De organisatie van het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen binnen de veiligheidsregio’s Een verkenning van de multidisciplinaire afstemming en samenwerking
I.K. Waaijer Derdejaars Integraal Veiligheidskundige in opleiding Stagiaire Academie voor Crisisbeheersing Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid 16 december 2009
Pagina | 1
De organisatie van het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen binnen de veiligheidsregio’s Een verkenning van de multidisciplinaire afstemming en samenwerking
I.K. Waaijer Derdejaars Integraal Veiligheidskundige in opleiding Stagiaire Academie voor Crisisbeheersing, NIFV
Coaches Drs. Sj.F.M. Wartna, senior trainer-adviseur Academie voor Crisisbeheersing, NIFV Dr. Ir. J.M.M Neuvel, docent/onderzoeker Integrale Veiligheidskunde
Arnhem, 16 december 2009
Pagina | 2
Voorwoord Voor u ligt een onderzoeksrapport over de organisatie van het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen binnen de veiligheidsregio’s. In dit onderzoeksrapport zal nader worden ingegaan op de manier waarop de vijf geïnterviewde veiligheidsregio’s hun werkzaamheden hebben georganiseerd op basis van de huidige wetgeving en anticiperend op nieuwe Wet Veiligheidsregio’s. Daarbij staan begrippen als samenwerking, kennis delen en afstemming centraal. Het doel van dit onderzoeksrapport is het geven van een beschrijving over de manieren waarop men de toekomstig gestelde kaders van de Wet veiligheidsregio’s heeft geïmplementeerd op het gebied van multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen. Door hiervan een weergave te maken, kan het voor de overige veiligheidsregio’s interessant zijn om hieruit zaken te halen die ze zelf mogelijk kunnen toepassen. Verondersteld wordt dat met de uitkomsten van dit onderzoek er meer samenwerking, afstemming en kennisuitwisseling zal plaatsvinden en er gebruik zal worden gemaakt van elkaars verworvenheden. Ik wil graag een woord van dank uit spreken naar de volgende mensen, die het tot stand komen van dit onderzoeksrapport mede hebben mogelijk gemaakt; De heer Ron Poot, Veiligheidsregio Twente De heer Wim de Rooij, Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond De heer Lex Vroling en de heer Hans van Steenbergen, Veiligheidsregio Haaglanden De heer Rien Eshuis, Veiligheidsregio IJsselland De heer Paul Zuurendonk, Veiligheidsregio Noord-Oost Gelderland Daarnaast gaat er een woord van dank uit naar mijn stagebegeleider de heer Sjoerd Wartna, voor de begeleiding tijdens dit onderzoek en naar mevrouw Joke Broersma & de heer Ron van Elden voor het geven van feedback op dit onderzoeksrapport.
I.K. Waaijer, Derdejaars Integraal Veiligheidskundige in opleiding Stagiaire Academie voor Crisisbeheersing, NIFV
Arnhem, 16 december 2009
Pagina | 3
Inhoud H1 Inleiding en onderzoeksopzet 1.1 Aanleiding voor deze onderzoeksrapportage 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Werkwijze 1.4 Respondenten
5 5 5 6 6
H2 Bevindingen 2.1 Stand van zaken 2.1.1 Veiligheidsregio Twente 2.1.2 Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 2.1.3. Veiligheidsregio Haaglanden 2.1.4. Veiligheidsregio IJsselland 2.1.5. Veiligheidsregio Noord-Oost Gelderland 2.2 Specifieke aandachtspunten per veiligheidsregio 2.2.1 Veiligheidsregio Twente 2.2.2. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 2.2.3. Veiligheidsregio Haaglanden 2.2.4. Veiligheidsregio IJsselland 2.2.5. Veiligheidsregio Noord-Oost Gelderland 2.2.6. Samenvattende conclusie 2.3 Samenwerking 2.3.1. Veiligheidsregio Twente 2.3.2. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 2.3.3. Veiligheidsregio Haaglanden 2.3.4. Veiligheidsregio IJsselland 2.3.5. Veiligheidsregio Noord-Oost Gelderland 2.3.6. Samenvattende conclusie
7 7 7 9 11 13 15 17 17 17 17 18 18 18 19 19 19 19 19 19 20
H3 Conclusie en aanbevelingen
21
Bijlagen 1. Uitgewerkt Interviewformat Veiligheidsregio Twente 2. Uitgewerkt Interviewformat Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond 3. Uitgewerkt Interviewformat Veiligheidsregio Haaglanden 4. Uitgewerkt Interviewformat Veiligheidsregio IJsselland 5. Uitgewerkt Interviewformat Veiligheidsregio Noord-Oost Gelderland 6. Bronvermelding 7. Afkortingenlijst
23 25 27 30 32 34 35
Pagina | 4
1
Inleiding en onderzoeksopzet
In het aankomende jaar zal de nieuwe Wet Veiligheidsregio’s (Wvr) worden ingevoerd. Dit heeft gevolgen voor de inrichting van de verschillende veiligheidsregio’s in Nederland. De Wvr regelt de organisatie van de rampenbestrijding op regionaal niveau. Daarnaast worden er verschillende kwaliteitseisen gesteld. De gestelde eisen dragen bij aan een uniforme structuur en werkwijze bij de crisisbeheersing en rampenbestrijding. Een van de eisen vanuit het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is het (multidisciplinair) opleiden, trainen en oefenen van functionarissen die binnen hun veiligheidsregio werkzaam zijn in de crisisbeheersing en rampenbestrijding. Om meer inzicht te krijgen in de organisatie van het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen is er een verkenning uitgevoerd. De bevindingen en conclusies van deze verkenning zijn in dit onderzoeksrapport weergegeven. 1.1 Aanleiding voor deze onderzoeksrapportage In het kader van mijn stage binnen de Academie voor Crisisbeheersing, van het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV) ben ik op zoek gegaan naar een interessante onderzoeksopdracht. Tijdens mijn stage heb ik meegelopen met verschillende trainers om het werkveld en de werkwijze te leren kennen. Het was mijn bedoeling om een kijkje in de praktijk te nemen en dat heb ik gedaan middels dit onderzoek. Aangezien ik zeer geïnteresseerd ben in het multidisciplinair opleiden en trainen binnen de crisisbeheersing en rampenbestrijding, is het idee ontstaan om te kijken naar de organisatie van het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen binnen de veiligheidsregio’s. Gezien het korte tijdsbestek is ervoor gekozen om vijf verschillende veiligheidsregio’s te benaderen voor een diepte-interview. 1.2 Onderzoeksopzet Om het onderzoek naar de organisatie van het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen binnen de veiligheidsregio’s te structureren zijn er verschillende onderzoeksvragen geformuleerd. Doelstelling: De organisatie van het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen binnen de veiligheidregio’s in kaart brengen. Probleemstelling: Hoe is multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen (MOTO) binnen de veiligheidsregio’s georganiseerd? Onderzoeksvragen: 1) Wat is de stand van zaken van de MOTO organisatie binnen elke veiligheidsregio? 2) Met welke capaciteit en hoe wordt er binnen een veiligheidsregio aandacht besteed aan MOTO? 3) Waar wordt met MOTO precies aan gewerkt binnen de eigen regio? 4) Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen de onderzochte veiligheidsregio’s? 5) Wat zouden de verschillende veiligheidsregio’s van elkaar kunnen leren op het gebied van MOTO? En waar is samenwerking mogelijk?
