HANDLEIDING voor de migratie van ActivPrimary 3 naar ActivInspire In deze handleiding komen de vernieuwingen aan bod, maar ook handelingen die je al bekend zullen voorkomen, passeren de revue. De handleiding begint met de algemene toepassingen en wordt geleidelijk geavanceerder. ActivInspire ziet er anders uit dan je gewend was. Je had tot nu toe twee Activ software versies: Primary en Studio. Studio is professioneler van opzet en was bedoeld voor het voortgezet onderwijs. ActivInspire verenigt die twee profielen. Beide hebben een facelift qua lay-out gekregen. Je kunt bij het eerste keer opstarten aangeven welke je voorkeur heeft. Maar ook daarna kun je middels een vinkje aangeven dat je de volgende keer in de andere look & feel wilt opstarten. Je eerste keuze is dus niet permanent. In het eerste hoofdstuk lees je hoe je dat kunt aangeven. Hier kort een overzicht van de verbeteringen: Tabbladen zodat je meerdere flipcharts in een keer open kunt hebben. Losse knoppen- en werkbalken. Een browservenster dat alle eigenschappen in één overzicht plaatst. Zo kun je met het venster open tussen de eigenschappen bladeren van alles wat op je pagina staat. Dat bespaart een heleboel handelingen bij het ontwerpen. Je kunt de knoppenbalken naar eigen inzicht aanpassen en de objecten van actieknoppen voorzien. Je kunt vormen manipuleren en kleurverloop aanbrengen en nog veel meer … TIP: op de Promethean Planet site kun je korte Engelse videoclips bekijken die een uitstekend beeld geven van de software: http://www.prometheanplanet.com/server.php?show=nav.1147&cmp=exactat
INHOUDSOPGAVE Een nieuw uiterlijk ................................................................................................................. 3 1. De balken ......................................................................................................................... 4 2. Ontwerpmodus / Presentatiemodus............................................................................... 5 3. Knoppen toevoegen / verwijderen ................................................................................. 6 4. Gereedschappen ............................................................................................................. 7 4.1 Spotlight ....................................................................................................................... 7 4.2 Rolgordijn..................................................................................................................... 8 4.3 Pen, Gum en Toverinkt ................................................................................................ 8 4.4 Wiskundegereedschap................................................................................................. 9 4.4.1 Liniaal .................................................................................................................... 9 4.4.2 Gradenboog .........................................................................................................10 4.4.3 Passer ..................................................................................................................10 5. Bureaubladmodus ..........................................................................................................11 6. Bureaubladgereedschappen .........................................................................................12 7. Media invoegen ..............................................................................................................13 7.1 Vanuit opgeslagen bestanden .....................................................................................13 7.2 Internet .......................................................................................................................14 8. Media koppelen ..............................................................................................................15 8.1 Internet drag&drop ......................................................................................................16 8.2 Koppelen.....................................................................................................................16 9. Bibliotheek ......................................................................................................................17 9.1 Een plaatje invoegen ..................................................................................................17 10. De browsers ..................................................................................................................18 10.1 Objectenbrowser .......................................................................................................20 10.2 Notitiebrowser ...........................................................................................................21 10.3 Eigenschappenbrowser .............................................................................................22 10.4 Actiebrowser .............................................................................................................22 11. Vormen en kleuren .......................................................................................................23 Auteur : Frauke Wenzel
1
11.1 Vormen manipuleren .................................................................................................23 11.2 Kleurovergang...........................................................................................................23 12. Achtergronden ..............................................................................................................24 13. Een flipchart samenstellen uit bestaande pagina’s ...................................................26 14. Eigenschappen .............................................................................................................27 15. Acties ............................................................................................................................30 15.1 Verbergen en weergeven ..........................................................................................30 15.2 Plaatsen ....................................................................................................................31 15.2.1 Eenmalige verplaatsing ......................................................................................31 15.3 Stapsgewijze acties ..................................................................................................33 14.5.1 Stapsgewijs plaatsen ..........................................................................................33 15.3.2 Stapsgewijs rekken .............................................................................................34 15.3.3 Doorschijnend, meer en minder ..........................................................................34 15.4 Acties slepen en neerzetten ......................................................................................35 16. Spyglass .......................................................................................................................36 17. Pagina omslaan met effect ..........................................................................................37 18. 2-Pennen modus (ActivArena) ......................................................................................38 19. Software upgrade .........................................................................................................38
Auteur : Frauke Wenzel
2
Een nieuw uiterlijk Primary look & feel*
Studio look & feel*
*Dit is een indicatie van het verschil in uiterlijk van de profielen, de balken zijn door de gebruiker al een beetje aangepast.
Wil je van profiel veranderen kun je dat op het dashboard bij Configureren aangeven door het vinkje te plaatsen en de applicatie opnieuw te starten. Je kunt dat vaker doen.
Auteur : Frauke Wenzel
3
1. De balken
Er kunnen meerdere flipcharts tegelijk geopend zijn. Het hoofdgereedschapspalet is niet honkvast. Middels een menu’tje kan de plaats op de pagina bepaald worden.
Horizontaal verkleinen
Auteur : Frauke Wenzel
Verticaal verkleinen
4
2. Ontwerpmodus / Presentatiemodus
Het programma start op in de Presentatiemodus. Het icoontje voor de modi bevindt zich op de hoofdmenubalk.
