Handreiking inzet van e-learning in de SW
Arbeidsontwikkeling
Arbeidsontwikkeling
1
Handreiking inzet van e-learning in de SW
Inleiding
Gebruik van de handreiking
Deze handreiking besteedt aandacht aan de toepassingsmogelijkheden van e-learning. Deze vorm van leren wordt binnen de SW-sector steeds vaker toegepast. E-learning verwijst naar een verzameling leersituaties die, vaak op speelse wijze, zijn vormgegeven met behulp van informatie- en communicatietechnologie, in het bijzonder internettechnologie. Binnen de SW-bedrijven is e-learning tevens een manier om onder de werknemers het internetgebruik te stimuleren en daardoor het verschil met andere werkomgevingen te verkleinen.
U vindt in deze handreiking informatie over de volgende onderdelen: 1. checklist benodigde infrastructuur en hardware 2. didactische aanpak en ondersteuning bij digitaal leren 3. voorwaarden waaraan e-learning programma’s moeten voldoen voor de SW-sector 4. wat te doen bij de implementatie van e-learning in een SW-bedrijf
U kunt uit deze handreiking de tips halen die voor u van belang zijn op dit moment. Daarnaast kunt u wat verder kijken naar wat op termijn eventueel uitgebouwd kan worden. De opbouw van de lijst is zo gemaakt dat eerst de punten worden genoemd die minimaal nodig zijn en daarna komen de punten die wenselijk zijn.
Kenmerken van e-learning Kenmerkend voor e-learning is het interactieve aspect; animaties worden met foto’s, filmpjes, teksten en spraak gecombineerd. Lerenden blijven geactiveerd door deze afwisseling. Deze leermethode is dan ook uitermate geschikt voor werknemers die op een lager niveau werken. E-learning maakt het mogelijk tegemoet te komen aan de verschillende niveaus van de werknemers. Dit stimuleert de motivatie en autonomie van werknemers.
De handreiking is opgebouwd van grof naar fijn. U vindt eerst puntsgewijs criteria die van belang zijn bij het vormgeven van een e-learning omgeving (onderverdeeld in minimaal en wenselijk). Deze criteria worden zo nodig verder uitgewerkt in de punten 1 t/m 16. In de tekst onder deze punten vindt u literatuurverwijzingen met behulp waarvan u verdere verdieping kunt vinden. Natuurlijk dient u alles in het licht te zien van de mogelijkheden binnen het eigen SW-bedrijf. Laat u dus vooral niet ontmoedigen doordat veel onderdelen (nog) niet te realiseren zijn. Uitgangspunt is dat een werknemer begeleiding krijgt van een docent of begeleider bij de verschillende e-learning activiteiten. Deze docent/begeleider hoeft geen afgeronde ICT-opleiding te hebben. Affiniteit met ICT en e-learning is veel belangrijker.
Het gebruik van e-learning is financieel aantrekkelijk. Het kan de opleidingskosten voor SW-bedrijven reduceren. Gezamenlijke inkoop van e-learningprogramma’s door SW-bedrijven kan daarbij de kosten nog meer drukken. De programma’s kunnen gemakkelijk geactualiseerd en aangevuld worden. Bovendien zijn er diverse gratis e-learning-programma’s voor laagopgeleiden beschikbaar.
2
1
Checklist benodigde infrastructuur en hardware
Om e-learning succesvol te implementeren zijn er een aantal voorwaarden waaraan de infrastructuur en hardware moeten voldoen.
