HANDBOEK
Juli 2014 Handboek Televisie 2014
TELEVISIE
De raad van bestuur heeft het Handboek TV zoals vastgesteld bij besluit van de raad van bestuur op 22 mei 2012, ingetrokken en de in dit Handboek Televisie met CR gekenmerkte onderdelen vastgesteld op 1 juli 2014 als zijnde de onderdelen van het Handboek Televisie waar artikel 8.1 sub 1 Coördinatiereglement naar verwijst.
Het handboek is dus formeel een bijlage bij het Coördinatiereglement, dat voor de volledigheid ook als bijlage in het algemene deel van het Handboek is opgenomen (Handboek Radio en Televisie, hoofdstuk 4) De hoofdstukken/paragrafen die onderdeel zijn van het Coördinatiereglement zijn voorzien van het kenmerkt:
Handboek Televisie 2014
CR
2
I
nleiding
Voor u ligt het Handboek Televisie. Dit maakt onderdeel uit van het geheel
teerd zou kunnen worden dan hetgeen erover bij of krachtens de wet en of
van het Handboek, bestaande uit drie delen: Algemeen, Radio en Televisie.
regelgeving vastligt, prevaleren deze laatste vanzelfsprekend. De inhoud van
Dit is een praktische procesbeschrijving. Het Handboek Televisie bevat dus
dit handboek is in alle gevallen daaraan ondergeschikt.
een procesbeschrijving van de coördinatie en ordening van het mediaaanbod van de landelijke publieke mediadienst op het gebied van Televisie, en relevante aanpalende informatie. Het Handboek Televisie is bedoeld voor het interne proces op het gebied van Televisie. Het betreft een herziening van het handboek Televisie 2012.
Het handboek is, voor zover van toepassing verklaard, onderdeel van het Coördinatiereglement. De onderdelen die een bijlage zijn bij het Coördinatiereglement zijn voorzien van het kenmerk:
CR
Voor dit handboek is toegankelijkheid en leesbaarheid als uitgangspunt genomen. Dat heeft tot gevolg dat formele, juridische typeringen waar mogelijk zijn vermeden. Zo wordt bijvoorbeeld gesproken over omroep, waar de Mediawet spreekt van een landelijke publieke media-instelling. Voor zover de inhoud van dit handboek afwijkt, dan wel anders geïnterpre-
Handboek Televisie 2014
3
I 1.
2.
3.
21
Ketenafspraken Kijkcijfers op Internet
21
Kijkwijzer
21
Marketing en promotie
21
Nederlands drama
23
6
Nederlandse speelfilms/Telefilm/Teledoc
25
6
NPO.nl
28
7
NPOplus
29
8
Onderzoek en analyses
29
Platformoverstijgende innovatieve initiatieven
33
Programmavernieuwing en pilots
33
Regelingen, reglementen en beleidslijnen
33
Sales
33
Teletekstondertiteling
34
nhoud
Stroomschema’s CR
1.1
Operationeel proces
1.2
Cyclisch Proces Budget
1.3
Programmaproces
1.4
(Overleg)organen
1.5
Realisaties betalingen
10
1.6
Aankoopproces
11
CR CR
Op het snijvlak van programmering en programma-inhoud
9
12
Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden directeur DTV en netmanagers
15
Begrippen, definities, relevante zaken, wetenswaardigheden &
17
Beleidslijn inbreken programmering bij sportevenementen
17
Bereikbaarheid t.b.v. de uitzending
17
Bestedingsverplichting onafhankelijk product
18
BVN
18
Calamiteiten/breaking news in relatie tot de uitzending
18
CCC-indeling
18
Centrale aankoop
18
COBO-fonds Evenementen/Niet-Evenementenjaren
Handboek Televisie 2014
4.
Relevante technische begrippen
5.
Operationeel Proces
6.
35 CR
39
5.1
Kaderbrief
39
5.2
Televisie Jaarplan
39
5.3
Intekenproces
45
5.4
Urenindelingsbesluit (ZTIB)
48
5.5
Doelstellingen
50
5.6
Aanvullende Programmatische Afspraken (APA’s)
51
5.7
Evaluatie programmering
53
Financiering/budgettering
54
6.1
Kosten
54
19
Directe Programmakosten
54
20
Organisatiekosten
54
4
6.2
6.3 7.
Frictiekosten
54
7.10 Platformoverstijgend overleg
70
Kosten en financiering gezamenlijke programma’s
55
Bestuurdersoverleg (BO)
70
Gezamenlijke kosten
55
College van Omroepen (CvO)
70
BTW
56
Digitaal Domein Overleg (DDO)
70
Financiering
57
Financieel Overleg (FO)
57
Ster
57
Gegarandeerd budget /glijdende schaal /budget programmaversterking / bewaking garantiebudget
57
1.
Organogram DTV NPO
77
Eigen bijdragen omroepen
58
2.
Informatievoorziening vanuit NPO/DTV aan omroepen
78
(Overgedragen) Reserve Media Aanbod (RMA)
59
3.
Bindende regeling beschikbaarstelling media-aanbod VOD
79
Procedure 2.42-omroepen voor aanvraag overgedragen RMA
60
4.
Toekenningsvoorwaarden online
87
Programmagebonden bijdragen
61
5.
Beleidsnotitie platformselectie
89
61
6.
Afspraken over continuïteit en promotie
Sponsoring/ & cofinanciering
95
Voorfinanciering
62
Realisaties /betalingen
64 CR
66
7.1
Organisatiewijze overleg omroepen—NPO
66
7.2
Televisie Directie Overleg (TDO)
66
7.3
Netredactie
66
7.4
Netoverstijgend overleg
67
7.5
Bilateraal overleg
67
7.6
(Netoverstijgende) projectgroepen
68
7.7
Omroepbrede werkgroepen
68
7.8
Overleg themakanalen
69
7.9
Marketing en communicatieoverleg
69
Handboek Televisie 2014
Programmawijzigingen / Bezwaarprocedures
72
OCW
Overleg
8
70 CR
Bijlagen
Overzicht CCC-indeling / domeinen / genres TV
102
Bezwaarprocedure CCC-codering
103
8.
Tijdlijn volledig uitzendproces
104
9.
Overzicht Contactpersonen
106
7.
5
1
CR
Stroomschema’s
1.1 Operationeel proces
= input voor Mediawet 1x p. 5 jr
ConcessieBeleidsplan
1x p. 5 jr
Prestatie overeenkomst
september
Meerjarenbegroting Publieke Omroep
november
Mediabrief/ Budgettoekenning
Handboek Televisie 2014
Kaderbrief
januari
Defintief ZTIB voorjaar
oktober
Video Jaarplan
april
Definitief ZTIB zomer
februari
Intekenproces
mei/juni
Definitief ZTIB najaar
mei
Evaluatie en analyse voorjaar
juni
Evaluatie en analyse zomer
september
Evaluatie en analyse najaar (+ jaar compleet)
januari
Vaststelling Programmering en toekenning Internet / Urenindelingbesluit (programmering op hoofdlijnen)
juli
omroepen ontvangen tevens overzicht geplaatste programmering en s.v.z. toekenning Internet en TK (incl. budgetering) en separaat een update van de APA (Aanvullende Programmatische Afspraken)
6
CR
1.2 Cyclisch Proces BUDGET
Handboek Televisie 2014
7
CR
1.3
Programmaproces
wie
wat
omroepen
intekening
netmanagers/ omroepen
overleg over ingetekende programma's
resultaat
wanneer/frequentie
programmapakket/internetactiviteiten ambities T+1
1x per jaar in mei
geplaatst/toegekend
in schema/toegekende activiteiten internet
geparkeerd/ aangehouden
in afw achting van resultaten eerdere serie/pilot/plan/begroting, etc.
1x per jaar in juni
afgew ezen netmanagers / omroepen
melding programmaw ijzigingen
korte termijn: telefonisch/e-mail lange termijn: in bilateraal overleg (zie hieronder) bespreking lopende programma's/inernetactiviteiten/TK bespreking nieuw e (programma)voorstellen + afspraken (zie geplaatst/geparkeerd/aangehouden/afgew ezen)
netmanagers/ omroepen
regulier overleg over programmapakket en nieuw e programmavoorstellen
bespreking voortgang eerder aangehouden (programma)voorstellen bespreking programmaw ijzigingen bespreking resultaten (nieuw e) programma's/internetactiviteiten/TK/analyses
regulier overleg over programmering/ schema's/ schemaw ijzigingen/ netbeleid/ resultaten/ analyses
Handboek Televisie 2014
Indien onoverkomelijke bezw aren van een of meerdere omroepen t.a.v. voorgelegd schema: overleg met Directeur DTV
bereiksanalyse gemaakt door programmacoördinatoren (zow el Internet als TV)
besluit Directeur DTV neemt bezw aar omroep niet w eg
vastlegging afspraken in budget-/titeloverzicht (bevestiging via e-mail)
Directeur DTV meldt dit aan RvB bij aanbieding schema('s) t.b.v. (herziening ZTIB)
bespreking schema's
RvB w eegt bezw aar omroep bij voorgenomen (herziening van) ZTIB
bespreking analyses/ bereiksresultaten/ evaluatieschema netmanagers/ omroepen
frequent (mate w aarin kan per net verschillen)
bespreking doelstellingen/ambities (input VideoJaarplan)
bereiksanalyse/ evauatieschema gemaakt door programmacoördinatoren (zow el Internet als TV)
Omroep kan n.a.v. voorgenomen (herziening van) ZTIB bedenkingen kenbaar maken bij RvB frequent (mate w aarin kan per net verschillen)
RvB hoort omroep
bespreking genreschema's (Interent + TV)/schemabegroting (t.b.v. Jaarplan)
RvB w eegt bedenkingen bij definitief (herziening van) ZTIB
minimaal 3x pj bespreking schema met het oog op (herziening) Urenindelingsbesluit (ZTIB)
Omroep kan n.a.v. definitief (herziening van) ZTIB binnen 6 w eken een bezw aarschrift indienen bij RvB
8
CR
1.4 (Overleg)organen
Handboek Televisie 2014
9
WANNEER
WAT
WIE
Januari
uitbetaling werkkapitaal
FAZ NPO
eerste week na maand van uitzending
actualiseren programmering per omroep voorgaande maand in realisatiebestand
Schemacoördinatoren DTV
tweede week na maand van uitzending
verzending realisatiebestand naar omroepen ter controle
Financial producer DTV
derde week na maand van uitzending
realisatiebestand retour
Omroepen
derde week na maand van uitzending
controle en finalisering realisatiebestand en opmaken verzamelstaat
Financial producer DTV
derde week na maand van uitzending
verzending verzamelstaat naar FAZ NPO t.b.v. betaling aan omroepen
Financial producer DTV
20ste van elke maand
uitbetaling programmering voorgaande maand en maandelijkse betaling Internet/TK aan omroepen
FAZ NPO
november/december
verrekening werkkapitaal
FAZ NPO
Handboek Televisie 2014
1.5
Realisaties/Betalingen
10
CR
1.6
Aankoopproces
10de v.d. maand
concept-facturaties omroepen opgesteld
FAZ NPO
aansluitend
concept-facturaties omroepen naar Financial controler DTP
FAZ NPO
WANNEER
WAT
WIE
continu proces
Research
Researcher /Aankoper
aansluitend
Controle facturen
Financial Controler DTV
continu proces
Afstemming/overleg omroepen/netmanagers
Aankoper
20ste v.d. maand
Verzending factuur naar omroepen
FAZ NPO
continu proces
Aankoop / contractonderhandeling / prijsafspraken
Aankoper
Plaatsing in het schema
Netmanager
continu proces
administratieve afhandeling/ archivering/voorraad-/licentiebewaking
Producer aankoop
vermelding aankooptitel/budget/aantal afl. etc. in titel-/budgetbestand omroep
Programmacoördinator
continu proces
opstellen concept-begroting
Producer aankoop
voorafgaand aan uitzending
uitzendklaar maken: o.a. ondertiteling/dubbing, technische controle. uitzendgegevens aanleveren, montage, NICAM, etc.
Producer aankoop
continu proces
check concept-begroting
Financial controler DTV
na uitzending
verwerking budget in realisatiebestand (zie stroomschema realisaties) + check budget met begroting/factuur
Financial controler DTP
continu proces
na akkoord financial controler DTP verzending begroting naar omroep/FAZ NPO
Producer aankoop
na uitzending
administratieve en technische afhandeling (uitzending laten wissen indien geen runs meer beschikbaar, eventuele banden retour, etc.)
Producer aankoop
Handboek Televisie 2014
>
Voor aankoop akkoord omroep/netmanager vereist.
Prijsafspraken worden afgestemd met netmanager en deze parafeert contract
11
2
De raad van bestuur draagt dan ook de verantwoordelijkheid om een ade-
Op het snijvlak van programmering en programma-inhoud
quate verbinding te leggen tussen het totaalaanbod van de publieke omroep ter uitvoering van de wettelijke taakopdracht en de specifieke bijdrage van de afzonderlijke omroepinstellingen daaraan. Op deze manier wordt de pluriformiteit in onze samenleving in het omroepbestel verankerd. Dit betekent niet dat omroepverenigingen zich alleen richten op hun eigen leden. Zij bedrijven – vanuit hun eigen identiteit – algemene omroep voor een algemeen publiek. Zo is het vastgelegd in de Mediawet en in de statuten van de om-
Algemeen
roepverenigingen. De uitdaging is de spanning die kan ontstaan in ons be-
In de complexiteit van het operationele televisieproces is het van groot be-
stel, constructief te laten zijn en vooral productief te maken (binnen de spel-
lang dat er zoveel mogelijk duidelijkheid is over ieders onderscheiden rol,
regels van de Mediawet).
verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Er zijn veel partijen en daarmee een veelvoud aan culturen, ambities, wensen, missies en doelen. En dit alles
Televisie
in een context van passie en creativiteit.
Het operationeel proces is een gedeelde verantwoordelijkheid vanuit betrokkenheid.
Externe pluriformiteit is een wezenskenmerk van ons publieke omroepbestel.
Binnen de huidige verhoudingen en bevoegdheden is de Directie Televisie
Omroepen vormen als partijen aan wie de verzorging van een geschakeerd
(DTV) daarin verantwoordelijk voor de netprofielen, de programmering (incl.
en kwalitatief hoogwaardig programmapakket is toevertrouwd –en daar gaat
de mediaomgevingen van de netten (Internet en de Themakanalen), de rea-
het uiteindelijk allemaal om– de basis van ons omroepbestel.
lisatie van de gezamenlijk geformuleerde doelstellingen en het Televisiebud-
De Raad van Bestuur is verantwoordelijk voor het beleid, programmering, de
get. Ook moet DTV ervoor zorgdragen dat de programmering beantwoordt
coördinatie, het bevorderen van doelmatigheid, het behartigen van het geza-
aan de Mediawet, het Concessiebeleidsplan en de in de Prestatieovereen-
menlijk belang en het bevorderen van samenwerking en daaruit voortvloei-
komst vastgelegde afspraken.
ende gezamenlijkheidsactiviteiten. Een samenhangend en herkenbaar pro-
Daarbij houdt DTV ook oog voor de missies en maatschappelijke doelstellin-
gramma-aanbod van de landelijke publieke omroep als geheel is noodzake-
gen van de individuele omroepen en de publieke omroep als geheel. DTV
lijk, wil de publieke omroep een rol van betekenis (blijven) spelen in het to-
draagt er zorg voor dat deze voldoende tot hun recht komen, uiteraard bin-
tale media-aanbod. De overheid heeft gekozen voor het uitgeven van één
nen de kaders van de doelstellingen van de publieke omroep en de budget-
concessie voor de publieke omroep als geheel. Samenwerking tussen de sa-
taire ruimte.
menstellende delen is een voorwaarde, wil de publieke omroep als totaal
De omroepen beschikken over een programmatische autonomie en zijn ver-
goed presteren. Uitgangspunt is dat het geheel meer is dan de som der de-
antwoordelijk voor vorm en inhoud van de programma’s en van hun activi-
len.
teiten op internet en voor het ontwikkelen en produceren ervan.
Handboek Televisie 2014
12
Het programmeringsproces en de programmatische autonomie van omroe-
tot het netprofiel) of over het programmaproductieproces (in relatie tot het
pen kunnen echter niet los van elkaar worden gezien. Enerzijds ‘bemoeit’ de
budget dat voor het tijdslot beschikbaar is) kan worden ervaren als een te
netmanager zich met de inhoud van de programma’s, anderzijds zijn de om-
verregaande inhoudelijke inmenging. Het is niet eenvoudig, zo niet onmoge-
roepen betrokken bij het programmeringsproces (formuleren beleid, afstem-
lijk, een scherpe grens te trekken tussen de bevoegdheid van een netmana-
ming programmaschema’s, etc.)
ger en de autonomie van een omroep. In alle nuchterheid mag worden gesteld dat subjectieve elementen in het programmeringsproces onvermijdelijk
Teneinde het profiel en de overige doelstellingen van de netten te realiseren
zijn. Het blijft een creatief proces en is geen exacte wetenschap.
kan het niet anders of de netmanager moet zich een oordeel kunnen vormen en van daaruit ook een oordeel kunnen geven over de inhoud van de door
Het komt dus aan op een goed samenspel tussen de netmanager en de om-
omroepen aangeboden programma’s/formats/activiteiten in het digitale do-
roepen met wederzijds respect en oog en oor voor ieders rol en bevoegd-
mein. Hij/zij moet immers kunnen toetsen of ze passen bij het profiel van
heid. Indien een omroep van mening is dat zijn programmatische autonomie
het net en de mediaomgeving ervan, toegesneden zijn op de beoogde doel-
door de netmanager wordt aangetast, kan deze zich tot de directeur Televi-
groepen en bijdragen aan de doelstellingen van het net als geheel en van de
sie wenden, die vervolgens met beide partijen in overleg gaat.
afzonderlijke tijdslots. Een gevoelig thema in het spanningsveld tussen programmering en proDoor de scherpere en meer onderscheidende netprofielen, de daarmee sa-
gramma-inhoud is de relatie vanuit DTV met buitenproducenten, program-
menhangende doelstellingen en de daaruit afgeleide genreschema’s en de
mamakers, eindredacteuren, etc.
doelstellingen en criteria voor de mediaomgevingen hebben omroepen veel
Contacten vanuit DTV met buitenproducenten zijn er (de deur staat voor
zicht op het sturingskader en in principe onbeperkte ruimte om programma’s
iedereen open) en zijn ook van belang om vanuit de verantwoordelijkheid
voor alle netten en voor alle tijdslots aan te bieden. Het programmaverster-
voor de doelstellingen van de publieke omroep, waaronder bijv. programma-
kingsbudget maakt het omroepen mogelijk aanzienlijk meer programma’s te
vernieuwing, geïnformeerd te zijn over de ontwikkelingen en trends in de
realiseren dan het gegarandeerde budget aan ruimte biedt.
markt.
Het sturen op de doelstellingen door de netmanager kan de programmati-
Er is in die contacten echter nooit sprake van onderhandelingen of toezeg-
sche keuzes van omroepen beïnvloeden. Deze sturing kan de sfeer, stijl,
gingen, laat staan van deals over formats, budgetten of tijdslots.
tone of voice, uitstraling etc. van het programma betreffen omdat deze fac-
Netmanagers kunnen buitenproducenten informeren over de netprofielen en
toren bepalend (kunnen) zijn voor de aansluiting van het programma op het
de formatbehoeften rond specifieke tijdslots. Netmanagers kunnen zich door
profiel van het net, dat de netmanager moet bewaken.
buitenproducenten laten informeren over trends en ontwikkelingen in de
Een gesprek over een programmaformat kan nooit in abstracto plaatsvinden,
markt, nieuwe formats etc. en kunnen zodoende bewaken dat een format bij
maar behoeft vaak illustratie aan de hand van een pilot of van concrete
de publieke omroep en niet bij de commerciëlen terecht komt en daarbinnen
reeds uitgezonden afleveringen. Een gesprek waarin de netmanager een kri-
bij een geschikte omroep en daarmee niet tussen wal en schip valt.
tisch oordeel geeft over de presentator of over de gastenlijst (beide in relatie
Netmanagers geven tegenover buitenproducenten geen eindoordeel over
Handboek Televisie 2014
13
nieuwe formats, onderhandelen er zoals gezegd niet over, sluiten evenmin deals af, maar maken hen duidelijk dat alleen omroepen beslissen of een programma uiteindelijk wordt aangeboden en gemaakt en verwijzen buitenproducenten door naar een of meer omroepen. De betreffende omroepen worden zo spoedig mogelijk over deze contacten geïnformeerd en de uitkomst van het contact met de betreffende buitenproducent wordt door de omroep teruggekoppeld. Zodoende blijft DTV op de hoogte van wat er met een (potentieel aantrekkelijk) format gebeurt en kan de route daarvan langs omroepen worden gevolgd. Contacten met programmamakers of presentatoren, wanneer die spontaan tot stand komen of door makers worden gezocht, worden niet uit de weg gegaan. Maar in die contacten worden ze steevast doorverwezen naar de omroepdirecteuren als degenen die besluiten of een programma uiteindelijk wordt aangeboden en in ontwikkeling/productie wordt genomen. (voorgaande tekst is een samenvatting van het rapport “De springer en de vanger” van Ad de Boer, december 2006)
Handboek Televisie 2014
14
CR
De Directie Televisie (DTV) van de NPO is verantwoordelijk voor de programmering, positionering en budgettering van de publieke televisienetten NPO 1, -2, -3, -Zapp en hun mediaomgevingen (Internet en de digitale themakanalen).
Daartoe hebben de directeur DTV en de netmanagers een aantal taken en bevoegdheden waarbij zij verantwoordelijk zijn voor:
1
2
A. Opstellen, positioneren en bewaken netprofielen (in geval van wijziging v.d. netprofielen: raad van betuur stelt vast nadat het CvO om een zienswijze is gevraagd) B. De mediaomgevingen van de netten (doelstellingen, criteria, etc.) Het zowel per net (incl.
Formuleren van doelstellingen en ambities;
mediaomgeving) als
Ontwikkelen programmastrategie (incl. programmabeleid voor genres, domeinen en thema’s zoals drama, kunst, documentaires, programmavernieuwing, diversi-
netoverstijgend:
teit en beleid voor bereik leefstijl-/leeftijdsgroepen);
Initiëren en realiseren van projecten;
Ontwikkelen en uitvoeren van het marketing- en promotiebeleid, bewaken van de continuïteit op de netten, de samenhang en coördinatie op en tussen de netten en de naleving van de daarvoor omroepbreed gemaakte afspraken;
Ontwikkelen en uitvoeren van het aankoopbeleid en het verwerven van rechten van buitenlandse fictie passend bij de netprofielen en de ambities en missies van de omroepen.
3
4
5
het Televisie Jaarplan;
de Aanvullende Programmatische Afspraken per omroep;
de Urenindelingsbesluiten (ZTIB) ter vaststelling door de raad van bestuur.
Beheer, bewaking en
de voor Televisie beschikbare financiële middelen (directeur DTV);
verantwoording van
het binnen de Televisie-begroting aan elk net (incl. mediaomgeving) beschikbaar gesteld budget (netmanagers).
Bevoegd
programma’s te plaatsen/af te wijzen;
internetactiviteiten toe te kennen (portals, sites, pips)
programma/internetbudgetten vast te stellen en toe te kennen;
een programma te verplaatsen dan wel uit het schema te halen als deze de doelstellingen van het slot waarin het is geplaatst niet realiseert , de eventueel speci-
(Jaarlijks) opstellen van
fiek voor dit programma geformuleerde doelstellingen niet realiseert dan wel niet (voldoende) bijdraagt aan de gezamenlijk op domein-/genreniveau afgesproken doelstellingen;
Handboek Televisie 2014
van omroepen inlichtingen te verlangen voor zover dat voor de uitoefening van taak en bevoegdheden redelijkerwijs nodig wordt geacht;
de programmering aan te passen bij calamiteiten en indien noodzakelijk programma’s daarbij uit het schema te halen.
15
Vervolg taken en bevoegdheden directeur DTV en netmanagers 6
Zorgdragen
voor een juiste balans, afstemming en coördinatie tussen de netten en op het net (tussen het net en de mediaomgeving ervan)
voor een optimale communicatie met en informatievoorziening aan de omroepen over programmering (incl. de mediaomgeving van de netten), budgettering en daaraan gerelateerde activiteiten, zowel waar het de omroepen individueel betreft als omroepbreed;
7
Ontwikkelen en bouwen van
voor een evenwichtige verdeling van de zendtijd tussen 07u00-24u00;
dat elke omroep jaarlijks minimaal het garantiebudget en de gegarandeerde uren krijgt toegekend;
dat de programmering beantwoordt aan de Mediawet, het Concessiebeleidsplan en de in de Prestatieovereenkomst vastgelegde afspraken;
dat de missie en/of maatschappelijke doelstelling van omroepen en de publieke omroep als geheel voldoende tot hun recht komen;
dat omroepen aangesloten zijn op de ontwikkeling van programmastrategie en de samenstelling van de programmaschema’s;
dat met omroepen gemaakte (programmatische/financiële) afspraken worden vastgelegd;
voor de vastlegging van de ontwikkeling van nieuwe formats/programma’s de kenmerken en criteria waaraan het programma moet voldoen.
genreschema’s, schemabegrotingen, titelschema’s en bewaken dat de gerealiseerde programmering (incl. de activiteiten binnen de mediaomgeving van de netten) de voor het net geformuleerde doelstellingen realiseert.
8
Beoordelen van
programmavoorstellen/-formats/pilots met het oog op de bewaking van de netprofielen en de daarbij behorende opbouw en compositie van de programmering en de realisatie van de geformuleerde netdoelstellingen.
9
Stimuleren van
programma’s en activiteiten in het digitale domein die bijdragen aan (de versterking van) de netprofielen.
10
Eindverantwoordelijk voor
de voortgang, de kwaliteit en de transparantie van het operationele proces.
11
Voorzitten van
het Televisie Directie Overleg (directeur DTV);
de netredacties (netmanagers);
(netoverstijgende) project-/werkgroepen.
Handboek Televisie 2014
16
3 B
Begrippen, definities, relevante zaken, wetenswaardigheden & nice to know
eleidslijn inbreken programmering bij sportevenementen
op 18.00 uur beginnen op NPO 1 worden uitgezonden en de wedstrijden die
Met de NOS is afgesproken dat de evenementenlijst en wijzigingen
om 20.45 uur beginnen op NPO 3
daarop zo vroeg mogelijk met DTV worden afgestemd, zodat de schema’s
In lijn met het Coördinatiereglement is het bij alle overige sportevenementen
daar tijdig op kunnen worden aangepast.
aan DTV om, met redenen omkleed, tot besluitvorming te komen.
