• •
Veiligheidsstrategie 2008 - 2011 Projectteam Veelvoorkomende criminaliteit
Handboek Veel Voorkomende Criminaliteit Thema ‘Autokraak’
Projectgroep ‘Aanpak VVC’
Inhoudsopgave: 1. Voorwoord ............................................................................................................................. 3 2. Inleiding ................................................................................................................................. 4 3. Stappenplan ............................................................................................................................ 5 4. Best practices .......................................................................................................................... 6 4.1 Doelenboom ..................................................................................................................... 7 4.2 Communicatie .................................................................................................................. 8 4.3 Preventieve interventies ................................................................................................. 13 4.4 Slimmer toezicht en handhaving .................................................................................... 16 4.5 Omgeving ....................................................................................................................... 24 5. Contactinformatie ................................................................................................................. 26 6. Toelichting stappenplan: ‘De Cyclische aanpak’ ................................................................. 27 7. Bijlagen ................................................................................................................................ 30 7.1 Handreiking Wijkarrangement ....................................................................................... 31
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
2
1. Voorwoord Autokraak is een van de meest voorkomende vormen van criminaliteit. Het aantal autoinbraken dat jaarlijks wordt gepleegd moet omlaag. Dit handboek geeft u handvatten om de aanpak van autokraak in uw gemeente op een goede manier te organiseren. Dit handboek is een concrete uitwerking van de Regionale Veiligheidsstrategie (RVS) 2008-2011. Deze strategie stimuleert en organiseert regionale samenwerking op gebied van integrale veiligheid. Binnen de RVS is ‘Veelvoorkomende Criminaliteit’ (VVC) een van de thema’s waarop binnen de regio Utrecht wordt samengewerkt aan werkbare en effectieve oplossingen. Het thema VVC richt zich op fietsendiefstal, auto-inbraken en vernielingen. Praktisch handboek Samen met mijn co-drivers van het thema VVC, Vincent Wigmans (districtschef Binnensticht) en Mieke Jansen (Openbaar Ministerie), presenteer ik u dit handboek over de aanpak van autokraak. Door aan de slag te gaan met de methodes in dit handboek willen we de volgende resultaten bereiken: - een daling van het slachtofferschap van VVC van 44 in 2006 naar 26 per 1000 inwoners in 2011; - een daling van het aantal aangiften VVC in 2011 van 40% ten opzichte van 2006 bij een gelijkblijvende aangiftebereidheid; - alle gemeenten in de regio Utrecht hebben een integraal veiligheidsplan (IVP) en voor alle veiligheidsthema’s is een wijkarrangement afgesproken.. Hoe is het handboek tot stand gekomen? De projectgroep VVC is begonnen met het verzamelen van best practices en het uitvoeren van een regionale kwantitatieve analyse van het aantal autokraken. Vervolgens zijn voor dit thema drie projectgemeenten geselecteerd van verschillende grootte; Nieuwegein, Breukelen en Bunnik. Aan de hand van een lokale kwalitatieve analyse is een adviesrapport voor elke projectgemeente opgesteld. Hierin zijn aanbevelingen gedaan die aansluiten op de lokale problematiek. Deze aanbevelingen zijn inmiddels door de meeste projectgemeenten overgenomen en omgezet in een plan van aanpak. Soms is zelfs al uitvoering gegeven aan de adviezen en zijn de eerste resultaten zichtbaar positief. Ook voor u! Nu kunt u ook gebruik maken van de methodes die in dit handboek staan beschreven. Dit handboek is, in samenwerking met de projectgemeenten, Bureau Ketensamenwerking (BKS), het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) en Stichting Aanpak Voertuigcriminaliteit (AVc), opgesteld door de projectgroep. Naast het handboek van het thema autokraak, zijn er ook handboeken geschreven over de thema’s fietsdiefstal en vernieling. De drie handboeken vormen samen de regionale advisering van het thema Veelvoorkomende Criminaliteit. Ik hoop dat dit handboek u inspireert en u vol enthousiasme kunt beginnen met de aanpak van VVC in uw gemeente.
Frits Naafs, burgemeester Utrechtse Heuvelrug, driver VVC Handboek auto-inbraken, versie 1.0
3
2. Inleiding Auto-inbraken geven een gevoel van onveiligheid. Daarom is een daling van de cijfers van dit delict van groot belang voor de verbetering van de subjectieve, maar ook van de objectieve veiligheid. Een structurele en integrale aanpak is hiervoor cruciaal. Het handboek van het thema auto-inbraken begint met een stappenplan, waarin de stappen beschreven staan die genomen moeten worden om de aanpak integraal op te zetten. Deze stappen worden achter in het document (hoofdstuk 6) per stap toegelicht, waarbij concrete activiteiten en verantwoordelijkheden worden beschreven. In dit handboek wordt tevens een overzicht gegeven van alle best practices die zijn uitgevoerd bij de projectgemeenten van het project VVC. De ervaringen en aandachtspunten van de projectgemeenten van auto-inbraken worden beschreven bij de best practices die in dit handboek staan. De best practices worden zo concreet mogelijk beschreven, zodat andere gemeenten deze efficiënt kunnen invoeren. Tevens wordt per best practice aangegeven welke gemeente deze heeft toegepast en dus benaderd kan worden voor aanvullende informatie. Ook worden er punten aangegeven die belangrijk zijn bij de invoering van de best practices. De ‘handreiking wijkarrangement’ is als bijlage toegevoegd. Hierin staat alle informatie die nodig is om het wijkarrangement in te vullen en te gebruiken. Het gebruik van het wijkarrangement bij de samenwerking met partners is één van de doelstellingen van de RVS. Hiervoor is een nieuw document opgesteld, waarmee meteen gewerkt kan worden. Een wijkarrangement is een concrete uitwerking van een veiligheidsprobleem uit een projectplan/plan van aanpak en geeft de mogelijkheid om de inzet op dit veiligheidsprobleem te monitoren. Met de communicatiecampagne wordt een regionale uitrol beoogd, waardoor elke gemeente hetzelfde beeldmerk zal hebben in de strijd tegen auto-inbraken. De campagne is rechtenvrij en kan dus meteen besteld en ingezet worden. Het communicatieplan is digitaal opvraagbaar bij Michael Schrieken. Mocht u nog vragen hebben dan kunt u contact opnemen met de ambtenaren Openbare Orde en Veiligheid van de projectgemeenten en wijkchefs van de politie of met Michael Schrieken (projectleider VVC). In hoofdstuk 5 zijn alle contactgegevens te vinden.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
4
3. Stappenplan Inleiding Dit stappenplan geeft een overzicht van de te nemen stappen die nodig zijn om het probleem van auto-inbraken integraal en structureel aan te pakken. Deze stappen zijn vooral bedoeld als leidraad voor het vormen van een projectplan. De stappen zijn verderop in het document uitgebreid beschreven in hoofdstuk 6.
Stap 1: Borging - bestuurlijk draagvlak creëren voor de aanpak van auto-inbraken - prioriteren binnen lokale driehoek Stap 2: Analyse - inzichtelijk maken van het lokale probleem en de huidige aanpak - de politie maakt een lokale kwalitatieve analyse (hotspots, hottimes, partners) en in samenwerking met de gemeente wordt een overzicht van mogelijke oorzaken gemaakt Stap 3: Afstemmingsoverleg - afstemmingsoverleg gemeente, politie en openbaar ministerie (in het driehoeksoverleg/districtscollege) - doelstellingen opstellen, regisseur gemeente - schouw organiseren met (mogelijke) partners Stap 4: Planvorming - oorzaken koppelen aan best practices met de doelenboom Stap 5: Besluitvorming (regie) - afstemmingsoverleg tussen gemeente, politie, openbaar ministerie en eventuele andere partners - invullen doelstelling en probleemstelling in het wijkarrangement - goedkeuring op bestuurlijk niveau voor de uitvoering Stap 6: Uitvoering - uitvoeren van opgestelde plannen - melden binnen de regio, door de politie (Regionaal Informatie Knooppunt (politie) / Programmabureau Regionale Veiligheidsstrategie) Stap 7: Monitoren en tussenevaluatie - periodiek ontwikkelingen monitoren - periodiek evalueren van de aanpak Stap 8: Bijsturen - inspelen op de ontwikkelingen
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
5
4. Best practices Het volgende gedeelte van dit handboek gaat in op de best practices die bijdragen aan de aanpak van auto-inbraken. Categorisering best practices De best practices zijn gecategoriseerd op onderwerp, namelijk: ‘Bewustwording’, ‘Preventie’, ‘Slimmer toezicht en handhaving’ en ‘Omgeving’. Binnen deze onderwerpen worden verschillende best practices beschreven. Beschrijving best practices In het tekstvak staat relevante informatie over onderwerpen waarmee rekening gehouden dient te worden bij de invoering. Zo staat bij ‘schaal’ aangegeven of de best practice geschikt is voor een kleine, middelgrote of grote hotspot. Bij ‘termijn’ wordt aangegeven wat de invoertijd is. Bij ‘kosten’ wordt een indicatie gegeven van de te maken kosten. ‘Partners’ geeft aan welke partners nodig zijn voor de uitvoering. De algemene tekst geeft een beschrijving van de best practice en het effect ervan. Bij ‘Belangrijk’ wordt informatie gegeven die handig is bij de uitvoering. Maken van keuzes Om de maatregelen voor de aanpak van auto-inbraken te kiezen is het van belang om goed inzicht te hebben in de lokale problematiek. Als deze analyse gemaakt is, kan gekozen worden voor een aantal maatregelen die zich toespitsen op de specifieke problemen in uw gemeente. De keuze voor passende best practices kan gemaakt worden met de doelenboom die op de volgende pagina wordt weergegeven. Bovenaan de doelenboom staat een drietal beïnvloedingsvelden aan de hand waarvan autoinbraken aangepakt kunnen worden. Aan de rechterzijde staan de vier onderwerpen waarin de best practices gecategoriseerd zijn. Hierdoor kan snel een duidelijk overzicht van de best practices verkregen worden. Door in de kolom van de beïnvloedingsvelden van de auto-inbraken te kijken, kan een mix van best practices gekozen worden die gericht zijn op de lokale situatie. Overige projecten Naast de in dit handboek beschreven best practices zijn er een aantal projecten en onderwerpen die nauw samenhangen met de aanpak van auto-inbraken. Enkele voorbeelden hiervan is de Stichting Aanpak Voertuig Criminaliteit (AVc). Dit is een publiek privaat samenwerkingsverband, met als doel de bestrijding van voertuigcriminaliteit. Dit gebeurt door samenwerking tussen de betrokken partijen met samenhangende projecten en activiteiten te realiseren. Om de bereikbaarheid en toegankelijkheid van de wijkagent te vergroten kan gebruik gemaakt worden van de site www.buurtlink.nl. Binnen de politie Utrecht heeft Hugo Roozendaal hier ervaring mee. Het implementatievoorstel voor Buurtlink is digitaal op te vragen bij Michael Schrieken. Bij het CCV is een document beschikbaar waar een aantal best practices in staan, die verzameld zijn uit het hele land. Dit document is te vinden op: http://www.hetccv.nl/binaries/ccv/dossiers/verplaatsen/voertuigcriminaliteit/ccv_autokraak.pd f