Minimaal benodigd:
Wenselijk is:
een aangepaste computer voor gehandicapten (bv. voor visuele beperkingen en motorische beperkingen)
een e-learning lokaal met tenminste zes computers (1*)
computers die beschikken over een internetverbinding, dvd-drive, audio en beeld afspeelmogelijkheden
een softwarepakket (bv. Learning Management Systeem) (3)
computers die voorzien zijn van een koptelefoon
een lokaal met een digitaal bord (4)
computers die beschikken over verschillende e-learning programma’s (2)
Een docent en/of begeleider
de beschikbaarheid van een docent/begeleider die didactische ondersteuning en scholing biedt (5)
met een positieve houding ten opzichte van e-learning (5)
die beschikt over noodzakelijke ICT-competenties (6)
die kennis heeft van beschikbare digitale leerinhouden en -middelen en over de technische en didactische mogelijkheden ervan
die vaardig is in het gebruik van educatieve databases
* Verwijzing naar punten 1 t/m 17 vanaf bladzijde 6. Door te klikken op het nummer komt u automatisch terecht bij de toelichting. 3
2
Checklist didactische aanpak en ondersteuning bij digitaal leren
Om e-learning succesvol te implementeren vraagt de didactische aanpak en ondersteuning veel aandacht.
Minimaal benodigd:
een bij de doelgroep passende digitale leeromgeving (7*)
een gezamenlijke visie met betrekking tot een digitale leeromgeving (8)
Wenselijk is: Een docent en/of begeleider die
zorg draagt voor blended learning (9)
zorgt voor adaptief onderwijs (10)
indien mogelijk een volgsysteem bijhoudt (11)
rekening houdt met de leervoorkeur van de werknemers (2)
de instructie en het tempo aanpast aan de doelgroep
zelfsturend leren stimuleert (12)
didactische ondersteuning aan de begeleiders van de werknemers biedt
* Verwijzing naar punten 1 t/m 17 vanaf bladzijde 6. Door te klikken op het nummer komt u automatisch terecht bij de toelichting. 4
3
Checklist voorwaarden e-learning programma’s voor de SW
Om e-learning succesvol te implementeren is er een aantal voorwaarden waaraan e-learning programma’s voor de SW-sector bijvoorkeur moeten voldoen.
Wenselijk is dat:
het programma beschikt over eenvoudig taalgebruik
het programma weinig navigatie en scrollen vereist
de hulpknoppen in het programma groot en eenduidig zijn
lettertype en -grootte in het programma duidelijk zijn
het programma feedback bevat
het programma veel beeld en audio bevat
de inhoud van het programma aansluit bij de dagelijkse praktijk
de inhoud concreet en herkenbaar is
de inhoud weinig theorie bevat
de inhoud direct verbonden is aan de toepassing daarvan
de inhoud verschillende contexten bevat
de werkwijze van het programma is opgebouwd in kleine leerstappen
de werkwijze veel herhalingsmogelijkheden bevat.
de opdrachten en instructies zijn aangepast aan het niveau van de werknemer (10*)
de e-learning programma’s weinig knoppenkennis vereisen
* Verwijzing naar punten 1 t/m 17 vanaf bladzijde 6. Door te klikken op het nummer komt u automatisch terecht bij de toelichting. 5
4
Checklist implementatie e-learning in een SW-bedrijf
probeer te voldoen aan de minimum vereisten zoals aangegeven in de punten 1* en 2
stel een systeembeheerder aan die o.a. verantwoordelijk is voor een goede werking van het computersysteem
benoem prioriteiten uit de onderdelen die wenselijk zijn, zoals aangegeven in de punten 1, 2 en 3, en voer deze stapsgewijs in
geef enkele docenten de ruimte om te experimenteren met e-learning, zodat ze inzicht krijgen in wat werkt
creëer draagvlak voor de implementatie van e-learning, begin kleinschalig en breid het aanbod werkende weg uit
werk samen met andere SW-bedrijven (16)
betrek docenten, leidinggevenden en praktijkbegeleiders bij het veranderproces (13)
plan overlegmomenten tussen management en docenten over de voortgang van het gebruik van ICT
overwogen kan worden een projectgroep samen te stellen en een projectmatige aanpak te kiezen. Zie ook de succesfactoren van Fullan (15)
stel indien mogelijk financiële middelen beschikbaar voor professionalisering van docenten in het onderwijskundig gebruik van ICT (5/6)
stel afspraken op over het computergebruik onder de werknemers (bv. over het gebruik van internet)
* Verwijzing naar punten 1 t/m 17 vanaf bladzijde 6. Door te klikken op het nummer komt u automatisch terecht bij de toelichting. 6
Bijlage bij de checklisten: uitwerking en onderbouwing 1. Computers Ideaal is dat elke (grote) locatie van het SW-bedrijf beschikt over een eigen computerlokaal met minimaal zes tot acht computers. Het advies van ‘ervaren’ SW-bedrijven is “begin kleinschalig en breid de faciliteiten gaandeweg uit”. Een computer met standaardspecificatie, toegang tot internet, audio en beeldafspeelmogelijkheden volstaat.