Omdat van een aantal sportevenementen pas in een laat stadium bekend is of en op welke tijden deze plaatsvinden, is het soms nodig in de vaste programmering in te breken. Daarvoor is de volgende lijn van redeneren bepaald voor de gevallen dat nieuwe sportevenementen zich aandienen die op voorhand niet of lastig
B
ereikbaarheid t.b.v. de uitzending Bij DTV wordt gewerkt met Piketdiensten. Buiten kantoortijd is altijd
één van de schemacoördinatoren bereikbaar voor eventuele wijzigingen van
voorzien kunnen worden:
de programmering. Indien nodig neemt de Piketdienst contact op met een
NPO Zapp wordt beschouwd als een volwaardige zender die niet bij eerste
van de netmanagers of de Directeur TV.
gelegenheid wordt onderbroken om plaats te maken voor sportevene-
De Piketdienst heeft in voorkomende gevallen als primaire taak de MCP na-
menten;
mens DTV aan te sturen en functioneert zo als schakel tussen DTV/
De NOS overlegt met DTV vóór het afsluiten van contracten van sportevenementen over wenselijkheid en mogelijkheden in het uitzendschema;
DTV onderzoekt per inbreuk wat dit voor een specifiek net kan betekenen;
Als een sportevenement tot 18.00 uur duurt, wordt het in beginsel uitgezonden op NPO 1.
Vangt het sportevenement aan ná 19.30 uur dan zal uitzending in principe op NPO 3 plaatsvinden.
Tussen 18.00 uur en 19.30 wordt naar bevind van zaken gehandeld.
netmanagers en de eindregisseurs. In geval van storingen en/of calamiteiten wordt eerst de lopende uitzending aangepast, daarna wordt de communicatie hieromtrent verzorgd, inclusief de afstemming met MIS (EPG) en Teletekst. DTV informeert via internet (NPO.nl, Twitter, etc.) ook het publiek. Voor Themakanalen (m.u.v. NPO Zapp Xtra) is de beheerder van een themakanaal de contactpersoon in geval van eventuele wijzigingen in de programmering. Technicolor neemt in geval van technische problemen direct contact op met de beheerder van het betreffende themakanaal. Voor NPO Zapp Xtra is de schemacoördinator van NPO Zapp c.q. de schemacoördinator met piketdienst contactpersoon.
In het meer specifieke geval van de kwalificatiewedstrijden van het Neder-
Het nummer van de Piketdienst is: 06-22500119.
lands elftal geldt dat de wedstrijden die in het weekend worden gespeeld en Handboek Televisie 2014
17
B
estedingsverplichting onafhankelijk product
Buiten kantooruren is de Piketdienst het eerste aanspreekpunt.
Onafhankelijke producties zijn producties die niet zijn geproduceerd
Indien de calamiteit van zodanige omvang is dat de gezamenlijkheid in actie
door publieke, commerciële of buitenlandse omroepinstellingen of daaraan
moet komen en/of extra journaals moeten worden ingezet, neemt de NOS
gelieerde ondernemingen.
contact op met de directeur TV dan wel neemt deze zelf het initiatief richting
De publieke omroep heeft een bestedingsverplichting wat betreft onafhanke-
NOS.
lijk product. Minimaal 16,5% van het totale programmabudget van de publieke omroep moet worden besteed aan onafhankelijke producties.
Flitsjournaal
Het percentage wordt als volgt berekend: Percentage bestedingen onafhan-
In het kader van breaking news en Amberalert (zie Algemeen deel Hand-
kelijke producties = lasten onafhankelijke producties/OCW-programma-
boek) bestaat het Flitsjournaal. Dit is een plotseling extra journaal, dat op
budget.
verzoek van de NOS wordt ingezet in situaties die net geen breaking news
Voor Themakanalen geldt het Europese percentage van 10% onafhankelijke
zijn. Daarmee wordt tegemoet gekomen aan de wens van veel kijkers om bij
productie.
een lopende, spannende zaak ook tussendoor op de hoogte te worden gehouden. Zo’n flitsjournaal duurt circa een minuut en wordt direct vast aan
B
een programma ingepland, voor teasers, promo’s en Ster.
VN BVN staat voor 'het Beste van Vlaanderen en Nederland' en is de Ne-
derlandstalige publieke tv-zender in het buitenland. Elke dag opnieuw selecteert BVN uit het televisieaanbod van de Nederlandse en Vlaamse publieke omroep (VRT) Nederlandstalige programma's: nieuws
CCC
-indeling, programmagenres en domeinen Zie voor een algemene toelichting op het Crossmediale
Content Classificatiesysteem (CCC) het Handboek Algemeen.
en achtergrondinformatie, series en topfilms.
Ten behoeve van het programmeringsproces hanteert DTV meer en in som-
BVN is wereldwijd 24 uur per dag via meerdere satellieten te ontvangen. Op
mige gevallen andere genres dan waarin de CCC-indeling voorziet. DTV
de Nederlandse Antillen en Aruba zit BVN ook op de kabel.
draagt er zorg voor dat alle in de genreschema’s opgenomen programma-
BVN is een samenwerkingsverband van de NPO en de VRT.
genres aansluiten op een van de categorieën uit de CCC-indeling.
Sinds 2013 is BVN ondergebracht bij de Directie Televisie.
Het classificatiesysteem is nog niet geoperationaliseerd voor de themakana-
Meer informatie: www.bvn.tv en e-mail:
[email protected]
len.
C
C
alamiteiten/breaking news in relatie tot uitzending Als zich een calamiteit voordoet die van invloed is/mogelijk zal worden
op de uitzending wordt—afhankelijk van de aard ervan—contact opgenomen met de netmanager van het betreffende net, dan wel met de directeur TV.
Handboek Televisie 2014
entrale Aankoop Sinds 2005 is er bij de publieke omroep een centrale afdeling aankoop.
Deze afdeling ressorteert onder DTV en koopt voor de omroepen programma’s aan (fictie en natuur). De afdeling speurt op de markt naar drama/
18
comedy/speelfilms en andere in het buitenland gemaakte programmagenres
voor een wijziging van het bevoorschottingsritme.
die interessant (kunnen) zijn voor de publieke omroep. De afdeling heeft een groot internationaal netwerk en bezoekt beurzen en
Het aankoopproces verloopt voor de themakanalen iets anders. Rechten voor
festivals.
het uitzenden op themakanalen worden vaak ‘meegekocht’ met aankopen
In overleg met de omroepen en de netmanagers wordt aangekocht. Een
voor open netten. In specifieke gevallen wordt er ook door de centrale afde-
aangekocht programma wordt altijd gelabeld aan een omroep en moet te-
ling aankoop in opdracht van het themakanaal aangekocht.
vens zowel programmatisch (aansluiting netprofiel) als budgettair passen in de schema’s van één van de netten. Daartoe overleggen de aankopers veel-
Onderzoeksbureau BCG heeft in zijn rapportage over de bezuinigingen bij de
vuldig met zowel de omroepen als de netmanagers.
publieke omroep aanbevolen de omvang buitenlands product in de program-
De centrale afdeling aankoop is verantwoordelijk voor het gehele aankoop-
mering te verhogen. Niet alleen fictie, maar ook non-fictie. Daarbij is geadvi-
proces: research, selectie, aankoop, prijsafspraken, contracteren, begroting,
seerd ook aankoop non-fictie in ‘gezamenlijkheid’ te organiseren.
uitzendklaar maken en archivering.
De VPRO verzorgt al namens een aantal omroepen de aankoop van non-
Sinds enige jaren worden niet de werkelijke kosten, maar de begrote kosten
fictie. Met ingang van 1 januari ressorteert deze afdeling van de VPRO finan-
aan de omroepen gefactureerd (na uitzending wordt vanuit GOS hetzelfde
cieel onder verantwoordelijkheid van de NPO. Besluitvorming over verdere
bedrag uitbetaald aan de betreffende omroep). Hiervoor is destijds gekozen
centralisatie van aankoop non fictie is nog onderwerp van overleg tussen
omdat dit minder administratieve rompslomp met zich meebrengt.
NPO en omroepen.
Als zich tussen het moment van begroten/factureren en programmeren/ uitzenden substantiële wijzigingen voordoen in de kosten (bijv. als gevolg
GEO-blocking aangekochte titels
van koersverschillen) kan dit wel worden verrekend.
Voor programma's die via de Centrale Afdeling Aankoop bij de NPO worden
Per titel wordt een begroting gemaakt waarop een toeslag wordt gerekend
aangekocht, worden steeds vaker ook de Internet/UitzendingGemist (UG)-
voor het uitzendklaarmaken (nabewerking, vertaling, ondertiteling en archi-
rechten verworven. Daarbij wordt dan doorgaans met de distributeur afge-
vering (aankoopprogramma’s worden vanwege de rechten niet in de DDV/
sproken dat deze alleen binnen Nederland zijn te streamen. Deze pro-
Beeld&Geluid gearchiveerd)).
gramma's moeten daarvoor technisch worden voorzien van een GEO-
De financiële afhandeling tussen NPO en omroepen wordt uitgevoerd en be-
blocking. Aangezien dit een contractuele afspraak met de distributeur be-
waakt door de controller DTV.
treft, luistert het ook nauw dat deze blokkade daadwerkelijk wordt toegepast.
Op het moment dat een aankooptitel aan een omroep wordt gekoppeld, be-
Zodra een aangekochte serie staat geprogrammeerd en voor deze titel ook
tekent dit in financiële zin dat de omroep het daarmee gemoeide bedrag
internet/UG-rechten beschikbaar zijn, geeft DTV dit via mail uiterlijk 3 dagen
dient over te maken aan de NPO. De omroep krijgt dit bedrag na uitzending
voor uitzending door aan het rechtenmeldpunt Uitzending Gemist: rechten-
weer retour. Mocht de omroep door deze voorfinanciering in liquiditeitspro-
[email protected]
blemen komen, dan kan bij Directie Financiën een verzoek worden ingediend
Daarbij moet worden vermeld:
Handboek Televisie 2014
19
- Titel en aantal afleveringen en -waar beschikbaar- WON-IDs
roep en coproducent. Hierbij heeft de omroep naast financiële inbreng ook
- Uitzenddata (net, dag, periode, tijdstip)
inspraak in de aard, inhoud of vormgeving van de audiovisuele productie.
- Vanaf wanneer en hoelang de titel op Internet/UG beschikbaar mag wor-
Coproducenten kunnen zijn:
Een onafhankelijke filmproducent;
- Op welk platform het programma mag worden uitgespeeld: Internet VoD
Instellingen werkzaam op het gebied van de podiumkunsten;
(vast en mobiel internet), TV VoD (kabel en IPTV distributeurs) en Inter-
De Vlaamse Radio en Televisie omroep (VRT);
net Download (dan mag het ook gedownload worden. Moet voor aankoop
Een Duitse publieke omroep (ZDF, WDR, ARD etc.).
bijna altijd op beperking staan) en Hergebruik (hiermee kunnen de om-
De bijdragen van het CoBO-fonds zijn niet gebaseerd op inhoudelijke crite-
roepen de file voor eigen toepassingen binnenhalen, tevens hangt hier een
ria. Deze worden zowel op budget als ook op mate van Nederlandse inbreng
aantal processen achter, zoals de UG promomaker . Deze mag eigenlijk
getoetst voordat een definitieve bijdrage kan worden toegekend.
altijd aan staan).
Aanvragen worden behandeld in het CoBO-bestuur, waarin vertegenwoordi-
den gesteld
- Of er sprake is van een GEO-blocking: alleen voor Internet VoD en Inter-
gers van de publieke omroep zitting hebben.
net Download kan Geo-blocking worden aangevraagd. (TV VoD is vanwege
Voor meer informatie over het indienen van aanvragen en de criteria:
alleen lokale verspreiding bij kabelaars en IPTV automatisch gegeoblockt.
www.cobofonds.nl / 035-6775348 /
[email protected]
Hergebruik is alleen voor omroepen en eigen gebruik en werkt alleen op omroepnetwerk, dus beperkt). ID's van programma's voor de komende drie weken zijn eenvoudig na te zoeken in CERESview: https://ceres.omroep.nl/view/ Hier zijn door op een programma te klikken alle details te vinden.
E
venementen-/niet-evenementen jaren Het EK/WK-voetbal en de Olympische Spelen (zomer/winter) vinden in
de even jaren plaats. Omdat de publieke omroep de uitzendrechten heeft
DDU en ICT zijn ervoor verantwoordelijk dat de GEO-blocking wordt aange-
van deze superevenementen, wijken de even en oneven jaren zowel pro-
zet en bevestigen dit aan de aanvrager.
grammatisch als budgettair van elkaar af. De superevenementen worden in principe op NPO 1 uitgezonden. De programmering van de andere netten
C
wordt in die periode daarop afgestemd, wat een wijziging van de reguliere
oBo-fonds
opbouw van de avonden met zich mee kan brengen (bijv. 20u00 Journaal op
Stichting Coproductiefonds Binnenlandse Omroep (CoBO-fonds) be-
NPO 2 i.p.v. NPO 1). Omdat de periode waarin de superevenementen plaats-
staat sinds 1986. Bron van inkomsten zijn voornamelijk de auteursrechtelij-
vinden tijdig bekend is, wordt hier in het jaarplan en in de bijbehorende
ke omroepvergoedingen die door Belgische en Duitse kabelexploitanten wor-
schema’s al rekening mee gehouden.
den betaald voor de gelijktijdige doorgifte van de zenders in het ontvangstgebied. Het CoBO-fonds draagt financieel bij aan coproducties van de omroepen. Onder coproductie wordt verstaan een samenwerkingsverband tussen om-
Handboek Televisie 2014
20
K
etenafspraken tussen de NPO, publieke omroepen en
door wijziging van Programmagegevens voor dat de programma’s beter door
Beeld en Geluid over de werkwijze rond de televisiepro-
het publiek gevonden worden door verbetering van de metadata, i.c. door
cessen
het afstoten van niet meer gebruikte velden en het invoegen van nieuwe
De Ketenafspraken en het metadatamodel vormen de basis voor een optima-
beter aansluiten bij het zoekgedrag. Project M vervangt de huidige Multi
le en efficiënte procesgerichte werkwijze binnen de televisieketen. De afspra-
Channel Play-out—en DDV– infrastructuur. Dit leidt tot andere ketenafspra-
ken zijn ondertekend door de directies van de landelijke publieke omroepen,
ken over o.a. MXF-aanlevering, afgekeurde MXF–bestanden en Dolby
het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid (NIBG) en de raad van bestuur van de NPO. Binnen deze keten is de Directie Distributie en Uitzending
De in juni 2013 geïntroduceerde Werkprocessen Themakanalen zijn geënt
(DDU) eindverantwoordelijk voor het uitzendproces en de distributie van de
op de Ketenafspraken over de werkwijze rond de televisieprocessen en aan-
content op de platformen televisie, radio, themakanalen en internet (VoD).
gepast aan de specifieke werkwijze van de themakanalen en het gebruik van
De afspraken beschrijven onder meer:
een eigen platform (MAM-system en Play Out Control). De themakanalen
De wijze en het tijdstip van aanleveren van uitzendgereed product in
maken evenals NPO 1, 2 , 3 en BVN gebruik van What’s On.
de vorm van files en live signalen aan de DDV en MCP.
Ook de werkprocessen bij de themakanalen zullen veranderen als gevolg van
De aanlevering van metadatagegevens voor schemabouw, gedrukte en
de introductie van Project M. Project M omvat ook de play out van VOD en
elektronische gidsen (EPG’s), verantwoording van auteursrechten en
de 6 themakanalen van de NPO. De huidige play out wordt uitgefaseerd
Mediaweteisen.
Wie in welke fase van het proces verantwoordelijk is voor het aanleve-
De Ketenafspraken zijn te downloaden via: www.ketenafspraken.nl of op te
ren van de gegevens.
vragen via de servicemanager Televisie van DDU.
Het hergebruik van programma’s uit DDV en iMMix.
De archivering door het NIBG.
Alle genoemde partijen worden geïnformeerd over nieuwe afspraken binnen de werkgroep Ketenafspraken en de gelijknamige stuurgroep, en hanteren de afspraken.
K
ijkcijfers op Internet
K
ijkwijzer
De kijkdichtheden en kijktijdaandelen zijn te vinden op de site van de
Stichting Kijkonderzoek (SKO) > www.kijkonderzoek.nl
Wekelijks worden vanuit de Directie DDU gemaakte rapportages naar de omroepen verstuurd. Met ingang van 1 januari 2014 is versie 2.5 van de Ketenafspraken Televisieprocessen van kracht. De wijzigingen betreffen met name de aanlevering van auteursrechtgegevens aan NPO-RZV en de werkwijze met betrekking tot
Kijkwijzer is de naam voor het classificatiesys-
teem dat vanaf het voorjaar van 2001 in Nederland
de omroepnaam van de fusieomroepen in de uitzendketen.
wordt gebruikt om bioscoopfilms, videofilms, dvd’s en
In 2014 volgen twee wijzigingen op versie 2.5. Deze hebben te maken met
televisieprogramma’s te voorzien van informatie over hun mogelijke schade-
de introductie van Optimum (juni) en Project M (oktober). Optimum zorgt er
lijkheid voor jeugdigen. Kijkwijzer wordt gecoördineerd door het Nederlands
Handboek Televisie 2014
21
Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media (NICAM). Het instituut
de omroepen zelf hun producties. Speciaal daarvoor opgeleide medewerkers,
wordt breed gedragen door de audiovisuele sector en er zijn circa 1.000 be-
zogenaamde codeurs, bekijken een productie zorgvuldig en beantwoorden
drijven en organisaties via hun branchevereniging of direct bij het NICAM
via internet een vijftigtal vragen over wat ze gezien hebben. Daarna bere-
aangesloten.
kent een Kijkwijzercomputerprogramma welke classificatie de productie ver-
Kijkwijzer is gebaseerd op co-regulering, hetgeen inhoudt dat de audiovisue-
volgens krijgt.
le branche en de overheid samen financieel en beleidsmatig verantwoordelijk
Aan de hand van een aantal vragen beoordeelt de codeur een televisiepro-
zijn voor het systeem en voor maatregelen om jeugdigen te beschermen
gramma of film op de aanwezigheid van geweld, angst, seks, discriminatie,
tegen schadelijke media-invloeden.
drugs- en alcoholgebruik en grof taalgebruik. Aan elk van deze onderwerpen wordt een leeftijd gekoppeld. Het onderwerp met de hoogste leeftijdsscore
Alle audiovisuele content van de publieke omroep dient geclassificeerd te
bepaalt het uiteindelijke leeftijdsadvies dat Kijkwijzer aan een productie
worden met Kijkwijzer. Niet alleen content voor televisie, themakanalen en
geeft.
uitzending gemist, maar ook web-only content: online materiaal als extra
Natuurlijk kan een televisieprogramma of film ook op meerdere onderwerpen
scènes of filmpjes die niet zijn uitgezonden op televisie.
hoog scoren. Vanwege de overzichtelijkheid bestaat een advies echter nooit uit meer dan drie inhoudspictogrammen. De prioriteit ligt, mede op verzoek
Bij televisie zijn de leeftijden van Kijkwijzer verbonden aan uitzendtijden.
van ouders, bij de pictogrammen voor geweld, angst en seks.
Programma’s met de classificaties Alle Leeftijden, 6 en 9 jaar mogen op ieder moment van de dag worden uitgezonden. Programma’s met de classifi-
Voor de classificatie van web-only content is er sinds 1 juli 2012 een aparte
catie 12 jaar mogen vanaf 20.00 uur worden uitgezonden en voor 16 jaar
vragenlijst.
vanaf 22.00 uur (tot 06.00 uur). Op internet ligt het toepassen van deze re-
Alle televisieprogramma’s moeten ongeacht de distributievorm
gels wat ingewikkelder vanwege de aard van het medium. Programma’s met
(hoofdkanalen, themakanalen, etc.) ook in de Kijkwijzer database worden
een classificatie 16 jaar worden gekoppeld aan een zgn. watershed (tijdslot)
geregistreerd. Alle Leeftijden web-only content hoeft vooralsnog niet opge-
van 22.00 uur. Voor de overige leeftijdscategorieën wordt duidelijk gemaakt
nomen te worden in de database van Kijkwijzer. Het materiaal moet wel be-
– met behulp van het Kijkwijzer-icoon en een eventuele toelichting – welke
oordeeld worden. Bij een web-only Alle Leeftijden classificatie hoeft het pic-
classificatie het Programma heeft. Zodra er op internet een beschermings-
togram niet getoond te worden.
maatregel voor handen is die hetzelfde beschermingsniveau heeft als de watershed voor lineaire televisie, dient de publieke omroep deze te hanteren
Promo’s dienen altijd de leeftijdsaanduiding en pictogrammen van het pro-
voor het aanbieden van Programma’s met een classificatie van 12 en 16 jaar
gramma waarnaar wordt verwezen, te tonen (met uitzondering van het Alle
binnen Uitzending Gemist en de overige websites . Hierbij wordt gedacht aan
Leeftijdenpictogram). De inhoud van de promo’s dient beoordeeld te worden
een leeftijdsverificatiesysteem.
aan de hand van de Kijkwijzercriteria om het uitzendtijdstip te bepalen. Ook voor de promo’s gelden bovengenoemde uitzendtijden.
Met behulp van een door Kijkwijzer ontwikkeld vragenformulier classificeren
Handboek Televisie 2014
Op elk net wordt op Teletekstpagina 282 de actuele Kijkwijzer classificatie
22
van het lopende programma weergegeven. Kijkers die een mogelijke overtreding van de regels van Kijkwijzer constateren kunnen een klacht indienen bij het NICAM. Is er sprake van een overtre-
N
ederlands drama Nederlands drama is een belangrijk speerpunt in het aanbod van de
publieke omroep. Jaarlijks wordt substantieel geïnvesteerd in een brede variatie aan fictievormen (auteursdrama, comedy, jeugddrama, policiers, etc.).
ding van de regels dan kan de klacht afgehandeld worden door het bureau van het NICAM of de onafhankelijke Klachtencommissie. Oordeelt de Klach-
Omdat dramaprojecten veelal een lange productietijd kennen is het van be-
tencommissie dat de regels van Kijkwijzer inderdaad niet correct zijn toege-
lang in een vroegtijdig stadium beslissingen te nemen. Besluitvorming over
past, dan kan de Klachtencommissie één of meerdere sancties opleggen.
dramaproducties loopt dan ook niet in de pas met de normale intekensystematiek. Om misverstanden te voorkomen zijn afspraken gemaakt over de
M
procedure voor het in productie nemen van drama. Doel daarbij is een hel-
arketing en Promotie
dere besluitvorming en communicatie over de dramaprojecten en inzage in
Marketing is van wezenlijk belang voor het verder verstevigen van
de uitstaande producties en beschikbaar gestelde budgetten.
het profiel en imago van de netten en het bereiken, verleiden en binden van
De afspraken komen in hoofdlijnen op het volgende neer:
publiek.
Ter voorbereiding op het Jaarplan wordt stilgestaan bij het meerjarenka-
Campagnes dragen bij aan het verwezenlijken van de missie van de publieke omroep en het zo optimaal mogelijk bereiken van het publiek. Het succes van campagnes vertaalt zich daarnaast in imago en merkvoorkeur.
der drama. Vragen die daarbij aan de orde komen: - hoe kijkt de netredactie aan tegen het huidige dramabeleid van het net?
Pluriformiteit is een van de belangrijkste waarden van het publieke bestel.
- welk volume is voor het net wenselijk en mogelijk?
Daarom is een waarborg van omroepmerken als ‘endorser van progr-
- op welke typen drama zou het net zich (meer) moeten richten?
ammacontent’ noodzakelijk. Hierover zijn goede afspraken gemaakt. Bijvoor-
Het dramabeleid zoals dat in het Jaarplan wordt opgenomen sluit aan bij
beeld in de vorm van altijd in beeld zichtbare omroeplogo’s, aan het eind
de meerjarenbeleidsdoelstellingen en de netprofielen. Het is richtingge-
van elk programma getoonde omroepidents en vaste afspraken voor leden-
vend voor de keuze van de projecten.
gebonden campagnes. Campagnes worden zo veel mogelijk samen met omroepen uitgewerkt, waarbij er een plek is voor de afzonderlijke omroepen.
Selectie van ideeën voor dramaproducties vindt in principe plaats bij de omroepen, maar het initiatief kan ook bij de NPO liggen. Omroepen kunnen ook eigen middelen inzetten voor het verder ontwikkelen van projec-
In een concurrerend medialandschap is het van groot belang het publiek
ten. Pas als er budget nodig is van het net, dan wel een subsidie bij het
centraal te stellen bij de brandingstrategie. Marketingactiviteiten worden zo-
Mediafonds wordt aangevraagd, zal een netmanager een rol gaan spelen
veel mogelijk gebundeld op basis van een beperkt aantal speerpunten. Ook
in het beslissingstraject rond de ontwikkeling van dramaprojecten. In het
daarbij werkt DTV nauw samen met de omroepen. Naast promo’s on air wor-
geval dat het initiatief bij de NPO ligt, peilt de betreffende netmanager in
den ook brede campagnes ontwikkeld. Crosspromotie is eveneens een be-
eerste instantie de interesse van de omroep wiens drama-ambitie het
langrijk instrument om het publiek te begeleiden bij het navigeren.
best aansluit bij het project.
Handboek Televisie 2014
23
Jaarlijks legt de netmanager de netredactie een overzicht voor van het
ties die zich met enige regelmaat binnen dit genre voltrekken, komt het
drama dat het voorgaande jaar is uitgezonden, hoe het volume zich heeft
overzicht op gezette tijden daar terug, zodat alle partijen op de hoogte
ontwikkeld en welke ruimte er (bij voortzetting van het beleid) de komen-
blijven van uitstaande producties en de daarbij behorende budgettaire
de jaren is. Omroepen kunnen in bila’s hun voorstellen op het gebied van
afspraken.
drama/comedy voor het net indienen. De besluitvorming over de voor-
In de werkgroep Drama wordt informatie uitgewisseld over de projecten
stellen zal, conform de gangbare werkwijze, plaatsvinden tussen het net
die lopen en in ontwikkeling zijn genomen en worden de op netniveau
en de betreffende omroep.
met omroepen gemaakte afspraken aan de hand van het dramaoverzicht
De productiebeslissing, vaststelling en toekenning van het productiebudget en plaatsingsbeslissing liggen bij de netmanager.
Vanwege de hoge investering die een dramaproductie met zich mee-
doorgenomen.
