Handleiding. FS24X HART Module

Handleiding

FS24X HART Module

Honeywell Analytics 6349-001

Fire Sentry Corporation

INHOUD 1. Inleiding ..................................................................................................................................... 4 1.1 Scope .............................................................................................................................. 4 1.2 Doel................................................................................................................................ 4 1.3 Voor wie is dit document bestemd?................................................................................. 4 1.4 Afkortingen en definities ................................................................................................ 4 1.5 Naslag ............................................................................................................................ 4 2. Identificatie van het apparaat ...................................................................................................... 5 3. Productoverzicht ........................................................................................................................ 5 4. Productinterfaces ........................................................................................................................ 5 4.1 Procesinterface ............................................................................................................... 5 4.1.1

Sensor invoerkanalen ....................................................................................... 5

4.2 Hostinterface .................................................................................................................. 6 4.2.1

Analoge uitgang 1: Lusstroom .......................................................................... 6

4.3 Lokale interfaces, draadbruggen en schakelaars .............................................................. 6 4.3.1

Lokale bedieningselementen en displays .......................................................... 6

4.3.2

Interne draadbruggen en schakelaars ................................................................ 6

4.3.3

Overzicht van de aansluitingen ......................................................................... 7

5. Apparatuurvariabelen ................................................................................................................. 8 6. Dynamische variabelen .............................................................................................................. 9 7. Statusinformatie ......................................................................................................................... 9 7.1 Statusbeschrijving ........................................................................................................... 9 7.2 Uitgebreide statusbeschrijving ........................................................................................ 9 7.3 Bijkomende statusbeschrijving (opdracht 48) .................................................................10 8. Universele opdrachten ...............................................................................................................11 9. Vaak gebruikte opdrachten ........................................................................................................11 9.1 Ondersteunde opdrachten ...............................................................................................11 9.2 Barststand ......................................................................................................................11 9.3 Vangapparaat variabele ..................................................................................................11 10. Apparaatspecifieke opdrachten ..................................................................................................11 11. Tabellen ....................................................................................................................................12 11.1 Typecodes van de technische eenheden ..........................................................................12 11.2 Bedrijfsstanden van de lusstroom ...................................................................................12

Herziening 1.2, Datum van uitgifte: 15 februari 2013

Pagina 2 van 16



12. Prestatie ....................................................................................................................................12 12.1 Bemonsteringssnelheid ..................................................................................................12 12.2 Stroom inschakelen ........................................................................................................12 12.3 Zelftest ..........................................................................................................................13 12.4 Responstijden na opdrachten ..........................................................................................13 12.5 Reactie indien bezet of vertraagd ...................................................................................14 12.6 Lange berichten .............................................................................................................14 12.7 Niet-vluchtig geheugen ..................................................................................................14 12.8 Standen ..........................................................................................................................14 12.9 Overschrijfbescherming .................................................................................................14 12.10 Dempen ......................................................................................................................14 Annex A. Capaciteitscontroles .......................................................................................................15 Annex B. Standaardconfiguratie ....................................................................................................16


Pagina 3 van 16



1. INLEIDING 1.1 Scope De Fire Sentry FS24X vlamdetector met HART® voldoet aan het HART® protocol, herziening 7.0. Dit document specificeert de functies en geeft informatie over de toepassing van het HART® protocol. De functionaliteit van dit veldapparaat is voldoende uitgebreid beschreven, zodat het goed in een proces toegepast kan worden en goede ondersteuning biedt voor hosttoepassingen met HART.

1.2 Doel Deze specificatie is ontwikkeld als aanvulling op andere documentatie (bijv. de FS24X Installatie- en gebruikshandleiding) door levering van een volledige, eenduidige beschrijving van dit veldapparaat vanuit een HART communicatieperspectief.

1.3 Voor wie is dit document bestemd? De specificatie is bedoeld als technisch naslagwerk voor ontwikkelaars, systeemintegrators en kundige eindgebruikers van met HART® uitgeruste hosttoepassingen. Ook biedt het de functionele specificaties die werden gebruikt tijdens de ontwikkeling, het onderhoud en het testen van het veldapparaat. Dit document gaat ervan uit dat de lezer bekend is met de vereisten en de terminologie van het HART® protocol.

1.4 Afkortingen en definities IR

Infrarood

PV

Primair variabel

EEPROM

Electrically-Erasable Read-Only Memory

ROM

Read-Only Memory

1.5 Naslag -

HART Smart Communications Protocol Specification. HCF_SPEC-12. Verkrijgbaar bij HCF.

-

FS24X Installatie- en gebruikshandleiding, Document 6178-001. Verkrijgbaar bij Honeywell Analytics.