2. E-learning programma’s Aanschaf van e-learning programma’s Bij de aanschaf van e-learning programma’s moet rekening gehouden worden met de leervoorkeuren van de werknemers. De werknemers kunnen een voorkeur hebben voor samenwerking of zelfstandigheid, een voorkeur voor vrijheid of sturing of een voorkeur voor leren door middel van ervaren of observeren (Seel & Dijkstra, 2004). Persoonlijke kenmerken van werknemers kunnen bepalend zijn voor de leervoorkeur. Binnen de programma’s kan er sprake zijn van lineaire of dynamische e-learning. Bij lineaire e-learning heeft de medewerker geen invloed op de leerinhoud. De medewerker is passief en het medium is enkel een hulpmiddel bij het verkrijgen van toegang tot feitelijke informatie. Lineaire e-learning kan geschikt zijn voor werknemers met een leervoorkeur voor observeren en behoefte aan sturing. Leren vindt plaats via multimediatools zoals instructiefilmpjes, informatiefilmpjes, animaties, afbeeldingen en via elektronische teksten, bijvoorbeeld in de vorm van een e-book, een PDF-bestand of een HTML. Een nadeel van deze lineaire e-learning is dat werknemers langdurig naar een beeldscherm moeten kijken. (Boeker & Klar, 2006). Bij dynamische e-learning zijn allerlei leerinhouden aan elkaar gekoppeld en heeft de medewerker de vrijheid om tussen deze inhouden heen en weer te klikken. De medewerker is vrij om op interactieve, creatieve en individuele wijze de leerinhoud te exploreren. Dynamische e-learning kan geschikt zijn voor werknemers met een
7
leervoorkeur voor ervaren en vrijheid. Leren vindt plaats via drill-&-practice software, simulaties, games, microwerelden en via tutorial systems. Een tutorial system is een interactief systeem en voorziet de werknemers van voorgeprogrammeerde adaptieve ondersteuning bij de uitvoering van taak. Meestal gaat het hierbij om weinig complexe programma’s die werknemers voorzien van scherminstructies, een digitale assistent of geautomatiseerde feedback die, afhankelijk van de ondernomen acties, al dan niet tevoorschijn komt (Boeker & Klar, 2006). Voorbeelden van goede e-learning programma’s die door de SW-bedrijven worden gebruikt, zijn: Training Arbeidsbelasting SW (TAS), de Digitale Taalgids, Digitale Basisvaardigheden en Klik&Tik op het internet. “Lees en Schrijf!”, Het leesplankje en “Lees en Schrijf!Taal dichtbij” en “www.oefenen.nl” zijn oefenprogramma’s voor laaggeletterden.
3. Learning Management Systeem Wanneer e-learning breed wordt ingezet binnen een SW-bedrijf, kan er gebruik gemaakt worden van een Learning Management Systeem (LMS). Met een LMS kunnen leeractiviteiten voor verschillenden gebruikers en doelen gecoördineerd worden. Het is een omvangrijk softwarepakket dat gebruik maakt van internettechnologie die speciaal gemaakt is om leerinhouden digitaal aan te bieden, te onderhouden en te toetsen, om processen en producten te registreren en om leerprocessen te kunnen begeleiden. De docent kan middels het LMS zelf de inhoud van een of meerdere cursussen beheren en bepalen wie er toegang heeft tot welke cursussen, tools en informatie en wie er welke lees- en schrijfrechten heeft. De werknemers hebben via de computer dus enkel toegang tot cursussen, tools en informatie die voor hen persoonlijk van belang zijn (Dankbaar et al.,2002).
