Thoma Agri / Hydraulics Industrieweg 5, 1617 KK Westwoud Tel. 0228 566550 / Fax 0228 566570 e-mail:
[email protected] www.thoma-bv.nl
Irridelta Beregening Industrieweg 5, 1617 KK Westwoud Tel. 0228 566560 / Fax 0228 566570 e-mail :
[email protected] www.irridelta.nl
Handleiding ELCOS beveiligingskast type: CEM-330 & CEM-350 & CEM-870 & CEM-872 & CEM-875
Inhoudsopgave:
pagina
Index
2
Inleiding
3
Werking
4,5,6,7
Aansluiten: Tips voor het aansluiten Dieselstops en hun werking Opties Elektrisch schema
8 9 9 10,11,12
Technische gegevens
13
Afmetingen
14,15
De verstrekker van deze informatie is niet aansprakelijk voor onjuist verstrekte gegevens en behoud het recht om veranderingen aan te brengen zonder voorbericht. Versie 2005
2
Inleiding: Voor u ligt een vertaalde gebruikershandleiding voor de ELCOS motorpomp beveiligingen. Deze versie geeft uitleg over de volgende type’s: CEM 330 CEM 350 CEM 870 CEM 872 CEM 875 Het kan zijn dat er functies beschreven worden die niet voor u van toepassing zijn omdat u beveiliging een andere uitrusting heeft. Mochten er toch nog onduidelijkheid zijn, verwijzen wij naar de Engelstalige handleiding. Ook kunt u ons altijd even bellen!!! AANSLUITEN: leest u voor het aansluiten van de beveiliging deze technische handleiding. Dit is een toevoeging op de originele Elcos gebruikershandleiding. Gebruik voor alle bedrading 1.5mm². Als er een trekmagneet gebruikt wordt, dan dienen de draden waar de hoofdstroom door heen loopt van 2.5mm² gebruikt te worden. Houd u tevens de kleuren aan die hier vermeld worden. Succes en bij vragen kunt u altijd bellen!!! Met vriendelijke groet, Rob E.
Deze beveiliging is geschikt voor elk type motor. Geschikt voor het stoppen d.m.v. zowel brandstofklep als elektromagneet bediende motoren. Toepasbaar voor dynamo’s voorzien van spanningswisselaar, zowel met vooropwekking als met permanente magneten. Gerealiseerd voor: Beveiliging: Motor stopt bij: Onvoldoende oliedruk Te hoge temperatuur Kapotte v-snaar Te laag brandstofniveau Vertopt luchtfilter Te laag koelvloeistofniveau Onvoldoende druk van de waterpomp Te hoge druk van de waterpomp
Controle: Via display geeft weer: Urenteller Oliedrukmeter Olie of water temperatuurmeter Toerenteller Manometer waterpomp Tijdklok (timer) Brandstofniveau / Tankmeter Uitsluiting pompprotectie Waarschuwingslampjes olie en accu Melding voor periodiek onderhoud Noodstop
De verstrekker van deze informatie is niet aansprakelijk voor onjuist verstrekte gegevens en behoud het recht om veranderingen aan te brengen zonder voorbericht. Versie 2005
3
Werking:
De verstrekker van deze informatie is niet aansprakelijk voor onjuist verstrekte gegevens en behoud het recht om veranderingen aan te brengen zonder voorbericht. Versie 2005
4
Motorbeveiliging De beveiliging van de motor word verkregen na de weergave van “Motorgedeelte is in beveiliging”. eze led zal 20 seconden na het einde van de startpuls oplichten. De toegepaste beveiligingen, welke gemonteerd zitten op de motor, geven door de bijbehorende optische signalen de storing weer. De motor zal hierdoor stoppen. De bijbehorende led, van de bijbehorende storing, zal oplichten en zal worden opgeslagen in het geheugen. Zodoende kan achteraf gezien worden waardoor de motor is stopgezet. Deze storingen worden verdeeld in twee groepen: DIRECT DOOR: -
oliedruk te hoge temperatuur
VERTRAAGD MET 5 SECONDEN DOOR: -
verstopt luchtfilter laadstroom controle (breuk V-snaar) te laag brandstofniveau (eerst zal het controlelampje gaan knipperen zonder de motor stop te zetten) te laag koelvloeistof niveau