Pagina | 5
Verantwoording onderzoeksvragen Met de geformuleerde onderzoeksvragen wordt beoogd de probleemstelling te beantwoorden en een vergelijking tussen de vijf geïnterviewde veiligheidsregio’s te maken. In deze vergelijking zal worden ingegaan op de zaken die zowel goed als minder goed geregeld zijn. Deze informatie kan nuttig zijn voor de overige veiligheidsregio’s. Ad 1. Wat is de stand van zaken binnen elke veiligheidsregio? Met deze onderzoeksvraag wordt getracht in beeld te brengen hoe MOTO binnen de geselecteerde veiligheidsregio op dit moment is geregeld. De gekozen aanpak is om de veiligheidsregio’s met elkaar te vergelijken. Ad 2. Met welke capaciteit en hoe wordt er binnen een veiligheidsregio aandacht besteed aan MOTO? Deze vraag draagt bij aan de belangstelling die er voor MOTO binnen de veiligheidregio bestaat. Het laat zien in hoeverre men zich bewust is van wat MOTO toe kan voegen aan de samenwerking binnen de regio. Ad 3. Waar wordt met MOTO precies aan gewerkt binnen de eigen regio? Hiermee wordt geprobeerd om per regio zichtbaar te maken waar MOTO binnen deze regio voor wordt gebruikt en wat men ermee wil bereiken. Ad 4. Wat zijn de overeenkomsten en verschillen tussen de onderzochte veiligheidsregio’s? Elke veiligheidsregio heeft een eigen manier waarop met MOTO wordt omgegaan. Met deze vraag wordt geprobeerd om de overeenkomsten en verschillen te achterhalen en te kijken waar deze precies in verschillen. Ad. 5 Wat zouden de verschillende veiligheidsregio’s van elkaar kunnen leren op het gebied van MOTO? Dit onderzoeksrapport moet tevens een bijdrage leveren aan de mensen die zich binnen een veiligheidregio bezig houden met MOTO. Daarom wordt de vraag gesteld wat er van de onderlinge verschillen geleerd kan worden. 1.3 Werkwijze Voorafgaand aan de interviews en het benaderen van de respondenten is er een Interviewformat opgesteld. Na diverse respondenten te hebben benaderd volgt voorafgaand aan het interview een korte literatuurstudie over de organisatie van de desbetreffende veiligheidsregio. Dit vormt de voorbereiding op het interview. De gehouden interviews zijn uitgewerkt in een universeel format. Na afronding van het interview is het ter controle en ter aanvulling voor gelegd aan de respondenten. Aan de hand van deze terugkoppeling zal er worden gestart met de analyse van de gegevens. In deze onderzoeksrapportage zal in hoofdstuk twee worden ingegaan op de bevindingen en daarmee de beantwoording van de gestelde onderzoeksvragen. In hoofdstuk drie wordt ingegaan op de conclusies en aanbevelingen. 1.4 Respondenten De vijf gekozen veiligheidsregio’s zijn willekeurig geselecteerd. Vervolgens zijn deze vijf veiligheidsregio’s benaderd met de vraag wie er betrokken is bij het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen en met de betrokken personen is contact gezocht voor een interview. Voor de beeldvorming van de respondenten is het plan van aanpak toegestuurd met daarin het doel en de werkwijze tijdens dit onderzoek. Pagina | 6
2
Bevindingen
In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de beantwoording van de onderzoeksvragen. Deze staan niet letterlijk als vraag weergegeven in de tekst, maar zullen als steekwoorden terugkomen in de titels van de desbetreffende paragraaf. Allereerst wordt gestart met het beschrijven van de stand van zaken op dit moment. Hieronder vallen de capaciteit waarmee elk van de vijf geïnterviewde veiligheidsregio’s werkt aan het multidisciplinaire opleiden, trainen en oefenen (hierna te noemen: MOTO) en hoe het OTO jaarplan eruit ziet. 2.1 Stand van zaken Met deze paragraaf wordt getracht in beeld te brengen hoe de zaken ervoor staan binnen de vijf geïnterviewde veiligheidsregio met betrekking tot het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen. Bij elk van de vijf geïnterviewde veiligheidsregio’s zal aan de hand van een organogram de organisatiestructuur worden beschreven. Daarnaast zal worden ingegaan op het aantal mensen dat zich bezighoudt met MOTO en het OTO jaarplan. 2.1.1. Veiligheidsregio Twente Organogram Veiligheidsregio Twente
Hulpverleningsdienst
Politie CCB Districten
OOL
AOV-overleg T&L
OTO
Multi GHOR
Multi Brandweer
Multi Gemeente
Multi Politie
Multi Defensie
Multi Waterschap
Werkgroep MOOIS ( Multidisciplinair Opleiden Oefenen In Samenwerking) De werkgroep MOOIS staat onder leiding van een teamleider Opleiden Trainen Oefenen van de hulpverleningsdienst. Het aantal opleidingen, trainingen en oefeningen op multidisciplinair niveau op jaarbasis: - 3 OCR-opleidingen - 1 RBT oefening - 4 ROT oefeningen - 8 CoPI trainingsdagen, 2 trainingen per dag. Pagina | 7
Multi OM
-
3 rampenoefeningen met veldeenheden (multi) 14 Gemeentelijke Rampenstaf (GRS) oefeningen 2 multi Officieren van Dienst dagdeeltrainingen
Binnen de Veiligheidsregio Twente zijn de bovenstaande opleidingen, trainingen en oefeningen op jaarbasis geregeld. De werkgroep MOOIS is de groep die sturing geeft aan het opstellen van de draaiboeken en het invullen van de uit te voeren opleidingen, trainingen en oefeningen. In totaal werken er 15 fulltimers aan het MOTO binnen de Veiligheidsregio Twente. Het bestuur van de Veiligheidsregio ligt grotendeels in handen van de brandweer en GHOR. De gemeente voegt zich daarbij, denkt mee en helpt bij de uitvoering. De politie is echter afhankelijk van een landelijk beleidsplan. Hierin staan aandachtspunten weergegeven die voorgaan op het multidisciplinair trainen en oefenen met de overige partners. Aan deze laatste twee wordt dus minder aandacht besteed omdat het gezien het landelijk beleidsplan minder van belang is binnen de politieorganisatie. Brandweer GHOR Politie Gemeente
Deze staafdiagram geeft een schematische weergave in hoeverre MOTO geïmplementeerd is binnen de vier kolommen. Zichtbaar is dat de brandweer en GHOR verder zijn met de implementatie van MOTO en dat er bij zowel politie als gemeente nog een aantal zaken geregeld moeten worden. Voor het volledige interview verwijs ik u naar bijlage 1.
Pagina | 8
2.1.2 Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Organogram Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
Algemeen Bestuur
Veiligheidsdirectie
Adviesraad
Stafdirectie Risico & Crisisbeheersing
Brandweer
Ambulance zorg/GHOR
Directie Middelen
19 gemeenten
Stafdirectie Risico & Crisisbeheersing
Risicobeheersing
Crisisbeheersing
Informatie en operationeel management
OTO
Naast de drie vaste partners (GHOR, Brandweer en de negentien gemeenten) binnen de veiligheidsdirectie (VD) zijn de volgende partners nauw betrokken bij het opleiden, toetsen en oefenen binnen de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond: Openbaar ministerie Politie DCMR (Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond) DHMR (Divisie Havenmeester) en HbR (Havenbedrijf Rotterdam) RMC West (Regionaal Militair Commando) Binnen het OTO van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond vormen het waterschap en Rijkswaterstaat niet een directe partner. Mocht er zich een situatie voordoen waarbij hun specialistische kennis is vereist, dan worden ze toegevoegd aan het team.
Pagina | 9
Het OTO team heeft een vaste bezetting van twee fulltimers, daarnaast kunnen afhankelijk van de oefening vijftien tot twintig parttimers worden ingezet om gezamenlijk de oefening voor te bereiden en uit te voeren. Er wordt geoefend binnen de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond op jaarbasis. Aan de hand van de jaarplanner voor 2010 staat hieronder weergegeven hoe vaak er op welk onderdeel wordt geoefend. Multidisciplinair oefenen Veiligheidsstaven (BT): 11 RegOT: 6 CoPI - oefeningen (roadshows e.d.) 17 Grote oefening: 5 Oefenoverleggen: 46 Multidisciplinaire opleidingen - RegOT - CEDRIC* - Media training - (loco) burgemeesters - VRR-academy ** - CriManSim STC*** - Regionaal Crisisplan - Workshops
3 7 2 2 4 2 2 10
* Systeem voor netcentrisch werken ** Opleidingsmethode van de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond *** Crisis Management Simulator, STC Group is het bedrijf dat dit programma heeft ontwikkeld. Voor het volledige interview verwijs ik u naar bijlage 2.