Afspraken over het in productie nemen van projecten kunnen uitsluitend worden gemaakt op het niveau van de netmanager en de omroepdirec-
brengt en de soms lange productietijd, wordt bij de productiebeslissing
teur, dan wel een namens hem gemandateerde vertegenwoordiger. In de
tussen de netmanager en de betreffende omroep nagegaan of reeds be-
APA’s worden de meerjarige afspraken over dramaproducties vastgelegd.
kend is in welk jaar de productie kan worden uitgezonden. Daarbij zal worden geprobeerd de daadwerkelijke productie zo dicht mogelijk te laten aansluiten op het jaar van uitzending. Dit om te voorkomen dat er een te lange voorfinancieringsperiode nodig is.
Bij de selectie van de Telefilms laten de netmanagers zich tevens advise-
Dramaproducties lopen wel gewoon mee in de intekening ook al zijn er voorafgaand aan de intekening al productie-/budgetafspraken gemaakt.
Uitgangspunt bij de selectie is de kwaliteit van de plannen en de aansluiting op het dramabeleid van het net. Vervolgens wordt er in de afweging van de plannen de verdeling tussen de omroepen meegewogen. Hierbij
ren door de werkgroep Drama. Desgewenst kan de werkgroep ook voor
wordt ook rekening gehouden met het feit dat sommige omroepen grote-
andere dramagenres een preadvies voorleggen aan de netredactie en de
re ambities hebben op het gebied van drama dan andere. Bewaking ge-
netmanagers.
beurt aan de hand van het dramaoverzicht, dat regelmatig wordt geactu-
Vanwege de lange productietijd en de hoge investering die het genre met zich meebrengt, is het van belang dat er goed inzicht is in de status van de dramaprojecten waarover op netniveau met omroepen productie-/ ontwikkelafspraken zijn gemaakt. Dit geeft de omroepen zekerheid over
aliseerd.
Alle afspraken worden schriftelijk (in het dramaoverzicht, de verslagen van de netredacties, de APA’s of in een e-mail) vastgelegd.
Flexibiliteit is essentieel voor de planning van dramaprojecten. Tijdens het
producties en DTV de gelegenheid ruimte te reserveren in de programme-
ontwikkelproces kan blijken dat een bepaalde serie niet bij het beoogde
ring én de benodigde middelen te reserveren.
net past en beter op een ander net kan worden uitgezonden. Ook budget-
DTV beheert daartoe een overzicht van alle lopende dramaproducties/-
ten kunnen nog wijzigen tijdens de ontwikkelfase. De productie kan eer-
plannen. Zowel de projecten in de ideeën-/ontwikkelfase als projecten
der of later starten, waardoor een beoogd uitzendjaar kan verschuiven.
waar al productieafspraken over zijn gemaakt, worden hierin gesorteerd
Indien de productie al geprogrammeerd stond en gebudgetteerd was,
naar omroep en naar net opgenomen.
wordt het budget in zo’n geval meegenomen naar het daaropvolgende
Het overzicht wordt in de netredacties geagendeerd. Vanwege alle muta-
Handboek Televisie 2014
jaar (via overlopende passiva).
24
Dramaprojecten moeten:
aansluiting hebben met het netprofiel en de bijbehorende doel-
het Filmfonds; het ministerie van OCW.
groepen;
binnen het afgesproken budgettaire kader passen;
Voor de participatie in speelfilms wordt jaarlijks het volgende budget gere-
voldoen aan het dramabeleid van het betreffende net
serveerd:
bij een beslissing over een vervolgserie ook aan de slotdoelstellingen
Bijdrage omroepen via GOS
€
1,750
mln
hebben voldaan.
Mediafonds artistieke film
€
0,900
mln
Mediafonds cinema jr
€
0,200
mln
Verschillende fases en beslismomenten
CoBO
€
4,000
mln
In het kader op de volgende pagina worden de verschillende fases met daar-
NPO/Telescoop
€
0,900
mln
aan gekoppelde beslismomenten onderscheiden. Een positief besluit voor
CoBO Telescoop
€
1,100
mln
een fase biedt geen garantie voor een positief besluit in een volgende fase.
Filmfonds Telescoop
€
1,156
mln
Op elk moment kan er, uiteraard met gegronde redenen, door zowel omroep
OCW Telescoop
€
0,300
mln
als netmanager worden besloten de ontwikkeling stop te zetten.
Totaal per jaar
€
10,306
mln
N
De bijdrage van de omroepen via GOS
ederlandse speelfilms/Telefilm/Teledoc
Jaarlijks wordt op de TV-begroting € 2,5 mln gereserveerd voor de program-
In 2005 heeft de publieke omroep speelfilmbeleid ontwikkeld waarvan
mering van speelfilms waarin een publieke omroep heeft geparticipeerd én
de beleidskaders zijn vastgelegd in de Filmnotitie. Kern van de notitie is een
voor het jaarlijkse Telefilmproject. Dit bedrag is met ingang van 2011 als
kader voor het aantal speelfilms waarin de publieke omroep jaarlijks mini-
volgt opgebouwd:
maal participeert, een budgettair kader en een besluitvormingsproces. De Filmnotitie uit 2005 is in 2010 geactualiseerd. Beleids- en bijbehorend financieel kader Jaarlijks participeert de publieke omroep in 18 Nederlandse speelfilms, waarvan 2 Telescoopfilms. De totale bijdrage aan de Nederlandse speelfilm bestaat uit verschillende componenten, te weten een bijdrage van:
Het in de Filmbrief opgenomen bedrag dat per film vanuit GOS wordt bijge-
de omroepen/NPO;
dragen, is het bedrag dat bij plaatsing van een Nederlandse film wordt gefi-
het CoBO-fonds;
nancierd, tenzij vooraf—op moment van participatie—met DTV een andere
het Mediafonds;
afspraak is gemaakt. Alle participaties in Nederlandse speelfilms worden op-
Handboek Televisie 2014
25
OVERZICHT FASES EN BESLISMOMENTEN PRODUCTIE NEDERLANDS DRAMA BESLISMOMENT
OMSCHRIJVING
OPMERKINGEN
Indien ontwikkelbudget van het Mediafonds gewenst is, meldt de betreffende omroep het plan voorafgaand aan de aanvraag
Aanvraag ontwikkelbudget bij Mediafonds
aan de netmanager.
Daarbij geeft de omroep aan voor welk dramaproject er ont-
Indien het Mediafonds negatief besluit over ontwikkelbudget wordt door de omroep besloten of verder wordt gegaan met de ontwikkeling.
wikkelbudget wordt aangevraagd en hoe het project past binnen het meerjarenbeleid en het budgettair kader voor drama.
Als een omroep tijdens de ontwikkeling een beroep wil doen op het op de TV-begroting geoormerkte budget voor programOntwikkelbeslissing
Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan: research, programmabijbel, scenario, casting en dramaturgie. Maar ook pilot/moodtape/pre-test
mavernieuwing, beoordeelt de netmanager of het ingediende
Indien gewenst kan er tussen omroep en netmanager worden afgesproken dat er
idee past binnen het budgettair kader en besluit of het in ont-
binnen deze ontwikkelfase meerdere beslismomenten zijn of een ontwikkeling
wikkeling kan worden genomen voor het net.
wordt voortgezet.
Tevens neemt hij/zij een beslissing over het al dan niet toekennen van een ontwikkelbudget en de hoogte hiervan.
Er worden heldere financiële afspraken gemaakt over de inzet van het toegekende ontwikkelbudget.
Indien financiering door het Mediafonds gewenst is, vraagt de Aanvraag productie bijdrage Mediafonds
betreffende omroep, voorafgaand aan de subsidieaanvraag een principebesluit aan de netmanager of de dramaproductie past binnen het beleids- en budgettair kader en geproduceerd kan worden voor het net (voorwaarde van het Mediafonds voor een
Indien het Mediafonds negatief besluit over de bijdrage aan de productiekosten gaat het voorstel weer terug naar de ontwikkelfase, waarna opnieuw wordt besloten of verder wordt gegaan met de ontwikkeling.
productiesubsidie is een uitzendgarantie).
De onderhandeling met de externe producent vindt plaats binnen een met de netmanager vooraf afgesproken kader.
Voordat een productieovereenkomst wordt afgesloten wordt deze overeenkomst Als ontwikkeling voor zowel omroep als netmanager een positief Productiebeslissing
resultaat heeft, wordt besloten het dramaproject in productie te nemen.
eerst voorgelegd aan de betreffende netmanager.
Nadat er concrete afspraken (waaronder ook de eventuele inzet van een Mediafondsbijdrage) zijn gemaakt, kan de dramaproductie vervolgens starten voor het afgesproken budget/slotbedrag.
Eventuele tussen netmanager en omroep afgesproken (inhoudelijke) voorwaarden waaraan de productie moet voldoen, worden altijd schriftelijk vastgelegd. Plaatsingsbeslissing
De netmanager besluit wanneer en in welk slot/op welke dag het
Dramaprojecten moeten meelopen in de reguliere intekenprocedures en dus worden
dramaproject wordt uitgezonden.
ingetekend door de omroep.
Handboek Televisie 2014
26
genomen in de APA’s (meerjarige afspraken), zodat t.z.t. bij plaatsing in het schema over het bedrag dat uit GOS wordt vergoed geen misverstanden meer kunnen ontstaan. Indien een niet in GOS participerende zendgemachtigde (bijv. een 2.42 zendgemachtigde) in een Nederlandse speelfilm heeft gecoproduceerd, wordt deze geacht de per film vastgelegde bijdrage zelf te financieren. Als een Nederlandse speelfilm op een van de netten wordt geprogrammeerd,
Programmeren
wordt uit de reservering op de TV-begroting het per film afgesproken bedrag
De netprofielen zijn leidend bij het programmeren van de films en om die
overgeheveld naar het budget van het betreffende net, dat het vervolgens
reden ook medebepalend bij de keuze in welke films wordt geparticipeerd.
plaatst op het titel-/budgetoverzicht van de betreffende omroep.
Het Mediafonds en het CoBO-fonds verlangen bovendien een uitzendgarantie
Gemiddeld komt een speelfilm 2 jaar na de bioscooprelease vrij voor uitzen-
van het net, voordat zij tot medefinanciering besluiten.
ding. Het participatiebedrag wordt pas uitbetaald als de film is uitgezonden.
Omdat elk net een eigen publieksgroep bedient, worden ook op elk net films
De coproducerende omroep financiert de bijdrage voor tijdens het productie-
geprogrammeerd. Dit betekent overigens niet dat op alle netten even veel
proces (conform de afspraken die daarover met de speelfilmproducent wor-
films worden uitgezonden, maar is het aanbod passend bij en afhankelijk
den gemaakt).
van de behoefte van het publiek.
Indien de licentietermijn van een Nederlandse speelfilm waarin een publieke
Films voor een breed publiek worden vooral op prime-time geprogrammeerd.
omroep heeft geparticipeerd afloopt, stemt de betreffende omroep, alvorens
De artistieke films worden voor een relatief kleiner publiek geproduceerd dan
een herlicentiecontract af te sluiten, met DTV af of dit wenselijk is en welke
de brede publieksfilm. Het publiek voor de artistieke films vindt het aanbod
vergoeding hiervoor maximaal beschikbaar kan worden gesteld. Als een her-
van dit genre films op logische plekken in de programmering van de publieke
licentie is afgesloten zonder afstemming, ligt het financiële risico indien de
omroep.
film niet meer kan worden geprogrammeerd bij de omroep.
Bij het uitzenden houdt de publieke omroep zich uiteraard aan de door het NICAM bepaalde classificaties en richtlijnen. Bij televisie zijn de leeftijden
Telefilm
van de Kijkwijzer gekoppeld aan uitzendtijden. Programma’s met de classifi-
Telefilms zijn Nederlandse speelfilms speciaal gemaakt voor televisie, die
catie ‘Alle Leeftijden, 6 en 9 jaar’ mogen op ieder moment van de dag wor-
inspelen op actuele maatschappelijke thema's.
den uitgezonden. Programma’s met de classificatie ‘12 jaar’ mogen vanaf
Het project, dat jaarlijks zes films omvat, levert door continuering van pro-
20.00 uur worden uitgezonden en voor de classificatie ‘16 jaar’ vanaf 22.00
ductievolume zowel een bijdrage aan de versterking van de Nederlandse
uur.
speelfilmactiviteiten als een kwalitatieve ondersteuning van de programmering van de publieke omroep.
Heldere procedure
De financiering van het Telefilm project ziet er als volgt uit:
Op dit moment is de procedure voor het indienen van filmplannen helder geformuleerd. Omroepen zijn en blijven verantwoordelijk voor de keuze om
Handboek Televisie 2014
27
wel of niet in een speelfilm te participeren en het staat filmmakers vrij om-
Filmplannen kunnen, na selectie door publieke omroepen en Filmfonds, een
roepen direct te benaderen.
toekenning krijgen voor ontwikkeling: voor research en het schrijven van
Alle filmconcepten kunnen echter worden ingediend bij één loket, te weten
een documentaire script. Na uitwerking van de gekozen filmplannen vindt
het CoBO-fonds, die ze vervolgens doorgeleidt naar de filmcoördinatiecom-
opnieuw selectie plaats door publieke omroepen en Filmfonds voor de
missie. In deze commissie zitten ter zake kundige vertegenwoordigers van
mogelijke realisering.
een aantal omroepen. Zij coördineren naar welke omroepen de plannen worden doorgestuurd. Vervolgens monitoren zij of plannen worden doorgezet,
Het Teledocproject staat alleen open voor onafhankelijke documentaire pro-
dan wel dat een producent binnen redelijke termijn gemotiveerd te horen
ducenten. Plannen worden ingediend bij het CoBO-fonds. Het hoofd docu-
krijgt waarom zijn plan is afgewezen.
mentaire van het Filmfonds, de voorzitter van de werkgroep documentaire
Het CoBO-fonds heeft van de raad van bestuur van de publieke omroep de
en de directeur van het CoBO-fonds, maken een selectie op formele criteria
taak gekregen de invulling van het contingent te bewaken. Omroepen dienen
(=ervaring regisseur en producent, Nederlands onderwerp of link met Neder-
om die reden alle filmplannen aan het CoBO te melden en de betreffende
land), welke CoBO doorstuurt naar de omroepen.
netmanager dient een uitzendgarantie te geven, alvorens er in een film mag
De omroepen die willen participeren, geven hun voorkeur aan voor 4 projec-
worden geparticipeerd.
ten per omroep. In vergadering met betrokken omroepen, een vertegen-
Het CoBO vervult een meer coördinerende en uitvoerende rol bij de filmpro-
woordiger van het Filmfonds en de voorzitter van de werkgroep documentai-
jecten Telefilms en Telescoopfilms. De procedure voor deze twee projecten
re wordt een verdere selectie van de plannen gemaakt. De netmanager com-
staat vermeld op de internetsite van het CoBO-fonds.
mitteert zich aan deze plannen, reserveert hiervoor budget binnen zijn net-
Bij het CoBO zijn ook de standaardcontracten die voor Telefilms worden ge-
begroting en zorgt voor ruimte in het programmaschema.
hanteerd op te vragen.
CoBO is financieel eindverantwoordelijk voor het televisiegedeelte en is formeel procedurebewaker.
Teledoc Naar analogie van de Telefilm is in 2009 het Teledocproject gelanceerd. In dit project werken de publieke omroepen, CoBo en het Filmfonds samen met Nederlandse onafhankelijke documentaireproducenten. Een Teledoc is een documentaire met een eigentijds Nederlands onderwerp
N
PO.nl In 2013 is de NPO-portal (optelsom van npo.nl en de NPO-apps) ge-
ïntroduceerd als eerste stap in de richting van één sterk en herkenbaar
of duidelijk Nederlandse link, zich afspelend in het heden, toegankelijk, prik-
hoofdmerk. Het visitekaartje van de Nederlandse Publieke Omroep. Via
kelend, verhalend en cinematografisch en is bestemd voor een breed televi-
NPO.nl en de apps kan live en on demand worden gekeken en geluisterd.
sie- en/of bioscooppubliek. De lengte van de films is tussen de 75 en 90 mi-
Omroep.nl en de portals van de netten zijn geïntegreerd evenals NPO.Gemist
nuten, het budget is ± € 300.000, waaraan het Filmfonds, het CoBO-fonds
(voorheen Uitzending Gemist).
en de publieke omroep (via GOS) bijdragen. Er worden maximaal 12 bijdragen voor ontwikkeling en 6 bijdragen voor realisering van Teledocs per jaar toegekend. Handboek Televisie 2014
28
N
PO Plus
voorgaande week behaalde resultaten. Ook verzorgt KLO maandoverzichten
NPO Plus is een extra gemist-dienst. NPO Plus is in 2014 als experi-
(zowel kijktijdaandeel als waarderingscijfers). Aanmelding voor de ontvangst
ment gestart binnen NLziet, een samenwerkingsverband met RTL en SBS.
van deze overzichten kan via het secretariaat van KLO (035-6778072 of
Met een abonnement op NLziet kunnen kijkers langer en meer programma’s
[email protected]).
van de belangrijkste Nederlandse zenders in hoge kwaliteit en zonder reclame terugzien. Op basis van de evaluatie en resultaten van het experiment
Themakanalen worden door SKO apart onderzocht (SKO Light). Maandelijks
zal worden beoordeeld of een aanvraag zal worden gedaan voor NPO Plus als
worden de resultaten van het SKO onderzoek gerapporteerd. In elk geval twee
aanbodkanaal bij de minister van OCW conform de daarvoor bestaande pro-
keer per jaar wordt een aanvullend kwalitatief onderzoek in opdracht van KLO
cedure.
uitgevoerd. Dit onderzoek wordt geregeld aangevuld met kwalitatief onderzoek onder het publiek van de themakanalen.
O
nderzoek / analyses
Ook de resultaten van de internetactiviteiten (portals/sites, etc.) worden ge-
Aan de hand van een continue stroom van onderzoeksgegevens toetst
meten. Evenals over de TV-cijfers, wordt hierover met enige regelmaat gerap-
de Directie Televisie het bereik van en de waardering voor de programme-
porteerd aan de omroepen en in de netredacties.
ring als geheel en de individuele programma’s. Behalve de algemene kijkdichtheid, het kijktijdaandeel en de waardering per uitzending, zijn de be-
Kwalitatief onderzoek
langstelling van verschillende publieksgroepen, de publiekssamenstelling per
Behalve continue onderzoeksgegevens kan via KLO Publieksonderzoek ook
programma, de binding met het publiek en ontwikkelingen in bereik voor de
kleinschaliger naar programma’s, campagnes, evenementen, etc. worden ge-
publieke omroep zeer relevante onderzoeksgegevens.
keken via kwalitatief onderzoek. De unit kwalitatief onderzoek voert in opdracht van zenders en omroepen (publieks)onderzoek uit over alles wat te ma-
Kijkcijfers
ken heeft met radio, televisie en internet. Er worden diverse methoden
Naast de dagelijkse rapportages die de Stichting Kijkonderzoek (SKO) ver-
en technieken toegepast, gecombineerd met inhoudelijke deskundigheid om
zorgt (kijkdichtheden/kijktijdaandeel) wordt binnen NPO dan ook veel onder-
vragen over programma’s en sites te beantwoorden. Ook andere publicitaire
zoek verricht, zowel door de afdeling KLO Publieksonderzoek als door de co-
uitingen zoals promotiecampagnes en evenementen, maar ook programmabla-
ördinatoren programmering van de Directie Televisie.
den worden onderzocht, beoordeeld en geëvalueerd.
De NPO beschikt via de afdeling KLO Publieksonderzoek over het geavan-
Net als heel KLO Publieksonderzoek werkt de unit kwalitatief onderzoek onaf-
ceerde analyse softwaresysteem AdvantEdge. Daarmee is het mogelijk op
hankelijk en is niet rechtstreeks gekoppeld aan de Directies Radio en Televisie
een groot aantal niveaus en vanuit verschillende invalshoeken evaluaties en
of omroepen. Omroepen die hun organisatie, programma of website, al dan
analyses uit te voeren (tijdvakken, genres, specifieke publieksgroepen, leef-
niet in samenwerking met de Directies Radio of Televisie willen laten onder-
tijd– en leefstijlgroepen, etc.).
zoeken kunnen contact opnemen met deze unit via 035-6778072 of kwalita-
KLO verspreidt elke maandag via e-mail het weekoverzicht met de in de
[email protected]. De out of pocket kosten van het door deze unit uitgevoerde on-
Handboek Televisie 2014
29
derzoek worden in rekening gebracht. In het geval dat het onderzoek alleen
tijdaandelen wordt waar nodig en wenselijk bijgestuurd. De resultaten van
in opdracht van één of meerdere omroepen wordt uitgevoerd (zonder dat
dit periodieke onderzoek worden in de netredacties gepresenteerd.
een ander onderdeel van NPO (mede)opdrachtgever is worden deze kosten
Bereiksanalyse
rechtstreeks aan de opdrachtgevende omroep(en) gefactureerd.
De Directie Televisie evalueert en analyseert frequent zowel de programmering als geheel, als ook de afzonderlijke netten en individuele (nieuwe) pro-
Evaluatie programmering
gramma’s. Daarvoor worden de uitkomsten uit het waarderingsonderzoek en
KLO analyseert en evalueert de programmering 3x per jaar uitgebreid op het
de ViewTime analyses gebruikt. Daarnaast worden door DTV vanuit verschil-
behalen van de doelstellingen (voorjaar/zomer/najaar).
lende invalshoeken bereiksanalyses gemaakt: gerealiseerd bereik versus doelstelling, verloop van zowel het kta als de kijkdichtheid gedurende het
ViewTime analyse
programma, het bereik onder de diverse leeftijds– en leefstijlgroepen en het
De NPO beschikt over het geavanceerde analysesysteem ViewTime. In grafi-
doorkijkeffect (voorbeeldgrafieken bereiksanalyse: volgende pagina ).
sche vorm kunnen hier de ontwikkelingen worden gevolgd van het kijkgedrag van de voornaamste Nederlandse televisiezenders, vanaf een dag na
Media Appreciatie Panel (MAP)
uitzending, van minuut tot minuut. De bereiksresultaten zijn in dit systeem
Naast de kwantitatieve metingen en analyses, wordt ook kwalitatief onder-
gekoppeld aan digitale beeldregistraties van de uitzendingen van betreffende
zoek gedaan. Zo is er het Media Appreciatie Panel (MAP) waarvoor KLO Pu-
zenders. Deze uitzendingen zijn te zien op monitoren naast of achter de gra-
blieksonderzoek beschikt over een panel van 8.000 respondenten met een
fische weergave van het bereiksverloop. Hierdoor is het mogelijk opmerkelij-
dagelijkse ondervraging van circa 4.000 respondenten, die diverse vragen
ke momenten in het kijkgedrag in verband te brengen met de inhoud van
over de programma’s beantwoorden. Deze zijn te onderscheiden in aan de
een uitzending. Zo kan geconstateerd worden dat kijkers in een zwak mo-
dimensies van de Kwaliteitskaart gerelateerde vragen en genrespecifieke
ment van de uitzending in grote getale overschakelen naar een andere zen-
vragen. Ook geven de panelleden rapportcijfers. Uniek is de mogelijkheid per
der.
programma gerichte vragen te laten meelopen. Het MAP is ontwikkeld om de
De Directie Televisie beschikt zelf over één ViewTime-module. Daarnaast
waardering per uitzending te meten en antwoorden van kijkers te genereren
biedt KLO Publieksonderzoek van de NPO omroepen de mogelijkheid ViewTi-
over programmagerelateerde vraagstukken. De data die dit oplevert, maakt
meanalyses van hun programma‘s te laten verzorgen. Vooral eindredacteu-
het mogelijk titelanalyses te maken waarbij verschillende programma’s met
ren maken hiervan frequent gebruik.
elkaar kunnen worden vergeleken. Tevens is het mogelijk een titelanalyse te maken specifiek op de dimensies van de Kwaliteitskaart.
Onderzoek Zendervoorkeur en imago netten
Vragen die op programmaniveau aan het panel worden voorgelegd en waar-
Zowel in het voorjaar als in het najaar onderzoekt KLO elk jaar op verzoek
bij de respondent een waarderingscijfer moet geven, zijn bijvoorbeeld:
van de Directie Televisie de zendervoorkeur en het imago van de netten. Op
Het programma heeft een originele aanpak;
basis van dit trackingonderzoek, gecombineerd met een analyse van de kijk-
Het programma is vernieuwend; In dit programma komen verschillende bevolkingsgroepen aan het woord.
Handboek Televisie 2014
30
Voorbeeld bereiksanalyse
Handboek Televisie 2014
31
Voorbeeld uit de resultaten van het Imago en zendervoorkeur onderzoek
d e b elang r ijkst e N ed er land se z end er
samen kijken Lo o p t vo o r o p
Ont sp annend
A p ar t , o r ig ineel
V o o r ied er een
V er nieuwend
ver d iep end ( d iep g ang )
g ed ur f d
haakt in o p d e act ualit eit
humo r
b ied t kunst & cult uur aan g eef t een b r ed er e kijk o p d e wer eld Z et me aan het d enken P ubl i e k e ne t t e n ( N P O 1, 2 , 3 )
Handboek Televisie 2014
eig enz innig ( b r ut aal)
M et r esp ect vo o r mensen R TL gr oe p
jo ng vo elen S B S gr oe p
32
Op basis van de cijfers van alle respondenten kunnen programma’s op de
nanciering van pilots of andere kosten die met programmaontwikkeling ge-
gemiddelde scores met elkaar worden vergeleken.
paard gaan, worden voor 100% uit de reservering op de TV-begroting gefinancierd of de kosten worden (deels) door de omroep gefinancierd. Dit is
P
afhankelijk van de afspraken die hierover op netniveau worden gemaakt
latformoverstijgende innovatieve initiatieven
(afweging wenselijkheid/noodzaak voor de programmering).
Er bestaat geen platformoverstijgend budget voor innovatie waarvoor
In de begroting 2015 is op NPO 2 tevens een reservering opgenomen voor
kan worden ingetekend. Er zijn twee ‘loketten’ voor intekening: Radio en
onderzoeksjournalistiek (€ 300K). Dit is bestemd voor onderzoeksdossiers
Televisie. Deze zijn gekoppeld aan content/mediaomgevingen. Soms zijn er
die diepgaande en langdurige research vragen.
innovatieve plannen die daar buiten vallen. Voor deze plannen moet binnen de publieke omroep wel ruimte blijven. In voorkomende gevallen kunnen
Ook binnen het Televisie-budget voor Internet wordt een bedrag gereser-
omroepen in het DDO innovatieve projecten inbrengen. Als het DDO van me-
veerd voor (netoverstijgende) kosten voor innovatie en experiment.
ning is dat het van belang is het voorgestelde project daadwerkelijk te ont-
Programmavernieuwing op de Themakanalen moet binnen het toegekende
wikkelen, dan zal de voorzitter van het DDO intern bij de NPO nagaan of
budget worden georganiseerd en bekostigd.
hiervoor financiering mogelijk is. Kortom: het begint bij een project waar vervolgens financiering voor gevonden moet worden en niet bij een budget waarvoor plannen ingediend kunnen worden.
