avondeten oefenstaf, lotussen /figuranten, schippers vissersboten Briefing lotus, toneelspelers en overige figuranten. Schminken 4 lotusslachtoffers en 3 toneelspelers 2 duikers Vervoer Lotus/figuranten naar de Vissersboten Oefenbegeleiders meldkamer aanwezig Gezamenlijke briefing waarnemers Gelegenheid de oefening monodisciplinair voor te bespreken Schepen op het water melden zich in bij de oefenleider op de GMK …. Gezamenlijke briefing CoPI leden en overige deelnemers Incidentschepen op locatie Inmelden oefenstaf bij meldkamer dat ze oefen gereed zijn Start oefening met de melding
Oefenlocatie
Alarmering schepen Controle of alle meldingen zijn doorgekomen GRIP 1 afgegeven door de meldkamer CoPI operationeel Einde oefening Spullen ophalen figuranten en afschminken lotussen •
Nabespreking CoPI met waarnemer CoPI
•
Nabespreking waarnemers operationeel gedeelte met deelnemers
Politie, KNRM en vissersboten meren af Plenaire nabespreking deelnemers Samenkomen alle figuranten en deelnemers
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
59
Genodigden en omgang met de media Inleiding
Bij een aantal multidisciplinaire operationele oefeningen op het regionaal en bovenregionaal niveau wordt extra aandacht besteed aan de externe communicatie over de oefening. Voor de omgang met de media zijn afspraken gemaakt.
Persberichten
De media ontvangt ongeveer één week voor de oefening onder embargo een persuitnodiging. In de uitnodiging staat een korte omschrijving van de oefening. De inhoud van de persuitnodiging wordt afgestemd met de voorzitter van de oefenstaf. Ook met externe partijen die bij de oefening betrokken zijn wordt de inhoud kortgesloten. Voorafgaand aan de oefening wordt een korte briefing met de media gehouden over de inhoud van de oefening.
Begeleiding media
De begeleiding van media ligt in handen van de communicatieadviseur van de [ organisatie invullen]. Vooraf, tijdens en na de oefening heeft alleen de communicatieadviseur met de media contact over de inhoud en het verloop van de oefening. Alleen met toestemming van de communicatieadviseur is het toegestaan dat andere aanwezigen met de media over de oefening communiceren.
Herkenbaarheid
De media is herkenbaar aan een groene badge waarop PERS staat. De communicatieadviseur van de VR draagt een hesje [regionale afspraken opnemen].
Deelnemers
In de briefing van deelnemers, waarnemers en genodigden wordt aandacht besteed aan de afspraken over de omgang met de media.
Genodigden
De genodigden bezoeken onder begeleiding de oefenlocatie. De begeleider is de heer/mevrouw ………..
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
60
Bijlagen
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
61
Bijlage A: Aanvullend veiligheidsplan oefeningen op het water Algemeen Aangezien de enscenering van de oefening zo realistisch mogelijk wordt uitgevoerd, dienen alle deelnemers onderstaande veiligheidsbepalingen aandachtig te lezen en conform deze bepalingen tijdens de oefening te handelen. Tijdens de oefening mag de veiligheid van LOTUS-slachtoffers, deelnemers en waarnemers (én het milieu) niet in gevaar komen! Iedereen die op de oefenlocatie aanwezig is, wordt nadrukkelijk verzocht alle veiligheidsmaatregelen in acht te nemen. Aanrijden en –varen gebeurt zonder gebruik te maken van signalen. Er is vooraf een ambulance aangewezen die wordt ingezet bij daadwerkelijke ongevallen tijdens de oefening. Er is een reddingboot (politie/brandweer) en duikteam beschikbaar voor eventuele drenkelingen en deze heeft geen andere taak in de oefening. Deze heeft portofonisch contact met de oefenleiding/veiligheidsfunctionaris. Elke deelnemer, LOTUS- slachtoffer en waarnemer die in de buurt van het water komt (1,5 meter ongeacht taak) is verplicht een reddingsvest te dragen. De brandweer zorgt voor uitgifte, instructie en inname van de reddingsvesten. Behalve de veiligheidsfunctionarissen hebben ook de waarnemers nadrukkelijk een taak in het waarborgen van de veiligheid van de deelnemers en LOTUS-slachtoffers. Indien zij onveilige situaties signaleren, dienen zij dit onmiddellijk aan het oefenstaflid van de eigen discipline te melden (of grijpt zelf in). Deze meldt dit direct aan de oefenleider door. De waarnemers zijn herkenbaar aan hun hesje “waarnemer”. Op de vaartuigen dient het aantal waarnemers zo minimaal mogelijk te zijn. De centralisten van alle diensten worden gevraagd bij de melding duidelijk aan te geven dat het een oefening betreft: elk bericht van een alarmcentrale/meldkamer