handel en verkoop CSPE KB
2009
minitoets bij opdracht 20
variant a
Naam kandidaat _______________________________
Kandidaatnummer ______________
Meerkeuzevragen - Omcirkel het goede antwoord (voorbeeld 1). - Geef verbeteringen aan volgens de voorbeelden 2 of 3.
(1)
A B C D
(2)
A B C D
X
B
(3)
A B C D
X X
1p
1
De soepkommen zijn vandaag in de aanbieding. Normaal kosten deze kommen € 1,79, nu slechts € 0,99. Een klant koopt 6 kommen. Bereken het kortingspercentage op de normale prijs. (1 decimaal) A 44,7% B 55,3% C 80,0% D 80,8%
1p
2
De soepkommen zijn vandaag in de aanbieding. Normaal kosten deze kommen € 1,79, nu slechts € 0,99, inclusief 19% btw. Een klant koopt 6 kommen. Bereken het bedrag aan btw dat de klant moet betalen. A € 0,95 B € 0,99 C € 1,13 D € 1,71
905-0831-b-PK-1-m13
1
lees verder ►►►
1p
3
De roerbakmix is in de aanbieding:
Hoeveel rekent AH voor de eerste zak roerbakmix? (afgerond op centen nauwkeurig) A € 0,94 B € 0,95 C € 1,89 D € 2,83 1p
4
De roerbakmix is in de aanbieding:
Een klant koopt 5 zakken roerbakmix. Bereken het voordeel dat deze klant heeft. A € 0,95 B € 1,88 C € 1,90
905-0831-b-PK-1-m13
2
lees verder ►►►
1p
5
Albert Heijn heeft een nieuwe stelling voor de tijdschriften aangeschaft. De stelling kostte bij aanschaf € 1.800. Per jaar wordt 15% van de aanschafwaarde afgeschreven. Hoeveel is de boekwaarde aan het einde van het tweede jaar? € …………
1p
6
Albert Heijn heeft een nieuwe stelling voor de tijdschriften aangeschaft. De stelling kostte bij aanschaf € 1.800. Per jaar wordt 15% van de aanschafwaarde afgeschreven. Albert Heijn houdt er rekening mee dat de tijdschriftenstelling ieder jaar met 3% in prijs stijgt. Hoeveel kost de stelling over 3 jaar? (afronden op hele euro’s) € …………
1p
7
Van Albert Heijn in Juinen zijn de onderstaande jaarcijfers gegeven: omzet in euro’s aantal m 2 verkoopvloeroppervlakte gemiddeld brutowinstpercentage van de omzet aantal personeelsleden omgerekend naar hele banen gemiddelde voorraad in euro’s
4.350.000 620 23 16,2 175.000
Hoeveel bedraagt de vloerproductiviteit? (afronden op hele euro’s) € ………… 1p
8
Van Albert Heijn in Juinen zijn de onderstaande jaarcijfers gegeven: omzet in euro’s aantal m 2 verkoopvloeroppervlakte gemiddeld brutowinstpercentage van de omzet aantal personeelsleden omgerekend naar hele banen gemiddelde voorraad in euro’s
4.350.000 620 23 16,2 175.000
Hoe hoog is de omzetsnelheid? (1 decimaal) …………
905-0831-b-PK-1-m13
3
lees verder ►►►
1p
9
Van Albert Heijn in Juinen zijn de onderstaande jaarcijfers gegeven: omzet in euro’s aantal m 2 verkoopvloeroppervlakte gemiddeld brutowinstpercentage van de omzet aantal personeelsleden omgerekend naar hele banen gemiddelde voorraad in euro’s
4.350.000 620 23 16,2 175.000
De omzetsnelheid bedroeg vorig jaar 18. Hoe groot was toen de gemiddelde omzetduur? (afronden op helen; jaar 365 dagen) ………… 1p
10
In een zegelboekje van Albert Heijn staat de volgende informatie:
Spaarzegelboekje Voor iedere euro boodschappen kunt u bij de kassa een zegel kopen ter waarde van € 0,10. Bij inlevering van een vol zegelboekje ontvangt u € 52 contant. De waarde van de zegels bedraagt € 0,10 x 490 = € 49. De premie op een vol boekje bedraagt € 52 - € 49 = € 3. Bij inlevering van een niet volgeplakt boekje ontvangt u contant: • Vanaf 255 zegels: de zegelwaarde plus een premie van € 0,50. • Minder dan 255 zegels: uitsluitend de zegelwaarde.