P
R
egelingen, reglementen en beleidslijnen De NPO kent een aantal regelingen en afspraken tussen haar en de
omroepen en derden.
rogrammavernieuwing en pilots
In de bijlagen van het Handboek Algemeen is een overzicht opgenomen van
Programmavernieuwing is voor de dynamiek van de programmering,
de algemene voorwaarden en platformgerelateerde (bindende) regelingen,
maar ook voor de positie en het imago van de publieke omroep van groot
reglementen en beleidslijnen. De meest recente versies zijn te vinden op
belang. De publieke omroep onderscheidt zich met originele, authentieke
www.npo.nl/organisatie/regelingen.
programma’s en formats en wil een voortrekkersrol vervullen als het gaat om echte inhoudelijke vernieuwing. Innovatie (één van de dimensies van de Kwaliteitskaart) is dan ook een belangrijke beleidsdoelstelling. Ook in de Prestatieovereenkomst zijn afspraken vastgelegd over programmavernieuwing.
S
ales De afdeling NPO Sales is verantwoordelijk voor de internationale ver-
koop van licentierechten. NPO Sales is gespecialiseerd in verkoop van ‘ready
Op de TV-begroting wordt jaarlijks budget gereserveerd voor programma-
made’ documentaires, dramaseries en jeugdprogramma’s ge(co)produceerd
vernieuwing. Daaruit worden pilots gefinancierd, maar ook onderzoek, re-
door de publieke omroepen.
search, programmaontwikkeling, schrijfopdrachten, etc. De netmanager be-
NPO Sales is jaarlijks vertegenwoordigd op 10 à 12 internationale televisie-
paalt met een omroep of een beroep wordt gedaan op deze reservering. Fi-
beurzen- en festivals en heeft een wereldwijd netwerk van persoonlijke
Handboek Televisie 2014
33
klantrelaties opgebouwd. In samenwerking met de omroepen, programmamakers en producenten selecteert NPO Sales producties om aan te bieden op de internationale televisie markt. Het NPO Salesteam besluit gezamenlijk –op basis van marktkennisof een programma internationaal verkoopbaar is en in de catalogus wordt opgenomen. Sales verkoopt alle mediarechten o.a. Free TV, DBS, Pay TV, VOD, SVOD, educatieve rechten (aan scholen, universiteiten en musea) en inflight rechten aan vliegtuigmaatschappijen. Ook biedt NPO Sales omroepen en producenten service op maat door het tot stand brengen van pre-sales en het adviseren over internationale coproductie mogelijkheden. Op de site van Sales, www.nposales.com is de volledige catalogus te zien. Buitenlandse aankopers kunnen op de site alle programma’s screenen met Engelse ondertitels, via een persoonlijke log in. Ook is op de site nieuws te vinden over festivalprijzen en programma’s in ontwikkeling.
T
eletekstondertiteling De NPO afdeling Ondertiteling/TT888 ondertitelt de Nederlandstalige
programma’s op NPO 1, 2 en 3 voor doven, slechthorenden en nieuwe Nederlandstaligen. Deze ondertitels worden uitgezonden via Teletekstpagina 888. Afhankelijk van het tijdstip waarop de omroep het programma aan Ondertiteling/TT888 aanlevert zijn er drie opties: opgenomen, semi-live en live ondertiteling. Voor meer informatie: 035-6774406 of de website TT888.nl
Handboek Televisie 2014
34
4
Relevante technische begrippen
(afkomstig van de begrippenlijst, behorend bij de ketenafspraken: www.ketenafspraken.nl)
Aanlevermomenten – Het aanlevertijdstip van metadata en programmafiles. De momenten zijn afhankelijk van de procesflow. Zie ook hoofdstuk 3 van de Ketenafspraken ‘Programmacategorieën’ en de ‘Aanlevermomenten metadata’ in Appendix B. Browseformaat – Een kopie in lage resolutie van de High Res-uitzendfiles die vanaf een kantoor-PC bekeken kan worden. Clipident – De unieke filenaam waaronder het programma binnen de DDV wordt verwerkt. De clipident is synoniem met GUCI D10-30/50 – De D10-norm is het uitzendformaat dat wordt ondersteund binnen DDV en de eindregie. De ondersteunde norm kent twee varianten: D10-30 en D10-50. De aanduidingen 30 en 50 geven de resoluties aan die kunnen worden gekozen. Meer informatie is te vinden in het standaardendocument, dat te downloaden is vanaf de pagina documenten via: www.dedigitalevoorziening.nl DDV - De Digitale Voorziening vormt het centrale hart binnen de digitalisering van de uitzendprocessen, archivering door Beeld en Geluid en hergebruik op internet (o.a. Uitzending Gemist). Via DDV leveren de omroepen de programmafiles aan t.b.v. het uitzendproces. Eind 2014 wordt de infrastructuur vernieuwd. De vernieuwde DDV zal dan de fileafhandeling verzorgen
Handboek Televisie 2014
voor NPO 1, 2 en 3, BVN, de NPO-themakanalen en de VoD-processen. www.dedigitalevoorziening.nl DDU – De Directie - DDU (Directie Distributie en Uitzending) heeft binnen de NPO de uitzendprocessen onder haar verantwoordelijkheid. DDU is proceseigenaar van o.a. de uitzendprocessen televisie en radio. De Ketenafspraken borgen deze processen. Eindregie – De centrale regie waar de uitzendingen van NPO 1, 2 en 3 worden gecoördineerd. Leidraad is het door de Directie Televisie vastgestelde uitzendschema. Onder verantwoording van de eindregisseur van NPO-DDU worden de uitzendingen begeleid. Zie ook MCP: Multi Channel Playout. FirstTransmissionDate – De datum van de eerste uitzending van het programma door de Nederlandse publieke omroep. Dit veld wordt alleen ingevuld wanneer de heruitzending plaatsvindt na 14 dagen. Gesproken Ondertiteling (GO) – Systeem dat het voor blinden en slechtzienden mogelijk maakt om de ondertiteling van niet-Nederlandse gesproken woord door middel van spraaksynthese en een apart ontvangertje in het Nederlands hoorbaar te maken in de huiskamer. Dit systeem werkt op basis van OCR-technieken. De ondertiteling, afkomstig van OWE-bestanden of titelkopieën, wordt omgezet in een GO-signaal. Voorwaarde is dat de ondertiteling voldoet aan de specificaties zoals beschreven in de Ketenafspraken. GUCI - Global Unique Clip Identifier. De unieke filenaam waarop het programma binnen de DDV wordt verwerkt. De GUCI is synoniem met clipident. De GUCI wordt vanuit de omroepsystemen volgens een vaste conventie gegenereerd. GUCI is synoniem met Clipident Een voorbeeld: NEDERLAND_IN_-WON00350725
35
Herhaling – De ongewijzigde heruitzending binnen 14 dagen na de oor-
in browse formaat op een kantoor-PC te kunnen bekijken.
spronkelijke uitzending. Hergemonteerde programma’s die binnen 14 dagen na de eerste uitzending worden heruitgezonden en programma’s die na 14
MCP - Multi Channel Playout (eindregie) De eindregisseurs van NPO – DDU
dagen worden herhaald worden als nieuw programma aangemeld aan Wha-
verzorgen vanuit één ruimte de uitzendingen van NPO 1, 2 en 3. De uitzen-
ts’On met een eigen unieke productid.
dingen van BVN worden vanuit dezelfde DDV- en MCP-infrastructuur verzorgd, echter vanuit een separate ruimte.
High Res – De hoogste kwaliteit digitaal video (file-)formaat binnen De Digitale Voorziening.
MediaGenix NG – Het bedrijf dat de scheduling-software Whats’On op de markt brengt. Zie ook: Whats’On.
iMMix - Het digitale archiefsysteem van Beeld en Geluid. Deze multimediacatalogus is gekoppeld aan DDV. Na uitzending op NPO 1, 2 of 3 stromen
Mediaset – De verzameling van technische metadata in Whats’On. De me-
programmafiles met het land van productie Nederland automatisch naar iM-
diaset geeft onder meer technische informatie over het beeldformaat, audio-
Mix. Binnen iMMix kan op eenvoudige wijze worden gezocht. Een gebruiker
norm, aanwezigheid OWE, MXF-filenummer, clipident en status van de MXF-
kan zoeken op key-frames en het is direct mogelijk om materiaal op lage
file.
resolutie (browse formaat) te bekijken en in hoge resolutie te downloaden voor hergebruik.
Metadatamodel – Beschrijving van de voor de uitzendketen relevante metadata die vanuit de omroepsystemen aangeleverd worden aan Whats’On.
Ketenafspraken – ‘De Ketenafspraken tussen de NPO, publieke omroepen
Het model beschrijft de definitie, toelichting en de invoerconventie. Dit mo-
en Beeld en Geluid over de werkwijze rond de televisieprocessen’ zijn onder-
del is opgenomen in de Ketenafspraken. Deze zijn te downloaden via:
tekend door deze partijen en beschrijven onder meer de verantwoordelijkhe-
www.ketenafspraken.nl
den voor alle schakels in de keten, het tijdspad voor aanlevering van gegevens (metadata) en programma- en ondertitelfiles en technische normen. De
Miranda – Miranda levert de infrastructuur voor DDV2 en MCP. De ver-
afspraken moeten een betrouwbaar en efficiënt proces borgen.
nieuwde omgeving wordt eind 2014 in gebruik genomen.
Land van productie – Land waarin de producent van het programma offici-
MXF-file - Material eXchange Format. Een internationale standaard voor de
eel is gevestigd. Ook wel ProductionCountry genoemd.
digitale uitwisseling van programmamateriaal. De aanlevering van programma- en promofiles gebeurt aan DDV conform de MXF-standaard. Het MXF-
MAM-DDV - Media Asset Management systeem binnen DDV. Dit is een da-
filenummer waar de omroepen gebruik van maken is uniek en identificeert
tabase waarmee het beheer en distribueren van digitale bestanden in DDV is
de file die vanuit de omroep aan DDV wordt aangeleverd. Het filenummer is
georganiseerd. MAM-DDV biedt de mogelijkheid voor geautoriseerde gebrui-
afkomstig van een website.
kers om door middel van een token de binnen DDV beschikbare uitzendfiles
De exacte specificaties van de MXF-bestanden staan beschreven in normbla-
Handboek Televisie 2014
36
den waarvan in de Ketenafspraken een overzicht is te vinden. Voorafgaand
Bij de indeling zijn NPO-DDU, NPO-schemacoördinatoren en de omroepen
aan de eerste aanlevering aan DDV moeten de files worden gecertificeerd,
betrokken. Het begrip Programmacategorie is synoniem met SLA-categorie.
d.w.z. gecontroleerd op juistheid. QC-processen - Quality Checks binnen de DDV. Deze worden uitgevoerd NPO – Nederlandse Publieke Omroep. De Directie - DDU (Directie Distributie
door DDU-Traffic. De QC-processen kennen twee fasen. In het eerste QC-
en Uitzending) binnen de NPO is verantwoordelijk voor het uitzendproces.
proces worden de MXF-files die door de omroepen zijn aangeboden voor het uitzendproces door middel van steekproeven in de file gecontroleerd. Diverse
Omnibus – De leverancier die de uitzendautomatisering ‘Colossus’ voor de
technische eisen en de programmatische start- en eindtijdcode worden ge-
MCP heeft ontwikkeld en op de markt brengt. Evenals de software ten be-
controleerd. Dit vindt plaats kort na ontvangst van de MXF-file.
hoeve van de DDV-processen. Omnibus is overgenomen door Miranda. Miranda levert de infrastructuur voor DDV2 en MCP die eind 2014 in gebruik
In de volgende controlefase wordt onder meer het complete uitzendschema
wordt genomen.
gecontroleerd op aanwezigheid van materiaal, timing, aanvullende technische controles, ondertiteling. Deze controle vindt plaats kort voor aanvang
OWE – Afkorting voor Ondertitel Weergave Eenheid. Het systeem voor sepa-
van de uitzending. Een gecontroleerd schema wordt vanuit Traffic overge-
rate ondertiteling binnen het uitzendproces. De ondertiteling wordt tijdens
dragen aan de eindregie.
de uitzending op basis van tijdcode gecombineerd met het programma. Dit in tegenstelling tot titelkopieën (TIKO). In deze variant wordt in het montage
Serie-ID - Uniek nummer dat vanuit het omroep systeem een serie ken-
- of voorbereidingsproces de ondertiteling gecombineerd met het program-
merkt. Onder het serie-ID worden de voor de afzonderlijke afleveringen al-
mamateriaal.
gemeen geldende metadata aangeleverd.
POP – Eén van de belangrijke systemen binnen de omroepen om program-
SLA-categorie - De SLA-categorieën zijn bepalend voor de aanlevermo-
mametadata te beheren. Vanuit POP vindt de aanlevering plaats van meta-
menten van diverse metadatavelden en de programmafiles. Bij de indeling
data voor het uitzendproces aan Whats’On. Naast POP worden ook VURA en
zijn NPO-DDU, NPO-schemacoördinatoren en de omroepen betrokken. Het
Whats’On gebruikt.
begrip SLA-categorie is synoniem met programmacategorie.
Productcode - Uniek nummer dat vanuit het omroep systeem het individu-
SOAP-interface – Binnen het kader van de Ketenafspraken de interface
ele product (programma) kenmerkt. Voorbeeld: AVRO_1208841. Ook wel
waarmee uitwisseling plaatsvindt tussen de omroepsystemen POP respectie-
Product-ident, ProductID of PRID genoemd.
velijk VURA naar het centrale schemasysteem van de NPO: Whats’On.
Programmacategorieën – De programmacategorieën zijn bepalend voor
Status - Binnen de keten wordt gebruikt gemaakt van statussen om de
de aanlevermomenten van diverse metadatavelden en de programmafiles.
workflow te kunnen besturen en te monitoren. De diverse statussen geven
Handboek Televisie 2014
37
informatie over de algemene programmagegevens, de mediaset (technische
mametadata te beheren. Vanuit VURA vindt de aanlevering plaats van meta-
gegevens), de fileverwerking binnen DDV en de logboekgegevens. Binnen
data voor het uitzendproces aan Whats’On. Naast VURA worden ook POP en
Whats’On bieden zowel de analoge visiestatus als de digitale status de pro-
Whats’On gebruikt.
cesinformatie. Whats’On – Het door de NPO en diverse omroepen gebruikte schemasysTijdlijn – De stapsgewijze beschrijving van de belangrijkste fases in de uit-
teem. Binnen dit systeem worden centraal de uitzendschema’s opgesteld en
zendketen waarop een aanlevering of controle van metadata en file moet
verrijkt met de programmagegevens van de omroepen. Vanuit Whats’On
hebben plaatsgevonden. De tijdlijn is beschreven in hoofdstuk 3 ‘definities’.
worden o.a. de DDV- en uitzendprocessen gestuurd. Naast de schema coör-
De tijdlijn start 3 maanden voor uitzending met een in Whats’On ingevoerd
dinatoren van de Directie Televisie de medewerkers van On Air Marketing
schema en doorloopt onder meer de fases waarop een omroep programma-
maken ook de NPO-afdelingen Aankoop, Programmagegevens, Rechten- en
gegevens aanlevert, gidsteksten en files via het uitzendproces tot aan archi-
Zendtijdverantwoording en DDU-Traffic en Playout intensief gebruik van Wh-
vering en rechten- en zendtijdverantwoording.
ats’On.
TIKO - Afkorting voor titelkopie. Het programma wordt in het montage- of
WON-ID - Een voor de gebruiker onzichtbare unieke controle identificatie
voorbereidingsproces al van de ondertiteling voorzien. Dit in tegenstelling tot
die het mogelijk maakt de diverse systemen onderling te koppelen. Wordt
OWE: het systeem voor separate ondertiteling binnen het uitzendproces. De
automatisch aangemaakt.
ondertiteling wordt dan tijdens de uitzending op basis van tijdcode gecombineerd met het programma. Meer informatie over ketenafspraken zie www.ketenafspraken.nl Traffic – De NPO-afdeling binnen DDU die de QC-processen uitvoert. Traffic
Of via
[email protected]
prepareert het uitzendschema voor de eindregie (MCP). Vanuit Traffic vindt veel afstemming plaats met de omroepen en de schemacoördinatoren van de Directie – Televisie van de NPO. Uitzendgereed product – Het afgemonteerde uitzendklare programma of live-signaal dat wordt aangeboden aan de MCP. De eindregie verwerkt uitsluitend uitzendgereed product. ‘Op zender’ worden geen programmatische toevoegingen aan het programma gedaan zoals het verzorgen van naamtitels, instarten leaders of het maken van audiomixages. VURA - Eén van de belangrijke systemen binnen de omroepen om program-
Handboek Televisie 2014
38
CR
5
Operationeel proces
CR
5.1
KADERBRIEF
Het operationele proces bij Televisie wordt gekenmerkt door een strakke programmatische cyclus. Deze opent jaarlijks met de Kaderbrief, een document tussen de raad van bestuur en de directeuren Radio, Televisie en Distributie van de NPO. In de Kaderbrief geeft de raad van bestuur de financiële en inhoudelijke kaders aan de directies Radio, Televisie en Distributie aan voor het daaropvolgende jaar (bijvoorbeeld: de Kaderbrief 2015 verschijnt eind januari 2014). Binnen deze kaders kunnen de directies Radio, Televisie en Distributie hun Jaarplan maken. De Kaderbrief wordt opgesteld langs de lijnen van het Concessiebeleidsplan. De raad van bestuur stelt de Kaderbrief eind januari vast.
5.2 TELEVISIE JAARPLAN
Zodra de kaderbrief beschikbaar is, wordt gestart met de samenstelling van het Televisie-Jaarplan. Het Jaarplan bevat: 1. beleidsmatige hoofdstukken 2. budgettair hoofdstuk 3. de genreschema’s 4. een terugblik (realisaties voorgaand jaar)
B
eleidsmatige hoofdstukken Deze hoofdstukken bevatten zowel per net als netoverstijgend de
doelstellingen/ambities en acties voor het volgende programmatische jaar. Netoverstijgende onderdelen zijn: non-lineair programmeren, innovatie, marketing/communicatie, programmavernieuwing, aankoop, representatie, sales en BVN.
Handboek Televisie 2014
39
+Frequentie
Jaarlijks
T+1
Wie
Wanneer
T
elevisiebegroting
Op basis van het indicatieve budget worden conceptbegrotingen opgesteld Actie
De TV-begroting kent een aantal vooraftrekposten, te weten:
Concept-Televisiebegroting (incl. TV-, Internet en TK-begroting + indicatie-
voor Televisie, Internet en Themakanalen
directeur TV
januari
ve netbudgetten)
Budget Marketing (gezamenlijke kosten)
Kosten afdeling Aankoop (gezamenlijke kosten)
Kosten afdeling Sales (gezamenlijke kosten)
Van de gezamenlijke kosten (marketing, aankoop en sales) wordt een afzonderlijke specificatie/begroting opgenomen. Bouw genreschema’s/ schemabegrotingen
netmanagers
januari t/m februari
Het resterende budget is beschikbaar voor de netbudgetten die indicatief door de directeur TV worden bepaald. Per net worden reserveringen opgenomen voor:
Samenstelling Jaarplan
Concept Televisie-Jaarplan
Afstemming nethoofdstuk en genreschema
DTV
DTV
netmanagers/ omroepen
januari t/m februari
eind februari
maart
Programmavernieuwing
Calamiteiten
Ned. speelfilms
Telefilms
Filmlab
Onvoorzien/speciale projecten
Kosten vertraagd uitzenden i.v.m. Live Teletekstondertiteling
Deze reserveringen worden netoverstijgend bewaakt. Bespreking Jaarplan
TDO
Maart/april
Het totaal beschikbare mediabudget is indicatief tot de Mediabegroting in de Tweede Kamer is goedgekeurd en OCW het budget definitief heeft vastge-
Afronding Televisie-Jaarplan
DTV
april
Vaststelling Televisie-Jaarplan
RvB
april
Handboek Televisie 2014
steld (december in het jaar voorafgaand aan het nieuwe programmatische jaar)
40
Referentiebedragen
Referentiebedragen zijn een onmisbaar instrument om:
Genreschema’s TV Er worden per net drie genreschema’s gebouwd:
het schema zo in te vullen dat de gestelde doelstellingen zo goed mogelijk worden gerealiseerd;
een sluitende netbegroting op te stellen; de gewenste flexibiliteit in het schema in te bouwen;
Voorjaar
Zomer
Najaar
Elk genreschema bevat per slot een vermelding van het genre (+ eventueelsubgenre), de beoogde doelgroepen, de kta-doelstelling 6+ en indien
Binnen de tijdslots kan in relatie tot de programmagenres en –typen in de referentiebedragen worden gedifferentieerd.
Referentiebedragen geven richting aan het gesprek over wat programma’s binnen
van toepassing 20-49 en 20-34. De schema’s van NPO Zapp bevatten per slot een doelstelling 6-12 en NPO-Zappelin 3-5. De slots worden in kleur weergegeven (elke genre heeft een eigen kleur).
het gegeven netbudget mogen en moeten kosten: in het intekenproces kan van
Elk genreschema wordt voorzien van een schemabegroting. Deze schema-
de referentiebedragen worden afgeweken, op voorwaarde dat elders binnen het
begroting kent dezelfde opmaak als het genreschema, maar in de slots
schema compensatie plaatsvindt en zonder dat dit leidt tot erodering van doel-
staan de referentiebedragen per aflevering (zie apart kader) + het beoogde
stellingen van slots en schema’s.
aantal afleveringen dat budgettair kan worden geplaatst.
In de netredacties hebben en houden programmatische discussies en afwegingen,
Voor elk net wordt een netbegroting gemaakt waarin behalve de budgetten
gericht op het realiseren van de afgesproken doelen, het primaat. Financiële af-
per tijdvak (vj/zm/nj) ook budget wordt gereserveerd voor Evenementen/
wegingen, discussies en keuzes die met behulp van referentiebedragen explicieter
Speciale Programmering/Feestdagen en voor Programmatische Frictiekos-
en transparanter worden, zijn niet leidend, maar dragen bij aan een inzet van
ten/Onvoorzien.
(schaarse) middelen voor diezelfde doelen.
Vanwege het incidentele/onvoorziene karakter van bijzondere programmering/evenementen kunnen de genreschema’s niet in dit type programme-
G
ring voorzien, zodat hiervoor per net apart budget gereserveerd moet wor-
enreschema’s/ Schemabegrotingen/Netbegroting TV/
den.
Internet
Bovendien is het met het oog op nieuwe projecten die zich lopende het jaar
Met de indicatieve netbudgetten gaan de netmanagers hun genreschema’s
aandienen van belang dat hiervoor binnen het netbudget nog ruimte is.
en bijbehorende schemabegrotingen bouwen en stellen zij hun net-/
De netmanagers informeren hun netredactie regelmatig over de inzet van
internetbegroting op.
dit budget.
De door elk net geformuleerde ambities en doelstellingen zijn richtinggevend voor de genreschema’s/schemabegrotingen.
Indien binnen het budgettaire kader rekening is gehouden met een indexpercentage, wordt binnen de netbegrotingen eenzelfde percentage van het
Handboek Televisie 2014
41
netbudget gereserveerd voor een indexvergoeding waar deze benodigd
3.
blijkt. De referentiebedragen binnen de schemabegrotingen worden niet op
Na de definitieve budgettoekenning stelt de beheerder van een themakanaal
budget voor herhaling en bewerking.
voorhand verhoogd. In het intekenproces wordt in het overleg tussen om-
na advies van de redactieraad de begroting op en bespreekt deze met de
roepen en de netmanager bepaald welke titel een indexbedrag vergoed
netmanager.
moet krijgen.
Ook inhoudelijk vindt afstemming plaats tussen de netmanager en de beheerder van een themakanaal.
T
erugblik
ACC-budget
Hierin wordt aangegeven hoe en in welke mate de voor het voorgaan-
Naast het jaarlijkse budget dat aan een themakanaal wordt toegekend,
de jaar geformuleerde doelstellingen en ambities zijn gerealiseerd. Deze
wordt op de begroting TK voor elke omroep een budget voor Additionele
terugblik is opgebouwd langs de lijnen van het Concessiebeleidsplan. Tevens
Content Creatie (ACC-budget) gereserveerd. Dit is een vast bedrag waarmee
wordt teruggekeken op bijzondere, spraakmakende en anderszins vermel-
omroepen bijdragen aan een of meerdere themakanalen kunnen financieren.
denswaardige programmatische wetenswaardigheden.
Een omroep bepaalt zelf op welk kanaal/welke kanalen dit budget wordt ingezet. ACC-budget kan worden ingezet voor content op themakanalen, gezamenlij-
D
ke portals en/of sites behorend bij een (voormalig) themakanaal.
igitale Themakanalen Televisie
Inzet/toekenning van ACC-budget verloopt als volgt:
De digitale themakanalen maken deel uit van de mediaomgeving van
1.
de hoofdnetten. In het Televisie-Jaarplan maken ze onderdeel uit van de hoofdstukken van de netten en worden betrokken bij de doelstellingen en
indienen van een voorstel bij de beheerder van een themakanaal (incl. het bedrag dat hiervoor uit het ACC-budget wordt ingezet);
2.
ambities die daarin worden verwoord.
Voorstel wordt besproken in de redactieraad van het betreffende themakanaal (voor zover het themakanaal een redactieraad heeft);
3. De Themakanalen worden volledig gefinancierd uit NL-kabelgelden.
Indien de redactievergadering akkoord is, bespreekt de beheerder van het kanaal de voorstellen met de netmanager;
4.
Indien de netmanager akkoord is met de voorgestelde plannen, wordt
Omdat de beheerders van de TK vastliggen, maken ze geen onderdeel uit
het toegekende budget door DTV geregistreerd in het TK-bestand en
van het intekenproces.
in de eerstvolgende maand aan de betreffende omroep uitbetaald; 5.
Elk TK ontvangt jaarlijks een vast budget. Het budget per kanaal bestaat uit drie componenten:
De netredactie van het betreffende net wordt door de netmanager geïnformeerd over de goedgekeurde plannen;
6.
Indien de beheerder kosten maakt die gerelateerd zijn aan de pro-
1.
vergoeding beheerskosten
grammering die door een omroep met ACC-budget wordt gefinancierd,
2.
budget nieuwe content
dan factureert de beheerder de betreffende omroep hiervoor.