Voor reset moet de contactsleutel op “ZERO”(=nul) gezet worden. Het stoppen van de motor De beveiligingskast kan de motor op drie manieren stoppen: - door de startsleutel naar “ZERO” (=nul) terug te draaien - door het ingrijpen van één van de beveiligingen - door het ingrijpen van de tijdklok na het verstrijken van de ingestelde werktijd De motor zal gestopt worden wanneer het “motor wordt gestopt” ledje brand. (
)
De beveiligingskast is geschikt voor het stoppen van zowel brandstofklep als elektromagneet bediende motoren. De beveiliging zal dan ook: - 20 seconden de elektromagneet bekrachtigen welke de stop handel van de brandstofpomp aantrekt. Of, - De spanning van het brandstofklepje onderbreken, die vervolgens de doorgang van de brandstof naar de brandstofpomp afsluit. Olie en accu indicatie led’s Deze led’s branden met sleutel op “AUT” en gaan uit bij draaiende motor op oliedruk en op het laadsysteem van de accu. Pompbeveiliging De beveiliging van het pompgedeelte wordt verkregen na de weergave “ingestelde pompdruk is aanwezig”. De betreffende led zal oplichten zodra de ingestelde pompdruk aanwezig is. Ook zal nu de led: “pompgedeelte in beveiliging” 10 minuten na het einde van de startpuls oplichten. Nu is het pompgedeelte in beveiliging. Als deze led niet brandt, slaat de beveiliging hier ook nog niet op af. De motor zal worden stilgezet nadat er voor 5 seconden lang een te lage of te hoge druk aanwezig is. Dit wordt gemeten door de pressostaat welke de druk van de waterpomp meet en zit gemonteerd op de regelunit. Zodra de motor stopt door een onjuiste waterdruk, wordt dit aangegeven door het signaal “te weinig of te veel waterdruk” en wordt opgeslagen in het geheugen. Zie ook verder in deze handleiding onder REGELING PRESSOSTAAT WATERPOMP. Voor reset moet de contactsleutel op “ZERO”(=nul) gezet worden.
De verstrekker van deze informatie is niet aansprakelijk voor onjuist verstrekte gegevens en behoud het recht om veranderingen aan te brengen zonder voorbericht. Versie 2005
5
Uitsluiting pompbeveiliging Met deze drukknop schakelt men de pompbeveiliging uit. De uitsluiting wordt verkregen door deze minstens drie seconden achtereen ingedrukt te houden: deze functie wordt weergegeven door twee knipperende led’s. De motor zal nu niet stil gezet worden als de waterdruk wegvalt! De uitsluiting wordt opgeheven door de drukknop opnieuw in te drukken, of door de startsleutel naar “ZERO”(=nul) te draaien. Regeling pressostaat waterpomp De pressostaten moeten pas afgesteld worden wanneer de druk in de persleiding zich gestabiliseerd heeft en in ieder geval binnen 10 minuten na het starten van de motor. Stel de lagedruk pressostaat (basso) twee bar lager af dan de systeemdruk. Stel de hogedruk pressostaat (alto) twee bar hoger af dan de systeemdruk. Nu verschijnt het signaal “Ingestelde pompdruk aanwezig”. Algemeen alarm Het is mogelijk om aan de buitenkant een optische signaal bijv. GSM melder of een zwaailamp aan te brengen. Deze wordt geactiveerd in geval van beveiliging (motor stopt). Het display De beveiligingskast omvat diverse instrumenten. Deze worden aangegeven door de bijbehorende optische pijl, die simpel te kiezen zijn via het display met de volgende grootheden: - draaiuren - oliedruk motor - water- of olie temperatuur motor - motortoerental - brandstofniveau De urenteller wordt getoond zodra men de sleutel naar “AUT”draait, of wanneer deze wordt opgeroepen door de drukknop “INSTRUMENTKEUZE”. De urenteller houdt ook zonder accu het aantal draaiuren vast in het geheugen. Om de manometer, temperatuurmeter, toerenteller of de tijdklok te tonen, dient men de drukknop “INSTRUMENTKEUZE” te gebruiken. Bij iedere druk wordt het successievelijke instrument zichtbaar. Let op tenslotte: bij ingeschakelde TIJDKLOK is de duur van de visualisatie van de instrumenten gelimiteerd tot 30 seconden na gebruik van de drukknop. Hierna herverschijnt de tijdklok.