Pagina | 10
2.1.3. Veiligheidsregio Haaglanden Organogram Veiligheidsregio Haaglanden met betrekking tot programma’s
Hieronder staat weergegeven hoe er binnen de werkgroep MO&O wordt gewerkt. In de kerngroep zitten uitvoerende vertegenwoordigers vanuit elke kolom. Eens per twee weken komt deze werkgroep bijeen en bewaakt de voortgang over de verschillende oefenprojecten.
Pagina | 11
Onder het Regionaal Managementoverleg vallen verschillende programma’s. Een daarvan is het programma MO&O (multidisciplinair opleiden en oefenen). Vanuit de kolommen wordt er capaciteit uitgeleend om het programma te laten draaien. Er is een vaste werkgroep samengesteld met mensen uit de vier kolommen die de projecten draaiende houden. Projecten kunnen zeer divers van aard zijn: - ontwerp een oefening voor..., - verzorg een opleiding of training over…, - maak een plan voor de implementatie van..., - schrijf een beleidsplan - etc. Opleidingen, trainingen en oefeningen op multidisciplinair niveau, in zowel 2008 als 2009: 2008 26 keer niveau motorkapoverleg 14 keer niveau CoPI 10 keer niveau ROT 8 keer niveau RBT 2009
26 keer niveau motorkapoverleg 12 keer niveau CoPI 6 keer niveau ROT Geen bestuurlijke oefeningen
Het opleiden en oefenen van functionarissen binnen de Veiligheidsregio Haaglanden gebeurt aan de hand van vier pijlers: - vastgestelde competentieprofielen en functiebeschrijvingen - het risicoprofiel van de regio Haaglanden - de Wet op de Veiligheidsregio’s - overige relevante wet- en regelgeving. Voor het volledige interview verwijs ik u naar bijlage 3.
Pagina | 12
2.1.4. Veiligheidsregio IJsselland Organogram Veiligheidsregio IJsselland Bestuur
Veiligheids directie
Commandant Brandweer
Bestuursondersteuning
Commandanten
Gemeenten
Regionaal Bureau Brandweer
Directeur GHOR
Korpschef Politie
Coördinerend Gemeentesecretaris
Bureau GHOR
Meldkamer Brandweer
Veiligheidsbureau
Werkgroep MOOB (Multidisciplinair Opleiden, Oefenen en Bijscholen) Proceseigenaar: Commandant Brandweer Proceshouder: Rien Eshuis (voorzitter werkgroep MOOB) Werkgroepleden: Politiefunctionaris (hoofd CCB) Vertegenwoordiger Brandweer Vertegenwoordiger GHOR Vertegenwoordiger Gemeente Vertegenwoordiger Waterschap Openbaar Ministerie De werkgroepleden voeren de MOOB werkzaamheden uit, naast hun reguliere baan. De proceshouder is verantwoordelijk voor het bewaken van de voortgang, het schrijven van de jaarplannen, het jaarrapport, de voortgangsrapportages en het opstellen van de begroting. Per jaar wordt er geoefend op multidisciplinair niveau. In het volgende overzicht staat het aantal oefeningen weergegeven die gepland staan voor 2010; RBT: 1 oefening 1 themabijeenkomst GBT: 1 oefening per jaar per gemeenten (11 gemeenten in totaal), deze oefening is gekoppeld aan het ROT en GAC Tabletop Beleidsteam, hieraan doet ongeveer de helft van de gemeenten mee. CoPI: 1 keer een Tabletop training 1 veldoefening, alle functionarissen zijn hierbij betrokken bijscholingscursus
Pagina | 13
GRIP 0: dagelijks werkzaamheden naar multidisciplinair, bijvoorbeeld de samenwerking tussen de eerste bevelvoerder brandweer en de eerste ambulancemedewerker die ter plaatse komt. Oefening met de hoofdstructuur: alarmerings- en opkomstoefening, GRIP 0 tot en met 4 Opleidingen: OCR-opleidingen, worden verzorgd door een interne trainer. De proceshouder is in dit geval coördinerend. Voor het volledige interview verwijs ik u naar bijlage 4.
Pagina | 14
2.1.5. Veiligheidsregio Noord-Oost Gelderland Organogram Veiligheidsregio Noord-Oost Gelderland
Algemeen Bestuur
Burgemeesters van 22 gemeenten
Dagelijks Bestuur
6 Burgemeesters
Veiligheidsdirectie
GHOR/Brandweer/Politie/Gemeente
Regionaal Veiligheidsbureau
Hoofd VB, accountmanagers vier kolommen en ondersteunend personeel
MOTO Coördinator
Opleidingscoördinator GHOR
Opleidingscoördinator Brandweer
Opleidingscoördinator Politie
Opleidingscoördinator Gemeente (moet nog worden ingevuld)
De MOTO-coördinator is binnen de VNOG de enige persoon die zich momenteel bezighoudt met het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen. Met de hierboven beschreven kolommen wordt elke zes weken overleg gevoerd. Doordat er te weinig mankracht is om zelf alle opleidingen en trainingen te organiseren, ligt deze taak bij de kolommen. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor hun monodisciplinaire opleidingen, trainingen en oefeningen. Wel zijn hierbij eisen gesteld aan de functionarissen die tevens in het multidisciplinair veld werken. Een voorbeeld van een vereiste voor de mensen die zitting nemen in het ROT, is dat ze de basiscursus Crisisbeheersing en rampenbestrijding hebben gevolgd. De kolommen zijn verantwoordelijk voor het aanleveren van personeel met de juiste vooropleiding(en).
Pagina | 15
Hieronder staat het aantal multidisciplinaire trainingen/oefeningen weergegeven die in het afgelopen jaar vanuit de Veiligheidsregio Noord-Oost Gelderland zijn georganiseerd. CoPI/ROT/GBT 1 keer per jaar Inhoud: competentietraining met aansluitend een oefening middels een papieren scenario, uitgevoerd door een extern bedrijf (P&A Coaching). Daarnaast wordt er eens per jaar een grootschalige oefening gehouden. Deze oefeningen hebben een lage prioriteit; men is van plan op kleinschalig niveau te gaan oefenen, waarbij de deelnemers individuele terugkoppeling kunnen ontvangen. De reden hiervoor is dat het rendement voor individuen te laag ligt bij een grote oefening. Voor het volledige interview verwijs ik u naar bijlage 5.