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
6
4.1 Doelenboom Aanpak daders
Minder slachtoffers
Fysieke ruimte
Inzet lokale media Informatie verstrekken ondernemers/burgers
Popnagelactie
Preventieve interventies
SelectaDNA
Communicatie
Aansluiten bij de regionale communicatiecampagne
Opzetten burgernet
Mobiel cameratoezicht Inzet lokauto Betrekken hondenbezitters bij toezicht
Slimmer toezicht en handhaving
Persoonsgerichte aanpak van veelplegers en jeugdige verdachten
Betrekken ondernemers, verenigingen bij toezicht
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
Omgeving
Inrichting fysieke ruimte
7
4.2 Communicatie Draagvlak creëren Zowel bij de gemeente, bij de politie als bij het OM is er binnen de eigen organisatie op verschillende niveaus draagvlak voor de aanpak nodig. De ervaring leert dat de schaal waarop VVC thema’s invloed hebben op de totale criminaliteitscijfers niet voldoende bekend is. Communicatie speelt een zeer belangrijke rol bij bewustwording en het creëren van draagvlak. Het vestigen van de aandacht op de problematiek, bijvoorbeeld in lokale media, via internet of op andere wijze draagt hieraan bij. Door helder te communiceren over het probleem en de aanpak ervan, wordt zowel intern als extern draagvlak gecreëerd, dit is een belangrijke stap voor het laten slagen van de aanpak. Bewustwording is dus een onmisbaar onderdeel van de aanpak van onder andere autoinbraken en loopt als een rode draad door de aanpak heen. Communicatie Een belangrijk doel van de Regionale Veiligheidsstrategie is het vertrouwen van de burger in de overheid te vergroten. Door via een campagne op eenduidige wijze met de burger te communiceren over de aanpak van Veel Voorkomende Criminaliteit, maken we, als ketenpartners, helder dat we het probleem serieus nemen. Daarnaast is ook de samenwerking met en de eigen verantwoordelijkheid van de burger een belangrijk punt. Burgers kunnen zelf veel doen om hun leefomgeving veiliger te maken. De campagne bevat dus twee sporen: - Preventiecommunicatie - Communicatie over repressie, handhaving en toezicht Communicatie maakt de inspanningen zichtbaar die de samenwerkende partijen verrichten om auto-inbraak terug te dringen maar vooral om autobezitters te laten zien dat zij zelf een rol spelen in het creëren van een veilige woonomgeving. Communicatie tussen de burgers, gemeente en politie is ook zeer belangrijk. Wanneer burgers zich niet bewust zijn van wat zij kunnen doen tegen het probleem, zal er niets gebeuren. Een manier om burgers te bereiken is aan te sluiten bij de regionale communicatiecampagne. Middelen die hieruit voort zijn gekomen zijn flyers, posters, spandoeken, borden etc. Positief aan deze communicatiecampagne is onder andere dat het regionaal ingezet gaat worden. Hierdoor zijn de materialen herkenbaar in de rest van de regio en dat zal een positieve uitwerking hebben op het bewustzijn van de burger. Het communicatieplan is digitaal op te vragen bij Michael Schrieken. Informatie verstrekken Een andere best practice die in dit handboek beschreven wordt is ‘informatie verstrekken aan ondernemers/burgers’. Wanneer ondernemers en burgers weten dat er iets aan de problematiek gedaan wordt, zullen zij eerder geneigd zijn zelf ook stappen te ondernemen. Dit kan ook bereikt worden met ‘inzet lokale media’. Wanneer het duidelijk is dat bepaalde thema’s prioriteit hebben voor de gemeente en de politie, zal dat een positieve uitwerking hebben.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
8
Aansluiten bij de regionale communicatiecampagne autokraak
Schaal: deze best practice kan ingezet worden bij een grote, middelgrote en kleine hotspot. Termijn: afhankelijk van de lokale situatie en het medium (internet, krant etc.). Kosten: afhankelijk van de lokale situatie, middelen en het medium (internet, krant etc.). Partners: gemeente, politie, communicatieafdeling van de gemeente/politie.
De focus van communicatie ligt op preventie. Communiceren op de hotspots, op díe plekken waar mensen risico lopen is het allerbelangrijkst. Communicatie via massamedia, zoals het naar buiten brengen van resultaten en successen, kan ook ingezet worden. Door free publicity te genereren door het actief benaderen van de media, wordt de campagne verlengd en is er meer en langer aandacht voor de boodschap. Voor het slagen van preventie is communicatie richting autobezitters heel belangrijk. Zij hebben zoals gezegd een rol in de veiligheid van hun auto: een auto wordt opengebroken voor de buit, zichtbaar of niet. Als je zelf je auto leeghaalt, is de kans dat je slachtoffer wordt van auto-inbraak aanzienlijk kleiner. Een belangrijk deel van de communicatie is daarom gericht op voorlichting; het geven van tips en handelingsperspectief. Tegelijkertijd is het belangrijk om ook repressie, handhaving en toezicht niet uit het oog te verliezen bij communicatie (zie best practice ‘inzet lokale media’). Hierdoor kan er duidelijk worden wat er door de ketenpartners gedaan wordt om auto-inbraken tegen te gaan. Wanneer er enkel over preventie gecommuniceerd wordt, kunnen inwoners de indruk krijgen dat het hún probleem is. Regionaal aanbod Met betrekking tot het onderwerp auto-inbraak is de campagne zoals uitgevoerd in de Gemeente Utrecht “Auto leeg?....doe ’t liever zelf!”, naar voren gekomen uit de inventarisatieronde van geschikte, bestaande middelen. Deze campagne draagt de boodschap helder en herkenbaar over, is relatief gemakkelijk op maat te maken voor brede toepasbaarheid en is daarom geschikt om in te zetten. De rechten van deze campagne zijn door de projectgemeenten “Autokraak”, Bunnik, Breukelen en Nieuwegein aangekocht. De campagne wordt door deze projectgemeenten “autokraak” aanbevolen en voor iedere gemeente in provincie Utrecht beschikbaar gesteld. Kernboodschap campagne Inbraak in uw auto is onacceptabel. Diefstal pakken wij hard aan. Politie, gemeente, parkeergarages en openbaar ministerie werken nauw samen om auto-inbraak terug te dringen. Ook u kunt wat doen aan het voorkomen van inbraak. Verreweg de meeste auto’s worden namelijk opengebroken omdat er buit valt te halen. Neem consequent uw laptop, navigatiemiddelen en geluidsapparatuur mee. Dan daalt de kans op buit (en daarmee op schade) aanzienlijk. Regionaal en lokaal De kracht van de campagne zit in de regionale uitstraling met lokale invulling. Inwoners verplaatsen zich door de regio en zien overal dezelfde uitingen. De binding met de eigen
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
9
gemeente wordt ingevuld door het plaatsen van het logo en de websitenaam van de desbetreffende gemeente op de middelen. De kosten van het plaatsen van een eigen logo worden hoger naarmate de oplage van het middel lager wordt. Er kan dus gekozen worden om middelen waarvan kleine gemeenten er maar enkele exemplaren nodig hebben (bijv. spandoeken, banners etc.) niet met het eigen logo en websitenaam te bedrukken. De overige middelen kunnen dan wel voorzien worden van het gemeentelijke logo/websitenaam zonder heel veel extra kosten te maken. Er is digitale content beschikbaar, met onder andere tips om auto-inbraak te voorkomen. Elke gemeente kan dit op haar eigen website plaatsen. Ook dit zorgt weer voor regionale binding. Belangrijk: - Beschikbare middelen van de communicatiecampagne zijn spiegelhangers, folders, posters, metalen bordjes en banieren. - Op de hotspots kan er geflyerd worden met een spiegelhanger, het liefst in combinatie met een handhavingsanctie van de politie. - Op tijdelijke hotspots kunnen banieren opgehangen worden en op structurele hotspots kan één (of meer) metalen bord geplaatst worden. - Op het wijkbureau, het gemeentehuis of het politiebureau kunnen folders en posters geplaatst worden. - Communicatie richting de media kan gedaan worden door middel van een persbericht over de start van de campagne (zie ‘inzet lokale media’). - Er kan een startmanifestatie georganiseerd worden, waarbij bijvoorbeeld de burgemeester en/of de wethouder de aftrap doet voor de campagne. - Stem de start van de campagne af met de politie (wijkteam en communicatie), zodat eventuele handhavingsacties afgestemd kunnen worden op de campagne. Daarnaast is het aan te raden de campagne in te zetten op een piekmoment van het aantal autoinbraken. - Voor meer informatie over de regionale campagne kunt u contact opnemen met Jeroen de Jong van de gemeente Nieuwegein, Ruben Visscher van de gemeente Breukelen of Bart van Dijk van de gemeente Bunnik.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
10
Inzet lokale media
Schaal: deze best practice kan ingezet worden voor een grote, middelgrote en kleine hotspot. Termijn: afhankelijk van de lokale situatie en het medium (internet, krant etc.). Kosten: afhankelijk van de lokale situatie en het medium (internet, krant etc.). Partners: gemeente, politie, communicatieafdeling van de gemeente/politie.