in het kader van deze oefening, dient te worden begonnen met: 'Dit bericht betreft oefening'. Noodprocedure berichtenverkeer Noodberichten i.v.m. een ongeval tijdens de oefening of i.v.m. een daadwerkelijke inzet van de bij de oefening betrokken eenheden, dienen te worden voorafgegaan door én afgesloten met de melding : "NO PLAY, NO PLAY, NO PLAY". Afhankelijk van de situatie staakt de oefenleider de oefening. Al het berichtenverkeer dient te stoppen (etherdiscipline en absolute radiostilte). Indien een LOTUS-slachtoffer deze kreet gebruikt, betekent dit, dat er daadwerkelijk iets aan de hand is en/of dat er hulp nodig is. Procedure ongevallen tijdens deze oefening Ongevallen en gevaarlijke situaties dienen onmiddellijk aan een waarnemer te worden gemeld. Deze meldt dit direct aan het oefenstaflid van de eigen discipline door. De leden van de oefenleiding hebben via mobiele telefoons en portofoons contact met elkaar. Uiteindelijk beslist de oefenleider over de te nemen acties bij een ongeval/gevaarlijke situatie en bij daadwerkelijke inzet van een deelnemende eenheid. Tijdens de oefening en het opruimen is continu een veiligheidsfunctionaris aanwezig die toeziet op de totale veiligheid. Deze functionaris heeft de bevoegdheid om bij onveilige situaties de oefening stil te leggen en overlegt met de oefenleiding over het al dan niet voortzetten van de oefening.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
62
Persoonlijke beschermende middelen • Tijdens de inzetoefening en de ademluchtoefening is het voor zowel de oefenstaf, de waarnemers alsmede de deelnemers verplicht de volgende persoonlijke beschermende middelen te dragen: uitruktenue (compleet met binnenvoeringen) veiligheidslaarzen brandweerhelm (oefenstaf een oranje bouwhelm) handschoenen (oefenstaf uitgezonderd) • Redvest dient een goedgekeurd automatisch openend vest te zijn, moet de CE klasse 275 hebben en drager dient een instructie te ontvangen over het gebruik hiervan en de noodvoorzieningen. • Indien geblust moet worden vanaf schepen dienen brandweermensen geborgd te worden met een 0,80 meter lijn aan het redvest. • LOTUS-slachtoffers dragen een redvest en mogen deze niet uittrekken. Overige middelen Tijdens inzetoefeningen wordt zoveel mogelijk gebruikt gemaakt van de middelen die bij het repressief optreden ook gebruikt worden, zoals objectportofoons, zaklampen, etc. Veilige werksituatie Hulpverleners zijn opgeleid om met de juiste beschermingsmiddelen veilig en zelfstandig te werken. De primaire verantwoordelijkheid voor het veilig werken ligt daarom bij de hulpverleners zelf. Omdat uitvoerende werkzaamheden in teamverband worden uitgevoerd hebben zij ook een directe verantwoordelijkheid naar elkaar. Eindverantwoordelijk is hun leidinggevende die vanuit de Arbo-wet daar op moet toe zien. Dit is een niet overdraagbare bevoegdheid, verantwoordelijkheid. De oefenstaf, veiligheidsfunctionaris en de waarnemers verkennen vooraf het object en de omstandigheden waarbij goed gelet dient te worden op eventuele aanwezigheid van onveilige situaties en de plaats en werking van alle (nood)uitgangen. De oefenleider geeft tijdens de briefing aanwijzingen omtrent de in het object aanwezige onveilige situaties of omstandigheden (bijvoorbeeld: het weer). De oefenleiding en waarnemers zien er op toe dat voortdurend een veilige werksituatie blijft betstaan. Eventuele aanwijzingen over de werksituatie, vermeld in het draaiboek van de oefening moeten worden opgevolgd. Slachtoffers mogen niet gefixeerd worden op brancards indien ze over het water vervoerd moeten worden. Meldingen Meldingen van een ongeval, maar ook van een bijna-ongeval moeten doorgegeven worden aan de oefenleider. De oefenleider maakt direct, samen met de betrokkene(n) een schriftelijk rapport op. Dit rapport wordt verstuurd aan de werkgroep Opleidingen en Oefeningen, de directie van het voor het totaal verantwoordelijke organisatie (bv: RWS of Veiligheidsregio) en de direct bij het incident betrokken organisatie.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
63
Bijlage B: Briefingsheet oefening ‘Waterrand’ Toelichting
Een gezamenlijke briefing is voor de deelnemers niet altijd mogelijk, omdat de deelnemers zich bij aanvang van de oefening op verschillende locaties bevinden. Zij krijgen via de eigen organisatie deze schriftelijke informatie met high-lights van de oefening uitgereikt. De deelnemers hebben in voorafgaande workshops de nodige kennis van procedures op kunnen doen.
