Handboek Veel Voorkomende Criminaliteit Thema Aanpak ‘Autokraak’
Landelijk programma bestrijding ‘autokraak’
Woord vooraf Autokraak is een van de meest voorkomende vormen van criminaliteit. Auto-inbraken geven een gevoel van onveiligheid. Daarom is een daling van de cijfers van dit delict van groot belang voor de verbetering van de subjectieve, maar ook van de objectieve veiligheid. Het aantal auto-inbraken dat jaarlijks wordt gepleegd moet omlaag. Een structurele en integrale aanpak is hiervoor cruciaal. Dit handboek geeft u handvatten om de aanpak van autokraak in uw gemeente of verzorgingsgebied op een goede manier te organiseren. Hoe is het handboek tot stand gekomen? Dit document is een product van een werkgroep van het landelijk programma Publiek Private Samenwerking bij de aanpak van autokraak, met deelname van de landelijk coördinator van dat programma, de Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit (AVc), Verzekeringsbureau bestrijding Voertuigcriminaliteit (VbV), het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) en Bureau Regionale Veiligheidsstrategie Midden-Nederland. De handreiking uit 2010 van de regio Utrecht, een adviesdocument van een landelijke werkgroep van de politie uit 2009, en de handreiking “Aanpak van autokraak in gemeenten” van het CCV uit 2006 zijn samengevoegd en getoetst aan de ontwikkelingen van de laatste jaren 2011, 2012 en 2013. Dit handboek heeft niet de pretentie volledig te zijn. Het is de bedoeling om dit document een levend document te laten zijn. UTRECHT, 1 oktober 2013 Voor vragen en informatie: mr. drs. R.E. Karg MPM Landelijk coördinator Veel Voorkomende Criminaliteit gebied Autokraak M: 06 – 51 18 29 45
[email protected] [email protected] [email protected]
2
Inhoudsopgave Woord vooraf
2
Inleiding op het thema AUTOKRAAK
4
1. Stappenplan
6
2. Maatregelen
7
2.1 Communicatie
7
2.2 Preventieve interventies
8
2.3 Omgeving
8
2.4 Slimmer toezicht en handhaving
9
3. Tips/ checklist
10
4. Contactinformatie
13
Bijlagen: Bijlage 1: Toelichting stappenplan
14
Bijlage 2: Verdieping maatregelen
16
2.1: Communicatie maatregelen
16
2.2: Preventieve interventies/ maatregelen
22
2.3: Omgevingsmaatregelen
24
2.4: Slimmer toezichts- en handhavingsmaatregelen
27
Bijlage 3: Parkeerschijf/ ijskrabber
35
Bijlage 4: Preventieve maatregel autokluisje
36
Bijlage 5: Preventie: voorbeeldbrief aan bewoners
38
Bijlage 6: Preventie: voorbeeldbrief aan automobilisten
40
Bijlage 7: Twee posters autokraak
42
3
Inleiding op het thema AUTOKRAAK AUTOKRAAK (autoinbraak) Uit Vanaf Losse spullen zoals: Ingebouwde apparatuur zoals: tas, jas, laptop, airbag, navigatie, navigatie etc. koplamp, kentekenplaat etc.
NB: bepaalde vormen van autokraak zijn bovenregionaal of (inter)nationaal van aard en vergen een navenante aanpak. Aanpak Autokraak, een noodzakelijk inspanning om: -
Het forse aantal auto-inbraken terug te brengen
-
Ergernis en psychische schade voor de burgers te beperken (één op de vijftien automobilisten wordt met autokraak geconfronteerd)
-
Onveiligheidsgevoel te verkleinen of te voorkomen
-
Grote financiële (€438 miljoen per jaar) en maatschappelijke schade terug te brengen
-
De pakkans te vergroten en daarmee preventief te werken
-
Autoinbrekers niet nog geweldadiger te laten worden
-
Mobiel banditisme, professionele bendes en veelplegers aan te pakken
-
De burgers gewoon te laten genieten van het bezit van hun auto
-
Maatschappelijke ordening in Nederland volledig tot zijn recht laten komen
Wie zijn onze partners? 1.
Eenheden van de Nationale Politie en collegae politiefunctionarissen
2.
Gemeenten w.o. Stadstoezicht en Milieudiensten
3.
Openbaar Ministerie
4.
Ministerie van V&J
5.
Burgers, individueel en georganiseerd
6.
Beheerders en exploitanten van (bedrijven) terreinen, parkeergarages
4
7.
CCV (Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid)
8.
Meld Misdaad Anoniem
9.
ANWB
10. Particuliere beveiligingsbedrijven 11. Winkeliers (verenigingen) 12. Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit 13. Verzekeraars, waaronder het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit 14. Belastingdienst 15. Bovag 16. Rai De doelstelling is om alle partijen in de samenwerking te betrekken. Daartoe afspraken te maken en deze vast te leggen. Het gaat om het concretiseren van de inspanningen van een ieder, het aanwijzen van probleemeigenaren en concrete trekkers en het vaststellen van tijdslijnen.
Uiteindelijke doelstelling eind 2014 ( bij te stellen in 2015) Autokraak landelijk terugdringen met 20%, gemeten van 2014 t.o.v. 2011 naar aangifte en schadelast.
5
1. Stappenplan Dit stappenplan geeft een overzicht van de te nemen stappen die nodig zijn om het probleem van auto-inbraken integraal en structureel aan te pakken. Deze stappen zijn vooral bedoeld als leidraad voor het vormen van een projectplan. Stap 1: Creëren bestuurlijk draagvlak - bestuurlijk draagvlak creëren voor de aanpak van auto-inbraken - prioriteren binnen lokale driehoek Stap 2: Analyseren probleem en aanpak - inzichtelijk maken van het lokale probleem en de huidige aanpak - de politie maakt een lokale kwalitatieve analyse (hotspots, hottimes, partners) en in samenwerking met de gemeente wordt een overzicht van mogelijke oorzaken gemaakt Stap 3: Afstemmen partners - afstemmingsoverleg gemeente, politie en openbaar ministerie (in het driehoeksoverleg/districtscollege) Stap 4: Doelen opstellen - doelstellingen opstellen, regisseur gemeente - schouw organiseren met (mogelijke) partners Stap 5: Koppelen oorzaken-maatregelen (planvorming) - oorzaken koppelen aan maatregelen met de doelenboom Stap 6: Vastleggen afspraken en goedkeuren bestuur (regie) - afstemmingsoverleg tussen gemeente, politie, openbaar ministerie en eventuele andere partners - invullen doelstelling en probleemstelling in het wijkarrangement - goedkeuring op bestuurlijk niveau voor de uitvoering Stap 7: Uitvoeren plannen - uitvoeren van opgestelde plannen Stap 8: Monitoren en evalueren - periodiek ontwikkelingen monitoren - periodiek evalueren van de aanpak Stap 9: Bijsturen - inspelen op de ontwikkelingen Deze stappen worden in bijlage 1 verder uitgewerkt.
6
2. Maatregelen In dit gedeelte presenteren we maatregelen die kunnen bijdragen aan de aanpak van auto-inbraken. Dit handboek heeft zoals gezegd niet de pretentie volledig te zijn. Ook is het niet de bedoeling u aan te zetten om maatregelen klakkeloos over te nemen maar om de gedachten te bepalen en elkaar op ideeën te brengen. Het is en het blijft zaak om een eigen selectie van mogelijke aanpakken te maken en die in een concreet plan van aanpak te verwerken, toegeschreven op de gebiedsgebonden omstandigheden. Aandachtpunten per maatregel zijn: - de schaal: is de best practice geschikt voor een kleine, middelgrote of grote hotspot? - de termijn: wat is de invoertijd van een best practice? - hoeveel bedragen de kosten? - welke partners zijn nodig? Het is zaak om zoveel als mogelijk een set van elkaar versterkende maatregelen te creëren met maatregelen die ingrijpen op de verschillende oorzaakfactoren (dader, slachtoffer, omgeving). De effectiviteit van de aanpak wordt natuurlijk hoger als de activiteiten meer in het dagelijks werk (processen) zijn ingebed. Eenmalige spectaculaire acties zijn goed, maar duurzame borging is beter. De maatregelen hebben we hierna gecategoriseerd in de volgende vier groepen:: 2.1 Communicatie (13 maatregelen) 2.2 Preventieve interventies (4 maatregelen) 2.3 Omgeving (9 maatregelen) 2.4 Slimmer toezicht en handhaving (14 maatregelen) Deze maatregelen worden in bijlage 2 aan de orde gesteld. 2.1 Communicatie Communicatie speelt een grote rol bij het aanpakken van auto-inbraak. Interne communicatie bij de gemeente, politie als OM is van belang, omdat er binnen de eigen organisatie op verschillende niveaus draagvlak voor de aanpak nodig is. Maar ook externe communicatie speelt een zeer belangrijke rol bij bewustwording en het creëren van draagvlak. Het vestigen van de aandacht op de problematiek, bijvoorbeeld in lokale media, via internet of op andere wijze draagt hieraan bij. Door helder te communiceren over het probleem en de aanpak ervan, wordt zowel intern als extern draagvlak gecreëerd, dit is een belangrijke stap voor het laten slagen van de aanpak. Bewustwording is dus een onmisbaar onderdeel van de aanpak van onder andere auto-inbraken en loopt als een rode draad door de aanpak heen. Maatregelen: Maatregel 1: Verbeteren communicatie met burgers, private partijen en veiligheidsprofessionals. Maatregel 2: Gebruik website om burgers te informeren Maatregel 3: De burger als bondgenoot: burgernet 7
Maatregel 4: Opzetten actie bel 112 Maatregel 5: Borden en spandoeken Maatregel 6: Controleacties Maatregel 7: Uitreiken foldermateriaal Maatregel 8: Parkeerschijf Maatregel 9: Hangkaarten Maatregel 10: Aansluiten bij de regionale communicatiecampagne autokraak Maatregel 11: Opzetten van Burgernet Maatregel 12: Inzet lokale media Maatregel 13: Informatie verstrekken aan ondernemers en bewoners Deze maatregelen worden in bijlage 2.1 verder uitgewerkt. 2.2 Preventieve interventies Preventie is een belangrijk beïnvloedingsveld bij auto-inbraken. Door preventieve interventies kunnen auto-inbraken in grote mate voorkomen worden. Er is geen schade, dader of enige vorm van leed. Hoe nuttig preventie ook is, tegelijk is het een moeilijk onderwerp. Het is makkelijker gezegd dan gedaan om auto-inbraken helemaal te voorkomen. Maatregelen: Maatregel 1: Aanpassen parkeerautomaten Maatregel 2: Wegslepen van auto’s met waardevolle goederen Maatregel 3: Aanpak diefstal kentekenplaten Maatregel 4: Inzetten SelectaDNA Deze maatregelen worden in bijlage 2.2. verder uitgewerkt. 2.3 Omgeving Voor de aanpak van autokraak is het belangrijk om de omgeving in kaart te brengen. Een goede manier voor het in kaart brengen van de omgeving is het benoemen van hotspots. Hotspots zijn plekken of parkeerplaatsen waar dagelijks veel auto’s staan. De fysieke eigenschappen en inrichting van deze locaties kunnen een rol spelen bij de aantrekkelijkheid voor de potentiële auto-inbreker. Auto-inbrekers maken een afweging tussen de kans dat ze gepakt worden en de potentiële winst die gemaakt kan worden. Locaties met veel toegangsmogelijkheden, met gebrekkige zichtlijnen en slechte stallingen waar geen toezicht is en waar veel auto’s staan, zijn bijna natuurlijke hotspots omdat de pakkans zeer laag is. Het is van belang een goede afweging te maken tussen het belemmeren van de potentiële inbreker en de omstandigheden voor de eigenaar van de auto. Weinig toegangswegen betekent een lager risico op auto-inbraken, maar een hoger risico op geïrriteerde bezoekers, die om moeten lopen om bij hun auto te komen.