Pagina | 16
2.2 Specifieke aandachtspunten per Veiligheidsregio In deze paragraaf zal worden ingegaan op de zaken waar men zich per veiligheidsregio mee bezighoudt met betrekking tot het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen. De belangrijkste punten uit de vijf interviews zullen aan het einde van de paragraaf in een korte samenvattende conclusie worden weergegeven. 2.2.1. Veiligheidsregio Twente Het elkaar goed kennen en weten wat elkaars sterke en zwakke kanten zijn, is waar binnen de Veiligheidsregio Twente aan wordt gewerkt. Het is van belang voor het goed functioneren van de multidisciplinaire samenwerking. Hierdoor kunnen ze elkaar helpen om deze zwakheden te verbeteren. Hier wordt zowel op monodisciplinair niveau als op multidisciplinair niveau mee geoefend. Daarnaast wordt er in samenwerking met P&A Coaching gewerkt aan de teamcompetenties van het CoPI, OT en BT. Deze teamcompetenties vormen naast de individuele competenties een belangrijk onderdeel voor het goed functioneren tijdens een crisis of ramp. 2.2.2. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond In de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond wordt veel aandacht geschonken aan het ontwikkelen van de kwaliteitsprofielen van de functionarissen. Hiermee hangt samen dat de uitvoerende functionarissen goed moeten zijn opgeleid en getraind. Dit opleiden en trainen gebeurt door de veiligheidsregio zelf, alleen voor de competentietrainingen (individueel en teamverband) wordt een externe partner ingeschakeld, P&A Coaching. Het ontwikkelen van de kwaliteitsprofielen gaat samen met het opstellen en invullen van een functionarisvolgsysteem. Hierin staan alle gevolgde opleidingen en trainingen en behaalde certificaten weergegeven. Zonder certificaat mogen de functionarissen geen werkzaamheden uitvoeren binnen de crisisorganisatie. Dit functionarisvolgsysteem wordt gekoppeld aan het veiligheidspaspoort. Daarnaast is het mogelijk om via een buddysysteem functionarissen elkaar te laten evalueren op het individueel functioneren. Hierdoor kan men elkaar helpen om de geformuleerde aandachtspunten te verbeteren. 2.2.3. Veiligheidsregio Haaglanden Het vakbekwaam houden van de sleutelfunctionarissen binnen de multidisciplinaire samenwerking binnen de crisisbeheersing en rampenbestrijding is de voornaamste taak van de afdeling Multidisciplinair Opleiden en Oefenen (hierna te noemen: MO&O). Het betreft hier de sleutelfunctionarissen van de vier primaire partners binnen de crisisbeheersing en rampenbestrijding (gemeente, politie, brandweer en GHOR). Dit vakbekwaam houden van sleutelfunctionarissen gebeurt middels het op aanvraag aanbieden van persoon- en teamgerichte opleidingen en oefeningen op het gebied van multidisciplinaire samenwerking. Deze opleidingen en oefeningen worden aangeboden vanaf het niveau motorkapoverleg. Tevens houdt de afdeling MO&O zich bezig met het leveren van multidisciplinaire input in de monodisciplinaire opleidingen van de vier kolommen. Dit gebeurt ook vanaf het niveau motorkapoverleg. Om het samenwerken binnen MOTO te versterken is er tevens met omliggende veiligheidsregio’s een Werkgroep Multidisciplinair Oefenen (WeMO). Hier worden de verschillende ervaringen en kennis op het gebied van MOTO gedeeld en kan men gezamenlijk werken aan de ontwikkeling van dit vakgebied. Pagina | 17
2.2.4. Veiligheidsregio IJsselland Binnen de Veiligheidsregio IJsselland wordt via de werkgroep Multidisciplinair Opleiden, Oefenen en Bijscholen (MOOB) gewerkt aan het verbeteren van de multidisciplinaire samenwerking. Binnen deze multidisciplinaire samenwerking zijn bepaalde competenties van belang. Er worden verschillende werkvormen gebruikt waarbij wordt getracht om zowel de individuele competenties als de teamcompetenties te trainen. Het doel hierbij is het zo goed mogelijk voorbereiden van een functionaris op de praktijk en de operationele uitvoering van zijn/haar taken. 2.2.5. Veiligheidsregio Noord-Oost Gelderland Met betrekking tot het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen binnen de VNOG wordt er gewerkt aan het verder ontwikkelen van de multidisciplinaire samenwerking en het trainen van zowel de individuele competenties als de teamcompetenties. Dit gebeurt in samenwerking met een externe partner, P&A Coaching. Binnen de VNOG ligt de verantwoording voor het opleiden en trainen van functionarissen binnen de vier kolommen. Hierdoor wordt er minder op multidisciplinair niveau geoefend en is men in 2010 van plan om het meerjaren oefenbeleidsplan te herzien. Hierbij is het doel om leerpunten vanuit de omliggende veiligheidsregio’s te implementeren in het eigen meerjaren oefenbeleidsplan, zodat men met behulp van deze leermomenten het eigen opleiden, trainen en oefenen kan verbeteren. 2.2.6. Samenvattende conclusie Na het verwerken van de verkregen informatie per geïnterviewde veiligheidsregio kan er een rode draad worden ontdekt. In elk van de vijf geïnterviewde veiligheidsregio’s kwamen de volgende twee aandachtspunten herhaaldelijk naar voren. Het heeft betrekking op de: - multidisciplinaire samenwerking; - verbeteren van individuele- en teamcompetenties. Voor een nadere uitwerking hiervan verwijs ik u naar hoofdstuk drie conclusie en aanbevelingen.
Pagina | 18
2.3 Samenwerking In de gehouden interviews met de vijf verschillende veiligheidsregio’s was de samenwerking met andere regio’s een terugkerend punt. Dit wordt gezien als een belangrijk punt binnen het ontstaan en de verdere ontwikkeling van de veiligheidsregio’s. Per geïnterviewde veiligheidsregio zijn de volgende zaken met betrekking interregionale samenwerking uit de interviews te destilleren: 2.3.1. Veiligheidsregio Twente Binnen de Veiligheidsregio Twente is er nog weinig zicht op de verschillen in werkwijze van de andere veiligheidsregio’s. Via het landelijk MOTO-overleg wordt er kennis en kunde gedeeld. Dit vormt een goed uitgangspunt om met alle vijfentwintig veiligheidsregio’s ervaringen en kennis uit te wisselen en mogelijke samenwerkingsverbanden te ontdekken. 2.3.2. Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond Iedere veiligheidsregio geeft een eigen invulling aan het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen, zo ook de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. Bij deze veiligheidsregio is weinig zicht op de werkzaamheden in andere verschillende regio’s en dus ook niet op de verschillen ten opzichte van elkaar. De werkgroep Multidisciplinair Oefenen (WeMO), zoals in het onderstaande stuk is beschreven kwam in dit interview niet ter sprake. 2.3.3. Veiligheidsregio Haaglanden De Veiligheidsregio Haaglanden werkt via een werkgroep samen op het gebied van multidisciplinair oefenen, de WeMO (Werkgroep Multidisciplinair Oefenen). Hierin wordt samengewerkt met de Veiligheidsregio’s Rotterdam-Rijnmond, Zuid-Holland Zuid en Hollands-Midden. Hierbij is vanuit de optiek van Haaglanden nog wel enige verbetering mogelijk. Deze verbeteringsslag zit in het vastleggen van onderlinge afspraken en het vormen van een vast team. Dit laatste werd genoemd omdat er veel personeelswisselingen plaatsvinden. Daarnaast is het evalueren van uitgevoerde trainingen of oefeningen een aandachtspunt. 2.3.4. Veiligheidsregio IJsselland Met de Veiligheidsregio Twente en Noord-Oost Gelderland heeft de Veiligheidsregio IJsselland meerdere connecties. In de nabije toekomst staat een samenvoeging van de meldkamers gepland, in samenwerking met de VNOG. Hierdoor ontstaat er een regionale meldkamer en werken beide regio’s met dezelfde systemen. Daarnaast vormt de Oefenbank Multidisciplinair een goede methode om samen te werken en biedt het landelijke MOTOoverleg een structurele mogelijkheid om ervaringen uit te wisselen. 2.3.5. Veiligheidsregio Noord-Oost Gelderland De samenwerking met andere veiligheidsregio’s is binnen de VNOG gebaseerd op de connecties via de collega’s bij Defensie. Daarnaast is er contact met de Veiligheidsregio’s Flevoland, IJsselland, Twente, Gelderland Midden en Gelderland Zuid. In het provinciaal overleg wordt gecommuniceerd met de Veiligheidsregio’s Gelderland Midden en Gelderland Zuid.