Er is in Inspire nog maar weinig verschil tussen de Ontwerpmodus en de Presentatiemodus. De eigenschappen zijn nu in een apart browservenster ondergebracht en vanuit beide modi toegankelijk. Alleen de ACTIES: en KOPIE SLEPEN: Presentatiemodus, d.w.z. ze werken niet in de Ontwerpmodus.
zijn gebonden aan de
Je kunt nu dus in feite je pagina ontwerpen, objecten binnen de lagen verplaatsen, acties toekennen etc. zonder te hoeven letten op de modus waarin je werkt. Verderop daarover meer. Verplaatsen Je kunt nu zelfs in de Presentatiemodus een object met een actie oppakken en verplaatsen! Gewoon de pen of muisklik erop houden en slepen. Een tik met de pen of de korte muisklik roept de actie op. Alleen objecten met de eigenschap/actie Kopie Slepen moeten in de Ontwerpmodus worden verplaatst. Bewerken Wanneer je een object aanklikt verschijnt het bewerkingsmenu. Op pagina 6 lees je hoe je dat menu aan kunt passen. Zweven over de knoppen laat zien wat ze doen. Nieuw is dat de transparantieschuif nu onder een knop zit. Als je die aanklikt verschijnt de schuif en je sleept de hele knop opzij.
Als je object een actie draagt, en je bent in de Presentatiemodus, dan komt het bewerkingsmenu NIET. Een actieobject kan dan alleen geselecteerd worden door er met de pen/cursor van neutraal gebied uit schuin over het object te gaan en zo een lus omheen te slepen.
Auteur : Frauke Wenzel
5
3. Knoppen toevoegen / verwijderen Knoppenbalk profielen Inspire geeft je de mogelijkheid om zelf te bepalen welke knoppen je op de balk beschikbaar wilt hebben. En je kunt meerdere instellingen opslaan in profielen. Een aantal profielen zijn hier vooringesteld. In alle profielen kunnen knoppen toegevoegd en verwijderd worden.
Dat gaat zo: Ga in het hoofdmenu (de balk boven aan de pagina) naar Beeld. Klik op
(onderaan)
Hier kies je welk profiel je wilt bewerken Het rolmenu
filtert de hoeveelheid
getoonde knoppen. Selecteer de knop met de functie die je wilt en klik op . Met de opties Omhoog/Omlaag kun je de knop een plek geven op je knoppenbalk. Je ziet de knop direct in je balk verschijnen. Op deze wijze verwijder je ook ongewenste knoppen uit je profiel knoppenbalk. Knoppenbalk object selectie Ook de grepen en knoppen in het bewerkingsmenu kunnen op de boven beschreven wijze worden aangepast. In het voorbeeld hiernaast is de ‘verwijder’ knop opgenomen en zijn de groter/kleiner knoppen weggelaten. Onder
vind je
Ga nu net zo te werk als bij het bewerken van de profielen.
Auteur : Frauke Wenzel
6
4. Gereedschappen Je kunt, zoals we eerder zagen, je meest gebruikte gereedschappen in de knoppenbalk opnemen. De rest van de gereedschappen open je via deze knop. Dan zie je dit,
en wanneer je op de pij klikt komt de rest. Veel toepassingen hebben een opgefleurd uiterlijk gekregen maar zijn qua functie nauwelijks veranderd. Groot verschil is dat de knop niet meer rood wordt wanneer hij geselecteerd is en je kunt meerdere toepassingen tegelijk open hebben. Bijvoorbeeld de klok en de dobbelstenen, of meerdere linialen en gradenbogen. Zie voor uitleg over het rekengereedschap verderop in dit hoofdstuk.
Om ze af te sluiten wordt op het kruisje in de rechter bovenhoek geklikt.
4.1 Spotlight Deze toepassing is veranderd. Je versleept het simpel door de pen/cursor in het zwarte vlak te plaatsen.
De afmeting verander je door de ring te verslepen.
Het minimenu geeft deze opties, waaronder Snapshot en Sluiten. Nieuw is ook dat je nu in het ‘verlichte’ stuk gewoon kunt werken, schrijven, objecten invoegen etc.
Auteur : Frauke Wenzel
7
4.2 Rolgordijn Het rolgordijn heeft een alleraardigste functie erbij gekregen. Ten eerste kun je in de pagina eigenschappen aangeven dat het gordijn maar in een bepaalde richting open mag, bijv. vanuit rechts. Het trekkoord geeft dat dan aan. Zo open je de browser: klik op een leeg stuk in je pagina en open de Eigenschappenbrowser>Gereedschap
Maar nog prettiger is dat je een pagina kunt opslaan met het rolgordijn halverwege of zover open als je maar wilt. Dat doe je in het minimenu rechts boven. Het veronderstelt wel dat het gereedschap als zodanig is aangezet. Wil je het Rolgordijn alleen op deze ene pagina geactiveerd hebben dan stel je dat in bij , en vervolgens op de volgende pagina
.
Op dezelfde manier kun je het Spotlight voorinstellen.
4.3 Pen, Gum en Toverinkt De pen heeft in de eerste versie van Inspire geen hulpfuncties meer, via een upgrade naar de meest recente versie komen die terug. Je ziet dan een driehoek links bovenaan de pennenbalk. Punt-tot-punt, rechte lijn, kromme, ovaal, vierkant etc kunnen ook via de vormen gemaakt worden, maar hebben dan de eigenschappen van een vorm, kunnen dus niet zomaar worden uitgegumd . De functie van het gum is nu echt uitgummen. Alles wat met de pen of markeerstift is gemaakt wordt met het gum permanent gewist. De toverinkt heeft de functie van het oude gum overgenomen. Alles wat zich op de bovenste laag bevindt kan met de toverinkt doorzichtig worden gemaakt. Zie ook hoofdstuk 16. Voordeel van de nieuwe objectenbrowser is hier dat je het toverinktvlak ziet onder bovenste laag, te herkennen aan het icoontje.