Briefing oefening "Waterrand" Geachte deelnemer, Het doet ons plezier dat u deelneemt aan oefening "Waterrand". De waterrand als “de overgang van water naar land”, is precies het oefendoel van deze oefening. Het testen van de procedures bij een incident op het water, waarbij nauw wordt samengewerkt tussen de hulpverleners op het water en het land. Deze procedures staan beschreven in het Incidentbestrijdingsplan …….. en zijn behandeld in de workshops van [datum]. Opzet van de oefening De oefening start met de melding van een in scene gezet incident op het ………... De verschillende meldkamers zullen schepen alarmeren, die ter plaatse komen en opereren op aanwijzing van een OSC. De oefening loopt tot en met een opschaling naar GRIP 1 waarbij de hulpverleningsdiensten op het land een eigen Commando Plaats Incident (CoPI) zullen inrichten. Het CoPI moet zich op basis van verkregen informatie een beeld vormen van de situatie en overleggen met de OSC welke maatregelen het beste genomen kunnen worden. Aan de oefening doen mee (de Kustwacht indien ruim binnenwater), KNRM, RWS, KLPD, (regionale)brandweer, GHOR en ambulancedienst Spelregels Op [datum] vindt het incident plaats nabij [locatie]. Start van de oefening [tijd] Start van de oefening [tijd] De deelnemende schepen liggen op ca. 10 -15 minuten varen van het incident en worden door hun eigen meldkamer gealarmeerd. Er wordt gewerkt volgens het principe " het is zoals het is." Dat geldt voor het weer maar ook voor de (on)mogelijkheden om met andere partijen in contact te komen. Verbindingen De eenheden op het water communiceren met elkaar op VHF [regionaal invullen] De communicatie tussen OSC en CoPI verloopt via de liaison SAR in het CoPI op …-RMG-… Nabespreking/evaluatie De oefening wordt met de deelnemers nabesproken op [datum/ tijd/ locatie]. Veiligheid
Indien er tijdens de oefening een ongeval plaatsvindt en er gewonden zijn of een gevaarlijke situatie ontstaat moet dit onmiddellijk aan de oefenleider en de eigen meldkamer worden doorgegeven. Als dit wordt doorgegeven dient het bericht vooraf gegaan te worden door de kreet:“NO PLAY NO PLAY NO PLAY”
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
64
De oefenleider stopt dan de oefening in de directe nabijheid van het ongeval of gevaarlijke situatie en verzorgt de nodige acties. Bij een zeer ernstig incident stopt de oefenleider de gehele oefening. Tijdens de oefening blijven de normale verkeersregels gelden en is het gebruik van optische en geluidssignalen niet toegestaan. Ondanks de inzet van veiligheidsmaatregelen blijft elke deelnemer verantwoordelijk voor zijn/haar eigen veiligheid. Contactpersonen Functie
Naam
Bereikbaarheid
Algemeen oefenleider Oefenleider enscenering Oefenleider watereenheden
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
65
Bijlage C: Waarnemingsformulier CoPI Oefening “Waterrand” [datum] Waarnemingsformulier CoPI (team)
Namen leden CoPI:
• • • • • •
Leider CoPI: OvD-B: OvD-G: OvD-P: SAR Liaison Plotter/centralisten
Naam waarnemer: Opmerking: Spreek van te voren onderstaande criteria door met de deelnemers; maak afspraken hoe alle criteria zichtbaar te observeren zijn.