Handboek Televisie 2014
42
Omdat het voor de continuïteit van de programmering van de themakanalen
Bij de toekenning van de activiteiten van de NPO in het digitale domein zijn
wenselijk is tijdig overzicht te hebben van de programma’s die met ACC-
verder de volgende (ten behoeve van de zerobase intekening 2012 gefor-
budget worden gefinancierd, worden 2 vaste momenten in het jaar aange-
muleerde) algemene uitgangspunten en criteria nog steeds van toepassing:
houden voor het indienen van voorstellen/plannen (eerste ronde in het voor-
jaar, tweede ronde augustus/september). Vanzelfsprekend blijft het mogelijk om tussentijds ook voorstellen te bespre-
Focus op audiovisueel aanbod, d.w.z. alle online activiteiten moeten een directe relatie hebben met een AV-programma van de NPO;
In de optelsom van alle mediaomgevingen zijn er binnen kanalen/
ken met de netmanager (indien bijvoorbeeld de actualiteit daar aanleiding
sites voldoende mogelijkheden voor omroepen, d.w.z. in beginsel
toe geeft).
moeten er voor alle omroepen mogelijkheden zijn binnen de genreschema’s, waarbij er ruimte is voor differentiatie;
I
nternet Televisie
gebruik en de mediabehoeften van de doelgroepen van die media-
De NPO is voor zijn online activiteiten vanaf 2012 gehouden aan strikte
omgeving, d.w.z. bij het samenstellen van de mediaomgeving moet
kaders/eisen vanuit OCW die voortvloeien uit richtlijnen van de Europese
gekeken worden naar het potentieel bereik van specifieke doelgroe-
Commissie. De afgelopen jaren zijn deze eisen vanzelfsprekend nageleefd en zijn daarvoor intern kaders gehanteerd. Inmiddels heeft de NPO nieuwe
Alle kanalen/sites van een mediaomgeving sluiten aan bij het media-
pen;
Alle kanalen/sites binnen een mediaomgeving sluiten aan op de do-
beleidskaders opgesteld voor 2016 en verder. Hoewel deze nog niet gelden
meinaccenten van die mediaomgeving (zoals geformuleerd in het
voor 2015 wordt hierop bij de intekening voor dat jaar wel gedeeltelijk voor-
Jaarplan);
uitgelopen. In het kort kunnen de veranderingen ten opzichte van 2014 als
Alle kanalen/sites hebben een redelijke balans tussen kosten en be-
volgt worden samengevat:
reik, incl. crossmediale verhouding voor plussites, d.w.z. sites die
1.
De online intekening is niet langer primair een intekening voor websi-
qua bereik een te lage performance hebben worden in beginsel ge-
tes, waarbij apps als ‘topping’ moeten worden aangevraagd. Activitei-
schrapt, bij sites met een acceptabele twijfelscore worden de kosten
ten met mobiele apps of via sociale media kunnen nu primair gekop-
betrokken bij de afweging tot al dan niet handhaving.
peld worden aan een televisietitel, zonder dat een website daarvoor
2.
3.
noodzakelijk is. Wel blijven de maxima van de eerder genoemde re-
Toekenningsvoorwaarden online activiteiten
ductie gelden: één ‘positie’, gekoppeld aan één titel, kan daarbij
Voorafgaand aan de intekening voor 2014 heeft de raad van bestuur begin
meerdere, verschillende online activiteiten omvatten.
2013 voor het eerst toekenningsvoorwaarden voor online activiteiten vast-
Hoewel PIPs per 2016 worden afgeschaft, blijven ze in het overgangs-
gesteld. Op 1 april 2014 heeft de raad van bestuur deze toekenningsvoor-
jaar 2015 nog bestaan. Het gaat hierbij uitsluitend om belangrijke,
waarden voor online-activiteiten op onderdelen herzien. De op 13 maart
doorlopende titels waar geen andere online activiteiten aan hangen.
2013 vastgestelde voorwaarden komen hiermee te vervallen.
Met ingang van de intekening voor 2015 kan ook worden ingetekend de companion app.
Handboek Televisie 2014
Een nieuwe voorwaarde met betrekking tot Televisie is dat livestreams al-
43
leen nog mogen worden aangeboden op programmasites middels een popup/hyperlink. Livestreams zonder pop-up/hyperlink mogen alleen nog worden aangeboden op npo.nl, de betreffende zender- en nettensites, bijbehorende apps, en platforms van derden waarmee de NPO een overeenkomst heeft gesloten. Dit geldt niet alleen voor het live streamen van de lineaire hoofdnetten, maar ook voor livestreams van nieuws- en sportevenementen die niet op de lineaire tv-kanalen te zien zijn en voor online doorloop van de lineaire uitzending. De raad van bestuur kan hier voor het overgangsjaar 2015 in uitzonderlijke gevallen van afwijken. Zie voor de integrale versie van de toekenningsvoorwaarden: bijlage 4 van dit Handboek. Voor de online activiteiten is ook de Beleidsnotitie Platformselectie relevant (zie bijlage 5 van dit Handboek). Intekening Op Internet wordt ingetekend op basis van online activiteiten: sites, apps en aanwezigheid op social media. Per mediaomgeving is een apart genreschema opgenomen. Het genreschema bevat een korte beschrijving van het genre, marges voor het aantal online activiteiten binnen een genre met de daarbij behorende marges voor budgetten. De televisietitel geldt daarbij als één positie, zelfs als er meerdere online activiteiten aan die titel gekoppeld worden. Bij de intekening moet tevens worden aangegeven op welke platforms een online extensie van de titel gewenst is. Voor iedere titel moet een plan incl. een gespecificeerde begroting worden ingediend. Het intekenproces voor Internet loopt synchroon met dat van Televisie.
Handboek Televisie 2014
44
CR
5.3 INTEKENPROCES Als het TV-Jaarplan door de raad van bestuur is vastgesteld, gaat het inte-
Frequentie
Jaarlijks
T+1
Actie
Wie
Wanneer
Verzending briefingdossier intekening
DTV
april
kenproces van start. april/mei (omroepen
Ten behoeve van de intekening ontvangen de omroepen een intekenpakket,
Intekening
Omroepen
dat bestaat uit: 1.
Definitief Jaarplan (incl. genreschema’s/schemabegrotingen)
2.
Briefingdossier Televisie
3.
Briefingdossier Internet
4.
Intekenformulier Televisie (een excelbestand met per net een afzonderlijke tab)
5.
krijgen minimaal 3 weken de gelegenheid om in te tekenen)
Netoverstijgend overleg
Inventarisatie en analyse intekening
DTV/Omroepen
april/mei
DTV
mei
DTV/omroepen
mei/juni
KLO
juni
RvB
begin juli
RvB
medio juli
DTV
eind juli
Intekenformulier Internet (idem een excelbestand met per net een afzonderlijke tab en per net een verdeling naar Portals/Sites/Pip’s/Web-only, Mobiele App, Social Media, etc.)
Op basis van de genreschema’s (uitgesplitst naar net) tekenen omroepen in met het programmapakket dat zij het volgende jaar willen realiseren en de daarbij behorende internetambities.
Overleg over intekening (in netredacties en bilateraal) + advisering over genreschema’s Prognose schema’s
Voor nieuwe titels wordt een programmavoorstel ingediend bij de netmana-
Vaststelling Programmering/voorgenomen
ger. Dit voorstel beschrijft ook de onderdelen die de kern van het voorge-
toekenning Internet
stelde programma raken (keuze van de presentatoren, hun eventuele ver-
Voorgenomen ZTIB (jaar op hoofdlijnen)
vanger, een voornemen voor de titel, etc.). Ook bij tussentijdse wijzigingen in een geplaatst programma/programmareeks geldt de verplichting een nieuw voorstel in te dienen, indien de wijziging de kern van het programma raakt (zie ook hoofdstuk 8 Programmawijzigingen).
Definitief ZTIB Omroepen ontvangen tegelijk met het ZTIB de titel-/programmaoverzichten, TV + toe-
De netmanager toetst een ingetekend programmavoorstel aan het vast-
kenningen Internet) + een update van de
gestelde profiel, de geformuleerde doelstellingen en beoordeelt of het
APA (Aanvullende Programmatische Afspraken)
Handboek Televisie 2014
45
Briefingdossier
Tijdens de intekenperiode vindt met elke omroep individueel een netoverstijgend overleg plaats. Daarin wordt—voorafgaand aan het overleg over de
Ten behoeve van de intekening wordt een uitgebreid briefingdossier samengesteld.
feitelijke intekening op titelniveau— besproken wat de ambities van de be-
Dit dossier bevat alle genreschema’s en schemabegrotingen. Daarnaast worden de
treffende omroep voor het intekenjaar zijn, waar hun prioriteiten liggen, etc.
schema’s per net inhoudelijk beschreven. Van elke weekdag wordt de context van de
DTV geeft in dit overleg (op netniveau) aan wat de positie van de omroep in
programmering geduid en van elke slot wordt in een kader het volgende beschre-
de programmering is, waar aandachtspunten liggen, etc.
ven:
Als de intekening van alle omroepen binnen is (tussen de start en de dead-
Tijdvak
line van de intekening zit minimaal 3 weken) wordt deze door DTV geïnven-
Omschrijving
tariseerd en geanalyseerd. Onder andere wordt de omvang van de inteke-
Kijkmotivatie
ning per net berekend en op basis daarvan de overintekening (bedrag waar-
Voorbeeld (vergelijkbare programma’s)
mee het beschikbare budget per net wordt overstegen).
Benchmark
Tevens wordt berekend wat de omvang is van de EB en (O)RMA waarmee
Doelstelling (kta)
wordt ingetekend.
Prioritaire doelgroep(en)
Ook wordt de intekening per omroep budgettair vergeleken met de omvang
Dimensies kwaliteitskaart waar de focus op ligt
van het garantiebudget.
Succesfactor(en)
Pilot/Pretest
Daarna gaat het intekenproces een volgende fase in, die gekenmerkt wordt door intensief overleg met de omroepen, zowel bilateraal als in de netredac-
Indien voor een bepaald genre/thema een separaat intekenproces loopt/zal gaan
ties.
lopen via de netredactie (bijv. voor Ned. Drama, Thema’s, Evenementen, Programmavernieuwing) dan wordt in het briefingdossier bij het betreffende slot aangegeven
In het bilateraal overleg wordt per omroep het ingetekende programmapak-
dat hiervoor niet ingetekend hoeft te worden.
ket (incl. de intekening internet) doorgenomen, wordt vastgesteld welk aan-
Zodra het intekenproces voor dit slot in de netredactie van start gaat, vindt een se-
bod, met bijbehorend budget al kan worden geplaatst (o.a. de vaste pro-
parate briefing plaats waarover alle omroepen worden geïnformeerd. Het betreffende
grammering), van welke titels aanvullende informatie nodig is en welke titels
slot of de slots staan voor alle omroepen open voor intekening.
eerst verder moeten worden ontwikkeld alvorens tot plaatsing wordt overgegaan (dit kan bijv. in de vorm van een pilot, waarvoor door DTV budget beschikbaar wordt gesteld).
passend is binnen de programmatische en financiële kaders. Eventueel kan ook een programmabegroting worden opgevraagd, waarin het bij een titel ingetekende budget wordt gespecificeerd.
Handboek Televisie 2014
Een programma kan definitief worden geplaatst of onder voorbehoud. Als dit laatste het geval is, wordt in de kolom opmerkingen in het titel-/ budgetoverzicht van de betreffende omroep genoteerd wat het voorbehoud is en op welk moment een definitieve productie-/plaatsingsafspraak gemaakt
46
zal worden. Het bilateraal overleg betreft de complete intekening, dus zowel
titelbestand internet. Eventuele voorbehouden voor toekenning wor-
TV als Internet.
den in de kolom opmerkingen toegelicht.
Naarmate het intekenproces vordert krijgt het titelschema steeds meer con-
De coördinatie op en tussen de netten vindt plaats in het MT-Televisie waar
touren.
de titelschema’s (evenals de genreschema’s) worden afgestemd voordat ze
Tijdens het intekenproces bespreekt de netmanager het conceptschema en-
aan de raad van bestuur ter vaststelling worden voorgelegd. Ook de voorge-
kele malen in zijn netredactie, zodat de omroepen niet alleen op de hoogte
nomen toekenningen Internet worden in het MT-Televisie afgestemd. Daar-
zijn van de vorderingen van hun eigen intekening, maar ook van die van het
naast wordt in het MT-Televisie de programmering ook regulier bewaakt op
gehele net.
eventuele genreconflicten.
De netmanager houdt bij de plaatsing van de programmering rekening
Indien een genreconflict wordt geconstateerd, wordt in het MT-Televisie be-
met de wettelijke gegarandeerde uren en het gegarandeerde budget
sproken of het conflict van dien aard is dat een schemawijziging noodzakelijk
per omroep;
is. Indien dit het geval is, wordt overlegd met de omroep van het program-
De netmanager houdt bij de samenstelling van het schema rekening
ma dat vanwege een coördinatieconflict verplaatst moet worden.
met en doet recht aan de missies en programmatische ambities van de
De realisatie van de doelstellingen (TV + Internet) worden minimaal elk
omroepen, mits beantwoordend aan de doelstellingen van het net en
kwartaal in het MT-Televisie besproken. Deze realisaties worden vervolgens
bijdragend aan het profiel ervan;
ook in de netredacties geagendeerd.
De netmanager geeft de omroep op elk gewenst moment inzage in de stand van zaken van het programmapakket/toegekende internetactivi-
Afspraken op basis van het bilateraal overleg
teiten van de betreffende omroep;
Afspraken over titels die in het bilateraal overleg tussen netmanager en om-
De in het bilateraal overleg gemaakte afspraken worden vastgelegd in
roep worden gemaakt, (tijdens intekening of in het verdere overleg geduren-
het titel-/budget overzicht van de betreffende omroep. Indien er af-
de het operationele proces) worden vastgelegd in een besluitenlijst, die
spraken worden gemaakt die zich niet lenen om in het overzicht te
z.s.m. na het overleg per mail aan de omroep wordt verstuurd.
worden opgenomen, dan zullen deze in een besluitenlijst worden vast-
Eventuele meerjarige afspraken of afspraken die het jaar van intekening
gelegd, die z.s.m. na het overleg per mail aan de omroep wordt ver-
overstijgen worden opgenomen in de APA (Aanvullende Programmatische
stuurd. Eventuele meerjarige afspraken of afspraken die het jaar van
Afspraken) (zie paragraaf 5.4).
intekening overstijgen worden opgenomen in de APA (Aanvullende Programmatische Afspraken) (zie paragraaf 5.4)
Wat Internet betreft houdt de netmanager rekening met het aantal beschikbare posities voor internet.
De voorgenomen toekenning Internet (portals, plussites, pips, mobiele apps, social media, companion app, web-only) wordt vastgelegd in het
Handboek Televisie 2014
47
CR
5.4 URENINDELINGSBESLUIT (ZTIB)
Bij (een herziening van) het Urenindelingsbesluit ontvangen de omroepen een formele update van de titel-/budgetoverzichten (TV, Internet, TK) met de gewijzigde dan wel nieuw gemaakte afspraken (minimaal 4x per jaar). Als er tussen DTV/NPO en een omroep discussie ontstaat over de gemaakte (budgettaire) afspraken en hiervan niets formeel met een brief/e-mail is
In juli stelt de raad van bestuur het Urenindelingsbesluit vast. Daarin wordt de programmering op hoofdlijnen vastgesteld. Ook de toekenningen Internet maken deel uit van dit besluit. Vervolgens wordt dit besluit 3x per jaar (of zoveel meer als nodig is) herzien: in oktober het voorjaarsschema definitief ingevuld, in februari het zomerschema definitief en in mei het najaarsschema definitief. Omroepen tekenen voor het hele jaar in, maar het najaarsschema wordt tijdens het intekenproces geparkeerd. Pas als de Mediabegroting is behandeld in de Tweede Kamer en OCW het budget definitief heeft vastgesteld (december voorafgaand aan een nieuw programmatisch jaar), wordt het najaarsschema samengesteld. In februari wordt het vervolgens met een Urenindelingsbesluit door de raad van bestuur vastgesteld. Het Urenindelingsbesluit wordt verzonden naar het Bestuurdersoverleg (BO), het Directie Televisie Overleg (TDO) en de netredacties. Het wordt tevens
vastgelegd, wordt teruggegrepen naar het bij het laatste Urenindelingsbesluit verzonden overzicht. De daarin opgenomen (budgettaire) afspraken zijn dan geldend. Uit oogpunt van transparantie worden de netbestanden integraal naar de leden van het TDO en de netredacties verzonden:
TV: de bestanden van NPO 1, NPO 2, NPO 3, NPO Zapp/Zappelin, waarin de titelschema’s + per omroep een tabblad met het titel-/budgetoverzicht
Internet: de bestanden van NPO 1, NPO 2, NPO 3, NPO Zapp/Zappelin, waarin per omroep een tabblad met het titel-/budgetoverzicht.
TK: een bestand met daarin per themakanaal een tabblad met de budgettoekenningen (vast jaarlijks budget + stand van zaken inzet ACC-budget)
gepubliceerd op de website van de NPO.
Alvorens een Urenindelingsbesluit aan de raad van bestuur ter vaststelling
In het dynamische proces van programmeren, doen zich frequent wijzigin-
vast te stellen schema. Indien sprake is van een negatief advies, wordt dit
gen voor waardoor geplaatste titels/afleveringen verplaatsen dan wel vervallen en/of toegekende budgetten worden aangepast. Deze wijzigingen komen doorgaans na goed overleg tussen de omroepen en DTV tot stand en de titel -/budgetoverzichten worden daarop aangepast, zodat er te allen tijde een actueel overzicht is. Omdat het praktisch onhaalbaar is voor elk geplaatst/gewijzigd programma een toekenningsbrief te versturen, gelden de titeloverzichten als de formele toekenningen TV/Internet/TK. De overzichten met de actuele stand van zaken worden met het definitieve besluit meegezonden.
Handboek Televisie 2014
wordt voorgelegd, geven de omroepen in de netredactie een advies over het door DTV bij de aanbieding aan de raad van bestuur benoemd en toegelicht. Alvorens een definitief besluit te nemen, wordt een voorgenomen besluit kenbaar gemaakt en worden de betrokken landelijke publieke mediainstellingen - conform artikel 10.4 van het Coördinatiereglement Aanbodkanalen - in de gelegenheid gesteld hun eventuele bedenkingen tegen het voorgenomen besluit naar voren te brengen. Indien van deze gelegenheid gebruik wordt gemaakt, zal de raad van bestuur de betreffende partij horen en de ingebrachte zienswijze betrekken bij
48
de definitieve vaststelling van het Urenindelingsbesluit . Het definitieve Urenindelingsbesluit is een bindend besluit. Belanghebbenden die zich er niet mee kunnen verenigen kunnen daartegen binnen zes weken
Voor zover
na verzending een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 7:1 van de Algemene
gewenst/
wet bestuursrecht indienen bij de raad van bestuur (t.a.v. de afdeling
nood-
Juridische Zaken).
zakelijk
TITEL-/BUDGETOVERZICHT PER OMROEP De programmakosten en de financiering ervan worden per omroep / per net op titelniveau bijgehouden en geactualiseerd op basis van afspraken die met omroepen worden gemaakt. Bij (een herziening van) het Urenindelingsbesluit ontvangen de omroepen een formele update van deze overzichten. Als er tussen DTV/NPO en een omroep discussie ontstaat over de gemaakte (budgettaire en programmatische) afspraken en hiervan niets is vastgelegd, wordt teruggegrepen naar het laatste formeel verzonden overzicht. De daarin opgenomen afspraken wat betreft geplaatste programma’s en bijbehorende financiering zijn dan geldend. Het titel-/budgetoverzicht is een Excellsheet per omroep op netniveau, gekoppeld aan titelschema´s en (wat betreft KTA doelstellingen) aan de genreschema’s en bevat:
Bij elke titel:
Omroep (indien fusie) Herhaling/aankoop/eigen productie CCC-code Lengte, dag, tijd uitzending Aantal geplaatst (voorjaar, zomer, najaar) Totaal aantal uren per titel Kosten - per aflevering - totale kosten van het geplaatste aantal afleveringen
Financiering - Inzet eigen bijdrage (EB) - Inzet (overgedragen) reserve media-aanbod ((O)RMA) - Totaal OCW-budget
Handboek Televisie 2014
Pilotafspraken Pretest en preview afspraken Evaluatieafspraken Eventueel afgesproken periode waarin wordt bewerkstelligd dat het KTA wordt gerealiseerd om zo de afgesproken slotdoelstelling te behalen
Eventueel afgesproken aanpassingen aan het programma (kolom op Indien nog ter discussie; tijdstip productiebeslissing merkingen/ In bijzondere gevallen specifieke afspraken m.b.t. Kwaliteitskaart toelichting)
(bv bovengemiddeld resultaat op 1 of meer dimensies).
Wat nog financieel of om andere reden ter discussie staat Overige afspraken op titelniveau Ook voor Internet wordt gewerkt met titel-/budgetoverzichten. Daarin wordt net als voor TV per omroep op een tabblad geregistreerd voor welke online activiteit op welke platforms toekenningen zijn gedaan, wat de kosten zijn en hoe de financiering plaatsvindt. Bij online activiteiten wordt een onderscheid gemaakt tussen gezamenlijke en individuele aanbodkanalen, titels, webonly activiteiten en innovatie. Bij platforms: vast internet (plus en pip), mobiele app (iOS, Android, Windows Media, overig), social media (Faceboom, Twitter) companion app en overig Aan elke toekenning wordt een doelstelling gekoppeld, die bij de betreffende titel wordt vermeld. In de kolom Opmerkingen worden eventuele voorbehouden bij toekenning, specifieke afspraken, etc. vermeld.
Het titel-/budgetoverzicht en de gerealiseerde doelstellingen (waaronder ktadoelstelling) worden frequent in de bilaterale gesprekken tussen omroepen en de netmanager besproken.
Eventuele meerjarige afspraken of afspraken die het jaar van intekening overstijgen worden opgenomen in de APA (Aanvullende Programmatische Afspraken) (zie paragraaf 5.4) Volledigheidshalve moet tot slot worden benadrukt dat het Urenindelingsbesluit een momentopname is. Vanzelfsprekend worden de schema’s en de programmering continu gemonitord op het behalen van de doelstellingen en kunnen tussentijds wijzigingen worden aangebracht indien de realisatie daartoe aanleiding geeft. Dit alles natuurlijk na overleg met de omroepen.
49
CR
5.5
DOELSTELLINGEN
De programmering moet voldoen aan een omvangrijk pakket doelstellingen en afspraken:
De Mediawet en aanverwante regelgeving
Prestatieovereenkomst
Concessiebeleidsplan
De vastgestelde kta– en bereiksdoelstellingen
Bindende regelingen en eventuele aanvullende kaders van de RvB
De netmanager is ervoor verantwoordelijk dat de gerealiseerde programmering (incl. de activiteiten binnen de mediaomgeving van de netten) de voor het net geformuleerde doelstellingen realiseert en past binnen het netprofiel. Bij het formuleren van het Netjaarplan en bij het bouwen van de schema’s houdt de netmanager rekening met de doelstellingen die voor het net zijn geformuleerd en gedurende het jaar bewaakt hij dat deze worden gerealiseerd. Dit betekent dat elke geplaatste titel moet voldoen aan de voor het slot vastgestelde doelstelling(en). De doelstellingen dienen op een nader af te spreken toetsingsmoment te zijn gehaald. Is dit niet het geval dan kan de netmanager de omroep verzoeken een nieuw of aangepast programmavoorstel in te dienen, dan wel kan hij het programma uit het schema halen (zie hoofdstuk 8: Programmawijzigingen).
Handboek Televisie 2014
50
CR
5.6
AANVULLENDE PROGRAMMATISCHE AFSPRAKEN (APA’s)
Daarom worden jaarlijks met elke omroep de Aanvullende Programmatische Afspraken (APA’s) opgesteld. De afspraken die hierin worden opgenomen zijn gebaseerd op reciprociteit. Enerzijds geeft het de omroepen zekerheid dat aangegane meerjarige verplichtingen gegarandeerd zijn wat betreft budget en plaatsing. Anderzijds zijn de netmanagers op de hoogte van programma’s waar zij zowel budgettair als programmatisch ruimte voor moeten reserveren en worden zij niet voor voldongen feiten gesteld.
Flexibiliteit is van belang voor de programmering. Voorkomen moet worden
Tot en met 2012 werd maar 1x per jaar een APA (Aanvullende Programmati-
dat de programmering al in een vroeg stadium in beton is gegoten. Anders
sche Afspraken) gemaakt. Omdat dit een momentopname was, bleek deze
bestaat het risico dat nog maar zeer beperkt kan worden ingespeeld op nieu-
opzet niet toereikend voor een adequate registratie van de meerjarige af-
we ontwikkelingen of dat bijzondere programma’s en nieuwe formats gemist
spraken.
worden omdat er geen programmatische dan wel budgettaire ruimte meer is.
Daarom is in 2012 het TDO (destijds Video-Overleg) voorgesteld de vastleg-
Daar staat tegenover dat de gewenste creatieve ontwikkeling van prog-
ging van de Aanvullende Programmatische Afspraken (APA’s) te wijzigen.
ramma’s zich lang niet altijd leent voor korte planning- en beslistermijnen,
Daarbij is het volgende afgesproken:
maar om een langetermijnplanning vraagt, soms zelfs meerjarig. Dat geldt voor specifieke programmagenres zoals drama, maar daarnaast kan ook de
Meerjarige contracten presentatoren
wenselijkheid van meerjarencontracten met presentatoren en buitenprodu-
Afspraken worden in elk geval vastgelegd als:
centen de noodzaak van langtermijnplanning met zich meebrengen.
1.
Voorafgaand aan contractondertekening er overleg en instemming van netmanager(s)/directeur televisie is over het aangaan van de meerjarige
Optimale afstemming tussen DTV en de omroepen over zowel de korte als de lange termijnafspraken is dus noodzakelijk. Enerzijds om omroepen de ruim-
verplichting. 2.
te te bieden vorm te geven aan hun inhoudelijke en creatieve verantwoorde-
Er wordt hierbij vastgelegd of er voor de contracten met presentatoren een (budgettair) commitment door DTV (netmanagers) is gegeven
lijkheid en expertise en anderzijds om te voorkomen dat er verplichtingen
Meerjarige afspraken programma’s, waaronder ook met buitenpro-
worden aangegaan waarvoor uiteindelijk niet voldoende budget beschikbaar
ducenten
is of deze om andere redenen niet (meer) geprogrammeerd kunnen worden.
Afspraken worden alleen vastgelegd als:
Het blijft de verantwoordelijkheid van de netmanager vooraf te beoordelen
1.