Auteur : Frauke Wenzel
8
4.4 Wiskundegereedschap Er kunnen zoals gezegd meer dan een gereedschap tegelijk op de pagina. Zo kun je bijv. twee of meer linialen neerzetten, gradenboog en passer erbij kan ook.
4.4.1 Liniaal
Het minimenu geeft opties voor de maat en of beide zijden maataanduidingen moeten hebben. Tevens sluit je zo het gereedschap. Met de pijlen sleep je de liniaal langer of korter. Als de linialen gepositioneerd zijn selecteer je de pen. Je ziet nu veel beter dan in AP3 waar je begint met je lijn: een rondje verschijnt en met de muisklik of het aanraken van het bord wordt de lijn getekend.
Zo teken je een keurige hoek.
Auteur : Frauke Wenzel
9
4.4.2 Gradenboog Als je op het gereedschap gradenboog klikt verschijnt standaard de halve boog op de pagina. Met de sleep je groter of kleiner. Het minimenu opent verschillende opties: of je de halve of de ronde gradenboog wilt
en wat je getekend wilt hebben: alleen de boog de gesloten boog of de gevulde boog
De kleur van de pen bepaalt de vulling
4.4.3 Passer De passer is geen precisiegereedschap meer maar eigenlijk alleen nog geschikt om cirkels en bogen te tekenen waar het er niet precies op aankomt. Je kunt namelijk de graden en radius niet meer aflezen, alleen nog verplaatsen
, de poot slepen
,
het beginpunt bepalen door de passer te roteren en het gereedschap sluiten
Auteur : Frauke Wenzel
10
5. Bureaubladmodus Om op het bureaublad in een andere applicatie te werken en toch de functies van Inspire bij de hand te hebben is er de knop Bureaubladannotatie. In AP3 heb je die ook, onder de naam bureaubladmodus, maar in Inspire is hij uitgebreider. In feite is het hele programma beschikbaar. Wanneer je op deze knop klikt wordt je pagina vervangen door het aanzicht van je bureaublad op dat moment. Rechts is de hele knoppenbalk zichtbaar, onderaan zie je de resourcebalk en links de browsers. Het is als of er een transparante pagina over je bureaublad ligt, maar je kunt nog steeds door bijvoorbeeld een website scrollen als je de knoppenblak zwevend maakt en even opzij zet. Je kunt nu op het bureaublad schrijven, er afbeeldingen op plaatsen etc., kortom alles wat je op een reguliere flipchartpagina ook kunt.
Geavanceerd gebruik Op het moment dat je de bureaubladannotatie activeert wordt er een nieuwe flipchart aangemaakt genaamd . Mocht je dat willen dan kun je alles wat je op de transparante laag maakt, opslaan. Makkelijker is het echter om een foto te maken (kies de optie Venstersnapshot) en dat op ‘nieuwe pagina’ in te voegen, zo heb je én de achtergrond én wat je erop geschreven hebt. Stel je scrollt door het document of je pakt tijdens de les een nieuw bestand erbij, dan kun je telkens een foto maken van je annotaties en die dan bewaren. Klik als je klaar bent op het kruisje om de bureaubladflipchart te sluiten en je wordt gevraagd of je hem wilt opslaan. Kies ja, geef een naam en wanneer je hem weer opent staat je pagina (pagina’s) met aantekeningen erop.
De annotaties die je maakt blijven op de pagina staan, ook als je scrollt. Gebruik de sproeier om te wissen.
Auteur : Frauke Wenzel
11
6. Bureaubladgereedschappen Bureaubladgereedschappen zijn een verzameling algemeen gebruikte ActivInspiregereedschappen die van pas kunnen komen wanneer je in andere toepassingen werkt, en misschien niet alle functies van Bureaubladannotatie nodig hebt. Met dit gereedschapset kun je NIET schrijven op je bureaublad.
Wanneer je op het pictogram Bureaubladgereedschappen klikt, wordt ActivInspire geminimaliseerd en het zwevende palet Bureaugereedschappen weergegeven: Dit palet kan over het bureaublad verplaatst worden door het pictogram naar de gewenste positie te slepen, waar het boven andere toepassingen wordt weergegeven.
Zweef over het pictogram om de bureaubladgereedschappen uit te breiden. Je krijgt, met de klok mee, het schermtoetsenbord , internet, terug naar de flipchart, stemkastjes, schermrecorder, meer gereedschappen en de camera. De laatste twee openen elk een uitbreiding:
Als je de schermrecorder aanzet dan komt het wiel met de bureaubladgereedschappen NIET in beeld, wel je cursor en de labels bij de pictogrammen.
Auteur : Frauke Wenzel
12
7. Media invoegen 7.1 Vanuit opgeslagen bestanden Met de knop media uit bestand invoegen kom je in de mappen op de pc. Zoek daar de map met je geluidsbestand of videoclip, maak je keuze en klik op Openen. Bij een geluidsbestand verschijnt dit icoon op je pagina aanklikt.
, het werkt direct wanneer je het
Een video bestand opent direct in een zogenaamde placeholder, het filmpje begint gelijk te spelen. Als je in de Ontwerpmodus bent kun je het venster verslepen en vergroten. Zweef je met de muis erover dan verschijnt de bediening. Naast de volumebalk zie je een fototoestel. Daarmee maak je snapshots van de spelende video. De plaatjes zetten zich midden op de pagina neer en kunnen worden opgepakt terwijl de film speelt.