ja
1. Heeft een gezamenlijk beeld van de situatie op het water. 2. Stellen hun plan bij als nieuwe informatie binnenkomt. 3. Heeft gezamenlijk bepaald waar het incident veilig is voor de eenheden. 4. Zorgt er voor dat er, indien mogelijk, een vertegenwoordiger van elke discipline aanwezig is. 5. Hebben gezamenlijk afspraken gemaakt over de behandeling van slachtoffers naar het opvanglocatie. 6. Maken op een juiste wijze gebruik van de deskundigheid van de nautische vertegenwoordiger A.u.b. toelichten als “deels” of “nee” is beoordeeld.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
66
deels
W
deels
P
deels
ja
deels
G
ja
OvDB
ja
Beeldvorming Het team
ja
deels
W
deels
P
deels
ja
deels
G
ja
OvDB
ja
Analyseren Het team
1a. Verzamelt en raadpleegt adequate informatie 1b. Bepaalt wie probleemhebber is 2a. Bedenkt wie welke adequate informatie nodig heeft 2b. Geeft deze informatie door 3. Analyseert ‘automatisch’ 4. Werkt systematisch en beslist wat te doen in welke volgorde 5. Toetst (voorgenomen) besluit/advies op praktisch uitvoerbaarheid A.u.b. toelichten als “deels” of “nee” is beoordeeld.
ja
1. Deelt kennis en informatie met elkaar 2a. Luisteren naar elkaar 2b. Vragen zonodig door 3. Formuleren kort en bondig en men spreekt “de talen“ van de verschillende partijen A.u.b. toelichten als “deels” of “nee” is beoordeeld.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
67
deels
W
deels
P
deels
ja
deels
G
ja
OvDB
ja
Communiceren Het team
ja
1. Werkt volgens van tevoren vastgestelde protocollen/afspraken/procedures 2. Spreekt onderlinge taakverdeling af 3. Werkt samen met andere disciplines en teams 4. Kijkt over eigen grenzen van eigen discipline heen 5a. Vraagt hulp 5b. Biedt hulp A.u.b. toelichten als “deels” of “nee” is beoordeeld.
LEIDER COPI Leider CoPI
Rapporteren van (Leider) CoPI aan ROT De Leider CoPI: 1. Zoekt uit zichzelf contact met de OL 2. Communiceert via het RCC-net (INCI-18) met de OL 3. Beseft dat zij verantwoordelijk is voor het contact met de OL 4. Stelt een multidisciplinair Sitrap op voor het ROT of laat dit doen 5. Werkt met het concept format ‘multidisciplinair sitrap’
Ja
Deels
Nee
N.v.t.
6. a. Kan benoemen wat zij wel of niet prettig vindt aan dit format b. Kan verbeterpunten benoemen 7. Beperkt de Leider CoPI zijn informatieoverdracht tot relevante zaken? A.u.b. toelichten als “deels” of “nee” is gescoord.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
68
deels
W
deels
P
deels
ja
deels
G
ja
OvDB
ja
Samenwerken Het team
Leider CoPI
Vergaderdiscipline en Sitrap De Leider CoPI: 1. Stelt de samenstelling van het CoPI vast en maakt procedure afspraken 2. Spreekt onderlinge rolverdeling af 3. Past de standaard agenda toe 4. Zorgt er voor dat er met behulp van de plotter een gezamenlijk plot wordt gemaakt. A.u.b. toelichten als “deels” of “nee” is gescoord.
Communiceren / Stressbestendig handelen/reflecteren/coördineren Het team en/of de teamleden:
Ja
Deels
Nee
N.v.t.
Leider CoPI Ja
Deels
Nee
N.v.t.
1 Besteedt aandacht aan verbale en non-verbale signalen 2. Besteedt aandacht en ruimte aan gesprekspartners 3. Controleert of de boodschap als bedoelt is overgekomen 4. Bespreekt eigen fysieke en mentale grenzen 5. Bouwt momenten in voor het bespreken van het functioneren van het eigen team 6. Bepaalt prioriteiten 7. Behoudt overzicht over lopende acties van het eigen team A.u.b. toelichten als “deels” of “nee” is gescoord.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
69
Bijlage D: Evaluatieformulier deelnemers Beste deelnemer, Uw op- en aanmerkingen stellen ons in staat de kwaliteit van onze oefeningen daar waar nodig te verbeteren. Wij stellen het op prijs als u de volgende vragen beantwoord. Naam deelnemer: Discipline:
1. Vindt u dat er in uw draaiboek relevante informatie miste?
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Indien ja toelichten s.v.p.