8
Maatregelen: Maatregel 1: Parkeermogelijkheden dicht bij woning Maatregel 2: Zorg voor goede verlichting Maatregel 3: Onderhoud groenvoorziening en verwijdering obstakels Maatregel 4: Voldoende toezicht door aanleg bij doorgaande route Maatregel 5: Compartimentering parkeervakken Maatregel 6: Beperking aantal toegangswegen Maatregel 7: Inrichting parkeergarages Maatregel 8: Structurele schouw Maatregel 9: Omgeving scannen en in kaart brengen Deze maatregelen worden in bijlage 2.3 verder uitgewerkt. 2.4 Slimmer toezicht en handhaving De kwaliteit van toezicht en handhaving biedt mogelijkheden tot verbetering. Op hotspots van auto-inbraken, maar ook van overige strafbare feiten ligt er een kans om een stap naar effectiever toezicht te maken en het rendement van de opsporing te verhogen. Op veel plaatsen zijn er volop kansen om bijvoorbeeld de afstemming tussen de ketenpartners en burgers te verbeteren als het gaat om het toezicht. Vaak weten burgers en andere partners onvoldoende waar ze op moeten letten en wat relevant is om te melden aan de gemeente of politie. De opsporing van daders van auto-inbraken krijgt een impuls door het (opsporings) gericht inzetten van Burgernet of van technische hulpmiddelen zoals (mobiel) cameratoezicht en lokauto’s. Veel VVC-delicten worden gepleegd door veelplegers. Door aan te sluiten op bestaande aanpakken van veelplegers, o.a. door prioritering op operationeel niveau, kan de aanpak van veelplegers aangescherpt worden. Natuurlijk is er ook sprake van “gelegenheidsplegers”, jeugdbendes en zelf mobiel banditisme door professionele landelijke of internationaal opererende bendes. De aanpak zal mede hierop gebaseerd moeten zijn. Maatregelen: Maatregel 1: Buurtpreventie Maatregel 2: Vergroten surveillance op hot-spots Maatregel 3: Stimuleren bewaakte alternatieven Maatregel 4: Cameratoezicht Maatregel 5: Aanpak first-offenders Maatregel 6: Aanpak Italiaanse methode Maatregel 7: Aanpakken van veelplegers Maatregel 8: Aanpakken kopstukken en jeugdige veelplegers Maatregel 9: Collectief toegangsverbod parkeergarages Maatregel 10: Inzet lokauto tegen autokrakers Maatregel 11: Intelligente camera’s Maatregel 12: Mobiele camera’s Maatregel 13: Betrekken van hondenbezitters Maatregel 14: Betrekken van ondernemers en verenigingen Deze maatregelen worden in bijlage 2.4 verder uitgewerkt. 9
3. Tips/checklist Algemeen Projectorganisatie • Wijs gezamenlijk een projectleider/coördinator aan die de uitvoering coördineert en de nodige contacten legt. Zorg dat deze een vervanger heeft. • Stel een projectgroep samen vanuit diverse disciplines: gemeente, politie, bedrijfsleven. Afhankelijk van de omstandigheden en mogelijkheden worden partners, ook externe, erbij betrokken. In onderstaande samenwerkingmatrix is te zien welke rollen aan de samenwerkende partners zouden kunnen worden toebedeeld. Samenwerkingsmatrix (regie bijvoorbeeld door gemeentelijke afdeling integrale veiligheid) toezicht communicatie beheer Stadstoezichthouders Parkeerpolitie BPZ surveillance Wijkagenten Bike-team leden Regionale/lokale radio Beheerders camping Beheerders . parkeerterreinen VVV Verzekeringsmaatsch Afd. comm gemeente Relevante bedrijven Openbaar Ministerie Afdeling Misdaad Analyse Rechercheurs Wachtcommandanten Wijk-/buurtkranten Vrijwillige politie Lijst is uiteraard naar eigen inzicht aan te vullen.
sponsoring
x x x x x
opsporing x x x x x
x x x
x x
x x
x x x x x x x x
x x x x
x
x x x x x x
Communicatie • Intensief investeren in de gedragsverandering van autobezitters. Ophangen van posters, verspreiden van posters en zoeken van mediapubliciteit. • Plaats preventieborden op bedreigde locaties. • Partners zoals toezichthouders, parkeerwachters, vrijwillige politie, etc. zijn geïnformeerd en werken aan het plan van aanpak mee. • Er zijn voldoende voorlichtingsmiddelen in voorraad. 10
• • • • • • • •
Ook de surveillanceauto is voorzien van uit te reiken ‘preventieberichten’ als “buit aangetroffen in uw auto”. Op de hotspots worden de preventieberichten uitgedeeld. Folders worden uitgereikt/gebruikt. Er worden folders uitgezet op diverse relevante locaties. Op de campings/bungalowparken/recreatieparken/in hotels/worden folders en posters uitgereikt. Er worden mediadagen gepland, waarbij extra aandacht komt in regionale en lokale kranten over autocriminaliteit. De lokale kabelkrant plaatst een onderwerp over autocriminaliteit. Mogelijk kan ook een onderwerp op de lokale tv verzorgd worden
Tips • Intensieve bewaking van grote parkeergarages en parkeerterreinen • Samenwerking met de particuliere beveiligingsbureaus. • Er wordt zoveel mogelijk gericht toezicht uitgeoefend, door parkeertoezicht, extra surveillance, politiestudenten, etc. • Inzet van een spotauto op wisselende plaatsen (op de hot-spot) tegen de autokrakende veelplegers. Voorzien van een buitenlands kenteken blijken spotauto’s een verhoogde kans te lopen om opengebroken te worden. Zie verder bijlage 2.4 maatregel 10 en het uitstekend geschikte ‘Algemeen Document Autokraak’ van politie Amsterdam-Amstelland. • Het gebruik van een spotauto met technische observatiemiddelen: camera en recorder. • Gebruik van objecten als laptop en/of navigatieapparatuur met een peilbaken of GPS en RF. • Het actueel houden van een lijst met veelplegers (Top 100-lijst). • Maak afspraken met justitie over de behandeling van veelplegers. Draag onverbeterlijke recidiverende autokrakers voor, voor adequate snelle behandeling en zwaardere straffen. Stel een scenario vast en zie toe op adequate uitvoering van hoe de vrijgekomen veelplegers te behandelen. • Gerichte aanpak van de heling, door controles uit te voeren bij opkopers etc. • Het concept tegenhouden bestaat uit verschillende elementen. Het gaat om het creatief inzetten van maatregelen door de politie (en partners) en het openbaar ministerie, om zo gedrag en omstandigheden te beïnvloeden om criminaliteit te voorkomen. Dus om de diefstal onaantrekkelijk te maken door: • Actief benaderen en waarschuwen van veelplegers. • Oplossen problemen van veelplegers (inzet externe sociale partners) • Veelplegers voorrang te geven in het justitiële en rechterlijke traject en bij de tenuitvoerlegging van nog openstaande (gevangenis)straffen. • Civiele vorderingen op daders uit te voeren, neem hierin mee de schade aan de spotauto’s. • Preventief veiligstellen van auto’s met buit. • •
Er zijn met justitie afspraken gemaakt over de inzet van de spotauto en justitiële opvolging. De collega’s zijn goed voorgelicht over hoe met een spotauto gewerkt moet worden. 11
• • • • • • •
Er wordt een actuele lijst met bekende autokrakers bijgehouden. De autokrakers/veelplegers worden actief benaderd. Zij krijgen bijvoorbeeld een brief op het huisadres. In de briefing van de teams worden zij vermeld met bijzonderheden. Zij krijgen voorrang in het justitiële traject. Ook krijgen zij voorrang bij de ten uitvoerlegging van de nog openstaande (gevangenis)straffen. Civiele vorderingen op autokrakers/ veelplegers worden uitgevoerd. Door politie veiligstellen van auto´s met buit (project AutoGuard). Na constatering wordt het voertuig aan een politiebureau veiliggesteld en daar kan de eigenaar dit weer ophalen. Betrokkene krijgt dan een reprimande en een preventieadvies. Actie ook in het kader van “shaming”.
Politie intern • Benoem intern een projectleider. Houdt dagelijks bij in het district waar wordt ingebroken. • Informeer de collega’s in het district, structureel o.a. via briefing. • Aangiftes via internet worden hierin meegenomen. • Op intranet staat wekelijks een artikel over autocriminaliteit. • Hierin wordt de stand van zaken vermeld (thermometer). • Ook wordt informatie vermeld over verdachte voertuigen, m.o., sporen, buit, veelplegers, e.d. • Samenwerking met de Technische Recherche vindt plaats. • Aangetroffen sporen in auto’s (achtergebleven) worden naar de TR gestuurd. • De lijst met autokrakers en/of veelplegers is beschikbaar. • Benadruk het goed en volledig gebruik van het bedrijfsprocessensysteem. Correcte invoer, levert betere informatie! • Gebruik de systemen! : Sommige collega’s houden te weinig gegevens bij in BVH. Bij verdachte situaties worden er geen kentekens ingevoerd, zodat hierop niet “gezocht” kan worden in het systeem. • Benut de technische mogelijkheden: Men is soms niet goed op de hoogte van de mogelijkheden van b.v. ontvreemde GSM’s uit auto’s. Als aangevers abonnementen hebben, is het eenvoudig om printlijsten op te vragen of de GSM te tappen. Dit geeft zicht op verdachte(n). • Samenwerking met de Technische Recherche (Forensische Opsporing) In vele gevallen komt de TR niet ter plaatste bij een voertuig waarin is ingebroken. Toch is het juist van belang om in het kader van het project afspraken te maken met de TR bijvoorbeeld over het veiligstellen van aangetroffen sporen in een auto. Mocht in de auto iets aangetroffen zijn van de verdachte kan dit worden veiliggesteld door de door de TR geïnstrueerde BPZ en naderhand worden onderzoek door de TR. • Inzet van een zogenaamde “DNA-kit” is aan te raden. Bij auto-inbraken wordt regelmatig een vermoedelijk door de verdachte achtergelaten DNA-spoor aangetroffen, zoals een sigarettenpeuk, een blikje, flesje bier. • De teams werken mee aan het uitvoeren van preventieve maatregelen. • Ook het bike-team doet zoveel mogelijk mee, evenals surveillanten en/of politiestudenten.
12
4. Contactinformatie
Landelijk Programma Landelijk coördinator Publiek Private samenwerking aanpak autokraak Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit Verzekeringsbureau bestrijding Voertuigcriminaliteit Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid Bureau Regionaal Veiligheids Strategie Midden-Nederland
Anderen Portefeuillehouder VVC c.q. Ondermijning c.q. High Impact Crime, eventueel
projectleider aanpak autokraak politie van de politie-eenheden: - Noord-Nederland - Oost-Nederland - Midden-Nederland - Noord-Holland - Amsterdam - Den Haag - Rotterdam - Oost-Brabant - Zeeland-West-Brabant - Limburg - Landelijke eenheid Veiligheidsfunctionarissen van Gemeenten Officieren van Justitie Partners in private organisatie Ondernemers Burgers
13
Bijlage 1: Toelichting stappenplan Stap 1: Creëren bestuurlijk draagvlak Door op bestuurlijk niveau draagvlak te creëren wordt de eerste stap gezet voor een integrale aanpak. Zorg ervoor dat de aanpak van autokraak is opgenomen in het IVP, zodat de aanpak vooraf al geborgd is. De ervaring bij de projectgemeenten leert dat het bij het prioriteren van autokraak van belang is om rekening te houden met de beleidscycli van de gemeente en politie. Zo kunnen beslissingen en maatregelen die in het plan van aanpak worden opgesteld sneller genomen worden. Door autokraak te integreren in het IVP van de gemeente en het activiteitenplan van de politie kan dat probleem worden ondervangen. Tijdens een lokaal politieoverleg of driehoeksoverleg kan de wijkchef van de politie of de ambtenaar Integrale Veiligheid van de gemeente, de aanpak van autokraak bespreekbaar maken. Daarbij kan aan de hand van actuele cijfers de urgentie voor de aanpak worden onderbouwd. Van belang is om ook het OM tijdig te betrekken, zeker wanneer op basis van de probleemanalyse maatregelen worden gekozen, dient dit met het OM besproken te worden opdat later geen verrassingen kunnen ontstaan over bijvoorbeeld de toelaatbaarheid van ingezette middelen of dat justitiële opvolging te lang uitblijft. Het verdient aanbeveling ervoor te zorgen dat ook zorg- en hulpinstanties in relevante gevallen in staat zijn ‘direct’ hun specialiteit in te zetten om de dader bij te staan om verdere criminele activiteiten te voorkomen. Stap 2: Analyseren probleem en aanpak De volgende stap is het inzichtelijk maken van het probleem. Maak een overzicht van alle mogelijke oorzaken van het probleem. Oorzaken kunnen per gemeente verschillen. Voor een adequate aanpak is het van belang om een helder beeld te hebben van de lokale problematiek. Daarbij is het ook belangrijk om de huidige aanpak op dit thema in kaart te brengen. De politie kan zorgen voor een lokale kwalitatieve analyse. In de analyse wordt op basis van politiegegevens een beschrijving gegeven van de hotspots, de hottimes, de dader(groepen), de slachtoffers en de doelwitten/objecten. NB Inzicht in de daderprofielen: is/zijn het de junk(s) dan wel jongeren of is het de professionele ingevlogen criminele bende? Inzicht in bewegingen van dadergroepen (wat doen ze als we ze hier bestrijden, waar gaan ze dan heen?) Nogal bepalend voor welke set van maatregelen gekozen moet worden. De volgende landelijke partijen kunnen uw eigen inzichten aanvullen: • LIV (Landelijk Informatiecentum Voertuigcriminalteit) (Samenwerkingsverband van politie, Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) en Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV) ); • Landelijke Politiemonitor Bevolking; • Verbond van Verzekeraars via VbV; • Afdelingen Misdaadanalyse / Informatieve Ondersteuning; • Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit (AVc).