Ook geanimeerde plaatjes (.gif) kunnen op deze manier makkelijk geplaatst worden.
Auteur : Frauke Wenzel
13
7.2 Internet Op de knoppenbalk staat het icoontje ‘wereldbol’ . Dat is de webbrowser. Hij opent niet meer in een geïntegreerd venster, zoals bij AP3, maar linkt direct naar de webbrowser die op de pc aanwezig is, meestal MicroSoft Internet Explorer. Je kunt zelf de startpagina bepalen waarin ActivInspire het internet opgaat. Dat doe je bij de Instellingen van het hoofdmenu
, Bestand
Je komt in hetzelfde venster als wanneer je de knoppen aanpast, ‘profielen bewerken’:
Bij URL van startpagina kun je bijvoorbeeld ook Kennisnet aangeven of Davindi, wanneer je op school liever niet zo veel met Google werkt. Of je internet nou via je bureaubladkoppeling opent of via deze weg naar internet gaat, de browser opent en je ziet hem in de startbalk onderin je scherm.
Als je nu de minimalisatie aanklikt, opent hij over je flipchart heen, en je kunt slepen naar de flipchart (Internet Drag&Drop). De functie is vereenvoudigd, oppakken en neerzetten is alles. Dus hier geen koppelingen meer. Het kan nog wel, hoe, dat lees je in het hoofdstuk ‘Media koppelen’ op blz. 31.
Auteur : Frauke Wenzel
14
8. Media koppelen
De actie om een bestand of een website te openen staat in de laatste categorie. In het onderste deel van de browser opent weer het actie-eigenschappen venster.
‘Document, bestand of geluid openen’ linkt naar de mappen op de pc. Daar maak je de keuze en nadat je op Openen hebt geklikt komt dit venster:
Je kunt nu nog je keuze veranderen en aangeven of je wilt dat het bestand samen met de flipchart wordt opgeslagen. Nadat de actie is toegevoegd werkt hij in de Presentatiemodus.
‘Website openen’ geeft geen zoekmenu maar alleen het gele vak waar je de URL moet intypen/plakken. De internetverbinding opent in het normale webbrowser venster.
Auteur : Frauke Wenzel
15
8.1 Internet drag&drop Inspire heeft geen interne webbrowser, zoals AP3 het wel heeft. Maar je kunt nog steeds plaatjes en tekst direct vanuit de website naar de flipchart slepen. Het is allen niet meer mogelijk om de geopende website via een koppeling op je flipchart te zetten. Deze functie heb je alleen in de AP3 webbrowser. Maar zoals we in hoofdstuk 7.2 zagen is er nu het grote voordeel dat je vrij bij je favorieten kunt, heen en weer kunt bladeren in geopende sites etc.
8.2 Koppelen Wil je wel graag een koppeling op je flipchartpagina plaatsen dan kan dat door op de hoofdwerkbalk het menu ‘ Invoegen’ te openen.
Daar vind je de koppeling naar bestand of website.
Bij Bestand kom je weer in je mappen op de pc, bij Website verschijnt dit venster waarin je de URL plakt…
…en kunt kiezen tussen de koppeling toevoegen als … … tekst … pictogram … actieobject … een bestaand object.
Auteur : Frauke Wenzel
16
9. Bibliotheek Zoals eerder vermeld linkt de knop Resourcebibliotheek naar de locatie van de gedeelde of de persoonlijke resource mappen, al naar wat je hebt aangegeven bij Instellingen, Flipchart-objecten De rasters en achtergronden hebben dus geen eigen knop meer. De zoekfunctie linkt naar de website van Promethean Planet. De handige Snelzoek functie die in AP3 zit is helaas weggelaten, maar komt waarschijnlijk in een latere upgrade terug.
9.1 Een plaatje invoegen Wanneer je de map hebt geopend met de plaatjes die je wilt gebruiken zie je het overzicht in de onderste balk.
De rechts/links pijlen op de rol geven aan dat er meer plaatjes zijn, met het Stempel aan maak je snel kopieën van het plaatje, en de pijl naar boven brengt je terug in het resourceoverzicht. De knop Transparantie aan/uit bepaalt of je plaatje met of zonder het achtergrond kader op de pagina komt. Rood is AAN. Om een plaatje in te voegen kun je erop dubbelklikken, het naar de pagina slepen of het menu gebruiken. Hier kun je het object ook hernoemen of uit de bibliotheek verwijderen.
Auteur : Frauke Wenzel
17
10. De browsers Wat in AP3 onder de knop ‘Eigenschappen’ zit vind je nu in het browsermenu. Dit menu kan op de pagina zichtbaar blijven of uit zicht schuiven. Normaliter, als het rechts of links gedokt is, schuift het uit beeld zodra er op het werkvlak geklikt wordt en komt het te voorschijn wanneer de betreffende schermrand met de muis aangeraakt wordt. Tijdens het ontwerpen is het handig om het venster vast te pinnen: Klik op de punaise, die wordt rood en het venster blijft in zicht. Weer erop klikken en het schuift opzij zodra op het werkvlak geklikt wordt.
Als het browservenster bij het opstarten helemaal niet zichtbaar is, ga dan in de menubalk op beeld en vink aan Overzichten:
Auteur : Frauke Wenzel
18
We zien hier een verschil tussen de twee profielen. De resourcen en het paginaoverzicht staan bij Inspire Primary in de knoppenbalk, terwijl die bij de Studio look&feel ook in het browsermenu zijn ondergebracht.