Netmanager(s)/directeur televisie een akkoord hebben gegeven op het
of programma’s voldoen aan de doelstellingen van het slot en of ze bijdragen
in productie nemen van een programma dat het jaar van intekening
aan het profiel. Omroepen die in een eerder stadium verplichtingen zijn aan-
overschrijdt
gegaan zonder afstemming met DTV lopen dan het risico dat deze uiteindelijk niet worden geprogrammeerd. De (financiële) consequenties komen dan
Sinds 2013 worden de APA’s in een excelbestand ingevoerd en ontvangen de
voor rekening van de desbetreffende omroep.
omroepen bij elk Urenindelingsbesluit (ZTIB) een update.
Handboek Televisie 2014
51
De volgende procesafspraken gelden voor de APA’s:
Na vaststelling van een ZTIB ontvangt elke omroep een update van de APA.
Vanwege het vertrouwelijke karakter (contracten met presentatoren, etc.) worden de APA’s niet meegestuurd, maar ontvangt elke omroep zijn APA separaat via de mail.
De APA bevat alle afspraken die tussen omroep en netmanager zijn gemaakt en die niet in het netbestand bij het ZTIB staan opgenomen (omdat ze bijvoorbeeld de jaargrens overschrijden).
Mocht een afspraak niet correct zijn vermeld, dan wel afspraken ontbreken, maakt de betreffende omroep dit per mail kenbaar aan de netmanager en coördinator programmering.
Voor de terugkoppeling door de omroep wordt een periode van 2 weken gehanteerd. Als DTV voor de afgesproken deadline niets verneemt, wordt de APA als correct beschouwd.
In geval van een terugkoppeling vanuit de omroep (ontbrekende/ gewijzigde afspraken), zal de netmanager/coördinator programmering altijd een bericht sturen. a.
Indien correctie/aanvulling niet wordt overgenomen, zal worden aangegeven waarom niet
b.
Indien de correctie/aanvulling wel wordt overgenomen, wordt dit in de APA verwerkt en ontvangt de omroep de aangepaste APA.
Handboek Televisie 2014
52
5.7
EVALUATIE PROGRAMMERING
KLO analyseert elk kwartaal de performance van de Themakanalen. Deze wordt in het MTs gepresenteerd in ‘en in het Kernteam Themakanalen waarin de beheerders van de TK zijn vertegenwoordigd.
KLO verstuurt wekelijks over de voorafgaande week kleurenschema’s per net aan de deelnemers van het MT-s. Naast deze KLO-evaluatie maakt elk net op een geaggregeerd niveau een evaluatieschema over voorjaar/zomer/najaar (en indien relevant tussentijds). In dit schema wordt in de slots aan de hand van kleurtjes aangegeven of het slot op, onder of boven doelstelling heeft gerealiseerd in de evaluatieperiode. Per slot wordt de doelstelling, het gemiddelde gerealiseerde kta en de titels vermeld die erin zijn uitgezonden gedurende de evaluatieperiode, eveneens voorzien van het gemiddelde gerealiseerde kta. De evaluatieschema’s worden in de netredacties geagendeerd en besproken. Voor NPO 1 en NPO 3 worden naast de realisatieschema’s van de doelstellingen 6+ ook realisatieschema’s van de doelstelling 20-49 gemaakt en voor NPO3 ook 20-34. Ook voor NPO Zapp en NPO Zappelin worden 2x per jaar (over het voorjaar en het najaar) evaluatieschema’s gemaakt (NPO Zappelin 3-5 en NPO Zapp 6-12). Naast deze reguliere evaluaties, worden in de netredacties ook regelmatig analyses van (nieuwe) programma’s ingebracht. Ook voor Internet worden per kwartaal realisatieoverzichten gemaakt. Daarin staan gegevens over het aantal unieke cookies, de crossmediale verhouding en de realisatie ten opzichte van de afgesproken doelstelling. De rapportages Internet worden ook in de netredacties besproken en toegezonden aan de hoofden Nieuwe Media van de omroepen.
Handboek Televisie 2014
53
CR
6
6.1
D
Financiering en budgettering
Kosten
Secretaresses en Assistenten Beleid en Strategie OR Financiën en Inkoop
irecte Programmakosten (DPK)
Personeelsadministratie en OR
Bij de intekening geven de omroepen op titelniveau aan wat de DPK-
Marketing & Communicatie
kosten zijn.
Juridische zaken
De netmanager en de betreffende omroep maken op basis hiervan afspraken
Programmering, Coördinatie en Intekening
over het definitieve budget van de titel. Financiering vindt plaats vanuit OCW
Martkonderzoek
-budget eventueel aangevuld met eigen middelen van de omroepen en/of
Documentatie & Archivering
(overgedragen) RMA.
Concept en Formatontwikkeling Huisvesting
Internet
ICT
Internettoekenningen worden net als de toekenningen TV budgettair vastge-
Overige Organisatiekosten
legd in een bestand per net, waarbinnen per omroep een overzicht wordt
De Organisatiekosten worden vergoed door een uniform percentage over het
bijgehouden.
garantiebudget. Dit is percentage is voor alle omroepen gelijk en wordt platformoverstijgend berekend en toegekend. Daarmee valt de vergoeding voor
O
Organisatiekosten buiten het operationele proces binnen de Directie Televi-
rganisatiekosten
sie.
In het Handboek Financiële Verantwoording wordt nog onderscheid
gemaakt tussen directe programmakosten en organisatiekosten. Onder deze laatste kosten wordt verstaan:
Directie Hogere managementfuncties
Handboek Televisie 2014
F
rictiekosten Elk net reserveert jaarlijks een bedrag voor onvoorziene en program-
matische frictiekosten (zie ook hoofdstuk 8: Programmawijzigingen)
54
Indien de frictiekosten worden veroorzaakt door programmatische ont-
dat de planning van het betreffende programma hierop nog had kunnen
wikkelingen of keuzes op het net waarop door omroepen niet geantici-
worden afgestemd.
peerd kon worden (bijv. het vervallen van een programma vanwege een
ingelaste uitzending), worden de daarmee gepaard gaande frictiekosten
Eventuele frictiekosten bij Themakanalen moeten volledig uit het budget van het betreffende kanaal worden bekostigd.
vergoed (op basis van een gespecificeerde opgave).
Andere frictiekosten moeten door de omroepen zelf worden opgevangen. (consequenties van eigen beleid/keuzes, kosten die zijn ontstaan omdat productiekosten zijn gemaakt voor een programma dat niet door de netmanager wordt geplaatst en waarover nog geen productiebesluit is geno-
K
osten en financiering gezamenlijke programma’s
Bij gezamenlijke programma’s waarbij omroepen de titel gezamenlijk labelen
men en dat evenmin is opgenomen in de APA).
en de zendtijd volgens een verdeelsleutel delen (bijv. 50% elk of
Als uit een meerjarige afspraak die in de APA is vastgelegd frictiekosten
25%/75%), wordt het budget voor het betreffende programma volgens de-
voortvloeien (reeds kosten gemaakt, maar programma wordt door om-
zelfde verdeelsleutel aan de betreffende omroepen toegekend.
standigheden niet gerealiseerd/geplaatst) kan een verzoek worden ge-
Dit betekent dat omroepen onderling een afspraak moeten maken over
daan voor de vergoeding van frictiekosten (op basis van een gespecifi-
eventuele verrekening van de kosten als het programma bij één van de ge-
ceerd opgave). Bepalend voor (de omvang van) een eventuele vergoe-
zamenlijk optrekkende omroepen in huis wordt geproduceerd. DTV is hierin
ding van de frictiekosten is de termijn waarop de omroep redelijkerwijs
geen partij aangezien budget aan een titel wordt toegekend en de door de
had kunnen weten/voorzien dat het programma niet meer gerealiseerd
gezamenlijk daarin opererende omroepen afgesproken verdeelsleutel leidend
kon worden of niet geplaatst in het schema.
is voor de registratie en toekenning van het budget (deze systematiek wordt
Indien de frictiekosten worden veroorzaakt door een besluit van de net-
ook gehanteerd bij gezamenlijke internetactiviteiten (portals/sites).
manager en de omroep gezamenlijk (bijv. het niet uitzenden van een programma omdat het wederzijds onvoldoende kwalitatief wordt bevonden voor uitzending) worden de frictiekosten gedeeld op basis van een nader af te spreken verdeling.
Wanneer een aanvraag wordt ingediend voor de vergoeding van frictie-
G
ezamenlijke kosten Vanuit het TV-budget wordt een aantal gezamenlijke kosten gefinan-
cierd, te weten:
kosten moet een omroep kunnen aangeven dat de ontstane kosten rede-
Kosten Marketing
lijkerwijs niet vermijdbaar waren.
Kosten afdeling Aankoop
Afspraken over frictiekosten worden door de netmanager en de betref-
Kosten afdeling Sales
fende omroep schriftelijk vastgelegd.
Deze kosten worden door de Directie Televisie gemaakt en vanuit het TV-
Tengevolge van het wegvallen van reguliere programmering als gevolg
budget gefinancierd. Met het oog op het garantiebudget worden ze proporti-
van evenementen die tijdig bekend zijn (dan al bekend waren bij inteke-
oneel toegerekend naar de omroepen.
ning) worden bijvoorbeeld geen frictiekosten vergoed. Reden hiervoor is
Marketing wordt deels uit het Mediabudget gefinancierd en deels uit het NPO
Handboek Televisie 2014
55
-budget. De kosten van de afdelingen Aankoop en Sales worden volledig uit
beherende omroep is zelf verantwoordelijk voor de eventuele afdracht van
het Mediabudget gefinancierd. Sinds 2014 worden de kosten van de centrale
BTW, waarbij dient te worden opgemerkt dat het voor een omroep mogelijk
afdeling aankoop non-fictie ook rechtstreeks uit het TV-budget gefinancierd.
is een deel van de BTW te verrekenen voor nieuwe programma’s.
Deze afdeling is gesitueerd bij de VPRO en valt financieel onder verantwoordelijkheid van de NPO. Besluitvorming over verdere centralisatie van aankoop non fictie, evenals de locatie waar deze afdeling gesitueerd wordt, is nog onderwerp van overleg tussen NPO en omroepen. In het Jaarplan worden in de financiële paragraaf de gezamenlijke kosten toegelicht. De inzet van het marketingbudget wordt met de hoofden marketing van de omroepen afgestemd en jaarlijks in het TDO toegelicht.
B
TW en publieke omroepen
Veranderingen BTW-regime 2014-2015 Per 1 januari 2014 is de Integratieheffing vervallen en met ingang van 1 januari 2015 vervalt ook de Printprijsregeling. Dit betekent dat vanaf 2015 voor TV programma’s in zijn geheel geen BTW meer mag worden verrekend. Bij het ter perse gaan van dit Handboek Televisie is nog niet definitief bekend óf de publieke omroepen een compensatie zullen ontvangen voor de hogere BTW kosten als gevolg van het niet meer mogen verrekenen van de BTW. Het ligt in de lijn der verwachting dat er sprake zal zijn van BTW compensatie. In 2014 is er een overgangsmaatregel van toepassing die erop neerkomt dat de behandeling van de omroepen gelijk is aan die in 2013. In de volgende update van het Handboek zal het nieuwe BTW-regime worden opgenomen. Themakanalen en BTW Het toegekende budget voor de TK is inclusief eventueel te betalen BTW. De
Handboek Televisie 2014
56
6.2
Financiering
G
arantiebudget, glijdende schaalsystematiek en budget programmaversterking
Met ingang van 2010 is het garantiebudget van omroepen verlaagd van 75% naar 70%. Daarbij is ook sprake van de zogenaamde ontschotting, wat wil
O
zeggen dat het 70% budget wordt gegarandeerd over het totale toegekende
CW–budget
bedrag (platformoverstijgend).
De publieke omroep kent een duale financiering: ongeveer twee der-
Er worden voor de budgettoekenning vier zendergroepen onderscheiden:
de van de inkomsten is afkomstig uit belastinggelden en een derde uit recla-
NOS
megelden.
Omroepverenigingen
Ieder jaar ontvangt de publieke omroep de Rijksmediabijdrage van het Mi-
NTR
nisterie van OCW. Jaarlijks vraagt de publieke omroep via de meerjarenbe-
2.42-omroepen
groting budget aan. In november presenteert de minister de Mediabrief aan
Met uitzondering van de 2.42-omroepen, vallen alle zendergroepen onder de
de kamer en legt de Mediabegroting voor. Als deze wordt goedgekeurd, ont-
70% garantieregeling. De resterende 30% is het programmaversterkings-
vangt de publieke omroep een beschikking voor het budget van het volgende
budget, dat door de raad van bestuur (gedelegeerd aan de platformdirecties)
jaar.
wordt ingezet ter versterking van de programmering, de realisatie van de
De Rijksbijdrage dekt de financiering van de publieke omroep. De reclame-
gezamenlijk afgesproken doelstellingen en de afspraken uit de Prestatieover-
gelden van de Ster zijn hierin inbegrepen. Vanuit de Mediabegroting worden
eenkomst (Mediawet: voor de bevordering van de pluriformiteit van het me-
o.a. ook de Stichting Omroep Muziek (SOM) en het Nederlands Instituut voor
dia-aanbod). Het programmaversterkingsbudget komt geheel ten goede aan
Beeld en Geluid (NBIG) gefinancierd.
het media-aanbod van NOS, Omroepverenigingen en de NTR.
De rijksbijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd volgens de systematiek van de
De 2.42-omroepen krijgen op basis van de Mediawet een 100% garantiebud-
Mediawet. Dit betekent dat wordt gerekend met de huishoudenprognose van
get en daarmee geen recht op programmaversterking.
het CBS en de consumentenprijsindex (cpi) van het CPB. Met ingang van de nieuwe erkenningen per september 2010 is ook een
S
ter Zoals gezegd is de Ster goed voor ongeveer een derde van het budget
nieuw budget allocatiesysteem ingevoerd voor de omroepverenigingen. Alle erkende omroepen (minimaal 150.000 leden) krijgen eenzelfde basisbedrag. Dit budget staat voor de duur van de erkenning, dus 5 jaar, vast. Daar
voor de publieke omroep. Per uur mag maximaal twaalf minuten reclame
bovenop krijgen zij, ook voor 5 jaar, een vast bedrag naar rato van het aan-
worden uitgezonden. De zendtijd van reclame per dag op een programmanet
tal leden. Leden boven de grens van 400.000 tellen niet meer mee bij de
van de publieke omroep mag maximaal vijftien procent van de gebruikte
verdeling van geld en zendtijd.
zendtijd per net bedragen. Programmaonderbrekende reclame is niet toege-
Het basisbudget bedraagt dus 50% van het gegarandeerde budget (70%),
staan.
de andere 50% wordt verdeeld over de omroepverenigingen naar rato van
Handboek Televisie 2014
57
het aantal leden. De aspirant omroepverenigingen en de NTR vallen buiten de glijdende schaal. De NTR ontvangt als garantiebudget het gemiddelde van een omroep.
E
igen bijdragen omroepen (netto-resultaten verenigings– en nevenactiviteiten)
Bij de invoering van de Nieuwe Werkwijze in 2005 is besloten dat omroepen in het intekenproces zelf mogen aangeven op welke programma’s/netten/ internetactiviteiten zij hun eigen bijdragen inzetten.
Met ingang van de nieuwe erkenningen per 2016 vervalt deze systematiek.
In de GOS evaluatie (2009) zijn door de raad van bestuur de volgende uit-
Taakorganisaties (NOS en NTR) krijgen vanaf dat moment een 70% garantie
gangspunten voor de inzet van EB geformuleerd:
en de omroepverenigingen 50%. Dan treedt ook het zogenaamde 3-3-2
In het intekenproces wordt aangegeven wat het totale volume EB is dat een
model in werking waarbij de gefuseerde omroepen onder andere een fusie-
omroep voornemens is in het betreffende programmeringsjaar in te zetten.
bonus krijgen. De 2.42 zendgemachtigden maken vanaf 2016 geen deel
Daarbij wordt minimaal aangegeven hoe deze EB over de netten zal worden
meer uit van het bestel.
verdeeld. Dit gebeurt (bij voorkeur) door al op titelniveau aan te geven hoe-
T.z.t. zal het Handboek op deze systematiek worden aangepast.
veel EB de omroep aan het betreffende programma wil bijdragen. Met EB kan bijvoorbeeld worden ingetekend om het beschikbare slotbedrag te ver-
Bewaking garantiebudget
hogen om een (duurder) programma mogelijk te maken of om in te tekenen
DTV bewaakt binnen de Televisiebegroting continu wat de omvang van het
op een slot waarvoor geen budget beschikbaar is.
toegekende budget is t.o.v. het garantiebudget. Als een omroep op een ze-
Zo kan een programma met 100% EB worden gefinancierd als het program-
ker moment in het jaar in de “gevarenzone” dreigt te komen, zal DTV sa-
ma primair van belang is voor de missie van de omroep (mits het wel vol-
men met de betreffende omroep nagaan waar er ruimte en mogelijkheden
doet aan de voor het betreffende slot gestelde doelstellingen).
zijn een en ander te repareren.
Als een programma zowel bijdraagt aan de missie van de omroep als aan de
Het garantiebudget is niet platformafhankelijk, maar betreft de optelsom
doelstellingen van het net, maar voor het vereiste budget niet meer voldoen-
van het op de platforms toegekende budget (Televisie, Radio, Organisatie-
de OCW-middelen beschikbaar zijn, kan bijvoorbeeld ook een matching af-
kostenvergoeding). Daarbij worden de gezamenlijkheidskosten conform de
spraak worden gemaakt (50% OCW/50% EB).
budgetsleutel toegerekend aan de omroepen.
Overigens kunnen tijdens het intekenproces of gedurende het verdere opera-
Om zeker te stellen dat aan de wettelijke eis wordt voldaan, wordt intern
tioneel proces tussen netmanager en omroep altijd aanvullende/afwijkende
het uitgangspunt gehanteerd dat elk platform bij iedere individuele omroep
afspraken worden gemaakt.
een naar het platform herberekend deel van het garantiebudget realiseert. Uitzonderingen hierop worden expliciet en tijdig bij de raad van bestuur ge-
Om zowel voor de netmanager als voor de omroep enige flexibiliteit gedu-
meld zodat kan worden zeker gesteld dat er ‘compensatie’ op een ander
rende het jaar te behouden, is het daarnaast mogelijk een deel van het aan-
platform plaats kan vinden.
gegeven volume EB te reserveren, zodat lopende het programmeringsjaar
Periodiek wordt gerapporteerd over de stand van zaken met betrekking tot
ruimte blijft om de plaatsing/financiering van (nieuwe) programma’s moge-
de realisatie van het garantiebudget. Dit zal vervolgens worden gepresen-
lijk te maken. Daarmee wordt voorkomen dat programmavoorstellen die zich
teerd in het Financieel Overleg.
Handboek Televisie 2014
58
na het intekenproces aandienen en waarvoor wel programmatisch ruimte is,
een maximum vastgesteld, waarover de omroepen mogen beschikken. De
niet meer geplaatst kunnen worden omdat het benodigde OCW-budget niet
RMA binnen dit maximum is bedoeld als buffer voor exploitatieresultaten.
meer (volledig) beschikbaar is. Alle reserves boven de maximaal toegestane RMA vallen onder de noemer In de Mediawet 2008 is het onderscheid tussen hoofd– en neventaken opge-
“overgedragen reserve media aanbod”. Op basis van een door de raad van
heven.
bestuur vastgestelde bindende regeling wordt RMA boven het maximum
Zoals gezegd staat het een omroep in principe vrij eigen middelen in te zet-
overgedragen aan de raad van bestuur. Deze is juridisch eigendom van de
ten. Ook de keuze van het platform is door de omroep vrij te bepalen. Wel
raad van bestuur en staat op een rekening-courant bij de NPO. De overge-
kan de raad van bestuur per platform maxima vaststellen voor de inzet van
dragen RMA mag alléén worden ingezet met toestemming van de raad van
EB. Dit om te voorkomen dat EB ondoelmatig wordt ingezet en de realisatie
bestuur (gemandateerd aan de platformdirecties).
van de afgesproken doelen (dan wel de afspraken in de Prestatieovereen-
Omroepen kunnen bij intekening (dan wel bij lopende het jaar aangeboden
komst) in gevaar komen.
programma’s) verzoeken overgedragen RMA te mogen aanwenden. Daarbij
Het is in principe toegestaan eigen middelen in te zetten voor het verhogen
zal DTV sturen op een zoveel mogelijke inzet van de overgedragen RMA in
van toegekende programmabudgetten (bijv. als gevolg van inhoudelijke keu-
het lopende jaar, waarbij DTV rekening houdt met de prognose van de over-
zes door een omroep, die een kostenverhoging met zich meebrengen of van-
gedragen RMA in het voorgaande boekjaar. Indien de netmanager het pro-
wege de missie van een omroep). Deze inzet moet wel worden gemeld, zo-
gramma plaatst en akkoord gaat met een (gedeeltelijke) financiering uit de
dat de registratie van de kosten in de titel-/budgetoverzichten de werkelijke
RMA, wordt dit in het titel-/budgetoverzicht bij de betreffende titel geregi-
kosten zo dicht mogelijk benaderen en DTV ook een reële berekening kan
streerd in de kolom Inzet RMA. DTV brengt de raad van bestuur regelmatig
maken van de totale budgetten die de publieke omroep per genre/domein
verslag uit van de stand van zaken van de ingezette RMA. Omroeporganisa-
inzet.
ties die niet participeren in GOS (2.42-omroepen) moeten voor een beroep op de overgedragen RMA een verzoek indienen bij de raad van bestuur (zie
Omdat themakanalen en internet tot de hoofdtaak behoren, is het in principe
volgende paragraaf: Procedure 2.42-omroepen voor aanvraag RMA).
mogelijk hierop eigen middelen in te zetten. Dit moet wel zichtbaar op de begroting worden opgevoerd. De inzet van EB op een themakanaal mag niet
In de praktijk wordt er een onderscheid gemaakt tussen overgedragen RMA
ten koste gaan van het tijdens het intekenproces van televisie aangegeven
van de omroepverenigingen en die van de overige media-instellingen (NOS,
volume EB.
NTR, 2.42-omroepen). Deze partijen hebben een voorkeursrecht wat betreft de inzet van de door hen overgedragen RMA. Dit betekent niet dat deze te
O
allen tijde voor hen gereserveerd blijft. Maar indien nog beschikbaar, kan
vergedragen Reserve Media Aanbod
hierop een beroep worden gedaan.
Behalve de eigen bijdrage is er nog een andere financieringsvorm, te
De 2.42-omroepen moeten de overgedragen RMA daadwerkelijk terugbeta-
weten de inzet van de reserve media aanbod (RMA). Voor elke omroep is
Handboek Televisie 2014
len aan de raad van bestuur. De raad van bestuur beschikt dus zelf over de
59
bestemming van deze reserves. Met de omroepverenigingen is afgesproken
Daarin moet worden aangegeven voor welke titel een aanvraag wordt ge-
dat zij de overgedragen RMA niet daadwerkelijk hoeven terug te betalen
daan, waarom hiervoor extra middelen noodzakelijk zijn (in principe moet
maar – na toestemming van de platformdirecties – mogen inzetten voor hun
de programmering binnen het reguliere budget worden gefinancierd) én er
programma’s, dan wel na schriftelijke toestemming van de raad van bestuur
moet zowel een programmabegroting worden overgelegd als een prognose
mogen inzetten voor andere financiële verplichtingen in het kader van de
van de exploitatierekening van het lopende jaar (conform model IV uit het
hoofdtaak. Het onderscheid tussen de omroepverenigingen en de overige
Handboek Financiële Verantwoording).
media-instellingen komt voort uit het feit dat reserves ook kunnen ontstaan
De raad van bestuur vraagt DTV en DF vervolgens om advies. DTV gaat na
door resultaten uit verenigingsactiviteiten.
of het programma daadwerkelijk is geprogrammeerd en beoordeelt de pro-
In de Mediawet staat dat omroepen gelden kunnen reserveren, met toe-
grammabegroting. Indien het een programma binnen de reguliere uren be-
stemming van de raad van bestuur. Het is voor de term “gelden” niet rele-
treft, moet de 2.42-omroep nadrukkelijk aantonen waarom extra financie-
vant of deze middelen zijn ontstaan uit OCW-budget of uit eigen middelen
ring nodig is. Als het een voorstel betreft buiten de regulier toegekend
(bijvoorbeeld uit verenigingsactiviteiten). Oftewel, voor de RMA wordt geen
uren, moet de extra zendtijd bij het CvdM worden aangevraagd.
onderscheid gemaakt naar waar zij uit zijn ontstaan. De wet volgt hierbij de
Elke 2.42-omroep heeft namelijk een vast contingent uren en mag deze
lijn van de Europese Commissie dat overheidsfinanciering alleen maar aan-
niet over– of onderschrijden. De 2.42-omroep vraagt de extra zendtijd zelf
vullend kan zijn en dat ‘overschotten’ moeten worden verrekend.
aan bij het CvdM, maar stemt deze aanvraag wel vooraf af met de netma-
Het totaal van de RMA, overgedragen RMA en de Stichtingsreserve van de
nager. Voorwaarde voor het CvdM is een akkoord van de netmanager.
NPO mag niet meer bedragen dan 10% van de totale uitgaven van de NPO.
Als het CvdM geen extra zendtijd toekent, kan het programma niet worden
Het meerdere boven de 10% wordt teruggevorderd door het CvdM.
geplaatst en wordt vanzelfsprekend ook geen O-RMA toegekend.
Het niet daadwerkelijk terugbetalen van de RMA door omroepverenigingen is onder voorbehoud van een eventueel besluit van het CvdM ter zake en is
De aanvraag moet altijd worden gedaan voorafgaand aan de uitzending.
afhankelijk van de nog te publiceren beschikking van de Europese Commis-
Achteraf beroep op de O-RMA is niet meer mogelijk, tenzij kan worden aan-
sie over de conformiteit van de Mediawet 2008.
getoond, waarom het programma alsnog aanvullend budget behoeft. Dit omdat het voor de hand ligt dat een programma pas in productie wordt ge-
P
nomen als de financiering is afgerond. Als een programma wordt uitgezon-
rocedure 2.42-omroepen
den zonder dat de daarmee gepaard gaande kosten zijn gedekt, is het risi-
voor aanvraag overgedragen RMA
co voor rekening van de betreffende organisatie en kan geen beroep wor-
De 2.42-omroepen participeren niet in GOS. Wel kunnen zij een beroep doen
den gedaan op gemeenschappelijke middelen (wat de RMA na overdracht
op de door hen overgedragen RMA. Omdat deze niet zoals bij de andere om-
zijn).
roepen via de platformdirecties rechtstreeks binnen de GOS-systematiek kan worden ingezet, kunnen zij hiervoor schriftelijk een aanvraag indienen bij de raad van bestuur.