14
Maak daarnaast een overzicht van alle (lokale) partners die betrokken zijn, of zouden kunnen worden, bij dit thema. Ga hierbij na wat de rol van deze partner kan zijn en wat het belang van deze partner is. Door de belangen van alle betrokken partners inzichtelijk te maken kan een win-win situatie gerealiseerd worden. Dit is de beste basis voor een samenwerkingsverband, partners worden dan stakeholders. Stap 3: Afstemmen partners Het doel van het afstemmingsoverleg is het bepalen van een gemeenschappelijke lokale doelstelling (en eventuele subdoelstellingen) en het maken van afspraken met betrekking tot de aanpak. Houd hierbij rekening met regionale doelstellingen. Stap 4: Doelen opstellen Bespreek het thema, de aanleiding en de achtergronden van de aanpak met de stakeholders. Het organiseren van een schouw kan duidelijkheid en inzicht geven in het lokale probleem. Benadruk de gemeenschappelijke belangen en de specifieke rollen die de stakeholders hebben in de aanpak. Essentieel hierbij is het maken van een taakverdeling en het opstellen van een tijdspad. De stakeholders kunnen vanuit eigen visie een voorstel voor maatregelen in de aanpak doen. De doelstellingen dienen, bij voorkeur, geformuleerd te zijn conform het SMART-principe. SMART staat voor: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden.. Stap 5: Koppelen oorzaken-maatregelen (planvorming) De stap die volgt op het afstemmingsoverleg is de planvorming. Bij deze stap wordt het daadwerkelijke plan van aanpak opgesteld op basis van de overeengekomen afspraken en (sub)doelstellingen. Hierin is het van belang dat de oorzaken duidelijk beschreven worden. Met de doelenboom kan hierbij een keuze gemaakt worden voor effectieve maatregelen. Een goede integrale aanpak bevat een mix van maatregelen waarmee verschillende oorzaken (dader, slachtoffer, omgeving) worden aangepakt. Veel “best practices” versterken elkaar. De gemeente is, in haar regierol, verantwoordelijk voor het opstellen van het plan van aanpak. Stap 6: Vastleggen afspraken en goedkeuren bestuur (regie) Hierin wordt een nieuw afstemmingsoverleg gepland waarin het plan van aanpak wordt voorgelegd aan de stakeholders, en waarbij op bestuurlijk niveau goedkeuring wordt gegeven voor de uitvoering. Tevens kunnen doelstelling, probleemstelling, afspraken en verantwoordelijkheden per stakeholder worden gemaakt. Stap 7: Uitvoeren plannen Vervolgens gaat men aan de slag met de uitvoering van de aanpak op basis van het in het plan van aanpak beschreven tijdspad. Het is verstandig om regionaal te melden dat men aan de slag gaat op het gekozen thema. Wanneer andere gemeenten ook kiezen om op dit thema te investeren, kunnen ze elkaar daarbij mogelijk ondersteunen.
15
Stap 8: Monitoren en evalueren Door de gemaakte stappen en de daarmee behaalde resultaten periodiek te evalueren, kan worden bepaald welke maatregelen op lokaal niveau effect hebben, en welke maatregelen eventueel minder effectief zijn. Bij stap 8 kan hier op gestuurd worden. Stap 9: Bijsturen Bij deze stap is het zaak om in te spelen op de ontwikkelingen. Dit kan aan de hand van de cijfers die periodiek worden gepresenteerd. Bijlage 2: Verdieping maatregelen Bijlage 2.1: Communicatie maatregelen Maatregel 1: Verbeteren communicatie met burgers, private partijen en veiligheidsprofessionals. Communicatie speelt een zeer belangrijke rol bij bewustwording en het creëren van draagvlak. Het vestigen van de aandacht op de problematiek, bijvoorbeeld in lokale media, via internet, een bijeenkomst of op andere wijze draagt hieraan bij. Door helder te communiceren over het probleem en de aanpak ervan, wordt zowel intern als extern draagvlak gecreëerd, dit is een belangrijke stap voor het laten slagen van de aanpak. Bewustwording is dus een onmisbaar onderdeel van de aanpak van onder andere auto-inbraken en loopt als een rode draad door de aanpak heen. Bewustzijn burgers vergroten Door middel van de media kunnen de burgers op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen op bijvoorbeeld het gebied van auto-inbraken. In de lokale/regionale krant kunnen bijvoorbeeld cijfers worden vermeld van het aantal auto-inbraken in de maand ervoor. Hierdoor worden burgers geïnformeerd over de stand van zaken en het is een geheugensteuntje om niet te vergeten de waardevolle spullen uit de auto te halen. Dit heeft niet alleen een positief effect op het bewustzijn van de burger om de waardevolle eigendommen uit de auto te halen, maar het is ook een middel om te laten zien dat de verschillende partners zich bezighouden met het probleem, bijvoorbeeld wanneer de cijfers een daling laten zien. Wanneer de burger ziet dat er écht iets aan het probleem gedaan wordt, zal zij eerder geneigd zijn de waardevolle eigendommen uit de auto te halen. Communicatie Een belangrijk doel is het vertrouwen van de burger in de overheid te vergroten. Door via een campagne op eenduidige wijze met de burger te communiceren over de aanpak van Veel Voorkomende Criminaliteit, maken we, als ketenpartners, helder dat we het probleem serieus nemen. Daarnaast is ook de samenwerking met en de eigen verantwoordelijkheid van de burger een belangrijk punt. Burgers kunnen zelf veel doen om hun leefomgeving veiliger te maken. Communicatie maakt de inspanningen zichtbaar die de samenwerkende partijen verrichten om auto-inbraak terug te dringen maar vooral om autobezitters te laten zien dat zij zelf een rol spelen in het creëren van een veilige woonomgeving.
16
Communicatie tussen de burgers, gemeente en politie is ook zeer belangrijk. Wanneer burgers zich niet bewust zijn van wat zij kunnen doen tegen het probleem, zal er niets gebeuren. Een manier om burgers te bereiken is aan te sluiten bij de regionale communicatiecampagne. Middelen die hieruit voort zijn gekomen zijn flyers, posters, spandoeken, borden etc. Positief aan deze communicatiecampagne is onder andere dat het regionaal ingezet gaat worden. Hierdoor zijn de materialen herkenbaar in de rest van de regio en dat zal een positieve uitwerking hebben op het bewustzijn van de burger. Maatregel 2: Gebruik website om burgers te informeren De website en sociale media kunnen ingezet worden om de burgers te informeren over de aanpak van de gemeente en de politie. De website en de sociale media kunnen ingezet worden als informatiemiddel en tevens als waarschuwingsmiddel richting de burger. Als er op bepaalde plaatsen inbraken hebben plaatsgevonden, kan dit via deze middelen gecommuniceerd worden zodat burgers ook via deze media gewaarschuwd worden. Daarnaast kunnen burgers via de sociale media ook meldingen doen van verdachte situaties. Maatregel 3: De burger als bondgenoot Door middel van burgernet kunnen burgers gealarmeerd worden bij bijvoorbeeld een melding van auto-inbraak. Tevens kunnen zij preventief gewaarschuwd worden voor auto-inbraken. Daarbij kan burgernet ook ingezet worden bij het opsporen en pakken van de daders. Maatregel 4: Opzetten actie bel 112 Om de pakkans van auto-inbrekers te vergroten is het belangrijk dat burgers 112 bellen zodra ze een verdachte situatie zien. Dat 112 gebeld kan worden bij verdachte situaties is vaak niet bekend bij burgers en door deze actie zal de drempel voor de burger lager worden om 112 te bellen. Hierdoor ontvangt de politie meer informatie waarmee de pakkans van de daders vergroot wordt. Maatregel 5: Borden en spandoeken Op plekken waar in een relatief korte periode veel kraken zijn gepleegd (hot-spots) kan door middel van een groot spandoek aandacht worden gevraagd voor de problematiek. Winkeliers kunnen de actie ondersteunen door met posters, deurstickers of op andere wijze aandacht te vragen voor de actie. Op parkeerplaatsen waar veel mensen komen die de Nederlandse taal niet machtig zijn, zoals toeristische trekpleisters, kan de boodschap duidelijk worden gemaakt aan de hand van een pictogram. Maatregel 6: Controleacties Tijdens deze controleacties wordt gekeken of auto’s afgesloten zijn en of kostbare voorwerpen verwijderd zijn. Autobezitters die dit vergeten zijn, worden direct aangesproken en geattendeerd op de gevaren. Het controleteam kan check-
17
bonnetjes gebruiken. Op deze bonnetjes geeft de controleur aan of de auto PRIMA (afgesloten en geen buit in zicht) of FOUT (niet afgesloten of buit in zicht) is. De controleur plaatst de bon vervolgens achter de ruitenwisser. De acties moeten het publiek attenderen op het eigen nonchalante gedrag. Door alle auto’s (PRIMA en FOUT) van een bon te voorzien, wordt voorkomen dat de bonnen een gemakkelijke markering vormen voor inbrekers. Maatregel 7: Uitreiken foldermateriaal Politie en gemeente kunnen samen een folder met preventieve tips opstellen. De folder kan op hot-spots, in de buurtgelegen horeca of huis aan huis worden aangeboden. Tips die in de folder kunnen worden opgenomen zijn: - Parkeer uw auto in het licht en in het zicht van omliggende bebouwing of op een plaats waar veel mensen komen. - Niets erin, niets eruit! Laat geen waardevolle spullen achter in uw auto. Denk ook aan houders, snoeren en opladers. - Toch spullen achterlaten? Gebruik dan een VbV-SCM goedgekeurd autokluisje. - Controleer met de hand of uw auto goed afgesloten is. Wijs in de folder ook op het belang van het doen van aangifte na een auto-inbraak. Zo wordt het probleem bij de politie zichtbaar en kunnen adequate maatregelen getroffen worden. Maatregel 8: Parkeerschijf Parkeerschijven uitdelen aan de burger met aan de voorkant een waarschuwende tekening die de burger en de inbreker attendeert op inbraak gevaren. Op de achterzijde van de parkeerschijf staan tips voor de bestuurder om de kans op autoinbraak te verminderen. De voordelen van deze parkeerschijf is dat deze langdurig mee gaat en iedereen er één in de auto kan hebben. Maatregel 9: Hangkaarten Fluorescerende kaartjes uitdelen die burgers in de auto kunnen opgehangen. Op de voorkant van de kaartjes staat de tekst: Deze auto is leeg. De achterzijde van de hanger wijst de bestuurder nog eens op de gevaren die zijn auto loopt en welke voorzorgsmaatregelen de burger zelf kan nemen. De hanger heeft twee grote voordelen. Het wijst bestuurders bij het verlaten van hun voertuig op het risico van auto-inbraak. Daarnaast maakt het potentiële inbrekers duidelijk dat er uit de betreffende wagen niets te halen valt. Maatregel 10: Aansluiten bij de regionale communicatiecampagne autokraak De focus van communicatie ligt op preventie. Communiceren op de hotspots, op díe plekken waar mensen risico lopen is het allerbelangrijkst. Communicatie via massamedia, zoals het naar buiten brengen van resultaten en successen, kan ook ingezet worden. Door free publicity te genereren door het actief benaderen van de media, wordt de campagne verlengd en is er meer en langer aandacht voor de boodschap. Voor het slagen van preventie is communicatie richting autobezitters heel belangrijk. Zij hebben zoals gezegd een rol in de veiligheid van hun auto; een auto wordt