Bijlage bij de checklisten: uitwerking en onderbouwing
4. Digitaal bord
6. ICT- competente docenten/begeleiders
De inzet van het digitale bord geeft op het gebied van instructie positieve resultaten, maar vergt wel veel kennis en ervaring van de docent. Uitleg via het digitale bord, ondersteund met beeld, geluid en video, kan de werknemers helpen de stof beter te onthouden en de aandacht bij de les te houden. Kennis wordt beter overgedragen en opdrachten worden beter afgerond als beeld en geluid worden gecombineerd. Een bijkomend voordeel is dat de docent de digitale lessen kan hergebruiken (Vier in Balans Monitor, 2010). Indien een digitaal bord niet haalbaar is, kan een laptop met internet en beamer een goed alternatief zijn.
Voor docenten/begeleiders is het belangrijk dat ze zich voldoende competent voelen als het gaat om het begeleiden van de medewerkers. Competenties die voor docenten/begeleiders in de SW belangrijk zijn: • technisch vaardig kunnen omgaan met nieuwe media • kunnen omgaan met het repertoire van e-learningprogramma’s voor medewerkers binnen de SW • media kritisch kunnen selecteren voor het onderwijsleerproces voor medewerkers binnen de SW • bijhouden en uitbreiden van het repertoire aan nieuwe media specifiek gericht op de SW
5. Scholing en ondersteuning De effectiviteit van de implementatie van e-learning is voor een groot gedeelte afhankelijk van de houding van de gebruikers. De houding ten opzichte van e-learning heeft grote invloed op de mate waarin iemand daadwerkelijk gebruik zal maken van e-learning. Het is van belang dat docenten/begeleiders en werknemers de voordelen van e-learning zien (Seel & Dijkstra, 2004). Om motivatieproblemen bij docenten/begeleiders met betrekking tot e-learning te voorkomen, is het van belang dat ze scholing en ondersteuning krijgen. Motivatieproblemen kunnen bijvoorbeeld voortkomen uit het gebrek aan toereikende faciliteiten, het ontbreken van computervaardigheden, computerangst, en gebruiksonvriendelijke programma’s.
7. Een bij de doelgroep passende digitale leeromgeving Aspecten waaraan een digitale leeromgeving bijvoorkeur voldoet • De leeromgeving moet aansluiten bij de leef- en werksfeer van de medewerkers • De leeromgeving stimuleert het gebruik van leerstrategieën. In de leeromgeving kunnen bijvoorbeeld leerdoelen geformuleerd worden op het niveau van de werknemer. • De leeromgeving stimuleert reflectie op inhoud en proces door vragen te stellen. Een toepassing die ingezet kan worden ten behoeve van reflectie is het digitale portfolio. • Het leren staat in relatie tot de werkomgeving. De setting waarin het leermateriaal geplaatst is, sluiten aan bij de dagelijkse praktijk.
8. Visie op gebruik van e-learning Het opstellen van een gezamenlijke visie en commitment tussen management en docenten/begeleiders is van belang. Wanneer deze visie niet ondersteund wordt door de docenten of begeleiders, beïnvloedt dat de motivatie om de nodige vaardigheden onder de knie te krijgen of toepassingen in praktijk te brengen (Vier in Balans Monitor, 2010).
8
Bijlage bij de checklisten: uitwerking en onderbouwing
9. Blended learning
11. Volgsysteem
Blended learning is een mix van verschillende leervormen, zoals interactief en klassikaal. Deze vorm van leren is een combinatie van Face-to-face (F2F) en online learning. Blended learning wordt gezien als de meest effectieve vorm van e-learning. Bij blended learning kan de digitale leeromgeving het traditionele F2F onderwijs ondersteunen, bijvoorbeeld door materiaal online beschikbaar te stellen. Andersom kan de nadruk ook liggen op online learning, waarbij F2F onderwijs enkel een aanvulling is op het onderwijsproces. De juiste verhouding tussen F2F onderwijs en online learing verschilt per situatie(Precel et al., 2009).