Dit is het Studio profiel. Paginaoverzicht en het resourceoverzicht zitten ook in de browser.
Alles opent in het browservenster.
In de rest van deze uitleg concentreren we ons op de Primary look & feel.
Auteur : Frauke Wenzel
19
10.1 Objectenbrowser Je kunt nu in een oogopslag zien op welke laag de objecten op de pagina zich bevinden.
En elk object kan hierbinnen opgepakt en naar een andere laag versleept worden. Het object dat je hier in de browser selecteert wordt ook op je flipchartpagina geselecteerd, dus je ziet gelijk of je het juiste object te pakken hebt. Andersom wordt het object dat je op de pagina selecteert in je browser gemarkeerd. Naast het gemarkeerde object zie je een menu icoontje. bewerkingen.
Dat opent naar de basis
Met kun je in een keer alle objecten op de pagina verbergen in de Presentatiemodus en alles vergrendelen. De toepassingen kunnen één voor één bij de objecten via het objecten via de knop
Auteur : Frauke Wenzel
of in een keer voor alle
ongedaan worden gemaakt.
20
10.2 Notitiebrowser In AP3 gebruik je de paginanotities als geheugensteun en uitleg over de pagina. Inspire heeft die ruimte nu binnen het browservenster geplaatst. Verder werkt het zoals je gewend bent.
Onderaan dit veld kun je via
naar je tekstpalet komen.
Voor Primary gebruikers zijn er enkele nieuwe functies.
Zodra de paginanotities tekst bevatten verschijnt er in de menu balk dit icoon op deze plek Minder duidelijk aanwezig dan je van AP3 gewend bent, maar ook minder storend. Wil je tekst uit je noties op je pagina hebben kun je het geselecteerde ernaartoe slepen. Daarmee wordt de tekst verplaatst en kan niet terug in de notities gesleept worden.
Rechtsklik op je geselecteerde tekst opent dit menu
Auteur : Frauke Wenzel
21
10.3 Eigenschappenbrowser Bijna alle eigenschappen kunnen ook in de Presentatiemodus worden ingesteld. Alleen bij objecten met een actie erop moet nog steeds de Ontwerpmodus aan worden gezet, omdat anders de actie uitgevoerd wordt. In de Ontwerpmodus krijgt een object dat een actie draagt, een rode omtrek. In het overzicht zit alles wat je van AP3 gewend bent, behalve de acties. Deze hebben een eigen browser gekregen.
Binnen het venster zijn alle eigenschappen onder elkaar in een rolmenu geplaatst. Als je een object hebt aangeklikt zie je al scrollend alle zichtbare en ook verborgen eigenschappen die zijn toegepast. Je kunt nu binnen de afzonderlijke hoofdstukjes de instellingen aanpassen.
10.4 Actiebrowser
Wanneer je deze browser opent zie je het hele overzicht aan acties, in alfabetische volgorde. In het rolmenu kun je de keuze beperken. Nieuw en handig is de optie Slepen en neerzetten. Hierin staan een aantal acties die zo vanuit deze browser op objecten op je pagina kunnen worden gedropt.
Auteur : Frauke Wenzel
22
11. Vormen en kleuren De vormenbrowser opent in de onderste balk en bevat nu ook de lijnen, pijlen en enkele nieuwe vormen.
In het rechter kleurenpalet kies je de kleur van je vorm en in het linker de kleur en de dikte van de omtrek. Vervolgens sleep je met de cursor hoe groot je vorm moet worden. Dat is dus anders dan in AP3. Als je een vorm zonder omtrek wilt dan moet je dat in de eigenschappenbrowser aangeven.
11.1 Vormen manipuleren Als je een vorm aanklikt zie je de rij met icoontjes. Als je dit icoontje aanzet verschijnen allemaal hokjes op de vorm. Elk hokje kun je oppakken en daarmee de vorm manipuleren. Dit is een nieuwe en leuke functie.
11.2 Kleurovergang In de eigenschappenbrowser kun je de objecten van een kleurovergang voorzien. Daarnaast zijn allerlei andere vulmogelijkheden aanwezig, zoals de dichtheid en arcering.
Auteur : Frauke Wenzel
23
12. Achtergronden Je kunt nog steeds een achtergrond uit de bibliotheek kiezen, maar er zijn meer mogelijkheden. De rechtsklik op de pagina opent een menu waar dit icoon bij zit:
Hier kun je met de verfpot geselecteerd ook de pagina van kleur en kleurverloop voorzien. Met de kleine vakjes kies je de kleuren, met het grote het kleurverloop.
Met afbeelding geselecteerd kun je ook plaatjes uit folders buiten de Activ resourcen kiezen.
Je kunt ze als volledige achtergrond instellen, maar ook als afbeelding in origineel formaat in de pagina opnemen, bijv. in de linker bovenhoek.
Auteur : Frauke Wenzel
24
Snapshot van bureaublad maakt een foto van het bureaublad op dat moment.
Met de optie bureaublad weergeven verlaat je Inspire en zie je wat er daarbuiten open staat, bijv. een Word document of gewoon je bureaublad met al je icoontjes. Je kunt nog vrij je documenten bewerken of programma’s openen tot dat je tevreden bent met wat je voor je ziet, en dan maak je er een snapshot van. Klik daarna evt. op best passend en dan op toepassen. Je hebt nu de foto als achtergrond. Mocht je die willen opslaan dan kan dat met de rechter muisknop. Zorg eerst dat je een achtergrondenfolder open hebt, rechtsklik en kies achtergrond opslaan. Zo kun je ook een achtergrond met ingesteld kleurverloop opslaan, alleen zie je die als een blanco pagina in je overzicht. Hernoem hem en je ziet de naam als je over de icoontjes zweeft.