18
opengebroken voor de buit, zichtbaar of niet. Als je zelf je auto leeghaalt, is de kans dat je slachtoffer wordt van auto-inbraak aanzienlijk kleiner. Een belangrijk deel van de communicatie is daarom gericht op voorlichting; het geven van tips en handelingsperspectief. Tegelijkertijd is het belangrijk om ook repressie, handhaving en toezicht niet uit het oog te verliezen bij communicatie. Hierdoor kan er duidelijk worden wat er door de ketenpartners gedaan wordt om auto-inbraken tegen te gaan. Wanneer er enkel over preventie gecommuniceerd wordt, kunnen inwoners de indruk krijgen dat het hún probleem is. Kernboodschap campagne Inbraak in uw auto is onacceptabel. Diefstal pakken wij hard aan. Politie, gemeente, parkeergarages en openbaar ministerie werken nauw samen om auto-inbraak terug te dringen. Ook u kunt wat doen aan het voorkomen van inbraak. Verreweg de meeste auto’s worden namelijk opengebroken omdat er buit valt te halen. Neem consequent uw laptop, navigatiemiddelen en geluidsapparatuur mee. Dan daalt de kans op buit (en daarmee op schade) aanzienlijk. Belangrijk: - Beschikbare middelen van de communicatiecampagne zijn spiegelhangers, folders, posters, metalen bordjes en banieren. - Op de hotspots kan er geflyerd worden, het liefst in combinatie met een handhavingsanctie van de politie. - Op tijdelijke hotspots kunnen banieren opgehangen worden en op structurele hotspots kan één (of meer) metalen bord geplaatst worden. - Op het wijkbureau, het gemeentehuis of het politiebureau kunnen folders en posters geplaatst worden. - Communicatie richting de media kan gedaan worden door middel van een persbericht over de start van de campagne. - Er kan een startmanifestatie georganiseerd worden, waarbij bijvoorbeeld de burgemeester en/of de wethouder de aftrap doet voor de campagne. - Afstemmen van de start van campagne’s moet. Gemeente en politie (wijkteam en communicatie), zodat eventuele handhavingsacties afgestemd kunnen worden op de campagne. Daarnaast is het aan te raden de campagne in te zetten op een piekmoment van het aantal auto-inbraken. Maatregel 11: Opzetten van Burgernet Burgernet is een uniek samenwerkingsverband tussen burgers, gemeente en politie om de veiligheid in de woon- en werkomgeving te bevorderen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een telefonisch netwerk van inwoners en medewerkers van bedrijven uit de gemeente. De centralist van de meldkamer van de politie start, na een melding van bijvoorbeeld een inbraak of een vermist kind, een Burgernetactie op. Dit gebeurt op basis van een goed signalement. Burgernetdeelnemers krijgen een ingesproken bericht via de (mobiele) telefoon of een tekstbericht per SMS met het verzoek uit te kijken naar een duidelijk omschreven persoon of voertuig.
19
Burgernet is een manier om de burger te betrekken bij de aanpak en opsporing van strafbare feiten. Door de burgers op deze wijze te voorzien van informatie kunnen ze gericht letten op verdachten en de politie hierover een tip geven. Dit versterkt de pakkans op heterdaad (heterdaadkracht), het aantal meldingen neemt immers toe. Burgernet kan hierdoor helpen om onder andere autokrakers op te sporen en aan te houden. Tevens is het belangrijk burgers ervan doordacht te maken dat wanneer zij 112 bellen, het melden van misdaad ook anoniem kan. Het komt voor dat burgers geen melding durven te doen, mogelijk uit angst voor represailles van de dadergroep. Wanneer burgers niet meer bang zijn de politie in te schakelen, wanneer zij een misdrijf zien, leidt dit tot een grotere opsporingskans en tot een daling van het aantal auto-inbraken. Belangrijk: - Het zou kunnen gebeuren dat burgers die een melding krijgen via burgernet zelf de straat op gaan om ‘eigen rechter’ te gaan spelen, hier moet voor worden gewaakt. - Uiteraard hoeft burgernet niet alleen gebruikt te worden bij auto-inbraken. In een aantal gemeenten loopt burgernet al en is het succesvol. Het kan gebruikt worden bij verschillende vormen van criminaliteit. Maatregel 12: Inzet lokale media Het af en toe plaatsen van een persbericht over controles op het gebied van autoinbraken in de lokale/ regionale krant of op internet, kan leiden tot een afname van het aantal auto-inbraken. Dit kan preventief zijn, dus vóór de controle, maar het kunnen ook resultaten zijn van een al uitgevoerde controle of postactie. Door middel van de media kunnen de burgers op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen op bijvoorbeeld het gebied van auto-inbraken. In de lokale/regionale krant kunnen bijvoorbeeld cijfers worden vermeld van het aantal auto-inbraken in de maand ervoor. Hierdoor worden burgers geïnformeerd over de stand van zaken en het is een geheugensteuntje om niet te vergeten de waardevolle spullen uit de auto te halen. Dit heeft niet alleen een positief effect op het bewustzijn van de burger om de waardevolle eigendommen uit de auto te halen, maar het is ook een middel om te laten zien dat de verschillende partners zich bezighouden met het probleem, bijvoorbeeld wanneer de cijfers een daling laten zien. Wanneer de burger ziet dat er écht iets aan het probleem gedaan wordt, zal zij eerder geneigd zijn de waardevolle eigendommen uit de auto te halen. Belangrijk: - Plaats deze aankondigingen/situatieschets niet te vaak. Wanneer de berichtgeving te frequent is, kunnen mensen hun interesse verliezen. - Bekijk het aantal unieke hits op de internetsite van de gemeente. Wanneer dit laag is, is het misschien beter om te kiezen voor een bericht in de lokale krant. - Het gebruik van de media is ‘free publicity’: er kunnen veel mensen/doelgroepen bereikt worden, tegen lage kosten.
20
Maatregel 13: Informatie verstrekken ondernemers en bewoners Deze best practice is erop gericht informatie te verstrekken aan ondernemers/ bewoners, over onder andere auto-inbraken. Om een aantal keer per jaar een bijeenkomst te organiseren om informatie uit te wisselen over veiligheid in het algemeen, zullen ondernemers en bewoners zich betrokken voelen bij het thema. Er kan tijdens een bijeenkomst gevraagd worden naar ervaringen, maar ook of mensen extra oplettend willen zijn met betrekking tot bijvoorbeeld auto-inbraken. Tevens kan verteld worden dat er altijd aangifte moet worden gedaan en dat men 112 moet bellen bij een verdachte situatie. Belangrijk is dat deze best practice kan worden ingezet voor allerlei veiligheidsthema’s, hetgeen afhangt van het lokale criminaliteitsbeeld. Ook is het een mogelijkheid om een e-mailcirkel op te zetten. Alle e-mailadressen van de deelnemende ondernemers en bewoners worden geïnventariseerd, waarna zij bijvoorbeeld eens per maand een e-mail krijgen, waarmee zij op de hoogte gehouden worden van de ontwikkelingen op het gebied van veiligheid. Een nadeel hiervan is dat het lastig is e-mailadressen up-to-date te houden. Deze informatie wisselt vaak snel en het is dan ook aan te raden, dit alleen te doen wanneer het gaat om een kleine groep ondernemers/bewoners. Belangrijk: - Let er op dat mensen niet te vaak informatie krijgen, hierdoor kan toch de aandacht verslappen en zal de positieve uitwerking verminderen. - Benadruk dat het niet de bedoeling is dat mensen eigen rechter spelen of dat zij op wat voor manier dan ook risico’s nemen, waardoor zij gevaar zullen lopen. Informatie verstrekken Een andere best practice die in dit handboek beschreven wordt is ‘informatie verstrekken aan ondernemers/burgers’. Wanneer ondernemers en burgers weten dat er iets aan de problematiek gedaan wordt, zullen zij eerder geneigd zijn zelf ook stappen te ondernemen. Dit kan ook bereikt worden met ‘inzet lokale media’. Wanneer het duidelijk is dat bepaalde thema’s prioriteit hebben voor de gemeente en de politie, zal dat een positieve uitwerking hebben. Uit onderzoek is gebleken dat veel mensen nogal makkelijk zijn bij het in hun auto´s achterlaten van kostbare voorwerpen, zoals navigatieapparatuur, laptops, tassen, kleding etc. Vaak is men zich niet bewust van het risico. Van belang is het dus om een duurzame preventiecampagne te organiseren, gericht op het creëren van een mentaliteitsverandering van de automobilisten. Denk hierbij aan: het verspreiden van flyers, combifolders, aanspreken van mensen, controleren van voertuigen, aanschrijven van hen die toch spullen achtergelaten hebben, gebruikmaken van controle-blocks, ophangen van posters en spandoeken etc. Zie ook het aparte overzicht met preventiemateriaal.