In een leerlingvolgsysteem wordt de loopbaan van de werknemer vastgelegd. De verzamelde competenties van de werknemer worden door de docent geregistreerd. De docent maakt analyses over de vorderingen en de mogelijke kansen en belemmeringen van de werknemer op de arbeidsmarkt.
10. Adaptief onderwijs Bij adaptief onderwijs wordt alles rondom het leren zoveel mogelijk aangepast aan de capaciteiten en leerstijl van de lerende. Naast de docent/begeleider kan e-learning het onderwijs meer adaptief maken. Er kan bijvoorbeeld feedback gegeven worden met behulp van het gebruikte programma of een virtuele coach. Daarnaast kunnen programma’s zo worden gemaakt dat werknemers verschillende niveaus kunnen doorlopen, vaak zonder tussenkomst van een docent/begeleider. Door de wijze waarop de programma’s zijn ontworpen, blijkt knoppenkennis niet voorwaardelijk om deel te neem aan de e-learning programma’s. Beginnende computergebruikers moeten in een weinig complexe digitale leeromgeving starten en voldoende ondersteuning krijgen. Deze ondersteuning moet afgestemd worden op het niveau van de werknemer. Ook als het gaat om teksten is het belangrijk aan te sluiten bij het niveau van de werknemer. De aangeboden informatie in teksten moet daarom eenvoudig en duidelijk zijn zodat de werknemer zoveel mogelijk leerrendement uit de tekst haalt (CLU, 2009).
9
12. Stimuleren van zelfsturend leren Zelfsturend werken begint met zelfsturend leren. Maar zelfsturend leren lijkt vaak een brug te ver voor laag opgeleiden. Toch zijn er mogelijkheden om hier een eenvoudige start mee te maken. Er zijn e-learningprogramma’s te maken waarin zodanig feedback gegeven wordt, dat de werknemer met behulp van het programma een keus kan maken om bijvoorbeeld een oefening nog eens te doen. Door op korte gerichte vragen een antwoord te geven, leert de werknemer na te denken over hoe verder te gaan. Een goed ontworpen digitale leeromgeving neemt niet alles uit handen, maar helpt de werknemers om zelfstandig te leren (essaybundel digitaal leermateriaal Kennisnet, 2009).
13. Betrekken van docenten/begeleiders bij het veranderproces SW-bedrijven kunnen een positieve houding onder de werknemers en docenten/begeleiders en leidinggevenden bevorderen door ze te betrekken bij het veranderproces, bijvoorbeeld door het geven van studie- en computervaardigheidstrainingen en door duidelijk communicatie over belangrijke leerdoelen, feedbackmomenten, deadlines, tijdsinvestering en de minimaal verwachte computervaardigheden (Fullan, 2010). Voor een succesvolle implementatie van e-learning is vooronderzoek van belang om de diversiteit onder de werknemers en docenten in kaart te brengen. Het in kaart brengen van de eigen diversiteit geeft het SW-bedrijf kennis over haar beginsituatie. Deze kennis maakt het gemakkelijker een geschikte digitale leeromgeving te creëren en een geschikte vorm te kiezen.
Bijlage bij de checklisten: uitwerking en onderbouwing
14. Projectgroep De projectgroep kan zich bezighouden met het ontwikkelen van een visie op e-learning en volgt eventueel cursussen op gebied van implementatie en vakinhoud. De projectgroep gaat samenwerkingsverbanden aan met andere bedrijven met als doel expertise te delen. Gebruik ook de ervaring van SW-bedrijven die op het gebied van e-learning en digitaal leren een voorsprong hebben. Zie “Goede praktijkvoorbeelden”.