Je levert bij Albert Heijn twee volle zegelboekjes en een boekje met 260 zegels in. Hoeveel ontvang je? € …………
905-0831-b-PK-1-m13
4
lees verder ►►►
1p
11
In een zegelboekje van Albert Heijn staat de volgende informatie:
Spaarzegelboekje Voor iedere euro boodschappen kunt u bij de kassa een zegel kopen ter waarde van € 0,10. Bij inlevering van een vol zegelboekje ontvangt u € 52 contant. De waarde van de zegels bedraagt € 0,10 x 490 = € 49. De premie op een vol boekje bedraagt € 52 - € 49 = € 3. Bij inlevering van een niet volgeplakt boekje ontvangt u contant: • Vanaf 255 zegels: de zegelwaarde plus een premie van € 0,50. • Minder dan 255 zegels: uitsluitend de zegelwaarde.
Jan levert na tien weken sparen een vol boekje in. Piet levert na acht weken een vol boekje in. “Ik heb veel meer verdiend”, zegt Piet. Jan is het daar niet mee eens. Wie heeft gelijk? A Jan, hij heeft per week minder betaald aan boodschappen. B Jan, ze ontvangen beiden hetzelfde bedrag aan premie. C Piet, hij heeft per week meer betaald aan boodschappen. D Piet, hij ontvangt de premie na een kortere periode.
905-0831-b-PK-1-m13
5
lees verder ►►►
1p
12
In een zegelboekje van Albert Heijn staat de volgende informatie:
Spaarzegelboekje Voor iedere euro boodschappen kunt u bij de kassa een zegel kopen ter waarde van € 0,10. Bij inlevering van een vol zegelboekje ontvangt u € 52 contant. De waarde van de zegels bedraagt € 0,10 x 490 = € 49. De premie op een vol boekje bedraagt € 52 - € 49 = € 3. Bij inlevering van een niet volgeplakt boekje ontvangt u contant: • Vanaf 255 zegels: de zegelwaarde plus een premie van € 0,50. • Minder dan 255 zegels: uitsluitend de zegelwaarde.
Jan en Piet leveren hun zegelboekjes in. Jan ontvangt € 52. Piet ontvangt € 26. Hoeveel zegels heeft Jan gespaard, hoeveel Piet?
A B C D 1p
13
Jan 490 490 520 520
Piet 255 260 255 260
De gemiddelde omzet van een supermarkt per m 2 verkoopvloeroppervlak (VVO) bedraagt € 6.600. Albert Heijn in Juinen heeft een oppervlakte van 750 m 2. 150 m 2 wordt gebruikt voor magazijn en kantoor. Hoeveel bedraagt de omzet van deze Albert Heijn uitgaande van dit kengetal? A € 990.000 B € 3.960.000 C € 4.590.000 D € 4.950.000 E € 5.940.000
905-0831-b-PK-1-m13
6
lees verder ►►►
1p
14
De gemiddelde omzetsnelheid van een supermarkt bedraagt 20,4. Sommige artikelen die in de supermarkt worden verkocht zullen een hogere (dan gemiddelde) omzetsnelheid hebben, andere een lagere. Welk van de onderstaande artikelen zal een hogere omzetsnelheid hebben, welk een lagere?
A B C D
hoger dan gemiddeld melk melk mobiele telefoon mobiele telefoon
lager dan gemiddeld brood strijkplankovertrek brood strijkplankovertrek
1p
15
Voedings- en genotmiddelen worden door supermarkten en speciaalzaken verkocht. De omzet in supermarkten nam in 2006 toe met 4,0%. De omzet van de speciaalzaken met 2,2%. Welk gevolg heeft deze ontwikkeling gehad voor het marktaandeel van de supermarkten? Het marktaandeel is A afgenomen. B gelijk gebleven. C toegenomen.
1p
16
In de klas wordt gepraat over uitgaven aan foodartikelen. Het onderstaande overzicht wordt besproken: Uitgaven per inwoner aan foodartikelen in de supermarkt: Vlees Dranken Zuivel Agf (en conserven) Tabaksproducten Brood(producten)
€ € € € € €
231 203 203 172 115 79
De leerkracht legt aan de klas de vraag voor aan welk foodartikel in Nederland het meest wordt uitgegeven. Piet zegt: “Dat is niet zo moeilijk. Aan vlees, dat is het hoogste bedrag.” Harry is het daar niet mee eens: “Aan dranken. Zuivel is toch ook drank.” Ook Jo doet een duit in het zakje: “Dat is per plaats verschillend. Bij ons in Arcen wordt het meeste aan drank uitgegeven.” Joke zegt: “Jongens, jongens, je kunt er geen zinnig woord over zeggen; je kunt ook in speciaalzaken voor foodartikelen terecht.” Wie heeft gelijk? A Harry B Jo C Joke D Piet
905-0831-b-PK-1-m13*
7
lees verdereinde ►►►