21
Verder free publicity door advertenties, extra media-aandacht, speciale preventiespotjes op (lokale) radio en televisie. Realiseert u zich wel dat het een kwestie van lange adem is. Resultaten zijn niet op korte termijn te verwachten, maar na verloop van tijd kan er zeker een goed rendement worden behaald. Neem een voorbeeld aan de regio’s waar al duidelijke resultaten zijn geboekt. Bijlage 2.2: Preventieve interventies/ maatregelen Maatregel 1: Aanpassen parkeerautomaten In gebieden waar betaald parkeren van kracht is, kunnen de kaartautomaten worden aangepast. Bij sommige parkeerautomaten is het mogelijk om op de display een extra tekst in te voeren. Ook is het mogelijk om op de achterzijde van het parkeerkaartje een tekst te laten drukken. Voor de inwoners van de gemeente zelf, is het effectiever aandacht te vragen via geluid wanneer mensen hun parkeerkaartje ophalen. Een gesproken tekst kan nauwelijks worden genegeerd. Maatregel 2: Wegslepen van auto’s met waardevolle goederen Een van de meest onorthodoxe methodes bij de aanpak van autokraak is het preventief wegslepen van voertuigen. Politieagenten zijn bij deze methode actief aanwezig op plaatsen waar veel autokraken worden gepleegd. Wanneer agenten bagage, laptops en andere, voor dieven aantrekkelijke zaken onbeheerd in de auto aantreffen, kunnen ze besluiten om de auto weg te slepen. Deze wordt vervolgens op een veilige plek gestald om te voorkomen dat dieven hun slag slaan. De bestuurder, die zich vervolgens vanzelf bij de politie meldt, krijgt niet alleen zijn auto kosteloos terug maar ook een informatiepakket over auto-inbraak. Maatregel 3: Aanpak diefstal kentekenplaten Door kentekenplaten vast te zetten met een popnagel, kunnen de meeste problemen worden opgelost. Dit popnagelen kan worden gedaan door politiepersoneel maar bij voorkeur door andere partijen. Er kan contact gezocht worden met technische scholen in de regio. Voor de leerlingen een leuke ervaring en de politie wordt zo werk uit handen genomen. Ook garagebedrijven kunnen het popnagelen voor hun rekening nemen. Aan de bestuurder kan tijdens de werkzaamheden een informatiepakket met preventieadviezen over auto-inbraak worden uitgereikt. Het popnagelen voorkomt veel ongemak. Bij verlies of diefstal van kentekenplaten komt veel papierwerk kijken, het kost veel tijd en geld om de platen weer op de auto te krijgen. En wanneer met de gestolen kentekenplaten criminele activiteiten worden uitgevoerd, volgt er nog een extra vervelende nasleep. Kentekenplaten worden gestolen om deze te bevestigen op de auto van de crimineel, om hiermee bijvoorbeeld te kunnen tanken zonder te betalen, om de auto als vluchtauto te gebruiken na een misdrijf etc. Het is vervelend als de kentekenplaten worden gestolen, want het kost tijd en geld om de nieuwe platen aan te vragen. Tevens is het zeer vervelend wanneer mensen bekeuringen krijgen of worden
22
aangehouden omdat er met ‘hun’ auto een misdrijf is gepleegd, terwijl de kentekenplaten gestolen zijn. De diefstal van een kentekenplaat wordt als diefstal af/uit auto geregistreerd bij de politie en draagt dus bij aan het totaalcijfer, door middel van een analyse moet dus bekeken worden of dit probleem zich voordoet in uw gemeente. Met een popnagelactie wordt gedoeld op het vastmaken van de kentekenplaten aan de auto met popnagels. Deze manier voorkomt dat kentekenplaten snel en makkelijk kunnen worden gestolen. De ronde achterkant van de nagel zorgt ervoor dat het onmogelijk is om met een schroevendraaier de kentekenplaat alsnog los te krijgen. Het opzetten van een popnagelactie zou vorm kunnen krijgen door een gezamenlijke actie op te zetten met pomphouders, garagehouders, technische scholen (VMBO/MBO) en autoruitherstelbedrijven. Om zoveel mogelijk mensen te bereiken is het een idee om de actie te koppelen aan APK-keuringen. Hier is het de bedoeling dat iedereen die de auto laat keuren, de aanbieding krijgt om de kentekenplaten met popnagels (tegen een vergoeding) vast te laten zetten. Er zijn een aantal regels verbonden aan het bevestigen van de kentekenplaten met popnagels, hiervoor verwijzen wij u graag door naar de website van het RDW. Belangrijk: Een goede samenwerking met de partners is cruciaal om deze actie op te zetten. De politie/gemeente moet de partners het voordeel in laten zien van het opzetten van deze actie. Er kan bijvoorbeeld gecommuniceerd worden dat het goede reclame voor een garagehouder is en dat de autobezitter/ bestuurder hier weer zal terugkomen. Maatregel 4: Inzetten SelectaDNA SelectaDNA is een relatief nieuw ‘middel’. Hiermee kunnen waardevolle spullen gemerkt worden. Belangrijk is dat het niet alleen werkt tegen auto-inbraken, maar ook tegen, bijvoorbeeld, woninginbraken en overvallen. Tevens gaat er een preventieve werking van SelectaDNA uit. Wanneer er is aangegeven bij bijvoorbeeld een parkeerplaats (voor bewoners), dat de auto’s die er geparkeerd staan (het gaat dan om bijvoorbeeld de ingebouwde navigatiesystemen), voorzien zijn van SelectaDNA, kan dit een preventieve werking hebben. SelectaDNA is een inventieve manier om uw spullen te markeren om diefstal tegen te gaan en om gestolen eigendommen weer terug te brengen bij de eigenaar. Het markeert de waardevolle eigendommen met synthetische DNA en microdots. Deze DNA is uniek voor de goederen, evenals de microdots. Het DNA licht op onder een UV-lamp, waardoor makkelijk te zien is of iets gemarkeerd is. Als de DNA code geregistreerd is kan de politie via een beveiligde database de persoonsgegevens opzoeken, indien de goederen worden teruggevonden. Hierdoor zijn waardevolle eigendommen, indien verloren of gestolen, altijd terug te traceren naar de eigenaar.
23
Om daders van bijvoorbeeld overvallen of bedrijfsinbraken te traceren kan boven de uitgang of op hotspots, een spray-unit opgehangen worden. Deze units zijn uitgerust met een bewegingsmelder. SelectaDNA werkt preventief. Bij SelectaDNA worden niet alleen het synthetische DNA en microdots geleverd, maar ook stickers om bijvoorbeeld op de auto te plakken, maar ook op een huis of waardevolle eigendommen. Doordat de crimineel weet dat de eigendommen gemerkt zijn, weet hij dat de kans op vervolging bij aanhouding groot is. Ook helers kunnen de aanwezigheid van SelectaDNA vaststellen en zullen deze voorwerpen niet willen afnemen, omdat het risico te groot is. Bij controle door de politie kan de herkomst van diefstal niet worden ontkend. SelectaDNA werkt niet alleen om auto-inbraken te voorkomen, maar het kan ook gebruikt worden bij de aanpak van woninginbraken. Ook dieven zoeken de weg van de minste weerstand. Belangrijk: - SelectaDNA is te gebruiken tegen inbraken (auto, woning, bedrijf), overige diefstallen (bijvoorbeeld koper- en looddiefstallen, diefstal van waardevolle eigendommen in de openbare ruimte) en overvallen. - Alleen de politie heeft toegang tot de database met gegevens van gebruikers. - Meer informatie kunt u vinden op de internetsite van SelectaDNA: www.selecta-dna.nl. Bijlage 2.3: Omgevingsmaatregelen Maatregel 1: Parkeermogelijkheden dicht bij woning Het bevorderen van toezicht door omwonenden is een effectieve maatregel om autokraak te voorkomen. Voor effectieve sociale controle moeten auto’s dicht bij de woning geparkeerd kunnen worden. Parkeerplaatsen in de buurt van woonhuizen werken als drempel voor potentiële daders. Vanzelfsprekend geldt: hoe meer zicht, hoe beter. Een goede verlichting, gebruik van een ‘open’ hekwerk en een inrichting die ook controle op de ruimte tussen de auto’s toelaat, verbeteren het zicht op de locatie. Ook winkelcentra of sportaccommodaties zorgen voor veel sociale controle. Maatregel 2: Zorg voor goede verlichting Een schemerige locatie leent zich uitstekend voor het ongezien openbreken van auto’s. Als de autokraak al wordt waargenomen, is identificatie van de dader nauwelijks mogelijk. De verlichting op de gemeentelijke parkeerterreinen dient dus op orde te zijn. De gemeente dient de verlichting op parkeerterreinen regelmatig te controleren en, indien nodig, extra verlichting te plaatsen. Wit licht maakt de kleur van de auto’s zichtbaar en draagt ertoe bij dat mensen beter herkend kunnen worden. De verbetering van de verlichting is ook nodig voor de inzet van de maatregel Cameratoezicht. Zonder goede verlichting is de toepassing van dit middel zinloos.
24
Verlichting Goede verlichting is een relatief gemakkelijke maatregel om meer overzicht te verkrijgen over de hotspot. Tevens vergroot goede (witte) verlichting het gevoel van veiligheid. Wanneer potentiële auto-inbrekers de goede verlichting zien, zullen zij eerder het hazenpad kiezen. Het vergroot namelijk de kans op het betrappen op heterdaad. Door middel van een schouw kan goed inzichtelijk worden gemaakt waar (en of) er nieuwe/betere verlichting nodig is op de hotspot. • • •
Is er voldoende verlichting op het parkeerterrein? Zijn de struiken niet te hoog i.v.m. goed zicht op de parkeerplaatsen e.d. Op verzoek wordt door de preventiemedewerker van het district samen met de eigenaar/ beheerder van bijvoorbeeld een groot parkeerterrein een schouw uitgevoerd. Let hierbij op de verlichting. Is er voldoende verlichting op het parkeerterrein? Wit licht in plaats van gebruik van de bekende oranje verlichting zoals we langs de snelwegen zien. Zijn de struiken niet te hoog i.v.m. goed zicht op de parkeerplaatsen e.d.?
Maatregel 3: Onderhoud groenvoorziening en verwijdering obstakels Het snoeien van bomen en struiken bij parkeergelegenheden speelt een belangrijke rol bij de aanpak van auto-inbraken. Obstakels die het zicht op een parkeerterrein kunnen beperken, zijn bijvoorbeeld het openbaar groen, maar ook containers en kasten van energiebedrijven. Groen Door het tijdig snoeien of het helemaal weghalen van bossages, zal het overzicht over de hotspot beter worden. Hierdoor neemt ook het gevoel van veiligheid toe. Doordat het snoeien/weghalen van bossages direct zichtbaar is en makkelijk is uit te voeren, kan dit één van eerste stappen zijn om de hotspot in uw gemeente aan te pakken. Potentiële auto-inbrekers zien onmiddellijk dat het overzicht over de hotspot beter geworden is en zij zullen hierdoor minder snel deze plek uitkiezen om in te breken in de geparkeerde auto’s. Maatregel 4: Voldoende toezicht door aanleg bij doorgaande route Een nieuw parkeerterrein kan het beste worden aangelegd aan een doorgaande route. Om het toezicht te bevorderen, kunnen parkeerterreinen eventueel opnieuw worden ingericht. Bijvoorbeeld door een wandelpad aan te brengen dat zicht biedt op het parkeerterrein. Ook kunnen omliggende bosschages worden verwijderd. Verder kan het terrein worden opgenomen in de surveillance van politie en toezichthouders. Maatregel 5: Compartimentering parkeervakken Door grote terreinen te verdelen in kleinere, van elkaar te onderscheiden eenheden, kunnen bewoners zich beter oriënteren en de auto’s van hun buren eerder herkennen. Gebruikers van parkeerterreinen bij woongebouwen zetten hun auto’s 25
vaak op een vaste plaats. Door deze gewoonte gaan mensen voertuigen en hun eigenaren herkennen. Daardoor zullen zij elkaar eerder aanspreken, wanneer er iets mis lijkt te zijn. Maatregel 6: Beperking aantal toegangswegen Autokrakers willen na een inbraak zo snel mogelijk wegkomen van de plaats delict. Het liefst hebben ze meerdere vluchtwegen tot hun beschikking. Zorg er daarom voor dat bij de (her)inrichting van een parkeerterrein zo min mogelijk toegangswegen worden gecreëerd. Een terrein met slechts één toegangsweg, zorgt ervoor dat een autokraker niet ongezien kan wegkomen. Deze situatie kan bijvoorbeeld bereikt worden door een terrein te omringen met hekwerk, een gracht of ondoordringbare struiken. Maatregel 7: Inrichting parkeergarages Parkeergelegenheden (parkeerterreinen en -garages) zijn gewilde locaties. Er staan veel auto’s bijeen en de sociale controle is er vaak laag. Belangrijke eisen voor een veilige parkeergarage zijn: - De aanwezigheid van kluizen biedt parkeerders de gelegenheid om waardevolle spullen op te bergen. - De parkeergelegenheid kan geheel of gedeeltelijk worden afgesloten in kleinere afsluitbare compartimenten. Maatregel 8: Structurele schouw Om te controleren of de parkeergelegenheden in de gemeente veilig zijn, kan regelmatig een schouw worden gehouden. Bij een schouw gaan alle betrokken partijen gezamenlijk naar een locatie om te kijken of deze aan de veiligheidseisen voldoet. Tijdens de schouw wordt nagegaan welke veiligheidsproblemen zich voordoen. Vervolgens worden afspraken gemaakt wie welke werkzaamheden voor zijn of haar rekening neemt. Een goede maatregel voor het tegengaan van auto-inbraken is het aanpassen van de fysieke ruimte van een gebied. Sommige gebieden zijn onoverzichtelijk, slecht verlicht, makkelijk toegankelijk en niet onderhouden. Deze elementen kunnen ervoor zorgen dat een parkeerplaats een hotspot wordt. Dit omdat de mogelijkheden voor een autokraker om ongezien te werk te kunnen gaan, groot zijn. Het is daarom verstandig om autokrakers niet de aanleiding te geven om ongezien in te breken. Door onderstaande best practices uit te voeren, zullen de hotspots minder geliefde locaties worden voor autokrakers. Wanneer de hotspots verschuiven is deze aanbeveling eenvoudig uit te voeren op de mogelijke nieuwe hotspot. Door het plaatsen van meer en/of betere verlichting op de hotspots, wordt het zicht op de auto’s verbeterd, waardoor het minder aantrekkelijk wordt om in te breken. De aanbeveling is om opnieuw naar het verlichtingsplan te kijken en waar nodig aanpassingen door te voeren.