Het af en toe plaatsen van een persbericht over controles op het gebied van auto-inbraken in de lokale/regionale krant of op internet, kan leiden tot een afname van het aantal autoinbraken. Dit kan preventief zijn, dus vóór de controle, maar het kunnen ook resultaten zijn van een al uitgevoerde controle of postactie. Door middel van de media kunnen de burgers op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen op bijvoorbeeld het gebied van auto-inbraken. In de lokale/regionale krant kunnen bijvoorbeeld cijfers worden vermeld van het aantal auto-inbraken in de maand ervoor. Hierdoor worden burgers geïnformeerd over de stand van zaken en het is een geheugensteuntje om niet te vergeten de waardevolle spullen uit de auto te halen. Dit heeft niet alleen een positief effect op het bewustzijn van de burger om de waardevolle eigendommen uit de auto te halen, maar het is ook een middel om te laten zien dat de verschillende partners zich bezighouden met het probleem, bijvoorbeeld wanneer de cijfers een daling laten zien. Wanneer de burger ziet dat er écht iets aan het probleem gedaan wordt, zal zij eerder geneigd zijn de waardevolle eigendommen uit de auto te halen. Belangrijk: - Plaats deze aankondigingen/situatieschets niet te vaak. Wanneer de berichtgeving te frequent is, kunnen mensen hun interesse verliezen. -
Bekijk het aantal unieke hits op de internetsite van de gemeente. Wanneer dit laag is, is het misschien beter om te kiezen voor een bericht in de lokale krant.
-
Het gebruik van de media is ‘free publicity’: er kunnen veel mensen/doelgroepen bereikt worden, tegen lage kosten.
-
Voor meer informatie kan contact worden opgenomen met de ambtenaar OOV van de gemeente Nieuwegein.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
11
Informatie verstrekken ondernemers/bewoners
Schaal: het is geschikt voor alle hotspots, mits er bewoners/ondernemers zijn die bereid zijn het gesprek aan te gaan. Termijn: de aanbeveling is op korte termijn toepasbaar. Wanneer de partners gevonden zijn, kunnen zij worden uitgenodigd. Kosten: tijd (uren). Partners: gemeente, politie, ondernemers, bewoners.
Deze best practice is erop gericht informatie te verstrekken aan ondernemers/bewoners, over onder andere auto-inbraken. Om een aantal keer per jaar een bijeenkomst te organiseren om informatie uit te wisselen over veiligheid in het algemeen, zullen ondernemers en bewoners zich betrokken voelen bij het thema. Er kan tijdens een bijeenkomst gevraagd worden naar ervaringen, maar ook of mensen extra oplettend willen zijn met betrekking tot bijvoorbeeld auto-inbraken. Tevens kan verteld worden dat er altijd aangifte moet worden gedaan en dat men 112 moet bellen bij een verdachte situatie. Belangrijk is dat deze best practice kan worden ingezet voor allerlei veiligheidsthema’s, hetgeen afhangt van het lokale criminaliteitsbeeld. Ook is het een mogelijkheid om een e-mailcirkel op te zetten. Alle e-mailadressen van de deelnemende ondernemers en bewoners worden geïnventariseerd, waarna zij bijvoorbeeld eens per maand een e-mail krijgen, waarmee zij op de hoogte gehouden worden van de ontwikkelingen op het gebied van veiligheid. Een nadeel hiervan is dat het lastig is e-mailadressen up-to-date te houden. Deze informatie wisselt vaak snel en het is dan ook aan te raden, dit alleen te doen wanneer het gaat om een kleine groep ondernemers/bewoners. Belangrijk: - Let er op dat mensen niet te vaak informatie krijgen, hierdoor kan toch de aandacht verslappen en zal de positieve uitwerking verminderen.
- Benadruk dat het niet de bedoeling is dat mensen eigen rechter spelen of dat zij op wat voor manier dan ook risico’s nemen, waardoor zij gevaar zullen lopen.
- Voor meer informatie over deze best practice kunt u contact opnemen met de ambtenaar OOV van de gemeente Nieuwegein.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
12
4.3 Preventieve interventies ‘Preventieve interventies’ is één van de beïnvloedingsvelden bij de aanpak van auto-inbraken. Echter is het begrip preventie erg breed. Zo hebben de maatregelen in het hoofdstuk ‘Bewustwording’ ook een preventieve uitwerking, namelijk dat men attent is op het probleem en de eigen verantwoordelijkheid neemt wat betreft het weghalen van eigendommen uit de auto. Dit hoofdstuk zal voornamelijk gericht zijn op de acties die vanaf het begin een duidelijk preventieve werking hebben. Preventie Preventie is een belangrijk beïnvloedingsveld bij auto-inbraken, want hierdoor worden autoinbraken helemaal voorkomen. Er is geen schade, dader of enige vorm van leed. Hoe nuttig preventie ook is, tegelijk is het een moeilijk onderwerp. Het is makkelijker gezegd dan gedaan om auto-inbraken helemaal te voorkomen. Best practices SelectaDNA is een relatief nieuw ‘middel’. Hiermee kunnen waardevolle spullen gemerkt worden. Belangrijk is dat het niet alleen werkt tegen auto-inbraken, maar ook tegen, bijvoorbeeld, woninginbraken en overvallen. Tevens gaat er een preventieve werking van SelectaDNA uit. Wanneer er is aangegeven bij bijvoorbeeld een parkeerplaats (voor bewoners), dat de auto’s die er geparkeerd staan (het gaat dan om bijvoorbeeld de ingebouwde navigatiesystemen), voorzien zijn van SelectaDNA, kan dit een preventieve werking hebben. Bij ‘popnagelactie’ is het belangrijk te weten dat diefstal van een kentekenplaat bij de politie wordt weggeschreven onder ‘diefstal af/uit auto’. De diefstal van kentekenplaten draagt dus bij aan het totaalcijfer. Om erachter te komen of er in uw gemeente sprake is van diefstal van kentekens, moet er een analyse gemaakt worden door de politie van de aangiftes. Door middel van een popnagelactie kan de diefstal van kentekenplaten voorkomen worden én de burger zal zich meer bewust worden van deze vorm van diefstal.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
13
SelectaDNA
Schaal: deze best practice is geschikt voor elke hotspot. Termijn: deze best practice kan worden ingezet op de middellange termijn. Kosten: zie website SelectaDNA. Partners: gemeente, politie, SelectaDNA, verzekeraars
SelectaDNA is een inventieve manier om uw spullen te markeren om diefstal tegen te gaan en om gestolen eigendommen weer terug te brengen bij de eigenaar. Het markeert de waardevolle eigendommen met synthetische DNA en microdots. Deze DNA is uniek voor de goederen, evenals de microdots. Het DNA licht op onder een UV-lamp, waardoor makkelijk te zien is of iets gemarkeerd is. Als de DNA code geregistreerd is kan de politie via een beveiligde database de persoonsgegevens opzoeken, indien de goederen worden teruggevonden. Hierdoor zijn waardevolle eigendommen indien verloren of gestolen altijd terug te traceren naar de eigenaar. Om daders van bijvoorbeeld overvallen of bedrijfsinbraken te traceren kan boven de uitgang of op hotspots, een spray-unit opgehangen worden. Deze units zijn uitgerust met een bewegingsmelder. SelectaDNA werkt preventief. Bij SelectaDNA worden niet alleen het synthetische DNA en microdots geleverd, maar ook stickers om bijvoorbeeld op de auto te plakken, maar ook op een huis of waardevolle eigendommen. Doordat de crimineel weet dat de eigendommen gemerkt zijn, weet hij dat de kans op vervolging bij aanhouding groot is. Ook helers kunnen de aanwezigheid van SelectaDNA vaststellen en zullen deze voorwerpen niet willen afnemen, omdat het risico te groot is. Bij controle door de politie kan de herkomst van diefstal niet worden ontkend. SelectaDNA werkt niet alleen om auto-inbraken te voorkomen, maar het kan ook gebruikt worden bij de aanpak van woninginbraken. Dit is tevens één van de 5 thema’s uit de RVS. Ook dieven zoeken de weg van de minste weerstand. Belangrijk: -
SelectaDNA is te gebruiken tegen inbraken (auto, woning, bedrijf), overige diefstallen (bijvoorbeeld koper- en looddiefstallen, diefstal van waardevolle eigendommen in de openbare ruimte) en overvallen.
-
Alleen de politie heeft toegang tot de database met gegevens van gebruikers.
-
Meer informatie kunt u vinden op de internetsite van SelectaDNA: www.selectadna.nl.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
14
Popnagelactie
Schaal: deze best practice is niet afhankelijk van de grootte van een hotspot en kan overal ingezet worden. Termijn: deze best practice kan op de middellange termijn ingezet worden. Er moeten afspraken worden gemaakt met ondernemers en de actie moet groots worden aangekondigd. Kosten: afhankelijk van de afspraken met de ondernemers. Partners: gemeente, politie, garagebedrijven, dealers en APK keuringsstations, scholen (inzet voor popnagelen op locatie.