Pagina | 19
2.3.6. Samenvattende conclusie Opvallend is in deze paragraaf dat er nog geen sprake is van structureel contact met de omliggende veiligheidsregio’s. Hierdoor wordt het punt van samenwerking deels gemist. Het gebruik maken van elkaars kennis, vaardigheden en ervaringen kan voor elke veiligheidsregio een bijdrage leveren om de implementatie van de Wet Veiligheidsregio’s in de regio goed te laten verlopen. In het volgende hoofdstuk worden de conclusie en aanbevelingen gedaan met betrekking tot de samenwerking en de uitwisseling van kennis en ervaringen.
Pagina | 20
3 Conclusie en aanbevelingen ‘Iedere veiligheidsregio geeft zijn eigen invulling aan MOTO’ was een veelvuldig terugkerende uitspraak in de vijf geïnterviewde veiligheidsregio’s, en is helemaal van toepassing op de manier waarop de vijf geïnterviewde veiligheidsregio’s nu georganiseerd zijn. Elke veiligheidsregio regelt de zaken op haar eigen manier en aan de hand van het beschreven risicoprofiel. In de vijf geïnterviewde veiligheidsregio’s kwamen twee gemeenschappelijke punten naar voren, dit zijn: - De multidisciplinaire samenwerking - Het verbeteren van de individuele- en teamcompetenties van de uitvoerende functionarissen. In iedere geïnterviewde veiligheidsregio wordt hieraan gewerkt. Buiten deze twee gemeenschappelijke punten om zijn meerdere verschillen te ontdekken: - De capaciteit die wordt besteed aan MOTO - De mate waarin mensen worden opgeleid, getraind en geoefend. - Mate van samenwerking (regionaal/interregionaal) - Betrokken partners/kolommen binnen deze samenwerking Deze verschillen zijn logischer wijze te verklaren door de verschillen binnen de organisatiestructuur, de beschikbare capaciteit, beschikbaarheid van financiële middelen en het risicoprofiel per regio. Om deze verschillen te verduidelijken is er gekozen om de twee uiterste veiligheidsregio’s te beschrijven en te vergelijken. De twee uitersten die naar voren kwamen uit de interviews waren de Veiligheidsregio Noord- Oost Gelderland (VNOG) en de Veiligheidsregio Twente, twee aan elkaar grenzende veiligheidsregio’s. Deze twee regio’s waren opvallend doordat er in de Veiligheidsregio Twente vijftien fulltimers zich bezig houden met het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen. In de VNOG is dit één parttimer. Deze parttimer krijgt in 2010 versterking vanuit de brandweer. In 2010 werken twee parttimers aan de organisatie van MOTO binnen de VNOG. Ook ligt de grootste OTO-taak bij de kolommen zelf. De kolommen van politie, brandweer, GHOR en gemeente binnen de VNOG zijn zelf verantwoordelijk voor het opleiden en trainen van hun functionarissen. Daarbij zijn eisen gesteld aan de functionarissen die participeren in het multidisciplinaire veld. Binnen de Veiligheidsregio Twente wordt op grote schaal en in samenwerking met de betrokken kolommen functionarissen opgeleid, getraind en geoefend. Doordat in deze regio meer capaciteit beschikbaar is en er al een aantal jaren aan het organiseren van MOTO wordt gewerkt, zijn deze verschillen ontstaan. Vanuit de bovengenoemde optiek zijn er verschillen tussen de veiligheidsregio’s zichtbaar en bestaan er een aantal punten waarop men meer zou kunnen gaan samenwerken. Deze zullen in de onderstaande aanbevelingen worden weergegeven. Aanbevelingen Uit mijn onderzoek is gebleken dat door de geïnterviewde veiligheidsregio’s hard wordt gewerkt aan de organisatie van het multidisciplinaire opleiden, trainen en oefenen in de eigen regio. Hierin is de ene veiligheidsregio verder dan de ander. Er wordt veel in de eigen regio besproken en ontwikkeld, maar er wordt relatief weinig gedeeld met de omliggende veiligheidsregio’s. Enkele veiligheidsregio’s hebben daarom op eigen initiatief werkgroepen of samenwerkingsverbanden opgezet en dit vormt een goede methode om als gezamenlijke veiligheidsregio’s verder te komen. Dit zou voor meerdere veiligheidsregio’s een goed punt zijn om de interregionale samenwerking te kunnen borgen. In deze interregionale samenwerking kan men op de volgende punten inspelen: Pagina | 21
-
Gezamenlijk opleiden, trainen, oefenen en evalueren Kennis en ervaringen uitwisselen Delen van ontwikkelde systemen (bijv. het opzetten van een regionale meldkamer. Dit wordt reeds gedaan door de VNOG in samenwerking met de Veiligheidsregio IJsselland) Het gebruiken van de beschikbare connecties in de verschillende veiligheidsregio’s (collega’s/samenwerkingspartners etc.) Kennis van elkaars werkwijze en beschikbare materialen ten tijde van een crisis of ramp
Naast de regionale multidisciplinaire samenwerking is het Landelijk MOTO-overleg een goed middel om alle veiligheidsregio’s bijeen te krijgen en gezamenlijk te kijken naar: “Waar staan we?” en “Waar willen we naar toe?”. Dit vier keer in het jaar georganiseerde overleg kan een basis vormen om alle veiligheidsregio’s landelijk op hetzelfde niveau te krijgen. Korte samenvatting van de aanbevelingen: - Interregionale samenwerking op meerdere vlakken: Delen van kennis en ervaringen Gebruiken van de beschikbare connecties+netwerken Kennis van elkaars werkwijze en beschikbare middelen ten tijde van een crisis of ramp* Delen van ontwikkelde systemen Gezamenlijk opleiden, trainen. oefenen en evalueren* - Landelijke samenwerking via bijvoorbeeld het MOTO-overleg: Creëren van mogelijkheden om op landelijk niveau samen te werken en te communiceren.
* Deze twee punten kunnen aan elkaar gekoppeld worden.
Pagina | 22
Bijlagen 1. Uitgewerkt Interviewformat Veiligheidsregio Twente
Gegevens interviewer en respondent Naam interviewer(s):
I.K. Waaijer
Datum interview:
08-10-2009
Gegevens respondent:
Ron Poot, hoofd afdeling Opleiden, Oefenen en Logistiek (OOL)
Locatie interview:
Regiokantoor Twente, Nijverheidsstraat 30 te Enschede
Tijd interview: Hulpmiddelen: Afspraken:
van 15:00 tot 16:00 Pen en papier respondent krijgt inzage in interviewuitwerking / respondent ontvangt onderzoeksresultaten / interviewers mogen bellen voor nadere informatie
Methodologische gegevens De organisatie van het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen binnen de Doel interview: Veiligheidregio’s in kaart brengen
Probleemstelling:
Hoe is multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen binnen de Veiligheidsregio’s georganiseerd? Onderzoeksvragen: - Wat is de stand van zaken van de MOTO organisatie binnen elke Veiligheidsregio? - Met welke capaciteit en hoe wordt er binnen een Veiligheidsregio aandacht besteed aan MOTO? - Waar wordt met MOTO precies aan gewerkt binnen de eigen regio? - Waarin verschillen de onderzochte regio’s van elkaar? - Wat zouden de verschillende Veiligheidsregio’s van elkaar kunnen leren op het gebied van MOTO?
Inhoud interview Vraag 1.Kunt u kort iets vertellen over uw werkzaamheden binnen de Veiligheidsregio Twente en uw werkzaamheden binnen het Landelijk MOTO overleg?
Antwoord
De heer R. Poot is werkzaam als hoofd afdeling Opleiden, Oefenen en Logistiek. Onder deze afdeling valt het team OTO en het team Logistiek&techniek. Daarnaast is hij de voorzitter van het Landelijk MOTO overleg. Dit MOTO overleg vindt vier keer per jaar plaats en heeft tot doel het delen van kennis en kunde; het bediscussiëren van verschillende actualiteiten en het vormen van MOTO binnen Nederland.
Pagina | 23
2. Hoe is MOTO binnen uw In het bovenstaande organogram staat beschreven hoe er binnen veiligheidsregio veiligheidsregio op MOTO gebied invulling is gegeven. De daarbij behorende informatie is eveneens georganiseerd? aangegeven.