Handboek Televisie 2014
60
P
rogrammagebonden bijdragen
jaarrekening op titelniveau aangeven of, van wie en in welke vorm/mate een
Binnen de eigen middelen wordt een onderscheid gemaakt tussen pro-
bijdrage van derden is ontvangen.
grammagebonden bijdragen en niet-programmagebonden bijdragen. Deze zijn als volgt te specificeren:
Programmagebonden: Bijdragen Mediafonds;
S
ponsoring & cofinanciering Definitie: Sponsoring is het verstrekken van financiële of andere
bijdragen door een onderneming die zich gewoonlijk niet bezighoudt met de
Bijdragen CoBO (incl. Filmfonds CoBO);
verzorging van mediadiensten of media-aanbod ten behoeve van de tot-
Bijdragen Coproducenten;
standkoming of aankoop van media-aanbod, teneinde de verspreiding daar-
Sponsorbijdragen;
van naar het algemeen publiek of een deel daarvan te bevorderen of moge-
Bijdragen overige derden;
lijk te maken. De ‘Beleidsregels sponsoring Publieke omroep 2005’ (BSPO)
Overige programmaopbrengsten.
van het CvdM bevatten nadere regels voor sponsoring. Aan de hand van de CCC-indeling kan worden bekeken of programma’s al
Niet-programmagebonden
dan niet voor sponsoring in aanmerking komen.
Netto Nevenactiviteiten;
Wanneer overheidsinstellingen en andere instellingen die geen particuliere
Netto Verenigingsactivititeiten.
onderneming uitoefenen (bijvoorbeeld goede doelen met een CBF-keurmerk) een bijdrage leveren aan een programmaonderdeel, wordt er niet gesproken
Niet-programmagebonden bijdragen zijn eigen middelen die rechtstreeks
van sponsoring, maar van cofinanciering. Hiervoor zijn de regels iets minder
worden ingezet via GOS. Programmagebonden bijdragen daarentegen kun-
streng en meer programma’s komen voor deze wijze van financiering in aan-
nen niet meelopen in GOS omdat het al dan niet verwerven van deze bijdra-
merking. Voor sponsoring is in het Concessiebeleidsplan opgenomen dat pro-
gen doorgaans nog niet bekend is bij intekening/plaatsing van het program-
gramma’s voor maximaal 50% gefinancierd mogen worden met externe mid-
ma, waardoor de financiering van de programmering—als de programmage-
delen afkomstig van commerciële partijen en dat de bijdragen van sponsors
bonden bijdragen daarbij worden betrokken—vooraf niet valt te plannen en
inzichtelijk moeten worden gemaakt op de website van de omroep.
daarmee een te groot risico wordt gelopen als de beoogde bijdrage niet wordt gegenereerd, dan wel uiteindelijk niet wordt toegekend/vervalt.
Bijdragen overheid Sinds 1 augustus 2008 mag de rijksoverheid niet meer financieel bijdragen
Vanwege de regelgeving over nevenactiviteiten, commerciële en ideële spon-
aan omroepproducties. Met ingang van die datum kwam een einde aan de
soring wordt de omroepen voortaan wel gevraagd opgave te doen van bij-
richtlijnen voor coproducties die een samenwerkingsverband mogelijk
dragen derden zodra deze bekend zijn. Daarnaast moeten omroepen in hun
maakten tussen de rijksoverheid en een omroep, waaraan beide partijen zowel een financiële als een inhoudelijke bijdrage leverden.
Handboek Televisie 2014
61
Alternatieve samenwerkingsverbanden tussen overheid en omroep zijn nog
zien in zijn kapitaalbehoefte (zijn werkkapitaal) is afhankelijk van de werk-
wel mogelijk. Ministeries kunnen bijvoorbeeld met ‘gesloten beurs’ bijdragen
kapitaalpositie op de balans en de mate van solvabiliteit (verhouding tussen
aan omroepproducties. Zo kunnen zij hun kennis, ervaring en expertise in-
vreemd en eigen vermogen).
zetten voor het maken van programma’s met een maatschappelijk oogmerk.
Het netto werkkapitaal op de balans is het verschil tussen de vlottende acti-
Ook samenwerking op andere gebieden dan het maken van telev-
va (debiteuren, voorraden, cash) en kortlopende schulden. Ofwel het eigen
isieprogramma’s is nog steeds mogelijk. Zo kan de rijksoverheid nog wel
vermogen+langlopende schulden minus de vaste activa.
bijdragen aan bijvoorbeeld websites, als maar duidelijk is wat die bijdrage
Het verminderen van de netto werkkapitaalbehoefte is een belangrijke stap
precies is.
binnen het management van werkkapitaal. Hoe kleiner namelijk de behoefte,
Het besluit om te stoppen met coproducties geldt alleen voor de rijksover-
hoe minder hoeft te worden aangetrokken (wat geld kost). Dit kan door het
heid en de door de overheid gefinancierde ngo’s (niet-gouvermentele organi-
versnellen van de inning van gelden (van debiteuren) en het vertragen van
saties, zoals bijv. de NCDO). De overheid wilde niet ook het gedrag van pro-
de betalingen aan crediteuren. Maar dit betekent dus ook het niet te vroeg
vincies en gemeenten bepalen; zij kunnen dus zelf beslissen of zij coproduc-
starten van de programmaproductie (en creëren van voorraad).
ties blijven vervaardigen voor de lokale/regionale/landelijke omroepen. Uit voorgaande definitie van netto werkkapitaal kan ook worden afgeleid hoe
V
meer werkkapitaal kan worden verkregen. Een vergroting van het netto
oorfinanciering
werkkapitaal op de balans volgt als er meer eigen vermogen en lang vreemd
Bij producties die een lange looptijd hebben (bijvoorbeeld dramapro-
vermogen wordt aangetrokken dan dat er in de vaste activa wordt geïnves-
ducties, participatie in Ned. Speelfilms, grote documentaireprojecten), heb-
teerd.
ben sommige omroepen een probleem om producties voor te financieren. Omroepen die nauwelijks over eigen vermogen beschikken hebben daar-
In 2009 heeft de raad van bestuur een project in gang gezet om de voorfi-
naast geen mogelijkheid hun activa zodanig te herfinancieren dat er wel ex-
nancieringsmogelijkheden te organiseren. Dit heeft er in geresulteerd dat
tra liquiditeit kan worden vrijgemaakt. Omroepen kunnen zodoende in seri-
met OCW en het CvdM de volgende afspraak is gemaakt:
euze continuïteitsproblemen raken.
Omroepen kunnen voor oktober van jaar t-1 bij de NPO aangeven wat hun liquiditeitsprognose is. Deze prognose geschiedt op basis van hun te ver-
De mate van behoefte aan liquide middelen, de werkkapitaalpositie en het
wachten ontvangsten (voornamelijk geld-op-schema) en uitgaven. Wanneer
vermogen deze positie te creëren is een resultante van het werkkapitaalma-
in bepaalde maanden tekorten ontstaan en verschuiving van betalingen bin-
nagement en de balansverhoudingen.
nen het jaar een oplossing biedt, kan het bevoorschottingsritme worden aan-
Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen de kapitaalbehoefte
gepast.
(werkkapitaal nodig om producties voor te financieren) die gedeeltelijk ex-
Jaarlijks ontvangen omroepen in september een memo van de NPO waarin
tern kan worden gefinancierd (door bijvoorbeeld een bank) en de werkkapi-
zij worden herinnerd aan de mogelijkheid mee te doen aan de aanvraag ge-
taalpositie op de balans. De mate waarin een bank een organisatie kan voor-
wijzigd bevoorschottingsritme, die de NPO namens de omroepen verzorgt.
Handboek Televisie 2014
62
Deze collectieve aanvraag wordt gedaan bij het ministerie van OCW en bij het CvdM. De NPO draagt zorg voor toetsing van de individuele aanvragen op enkele voorwaarden die zijn vastgelegd en als bijlage aan het memo worden toegevoegd, evenals het digitale format. De aanvraag die omroepen vervolgens kunnen doen, is het enige moment waarop een gewijzigd bevoorschottingsritme binnen de jaargrens kan worden aangevraagd. Aanvragen die na de deadline (medio oktober) worden gedaan, kunnen niet meer in behandeling worden genomen, omdat de collectieve aanvraag voor 1 november moet worden ingediend bij OCW en het CvdM. Daarnaast is er de mogelijkheid om t.b.v. een (incidentele) verhoging van de reguliere kredietfaciliteit t.b.v. de voorfinanciering van bijvoorbeeld een dramaproductie voor de betreffende titel een uitzendgarantie aan de NPO te vragen. Verder heeft de raad van bestuur ter gelegenheid van het afscheid van Ad van Liempt (NPS), het zogenoemde Ad van Liempt-fonds in het leven geroepen. In dit fonds is een bedrag beschikbaar voor de voorfinanciering van grote, prestigieuze documentaireprojecten, waarvan de voorbereiding, research en productie veel tijd (en investeringen) vergen. Omroepen die een beroep op dit fonds willen doen, kunnen hiervoor via DTV een aanvraag indienen bij de raad van bestuur. Een aanvraag kan pas worden ingediend als DTV akkoord is met de ontwikkeling van het project. Het AvL-fonds is een ‘revolving fund’, wat wil zeggen dat de voorfinanciering na uitzending bij de realisaties in mindering wordt gebracht op het uit te betalen OCW-budget. Het voorgefinancierde (en niet uitbetaalde bedrag) vloeit dan vanuit het TV-budget terug in het AvL-fonds. Voor het AvL-fonds is een richtlijn ontwikkeld, incl. een pakket voor het indienen van een aanvraag. Deze is op te vragen bij het secretariaat van de Directie Televisie.
Handboek Televisie 2014
63
6.3
Realisaties en betalingen
1. TV De op programmatitelniveau toegekende budgetten worden in de maand na uitzending uitbetaald. In de eerste week na de maand na uitzending checken de schemacoördinatoren per omroep de uitgezonden titels in het realisatiebestand.
Omroepen ontvangen jaarlijks in december (als de budgetvaststellingsbrief
In de tweede week verstuurt de directie controller van DTV het realisatiebe-
van het ministerie binnen is) een toekenningsbrief met daarin het gegaran-
stand ter controle naar de omroepen.
deerde budget (70% platformoverstijgend) voor het daaropvolgende jaar,
In de derde week retourneert de omroep het bestand met eventuele correc-
alsmede de toekenning van de organisatiekostenvergoeding en het werkka-
ties.
pitaal in januari.
De directie controller checkt de door de omroep aangebrachte correcties,
In het voorjaar ontvangt een omroep een definitieve toekenningsbrief over
finaliseert het realisatiebestand en maakt de verzamelstaat op.
het in het voorgaande jaar op basis van realisatie werkelijk toegekende bud-
De verzamelstaat wordt naar de Directie Financiën (DF) van de NPO ver-
get.
stuurd ten behoeve van de betaling aan de omroepen die op de 20ste van de
Televisie Sinds 2012 vinden vanuit de Directie Televisie niet meer alleen TVbetalingen (via realisatiebestanden plaats, maar ook de betalingen Internet (Televisie) en Themakanalen (Televisie). De systematiek is daarbij als volgt: De Directie Financiën van de NPO informeert de omroepen – na het kamerdebat van december en de definitieve vaststelling van het OCW-budget – over de omvang van het werkkapitaal dat in januari wordt uitbetaald, de vergoeding voor organisatiekosten en het garantiebudget (de laatste twee zijn beiden platformoverstijgend). Vanaf februari vindt maandelijks op de 20-ste van de maand de volgende betaling plaats: 1.
TV: de realisatie van de vorige maand (na afstemming tussen DTV en
maand plaatsvindt. Het werkkapitaal wordt door DF in de maanden november en december verrekend. In december wordt het gehele jaar gecontroleerd. In januari worden de laatste correcties aangebracht. Daarna gaat het realisatiebestand over het gehele jaar nogmaals naar de omroepen ter controle. Zodra deze het schriftelijk (via e-mail) heeft geaccordeerd, worden de eventuele nabetalingen gedaan en wordt het jaar afgesloten, zodat de jaarrekening kan worden opgemaakt. 2. Internet Het voor Internet toegekende budget wordt in de maanden februari t/m december uitbetaald (steeds 1/12 van het toegekende budget). Indien voor Internet in de loop van het jaar een aanvullende toekenning plaatsvindt (bijv. voor het najaar), dan wordt het maandelijkse bedrag hierop aangepast
de omroep) 2.
Internet: 1/12 van het toegekende budget
3.
TK: 1/12 van het toegekende budget (excl. additionele contentcreatie
Handboek Televisie 2014
64
3. Themakanalen
Aankoop programma
Programmering aangekocht programma
Uitzending aangekocht programma
begroting
Boeking titel/budget overzicht omroep
Betaling na uitzending via realisatiebestand
De beheerders van de TK ontvangen jaarlijks een vast budget voor beheerskosten, nieuwe content en kosten voor herhaling en bewerking. Dit wordt vergelijkbaar met de systematiek Internet in termijnen uitbetaald (vanaf februari maandelijks 1/12 deel). Een uitzondering hierop is het themakanaal NPO Zapp, waarover met de be-
factuur
betaling
heerder vaste afspraken zijn gemaakt: een deel van het budget wordt op basis van overleg in de netredactie van NPO ZaPP toegekend. Dit deel van het budget wordt niet uitbetaald aan de beheerder, maar aan de omroep aan
€
15.000
€
15.000
€
15.000
€
15.000
€
15.000
wie het wordt toegekend. Het Additionele Content Creatie—budget (ACC-budget) wordt in de maande-
DTV
FAZ/NPO
FAZ/NPO
DTV
DTV
Omroep
Omroep
Omroep
Omroep
Omroep
lijkse realisatiebestanden Televisie meegenomen, zodra sprake is van een inzet van (een deel van) dit budget en dit is geregistreerd in het TK-bestand (zie ook paragraaf Themakanalen) Aankoop
On Air Marketing (OAM)
Een omroep ontvangt voor een voor hem aangekochte titel een begroting
De verantwoordelijkheid voor OAM en continuïteit ligt bij DTV.
zodat het programma in de eigen voorraad kan worden opgenomen.
In het proces staat een aantal ‘redacteuren continuïteit’ centraal die in over-
De begroting is opgebouwd uit de licentiekosten, de kosten voor nabewer-
leg met promomakers en marketingafdelingen van omroepen de continuïteit
king en een percentagetoeslag voor kosten die niet direct kunnen worden
per net bewaken. Bovendien wordt gewerkt met een aan de MCP gekoppelde
toegerekend (zoals digitale storage, koerierskosten, etc.).
montageset. Belangrijke doelen zijn enerzijds het continu blijven verbeteren
Nadat de begroting is geaccordeerd betekent dit in financiële zin dat de om-
van de kwaliteit en anderzijds de toenemende druk op on-air marketing in
roep het met de aankoop gemoeide bedrag dient over te maken aan de NPO.
goede banen te leiden. Denk daarbij aan bijvoorbeeld crosspromotie en mul-
Als het aangekochte programma wordt geprogrammeerd, wordt het gefactu-
timediale toepassingen van promo’s.
reerde bedrag geboekt in het titel-/budgetoverzicht van de betreffende om-
Alle (ingepakte en ingesproken) promo’s staan direct ter beschikking van
roep op het net waarop het programma wordt uitgezonden. Na uitzending
omroepen om ook op bijvoorbeeld websites, elektronische programmagidsen
ontvangt de omroep het vooruitbetaalde bedrag retour vanuit de GOS.
en dergelijke te gebruiken.
In principe wordt het begrote bedrag niet meer gewijzigd, tenzij zich sub-
De kosten worden doorbelast aan de omroepen.
stantiële wijzigingen voordoen (bijv. als gevolg van koerswijzigingen).
Elk kwartaal ontvangen de omroepen een voorschotnota gerelateerd aan het
Mocht de omroep door deze voorfinanciering in liquiditeitsproblemen komen,
begrote bedrag op jaarbasis.
dan kan bij Directie Financiën een verzoek worden ingediend voor een wijziging van het bevoorschottingsritme. Handboek Televisie 2014
65
CR
7
Overleg
7.1 Organisatiewijze overleg omroepen – NPO In 2011 is het bestuurlijk overleg tussen omroepen en NPO vereenvoudigd. Voorheen werden zowel de bestuurlijk strategische kaders als de uitwerking daarvan op platformniveau, op het niveau van de bestuurders (destijds heette dit overleg ODO) besproken. Daarnaast waren er overleggen op platformniveau, die door een gebrek aan mandaat echter matig functioneerden. Vanaf 2011 wordt gewerkt met gemandateerde overleggen, met een duidelijke verdeling van de onderwerpen die in de overleggen worden geagendeerd. Dit
Bij de instelling van deze overlegstructuur is de vertegenwoordiging van omroepen in de verschillende overleggen vastgelegd. Deze vertegenwoordiging is per 1 januari 2014 aangepast, aangezien vanaf die datum AVRO/TROS, KRO/NCRV en BNN/VARA zijn gefuseerd.
betekent dat in alle overleggen vertegenwoordigers zitten die gemandateerd zijn om voor hun organisatie standpunten in te nemen en bevoegd zijn tot finale bespreking van de onderwerpen.
7.2 Televisie Directie Overleg In het Televisie Directie Overleg (TDO) zijn alle omroepverenigingen, aspirant- en taakomroepen en de 2.42-omroepen (gezamenlijk vertegenwoordigd door één lid) vertegenwoordigd. Voorzitter van het TDO is de directeur TV. Het TDO komt tweemaandelijks bijeen en vaker als daar aanleiding toe is. Dit kan zijn op voorstel van DTV of op voorstel van de omroepen. In het TDO worden netoverstijgende onderwerpen besproken. Dit kan zowel beleidsmatig/strategisch als operationeel zijn.
In 2012 is, gezien het belang van het financiële dossier, aan de overlegstructuur nog het Financieel Overleg toegevoegd, volgens het zelfde principe.
Handboek Televisie 2014
7.3 Netredactie Elk net heeft een netredactie. Daarin zijn de omroepen van wie uren op het betreffende net zijn ingedeeld, gemandateerd vertegenwoordigd. Voorzitter
66
van de netredactie is de netmanager.
De netmanagers bewaken dat de op netniveau gemaakte (meerjarige) af-
In de wet is vastgelegd dat de netredactie de NPO bijstaat voor de coördina-
spraken/toezeggingen in de APA’s worden opgenomen.
tie en ordening van het programma-aanbod op het betreffende net. Dit betekent dat in de netredactie alle zaken worden besproken die van belang zijn
Per net kan de netredactie in aard en omvang variëren. Ook de wijze waarop
voor de voortgang van de programmering van het betreffende net.
de netredactie functioneert en de vergaderfrequentie kan onderling verschil-
De ontwikkeling van het programmabeleid (input Televisie-Jaarplan) wordt in
len. Per net worden hierover afspraken gemaakt die schriftelijk worden vast-
de netredactie besproken en de bouw van het schema t.b.v. het jaarplan
gelegd.
(genreschema/schemabegroting) wordt in de netredactie afgestemd. T.b.v.
De netredacties komen gemiddeld 1x per maand bijeen (varieert per net).
het ZTIB (of een herziening ervan) wordt het alvorens het aan de raad van
Van de netredacties worden besluitenlijsten gemaakt.
bestuur ter vaststelling wordt aangeboden aan de netredactie voorgelegd,
De netmanagers dragen zorg voor adequate dossiervorming en zijn daarvoor
die daarover advies uitbrengt. Dit advies wordt door DTV in de aanbieding
eindverantwoordelijk.
aan de RvB opgenomen. In de netredacties worden ook de activiteiten op internet afgestemd, evenals de programmering van de digitale themakanalen die onderdeel uitmaken van
7.4 Netoverstijgend overleg
de mediaomgeving van het betreffende net.
Jaarlijks vindt na vaststelling van het Jaarplan en voorafgaand aan het inte-
Tevens wordt de (planning van de) (cross-)promotie besproken.
kenproces met elke individuele omroep een netoverstijgend overleg plaats. Daarbij zijn namens DTV de directeur, de netmanagers en de manager coör-
Op netniveau kunnen aparte intekeningen plaatsvinden voor specifieke pro-
dinatie programmering en budgettering aanwezig. De omroep bepaalt zelf
grammering (drama, programmavernieuwing, specifieke slots, diversiteit,
wie aan het overleg deelneemt/deelnemen. Daarbij geldt wel als voorwaarde
etc.). Deze vallen daarmee buiten de jaarlijkse intekening.
dat de aanwezige vertegenwoordiger(s) gemandateerd zijn. In dit netover-
Voor zo’n intekening wordt dan een pitch uitgeschreven, waarvoor het elke
stijgend overleg komen de missie, speerpunten en prioriteiten van de om-
omroep vrij staat voorstellen in te dienen. Voor een pitch wordt door de net-
roep ter sprake in relatie tot de programmering waarvoor ingetekend gaat
manager een uitgebreide briefing samengesteld.
worden.
Omroepen die niet in de netredactie vertegenwoordigd zijn, worden hierover
Tevens geeft de omroep een indicatie van de (eventuele) inzet EB/PR/
schriftelijk geïnformeerd, zodat intekening ook voor hen openstaat.
(O)RMA voor het daaropvolgende jaar.
Specifieke genre-/themaprogrammering wordt regelmatig in de netredactie geagendeerd (bijv. Ned. drama, programmavernieuwing, diversiteit, aankoop, etc.),
7.5 Bilateraal Overleg Naast het gezamenlijke overleg met de omroepen in de netredacties en het
Minimaal 3x per jaar wordt een evaluatieschema (over voorjaar, zomer en
TDO vindt er op netniveau frequent bilateraal overleg plaats tussen de om-
najaar) besproken en frequent worden analyses van (nieuwe) programma’s
roepen en netmanagers/coördinatoren programmering. De in het bilateraal
geagendeerd. Handboek Televisie 2014
67
overleg gemaakte afspraken, zoals plaatsing programma’s, toekenningen
pen, dan wel de namens hen gemandateerde gesprekspartners van de net-
internet, budgettaire afspraken, afspraken over ontwikkeling programma’s,
managers.
voorbehouden bij plaatsing, worden in het netbestand verwerkt in het titel-/ budgetoverzicht van de betreffende omroep. Voor zover er expliciete afspra-
De voorzitter van de werkgroep wordt uit hun midden gekozen en is afkom-
ken worden gemaakt die zich niet lenen om in het genoemde overzicht te
stig van één van de omroepen. De netmanager die drama en/of documentai-
worden opgenomen, worden deze schriftelijk/via de mail bevestigd.
res in zijn of haar portefeuille heeft, is regelmatig bij het overleg van de werkgroep aanwezig. De leden van de werkgroep zijn zelf verantwoordelijk voor de interne af-
7.6 (Netoverstijgende) Projectgroepen
stemming met hun eigen directie. Uiteraard kan en mag de omroepdirectie
Zowel op netniveau als netoverstijgend kunnen voor bijzondere
afwijken van het door het lid van die betreffende omroep in de werkgroep
(programmatische) issues projectgroepen worden ingericht. De samenstel-
gegeven advies.
ling wordt ofwel in de netredactie bepaald (delegatie namens de omroepen)
Indien een advies van een van de werkgroepen binnen DTV tot besluitvor-
ofwel in het TDO. Voorzitter is in principe een van de netmanagers, dan wel
ming leidt die programmatisch/budgettair van invloed is op (een van de)
de directeur TV, waarbij het overigens niet op voorhand is uitgesloten dat
omroepen, zullen deze voor zover het een specifiek net betreft, door de net-
het voorzitterschap bij een van de omroepen wordt neergelegd.
manager in de netredactie worden ingebracht. Indien het advies van de werkgroepen resulteert in netoverstijgend beleid/besluitvorming, weegt de directeur TV af of het noodzakelijk/wenselijk is dit in het TDO te bespreken.
7.7 Omroepbrede werkgroepen In het verleden kende de publieke omroep een groot aantal omroepbrede
De werkgroepen Documentaires en Drama voeren nooit gesprekken met in-
werkgroepen waarin vertegenwoordigers van de omroepen vanuit eenzelfde
stanties buiten de publieke omroep in de hoedanigheid van werkgroep van of
functionele achtergrond zitting hadden. Inmiddels zijn er—wat Televisie be-
namens de publieke omroep. In gesprekken met derden - van binnen en bui-
treft—nog twee van deze werkgroepen actief: de werkgroep Drama en de
ten de omroep - wordt duidelijk vastgelegd dat de werkgroepleden niet voor
werkgroep Documentaires.
of namens de NPO spreken. Ook externe vertegenwoordiging op basis van
Deze werkgroepen hebben geen eigenstandige status. Hun rol beperkt zich
deskundigheid en expertise op bijvoorbeeld festivals en beurzen vindt plaats
tot uitwisseling van informatie en het gevraagd dan wel ongevraagd uitbren-
namens de eigen omroep en niet namens de NPO (tenzij door de raad van
gen van advies. Er kunnen geen besluiten worden genomen t.a.v. program-
bestuur in voorkomende gevallen anders wordt besloten).
mering, budgettering, (ontwikkeling van) programma’s, beleidsvraagstukken, etc.
Daarnaast selecteren de werkgroepen de inzendingen namens de gezamen-
Evenmin kunnen programma’s in productie worden genomen op basis van
lijke omroepen voor (inter)nationale festivals De voorgenomen selectie
bespreking in de werkgroep. Afspraken daarover kunnen uitsluitend worden
wordt ter besluitvorming voorgelegd aan DTV die - als het voorstel wordt
gemaakt tussen de netmanagers en de programmadirecties van de omroe-
overgenomen - dit doorgeleidt naar de betreffende afdeling binnen de pu-
Handboek Televisie 2014
68
blieke omroep die verantwoordelijk is voor de inzending van programma’s.