Kentekenplaten worden gestolen om deze te bevestigen op de auto van de crimineel, om hiermee bijvoorbeeld te kunnen tanken zonder te betalen, om de auto als vluchtauto te gebruiken na een misdrijf etc. Het is vervelend als de kentekenplaten worden gestolen, want het kost tijd en geld om de nieuwe platen aan te vragen. Tevens is het zeer vervelend wanneer mensen bekeuringen krijgen of worden aangehouden omdat er met ‘hun’ auto een misdrijf is gepleegd, terwijl de kentekenplaten gestolen zijn. De diefstal van een kentekenplaat wordt als diefstal af/uit auto geregistreerd bij de politie en draagt dus bij aan het totaalcijfer, door middel van een analyse moet dus bekeken worden of dit probleem zich voordoet in uw gemeente. Met een popnagelactie wordt gedoeld op het vastmaken van de kentekenplaten aan de auto met popnagels. Deze manier voorkomt dat kentekenplaten snel en makkelijk kunnen worden gestolen. De ronde achterkant van de nagel zorgt ervoor dat het onmogelijk is om met een schroevendraaier de kentekenplaat alsnog los te krijgen. Het opzetten van een popnagelactie zou vorm kunnen krijgen door een gezamenlijke actie op te zetten met pomphouders, garagehouders, technische scholen (VMBO/MBO) en autoruitherstelbedrijven. Om zoveel mogelijk mensen te bereiken is het een idee om de actie te koppelen aan APKkeuringen. Hier is het de bedoeling dat iedereen die de auto laat keuren, de aanbieding krijgt om de kentekenplaten met popnagels (tegen een vergoeding) vast te laten zetten. Er zijn een aantal regels verbonden aan het bevestigen van de kentekenplaten met popnagels, hiervoor verwijzen wij u graag door naar de website van het RDW. Belangrijk: - Een goede samenwerking met de partners is cruciaal om deze actie op te zetten. -
De politie/gemeente moet de partners het voordeel in laten zien van het opzetten van deze actie. Er kan bijvoorbeeld gecommuniceerd worden dat het goede reclame voor een garagehouder is en dat men zal hier weer terugkomen.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
15
4.4 Slimmer toezicht en handhaving Effectief toezicht De kwaliteit van toezicht en handhaving biedt mogelijkheden tot verbetering. Op hotspots van auto-inbraken, maar ook van overige strafbare feiten ligt er een kans om een stap naar effectiever toezicht te maken en het rendement van de opsporing te verhogen. Op dit moment is er bijvoorbeeld geen optimale afstemming tussen de ketenpartners en burgers als het gaat om het toezicht. De burger en andere partijen weten niet voldoende waar ze op moeten letten en wat relevant is om te melden aan de gemeente of politie. De burger als bondgenoot Door middel van burgernet kunnen burgers gealarmeerd worden bij bijvoorbeeld een melding van auto-inbraak. Tevens kunnen zij preventief gewaarschuwd worden voor auto-inbraken. Let er wel op, dat burgernet voor alle soorten misdrijven ingezet kan worden. Het zal dus het algehele gevoel van veiligheid vergroten. Duidelijke afspraken met bijvoorbeeld hondenbezitters en ondernemers over toezicht en verantwoordelijkheden op de hotspot versterken de effectiviteit van toezicht en handhaving. Technische hulpmiddelen De opsporing van daders van auto-inbraken krijgt een impuls door het (opsporings)gericht inzetten van technische hulpmiddelen zoals (mobiel) cameratoezicht. Een lokauto is een geprepareerde auto om auto-inbrekers op heterdaad te betrappen. De lokauto heeft vaak zijn nut bewezen en is daarom opgenomen als best practice in dit handboek. Aanpak dadergroep Een groot deel van de VVC-delicten wordt gepleegd door veelplegers. Door aan te sluiten op bestaande aanpakken van veelplegers en op basis hiervan de prioriteiten op operationeel niveau bij te stellen, kan de aanpak van veelplegers aangescherpt worden. Hierdoor kunnen veel delicten voorkomen worden. Hoe deze aanpak verbeterd kan worden staat beschreven bij ‘prioriteren van dadergerichte aanpak van veelplegers’.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
16
Opzetten burgernet
Schaal: burgernet is geschikt voor alle gemeenten/hotspots. Termijn: de invoertijd is nog niet bekend. Kosten: afhankelijk van de lokale situatie. Meer informatie bij Reinier van Eck. Partners: gemeente, politie en burgers.
Burgernet is een uniek samenwerkingsverband tussen burgers, gemeente en politie om de veiligheid in de woon- en werkomgeving te bevorderen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een telefonisch netwerk van inwoners en medewerkers van bedrijven uit de gemeente. De centralist van de meldkamer van de politie start, na een melding van bijvoorbeeld een inbraak of een vermist kind, een Burgernetactie op. Dit gebeurt op basis van een goed signalement. Burgernetdeelnemers krijgen een ingesproken bericht via de (mobiele) telefoon of een tekstbericht per SMS met het verzoek uit te kijken naar een duidelijk omschreven persoon of voertuig. Burgernet is een manier om de burger te betrekken bij de aanpak en opsporing van strafbare feiten. Door de burgers op deze wijze te voorzien van informatie kunnen ze gericht letten op verdachten en de politie hierover een tip geven. Dit versterkt de pakkans op heterdaad (heterdaadkracht), het aantal meldingen neemt immers toe. Burgernet kan hierdoor helpen om onder andere autokrakers op te sporen en aan te houden. Tevens is het belangrijk burgers ervan doordacht te maken dat wanneer zij 112 bellen, het melden van misdaad ook anoniem kan. Het komt voor dat burgers geen melding durven te doen, mogelijk uit angst voor represailles van de dadergroep. Wanneer burgers niet meer bang zijn de politie in te schakelen, wanneer zij een misdrijf zien, leidt dit tot een grotere opsporingskans en tot een daling van het aantal auto-inbraken. Belangrijk: - Burgernet zit nog in de pilotfase. Burgernet is op het moment van schrijven nog in de pilotfase. Voor het einde van het jaar wordt een beslissing genomen of burgernet een regionale uitrol krijgt. Er is wel een voorinschrijving voor gemeenten die interesse hebben in burgernet. Hiervoor kan contact worden opgenomen met de projectleider van burgernet. -
Om Burgernet effectief te introduceren is het van belang om dit groots aan te kondigen.
-
Het zou kunnen gebeuren dat burgers die een melding krijgen via burgernet zelf de straat op gaan om ‘eigen rechter’ te gaan spelen, hier moet voor worden gewaakt.
-
Uiteraard hoeft burgernet niet alleen gebruikt te worden bij auto-inbraken. In een aantal gemeenten loopt burgernet al en is het succesvol. Het kan gebruikt worden bij verschillende vormen van criminaliteit.
-
Voor meer informatie kan contact worden opgenomen met de projectleider van burgernet, Reinier van Eck.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
17
Persoonsgerichte aanpak van veelplegers en jeugdige verdachten
Schaal: het prioriteren van de aanpak van veelplegers zal een sterk effect hebben op de gehele criminaliteit en is dus voor alle gemeenten aan te raden. Termijn: er kan op korte termijn intern draagvlak gecreëerd worden voor deze manier van werken. Kosten: er zijn geen directe kosten verbonden aan het herprioriteren van de dadergerichte aanpak van veelplegers. Partners: de politie, de gemeente en het OM en andere veiligheidshuispartners zoals de raad voor de kinderbescherming, bureau jeugdzorg en de reclassering.
Een groot deel van de autokraken wordt gepleegd door veelplegers. De aanpak van veelplegers kan op een goede wijze worden vormgegeven door de regie hierop te leggen bij een daderregisseur van de politie. Het helder in beeld brengen van (aankomende) veelplegers en adequate maatregelen daarop, zoals een huisbezoek en inzichtelijk maken wat de gevolgen zullen zijn van de classificatie ‘veelpleger’ kunnen op een goede manier bijdragen aan de aanpak van vernielingen. Veelplegers worden in het justitieel casusoverleg veelplegers in de veiligheidshuizen besproken. Hier zitten politie, OM, gemeente en reclassering met elkaar om tafel om te komen tot een persoonsgebonden aanpak van veelplegers.
De Inrichting Stelselmatige Dader (ISD) is een dergelijke aanpak, speciaal gericht op stelselmatige daders ofwel heel actieve veelplegers. Het primaire doel van deze maatregel is het criminele gedrag onmogelijk maken door langdurige vrijheidsbeneming en, indien de verdachte daartoe gemotiveerd is, het starten van een hulpverleningstraject. De politie kan door dadergericht te werken zorgen dat verplegers die in aanmerking komen voor een ISD maatregel worden aangehouden en voorgeleid. Hiervoor is het van belang dat er intensief op deze person(en) wordt gerechercheerd. Met het OM wordt afgesproken dat in deze gevallen de maatregel ook daadwerkelijk wordt geëist. Door op deze manier veelplegers van de straat te halen wordt de maatschappij beschermd tegen deze vorm van structureel crimineel gedrag. Als de ISD maatregel wordt opgelegd dan zal dit zichtbaar effect hebben op de criminaliteit. Het vastzetten en hopelijk hersocialiseren van een notoire veelpleger zorgt voor een daling van VVC-delicten. Naast de aanpak van veelplegers wordt in de veiligheidshuizen ook vorm gegeven aan de persoonsgebonden aanpak van jeugdige verdachten. Elke jeugdige die een strafbaar feit pleegt wordt in het veiligheidshuis voorzien van een passende interventie. Politie, OM en de raad voor de kinderbescherming hebben hiertoe het afdoeningsoverleg jeugd. Daarnaast worden in het risico-overleg alle jeugdige verdachten besproken die meer zorg nodig hebben of jeugdigen die onderdeel uit maken van de overlastgevende en criminele jeugdgroepen die door de partners zijn geprioriteerd naar aanleiding van de Beke Ferweda inventarisatie. In dit overleg zitten ook jeugdzorg en de gemeente aan tafel. Belangrijk: - Deze aanbeveling sluit aan bij de bestaande aanpakken van veelplegers. Een daderregisseur is er in veel districten namelijk al. Wat voor deze maatregel van belang is, is dat op operationeel niveau dadergericht gewerkt wordt. Door de focus te leggen op bekende veelplegers, bij voorkeur veelplegers die in aanmerking komen voor ISD,
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
18
-
zullen deze veelplegers sneller worden binnengehaald. Deze strategie van ‘binnenhalen en vasthouden’ van veelplegers is een manier om veelvoorkomende criminaliteit stelselmatig aan te pakken. Het is een korpsdoelstelling om veelplegers met het label ISD zo snel mogelijk, in ieder geval binnen 3 maanden, aan te houden. Er kan voor deze aanpak voor gekozen worden om veelplegers aan bepaalde leden van het wijkteam te verbinden. Door deze koppeling zal de aandacht voor de veelplegers worden vastgehouden en zal de alertheid op operationeel niveau verder toenemen. De aanpak van veelplegers blijft actueel door hier consequent aandacht aan te besteden. De briefing is hiervoor een goed moment.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
19
Mobiel cameratoezicht
Schaal: deze best practice kan worden gebruikt bij een middelgrote en kleine hotspot. Termijn: wanneer de camera is aangeschaft kan deze op korte termijn worden ingezet. Kosten: aanschaffen camera/overige apparatuur: €4000 tot €7000 (afhankelijk van de keuze). Partners: gemeente, politie, OM.
Mobiele camera’s zijn camera’s die op iedere willekeurige locatie kunnen worden geplaatst. De mobiele camera maakt een opname van de locatie. Er zijn verschillende vormen, de camera kan zowel delictgericht als gedragsgericht worden ingezet. Het effect is dat de opsporing van daders wordt versterkt, er een grotere bewijskracht is en het wijkteam zeer flexibel is bij de inzet van de camera bij urgente zaken. De beelden kunnen snel worden teruggekeken. De mobiele camera is erg vriendelijk in het gebruik en kan zonder hulp van derden worden ingezet. Alle nodige apparatuur, waaronder een laptop/software voor het bekijken en verwerken van de opnames, kan worden bijgeleverd. De camera’s zijn gecertificeerd en de beelden zijn van voldoende kwaliteit om als wettelijk bewijsmateriaal te dienen. Dit maakt de mobiele camera een geschikt opsporingsmiddel. Uiteraard hoeft de mobiele camera niet alleen ingezet te worden bij auto-inbraken. Het kan voor heel uiteenlopende misdrijven worden gebruikt. Het is dus een investering voor veel vormen van criminaliteit en overlast. Belangrijk: - In de projectgemeenten heeft de gemeente de camera gefinancierd en verzekerd voor diefstal/schade. De gemeente is dus eigenaar en de politie is verantwoordelijk voor het beheer en de inzet. -
Omwille van de beeldkwaliteit is het aan te raden de camera in te zetten op voldoende verlichte locaties en op plaatsen waar het aantal vluchtroutes beperkt is. Dit dwingt de dader in beeld te komen voor of na het plegen van het feit.