3. Met welke capaciteit wordt er binnen uw veiligheidsregio aandacht besteed aan MOTO?
Deze vraag is ook grotendeels weergegeven in het organogram. Binnen de veiligheidsregio houden zich voornamelijk functionarissen van brandweer, GHOR en gemeente bezig met het invullen van MOTO. Daarnaast dragen politie, Defensie, het waterschap en het OM hun steentje bij.
4. Waar wordt met MOTO Bij het OTO wordt er gewerkt aan het elkaar onderling beter leren kennen. Dit leren precies aangewerkt binnen de kennen heeft betrekking op het functioneren van de mensen, waar hun sterke en regio? zwakke kanten liggen en hoe de zwakke kanten kunnen worden verbeterd. Ook wordt er veel aandacht besteed aan de teamcompetenties (volgens de methodiek van P&A coaching) binnen de multidisciplinaire teams. Daarnaast is het van belang dat de uit te voeren processen goed worden getraind en geoefend, zodat ten tijde van een ramp een goed functionerende organisatie in werking kan worden gesteld. Er wordt in teams geoefend, CoPI/OT/BT/GRS enzovoort, maar er wordt ook eens per jaar per functie geoefend (politie/brandweer/GHOR/gemeente).
5. Waarin verschillen de werkzaamheden binnen uw regio met die van omliggende regio’s?
Het is niet helemaal duidelijk waarin de werkzaamheden van elkaar verschillen. Op het gebied van ROT oefeningen staat de veiligheidsregio Twente er beter voor en zijn de oefeningen goed gestructureerd. Verder is er binnen de veiligheidsregio niet veel zicht op hoe de omliggende regio’s het MOTO hebben georganiseerd.
Setting interview (omcirkelen wat van toepassing is) Interviewopstelling
- 90° - kantoor van respondent
Storende factoren
geen
Sfeer/context Attitude respondent
- zakelijk/informeel - gestructureerd - vriendelijk - bereidheid tot geven van informatieve antwoorden: groot - goed op de hoogte
Pagina | 24
2. Uitgewerkt Interviewformat Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
Gegevens interviewer en respondent Naam interviewer(s):
I.K. Waaijer
Datum interview:
28-10-2009
Gegevens respondent:
Wim de Rooij, Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
Locatie interview:
Kemperbergerweg 783, Arnhem
Tijd interview: Hulpmiddelen: Afspraken:
van 11:00-12:30 Pen en papier respondent krijgt inzage in interviewuitwerking / respondent ontvangt onderzoeksresultaten / interviewers mogen bellen voor nadere informatie
Methodologische gegevens Doel interview:
De organisatie van het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen binnen de Veiligheidregio’s in kaart brengen
Probleemstelling:
Hoe is multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen binnen de Veiligheidsregio’s georganiseerd? Onderzoeksvragen: - Wat is de stand van zaken van de MOTO organisatie binnen elke Veiligheidsregio? - Met welke capaciteit en hoe wordt er binnen een Veiligheidsregio aandacht besteed aan MOTO? - Waar wordt met MOTO precies aan gewerkt binnen de eigen regio? - Waarin verschillen de onderzochte regio’s van elkaar? - Wat zouden de verschillende Veiligheidsregio’s van elkaar kunnen leren op het gebied van MOTO?
Inhoud interview Vraag
Antwoord
1.Kunt u kort iets vertellen over uw werkzaamheden binnen de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond?
De heer De Rooij is multidisciplinair oefenleider, drie jaar geleden gedetacheerd vanuit de politie Rotterdam-Rijnmond en heeft in zijn huidige werk een connectie met MOTO. Voorheen was hij tien jaar lid van een CoPI team. Dit heeft bijgedragen aan de manier waarop hij zijn huidige rol als multidisciplinair oefenleider heeft opgepakt. Daarnaast draait hij mee in het piket van crisisbeheersing als informatiemanager bij de GRIP fasen 1 en 2.
Pagina | 25
2. Hoe is MOTO binnen uw In het bovenstaande organogram staat beschreven hoe er binnen veiligheidsregio veiligheidsregio op MOTO gebied invulling is gegeven. De daarbij behorende informatie is eveneens georganiseerd? aangegeven.
3. Met welke capaciteit wordt er binnen uw veiligheidsregio aandacht besteed aan MOTO?
Deze vraag is ook grotendeels weergegeven in het organogram. Binnen de veiligheidsregio houden zich voornamelijk functionarissen van brandweer, GHOR en gemeente bezig met het invullen van MOTO. Daarnaast dragen politie, RMC, DCMR, DHMR en het OM hun steentje bij. In bepaalde gevallen wordt er een beroep gedaan op het waterschap en Rijkswaterstaat. Binnen de veiligheidsregio worden er zelf opleidingen, toetsen en oefeningen voorbereid, uitgevoerd en geëvalueerd. Daarnaast wordt P&A Coaching ingezet voor de competentietrainingen van CoPI/OT/BT.
4. Waar wordt met MOTO De onderwerpen van MOTO zijn vaak de onderwerpen die het multidisciplinaire precies aangewerkt binnen de oefenwerk raken. Eén van de gezamenlijke onderwerpen op dit moment zijn de regio? kwaliteitsprofielen, waarbij de regio’s is gevraagd hierover een mening te hebben.
5. Waarin verschillen de werkzaamheden binnen uw regio met die van omliggende regio’s?
Het is niet duidelijk waarin de werkzaamheden van elkaar verschillen, iedere regio geeft zijn eigen invulling aan het MOTO. Wel is opvallend dat bij de veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond veel aandacht is voor de kwaliteitsborging. Door middel van kwaliteitssystematiek: oefenen evalueren leerpunten formuleren en implementeren. Daarnaast is er het functionaris volgsysteem en wordt er gewerkt aan een certificering van de uitvoerende functionarissen. Zonder certificaat mag men uiteindelijk geen werkzaamheden binnen de crisisorganisatie uitvoeren. Bij deze certificering en het volgsysteem is het veiligheidspaspoort een belangrijk item. Gezamenlijk met de veiligheidsregio Twente wordt dit in Rotterdam-Rijnmond ook ingevoerd. Hierin staat beschreven welke opleidingen, cursussen, workshops etc. een bepaalde functionaris heeft gevolgd. Ook komen hierin reflectieverslagen die de functionaris moet maken, aan de hand van een buddysysteem (mensen elkaar helpen aandachtspunten aan te pakken en verbeteringen in hun werk aan te brengen). Dit vormt het overzicht per functionaris en aan de hand hiervan wordt bepaald of diegene een certificaat krijgt.
Setting interview (omcirkelen wat van toepassing is) Interviewopstelling
- tegenover elkaar - foyer NIFV Nibra
Storende factoren
geen
Sfeer/context Attitude respondent
- zakelijk/informeel - gestructureerd - vriendelijk - bereidheid tot geven van informatieve antwoorden: groot - goed op de hoogte
Pagina | 26
3. Uitgewerkt Interviewformat Veiligheidsregio Haaglanden
Gegevens interviewer en respondent Naam interviewer(s):
I.K. Waaijer
Datum interview:
27-10-2009
Gegevens respondent:
Hans van Steenbergen en Lex Vroling, Veiligheidsregio Haaglanden
Locatie interview:
Dedemsvaartweg 1, Den Haag
Tijd interview:
van 13:00-15:30
Hulpmiddelen:
Pen en papier
Afspraken:
respondent krijgt inzage in interviewuitwerking / respondent ontvangt onderzoeksresultaten / interviewers mogen bellen voor nadere informatie
Methodologische gegevens Doel interview: Probleemstelling:
De organisatie van het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen binnen de Veiligheidregio’s in kaart brengen. Hoe is multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen binnen de Veiligheidsregio’s georganiseerd? Onderzoeksvragen: - Wat is de stand van zaken van de MOTO organisatie binnen elke Veiligheidsregio? - Met welke capaciteit en hoe wordt er binnen een Veiligheidsregio aandacht besteed aan MOTO? - Waar wordt met MOTO precies aan gewerkt binnen de eigen regio? - Waarin verschillen de onderzochte regio’s van elkaar? - Wat zouden de verschillende Veiligheidsregio’s van elkaar kunnen leren op het gebied van MOTO?