De verstrekker van deze informatie is niet aansprakelijk voor onjuist verstrekte gegevens en behoud het recht om veranderingen aan te brengen zonder voorbericht. Versie 2005
6
Tijdklok Als de sleutel op de “AUT” stand staat, kan de tijdklok op een gewenste tijd ingesteld worden. (maximaal 24 uur) Na de ingestelde tijd stopt de motor en gaat het lampje “stop na werktijd“ branden. Het instellen van de werktijd wordt gedaan door de “TIJDKLOK”, drukknop in te drukken totdat op het DISPLAY de gewenste waarde verschijnt. Bij het loslaten van de drukknop begint de tijdklok automatisch te werken door continu de resterende werktijd te tonen. Ingestelde tijd corrigeren: Om de ingestelde tijd op NUL te zetten, kan men op twee manieren te werk gaan: - houd de TIJDKLOK drukknop ingedrukt tot de nulwaarde verschijnt - houd de TIJDKLOK drukknop ingedrukt en druk tegelijkertijd de drukknop “INSTRUMENTKEUZE” in. Om de ingestelde tijd te VERHOGEN: - druk op de TIJDKLOK drukknop. Om de ingestelde tijd te VERLAGEN: - stel de tijd op nul (zie boven) - stel opnieuw de gewenste tijd in door de TIJDKLOK drukknop in te drukken. Om de ingestelde tijdklok UIT TE ZETTEN: Dit kan op twee manieren: - door de ingestelde tijd op nul te zetten (zie boven) (zo kan de motor blijven draaien). - door de startsleutel naar “ZERO” (=nul) te draaien (de motor stopt). Periodiek onderhoud Wanneer het nodig is om onderhoud uit te voeren licht het “onderhoud-interval” ledje op. De tijden voor het onderhoud en de reset procedure kunnen alleen uitgevoerd worden door importeur of dealer.
De verstrekker van deze informatie is niet aansprakelijk voor onjuist verstrekte gegevens en behoud het recht om veranderingen aan te brengen zonder voorbericht. Versie 2005
7
Aansluiten: Tips voor het aansluiten: - BRANDSTOFKLEP: (geel) Er zijn twee soorten brandstofkleppen, namelijk één die origineel op de brandstofpomp zit en één die de brandstoftoevoer afsluit vòòr de brandstofpomp. Er wordt nu een vacuüm gecreëerd in de brandstofpomp en in het stukje leiding naar de brandstofklep, waardoor de motor afslaat. Gebruik goede verbindingen zodat er geen lucht aangezogen kan worden. Bij sommige brandstofpompen kan inwendig lucht aangezogen worden. Als dit het geval is, of kan zijn, pas dan een trekmagneet toe. De brandstofkleppen werken beide hetzelfde, als er spanning op staat, wordt de brandstof doorgelaten en andersom. De stuurstroom moet via een relais geschakeld worden. Tevens moet nu de draad van de connector niet doorgeknipt worden. Als er een losse brandstofklep opgebouwd wordt, dient er op de doorstroomrichting gelet te worden. Tevens bevindt zich op deze klep een kraan waarmee handmatig de doorstroming geopend kan worden. Gebruik ook altijd een terugslagklepje in de retourleiding zodat de motor niet op zijn retourdiesel blijft lopen. -TREKMAGNEET: (geel) Er zijn verschillende trekmagneten verkrijgbaar. Zie voor de werking en eigenschappen de bijbehorende technische specificatie. De stuurstroom moet via een relais geschakeld worden. Tevens moet nu de draad van de connector nu doorgeknipt worden. Treed de beveiliging in werking dan blijft het signaal 20 sec. aanwezig. Zie tevens: De diverse dieselstops voor de diverse types en aansluitmogelijkheden van dieselstops. HOOFDALARM (rood / groen) Aansluiting 1 van connector B wordt plus als: - de motoroliedruk wegvalt, - de dynamo niet meer bijlaadt, - de temperatuur te hoog oploopt, - de diesel tank te leeg is - en de pompdruk weg valt. Dus niet als koelvloeistofniveau te laag is en als de tijd van de tijdklok is verstreken! Op aansluiting 1 kan (via een relais) de zwaailamp, claxon of een draadloze GSM melder aangesloten worden. Uitgang 7 mag maximaal met 3 Watt belast worden.