2. Vindt u dat de juiste aspecten tijdens de briefing werden behandeld? Indien nee, toelichten s.v.p.
3. Vindt u dat de juiste aspecten tijdens de nabespreking werden behandeld? Indien nee, toelichten s.v.p.
4. Vindt u dat de veiligheid op uw locatie voldoende werd gewaarborgd? Indien nee, toelichten s.v.p.
5. Vindt u dat de oefening voldoende leermomenten kende waar u in de praktijk baat bij heeft? Indien nee, toelichten s.v.p.
z.o.z.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
70
6. Vindt u de opzet van de oefening realistisch?
Ja
Nee
Indien nee, toelichten s.v.p.
7. Ruimte voor overige opmerkingen en suggesties. Ruimte voor opmerkingen.
Gaarne het formulier direct invullen en op tafel laten liggen of aan een lid van de oefenstaf geven. Bedankt voor uw medewerking.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
71
Bijlage E: Waarnemingsformulieren Meldkamers CENTRALIST
Communiceren / Stressbestendig handelen/reflecteren/coördineren De centralist:
Centralist Ja
Deels
Nee
N.v.t.
1 Besteedt aandacht aan verbale en non-verbale signalen 2. Besteedt aandacht en ruimte aan gesprekspartners 3. Controleert of de boodschap als bedoelt is overgekomen 4. Bespreekt eigen fysieke en mentale grenzen 5. Bouwt momenten in voor het bespreken van het functioneren van de eigen discipline 6. Bepaalt prioriteiten 7. Behoudt overzicht over lopende acties van de eigen discipline A.u.b. toelichten als “deels” of “nee” is gescoord.
Centralist De centralist:
Ja
Deels
Nee
N.v.t.
1 Heeft aandacht voor de veiligheid van de hulpverleners 2. Kan omgaan met de verbindingsstructuren tijdens een grootschalig incident 3. Kan omgaan met de alarmeringsstructuren tijdens een grootschalig incident 4. Kan gespreksgroepen koppelen binnen C2000 5. Werkt in 1 incident multidisciplinair 6. Heeft inzicht in de GRIP opschalingen 7. Kan omgaan met de communicator 8. Heeft inzicht in de taken en verantwoordelijkheden van de calamiteitencoördinator 9. Kan het METHANE bericht geven en ontvangen 10. Kan werken met het gewondenspreidingsplan A.u.b. toelichten als “deels” of “nee” is gescoord.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
72
Pol Nee
Ja
AZ Nee
Deels
Ja
Brw
Deels Nee Ja Deels
Samenwerken Het team:
1. Werkt volgens van tevoren vastgestelde protocollen/afspraken/procedures 2. Spreekt onderlinge taakverdeling af 3. Werkt samen met andere disciplines 4. Kijkt over eigen grenzen van eigen discipline heen 5a. Vraagt hulp 5b. Biedt hulp A.u.b. toelichten als “deels” of “nee” is beoordeeld. Calamiteitencoördinator Communiceren / Stressbestendig handelen/reflecteren/coördineren De centralist:
Centralist Ja
Deels
Nee
N.v.t.
Ja
Centralist Deels Nee
N.v.t.
1 Besteedt aandacht aan verbale en non-verbale signalen 2. Besteedt aandacht en ruimte aan gesprekspartners 3. Controleert of de boodschap als bedoelt is overgekomen 4. Bespreekt eigen fysieke en mentale grenzen 5. Bepaalt prioriteiten 6. Behoudt overzicht over lopende acties van de eigen discipline A.u.b. toelichten als “deels” of “nee” is gescoord.