-
Zorg voor de inzet voor afstemming met het Openbaar Ministerie, de wijkchef kan hiervoor contact opnemen met de districtsofficier.
-
Het opstellen van een inzetprotocol biedt handvatten voor de planmatige inzet van de mobiele camera.
-
In Utrecht heeft het Stratego team van de politie zeer goede ervaringen met het opsporingsgericht inzetten van een mobiele camera.
-
Let op wetgeving ‘Bijzondere Opsporings Bevoegdheden’.
-
Voor meer informatie over de (collectieve) aanschaf van een mobiele camera kan contact opgenomen worden met de ambtenaar OOV van de gemeente IJsselstein.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
20
Lokauto
Schaal: deze best practice kan worden ingezet op alle hotspots. Termijn: afhankelijk van de planning, capaciteit en beschikbaarheid lokauto. Kosten: nader te bepalen. Partners: gemeente, politie en openbaar ministerie
De lokauto is een opsporingsmiddel, de lokauto kan op hottimes en hotspots repressief ingezet worden. Deze onopvallende auto is voorzien van een camera en neemt de autokraak live op. Het effect hiervan is zowel preventief als repressief. Bij een frequente inzet van de lokauto op hotspots worden op termijn ongetwijfeld boeven gevangen. Deze ‘vangst’ vertelt het voort en het effect is dat de hotspot voor de potentiële daders een risicolocatie wordt en er van de daad wordt afgezien. De aanbeveling is om op een planmatige wijze de lokauto actief in te zetten op actuele hotspots. Inzet van de lokauto is afhankelijk van de beschikbaarheid en inzetbaarheid van dit voertuig. Na enkele inbraken is het voertuig namelijk bekend bij de autokrakers. Uitwisseling met het district Stad Utrecht is dan een goede optie, maar ook niet onuitputtelijk. Zoals al eerder benoemd, wordt tijdens een auto-inbraak de dader gefilmd. Wanneer het team de beelden uitkijkt, moet(en) de dader(s) worden herkend. Dit is bij 90% het geval. Veel van deze autokrakers zijn bekend bij de politie en hierdoor is het niet moeilijk de daders te herkennen. Wanneer een dader niet herkend wordt, kan worden uitgeweken naar andere politiedistricten en als laatste redmiddel kan de dader getoond worden op de regionale televisie. Geen van de projectgemeenten werkt hier al mee. Wel heeft Stratego (politie Utrecht) zeer goede ervaringen met de inzet van een lokauto. Voor meer informatie verwijzen wij u graag door naar Raymond Schrijver van de politie Utrecht (Stratego). Belangrijk: - Zet de lokauto niet steeds in op dezelfde hotspot, maar wissel dit af. Hierdoor weten autokrakers nooit waar zij de lokauto kunnen verwachten. -
Zorg voor een goede afstemming met het OM.
-
Er zijn goede regelingen getroffen met betrekking tot het vervangen van ruiten en het herstellen van de overige schade na een inbraak in de lokauto.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
21
Betrekken van de hondenbezitters bij het toezicht
Schaal: deze best practice kan worden ingezet bij elke hotspot. Termijn: afhankelijk van de werkwijze van de gemeente. Kosten: uren (brief schrijven, eventueel een bijeenkomst). Partners: gemeente, hondenbezitters, politie.
In verschillende gemeenten werken hondenbezitters samen met de politie bij de aanpak van criminaliteit. Hondenbezitters lopen elke dag een aantal keer met hun hond (meestal dezelfde ronde) en zij kennen de omgeving goed. Wanneer er iets anders is dan normaal (bijvoorbeeld personen op locaties waar nooit iemand staat op die tijd), zijn hondenbezitters bij uitstek de mensen die dit opvalt. Hierdoor kunnen zij prima als extra oren en ogen in het gebied worden ingezet. De aanbeveling is om de hondenbezitters actief te benaderen en een netwerk op te bouwen. Er zijn een aantal mogelijkheden om dit te doen. Er kan een brief worden rondgestuurd aan hondenbezitters, waarin uitleg wordt gegeven over het probleem en waarin zij gevraagd worden extra op te letten bij het uitlaten van de hond. Ook kan er een informatieavond worden georganiseerd om hondenbezitters op de hoogte te brengen. Er kan eventueel iets tegenover staan, bijvoorbeeld iets leuks voor de hond. Het is belangrijk duidelijke afspraken te maken met de politie over de ‘inzet’ van hondenbezitters. Het is niet de bedoeling dat men zichzelf in gevaar brengt, door op verdachte personen af te stappen en hen te vragen waarom zij zich daar ophouden. Het is een mogelijkheid om naar de hondenbezitters (en alle inwoners) te communiceren dat er bij een verdachte situatie 112 gebeld kan worden. Hierdoor wordt de kans op een aanhouding op heterdaad veel groter. Bij niet direct een verdachte situatie, maar wel een ‘naar’ gevoel kan natuurlijk ook 09008844 gebeld worden. Het is mogelijk de gegevens van hondenbezitters op te vragen. De gemeente kan dit doen, aangezien deze gegevens bij de gemeente beschikbaar zijn. Belangrijk: - Het is van belang dat alle bewoners op de hoogte worden gesteld en dat iedereen wordt aangeschreven om extra oplettend te zijn. Wel kan hondenbezitters apart gevraagd worden extra oplettend te zijn. -
Voor meer informatie kan contact worden opgenomen met de ambtenaar OOV van de gemeenten Nieuwegein.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
22
Betrekken ondernemers, verenigingen etc.
Schaal: deze best practice kan worden ingezet bij elke hotspot waar samenwerking met externen mogelijk is. Termijn: deze best practice is op korte termijn te realiseren. Kosten: tijd (om vergaderingen te plannen), eventuele bijkomende kosten. Partners: gemeente, politie, ondernemers, verenigingen etc.
Een kritische succesfactor bij de aanpak van auto-inbraken is de samenwerking met externe partners. Zoals eerder aangegeven, kunnen burgers/ondernemers betrokken worden bij het toezicht. Door informatieavonden te organiseren kunnen ondernemers en bijvoorbeeld leden van verenigingen gevraagd worden extra op te letten wanneer zij, bijvoorbeeld, hun auto parkeren om te gaan sporten. Maar een dergelijke informatieavond kan ook gebruikt worden om mensen bewust te maken van het probleem. Zij zullen eerder geneigd zijn hun waardevolle spullen uit de auto mee te nemen als zij gewaarschuwd zijn voor auto-inbraken. Zulke informatieavonden kunnen ook ingezet worden voor alle overig veiligheidsthema’s. Hierdoor zullen burgers zich ‘gehoord’ voelen en het zal het bewustzijn vergroten. Een echte verbeterslag vindt plaats als ondernemers, zoals bv. eigenaren van parkeergarages, als gelijkwaardige partner worden betrokken en onderdeel zijn van de integrale aanpak. Een goed voorbeeld hiervan is de aanpak van autokraken in de parkeergarages in het centrum van Utrecht. Zoals al meerdere malen aangegeven is het van belang mensen te wijzen op het bellen van 112, wanneer zij een verdachte situatie of een auto-inbraak etc. zien. Dit is niet altijd duidelijk, maar het is wel belangrijk voor de pakkans van eventuele daders. Hiermee wordt de ‘heterdaadkracht’ vergroot. Belangrijk: -
Probeer na te gaan of er behoefte is aan dergelijke informatieavonden, wanneer iets wordt opgezet en er wordt tijd (en geld) aan besteedt, is het wel belangrijk dat burgers ook op komen dagen.
-
Wanneer er geen (of niet voldoende) behoefte is aan dergelijke avonden, kan er ook voor gekozen om een aantal keer per jaar een soort nieuwsbrief rond te sturen. Hierin kan informatie gegeven worden over relevante veiligheidsthema’s etc.
-
Bij (sport)verenigingen kan er voor gekozen worden om informatie op te hangen op het informatiebord.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
23
4.5 Omgeving Hotspots Hotspots zijn vaak plekken of parkeerplaatsen waar dagelijks veel auto’s staan. De fysieke eigenschappen en inrichting van deze locaties kunnen een rol spelen bij de aantrekkelijkheid voor de potentiële auto-inbreker. Auto-inbrekers maken een afweging tussen de kans dat ze gepakt worden en de potentiële winst die gemaakt kan worden. Locaties met veel toegangsmogelijkheden, met gebrekkige zichtlijnen en slechte stallingen waar geen toezicht is en waar veel auto’s staan, zijn bijna natuurlijke hotspots omdat de pakkans zeer laag is. Fysieke maatregelen Gelukkig kan hier op worden ingespeeld. Fysieke maatregelen kunnen een hotspot weerbaarder maken. De afweging van een fietsdief kan worden beïnvloed door te investeren in de fysieke ruimte en het overzicht op de hotspot. Dit hoofdstuk zal hier dieper op ingaan. Toegangswegen Door het aantal toegangswegen te beperken, wordt bijvoorbeeld parkeerplaats minder aantrekkelijk om auto’s open te breken. Het is van belang een goede afweging te maken tussen het belemmeren van de potentiële inbreker en de eigenaar van de auto. Weinig toegangswegen betekent een lager risico op auto-inbraken, maar een hoger risico op geïrriteerde bezoekers, die om moeten lopen om bij hun auto te komen. Verlichting Goede verlichting is een relatief gemakkelijke maatregel om meer overzicht te verkrijgen over de hotspot. Tevens vergroot goede (witte) verlichting het gevoel van veiligheid. Wanneer potentiële auto-inbrekers de goede verlichting zien, zullen zij eerder het hazenpad kiezen. Het vergroot namelijk de kans op het betrappen op heterdaad. Door middel van een schouw kan goed inzichtelijk worden gemaakt waar (en of) er nieuwe/betere verlichting nodig is op de hotspot. Groen Door het tijdig snoeien of het helemaal weghalen van bossages, zal het overzicht over de hotspot beter worden. Hierdoor neemt ook het gevoel van veiligheid toe. Doordat het snoeien/weghalen van bossages direct zichtbaar is en makkelijk is uit te voeren, kan dit één van eerste stappen zijn om de hotspot in uw gemeente aan te pakken. Potentiële auto-inbrekers zien onmiddellijk dat het overzicht over de hotspot beter geworden is en zij zullen hierdoor minder snel deze plek uitkiezen om in te breken in de geparkeerde auto’s.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
24
Inrichting fysieke ruimte
Schaal: afhankelijk van de lokale mogelijkheden/situatie. Termijn: veel elementen van deze best practice kunnen op korte termijn worden gerealiseerd. Kosten: afhankelijk van de werkwijze van de gemeente. Partners: gemeente, politie (voor het houden van een schouw).