Pagina | 27
Inhoud interview Vraag
Antwoord
1.Kunt u kort iets vertellen over uw werkzaamheden binnen de Veiligheidsregio Haaglanden?
Hans: Hij organiseert op zowel mono als op multidisciplinair niveau oefeningen binnen de regio. Hij is lid van de werkgroep MO&O (multidisciplinair opleiden en oefenen.) Daarnaast levert hij een bijdrage aan het opstellen van het oefeningbeleid en is hij trajectbegeleider bij de verschillende brandweerleergangen, waaronder ook enkele van het NIFV. Lex: Hij houdt zich voornamelijk bezig met bestuurlijk oefenen, dat houdt in het opleiden, trainen en oefenen van burgemeesters en hun beleidsteam. Daarnaast geeft hij ook basiscursussen Rampenbestrjding aan gemeentepersoneel en treedt op als waarnemer bij operationele oefeningen. Hij is ook lid van de werkgroep MO&O.
2. Hoe is MOTO binnen uw veiligheidsregio georganiseerd?
Het beleidsplan Multidisciplinair Opleiden en Oefenen wordt gezamenlijk door de brandweer, politie en GHOR opgesteld. Hierbij wordt getracht de gemeenten nadrukkelijker te betrekken bij het MO&O. In de werkgroep MO&O wordt tezamen met GHOR, politie, gemeenten en defensie, en andere partners, zoals bijvoorbeeld de waterschappen, gewerkt aan het opstellen en uitvoeren van multidisciplinaire opleidingen en oefeningen. Dit gebeurt op operationeel, tactisch en strategisch niveau, waarbij op operationeel niveau veelal monodisciplinair zal worden geoefend.
3. Met welke capaciteit wordt er binnen uw veiligheidsregio aandacht besteed aan MOTO?
- Brandweer: 4 parttimers - Politie: 3 parttimers - GHOR: 3 parttimers - Gemeente: was 1 parttimer, nu vacant Er wordt gewerkt binnen het programma MO&O, hierover staat meer informatie bij de uitwerking van het organogram.
4. Waar wordt met MOTO De afdeling Multidisciplinair Opleiden en Oefenen maakt en houdt precies aangewerkt sleutelfunctionarissen in de crisisbeheersing en rampenbestrijding in de binnen de regio? regio Haaglanden vakbekwaam op het terrein van multidisciplinaire samenwerking. Het betreft de sleutelfunctionarissen van de vier primaire partners binnen de crisisbeheersing en rampenbestrijding. Dit gebeurt door het op aanvraag aanbieden van team- en persoonsgerichte opleidingen en oefeningen op het gebied van multidisciplinaire samenwerking vanaf het niveau van het motorkapoverleg. En het leveren van multidisciplinaire input in de monoopleidingen en mono-oefeningen van deelnemers vanaf het niveau van motorkapoverleg.
Pagina | 28
5. Waarin verschillen de werkzaamheden binnen uw regio met die van omliggende regio’s?
Iedere regio geeft zijn eigen invulling aan MOTO, wel wordt er samengewerkt met omliggende regio’s op het gebied van multidisciplinair oefenen. Dit gebeurt in de interregionale Werkgroep Multidisciplinair Oefenen (WeMO). Hierin participeren de veiligheidsregio’s Haaglanden, Hollands-Midden, Rotterdam-Rijnmond en Zuid-Holland Zuid en de provincie Zuid-Holland. Er is echter nog wel een aantal verbeteringen in deze samenwerking mogelijk: veel regelingen en zaken worden niet op papier vastgelegd, hiermee wordt met name op de archivering gedoeld. Door de nodige personeelswisselingen moet de samenwerking eigenlijk steeds weer worden opgestart. Afspraken onderling die definitief moeten worden ingevoerd kan beter worden vastgelegd, nu wordt er vaak geïmproviseerd. Ook zou er meer op multidisciplinair niveau moeten worden geëvalueerd.
Setting interview (omcirkelen wat van toepassing is) Interviewopstelling
- 90° - vergaderruimte
Storende factoren
geen
Sfeer/context Attitude respondent
- zakelijk/informeel - gestructureerd - vriendelijk - bereidheid tot geven van informatieve antwoorden: groot - goed op de hoogte
Pagina | 29
4. Uitgewerkt Interviewformat Veiligheidsregio IJsselland
Gegevens interviewer en respondent Naam interviewer(s):
I.K. Waaijer
Datum interview:
06-11-2009
Gegevens respondent:
Rien Eshuis, proceshouder MO&O
Locatie interview:
Zeven Alleetjes 1, Zwolle
Tijd interview: Hulpmiddelen: Afspraken:
van 13:15 tot 14:00 Pen en papier respondent krijgt inzage in interviewuitwerking / respondent ontvangt onderzoeksresultaten / interviewers mogen bellen voor nadere informatie
Methodologische gegevens De organisatie van het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen binnen de Doel interview: Veiligheidregio’s in kaart brengen
Probleemstelling:
Hoe is multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen binnen de Veiligheidsregio’s georganiseerd? Onderzoeksvragen: - Wat is de stand van zaken van de MOTO organisatie binnen elke Veiligheidsregio? - Met welke capaciteit en hoe wordt er binnen een Veiligheidsregio aandacht besteed aan MOTO? - Waar wordt met MOTO precies aan gewerkt binnen de eigen regio? - Waarin verschillen de onderzochte regio’s van elkaar? - Wat zouden de verschillende Veiligheidsregio’s van elkaar kunnen leren op het gebied van MOTO?
Inhoud interview Vraag
Antwoord
1.Kunt u kort iets vertellen over uw werkzaamheden binnen de Veiligheidsregio IJsselland?
Dhr. Eshuis is afgestudeerd in Integrale Veiligheidszorg en heeft voorafgaand aan zijn huidige baan gewerkt bij Kuipers Consultancy en bij de gemeente Staphorst, als ambtenaar OOV. In 2008 is hij gestart vanuit de brandweer als beleidsmedewerker Crisisbeheersing binnen de regio IJsselland. Momenteel is hij werkzaam bij het veiligheidsbureau van de veiligheidsregio IJsselland en hij houdt zich naast O&O bezig met het schrijven van de crisisplannen, beleidsplannen, jaarplannen en de uitvoering hiervan.
Pagina | 30
2. Hoe is MOTO binnen uw In het bovenstaande organogram staat beschreven hoe er binnen veiligheidsregio veiligheidsregio op MOTO gebied invulling is gegeven. De daarbij behorende informatie is eveneens georganiseerd? aangegeven.
3. Met welke capaciteit wordt er binnen uw veiligheidsregio Deze vraag is tevens in de bovenstaande uitwerking weergegeven. aandacht besteed aan MOTO?
4. Waar wordt met MOTO Binnen de werkgroep MOOB wordt gewerkt aan de multidisciplinaire precies aangewerkt binnen de samenwerking ,waarbij wordt gelet op de teamcompetenties en de individuele regio? competenties. Het doel is om iemand zo goed mogelijk voor te bereiden op de praktijk en daarmee dus de operationele uitvoering. Het verbeteren van de teamcompetenties en individuele competenties zijn verweven in de verschillende werkvormen die worden gebruikt binnen MO&O. Er zijn connecties binnen de veiligheidsregio’s Twente en Noord-Oost Gelderland. In 5. Waarin verschillen de de nabije toekomst worden de meldkamers van IJsselland en Noord-Oost werkzaamheden binnen uw Gelderland samengevoegd en gaan ze over op een regionale meldkamer. Daarnaast regio met die van omliggende vormt de oefenbank multidisciplinair een goede connectie tussen de verschillende regio’s? veiligheidsregio’s in Nederland. Ook het Landelijk MOTO-overleg draagt hieraan bij.