Pagina 4 van 16



2. IDENTIFICATIE VAN HET APPARAAT Naam van de fabrikant:

Honeywell Analytics

Model:

FS24X

ID-code van de fabrikant:

210

Typecode:

130

Herziene versie HART protocol

7.0

Herziene versie apparaat:

1

Aantal apparaatvariabelen

Geen

Ondersteunde fysieke lagen

FSK

Fysieke apparaatcategorie

Sensor en transmitter

(D2 Hex)

(82 Hex)

De FS24X HART® module wordt geïdentificeerd door een serienummer dat begint met “24X-“. Dit serienummer staat op de circuitkaart van de module, samen met een barcode die dezelfde informatie bevat. De FS24X is ontworpen om brand op te merken in een explosiegevaarlijke omgeving. Bij de installatie van dit apparaat moet u gebieden vermijden met bronnen van stralingsenergie vlak bij de detectiehoek van de detector die niet van branden afkomstig zijn (zoals straalkachels, hoge-intensiteitlampen, enz.). FS24X detectors moeten zo worden gemonteerd dat ze onder een hoek van minstens twintig graden (20°) naar beneden kijken. U mag de detectors niet installeren in gebieden met een temperatuur die buiten het bedrijfstemperatuurbereik ligt (-40°C tot +85°C). Raadpleeg de handleiding van de FS24X (deel 2: INSTALLATIE) voor montage-aanwijzingen.

3. PRODUCTOVERZICHT De FS24X is een multispectrale vlamdetector. Voor HART® communicatie is een HART® communicatiemodule nodig.

4. PRODUCTINTERFACES 4.1 Procesinterface 4.1.1 Sensor invoerkanalen De multispectrale infrarood branden vlamdetectors van Fire Sentry zijn geavanceerde elektro-optische, digitale stralingsenergie-omvormers, die de breedband infrarode stralingsenergie waarnemen die vrijkomt bij de ontbrandingsprocessen van branden, waarbij moleculaire emissie van vlammen en emissies van hete zwarte stralerdeeltjes voorkomen. Bovendien merken de FRS24X detectors de specifieke breedband 4,3 IR 'Triple IR' regio van ca. 3 tot 5 micron op. FS24X detectors gebruiken bijkomende spectrale regio's, de Visible Band en Near Band infrarode golflengtes, als hulp bij het onderscheiden van valse alarmbronnen die niet van branden afkomstig zijn.


Pagina 5 van 16



4.2 Hostinterface 4.2.1 Analoge uitgang 1: Lusstroom De lusstroom is de enige uitgang van deze transmitter, die de aanwezigheid van een vlam in het apparaatbereik en een storingsstatus weergeeft. Deze uitgang komt overeen met de Primaire Variabele. Raadpleeg deel 4.3.3 voor aansluitingsinformatie.

4.3 Lokale interfaces, draadbruggen en schakelaars 4.3.1 Lokale bedieningselementen en displays Dit apparaat heeft geen externe lokale bedieningselementen. Een opgemerkte storing wordt aangegeven door een lusstroom die tot 1 mA wordt gereduceerd. De FS24X vlamdetector gebruikt drie (3) afzonderlijke, heldere LED-lampjes om de status van de detector aan te geven. De blauwe of groene LED knippert (flitst) om de tien (10) seconden één keer om een normale, veilige bedrijfstoestand aan te geven (ofwel geen storingen en geen alarmen). De blauwe of groene LED is UIT wanneer er geen externe 24 Vdc ingangsstroom op de detector is aangesloten. De rode LED gaat AAN wanneer er een brand wordt opgemerkt. De gele LED knippert (flitst) wanneer de vensterlens vuil is. Een vuile lens resulteert ook in een lusstroom van 2 mA. Bij alle overige storingen zal de gele LED AAN gaan. 4.3.2 Interne draadbruggen en schakelaars


Pagina 6 van 16



De HART® module heeft geen draadbruggen of schakelaars. Raadpleeg de installatiehandleiding van de FS24X voor informatie over de schakelaarselecties op de detector.Overschrijvingsbescherming Niet ondersteund. 4.3.3 Overzicht van de aansluitingen Raadpleeg onderstaande bedradingsschema's. Het eerste laat zien hoe de FS24X vlamdetector met HART module op de buitenwereld is aangesloten. Het tweede schema laat zien hoe de detector op de module is aangesloten.


Pagina 7 van 16



5. APPARATUURVARIABELEN Dit veldapparaat heeft geen variabelen.


Pagina 8 van 16



6. DYNAMISCHE VARIABELEN Er is slechts één dynamische variabele toegepast. Betekenis PV

Lusstroom

Eenheden mA

7. STATUSINFORMATIE 7.1 Statusbeschrijving Bit 7 ("Apparaatstoring") activeert wanneer een storing is gemeld. Raadpleeg de gebruikershandleiding voor een beschrijving van de storingen. Bit 5 ("Koude start") activeert wanneer het apparaat gereset of voor het eerst opgestart wordt. Bit 4 ("Meer status beschikbaar") activeert wanneer een storing of een wijziging van de bedrijfsstand wordt opgemerkt. Opdracht 48 biedt meer informatie. (Raadpleeg deel 7.3.) Bit 3 ("Analoog kanaal vast") activeert wanneer het apparaat op geforceerde stroom of blokkering of multi-drop gaat staan.