De calamiteitencoördinator: 1. Heeft binnen 5 minuten na start opgeschaald incident voldoende informatie voor een reële beeldvorming van de situatie 2. Kan omgaan met de verbindingsstructuren tijdens een grootschalig incident 3. Kan omgaan met C2000 4. Kan omgaan met Ovitool 5. Kan scenario denken 6. gebruikt de checklist 7. Heeft een overzicht van de (multidisciplinaire) processen binnen de meldkamer 8. Interpreteert de Sitrap's 9. Draagt het incident over aan het ROT
A.u.b. toelichten als “deels” of “nee” is gescoord.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
73
Samenwerken Pol
Deels Nee Ja Deels Nee
AZ Nee Ja
Deels
Brw
Ja
Het team:
1. Werkt volgens van tevoren vastgestelde protocollen/afspraken/procedures 2. Spreekt onderlinge taakverdeling af 3. Werkt samen/coördineert met andere disciplines 4. Kijkt over eigen grenzen van eigen discipline heen 5a. Vraagt hulp 5b. Biedt hulp A.u.b. toelichten als “deels” of “nee” is beoordeeld.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
74
Bijlage F: Registratieformulier deelnemers en figuranten Invullen
In te vullen bij de plenaire briefingen.
Naam en voorletters
Organisatie
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
Bijzonderheden
75
Bijlage G: LOTUS beschrijvingen LOTUS 1 Naam: Urgentieklasse: Letsel: Waarden: Bijzonderheden:
ATTENTIE: KLEDING KAN WORDEN GEKNIPT Schipper boot 1 T1 Neuro trauma, diverse schaafwonden aan gelaat en armen A; snurk geluiden B; AF > 30/min C; P120 RR 170/90 U bent de schipper van boot 1. U heeft samen met uw maat lange dagen gemaakt en uw maat ligt te slapen. Opeens hapert de motor en valt uit. U wilt gaan kijken in het motorruim. Terwijl u op de trap loopt wordt de boot geramd door een andere vissersboot. Door de klap bent u van de trap gevallen en met uw hoofd tegen de muur geklapt. Hierdoor raakt u buiten kennis. Wanneer er een hulpverlener komt kijken kunt u alleen kreunen hierna krijgt u een snurkende ademhaling. Verder is uw hoofd rood gestuwd en heeft u een hoofdwond en schaafwonden op de armen . Medespeler is FIGURANT 1; scheepsmaat boot 1 De scheepsmaat roept naar u en denkt in eerste instantie dat u over boord bent geslagen. Later ziet hij u onder aan de trap liggen en slaat hij alarm. Uw positie wordt u door de oefenstaf gewezen voor de oefening.
LOTUS 2 Naam: Urgentieklasse: Letsel: Waarden: Bijzonderheden:
ATTENTIE: KLEDING KAN WORDEN GEKNIPT! Beknelde visser op boot 2 T1 Letsel; bekneld bloedend bovenbeen en bekken letsel A; vrij B; AF; 22/min C; Pols 140 Tensie 85-55 U bent met een aantal vrienden een dagje gaan vissen op het ……... Jullie hebben met elkaar stevig gedronken op het schip. U ziet dat uw boot op ramkoers ligt met een andere vissersboot en u probeert snel bij de schipper te komen. Het is te laat, de boot wordt geramd en u raakt bekneld met uw been. U bent erg stil en kreunt. U ziet grauw. Wanneer de eerste hulpverleners te plaatse komen kunt u nog antwoord geven op de vragen die gesteld worden. Hierna raakt u steeds verder weg en reageert u niet meer op aanspreken. U speelt samen met figurant 2 Deze blijft bij u om u te ondersteunen en geeft de hulpverleners eventueel informatie over u. Uw positie wordt u door de oefenstaf gewezen voor de oefening.
LOTUS 3 Naam: Urgentieklasse: Letsel: Waarden: Bijzonderheden:
ATTENTIE: KLEDING KAN WORDEN GEKNIPT! Visser boot 2 T2 Verbranding door kokend water A; vrij B;AF 18/min C; RR 160/90 P 100 U bent met een aantal vrienden een dagje gaan vissen op het …….. Jullie hebben met elkaar stevig gedronken op het schip. U stond in de keuken stond kokend water in te schenken toen uw boot in
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
76
aanvaring kwam met een andere vissersboot. Het kokende water is over uw handen, heup en bovenbeen gegoten. U bent goed aanspreekbaar en kermt het uit van de pijn. Vooral uw been is erg pijnlijk. U speelt samen met figurant 3 Deze probeert uw brandwonden te koelen met koud water. Uw positie wordt u door de oefenstaf gewezen voor de oefening. LOTUS 4 Naam: Urgentieklasse: Letsel: Waarden: Bijzonderheden:
ATTENTIE: KLEDING KAN WORDEN GEKNIPT Visser boot 2 T2 Diepe snij verwonding onderarm (20 cm) A; vrij B; AF 15/min C; RR 110/60 P 110 U bent met een aantal vrienden een dagje gaan vissen op het …….. Jullie hebben met elkaar stevig gedronken op het schip. Er is goed vis gevangen en u bent deze vis inmiddels aan het Fileren. Uw boot komt in aanvaring met een andere vissersboot. Door de klap schiet u uit met het fileermes, u snijdt zichzelf flink in de onderarm en heeft hierdoor aardig wat bloed verlies. U speelt samen met figurant 4. Deze probeert uw arm met een theedoek te verbinden en het bloeden te stelpen. Uw positie wordt u door de oefenstaf gewezen voor de oefening.