Setting interview (omcirkelen wat van toepassing is) Interviewopstelling
- 90° - kantoor van respondent
Storende factoren
geen
Sfeer/context Attitude respondent
- zakelijk/informeel - gestructureerd - vriendelijk - bereidheid tot geven van informatieve antwoorden: groot - goed op de hoogte
Pagina | 31
5. Uitgewerkt Interviewformat Veiligheidsregio Noord-Oost Gelderland
Gegevens interviewer en respondent Naam interviewer(s):
I.K. Waaijer
Datum interview:
17-11-2009
Gegevens respondent:
Paul Zuurendonk
Locatie interview:
Hoofdbureau Politie Noord-Oost Gelderland, Europaweg 79, Apeldoorn
Tijd interview: Hulpmiddelen: Afspraken:
Methodologische gegevens Doel interview:
Probleemstelling:
van 11 tot 12:30 Pen en papier respondent krijgt inzage in interviewuitwerking / respondent ontvangt onderzoeksresultaten / interviewers mogen bellen voor nadere informatie
De organisatie van het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen binnen de Veiligheidregio’s in kaart brengen Hoe is multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen binnen de Veiligheidsregio’s georganiseerd? Onderzoeksvragen: - Wat is de stand van zaken van de MOTO organisatie binnen elke Veiligheidsregio? - Met welke capaciteit en hoe wordt er binnen een Veiligheidsregio aandacht besteed aan MOTO? - Waar wordt met MOTO precies aan gewerkt binnen de eigen regio? - Waarin verschillen de onderzochte regio’s van elkaar? - Wat zouden de verschillende Veiligheidsregio’s van elkaar kunnen leren op het gebied van MOTO?
Inhoud interview Vraag
Antwoord
1.Kunt u kort iets vertellen over uw werkzaamheden binnen de Veiligheidsregio Noord-Oost Gelderland?
Vanuit Defensie als liaison is de heer Zuurendonk drie à vier dagen per week werkzaam voor de VNOG. Hij is de MOTO coördinator en vormt tevens een ondersteuning voor het veiligheidsbureau.
2. Hoe is MOTO binnen uw Zie hiervoor het organogram en de daarbij behorende uitwerking. veiligheidsregio georganiseerd?
Pagina | 32
3. Met welke capaciteit wordt er binnen uw veiligheidsregio aandacht besteed aan MOTO?
Er wordt momenteel door een parttimer gewerkt aan het multidisciplinair opleiden en trainen. In 2010 komt er een parttimer bij vanuit de brandweer. Verder ligt de organisatie bij de vier kolommen. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor het opleiden en trainen van mensen op monodisciplinair niveau. Daarbij zijn eisen gesteld aan de opleidingen voor mensen ook in het multidisciplinaire veld een rol gaan vervullen.
4. Waar wordt met MOTO Binnen de VNOG wordt gewerkt aan de competenties van de deelnemers en het precies aangewerkt binnen de verder ontwikkelen van de samenwerking onderling. In 2010 wordt het meerjaren regio? oefenbeleidsplan herzien en wordt getracht, van de leermomenten van andere regio’s, leerpunten te implementeren.
5. Waarin verschillen de werkzaamheden binnen uw regio met die van omliggende regio’s?
De werkzaamheden verschillen in zoverre dat er binnen de VNOG veel minder mensen werken aan MOTO dan bijvoorbeeld binnen de veiligheidsregio Twente of Gelderland Midden. Ook wordt in tegenstelling tot de genoemde regio’s minder multidisciplinair geoefend, de grootste opleidings- en trainingstaak ligt binnen de kolommen zelf. Wel is er veel contact met de omliggende regio’s (Flevoland, IJsselland, Twente, Gelderland Midden en Gelderland Zuid), dit contact verloopt voor het merendeel via de collega’s van Defensie. Daarnaast is er maandelijks een provinciaal overleg, waarbij men ervaringen, kennis en kunde kan uitwisselen.
Setting interview (omcirkelen wat van toepassing is) Interviewopstelling
- naast elkaar - loungebank
Storende factoren
geen
Sfeer/context Attitude respondent
- zakelijk/informeel - gestructureerd - vriendelijk - bereidheid tot geven van informatieve antwoorden: groot - goed op de hoogte
Pagina | 33
6. Bronvermelding Losse, M.A. (2008). Syllabus Kwantitatieve Onderzoeksvaardigheden, Saxion, locatie Enschede Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Noord-Oost Gelderland (2008). Convenant Veiligheidsregio Noord- Oost Gelderland; www.minbzk.nl/onderwerpen/veiligheid/veiligheidsregio’s/convenanten Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (2008). Convenant Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond; www.minbzk.nl/onderwerpen/veiligheid/veiligheidsregio’s/convenanten Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Algemeen Bestuur Hulpverleningsregio Haaglanden beoogd bestuur Veiligheidsregio Haaglanden (2008). Convenant Veiligheidsregio Haaglanden; www.minbzk.nl/onderwerpen/veiligheid/veiligheidsregio’s/convenanten Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Bestuurscommissie Veiligheid regio Twente (2008). Convenant Veiligheidsregio Twente; www.minbzk.nl/onderwerpen/veiligheid/veiligheidsregio’s/convenanten Sorgen, J. van e.a. (2007). Jaarboek Veiligheidsregio’s 2008 Denhatex Uitgeverij B.V. Rotterdam. Veiligheidsregio IJsselland: www.ijsselland.nl Veiligheidsregio Haaglanden: www.hrh.nl Veiligheidsregio Noord-Oost Gelderland: www.veiligheidsregio-nog.nl Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond: www.vr-rr.nl Veiligheidsregio Twente: www.regiotwente.nl
Pagina | 34
7.
Afkortingenlijst
AGS
Adviseur Gevaarlijke Stoffen
AOV ARB BT CCB CoPI GAC GAGS GBT GRS GRIP MKO MOTO MO&O OCR OGS OL OT OTO OOL OOV OvD OvDG OvDP RBT RGF SGBO T&L Wkr WRZO Wvr
Ambtenaar Openbare Orde Veiligheid Ambtenaar Rampenbestrijding Beleidsteam Conflict- en crisisbeheersing (afdeling van de politie) Commando Plaats Incident Gemeentelijk Actie Centrum Geneeskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen Gemeentelijk Beleidsteam Gemeentelijke Rampenstaf Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdings Procedure Motor Kap Overleg Multidisciplinair Opleiden-Trainen-Oefenen Multidisciplinair Opleiden en Oefenen Opleiding Crisisbeheersing en Rampenbestrijding Ongeval Gevaarlijke Stoffen Operationeel Leider Operationeel Team Opleiden, trainen en oefenen Opleiden, oefenen en logistiek Openbare Orde en Veiligheid Officier van Dienst (brandweer) Officier van Dienst Geneeskundig Officier van Dienst Politie Regionaal Beleidsteam Regionaal Geneeskundig Functionaris Staf Groot Bijzonder Optreden Techniek en logistiek Wet Kwaliteitsbevordering Rampenbestrijding Wet Rampen en Zware Ongevallen Wet Veiligheidsregio’s
Pagina | 35
Colofon I.K. Waaijer De organisatie van het multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen binnen de veiligheidsregio’s Een verkenning van de multidisciplinaire afstemming en samenwerking In opdracht van: Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra en Saxion Hogescholen Enschede Contactgegevens auteur: Tel. 06 42 93 67 81 Email:
[email protected]
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, geluidsband, elektronisch of op welke wijze dan ook, zonder vermelding van de bron en auteur.
Pagina | 36