Bij Bureaubladoverlay, toepassen, OK wordt het Inspire venster transparant, je ziet alleen de werkbalken nog. Toch werkt alles. Je kunt dus vormen slepen, tekst typen , plaatjes invoegen etc. Ben je tevreden, kies dan weer en Naar snapshot converteren. Alles wat je in je openstaande bestand hebt gemaakt komt mee naar de flipchart achtergrond. En het aardige is dat je alle objecten nog kunt bewerken en verslepen.
Auteur : Frauke Wenzel
25
13. Een flipchart samenstellen uit bestaande pagina’s Inleidend bij het overzicht van de balken, op blz. 3, staat de opmerking dat je meerdere flipcharts tegelijk open kunt hebben.
Dat is op verschillende manieren handig. Je kunt snel springen tussen onderwerpen Bij combinatiegroepen snel de juiste flipchart voor handen Uit bestaande flipcharts een nieuwe samenstellen Dit laatste punt gaan we nu bekijken. In AP3 heb je de Flipchartmaker. Die start als een apart programma op. In Inspire is er geen aparte flipchartmaker. Inspire maakt gebruik van de simpele mogelijkheid om pagina’s te kopiëren en plakken. Wanneer Inspire opgestart wordt verschijnt automatisch een lege flipchart genaamd ‘Naamloos’. Open daarnaast de flipcharts met de pagina’s die samen de nieuwe flipchart moeten worden. Rechtsklik op de te kopiëren pagina, kies ‘Kopiëren’ (CTRL+C werkt ook), open de lege flipchart en rechtsklik ‘Plakken’ (CTRL+V). Alles, ook de acties, gaan mee. Zo doorgaan tot de nieuwe flipchart is samengesteld.
De pagina voegt als geheel in, dus bestaande pagina’s worden niet overschreven. Je hoeft dus geen volgende lege pagina te openen in je doelflipchart maar kunt gewoon plakken. Wel zul je in het begin altijd een lege pagina hebben.
Klik op de paginabrowser en het overzicht komt in de balk. Je kunt hier de pagina’s oppakken en verslepen en de ongewenste verwijderen. Save de flipchart als hij klaar is.
Auteur : Frauke Wenzel
26
14. Eigenschappen De eigenschappen verschijnen in een schuifmenu, onderverdeeld in secties. Binnen deze secties vind je keuzemenu’s. De keuzemenu’s geven diverse opties, zoals het toevoegen van trefwoorden, vraagtags voor het stemmen met de stemkastjes etc. Vaak zie je Goed of Fout staan, Ja en Nee waren misschien betere benamingen geweest. In de sectie Uiterlijk staat ‘Diepte’. Het cijfer hierin geeft aan hoe ver op de voorgrond een object staat binnen de toegekende laag. M.a.w. je ziet nu de hiërarchie binnen de objecten uitgedrukt in cijfers. Nul is het meest naar achter. Het cijfer kan hier niet worden veranderd. Om een object naar voren dan wel naar achteren te sturen gebruik je de knopjes bewerkingsmenu staan
die in het
Elke keer dat je op ‘naar voren’ klikt schuift het object één cijfer omhoog, of eentje omlaag bij ‘naar achteren’. Daarbij wisselt het van ‘plek’ met de objecten die het passeert op de hiërarchische ladder. Waar je in AP3 alleen de keus hebt tussen ‘naar voor-/achtergrond’, dus helemaal voor of achter alle andere objecten op dezelfde laag, kun je in Inspire ook trapsgewijs bepalen waar je object moet staan. Maar die grote sprongen bestaan ook nog. en vind je onder de rechtsklik – die trouwens ook in de Presentatiemodus werkt – bij Reorganiseren. Je kunt de icoontjes ook toevoegen aan je object bewerkingsmenu, zoals op blz. 7 beschreven. In de sectie Positie kun je het object ‘Omgekeerd’(verticaal) en ‘Horizontaal’ spiegelen. Dat zorgt ervoor dat het object op zijn plaats blijft maar gespiegeld. In AP3 staan deze opties onder Uiterlijk. Het spiegelen en omslaan over de x-as en y-as zitten nog steeds onder de rechtsklik, bij Transformeren.
Auteur : Frauke Wenzel
27
De sectie Label is nieuw. Je kunt hier een bijschrift bij je object maken, met verschillende opties voor de lay-out:
Je ziet dat je het lettertype, de grootte en de kleur kunt aanpassen. Je kunt kiezen voor een randje rond je woord(en), en als je voor de ondoorzichtige achtergrond kiest kun je een kleur instellen. Je kunt de achtergrond ook transparant instellen, en dan zie je alleen de tekst. Bij Gedrag is er de keuze tussen ‘altijd aan’ en ‘knopinfo’. Knopinfo betekent dat de tekst pas zichtbaar wordt wanneer je met de muisaanwijzer over het objectgebied zweeft:
Je kunt de tekst oppakken en verslepen binnen het objectgebied. Dat is vooral handig bij spreekwolken. Heb je een klein object dat anders door de tekst bedekt zou worden, sleep de tekst dan naar een van de hoeken. De knopinfo werkt zolang het tekstvak contact maakt met een van de verplaatsingsgrepen van het object:
Auteur : Frauke Wenzel
28
De secties Container, Roteren en Beperkingen geven vrijwel dezelfde mogelijkheden als we vanuit AP3 kennen. In de onderste sectie, Diverse, staan deze eigenschappen:
Wanneer je de kleur wilt instellen die transparant moet worden krijg je een ander venster dan je gewend was:
Je kunt een kleur uit het pallet kiezen, maar als je op de pipet klikt verschijnt een sterk uitvergroot zoekvenster. Daarin zie je waar je met de pipet op dat moment overheen zweeft. Dat kan over de hele pagina zijn, maar doorgaans wil je een deel van je geselecteerde object transparant hebben. Je kunt dankzij het zoekvenster heel exact je kleur bepalen, er komt een zwart hokje rond het pixel.