Figuranten beschrijvingen Figurant 1
Bootsmaat boot 1 U bent de bootsmaat van boot 1. U heeft samen met uw schipper lange dagen gemaakt en u bent even gaan slapen. U wordt opgeschrikt door een hevige klap, de boot is geramd door een andere vissersboot. U springt op en roept naar de schipper. Omdat deze geen antwoord geeft vermoedt u dat hij overboord is geslagen. U speurt over het water maar ziet hem niet. Op het moment dat u alarm gaat slaan ziet u de schipper onder aan de trap liggen. Hij reageert niet op uw aanspreken en hij heeft een hoofdwond. Hij maakt een snurkend geluid. Melding: U slaat alarm bij KWC kanaal 16. U meldt een aanvaring met een andere vissersboot. Uw schipper heeft u onder in het ruim aangetroffen. Hij is niet aanspreekbaar en heeft een hoofdwond. U speelt samen met LOTUS 1 (schipper boot 1) Uw positie wordt u door de oefenstaf gewezen voor de oefening.
Figurant 2
Sportvisser boot 2 U bent met een aantal vrienden een dagje gaan vissen op het ………. Jullie hebben
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
77
met elkaar stevig gedronken op het schip. U ziet dat uw boot op ramkoers ligt met een andere vissersboot en uw vriend probeert snel bij de schipper te komen. Het is te laat, de boot wordt geramd u valt op het dek. Gelukkig bent u niet gewond geraakt maar u bent erg geschrokken. U heeft gezien dat 3 van uw vrienden over boord zijn geslagen en uw vriend is bekneld geraakt met zijn been. U roept om hulp naar uw andere vrienden en blijft bij uw vriend die bekneld zit om hem te ondersteunen. Hij is erg stil ziet grauw en kreunt. Wanneer de eerste hulpverleners te plaatse komen probeert u ze te roepen om bij uw vriend te komen kijken. U geeft de hulpverleners informatie over wat u precies gezien heeft en hoe het met uw vriend gaat. Melding: U belt 112 via telefoonnummer;…..oefenlijn KLPD? U meldt een aanvaring waarbij 3 personen over boord geslagen zijn. Uw vriend is op de boot bekneld geraakt met zijn been U speelt samen met LOTUS 2 Uw positie wordt u door de oefenstaf gewezen voor de oefening.
Figurant 3
Sportvisser boot 2 U bent met een aantal vrienden een dagje gaan vissen op het …… . Jullie hebben met elkaar stevig gedronken op het schip. U bent in het keukentje met een vriend wanneer u op het dek een hoop geschreeuw hoort. Dan voelt u een flinke klap, de boot heeft een aanvaring gehad met een andere vissersboot. U valt op de grond maar u heeft verder geen letsel. Uw vriend heeft kokend water over armen en benen gekregen. U probeert te gaan koelen met koud water. Wanneer er hulpverleners komen probeert u ze bij uw vriend te laten kijken. U speelt samen met LOTUS 3 Uw positie wordt u door de oefenstaf gewezen voor de oefening.
Sportvisser boot 2 U bent met een aantal vrienden een dagje gaan vissen op het ………. Jullie hebben Evt. extra met elkaar stevig gedronken op het schip. tegenspel politie U ziet dat uw boot op ramkoers ligt met een andere vissersboot. Het is te laat, de schrijven boot wordt geramd u valt op het dek. Gelukkig bent u niet gewond geraakt maar u bent erg geschrokken. U heeft gezien dat 3 van uw vrienden over boord zijn geslagen. U hoort 1 van uw vrienden ( LOTUS 4) roepen om hulp en u gaat naar hem toe. Figurant 4
Tijdens de aanvaring was hij vis aan het fileren en heeft hij zijn onderarm flink verwond. U probeert met een theedoek de bloeding te stelpen. Wanneer er hulpverleners aan boord komen probeert u iemand naar uw vriend te laten kijken.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
78
U speelt samen met LOTUS 4 Uw positie wordt u door de oefenstaf gewezen voor de oefening.