26
De kansberekening valt bij de dader van autokraak vaak positief uit als er meerdere vluchtwegen zijn en de pakkans beperkt is. Het zou goed zijn om voor alle parkeerplaatsen te kijken naar een mogelijkheid voor het realiseren van één in-/ en uitgang voor auto’s, bromfietsers en fietsers. Organiseer bijvoorbeeld een schouw en inventariseer op locatie de zichtbelemmerende obstakels die de dader aan het zicht vanaf de openbare weg onttrekken. Belangrijk: - Goed zicht verkrijgen op de parkeerplaats is een snelle/eenvoudige manier om een hotspot minder aantrekkelijk te maken. - Door goed onderhoud van de groenvoorziening, kunnen potentiële auto-inbrekers afgeschrikt worden. - Verwijder mogelijke overige obstakels ook. - Zorg voor goede verlichting op de hotspot, dit verbetert niet alleen het overzicht over de hotspot, maar het vergroot ook het gevoel van veiligheid. Zorg voor een beperkt aantal toegangswegen. Hoe minder mogelijkheden voor autoinbrekers om (ongezien) weg te komen, hoe kleiner de kans dat er ingebroken wordt in de geparkeerde auto. Maatregel 9: Omgeving scannen en in kaart brengen Het is belangrijk dat de omgeving goed in kaart gebracht wordt zodat alle partners weten waar de hotspots zich bevinden. Dit helpt in de samenwerking maar ook in het effectief aanpakken van autokraak. Te verbeteren plekken aangeven (checklist). Bijlage 2.4: Slimmer toezichts- en handhavingsmaatregelen Maatregel 1: Buurtpreventie Bewoners kunnen ook toezicht houden. Bij buurtpreventie houden de bewoners zelf een oogje in het zeil in hun buurt of wijk. Omdat diefstal uit en vernieling aan de auto vaak in de woonwijk plaatsvindt, is buurtpreventie een goede strategie. Bewoners kennen de auto van hun buren en mensen zijn eerder geneigd om in te grijpen bij onraad als ze de eigenaar van de auto kennen. In een buurtpreventieproject slaan politie en buurtbewoners de handen ineen. De bewoners krijgen van de politie informatie over onderwerpen als preventie en het vergroten van de sociale controle door het maken van goede afspraken met de buren. Buurtpreventie richt zich overigens niet alleen op auto-inbraak, maar ook op andere vormen van criminaliteit. De inzet van buurtpreventie kan worden aangeduid door middel van borden in de wijk: ‘Attentie Buurtpreventie’. Deze borden kunnen potentiële auto-inbrekers al doen besluiten om hun heil ergens anders te zoeken. Maatregel 2: Vergroten surveillance op hot-spots Om het toezicht binnen een gemeente effectief in te zetten, moet worden nagegaan waar de meeste auto-inbraken plaatsvinden. De politie kan door middel van aangiftes
27
deze hot-spots in kaart brengen. Tevens kan aan de hand van de aangiftes worden nagegaan op welke tijdstippen de meeste inbraken plaatsvinden. De politie kan door middel van fietssurveillances en surveillances te voet, het toezicht gericht intensiveren. Ook de toezichthouders van de gemeente kunnen de locaties opnemen in hun surveillances. Als een hot-spot in de buurt van een winkelgebied of een bedrijventerrein ligt, kunnen de particuliere beveiligers deze plek onderdeel laten uitmaken van hun werkgebied. Maatregel 3: Stimuleren bewaakte alternatieven Auto-inbraken komen vooral voor op onbewaakte parkeerterreinen. Op bewaakte parkeergelegenheden worden nauwelijks inbraken gepleegd. Het stimuleren van het gebruik van deze parkeermogelijkheden, zal een positief effect hebben op het aantal auto-inbraken. Op openbare parkeerterreinen kunnen daarvoor opgeleide ‘parking watchers’ worden ingezet. Deze hebben enerzijds een PR-functie namens de gemeente, anderzijds wijzen zij het publiek op risico’s bij het parkeren van een auto. Maatregel 4: Cameratoezicht Op parkeerterreinen waar veel auto-inbraken plaatsvinden, kan de gemeente voor cameratoezicht zorgen. Cameratoezicht heeft drie functies: - Verdachte situaties worden gesignaleerd, waardoor de inzet van toezichthouders kan worden verbeterd; - Er gaat een preventieve werking vanuit, omdat daders zich bewust zijn van de camera; Vindt er toch een incident plaats, dan zijn daders door camerabeelden vaak makkelijker op te sporen. - Voor de eerste functie is meekijken gewenst, voor de andere twee functies is dit niet noodzakelijk. Cameratoezicht kan worden toegepast op parkeerterreinen waar sprake is van veel auto-inbraken. Het betreft vooral terreinen, waar de parkeerfunctie dominant is. De omgeving moet zich wel voor deze vorm van toezicht lenen. Omwille van de beeldkwaliteit, dient de locatie voldoende verlicht te zijn. Maatregel 5: Aanpak first-offenders Door een harde aanpak kan, vooral bij beginnende delinquenten, een criminele carrière in een vroeg stadium nog worden beëindigd. Politie en Openbaar Ministerie kunnen daarom afspreken dat first-offenders altijd in verzekering worden gesteld. Vervolgens kan met de officier van justitie worden overlegd over de mogelijkheid van een voorgeleiding. Deze harde aanpak beoogt, naast een eventuele veroordeling, ook een schrikreactie. Maatregel 6: Aanpak Italiaanse methode Bij de zogenaamde ‘Italiaanse methode’ rijden dieven met scooters langs auto’s en worden waardevolle spullen uit het voertuig gegrist. Vooral jonge daders maken gebruik van deze techniek. De politie brengt de scooterrijders in beeld. Wie is eigenaar van welke scooter, hoe ziet deze persoon eruit en welke kleding draagt hij of zij vaak. Na een roof volgens de Italiaanse methode worden de dadergegevens uit het proces-verbaal vergeleken met het overzicht van de scooterrijders.
28
Op het moment dat er een match is tussen twee beschrijvingen wordt de betreffende scooterrijder aangehouden. Maatregel 7: Aanpakken van veelplegers Auto-inbrekers kunnen vallen onder de veelpleger-aanpak van het Openbaar Ministerie. Het OM kan daders aanmerken als veelplegers indien zij met grote regelmaat strafbare feiten plegen. Het gaat om een relatief kleine groep delinquenten die, door de grote hoeveelheid delicten die zij plegen, voor veel overlast zorgen. Het beleid ten aanzien van veelplegers is er op gericht om het criminele gedrag feitelijk onmogelijk te maken door middel van langdurige vrijheidsbeneming. Dit wordt bereikt door, in plaats van een delictgerichte aanpak, een persoonsgerichte aanpak te hanteren. Het gehele criminele verleden telt mee bij de berechting, waardoor zwaardere strafoplegging mogelijk wordt. Zo worden de veelplegers voor langere tijd uit de roulatie genomen. Maatregel 8: Aanpakken kopstukken en jeugdige veelplegers Het helder in beeld brengen van (aankomende) veelplegers en adequate maatregelen daarop, zoals een huisbezoek en inzichtelijk maken wat de gevolgen zullen zijn van de classificatie ‘veelpleger’ kunnen op een goede manier bijdragen aan de aanpak. Naast de aanpak van veelplegers wordt in de veiligheidshuizen ook vorm gegeven aan de persoonsgebonden aanpak van jeugdige verdachten. Elke jeugdige die een strafbaar feit pleegt, wordt in het veiligheidshuis voorzien van een passende interventie. Politie, OM en de raad voor de kinderbescherming hebben hiertoe het afdoeningsoverleg jeugd. Een groot deel van de autokraken wordt gepleegd door veelplegers. De aanpak van veelplegers kan op een goede wijze worden vormgegeven door de regie hierop te leggen bij een daderregisseur van de politie. Veelplegers worden in het justitieel casusoverleg veelplegers in de veiligheidshuizen besproken. Hier zitten politie, OM, gemeente en reclassering met elkaar om tafel om te komen tot een persoonsgebonden aanpak van veelplegers. De Inrichting Stelselmatige Dader (ISD) is een dergelijke aanpak, speciaal gericht op stelselmatige daders ofwel heel actieve veelplegers. Het primaire doel van deze maatregel is het criminele gedrag onmogelijk maken door langdurige vrijheidsbeneming en, indien de verdachte daartoe gemotiveerd is, het starten van een hulpverleningstraject. De politie kan door dadergericht te werken, zorgen dat verplegers die in aanmerking komen voor een ISD maatregel worden aangehouden en voorgeleid. Hiervoor is het van belang dat er intensief op deze person(en) wordt gerechercheerd. Met het OM wordt afgesproken dat in deze gevallen de maatregel ook daadwerkelijk wordt geëist. Door op deze manier veelplegers van de straat te halen wordt de maatschappij beschermd tegen deze vorm van structureel crimineel gedrag. Als de ISD maatregel wordt opgelegd dan zal dit zichtbaar effect hebben op de criminaliteit. Het vastzetten en hopelijk hersocialiseren van een notoire veelpleger zorgt voor een daling van VVC-delicten. Daarnaast worden in het risico-overleg alle jeugdige verdachten besproken die meer zorg nodig hebben of jeugdigen die onderdeel uit maken van de overlastgevende en criminele jeugdgroepen die door de partners zijn geprioriteerd naar aanleiding van de
29
Beke Ferweda inventarisatie. In dit overleg zitten ook jeugdzorg en de gemeente aan tafel. Belangrijk: Deze aanbeveling sluit aan bij de bestaande aanpakken van veelplegers. Een daderregisseur is er in veel districten namelijk al. Wat voor deze maatregel van belang is, is dat op operationeel niveau dadergericht gewerkt wordt. Door de focus te leggen op bekende veelplegers, bij voorkeur veelplegers die in aanmerking komen voor ISD, zullen deze veelplegers sneller worden binnengehaald. Deze strategie van ‘binnenhalen en vasthouden’ van veelplegers is een manier om veelvoorkomende criminaliteit stelselmatig aan te pakken. Het is een korpsdoelstelling om veelplegers met het label ISD zo snel mogelijk, in ieder geval binnen 3 maanden, aan te houden. Er kan voor deze aanpak gekozen worden om veelplegers aan bepaalde leden van het wijkteam te verbinden. Door deze koppeling zal de aandacht voor de veelplegers worden vastgehouden en zal de alertheid op operationeel niveau verder toenemen. De aanpak van veelplegers blijft actueel door hier consequent aandacht aan te besteden. De briefing is hiervoor een goed moment. Maatregel 9: Collectief toegangsverbod parkeergarages Parkeergarage-exploitanten kunnen samen het initiatief nemen tot een collectief toegangsverbod voor autokrakers en overlastgevers in parkeergarages. Met deze maatregel weren zij met één verbod autokrakers en overlastgevers uit alle aangesloten parkeergarages. De exploitanten kunnen hiermee het aantal autoinbraken terugbrengen en de veiligheid in de parkeergarages verbeteren. Autokrakers en overlastgevers ontvangen bij een eerste vergrijp een waarschuwingsbrief van de parkeergaragehouder. Het collectief toegangsverbod leggen zij op wanneer zij de autokraker of overlastgever voor een tweede maal aanhouden. Hij of zij mag dan één jaar niet in de deelnemende parkeergarages komen. Maatregel 10: Inzet lokauto tegen autokrakers Een manier om autokrakers aan te pakken, is het gebruik van de zogenaamde lokauto. De politie parkeert een onopvallende auto op een plek waar autokrakers actief zijn. Aantrekkelijke spullen als mobiele telefoons en laptops dienen als lokaas. De lokauto wordt vanuit een observatiewagen/ meldkamer in de gaten gehouden. De auto is uitgerust met een zender die een signaal afgeeft wanneer de auto wordt opengebroken. De auto wordt voorzien van apparatuur voor het registreren van diverse inbraak-mogelijkheden, ruitbreuk, contactslotverbreking, etc. De politie kan de krakers zo op heterdaad betrappen en direct arresteren. De aanpak door middel van lokauto’s werkt vooral effectief als de auto wordt ingezet op hot-spots. Het gebruik van een lokauto heeft over het algemeen veel succes. Enerzijds gaat van de lokauto een preventief effect uit: potentiële daders raken op de hoogte van de aanpak en zien af van hun activiteiten. Anderzijds is er sprake van een repressief effect. In een korte periode kan namelijk een groot aantal daders (en eventueel helers) worden aangehouden. Een nadeel van de aanpak met lokauto’s is dat het een vrij arbeidsintensieve manier van werken is. De politie moet de “opvolging” regelen om de daders op heterdaad te kunnen betrappen. Een minder intensieve werkwijze waarmee ook goede resultaten kunnen worden geboekt, zijn lokauto’s die
30
voorzien zijn van camera’s. Dankzij de camera’s kan het signalement van de kraker worden opgeslagen, waardoor de harde kern van autokrakers tegen de lamp loopt. Daders hoeven niet op heterdaad betrapt te worden, omdat de politie met de camerabeelden genoeg bewijsmateriaal heeft om de autokraker op een later tijdstip op te pakken. De lokauto is een opsporingsmiddel, de lokauto kan op hottimes en hotspots repressief ingezet worden. Deze onopvallende auto is voorzien van een camera en neemt de autokraak live op. Het effect hiervan is zowel preventief als repressief. Bij een frequente inzet van de lokauto op hotspots worden op termijn ongetwijfeld boeven gevangen. Deze ‘vangst’ vertelt het voort en het effect is dat de hotspot voor de potentiële daders een risicolocatie wordt en er van de daad wordt afgezien. De aanbeveling is om op een planmatige wijze de lokauto actief in te zetten op actuele hotspots. Inzet van de lokauto is afhankelijk van de beschikbaarheid en inzetbaarheid van dit voertuig. Na enkele inbraken is het voertuig namelijk bekend bij de autokrakers. Uitwisseling met andere eenheden is mogelijk een oplossing. Zoals al eerder benoemd, wordt tijdens een auto-inbraak de dader gefilmd. Wanneer het team de beelden uitkijkt, moet(en) de dader(s) worden herkend. Dit is bij 90% het geval. Veel van deze autokrakers zijn bekend bij de politie en hierdoor is het niet moeilijk de daders te herkennen. Wanneer een dader niet herkend wordt, kan worden uitgeweken naar andere politiedistricten en als laatste redmiddel kan de dader getoond worden op de regionale televisie. Belangrijk: - Zet de lokauto niet steeds in op dezelfde hotspot, maar wissel dit af. Hierdoor weten autokrakers nooit waar zij de lokauto kunnen verwachten. -
Zorg voor een goede afstemming met het Openbaar Ministerie.