7.2 Uitgebreide statusbeschrijving Het veldapparaat kan niet voorspellen wanneer onderhoud nodig is. "Variabel apparaatalarm" activeert wanneer de PV op een abnormale status wijst, bijv. wanneer een instrument de aanwezigheid van een vlam detecteert.


Pagina 9 van 16



7.3 Bijkomende statusbeschrijving (opdracht 48) Opdracht 48 stuurt negen bytes met data terug, met statusinformatie beschikbaar in bytes 6 en 8, zoals aangegeven in onderstaande tabel: Byte

Bit

Betekenis

Toestand

0

0 tot 7

Niet gebruikt

1

0 tot 7

Niet gebruikt

2

0 tot 7

Niet gebruikt

3

0 tot 7

Niet gebruikt

4

0 tot 7

Niet gebruikt

5

0 tot 7

Niet gebruikt

6

0

Detectorstoring

Deksel verwijderd of vuil, temperatuur of spanning buiten bereik of interne storing

1

Detectoralarm

Vlam opgemerkt

2

Niet gebruikt

3

Niet gebruikt

4

Niet gebruikt

5

Niet gebruikt

6

Niet gebruikt

7

Niet gebruikt

7

0 tot 7

Niet gebruikt

8

0

Niet gebruikt

1

Niet gebruikt

2

Niet gebruikt

3

Niet gebruikt

4

Stroomvoorziening buiten bereik

5

Niet gebruikt

6

Niet gebruikt

7

Niet gebruikt

Spanningsstoring

"Niet gebruikte" bits staan altijd op 0. Telkens is bit 0 de bit van lage orde.


Pagina 10 van 16



8. UNIVERSELE OPDRACHTEN Opdracht 3 haalt de PV, eenheden en lusstroom terug. De eerste (PV) en de laatste (lusstroom) variabelen zijn identiek. Opdracht 14 bevat het serienummer van het apparaat (3 bytes), gevolgd door de meeteenheid (1 byte) en 3 variërende puntvariabelen voor max, min en bereiklusstroom in mA.

9. VAAK GEBRUIKTE OPDRACHTEN 9.1 Ondersteunde opdrachten De volgende vaak gebruikte opdrachten worden toegepast: 38

"Configuratie gewijzigd"-vlag resetten

48

Extra apparaatstatus aflezen

Opdracht 48 stuurt 2 bytes met data terug.

9.2 Barststand Dit veldapparaat ondersteunt de barststand niet.

9.3 Vangapparaat variabele Dit veldapparaat ondersteunt geen vangapparaat variabele.

10. APPARAATSPECIFIEKE OPDRACHTEN Het veldapparaat ondersteunt geen apparaatspecifieke opdrachten.


Pagina 11 van 16



11. TABELLEN 11.1 Typecodes van de technische eenheden Code

Beschrijving

Opmerking

39

milliampère

Elektrostatische stroomeenheid

11.2 Bedrijfsstanden van de lusstroom Stand

Beschrijving

Lusstroom in mA (punt-naar-punt)

Lusstroom in mA (multi-drop)

0

In orde

4 mA

4 mA

1

Optische storing

2 mA

4 mA

2

Niet-optische storing

1 mA

4 mA

3

Alarm

20 mA

4 mA

12. PRESTATIE 12.1 Bemonsteringssnelheid De normale bemonsteringssnelheden staan in onderstaande tabel. Sensorbemonstering van de primaire detector

60 per seconde

Berekening van de PV digitale waarde

1 per seconde

Update van de analoge uitgang

1 per seconde

12.2 Stroom inschakelen Tijdens de opstart reageert het apparaat niet op HART® opdrachten. De analoge uitgang staat dan op 4,0 mA.


Pagina 12 van 16



12.3 Zelftest De FS24X voert om de drie seconden een zelftest uit. Alle optische sensorkanalen en de bijbehorende verwerking van sensorgegevens worden geëvalueerd om te verzekeren dat de analoge circuits, processors en het geheugen goed functioneren. Al naar gelang de specifieke functie, worden testen een aantal maal herhaald om de apparaatstatus te bevestigen, voordat een storing wordt gemeld. In geval van de optische zelftest die het optische systeem beoordeelt door een IR LED-lampje te laten knipperen en de weerkaatsing van het behuizingsrooster te monitoren, wordt een storing pas gemeld als 180 achtereenvolgende testpogingen zijn mislukt. Dit duurt in totaal negen minuten. Bijkomende zelftesten worden voortdurend uitgevoerd om de continuïteit van de relaisspoelen te controleren. Na de opstart of reset wordt de analoge output ingesteld op 4,0 mA. Het apparaat reageert dan niet op HART® opdrachten. Tijdens de zelftest wordt de analoge uitvoer op de laatste waarde gehouden en kan het apparaat normaal op HART® opdrachten reageren. Continue zelftesten maken deel uit van de normale werking.