Auteur : Frauke Wenzel
29
15. Acties 15.1 Verbergen en weergeven Het toepassen van deze acties is veel simpeler geworden. Het werkt nu als een schakelaar: de actie wordt aan een object toegekend en door erop te klikken wordt het doelobject aan en uitgeschakeld. In dit voorbeeld worden de pijlen om de beurt zichtbaar/onzichtbaar. In de actiebrowser vind je Met de roze pijl geselecteerd klik je op dit icoon. Dit venstertje verschijnt onder het rolmenu, je bepaalt hier het doel van je actie. Klik op de stippels en je ziet het keuzevenster: Kies Vorm 2 als je doel en klik OK. Rest alleen nog de wijziging toe te passen.
Op dezelfde wijze verbergt Vorm 2 Vorm 3 etc. In de Ontwerpmodus een rode rand.
zie je nu de pijlen die een actie hebben met
In de Presentatiemodus klik je eerst op de groene pijl, die verbergt de blauwe (opnieuw klikken maakt de blauwe weer zichtbaar: het aan/uit effect) . Klik dan de gele om de groene te verbergen etc.
zichtbaar en werken, ook pijl heeft de groene ‘uit’ selectiegereedschap laat zet dus nog steeds de
Auteur : Frauke Wenzel
De actie op een object blijft wanneer het verborgen is: de gele gezet, maar het zien dat er een actie is. Nu klikken blauwe pijl uit.
30
15.2 Plaatsen 15.2.1 Eenmalige verplaatsing Binnen de objectacties staan de opdrachten Boven plaatsen, Linksboven plaatsen, Links plaatsen, Linksonder plaatsen, Rechtsboven plaatsen etc. De selectiegrepen zijn hier de ankerpunten. De begrippen Linksboven etc in de actielijst refereren niet aan een bepaalde plaats op de pagina maar aan de selectiegrepen van het object.
Het werkt zo: Stel ik wil deze vis naar een bepaalde positie op de pagina laten springen door op hem te klikken. Met de pen maak ik een puntje op de plek waar de vis heen moet. De punt is met een enkele klik niet zichtbaar, alleen als er een beetje gesleept wordt, maar hij is er wel.
In het objectenoverzicht zie je hem, en als je hem daar aanklikt zie de bundel van selectiegreepjes op de pagina:
Je kunt hier verder niets mee, maar wél de coördinaten opzoeken. In de Eigenschappenbrowser onder Positie staat achter Links en Boven een getal. Dat getal geeft aan op hoeveel pixels afstand van links en van boven de selectiegreep ‘linksboven’ zich bevindt. (Ter indicatie: 40 pixels = 1 cm. Links = 0 en Boven = 0 is het punt net buiten de linker bovenhoek van de pagina, op de snijlijn van de X-as en de Y-as.)
Auteur : Frauke Wenzel
31
Met deze getallen stel je de actie in die de vis moet maken: Bedenk welk ankerpunt (een van de vier hoekpunten!) op de coördinaten moet uitlijnen, bijvoorbeeld linksonder. Selecteer de vis en open de actiebrowser, objectacties. Scroll naar ‘Linksonder plaatsen’, selecteer en voer de gegevens in.
Bij ‘Doel’ opent het selectievenster waarin je een overzicht van alle objecten op de pagina ziet. Maak je keuze en klik op OK, de naam van je keuze verschijnt in het gele vakje. Klik ten slotte op ‘Wijzigingen toepassen’. Niet vergeten, anders gebeurt er niets! Klik op de vis en kijk of de actie werkt. NB: De vis moet vanaf een willekeurige plek op de pagina naar dit punt springen. Je kunt dit controleren door even in de Ontwerpmodus te gaan en de vis te verslepen - hij heeft een rode rand ter indicatie dat er een actie op zit.
Alleen de hoekpunten van objecten kunnen op dubbele coördinaten uitlijnen. Kies je Links of Recht plaatsen dan krijg je alleen de X-coördinaat en het object springt horizontaal ten opzichte van zijn positie op dat moment. Boven of Onder plaatsen geeft de Y-coördinaat en betekent verticaal springen. De X-as is dus de horizontale lijn, de Y-as de verticale.
Auteur : Frauke Wenzel
32
15.3 Stapsgewijze acties Dit zijn acties die herhaald worden uitgevoerd, dus bij elke klik. Op deze manier kunnen voorwerpen in sprongen bewegen, krimpen of groeien of deformeren, of meer of minder doorschijnend worden.