-
Er zijn goede regelingen getroffen met betrekking tot het vervangen van ruiten en het herstellen van de overige schade na een inbraak in de lokauto.
De inzet en uitrusting van een spotauto kan op verschillende manieren, maar een aantal zaken zijn essentieel. De auto kan gekocht zijn of gehuurd. Met het verhuurbedrijf kunnen goede afspraken worden gemaakt over welke auto, wisselen van auto’s, schadeherstel al of niet in samenwerking met een gespecialiseerd bedrijf in autoruiten. Hier wordt verwezen naar het al eerder genoemde ‘Algemeen Document Autokraak’ van politie Amsterdam-Amstelland. In dit document vindt u de justitiële legitimatie van de inzetmiddelen, voorbeelden van de noodzakelijke procesverbalen en verdere aanwijzingen. Daar de verschillende arrondissementen (nog) eigen inzichten ten aanzien van deze materie kunnen hebben, is het zaak om de eigen plannen in het eigen arrondissement aan die inzichten te toetsen.
31
Het aangehaalde document van Amsterdam-Amstelland is dus geheel gebaseerd op de locale situatie en de daar heersende opvattingen van het OM. •
•
•
•
•
Maak vooraf goede afspraken met de officier van justitie. In (de bijlage van) het proces-verbaal worden standaard tekstblokken geplaatst over de goedkeuring van dit opsporingsmiddel. Zorg voor voldoende budget, houdt daarbij rekening met herstelkosten van schade aan de spotauto en kosten over het normale onderhoud van de auto. De auto wordt op een vaste plaats gestationeerd in b.v. een districtsbureau. In de garage van het bureau bevindt zich ook een laadstation voor de accu. Deze acculader heeft een groot vermogen. Stel iemand aan voor het beheer van de auto inclusief voor het bijhouden van de “uitleen” aan de plaatselijke collega’s. De auto wordt b.v. ingezet door een wijkteam/wijkcoördinator, die werkt volgens een vastgestelde richtlijn. Voor dit doel zijn de gebruikerbepalingen ook goed vastgelegd. Bij het verhoor van de verdachten wordt de inzet van de spotauto als het kan niet ter sprake gebracht. Vaak weten de veelplegers zelf niet, voor welke inbraak/auto zij zijn aangehouden. In de praktijk komt het voor dat men een aantal zaken bekent, waar de spotauto “tussen zit”. Leg de voorschriften over het gebruik goed vast en bewaar dit in een map bij de beheerder.
Maatregel 11: Intelligente camera’s Daarnaast worden er experimenten uitgevoerd met het gebruik van zogenaamde ‘slimme camera’s’ die autokrakers detecteren. De apparaten worden gebruikt op grote parkeerterreinen waar regelmatig auto’s worden opengebroken. De nieuwe camera registreert en interpreteert. Zo herkent de camera verdachte personen bijvoorbeeld aan hun looppatroon. Het apparaat maakt onderscheid tussen iemand die boodschappen in de kofferbak zet en een persoon die een radio wil stelen. In dat laatste geval geeft de camera een seintje aan de politie. De dader kan dan op heterdaad betrapt worden. Maatregel 12: Mobiele camera’s Mobiele camera’s zijn camera’s die op iedere willekeurige locatie kunnen worden geplaatst. De mobiele camera maakt een opname van de locatie. Er zijn verschillende vormen; de camera kan zowel delictgericht als gedragsgericht worden ingezet. Het effect is dat de opsporing van daders wordt versterkt, er een grotere bewijskracht is en het wijkteam zeer flexibel is bij de inzet van de camera bij urgente zaken. De beelden kunnen snel worden terug gekeken. De mobiele camera is erg vriendelijk in het gebruik en kan zonder hulp van derden worden ingezet. Alle nodige apparatuur, waaronder een laptop/software voor het bekijken en verwerken van de opnames, kan worden bijgeleverd. De camera’s zijn gecertificeerd en de beelden zijn van voldoende kwaliteit om als wettelijk bewijsmateriaal te dienen. Dit maakt de mobiele camera een geschikt opsporingsmiddel.
32
Uiteraard hoeft de mobiele camera niet alleen ingezet te worden bij auto-inbraken. Het kan voor heel uiteenlopende misdrijven worden gebruikt. Het is dus een investering voor veel vormen van criminaliteit en overlast. Belangrijk: - In de projectgemeenten heeft de gemeente de camera gefinancierd en verzekerd voor diefstal/schade. De gemeente is dus eigenaar en de politie is verantwoordelijk voor het beheer en de inzet. - Omwille van de beeldkwaliteit is het aan te raden de camera in te zetten op voldoende verlichte locaties en op plaatsen waar het aantal vluchtroutes beperkt is. Dit dwingt de dader in beeld te komen voor of na het plegen van het feit - Zorg voor de inzet voor afstemming met het Openbaar Ministerie, de wijkchef kan hiervoor contact opnemen met de districtsofficier. - Het opstellen van een inzetprotocol biedt handvatten voor de planmatige inzet van de mobiele camera. - Let op wetgeving ‘Bijzondere Opsporings Bevoegdheden’. Maatregel 13: Betrekken van hondenbezitters Hondenbezitters lopen elke dag een aantal keren met hun hond (meestal dezelfde ronde) en zij kennen de omgeving goed. Wanneer er iets anders is dan normaal (bijvoorbeeld personen op locaties waar nooit iemand staat op die tijd), zijn hondenbezitters bij uitstek de mensen die dit opvalt. Hierdoor kunnen zij prima als extra oren en ogen in het gebied worden ingezet. De aanbeveling is om de hondenbezitters actief te benaderen en een netwerk op te bouwen. Er is een aantal mogelijkheden om dit te doen. Er kan een brief worden rondgestuurd aan hondenbezitters, waarin uitleg wordt gegeven over het probleem en waarin zij gevraagd worden extra op te letten bij het uitlaten van de hond. In verschillende gemeenten werken hondenbezitters samen met de politie bij de aanpak van criminaliteit. Ook kan er een informatieavond worden georganiseerd om hondenbezitters op de hoogte te brengen. Er kan eventueel iets tegenover staan, bijvoorbeeld iets leuks voor de hond. Het is belangrijk duidelijke afspraken te maken tussen politie en hondenbezitters over hun ‘inzet’. Het is niet de bedoeling dat men zichzelf in gevaar brengt, door op verdachte personen af te stappen en hen te vragen waarom zij zich daar ophouden. Het is een mogelijkheid om naar de hondenbezitters (en alle inwoners) te communiceren dat er bij een verdachte situatie 112 gebeld kan worden. Hierdoor wordt de kans op een aanhouding op heterdaad veel groter. Bij een niet direct verdachte situatie, maar wel een ‘naar’ gevoel kan natuurlijk ook 0900-8844 gebeld worden. Het is mogelijk de gegevens van hondenbezitters op te vragen. De gemeente kan dit doen, aangezien deze gegevens bij de gemeente beschikbaar zijn.
33
Belangrijk: Het is van belang dat alle bewoners op de hoogte worden gesteld en dat iedereen wordt aangeschreven om extra oplettend te zijn. Wel kan hondenbezitters apart gevraagd worden extra oplettend te zijn. Maatregel 14: Betrekken van ondernemers en verenigingen Door informatieavonden te organiseren kunnen ondernemers en bijvoorbeeld leden van verenigingen gevraagd worden extra op te letten wanneer zij, bijvoorbeeld, hun auto parkeren om te gaan sporten. Maar een dergelijke informatieavond kan ook gebruikt worden om mensen bewust te maken van het probleem. Zij zullen eerder geneigd zijn hun waardevolle spullen uit de auto mee te nemen als zij gewaarschuwd zijn voor auto-inbraken. Zulke informatieavonden kunnen ook ingezet worden voor alle overige veiligheidsthema’s. Hierdoor zullen burgers zich ‘gehoord’ voelen en het zal hun bewustzijn vergroten Een kritische succesfactor bij de aanpak van auto-inbraken is de samenwerking met externe partners. Zoals eerder aangegeven, kunnen burgers/ondernemers betrokken worden bij het toezicht. Een echte verbeterslag vindt plaats als ondernemers, zoals bv. eigenaren van parkeergarages, als gelijkwaardige partner worden betrokken en onderdeel zijn van de integrale aanpak. Een goed voorbeeld hiervan is de aanpak van autokraken in de parkeergarages in het centrum van Utrecht. Zoals al meerdere malen aangegeven is het van belang mensen te wijzen op het bellen van 112, wanneer zij een verdachte situatie of een auto-inbraak etc. zien. Dit is niet altijd duidelijk, maar het is wel belangrijk voor de pakkans van eventuele daders. Hiermee wordt de ‘heterdaadkracht’ vergroot. Belangrijk: - Probeer na te gaan of er behoefte is aan dergelijke informatieavonden. - Wanneer er geen (of niet voldoende) behoefte is aan dergelijke avonden, kan er ook voor gekozen worden om een aantal keer per jaar een soort nieuwsbrief rond te sturen. Hierin kan informatie gegeven worden over relevante veiligheidsthema’s etc. - Bij (sport)verenigingen kan er voor gekozen worden om informatie op te hangen op het informatiebord.