De verstrekker van deze informatie is niet aansprakelijk voor onjuist verstrekte gegevens en behoud het recht om veranderingen aan te brengen zonder voorbericht. Versie 2005
8
DE DIVERSE DIESELSTOPS EN DE WERKING: DE KLEEF TREKMAGNEET: Als de motor in bedrijf is en de trekmagneet ingetrokken dient te zijn, dan dient er een trekmagneet met 2 spoelen gebruikt te worden. En de beveiliging “uitvoeren“ als met brandstofklep. De plus die anders naar het brandstofklepje gaat, gaat nu naar de kleine spoel. Bij een trekmagneet met 3 draden is de werking als volgt: 1 = massa 2 = hoofdspoel voor het intrekken. Deze mag niet langer dan 25 seconden bekrachtigd worden, houd hier rekening mee!! Ook met ontluchten. 3 = secundaire spoel die de trekmagneet ingetrokken houd. 2 krijgt plus van het contactslot (50) deze kan natuurlijk ook bij de startmotor vandaan gehaald worden. 3 krijgt plus, via een relais, van de beveiliging N.B. De hoofdspoel mag niet langer dan 25 seconden bekrachtigd worden, houd hier rekening mee!! Ook met ontluchten. DIESELSTOP MET KABEL: Monteer de spatwaterdichte behuizing onder de motorkap of in de cabine. De treksterkte is beduidend minder dan een magneet. De slag van de kabel is in te stellen. De stroomkring wordt door de dieselstop automatisch onderbroken. De beveiliging uitvoeren als met trekmagneet en er moet een wissel relais gebruikt worden. Als het relais bekrachtigd wordt, trekt hij de stophevel naar de ‘stopstand’, Komt het relais weer in rust, wordt de stop hevel direct weer in ruststand gebracht. BRANDSTOFKLEPJE: Er zijn twee soorten – standaard gemonteerd op de brandstofpomp. – een in de toevoer leiding naar de brandstofpomp. Gebruik goede slangverbindingen OPTIES: Automatisch contact afval systeem: Haspelbeveiliging: Tijdklok: GSM melder: Verlengd stopsignaal: Toerenregelaar: Vorstbeveiliging.
- Documentatie op aanvraag. - Documentatie op aanvraag. - Documentatie op aanvraag. - Documentatie op aanvraag. - Documentatie op aanvraag. - Niet op dit type beveiliging toe te passen. Documentatie op aanvraag. - Documentatie op aanvraag.