15. Succesfactoren van Fullan Voordat een projectmatige aanpak in een organisatie ingevoerd kan worden, is het raadzaam eerst een diagnose te stellen ten aanzien van de beschreven factoren van Fullan. Wanneer de diagnose negatief uitvalt, moeten eerst deze punten aangepakt worden voordat daadwerkelijk gestart kan worden met de invoering van projectmatig werken. Wanneer de diagnose hoofdzakelijk een positief beeld oplevert, kan een veranderingsstrategie gevolgd worden. Dit is een strategie met acht interventies. De uitwerkingen van deze interventies sluiten aan bij de succesfactoren van Fullan. Voorbeelden van deze interventies zijn: informatie verspreiden en gesprekken aanknopen om draagvlak onder de werknemers te creëren (Reints & Booms, 1997).
16. Samenwerking tussen SW-bedrijven Samenwerking blijkt de belangrijkste bron te zijn voor duurzame innovatie en professionalisering. Samenwerking betekent: kennis en materialen delen om een gemeenschappelijk doel te bereiken. Voor management en docenten is samenwerking en informatie-uitwisseling met collega’s de belangrijkste bron van professionalisering. Samenwerking kan plaats vinden in twee richtingen: binnen een SW-bedrijf en tussen SW-bedrijven of tussen SW-bedrijven en ROC’s. Een kenmerk van een succesvol bedrijf is dat ze niet in hun eentje werken, maar deel uit maken van landelijke of regionale netwerken (Vier in Balans Monitor, 2010).
10
Goede praktijk voorbeelden en interessante literatuur/links:
Lander te Geldermalsen past al enkele jaren vormen van digitaal leren toe binnen een drietal OpenLeerCentra. Meer informatie over deze succesvolle aanpak kunt u krijgen via Joke van der Wal, opleidingscoördinator, tel: 0345 – 686222, E-mail:
[email protected] NLW Groep te Venray werkt reeds enkele jaren met E-learingprogramma’s gericht op “Op weg naar werk” (AKA- competenties) en Veilig werken in het Groen. Meer informatie hierover krijgt u bij Fond L ‘Ortye (opleidingscoördinator) tel: 0478 – 552498, E-mail:
[email protected] MTB Maastricht werkt met diverse E-learingprogramm’s. O.a. met TAS, Werken in het Groen en andere e-learningprogramm’s. Maar informatie bij Jessica Linders, preventiemedewerker; tel: 043 - 382 06 91, E-mail:
[email protected]
11
Interessante literatuur/links CLU (2009) www.clu.nl Leesbaarheid van leerteksten. Dankbaar, M., Oprins, E., Andriessen, J., van Hoek, F., & Tonneman, J. (2002). Kennismanagement:Leerpocessen Organiseren in Werkomgevingen ‘s-Hertogenbosch: CINOP.
Websites over e-learning programma’s
Hieronder vindt u een overzicht van sites over e-learningprogramma’s. Door te klikken op de links, wordt u automatisch verbonden met de site. Websites over e-learning programma’s de Digitale Taalgids (http://www.taalkrachtvoorbedrijven.nl/nieuws/nieuwsberichten/Leren-lezen-en-schrijven-met-de-Digitale-Taalgids) Het e-learningprogramma TAS (http://www.citaverde.nl/nieuws/nieuwsarchief/e-learning+op+maat+voor+sw+sector?an=260 Het oefenprogramma Lees en Schrijf! (http://www.etv.nl/index.cfm?act=programma.detail&pid=5) Het oefenen met internet www.klikentik.nl Voorbeeld van een educatieve site (http://www.steffie.nl)
Website over een Learning Management System Soorten e-learning systemen (http://www.brightalley.nl/kl/index.cfm?fuseaction=informatie.Dossier_elearning&id=13)
Website over een digitaal bord Digitaal bord (http://www.kenniswiki.nl/Digitaal_schoolbord)
Website over de visie op e-learning Vier in balans monitor 2010 (http://redactie.kennisnet.nl/attachments/session=cloud_mmbase+2243321/moni_2010.pdf.) Voor managers is hier informatie uit te halen over de inzet van digitaal leren. Hoewel de brochure is gericht op het regulier onderwijs, is wel een vertaalslag te maken naar de SW.