34
Bijlage 3: Parkeerschijf/ ijskrabber
35
Bijlage 4: Preventieve maatregel autokluisje
Persbericht, Apeldoorn 4 juli 2013 Autokluisje een sterk wapen tegen autokraak
!"#$"#"%#"%&'"#&%#(")"*+,%)#'-")'"."/*)"#,/0-.+/&12#
3456$
!""#$"%&'()*+,-.&/-0&1--#')/"..)& +23..)0&3(,&31&/")#,3(45 /%&*0(!0!11&2%#$,,%0*$%2%&%.0$.2%&!%*0$30).02%04567801('$+,()-0 %.09%3%&+02%0+1.-0$302)%:-'1,0#1.09);#$$&9%%,20(!0,13'$30$:02$--)%&-0 ');2%.-0'(--%.-'$3-"
!!!"#$%&'()*+,()-".,
/")#,3(4$.3(+
Het landelijke programma aanpak autokraak, een publiek-private samenwerking, streeft naar: Geef dieven geen kans! • Parkeer uw auto in het licht en in het zicht van omliggende bebouwing of op een plaats waar veel mensen komen. • Niets erin, niets eruit! Laat geen waardevolle spullen achter in uw auto. Denk ook aan houders, snoeren en opladers. • Toch spullen achterlaten? Gebruik dan een VbV - SCM goedgekeurd autokluisje. • Controleer met de hand of uw auto goed afgesloten is. Het aantal auto-inbraken in Nederland is de laatste jaren fors gestegen, geeft burgers veel ergernis, overlast, onveiligheidsgevoelens en schade en veroorzaakt de samenleving een jaarlijkse schadelast van ruim 438 miljoen euro.
Publieke en private organisaties werken samen bij de aanpak en bestrijding van auto-inbraak. Politie en verzekeraars nemen hierin het voortouw, maar ook het ministerie van Veiligheid en Justitie, het O.M., de Stichting AVc, het CCV en de ANWB zijn hierbij nauw betrokken. In dit brede offensief is er nu een nieuw wapenfeit te melden: het eerste goedgekeurde VbV – SCM autokluisje is op de markt.
Waarom een autokluisje? Natuurlijk is de slagzin tegen autokraak ‘niets erin, niets eruit’ ijzersterk en blijft dat het uitgangspunt, maar soms is de zakelijke rijder of de particuliere automobilist genoodzaakt om waardevolle spullen achter te laten in de auto. Deze moeten goed kunnen opgeborgen worden. De goedgekeurde autokluis zal hierin moeten voorzien. Ook het ‘nieuwe werken’ op kantoor, thuis of flexibel waar dan ook, maakt het noodzakelijk om waardevolle voorwerpen en informatiedragers veilig te kunnen opbergen in de auto. Uit onderzoek blijkt dat een auto voorzien van een gecertificeerde voertuigbeveiliging vier keer minder risico op diefstal loopt. De goedgekeurde autokluis zal dit effect versterken of in ieder geval een mogelijke diefstal vertragen, zodat de pakkans wordt vergroot. Gecertificeerd autokluisje op de markt Daarom ontwikkelden de publiek-private partners samen met de auto- en beveiligingsbranche, het Keurmerk voor Voertuigbeveiliging. Het resultaat hiervan is dat er een door TNO getest en goedgekeurd autokluisje en bevestiging op de markt is gebracht, gecertificeerd door KIWA SCM. Hierin kan de automobilist een laptop, A4-map of andere waardevolle spullen in opbergen. Voor bevestiging is gekozen voor een universeel concept, waarbij de kluis in elke auto te plaatsen is en bij wisseling van voertuigen eenvoudig kan worden overgebouwd. Voor het gemak is de voertuigkluis uitgevoerd met een gemotoriseerd slot: kluisdeur opent automatisch na invoer juiste code. Ook is er gezorgd voor een verlicht codedisplay en automatische interieurverlichting. De kluis is voorzien van een bekleding aan de binnenzijde ter bescherming van uw kostbaarheden en het voorkomen van ongewenste bijgeluiden. De firma Nauta Security Storage BV ontving op 13 juni jl. het certificaat voor de eerste in Nederland goedgekeurde autokluis. Kijk voor meer informatie op: www.stichtingvbv.nl en www.scm.nl. 37
Bijlage 5: Preventie: voorbeeldbrief aan bewoners Geachte bewoner, Bij u in de buurt wordt regelmatig ingebroken. Mogelijk dat u daar zelf slachtoffer van bent geworden, of uw buren, kennissen of andere bekenden van u. Zonder meer een vervelende ervaring! Als politie proberen wij door het houden van preventieve acties én door het opsporen van daders, inbraken in auto’s te voorkomen. Preventieve acties Politieagenten van Bureau …………………….. hebben vanavond onder andere in uw buurt een preventieve actie gehouden. Zij hebben auto’s gecontroleerd op bijvoorbeeld waardevolle spullen die in het zicht lagen of op andere zaken die het risico van een auto-inbraak vergroten. In bijgaande folder staan tips waarmee u zoveel mogelijk kunt voorkomen dat er in uw auto wordt ingebroken. Het zijn dingen die u zelf kunt doen en die niet gelijk geld hoeven te kosten maar wel heel effectief kunnen zijn. Opsporen daders Natuurlijk doen wij ons uiterste best om daders van auto-inbraken op te sporen en aan te houden. Dit doen we bijvoorbeeld door gerichte surveillance op die tijdstippen dat in een bepaalde week of maand de meeste autoinbraken in het gebied plaatsvinden, het analyseren van signalementen en de manier waarop de auto-inbraken plaatsvinden. Het kunnen aanhouden van daders - met andere woorden het vergroten van de pakkans - is natuurlijk helemaal effectief. Dat schrikt mogelijke andere daders het meeste af. De hulp van u als bewoner kunnen we bij het opsporen van daders goed gebruiken. Hieronder leest u welke informatie daarbij belangrijk is en wat u daarin voor ons kunt betekenen. Welke informatie is belangrijk Voor het opsporen en kunnen aanhouden van daders is de volgende informatie belangrijk voor ons: • signalementen van verdachte personen/daders: uiterlijke kenmerken als lengte, haar, kleding; • in welke voertuigen verplaatsen zij zich, zoals: merk, type en kenteken; • maar dat kan bijvoorbeeld ook een fiets of bromfiets zijn: welke kleur, type, merk of andere opvallende kenmerken Vreemde of verdachte situaties Ziet u mensen in uw buurt of straat die daar niet thuis horen en bijvoorbeeld opvallen omdat ze meer dan normale aandacht hebben voor geparkeerde auto’s en/of de omgeving? Of heeft u het gevoel dat hun aanwezigheid niet klopt? Dit zijn situaties waarop wij zo snel mogelijk zullen reageren. Bel dan direct 1-1-2. Later denkt u Het is heel goed mogelijk dat u zich pas op een later tijdstip een verdachte situatie realiseert of later denkt ‘dat klopte niet’. Ook al heeft u het gevoel dat het misschien niet belangrijk is wat u heeft gezien, ook dan kan uw informatie waardevol voor ons zijn. En mocht het zo zijn dat in uw auto is ingebroken, laat ons ook dat weten. Bel dan 0900-8844: Geen spoed, wel politie (lokaal tarief). Liever anoniem Heeft u concrete informatie over daders of voertuigen die zij gebruiken en wilt u liever anoniem blijven? Bel dan 0800-7000: Meld Misdaad Anoniem. Heeft u een hond Zo ja, dan loopt u herhaaldelijk met uw hond door uw straat en wijk. Overdag, maar vaak ook ‘s ochtends vroeg en ’s avonds wat later op de avond. Een speciaal verzoek aan u is om tijdens de uitlaatrondes extra ogen en oren te zijn en ons te informeren over vreemde of verdachte situaties.
38
Heeft u zelf nog suggesties over onze aanpak of vragen? Neem dan contact op met het politiebureau ………………….. 0900-8844 Op de hoogte blijven van wat er in uw buurt speelt? Samen met de politie uw wijk veiliger maken? Dat kan! Volg nu politiebureau ……………. op Twitter: www.twitter.com/........... Op voorhand bedanken wij u alvast voor de informatie die u aan ons doorgeeft.
………………… Chef Bureau ………………………… Politie Haaglanden
Facebook.com/PolitieHGL
39
Bijlage 6: Preventie: voorbeeldbrief aan automobilisten Geachte automobilist, Uit onze analyses blijkt dat auto-inbraken in uw buurt gemiddeld vaker voorkomen dan in andere buurten. Regelmatig zetten wij ook politiemensen in die door de ogen van een inbreker naar de geparkeerde auto’s in deze buurt kijken. Zojuist hebben we uw auto gecontroleerd. Bij deze brief treft u een ‘bon’ aan waarop is aangekruist wat daarbij opviel. Het kan natuurlijk zijn dat u onze bewonersbrief gemist heeft. In de bijgevoegde folder leest u allerlei tips hoe u kunt voorkomen dat u slachtoffer wordt van auto-inbraak. Opsporen daders Natuurlijk doen wij ons uiterste best om daders van auto-inbraken op te sporen en aan te houden. Dit doen we bijvoorbeeld door gerichte surveillance op die tijdstippen dat in een bepaalde week of maand de meeste auto-inbraken in het gebied plaatsvinden, het analyseren van signalementen en de manier waarop de auto-inbraken plaatsvinden. Het kunnen aanhouden van daders - met andere woorden het vergroten van de pakkans - is natuurlijk helemaal effectief. Dat schrikt mogelijke andere daders het meeste af. De hulp van u als bewoner kunnen we bij het opsporen van daders goed gebruiken. Hieronder leest u welke informatie daarbij belangrijk is en wat u daarin voor ons kunt betekenen. Welke informatie is belangrijk Voor het opsporen en kunnen aanhouden van daders is de volgende informatie belangrijk voor ons: • signalementen van verdachte personen/daders: uiterlijke kenmerken als lengte, haar, kleding; • in welke voertuigen verplaatsen zij zich, zoals: merk, type en kenteken; • maar dat kan bijvoorbeeld ook een fiets of bromfiets zijn: welke kleur, type, merk of andere opvallende kenmerken Vreemde of verdachte situaties Ziet u mensen in uw buurt of straat die daar niet thuis horen en bijvoorbeeld opvallen omdat ze meer dan normale aandacht hebben voor geparkeerde auto’s en/of de omgeving? Of heeft u het gevoel dat hun aanwezigheid niet klopt? Dit zijn situaties waarop wij zo snel mogelijk zullen reageren. Bel dan direct 1-1-2. Later denkt u Het is heel goed mogelijk dat u zich pas op een later tijdstip een verdachte situatie realiseert of later denkt ‘dat klopte niet’. Ook al heeft u het gevoel dat het misschien niet belangrijk is wat u heeft gezien, ook dan kan uw informatie waardevol voor ons zijn. En mocht het zo zijn dat in uw auto is ingebroken, laat ons ook dat weten. Bel dan 0900-8844: Geen spoed, wel politie (lokaal tarief). Liever anoniem… Heeft u concrete informatie over daders of voertuigen die zij gebruiken en wilt u liever anoniem blijven? Bel dan 0800-7000: Meld Misdaad Anoniem.
40
Heeft u een hond… Zo ja, dan loopt u herhaaldelijk met uw hond door uw straat en wijk. Overdag, maar vaak ook ‘s ochtends vroeg en ’s avonds wat later op de avond. Een speciaal verzoek aan u is om tijdens de uitlaatrondes extra ogen en oren te zijn en ons te informeren over vreemde of verdachte situaties. Heeft u zelf nog suggesties over onze aanpak of vragen? Neem dan contact op met het politiebureau ………………….. 0900-8844. Op de hoogte blijven van wat er in uw buurt speelt? Samen met de politie uw wijk veiliger maken? Dat kan! Volg nu politiebureau ……………. op Twitter: www.twitter.com/........... Op voorhand bedanken wij u alvast voor de informatie die u aan ons doorgeeft.
………………… Chef Bureau ………………………… Politie Haaglanden
Facebook.com/PolitieHGL
41
Bijlage 7: Twee posters Autokraak
Pas op! Autokrakers bij u de buurt HAAGLANDEN
HGL L L L L L
Doe uw auto altijd op slot Laat als het kan geen (waardevolle) spullen achter in uw auto. Zeker niet zichtbaar! Laat het dashboardkastje open Stop de aansteker terug in de houder, nadat u deze gebruikt heeft voor uw mobiele telefoon of uw navigatiesysteem Parkeer zoveel mogelijk in de buurt van huizen, als het kan onder een lantaarnpaal
Ziet u verdachte personen rondom auto’s? Geen tijd voor twijfel. Bel altijd 112!
42