Een goede maatregel voor het tegengaan van auto-inbraken is het ruimte van een gebied. Sommige gebieden zijn onoverzichtelijk, toegankelijk en niet onderhouden. Deze elementen kunnen parkeerplaats een hotspot wordt. Dit omdat de mogelijkheden ongezien te werk te kunnen gaan, groot zijn.
aanpassen van de fysieke slecht verlicht, makkelijk ervoor zorgen dat een voor een autokraker om
Het is daarom verstandig om autokrakers niet de aanleiding te geven om ongezien in te breken. Door onderstaande best practices uit te voeren, zullen de hotspots minder geliefde locaties worden voor autokrakers. Wanneer de hotspots verschuiven is deze aanbeveling eenvoudig uit te voeren op de mogelijke nieuwe hotspot. Door het plaatsen van meer en/of betere verlichting op de hotspots, wordt het zicht op de auto’s verbeterd, waardoor het minder aantrekkelijk wordt om in te breken. De aanbeveling is om opnieuw naar het verlichtingsplan te kijken en waar nodig aanpassingen door te voeren. De kansberekening valt bij de dader van autokraak vaak positief uit als er meerdere vluchtwegen zijn en de pakkans beperkt is. Het zou goed zijn om voor alle parkeerplaatsen te kijken naar een mogelijkheid voor het realiseren van één in-/ en uitgang voor auto’s, bromfietsers en fietsers. Organiseer bijvoorbeeld een schouw en inventariseer op locatie de zichtbelemmerende obstakels die de dader aan het zicht vanaf de openbare weg onttrekken. Belangrijk: - Goed zicht verkrijgen op de parkeerplaats is een snelle/eenvoudige manier om een hotspot minder aantrekkelijk te maken. -
Door goed onderhoud van de groenvoorziening, kunnen potentiële auto-inbrekers afgeschrikt worden.
-
Verwijder mogelijke overige obstakels ook.
-
Zorg voor goede verlichting op de hotspot, dit verbetert niet alleen het overzicht over de hotspot, maar het vergroot ook het gevoel van veiligheid.
-
Zorg voor een beperkt aantal toegangswegen. Hoe minder mogelijkheden voor autoinbrekers om (ongezien) weg te komen, hoe kleiner de kans dat er ingebroken wordt in de geparkeerde auto.
-
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de ambtenaar OOV van de gemeente Breukelen.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
25
5. Contactinformatie Gemeente en politie Gemeente Nieuwegein Algemeen nummer: (030) 60 71 911 Betrokken ambtenaar OOV: Jeroen de Jong Gemeente Bunnik Algemeen nummer: (030) 65 94 848 Betrokken ambtenaar OOV: Bart van Dijk Gemeente Breukelen Algemeen nummer: (0346) 26 09 00 Betrokken ambtenaar OOV: Ruben Visscher Politie Nieuwegein Algemeen nummer: (030) 65 91 604 Betrokken wijkchef: Cor Versteeg Politie Bunnik Algemeen nummer: 0900-8844 Betrokken wijkchef: Mohamed Tagmount Politie Breukelen Algemeen nummer: (030) 60 79 866 Betrokken wijkchef: Olaf Broers (en voorheen Manon Bodoux) Openbaar Ministerie Arrondissementsparket Utrecht Philomijn van Logten (ovj districtscollege Rijn en Venen en Lekstroom en driehoek Utrecht): 030-2235311 Maarten Vuylsteke (ovj districtscollege Eemland Noord, Eemland Zuid en Binnensticht): 0302234856 Jet Hoogendijk (plv. hoofdovj en districtsovj Heuvelrug): 030-2235673 beleidsmedewerkers Esther van de Kamp: 0302235692 en Tanja de Vette: 030-2235457
Overig Het CCV Algemeen telefoonnummer: (030) 75 16 777 Contactpersoon: Joeri Vig Emailadres:
[email protected] www.hetccv.nl
Buurtlink Telefoonnummer: 06-20282755 Contactpersoon: Bas van Beek www.buurtlink.nl
Stratego politie Utrecht Algemeen nummer: 0900-8844 Betrokken contactpersoon: Raymond Schrijvers
Burgernet Telefoonnummer: (030) 65 77 495 Betrokken contactpersoon: projectleider Reinier van Eck
Projectgroep VVC Projectleider: Michael Schrieken E-mail:
[email protected] Telefoonnummer: 035-64 67 607 Projectleden: Rianne van de Bovenkamp, Eric Don, Joost Pilage en Dirk van Rooijen.
Communicatie Politie Utrecht Algemeen nummer: (030) 65 77 113 Betrokken communicatiemedewerker: Stella Bronwasser en Sanne Verhoeven
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
26
6. Toelichting stappenplan Stap 1: Borgen Door op bestuurlijk niveau draagvlak te creëren wordt de eerste stap gezet voor een integrale aanpak van VVC. Zorg daarom dat VVC is opgenomen in het Integraal Veiligheidsplan, zodat de aanpak vooraf al geborgd is. De ervaring bij de projectgemeenten leert dat het bij het prioriteren van VVC van belang is om rekening te houden met de beleidscycli van de gemeente en politie. Zo kunnen beslissingen en maatregelen die in het plan van aanpak worden opgesteld sneller genomen worden. Door het thema VVC te integreren in het Integrale Veiligheidsplan van de gemeente en het activiteitenplan van de politie kan dat probleem worden ondervangen. Tijdens het bestuurlijk overleg kan de wijkchef van de politie of de ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid van de gemeente, het thema VVC bespreekbaar maken. Vervolgens kan aan de hand van het kwantitatieve document ‘Monitor VVC’, verkrijgbaar via de politie, een VVC thema gekozen worden waar prioriteit aan gegeven gaat worden. De Gemeentelijke Veiligheidsmonitor kan de doorslag geven wanneer de kwantitatieve cijfers dicht bij elkaar liggen. Het gekozen thema wordt vanaf nu gedefinieerd als probleem. Stap 2: Analyse De volgende stap is het inzichtelijk maken van het probleem. Daarbij is het ook belangrijk om de huidige aanpak op dit thema in kaart te brengen. De politie kan door middel van het Districtelijk Informatie Knooppunt (DIK) zorgen voor een lokale kwalitatieve analyse van het gekozen thema. In de analyse wordt op basis van politiegegevens een beschrijving gegeven van de hotspots, de hottimes, de dader(groepen), de slachtoffers en de doelwitten/objecten. Maak een overzicht van alle mogelijke oorzaken van het probleem. Oorzaken kunnen per gemeente verschillen, voor een adequate aanpak is het van belang om een helder beeld te hebben van de lokale problematiek. Maak daarnaast een overzicht van alle (lokale) partners die betrokken zijn, of zouden kunnen worden, bij dit thema. Ga hierbij na wat de rol van deze partner kan zijn en wat het belang van deze partner is. Door de belangen van alle betrokken partners inzichtelijk te maken kan een win-win situatie gerealiseerd worden. Dit is de beste basis voor een samenwerkingsverband, partners worden op deze manier stakeholders. Stap 3: Afstemmingsoverleg Het doel van het afstemmingsoverleg is het bepalen van een gemeenschappelijke lokale doelstelling (en eventuele subdoelstellingen) en het maken van afspraken met betrekking tot de aanpak. Houd hierbij rekening met de doelstellingen uit de Regionale Veiligheidsstrategie. Bespreek het thema, de aanleiding en de achtergronden van de aanpak met de stakeholders. Het organiseren van een schouw kan duidelijkheid en inzicht geven in het lokale probleem. Benadruk de gemeenschappelijke belangen en de specifieke rollen die de stakeholders hebben
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
27
in de aanpak. Essentieel hierbij is het maken van een taakverdeling en het opstellen van een tijdspad. De stakeholders kunnen vanuit eigen visie een voorstel voor maatregelen in de aanpak doen. De doelstellingen dienen, bij voorkeur, geformuleerd te zijn conform het SMART-principe. SMART staat voor: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden. Specifiek wil zeggen dat de doelstelling eenduidig is. Meetbaar geeft aan op welke wijze de effecten gemeten kunnen worden. Acceptabel wil zeggen dat de stakeholders en andere actoren de doelstellingen kunnen accepteren. Met Realistisch wordt bedoeld dat de doelstelling haalbaar is binnen de lokale situatie. Tijdsgebonden geeft aan dat vastgelegd wordt wanneer de doelstelling bereikt dient te zijn. Een doelstelling die met het SMARTprincipe is weergegeven is helder en prettig werkbaar. Stap 4: Planvorming De stap die volgt op het afstemmingsoverleg is de planvorming. Bij deze stap wordt het daadwerkelijke plan van aanpak opgesteld op basis van de bij stap 3 overeengekomen afspraken en (sub)doelstellingen. Hierin is het van belang dat de oorzaken duidelijk beschreven worden. Met de doelenboom kan hierbij een keuze gemaakt worden voor effectieve best practices. Een goede integrale aanpak bevat een mix van best practices waarmee verschillende oorzaken worden aangepakt. Veel best practices versterken elkaar, denk hierbij met name aan de toegevoegde waarde die communicatie kan hebben. De doelenboom staat evenals de best practices in het handboek beschreven. De gemeente is, in haar regierol, verantwoordelijk voor het opstellen van het plan van aanpak. Stap 5: Besluitvorming Hierin wordt een nieuw afstemmingsoverleg gepland waarin het plan van aanpak wordt voorgelegd aan de stakeholders, en waarbij op bestuurlijk niveau goedkeuring wordt gegeven voor de uitvoering van de aanpak. Tevens kunnen doelstelling, probleemstelling, afspraken en verantwoordelijkheden van elke stakeholder worden opgemaakt in het wijkarrangement. De ‘handreiking wijkarrangement’ is als bijlage bijgevoegd in het handboek. Stap 6: Uitvoering Vervolgens gaat men aan de slag met de uitvoering van de aanpak op basis van het in het plan van aanpak beschreven tijdspad. Het is verstandig om regionaal aan te geven dat men aan de slag gaat op het gekozen thema. Dit kan bij het Regionaal Informatie Knooppunt (RIK) van de politie of het (toekomstige) Programmabureau Regionale Veiligheidsstrategie. Wanneer andere gemeenten ook kiezen om op dit thema te investeren, kunnen ze elkaar daarbij mogelijk ondersteunen. Stap 7: Monitoren en tussenevaluatie Door de gemaakte stappen en de daarmee behaalde resultaten periodiek te evalueren, kan worden bepaald welke maatregelen op lokaal niveau effect hebben, en welke maatregelen eventueel minder effectief zijn. Bij stap 7 kan hier op gestuurd worden. Monitoren kan periodiek plaatsvinden door terugkoppeling van cijfers die beschikbaar zijn bij de politie.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
28