De verstrekker van deze informatie is niet aansprakelijk voor onjuist verstrekte gegevens en behoud het recht om veranderingen aan te brengen zonder voorbericht. Versie 2005
9
Elektrisch schema:
Te bestellen accessoires (2/7) (3) (4) (18) (97) (112) (155) (26) (27) (28) (40) (41) (150) (157)
elektromagneet of brandstofklep oliedrukschakelaar temperatuurschakelaar brandstofvlotter voor indicatie en reserve oliedruk sensor voor digitale aflezing temperatuursensor voor digitale aflezing sonde vloeistofniveau radiator dynamo met permanente magneten regelaar voor wisselaar dynamo met spanningsregelaar startmotor accu schakelaar voor verstopt luchtfilter optisch signaal (alarm bijv. GSM melder)
De verstrekker van deze informatie is niet aansprakelijk voor onjuist verstrekte gegevens en behoud het recht om veranderingen aan te brengen zonder voorbericht. Versie 2005
10
Aansluiting stopsysteem:
Aansluiting dynamo:
Aansluitschema om aansluiting “W” te ontlenen uit wisselstroom dynamo:
Naar toerenteller (wit/rood)
Naar diodebrug (binnenin wisselaar)
De verstrekker van deze informatie is niet aansprakelijk voor onjuist verstrekte gegevens en behoud het recht om veranderingen aan te brengen zonder voorbericht. Versie 2005
11
De verstrekker van deze informatie is niet aansprakelijk voor onjuist verstrekte gegevens en behoud het recht om veranderingen aan te brengen zonder voorbericht. Versie 2005
12
Technische gegevens: TYPE: CEM330
CEM350
CEM870
CEM872
CEM875
Omschrijving: Voedingsspanning Maximale stroom:
12 of 24 V
12 of 24 V
12 of 24 V
12 of 24 V
12 of 24V
geel, motorstop rood/groen, alarm zwart, startmotor bruin, hulpstukken Temperatuurbereik Urenteller
3A 3A 40A 3A -10/+60°C 4-cijferig
3A 3A 40A 3A -10/+60°C 4-cijferig
3A 3A 40A 3A -10/+60°C 4-cijferig
3A 3A 40A 3A -10/+60°C 4-cijferig
3A 3A 40A 3A -10/+60°C 4-cijferig
Oliedrukmeter Water/olie thermometer
n.v.t. n.v.t
n.v.t. n.v.t
Toerenteller Tijdklok Manometer voor water Pressostaat voor water Differentiaal water pressostaat
n.v.t n.v.t n.v.t
n.v.t n.v.t n.v.t
0 / 7 bar +20 / +145°C 4000 rpm 1 / 24h 20 bar 4 / 14 bar 1 bar
0 / 7 bar +20 / +145°C 4000 rpm 1 / 24h 10 bar 2 / 5 bar 1 bar
0 / 7 bar +20 / +145°C 4000 rpm 1 / 24h 20 bar 3 / 14 bar 1 bar
Maximaal toegestane druk Isolatie klasse regelunit Isolatie klasse stekkers Gewicht regelunit Totaal gewicht (regelunit + accessoires + verpakking)
n.v.t IP 23 IP 23 1600 gr 3100 gr
n.v.t IP 23 IP 23 1400 gr 3100 gr
21 bar IP 23 IP 23 2100 gr 3700 gr
7 bar IP 23 IP 23 2100 gr 3700 gr
21 bar IP 23 IP 23 3000 gr 4400 gr
80.43.82 19.01.11 19.02.41
80.43.82 19.01.11 19.02.41
80.43.82 19.01.11 19.02.41
Bestelnummer: Extra accessoires: connector, vrouwdeel getelegr. kniestuk GTN 6X8X1/4”CL reductie F ¼”GAS-M3/8”GAS
De verstrekker van deze informatie is niet aansprakelijk voor onjuist verstrekte gegevens en behoud het recht om veranderingen aan te brengen zonder voorbericht. Versie 2005
13
Afmetingen: ELCOS CEM 330:
ELCOS CEM 350:
De verstrekker van deze informatie is niet aansprakelijk voor onjuist verstrekte gegevens en behoud het recht om veranderingen aan te brengen zonder voorbericht. Versie 2005
14
ELCOS CEM 870 & 872:
ELCOS CEM 875:
De verstrekker van deze informatie is niet aansprakelijk voor onjuist verstrekte gegevens en behoud het recht om veranderingen aan te brengen zonder voorbericht. Versie 2005
15