12.4 Responstijden na opdrachten De gemiddelde responstijden na opdrachten staan in de volgende tabel weergegeven: Minimum

20 ms

Typisch

50 ms

Maximum

100 ms


Pagina 13 van 16



12.5 Reactie indien bezet of vertraagd De transmitter kan reageren met de status 'bezet' als een tweede opdracht wordt ontvangen terwijl de zelftest wordt uitgevoerd. Vertraagde reactie wordt niet gebruikt.

12.6 Lange berichten Het langste dataveld wordt gebruikt als reactie op opdracht 21: 34 bytes, inclusief de twee statusbytes.

12.7 Niet-vluchtig geheugen EEPROM wordt gebruikt om de configuratieparameters van het apparaat op te slaan. Alle nieuwe data wordt na een schrijfopdracht onmiddellijk naar dit geheugen geschreven.

12.8 Standen De vaste stroomstand wordt toegepast met de lusstroomstand (inschakelen – punt-naar-punt / uitschakelen / multi-drop). Deze stand wordt niet gewist door vermogensverlies of de resetfunctie.

12.9 Overschrijfbescherming Overschrijfbescherming wordt niet ondersteund.

12.10 Dempen Door de gebruiker instelbare demping wordt niet ondersteund.


Pagina 14 van 16


ANNEX A.


CAPACITEITSCONTROLES

Producent, model en herziening

Honeywell Analytics, FS24X , herz. 1

Apparaattype

Detector en transmitter

HART herziening

7.0

Apparaatbeschrijving beschikbaar

Nee

Aantal en type sensors

1 (één extern)

Aantal en type actuators

0

Aantal en type host-zijsignalen

1: 4 - 20 mA analoog

Aantal apparaatvariabelen

0

Aantal dynamische variabelen

1

Dynamische variabelen die in kaart gebracht kunnen worden?

Nee

Aantal gebruikelijke opdrachten

0

Aantal apparaatspecifieke opdrachten

0

Bits van de bijkomende apparaatstatus

8

Alternatieve bedrijfstanden?

Nee

Barststand?

Nee

Overschrijfbescherming?

Nee


Pagina 15 van 16


ANNEX B.


STANDAARDCONFIGURATIE

Parameter

Standaardwaarde

Laagste bereikwaarde

1

Bovenste bereikwaarde

20

PV-eenheden

mA

Sensortype

Analytisch

Aantal draden

3

Dempingstijd constant

-

Draadbrug storingsindicatie

Niet ondersteund

Overschrijfbeschermde draadbrug

Niet ondersteund

Aantal reactiebegintekens

5


Pagina 16 van 16



www.honeywellanalytics.com Contact opnemen met Honeywell Analytics: Europa, Midden-Oosten, Afrika, India Life Safety Distribution AG Javastrasse 2 8604 Hegnau Zwitserland Tel: +41 (0)44 943 4300 Fax: +41 (0)44 943 439 India Tel: +91 124 4752700 [email protected]

Azië Pacific Honeywell Analytics Asia Pacific #701, Kolon Science Valley (I) 43 Digital-Ro 34-Gil Guro-Gu Seoul, 152-729 Korea Tel: +82 (0)2 6909 0300 Fax: +82 (0)2 2025 0328 [email protected] Technische ondersteuning EMEAI: [email protected] US: [email protected] AP: [email protected] www.honeywell.com

Opmerking: Hoewel alle moeite is gedaan om ervoor te zorgen dat deze publicatie betrouwbaar is, aanvaarden wij geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele fouten of weglatingen. Gegevens, maar ook regels en voorschriften, kunnen veranderen. Zorg er dus voor dat u altijd de nieuwste versies van regels, normen en richtlijnen tot uw beschikking hebt. Deze publicatie is niet bedoeld als basis voor een contract.

Uitgave 1.2_02/2013 H_MAN0960_6349-001_NL © 2013 Honeywell Analytics


13227

Noord- en Zuid-Amerika Honeywell Analytics Inc. 405 Barclay Blvd. Lincolnshire, IL 60069 USA Tel: +1 847 955 8200 Gratis nummer: +1 800 538 0363 Fax: +1 847 955 8210 [email protected]

Pagina 17 van 16

Handleiding. FS24X HART Module

Recommend Documents