Website over blended learning Als u meer wilt weten over blended learning is het volgende artikel wellicht interessant. Er dient wel een vertaalslag naar de eigen praktijk gemaakt te worden. Artikel blended learning in de praktijk: een kwestie van kiezen (http://www.inholland.nl/NR/rdonlyres/306D3870-037B-4002-8005-A7E8818B824C/0/WerkdocumentBlendedLearningKwestieVanKiezen.pdf)
Websites over adaptief onderwijs Leesbaarheid van leerteksten (http://www.clu.nl/_site1327/images/Leesbaarheid_van_leerteksten.pdf)
Website over projectmatig werken Doen wat je belooft http://books.google.com/books?id=U0hsGtx4MqEC&printsec=frontcover&dq=reints.+a+doen+wat+je+belooft&source= bl&ots=Hlom46p7lc&sig=0lTMk2dTZYgDYoMuMT-2jZxAS_0&hl=en&ei=mEhiTYXoCMzsObOtqdcC&sa=X&oi=book_result& ct=result&resnum=1&ved=0CBYQ6AEwAA#v=onepage&q&f=false Zie hoofdstuk 6 voor de implementatie van projectmatig werken.
12
Geraadpleegde literatuur
Boeker, M., & Klar, R. (2006). E-learning in der ärztlichen Aus- und Wieterbildung. Methoden, Ergebnisse, Evaluation. Bundesgesundheitsblatt, Gesundheitsforschung, Gesundheitsschutz,49 (5), 405-411. Childs, S., Blenkinsopp, E., Hall, A., & Walton, G. (2005). E-Learning for Health Professionals and Students – Barriers and their Solutions. A Systematic Review of the Literature – Findings from the HeXL Project. Health Information and Libraries Journal, 22 (2), 20-32. CLU (2009) www.clu.nl Leesbaarheid van leerteksten. Dankbaar, M., Oprins, E., Andriessen, J., van Hoek, F., & Tonneman, J. (2002). Kennismanagement:Leerpocessen Organiseren in Werkomgevingen.‘s-Hertogenbosch: CINOP. Essaybundel over bruikbaar digitaal leermateriaal “Hier heb ik niets aan”. Uitgegeven door Kennisnet (2009). Howatson-Jones, L. (2004). Designing Web-Based Education Courses for Nurses. Nursing Standard, 19 (11), 41-44.
13
Jones, G. R. (2010). Organizational theory, design, and change. Sixth Edition. New Jersey: Pearson Prentice Hall. Precel, K., Eshet-Alkalai, Y., & Alberton, Y. (2009). Pedagogical and Design Aspects of a Blended Learning Course. International Review of Research in Open and Distance Learning, 10 (2), n.p. Reints & Booms (1997). Doen wat je belooft, projectmatig leermiddelen ontwerpen. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum. Seel, N. M., & Dijkstra, S. (2004). Curriculum, Plans, and Processes in Instructional Design. New York, London: International Perspectives. Vier in Balans Monitor 2010. Ict in het onderwijs: stand van zaken. Uitgegeven door Kennisnet (2010).
Colofon: De ‘Handreiking inzet van e-learning in de SW’ is een uitgave van SBCM Realisatie: CLU- Expertisecentrum Leermiddelenontwikkeling Universiteit Utrecht, (Drs. Hendrianne Wilkens en Mirthe Dingemanse) Vormgeving: wrikontwerp (BNO) SBCM dankt voor hun input en commentaar: • Joke van der Wal (opleidingscoördinator Lander) • Ben Vaske (directeur Expertisecentrum ETV) • Fons L ‘Ortye (opleidingscoördinator NLW Groep)
Deze publicatie is gratis te bestellen bij SBCM, zolang de voorraad strekt Ook kan de handreiking worden gedownload via www.sbcm.nl of www.leermiddelenbank.sbcm.nl
Februari 2011, SBCM Den Haag
14