Enkele voorbeelden:
14.5.1 Stapsgewijs plaatsen We willen dat onze vis telkens 2 cm naar rechts en ½ cm omhoog springt. We weten dat 1 cm = 40 pixels, dus ½ cm = 20 pixels. Bewegingen naar rechts en omlaag worden weergegeven in positieve getallen, bewegingen naar links en omhoog in negatieve getallen. De vis moet 2 cm naar rechts springen, dus x= 80. Hij moet tegelijkertijd ook ½ cm omhoog springen, dus y = -20 Hiernaast staan de gegevens ingevuld. Nadat op Wijzigingen toepassen is geklikt springt de vis bij iedere klik een beetje naar rechts en een beetje omhoog. Als alleen op een van de assen een cijfer is ingevuld zal de beweging alleen in die richting gaan.
Als het nauw luistert hoe er gesprongen wordt, bijvoorbeeld bij traptreden, kan het 1x1 hokjes raster helpen. De hokjes zijn standaard op 40 pixels ingesteld.
Deze trap is uit vormen gemaakt en gegroepeerd, dan passend gesleept op het raster.
Het mannetje moet telkens 2x40=80 pixels naar rechts en 80 pixels omhoog springen:
Te gebruiken bijvoorbeeld als quiz of beloning.
Auteur : Frauke Wenzel
33
15.3.2 Stapsgewijs rekken Al naar gelang welke plek voor het rekken gekozen is, rekt het object uit in die richting, maar het blijft op z’n plaats. Het effect is te vergelijken met het trekken aan de selectiegrepen. ‘Midden stapsgewijs rekken’ blaast het object op als een ballon. Hij zal alleen niet knappen maar letterlijk het beeld uit groeien.
1 x klikken
2 x klikken
15.3.3 Doorschijnend, meer en minder Misschien is het je al opgevallen bij de schuifregelaar voor transparantie dat die van 0 tot 255 gaat, waarbij 255 volledig doorschijnend is. Met de actie meer of minder doorschijnend kan op deze schaal van 0 tot 255 worden aangegeven in hoe grote stappen een object meer, dan wel minder transparant wordt. Je zou deze actie kunnen gebruiken bijvoorbeeld bij een quiz waar elk goed antwoord je favoriete voorwerp iets meer te voorschijn haalt.
1 x klikken
Auteur : Frauke Wenzel
3 x klikken
34
15.4 Acties slepen en neerzetten De actiebrowser kent een tabblad waarop een hoeveelheid acties staan die opgepakt en op een object gezet kunnen worden. Het zogenaamde ‘drag & drop’.
Als voorbeeld de actie ‘ga naar volgende pagina’ gedropt op de vis:
De actie is nu onderdeel van de vis.
Een object met een actie kan in de Presentatiemodus minder makkelijk geselecteerd worden (zie de opm. op blz.5) In de Ontwerpmodus heeft een actieobject een rode rand en kan op de gebruikelijke wijze geselecteerd worden. Een actie van een object verwijderen kan alleen in de Ontwerpmodus door zowel het object als de actiebrowser te selecteren en op ’Bestaand verwijderen’ te klikken. Daarna even in neutraal gebied klikken en de rode omtrek verdwijnt.
Auteur : Frauke Wenzel
35
16. Spyglass Een van de prachtige tools die je zelf kunt maken is het spyglass. De manier waarop is misschien een beetje anders in Inspire, maar wel zo makkelijk. Maak de vorm die het spyglass moet hebben met de vormenkiezer en geef het ook gelijk de kleur van de rand. Sleep de vorm naar de bovenste laag. (rechtsklik, reorganiseren, naar bovenste laag kan ook)
Kies de toverinkt de vormfunctie lijn
in de gereedschappen en ‘wis’ de binnenkant van de vorm, teken met een handvat en groepeer het geheel.
Selecteer de groep en open de eigenschappenbrowser
en kies Boven bij Laag
Plaats nu je te verbergen object(en) en de vorm die het geheel afdekt. Zet deze vorm ook op de bovenste laag en klik een paar keer op ‘naar achteren’
, of via
de rechtsklik . Dit om het spyglass helemaal naar de voorgrond te krijgen.
De stabiliteit van de groep is verbeterd in Inspire. Je kunt nu je spyglass vergroten en verkleinen zonder dat de groep opbreekt. Dat was in AP3 nog een probleem. Draaien is nog steeds niet goed mogelijk, zoals rechts te zien.
Auteur : Frauke Wenzel
36
17. Pagina omslaan met effect Met de tweede upgrade kwam ook de mogelijkheid terug om de pagina te laten omslaan met een animatie. En de moegelijkheden zijn uitgebreid.
Klik in de hoofdmenubalk op Beeld en dan of ga via de browser. Bekijk de voorbeelden en maak je keus. Ook hier kun je voor elke pagina het juiste effect instellen.
Auteur : Frauke Wenzel
37
18. 2-Pennen modus (ActivArena) Inspire biedt de mogelijkheid om met twee pennen tegelijk op het bord te schrijven. Dat bevordert de samenwerking tussen leerlingen en houdt het tempo hoog. Daarvoor is voor oudere borden een upgrade te koop, genaamd ActivArena. Met de upgrade komen nieuwe pennen en een hoeveelheid vooringestelde pagina’s voor samenwerking. Nieuwe borden worden vanaf 2010 standaard met de functie geleverd.
19. Software upgrade Om de zoveel tijd verschijnt er een upgrade van de software. Het is aan te raden om zo nu en dan te checken of de versie die je hebt nog up-to-date is. Op het Dashbord (F11) klik op Configureren en Controleren op updates. Als er een update is dan altijd op Ja en Uitvoeren klikken. Sluit dan Inspire af, het installatieprogramma neemt het over. Op alle vragen Ja of OK klikken.
Auteur : Frauke Wenzel
38