Stap 8: Bijsturen Bij deze stap is het zaak om in te spelen op de ontwikkelingen. Dit kan aan de hand van de cijfers die periodiek worden geëvalueerd. Op basis van de cijfers maakt men een keuze om weer in te stappen in het stappenplan. Bij welke stap dat moet verschilt per thema en ontwikkeling. Als het goed is kan stap 1 overgeslagen worden, omdat het thema inmiddels is geborgd in het Integraal Veiligheidsplan. Wanneer de cijfers nieuwe hotspots aangeven, kun je weer instappen bij stap 2 en kiezen voor een kwalitatieve analyse met daaraan gekoppeld de mogelijke oorzaken. Vervolgens ga je weer verder in stap 3 met een afstemmingsoverleg en het opstellen van doelstellingen en het benaderen van (mogelijke) partners. En zo werk je verder de stappen af, tot je weer bij stap 8 bent, om daarna weer bij te sturen en de cyclus opnieuw in te stappen.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
29
7. Bijlagen
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
30
•
Politie Utrecht
7.1 Handreiking Wijkarrangement
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
31
Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Inleiding ............................................................................................................................... 33 De probleemstelling ........................................................................................................... 34 Voorbeeld Probleemstelling ............................................................................................. 34 De doelstelling.................................................................................................................... 34 Voorbeeld Doelstelling ..................................................................................................... 35 De regiehouder en primaire probleemhouder................................................................... 35 Deelnemer/Partner ............................................................................................................ 36 Actie en tijdstip ................................................................................................................ 36 Actievoorbeeld .................................................................................................................. 36 Resultaat ........................................................................................................................... 36 Resultaat ........................................................................................................................... 36 Op welke wijze inzichtelijk? ............................................................................................ 37 Impact ............................................................................................................................... 37 Maatschappelijk effect ..................................................................................................... 38 Voorbeeld ......................................................................................................................... 38 Maatschappelijk ............................................................................................................... 38 effect ................................................................................................................................. 38
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
32
Inleiding Eén van de doelstellingen van de Gezamenlijke Veiligheidsstrategie 2008-2011 is dat er voor alle aandachtswijken een wijkarrangement is afgesproken, waarin een aanpak veelvoorkomende criminaliteit is benoemd. Het doel van het werken met wijkarrangementen is te komen tot een goede afstemming op het gebied van een veiligheidsthema. Voor de aanpak van verschillende veiligheidsthema’s op lokaal niveau, moeten gemeenten, de politie en overige partners wijkarrangementen realiseren om van daaruit te opereren. Een wijkarrangement is een concrete uitwerking van een veiligheidsprobleem uit een projectplan/plan van aanpak en geeft de mogelijkheid om inzet te monitoren. Een wijkarrangement bestaat uit de volgende elementen: een analyseschets van de problematiek, de benoeming van betrokken partijen en tot slot de activiteiten die (ieder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid) uitgevoerd moeten worden. In een wijkarrangement wordt het maatschappelijke middenveld (scholen, welzijnsinstelling en woningcorporaties) betrokken wanneer dat relevant is, evenals burgers. Het wijkarrangement is een beleidsinstrument, dat bij elk integraal (veiligheids)probleem kan worden ingezet om op een efficiënte en effectieve manier tot een doeltreffende oplossing te komen. Immers, wanneer veel verschillende partners afzonderlijk initiatieven ontplooien, is de kans groot dat er langs elkaar heen gewerkt wordt. Hierdoor kan overlap van activiteiten ontstaan of blijven kansen liggen in de aanpak van veiligheidsproblemen. Door middel van toepassing van het wijkarrangement wordt geprobeerd voorgenoemde problemen zoveel mogelijk te ontwijken. De mate van succes die bereikt kan worden door het werken met het wijkarrangement hangt deels af van een scherpe formulering tijdens het gehele proces. Met name de probleemstelling, doelstelling en bijdragen van de veiligheidspartners moeten scherp – en zo volledig mogelijk – geformuleerd worden. Bij concrete beschrijvingen is de kans op concrete acties groot. Dit document is mede tot stand gekomen door de samenwerking met BKS (Bureau Ketensamenwerking) en door een best practice van het Programmabureau Integrale Veiligheid Noord Holland Noord, waar al een soortgelijk idee opgezet is. Het doel is de lokale veiligheidspartners instrumenten te bieden die het opstellen van wijkarrangementen vereenvoudigen. Het is een groeidocument, dus feedback tijdens de praktische invulling is meer dan welkom. Met dit format wordt gestart in de 9 projectgemeenten VVC om ervaring op te doen en om vervolgens een regionaal werkbaar product aan te bieden. Het schema van het wijkarrangement is apart bijgevoegd, dit vergemakkelijkt het invullen ervan. Hierna wordt er stap voor stap beschreven hoe het ingevuld dient te worden. Hier worden tevens praktijkvoorbeelden bij gebruikt.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
33
1 De probleemstelling De ontwikkeling van integraal veiligheidsbeleid gaat uit van een probleem: de werkelijke situatie komt niet overeen met de gewenste situatie. Om te kunnen stellen welke doelen iedereen wil nastreven en welke acties daaraan verbonden moeten worden is het noodzaak om een duidelijke probleemstelling te formuleren. Wanneer iemand een probleemstelling leest, moet deze persoon zoveel mogelijk van de zeven W’s in kunnen vullen: 1. Wie? 2. Wat? 3. Waar? 4. Waarom? 5. Wanneer ? 6. Welke? 7. Welke wijze (=hoe)? In de probleemstelling moeten zoveel mogelijk feiten staan, vermijd aannames en/of speculaties. In het geval van sociale veiligheidsthema's, kan men veelal input voor de probleemstelling verkrijgen via de politie, zeker in het geval van jeugdgroepen. Zorg ervoor dat de probleemstelling niet te gedetailleerd wordt. De probleemstelling hoeft niet beschreven te worden voor buitenstaanders, het is voor de partners. Iedereen is al bekend met het probleem, dus omschrijf het kort en bondig. Nu volgt een voorbeeld van een probleemstelling.
Voorbeeld Probleemstelling
Wie: 80 jongeren tussen de 12 en 18 jr. (hinderlijk overlastgevend – Beke methodiek) Wat: mensen intimideren, in-/uit- en doorgangen blokkeren, geluidsoverlast, afval. Waar: in/rond winkelcentrum X (trap/lift, vóór supermarkt Y en Z, naast ingang zuid). Wanneer: gedurende de hele week ’s middags en ’s avonds en tijdens tussenuren. De probleemstelling is: Een groep jongeren die gedurende de hele week overlast veroorzaakt in winkelcentrum X
In het voorbeeld van de probleemstelling is een situatie beschreven die aangepakt moet worden. Het is een heldere probleemstelling, die antwoord geeft op 4 van de 7 W’s. Het lijkt een wat gedetailleerde probleemstelling, maar er staat precies genoeg informatie in om bij een verdere uitwerking van het probleem, concreet te blijven. Mocht tijdens het invullen van het wijkarrangement blijken dat het hoogst haalbare een nietconcrete probleemstelling is, dan is er nog geen man overboord. Laat in dat geval de doelstelling en actiepunten inspelen op het glashelder krijgen van het probleem. Dan kunnen tijdens een sessie de actiepunten worden teruggekoppeld en kan door middel van de resultaten van de acties een goede probleemstelling worden geformuleerd. 2 De doelstelling Zoals beschreven in onderdeel 1 is een probleem het verschil tussen de werkelijke situatie en de gewenste situatie. De doelstelling in het wijkarrangement is een schriftelijke weergave van de gewenste situatie. Voor het wijkarrangement geldt dat de doelstelling SMART moet zijn. SMART staat voor: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch & Tijdsgebonden.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
34
Specifiek wil zeggen: zo concreet en ondubbelzinnig mogelijk. Het doel beschrijft een waarneembare actie, gedrag of resultaat dat kwantificeerbaar is (weer te geven is in een getal, percentage, bedrag, et cetera). Met Meetbaar wordt bedoeld dat de doelstelling een norm aangeeft om te kunnen meten wanneer het doel behaald is. Acceptabel is een doel wanneer er een breed draagvlak is voor het doel. Dus bijvoorbeeld: alle veiligheidspartners staan achter het doel. Het acceptabel zijn van een doelstelling betreft ook het in overeenstemming zijn met het beleid en de doelstellingen van de organisatie. Een doel moet Realistisch en uitdagend zijn. Dat wil zeggen: rekening houdend met de praktijk, haalbaar met aanvaardbare inspanningen, een daadwerkelijke mogelijkheid van de betrokkenen om de resultaten te beïnvloeden, maar die daarnaast iets boven de prestaties van de betrokkenen liggen. De haalbaarheid van een doel is zeer belangrijk: een onhaalbaar doel werkt demotiverend, een te gemakkelijk te behalen doel geeft weinig tot geen bevrediging. Een SMART-doelstelling is Tijdsgebonden door het hebben van een duidelijke start- en einddatum.
Voorbeeld Doelstelling
1. Van de groep jongeren die op 31 januari 2008 is getypeerd als overlastgevend volgens de Beke-methodiek (50 jongeren), moet per 30 juni 2008 60% (= 30 jongeren) door middel van dezelfde methodiek worden getypeerd als een normale jeugdgroep (vermindering in ernstgradatie). 2. Van de groep jongeren die op 31 januari 2008 is getypeerd als hinderlijk volgens de Beke-methodiek (30 jongeren), moet per 30 juni 2008 60% (=18 jongeren) door middel van dezelfde methodiek worden getypeerd als een overlastgevende jeugdgroep (vermindering in ernstgradatie).