Figurant 5
Schipper boot 2 U bent schipper van een vissersboot en vandaag hebben u en uw bootsmaat 8 sportvissers mee op het ……... Evt. extra tegenspel politie U heeft gezellig een borreltje mee gedronken met de sportvissers en u bent niet helemaal scherp meer. schrijven U verlegt de koers om een andere vissersboot te ontwijken en u laat zich nog een biertje aansmeren. Te laat ontdekt u dat u op ramkoers komt te liggen met vissersboot 1. De schepen komen in aanvaring met elkaar. Uw boot vaart nog 500 meter door op de "autopilot" en gaat hierna voor anker. Op de boot heerst paniek omdat er mensen overboord zijn geslagen en er zijn een aantal personen gewond geraakt. Omdat u gedronken heeft spreekt u een beetje met dubele tong en u bent niet vast op de benen. U meldt alleen de aanvaring en dat er mogelijk gewonden zijn aan de VP op kanaal .. Uw positie wordt u door de oefenstaf gewezen voor de oefening.
Drenkeling 1
U bent met een aantal vrienden een dagje gaan vissen op het …….. Jullie hebben met elkaar stevig gedronken op het schip. U ziet dat uw boot op ramkoers ligt met een andere vissersboot. U probeert met 2 vrienden de aandacht te trekken van de andere vissersboot door op een verhoging te gaan staan en wild te zwaaien en roepen. Het is te laat, de boot wordt geramd en u valt met zijn drieën in het water. U blijft samen met 1 vriend drijven in het water. Omdat de 3e persoon geen zwemvest aan wilde trekken is hij direct gezonken nadat hij in het water was gevallen. Omdat u enige tijd in het water ligt totdat u geholpen wordt, koelt u af en bent u verminderd alert. Uw positie wordt u door de oefenstaf gewezen voor de oefening.
Drenkeling 2
U bent met een aantal vrienden een dagje gaan vissen op het …….. Jullie hebben met elkaar stevig gedronken op het schip. U ziet dat uw boot op ramkoers ligt met een andere vissersboot. U probeert met 2 vrienden de aandacht te trekken van de andere vissersboot door op een verhoging te gaan staan en wild te zwaaien en roepen. Het is te laat, de boot wordt geramd en u valt met zijn drieën in het water. U blijft samen met 1 vriend drijven in het water. Omdat de 3e persoon geen zwemvest aan wilde trekken is hij direct gezonken nadat hij in het water was gevallen. Omdat u enige tijd in het water ligt totdat u geholpen wordt, koelt u af en bent u verminderd alert.
Uw positie wordt u door de oefenstaf gewezen voor de oefening.
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
79
Bijlage H: Afkortingen
AGS AC BPZ CCB CMT COH CoPI CPA ECT GAGS GHOR GMK
KLPD LCoPI MK
Adviseur Gevaarlijke Stoffen Alarmcentrale Basis politiezorg Crisis en conflict beheersing politie Crisis Management Team Commando Haakarmbak Commando Plaats Incident Centrale Post Ambulancevervoer Emergency Coördination Team Geneeskundig adviseur gevaarlijke stoffen Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen Gemeenschappelijke Meldkamer (Politie, Brandweer, Ambulancezorg) Gecoördineerde Regionale Incidenten bestrijdingsprocedure. Deze opschalingsprocedure bestaat uit 5 fasen van 0 t/m 4 Korps Landelijke Politie Dienst Leider CoPI Meldkamer
MKA OC-KLPD OL OSC OvD OvD-B
Meldkamer Ambulancezorg Operationeel Centrum - KLPD Operationeel Leider On scene coördinator Officier van Dienst Officier van Dienst Brandweer
OvD-G OvD-P OvD-W RAV RMG ROT Sitrap
Officier van Dienst Geneeskundig Officier van Dienst Politie Officier van Dienst Water Regionale Ambulance Voorziening Regionale Multidisciplinaire Gespreksgroep Regionaal Operationeel Team Situatierapport
GRIP
Waterrand / Handreiking Opleiden Trainen Oefenen / augustus 2009
80