De voorbeeld doelstelling voldoet aan alle SMARTcriteria. Specifiek: 'De groep jongeren die op 31 januari 2008 is getypeerd als overlastgevend volgens de Beke-methodiek (50 jongeren)' en 'de groep jongeren die op 31 januari 2008 is getypeerd als hinderlijk volgens de Beke-methodiek (30 jongeren)'. De begrippen hinderlijk en overlastgevend zijn omschreven in de Beke-methodiek. Meetbaar: typering volgens de Beke-methodiek. De doelstelling is acceptabel, evenals voor realistisch. De doelstelling is duidelijk tijdsgebonden: per 30 juni 2008. 3 De regiehouder en primaire probleemhouder In veel gevallen waar sprake is van de aanpak van een probleem op het gebied van veiligheid, is de gemeente de regiehouder. Dit is bepaald door de rijksoverheid en houdt niets anders in dan dat de gemeenten de verantwoordelijkheid en de vrijheid hebben om op integraal niveau oplossingen te zoeken voor lokale problemen binnen de beleidskaders die de rijksoverheid aangeeft. In het geval van het wijkarrangement betekent het zijn van regiehouder: het uitnodigen van relevante veiligheidspartners voor een sessie, vervolgens het plannen van de sessie en het borgen van het proces van het wijkarrangement. Tijdens de eerste sessie wordt in overleg tussen de veiligheidspartners bepaald wie de primaire probleemhouder is. Bij een probleem wordt uitgegaan van de gedachte dat het probleem van velen is en integraal moet worden aangepakt. Echter, één aspect kan er dermate uitspringen dat de organisatie waarvan dat aspect deel uitmaakt van haar core-business optreedt als deskundige en het initiatief neemt in de oplossing van het probleem. Deze partner treedt dan op als primaire probleemhouder.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
35
4 Deelnemer/Partner In deze kolom worden de partners benoemd, het dient de voorkeur om de organisatie te noemen en daarbij de functie van de persoon die de sessies bijwoont. Dus bijvoorbeeld: gemeente: ambtenaar OOV, politie: wijkagent, et cetera. 5 Actie en tijdstip In de kolom ‘actie’ wordt achter de desbetreffende deelnemer/partner getypt welke concrete actie hij/zij gaat ondernemen om het in de probleemstelling geschetste probleem op te lossen in de richting van de doelstelling. Let er bij het formuleren van de acties op dat deze ook weer zo concreet en ondubbelzinnig mogelijk worden genoteerd. Met het gebruik van termen als: 'we nemen het mee', 'het heeft onze aandacht', 'ik zal ernaar kijken', enzovoort, wordt het probleem niet opgelost. Zet achter de actie meteen een tijdstip/termijn waaraan de actie verbonden wordt. Wanneer wordt de actie uitgevoerd? Actievoorbeeld Deelnemer/Partner
Actie
Tijdstip
Gemeente, Ambtenaar OOV
Neemt contact op met de jongerenwerker en geeft door of de gemeente wel of niet een jongerenavond in het dorpshuis 2x per maand voor één jaar gaat financieren.
tussen 1 en 5 februari 2008
Draagt zorg voor het uitzetten van werkopdrachten in winkelcentrum X, op de vrijdagavond. Hier worden de namen van Politie, wijkchef wijkteam de jongeren genoteerd en er worden, zo nodig, bekeuringen uitgedeeld. Gemeente, Ambtenaar OOV
tussen 1 en 29 februari 2008
Wanneer de namen van de 10 grootste overlastgevers bekend zijn, Tussen 3 en 7 worden deze jongeren aangeschreven door de burgemeester, in het maart 2008 kader van het ‘ouder-weetproject’.
Bij het actievoorbeeld wordt er weinig ruimte gelaten voor twijfel over wat er precies gaat gebeuren, welke onderwerpen het betreft (wel of niet gemeentefinanciering voor een jongerenavond in het dorpshuis/werkopdrachten in het winkelcentrum/jongeren aanschrijven) en wanneer dat gaat gebeuren (tussen 1 en 5 februari 2008/tussen 1 en 29 februari/tussen 3 en 7 maart 2008). 6 Resultaat Bij het maken van een afspraak is niet gelijk het resultaat bekend. De resultaten worden de eerstvolgende sessie in het wijkarrangement gezet. In het geval van het actievoorbeeld zou het resultaat als volgt kunnen zijn: Resultaat Deelnemer/Part Actie ner
Tijdstip
Resultaat
Neemt contact op met de Gemeente, jongerenwerker en geeft door of de gemeente Ambtenaar OOV wel of niet een jongerenavond in het dorpshuis 2x per maand voor één jaar gaat financieren.
tussen 1 en 5 februari 2008
Gemeente gaat financieren: 2x per maand, gedurende 1 jaar, te beginnen in april 2008.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
36
Draagt zorg voor het uitzetten van werkopdrachten in winkelcentrum X, op de Politie, wijkchef vrijdagavond. Hier worden de namen van de wijkteam jongeren genoteerd en er worden, zo nodig, bekeuringen uitgedeeld.
Op 1, 8 en 22 februari is er gecontroleerd. 15 en 29 Tussen 1 en 29 feb. niet, i.v.m. capaciteit. 10 grootste overlastgevers februari 2008 bekend. Totaal 23 bekeuringen uitgedeeld.
Wanneer de namen van de 10 grootste Gemeente, overlastgevers bekend zijn, worden deze Ambtenaar OOV jongeren aangeschreven door de burgemeester, in het kader van het ‘ouder-weetproject’.
Tussen 3 en 7 maart 2008
Namen door politie doorgegeven aan gemeente, jongeren zijn aangeschreven op 6 maart.
Vermeld altijd van elke actie het resultaat, ook wanneer het resultaat negatief is en er is dus geen actie heeft plaatsgevonden. Een duidelijke omschrijving van de resultaten biedt inzicht in hoe de partners in het proces staan en of de genoemde actiepunten zinvol zijn in de oplossing van het probleem. Dit draagt bij aan een kritische houding van de partners ten opzichte van zichzelf en van de anderen: is wat wij hebben afgesproken gedaan en heeft het zin gehad? Uit de resultaten kunnen weer leerpunten voortkomen voor volgende sessies. 7 Op welke wijze inzichtelijk? Hoe gaat iedere partner inzichtelijk maken welke actie is ondernomen en wanneer? Op dit onderdeel is de politie een van de gemakkelijkste partners. Zij kan namelijk door middel van het eigen registratiesysteem zeer eenvoudig inzichtelijk maken wat zij wanneer hebben gedaan. Voor andere partners hoeft het inzichtelijk maken van de acties niet in te houden dat zij een dergelijk registratiesysteem gaan gebruiken. In het geval van een jongerenwerker die als actie heeft om 3x per week, tussen 19:00 uur en 23:00 uur een gesprek aan te gaan met een groepje hangjongeren in de wijk, is het mogelijk om deze actie inzichtelijk te maken door een korte gespreksnotitie. In deze notitie staat bijvoorbeeld: datum, tijdstip, aantal aanwezige jongeren en gespreksonderwerp(en). Bij het inzichtelijk maken van de acties, draait het niet om een zware controle van de partners. Meer gaat het in combinatie met de impactoverweging om een mogelijkheid tot monitoren van het hele proces: welke actie is op welke manier uitgevoerd en in welke mate heeft het bijgedragen aan de oplossing van het probleem? Een hinderlijke jeugdgroep is bijvoorbeeld binnen een maand naar een 'normale' jeugdgroep gegaan. Uit een korte gespreksnotitie van de jongerenwerker blijkt dat de twee sleutelfiguren uit de groep herstellende zijn van een zwaar scooterongeluk. Dan kan met zekerheid worden gesteld dat ondanks alle inspanningen van de veiligheidspartners, een externe gebeurtenis heeft geleid tot (een tijdelijke) oplossing van het probleem. De documentatie die komt kijken bij het inzichtelijk maken van de acties hoeft niet in het geheel in of bij de matrix te worden verwerkt. Alleen de voor de ontwikkeling van de situatie belangrijke gebeurtenissen moeten worden verwerkt. Onder het kopje inzichtelijk komt alleen te staan hoe de partners denken hun acties inzichtelijk te gaan maken. 8 Impact De impactoverweging is niets meer of minder dan het invullen of de impact ‘groot’, ‘redelijk’ of ‘klein’ is. Door het vastleggen van deze inschattingen/verwachtingen in de impactkolom, wordt elke partner weer teruggebracht naar een zelfreflectie: mijn actie/maatregel maakt deel uit van een set aan maatregelen, maar mijn bijdrage is wel nodig om het gestelde doel te kunnen bereiken.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
37
9 Maatschappelijk effect Het laatste punt dat in het wijkarrangement benoemd is, is het maatschappelijk effect. Dit is een belangrijk onderdeel want: de burger (maatschappij) ervaart een probleem. Vervolgens wordt het probleem door middel van het wijkarrangement integraal aangepakt met als doel: de burger (maatschappij) ervaart het probleem niet meer/ in mindere mate. Centrale vraag is: 'in hoeverre ervaren de burgers en andere betrokkenen verandering in de overlast?'. De (eventuele) verandering in de subjectieve veiligheid van de burger kan bijvoorbeeld gemeten worden in de jaarlijkse ‘veiligheidsmonitor’. Hier kan een cijfer dat burgers geven voor de subjectieve veiligheid, vergeleken worden met het cijfer van het voorgaande jaar. Uiteraard kan er ook gekozen worden voor een andere manier van het meten van het ‘maatschappelijk effect’.
Voorbeeld Maatschappelijk effect
In 2007 gaf de burger de subjectieve veiligheid in de gemeente A (op locatie B), het cijfer 6,3. In 2008 gaf de burger het cijfer 7. Dit is een stijging van 0,7. Hierbij is aangegeven dat het cijfer, mede, gestegen is door aanpak van de jongerenoverlast in winkelcentrum X.
Handboek auto-inbraken, versie 1.0
38
Wijkarrangement
Sessie nummer: Datum:
Probleemveld Probleemstelling
SMART doelstelling Regiehouder Primaire probleemhouder Deelnemer/partner
Maatschappelijk effect
Actie
Tijdstip
Resultaat
Op welke wijze inzichtelijk?
Impact