Producersoverleg
Tevens kiezen de werkgroepen uit hun midden een vertegenwoordiger die
In het producersoverleg zijn alle beherende omroepen vertegenwoordigd.
namens de gezamenlijke omroepen in jury’s of expert groups van bijvoor-
Het producersoverleg komt in principe elke maand bijeen. Praktische za-
beeld de EBU zitting neemt voor zover het de genres Drama en Documentai-
ken, rapportages, rechtenissues en technische problemen en mogelijkhe-
res betreft. De keuze van de werkgroep wordt ter goedkeuring voorgelegd
den van het uitzendplatform komen in dit overleg aan de orde.
aan DTV. Indien DTV adviezen/voorstellen voor inzending van programma’s en voor-
Redactieraad
gedragen vertegenwoordigers niet overneemt, wordt dit beargumenteerd
Elk themakanaal heeft een redactieraad waar de bij het themakanaal be-
aan de werkgroep teruggekoppeld.
trokken omroepen zitting in hebben. Voorzitter is de beherende omroep. Elke redactieraad maakt in de vergadering afspraken over de vergaderfre-
Tot slot is er voor de werkgroep Drama een rol weggelegd in de advisering
quentie. In de redactieraad vindt inhoudelijke afstemming plaats tussen de
over Nederlandse Speelfilms (incl. Telefilms en Telescoopfilms).
betrokken omroepen en worden eventuele adviezen over profielwijzigingen
Verzoeken van speelfilmproducenten en/of omroepen voor coproductie/
en de programmering op hoofdlijnen besproken. Tevens worden in de ver-
participatie in speelfilms worden aan de Filmcoördinatiecommissie voorge-
gadering de (concept)begroting, overige financiële afspraken tussen om-
legd. Hierin heeft een afgevaardigde namens de werkgroep Drama zitting.
roepen en titelschema’s vastgesteld. Het budget voor nieuwe content
De Filmcoördinatie commissie komt maandelijks bijeen en bespreekt dan de
wordt in overleg met de redactieraad ingezet. Een omroep kan er voor kie-
voorstellen (ofwel rechtstreeks binnengekomen via een producent ofwel via
zen wel programma’s te leveren aan een kanaal, zonder zitting te nemen
een omroep). De commissie geleidt voorstellen door naar omroepen en advi-
in de redactieraad. Een zogenaamde leverende omroep praat dan dus niet
seert de netredacties over de verdeling van de filmvoorstellen per net.
mee over zaken zoals programmering of begroting.
Een eventueel thema voor een nieuwe reeks Telefilms wordt vastgesteld door DTV, die zich daarvoor laat adviseren door de werkgroep Drama.
Bilateraal overleg
De werkgroep Documentaire besluit over de te selecteren voorstellen voor
De netmanager heeft met enige regelmaat overleg met de beheerders van
het jaarlijkse Teledoc-project.
de themakanalen die vallen binnen de mediaomgeving van het net.
7.8
7.9
Overleg Themakanalen
Marketing en communicatie overleg
Kernteam
Circa 1x per maand/twee maanden is er een overleg tussen de marketing–
In het Kernteam zijn alle omroepen (beheerders en niet beheerders) verte-
en communicatiemanagers van de omroepen over campagnes en speer-
genwoordigd. In het Kernteam 24, dat in principe elke maand bijeen komt,
punten. Daarnaast is er maandelijks met de promomakers van de omroe-
worden kanaaloverstijgende (beleids-) onderwerpen behandeld en vindt het
pen een overleg over de continuïteit van alle netten, programmapromotie
afstemmen van de profielen en programmering van de kanalen plaats.
en speerpunten.
Handboek Televisie 2014
69
7.10
Platformoverstijgend overleg
Behalve het hiervoor geschetste overleg dat zich direct op het platform Tele-
voor de Raad van Toezicht) bestond uit de omroepvoorzitters en het ODO (voorloper van het BO) uit de omroepdirecteuren.
visie afspeelt, zijn er drie overlegorganen binnen de publieke omroep die vermeldenswaard zijn, omdat aan Televisie gerelateerde beleids-/
Digitaal Domein Overleg (DDO)
bestuurlijke zaken daarin ook aan de orde komt/kan komen.
Een maandelijks overleg over het digitale beleid van de publieke omroep met een vertegenwoordiging van de omroepen (omroepdirecteuren en/of
Bestuurdersoverleg (BO)
hoofden nieuwe media) onder voorzitterschap van de directeur Televisie of
BO is het overlegorgaan (geen besluitvormend orgaan) van de Raad van Be-
een door hem gemandateerde vertegenwoordiger van de Directie Televisie.
stuur en omroepbestuurders. In het BO worden de bestuurlijk strategische
De werkgroep is opgezet om aandacht te geven aan innovatie, voor het
kaders en uitgangspunten voor het beleid besproken.
uitwisselen van expertise en (platformoverstijgende) ervaringen in het di-
Het BO bestaat uit de Raad van Bestuur en alle omroepen (met wederom 1
gitale domein.
lid voor de 2.42-omroepen).
Het DDO maakt geen deel uit van de beleidscyclus en is een adviserend orgaan.
College van Omroepen (CvO) Het CvO is het in de Mediawet verankerde adviescollege van de raad van
Hiernaast bestaan ook nog overleggen en werkgroepen over andere onder-
toezicht en de raad van bestuur. Het adviseert desgevraagd of uit eigen be-
werpen, zoals het juristenoverleg, de stuurgroep ketenafspraken en het
weging over het media-aanbod van de landelijke publieke omroep.
beleidsvoorbereidersoverleg.
Volgens de wet moet de raad van bestuur het CvO in elk geval zijn mening
Financieel Overleg (FO)
vragen over:
Het FO is het overlegorgaan (geen besluitvormend orgaan) van de Directie
in naam van de gezamenlijkheid te sluiten overeenkomsten met der-
Financiën van de NPO en de financieel directeuren van de omroepen. In
den;
het FO worden financiële onderwerpen (voor)besproken, zoals:
vaststelling van de profielen van de aanbodkanalen;
- financieel (meerjaren)kader
vaststelling van het Concessiebeleidsplan;
- financieel deel meerjarenbegroting
vaststelling van de Prestatieovereenkomst;
- vormgeving governance platformbudgetten (formats en rapportages)
vaststelling van de Meerjarenbegroting;
- financieel beleid en bijbehorende financieringsinstrumenten
aanwending van het budget voor versterking van het media-aanbod.
- verwerking bezuinigingen en koopkrachtkortingen
Alle omroepen (verenigingen, aspiranten en taakomroepen) zijn in het CvO vertegenwoordigd met één lid (de 2.42-omroepen benoemen gezamenlijk één lid). Anno 2013 is aan omroepzijde de personele samenstelling van BO en CvO grotendeels gelijk. In het verleden was dit niet zo, het CvO (en daar-
Handboek Televisie 2014
- financiële projecten waaronder BTW en Productiekosten Er wordt niet zozeer over de inhoud van de budgetten gesproken, als wel over de opzet van sturings- en verantwoordingsinformatie in de planning & control-cyclus.
70
OVERLEGSTRUCTUUR VIDEO
Netoverstijgend overleg
DIRECTEUR TELEVISIE DDO
CvO
BO
Televisie Directeuren Overleg (TDO)
Netredacties NPO1, NPO2, NPO3, NPO ZaPP/Zappelin)
Marketing/Communicatieoverleg
Kernteam NPO Themakanalen
Bilateraal overleg
Werkgroep Documentaire Werkgroep Drama Netoverstijgende projectgroepen
Televisie Directeuren Overleg (TDO) Netoverstijgend overleg Netredacties Bilateraal overleg Werkgroepen
Handboek Televisie 2014
Directeur Televisie NPO + Programmadirecteuren
Netmanagers + Programmadirecteuren/Hoofd-/Eindredacteuren
Netmanager, eindredacteuren drama/documentaire omroepen
71
CR
8
Programmawijzigingen / Bezwaarprocedure (hoofdnetten)
De eindverantwoordelijkheid voor het besluit tot programmawijziging ligt bij
vens afspraken gemaakt over eventuele budgettaire consequenties.
DTV. Dit geldt voor alle programmatische wijzigingen, zoals wijzigingen van
(zie volgende pagina: Budgetten bij vervallen programma’s)
het genreschema, opbouw avonden, individuele programma’s, slot(doelstellingen), etc.
Tussentijdse programmawijzigingen op titelniveau op initiatief van de omroep:
Tussentijdse programmawijzigingen op titelniveau op initiatief van
De omroep treedt vroegtijdig in overleg met de netmanager over mogelijke
de netmanager/DTV:
programmawijzigingen. Dit betreft niet alleen het wegvallen/stoppen van een programma, maar ook
1. Op de dag zelf of de daaropvolgende dag(en) als gevolg van actuele ontwikkelingen (bijv. calamiteit, ingelaste program-
wijzigingen in een lopende serie die de kern van het programma raken (bijvoorbeeld wijziging van een titel, presentator, etc.).
mering a.g.v. een in memoriam, etc.): > worden – vanwege de tijdsdruk – telefonisch afgestemd en per mail bevestigd.
1. Op de dag zelf of de daaropvolgende dag(en): (bijv. programma vervalt door omstandigheden als gevolg van ziekte van de presentator)
2. Op langere termijn: > worden telefonisch/per mail dan wel in het bilaterale overleg besproken/afgestemd. Daarna worden ze in het titel-/budgetoverzicht van de betreffende omroep verwerkt. Afhankelijk van de omvang/impact van de wijziging wordt deze door de netmanager dan wel door zijn/haar coördinator programmering per mail bevestigd.
> omroep neemt zo snel mogelijk contact op met de netmanager en maakt samen met hem/haar een afspraak over een aangepaste programmering. > Het alternatieve programma hoeft niet per definitie van de desbetref
fende omroep te zijn.
> In geval van een (structurele) wijziging in een lopende (reeds toegeken-
Tevens worden afspraken gemaakt over de betreffende titel (bijv. door-
de) serie die de kern van het programma raakt (bijvoorbeeld wijziging
schuiven naar een andere plek/avond indien het programma bijvoorbeeld
van een titel, presentator, vaste panelleden, etc.) dient de omroep een
niet tijdig gereed is). Als een programma komt te vervallen, worden te-
nieuw programmavoorstel in bij de netmanager.
Handboek Televisie 2014
72
> De netmanager toetst het voorstel aan het vastgestelde profiel, de doel-
ken hoe te opereren.
stellingen en aan andere uitwerkingsafspraken voor zover die tussen hem
Indien de wijziging zich niet beperkt tot één individuele omroep (zie proces
en de omroep zijn gemaakt over de programmering (plek in het schema)
hierboven), maar meerdere omroepen raakt, dan wel een ingrijpende wijzi-
en programmaformats (globale inhoud programma). Hij ziet er op toe dat
ging van het schema genereert, zal de directeur TV beoordelen of een her-
de afspraken over het programma(format), die de eenheid op en tussen
ziening van het ZTIB nodig is en de rbv zo nodig adviseren een besluit te
de netten voor het publiek bevorderen, worden nageleefd. Ook is het zijn
nemen om het ZTIB te herzien.
verantwoordelijkheid het format te bewaken van “horizontale balken” in het programmaschema, zodat het gewenste effect van grotere herken-
Budgetten bij vervallen van programma’s:
baarheid wordt bereikt en de invloed op
1.
programma’s voor of na het programma, op en tussen de netten.
Programma schuift door naar volgend kalenderjaar. (bijv. i.v.m. vertraagde productie of als gevolg van een schema-
> Indien de netmanager het voorstel niet toereikend acht voor het realise-
wijziging)
ren van de bij het toekennen van de serie afgesproken doelstellingen,
Budget in slot van lopend jaar valt vrij voor alternatief programma/
wordt het slot alsnog open gezet voor intekening.
budget is nodig voor alternatieve invulling. Het doorgeschoven program
> Als een programma komt te vervallen worden tevens afspraken ge-
ma wordt gefinancierd uit budget van het volgend jaar. In uitzonderlijke
maakt over eventuele budgettaire consequenties
gevallen (bijv. grote dramaproducties) wordt het aan de betreffende titel
(zie volgende pagina: Budgetten bij vervallen programma’s).
gekoppelde budget als overlopende passiva meegenomen naar het daar opvolgende jaar.
2. Op langere termijn: > wijzigingen worden telefonisch/per mail dan wel in het bilaterale overleg
2.
Omroep beslist om programma niet uit te zenden.
besproken/afgestemd. Daarna wordt de wijziging in het titel-/
Budget voor dat programma valt vrij en wordt aangewend voor alterna-
budgetoverzicht van de betreffende omroep verwerkt.
tieve programmering dan wel valt terug in het netbudget. Eventuele ge-
> Afhankelijk van de omvang/impact wordt de wijziging door de omroep per
maakte kosten zijn voor rekening van de omroep.
mail bevestigd. > Tevens worden afspraken gemaakt over de betreffende titel (bijv. door-
3.
Programma gaat niet door als gevolg van calamiteiten en kan
schuiven naar een andere plek/avond indien het programma bijvoorbeeld
niet meer worden uitgezonden.
niet tijdig gereed is). Als een programma komt te vervallen worden te-
Voor reeds gemaakte kosten van vervallen programma worden kan een
vens afspraken gemaakt over eventuele budgettaire consequenties.
vergoeding van de frictiekosten worden aangevraagd (op basis van kos-
(zie hiernaast ‘ udgetten bij vervallen programma’s’)
tenspecificatie).
Ingrijpende tussentijdse programmatische beslissingen/gesignaleerde coördinatieconflicten worden in het MT-Televisie ingebracht waar wordt afgespro-
Handboek Televisie 2014
4.
Programma gaat niet door als gevolg van calamiteiten maar kan later in het jaar worden uitgezonden.
73
Programma blijft met het reeds geboekte budget in het titel-/
als voor frictiekosten van televisieprogramma’s (zie paragraaf Frictiekosten
budgetoverzicht gehandhaafd en het programma wordt op een nieuwe
in hoofdstuk: Financiering/Budgettering).
plek in het schema geplaatst. Reservering Calamiteiten 5.
Programma gaat niet door als gevolg van calamiteiten maar kan
Op de TV-begroting wordt jaarlijks gereserveerd voor calamiteiten. Deze re-
in volgend jaar worden uitgezonden.
servering wordt aangesproken als zich een calamiteit voordoet waarvoor de
Het doorgeschoven programma wordt gefinancierd uit budget van het
gezamenlijkheid in actie komt. De programmatische kosten van omroepen
volgend jaar. In uitzonderlijke gevallen (bijv. grote dramaproducties)
die meewerken aan de gezamenlijkheidsprogrammering worden uit deze re-
wordt het aan de betreffende titel gekoppelde budget als overlopende
servering gefinancierd.
passiva meegenomen naar het daaropvolgende jaar.
De reservering voor calamiteiten is niet bestemd voor de programmering die door de NOS namens de gezamenlijkheid wordt verzorgd. Daarin voorziet in
6.
Netmanager/netredactie besluit om een programma uit het
principe de basisvoorziening voor Nieuws. Bij eventuele grote
schema te halen.
(internationale) calamiteiten, die langdurige en intensieve verslaggeving ver-
Reeds gemaakte kosten (frictiekosten) van nog niet uitgezonden afleve-
eisen (bijv. zoals destijds de Golfoorlog) en die hoge kosten met zich mee-
ringen worden vergoed (op basis van een kostenspecificatie) tenzij het
brengen (o.m. verzekeringspremies) kan de reservering voor calamiteiten
besluit moet worden genomen omdat het programma niet voldoet aan
hiervoor wel worden aangesproken. Indien de calamiteit van zodanige om-
de gemaakte afspraken en inschatting van de netmanager is dat het
vang is dat deze de resterende budgettaire ruimte op de tv-begroting over-
programma de vooraf vastgestelde doelstellingen niet zal realiseren. Als
stijgt, zal de directeur TV in overleg treden met de raad van bestuur met het
er sprake is van aantoonbare nalatigheid van de kant van de omroep,
oog op het beschikbaar stellen van extra middelen.
buitenproducent, maker, etc. maken netmanager en omroep een bud-
Over het vrijvallende budget van programma’s dat als gevolg van calamitei-
gettaire afspraak over de afwikkeling, waarbij de omroep—afhankelijk
tenprogrammering komen te vervallen, maken de netmanager en de betref-
van aard en omvang nalatigheid— de kosten niet (dan wel slechts deels)
fende omroep een afspraak. In principe wordt het programma verplaatst.
krijgt vergoed.
Indien dit niet mogelijk is (bijv. in het geval van een actualiteitenrubriek of een ander dagelijks (actueel) programma) wordt het budget al dan niet vol-
Effecten programmawijziging op Internettoekenning
ledig vergoed (afhankelijk van de omvang van de kosten die als gevolg van
Als een titel waaraan een toegekende site/PIP is gekoppeld, komt te verval-
het vervallen van het programma resteren).
len, zal de netmanager in overleg met de omroepen bezien, wat de effecten
Indien het een vervallen programma betreft waarvoor nog geen kosten zijn
zijn op de Internettoekenning. Als het een nieuwe site is, die al is gebouwd
gemaakt en het programma ook niet kan worden verplaatst, valt het budget
in aanloop naar de uitzending van de vervallen titel, zal bezien worden welke
terug in het netbudget.
frictiekosten zijn gemaakt. In geval van frictiekosten, geldt dezelfde afspraak
Handboek Televisie 2014
74
Timeslotmanagement:
De rolverdeling tussen omroepen en NPO is als volgt:
Op het moment dat een programma in het schema is geplaatst, wordt de betreffende omroep verantwoordelijk voor de inhoudelijke invulling van
Omroep:
het slot gedurende de vastgestelde periode én voor de realisatie van de
levert (tijdig) het geplaatste programma conform de daarover ge-
slotdoelstellingen en eventueel aanvullend gemaakte afspraken over het
maakte (inhoudelijke) afspraken en criteria;
programma;
meldt de netmanager per omgaande indien onverhoopt het program-
De netmanager bewaakt de realisatie;
ma niet of niet tijdig kan worden gerealiseerd, dan wel niet aan de
Indien een programma niet blijkt te voldoen aan de gestelde criteria per
gemaakte afspraken kan worden voldaan.
slot, dan wel specifiek afgesproken en vastgelegde afspraken per programma/slot is de netmanager bevoegd de betreffende omroep te verzoeken het betreffende programma bij te sturen dan wel te vervangen door een programma dat wel aan de slotcriteria/gemaakte afspraken voldoet;
Mocht dit niet tot het gewenste resultaat leiden dan wordt het programma, nadat de omroep daarover gehoord is, uit het schema gehaald (dan wel naar een ander tijdstip in het schema verplaatst) en staat het betref-
DTV:
kent het budget toe en verplicht zich na uitzending het aan het programma toegekende budget uit te betalen;
meldt de omroep per omgaande als het programma als gevolg van calamiteiten of om andere redenen – komt te vervallen;
verplicht zich in zo’n geval het programma op een andere (zoveel mogelijk gelijkwaardige) plaats in het schema te plaatsen.
fende slot weer open voor een alternatieve invulling. Het toegekende budget valt in principe weer terug in het netbudget. Mochten reeds kosten
Bezwaarprocedure
zijn gemaakt, dan worden hierover tussen netmanager en omroep afspra-
Hierin zijn twee varianten te onderscheiden:
ken gemaakt (zie paragraaf ‘budgetten bij vervallen programma’s’, punt 6);
Indien er door omstandigheden in een of meer slots een andere invulling nodig is dan was afgesproken, bijvoorbeeld door productionele problemen of vanwege marktomstandigheden, dan wordt in eerste instantie gezocht naar een oplossing met de betreffende zendgemachtigde(n);
Betreft het een tijdelijke of permanente wijziging van het genre-/ titelschema, dan zal deze worden besproken in de netredactie;
Afhankelijk van de impact van de wijziging kan herziening van het genre– en/of titelschema ter vaststelling aan de raad van bestuur worden voorgelegd. De finale afweging of dit aan de orde is ligt bij de directeur TV.
Lopende programmering: 1. Er is sprake van een programmatische wijziging waar een omroep zich niet mee kan verenigen. 2. Het overleg tussen omroep en netmanager individueel dan wel het overleg in de netredactie leidt niet tot een uitkomst waar een omroep zich in kan vinden. 3. De netmanager dan wel de betreffende omroep meldt dit bij de directeur TV. 4. De directeur TV overlegt met beiden, neemt vervolgens een besluit en bevestigt dit per mail aan de omroep. 5. Als de betreffende omroep zich niet met dit besluit kan verenigen, zal de
Handboek Televisie 2014
75
directeur TV dit melden aan de RvB en adviseren het Urenindelingsbesluit
kel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht indienen bij de raad van
(ZTIB) te herzien.
bestuur van de NPO.
Voor vervolgprocedure zie volgende paragraaf (bij een Urenindelingsbesluit/ dan wel herziening van) vanaf punt 4. Bij een Urenindelingsbesluit, dan wel herziening ervan De schema’s worden regelmatig in de netredactie besproken en afgestemd. Voordat een schema of wijziging ervan aan de raad van bestuur ter vaststelling wordt voorgelegd, legt de netmanager dit aan de netredactie voor. Dan is sprake van de volgende route: 1.
Er is sprake van een ingrijpende wijziging van een eerder vastgesteld titelschema.
2.
De netmanager legt een gewijzigd schema ter advisering aan de netredactie voor.
3.
Indien een of meerdere omroepen negatief adviseert/adviseren geeft de directeur TV dit mee als hij het schema/de schema’s ter vaststelling aanbiedt aan de raad van bestuur;
4.
De raad van bestuur neemt een voorgenomen besluit en weegt daarbij het via de directeur TV ingebrachte bezwaar van de omroep;
5.
Belanghebbenden die bedenkingen hebben tegen het besluit worden in de gelegenheid gesteld deze kenbaar te maken (in het voorgenomen besluit wordt hiervoor een deadline vermeld);
6.
Het voorgenomen besluit wordt naar het Bestuurdersoverleg, het TDO en de netredacties verstuurd;
7.
Indien een omroep van deze gelegenheid gebruik maakt, wordt deze door de raad van bestuur gehoord;
8.
Bij de definitieve vaststelling van het Urenindelingsbesluit weegt de raad van bestuur het ingebrachte bezwaar;
9.
De raad van bestuur stelt het Urenindelingsbesluit definitief vast;
10. Een omroep die zich met dit besluit niet kan verenigen, kan daartegen binnen zes weken na verzending een bezwaarschrift als bedoeld in arti-
Handboek Televisie 2014
76
BIJLAGE 1 ORGANOGRAM DIRECTIE TELEVISIE NPO
Directeur Televisie
Directiecontroller
Manager Coördinatie Programmering en Budgettering
Netmanager NPO 1
Coördinatoren Programmering en Budgettering (TV en Internet)
Handboek Televisie 2014
Netmanager NPO 2
Schemacoördinatoren
Secretariaat
Netmanager NPO 3
Medew. marketing & promotie & projecten
Manager Kinderprogrammering
Medew. On Air Marketing
Manager Marketing & Promotie
Portals
Manager Aankoop
Aankopers
Manager Sales
Producers/ researchers aankoop
Manager BVN
Sales Executive/ Sales assistents
Productieteam BVN
77
BIJLAGE 2 : INFORMATIEVOORZIENING VANUIT NPO/DTV AAN OMROEPEN Wat
Wanneer/Frequentie
Voorgenomen
In principe in juli (programmering voorjaar op hoofdlijnen en oktober/ februari/mei herziening (volledige programmering)
Minimaal 4x per jaar
Definitief
2 à 4 weken na het voorgenomen besluit
Wie
Opmerkingen
secretariaat DTV
Omroepen die bedenkingen hebben tegen het voorgenomen besluit worden in de gelegenheid gesteld hun zienswijze(n) kenbaar maken bij de raad van bestuur > deze hoort de omroep en weegt het ingebrachte bezwaar bij het definitieve besluit
Minimaal 4x per jaar
secretariaat DTV
Het definitieve ZTIB is een bindend besluit. Omroepen die zich er niet mee kunnen verenigen kunnen daartegen binnen zes weken na verzending een bezwaarschrift als bedoeld in artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht indienen bij de raad van bestuur.
In ieder geval tegelijkertijd met het definitieve ZTIB
Minimaal 4x per jaar
secretariaat DTV
De netbestanden (TV, Internet en TK)) worden integraal naar het Televisie Directie Overleg en de netredacties verzonden.
Concept
In de netredacties en het TDO voorafgaand aan de raad van bestuur
1x per jaar
secretariaat DTV
Definitief
Na vaststelling door de raad van bestuur
1x per jaar
secretariaat DTV
Start intekenproces
secretariaat DTV
Start intekenproces
netmanager/ coördinator programmering van het net
Op netniveau tussen omroep en netmanager gemaakte afspraken, die zich niet lenen voor vastlegging in de reguliere titel-/ budgetoverzichten worden via mail bevestigd.
ZTIB
Update programma-/ budgetoverzicht
Televisie-jaarplan
Briefingdossier/ intekenformulier
1x per jaar
Op netniveau gemaakte afspraken
APA’s
Bij elk definitief ZTIB
beleidsadviseur DTV
Worden na vaststelling definitief ZTIB separaat naar de omroepen verzonden.
Beleidsbrieven/-notities over genres, thema’s, etc.
Concept
secretariaat DTV
Voordat beleidsbrieven aan de RvB ter vaststelling worden voorgelegd, worden ze in het TDO besproken.
Definitief
secretariaat DTV
Na vaststelling door de raad van bestuur
Evaluatieschema’s
Handboek Televisie 2014
Worden in de netredacties geagendeerd en met de agenda meegezonden
78
CR
De Stichting Nederlandse Publieke Omroep (hierna: NPO) heeft onder meer
BIJLAGE 3 BINDENDE REGELING BESCHIKBAARSTELLING MEDIA-AANBOD VIDEO ON DEMAND
tot taak zorg te dragen voor de verspreiding van de aanbodkanalen. De Raad
(vastgesteld door de RvB op 20 november 2012)
ook video on demand (hierna: VOD)-aanbodkanalen zoals Uitzendinggemist.
van Bestuur van de NPO (hierna: Raad van Bestuur) selecteert de platforms voor het verspreiden van de publieke aanbodkanalen. Bij de totstandkoming van de Mediawet 2008 is expliciet overwogen dat de publieke mediaopdracht niet enkel wordt uitgevoerd via de (lineaire) algemene programmakanalen, maar via alle beschikbare aanbodkanalen, waaronder Het aanbieden van een dergelijke dienst is namelijk essentieel om aansluiting te houden bij het publiek en zijn veranderende mediagebruik. Het is dan ook
Introductie Per 1 januari 2014 is de Bindende Regeling beschikbaarstelling mediaaanbod VOD in werking getreden. Alle titels die worden ingetekend worden geacht volledig te beantwoorden aan de Bindende Regeling. Er wordt dus niet geplaatst als er onvoldoende rechten voor de beschikbaarstelling zijn verworven. De RvB zal bij het ZTIB alleen tot plaatsing overgaan als de rechten conform de bindende regeling zijn geregeld.
Bindende regeling: Aanleiding De publieke mediaopdracht bestaat uit het verzorgen van mediadiensten door het aanbieden van media-aanbod op het terrein van informatie, cultuur, educatie en verstrooiing, via alle beschikbare aanbodkanalen van de landelijke publieke mediadienst (hierna: LPMD). Landelijke publieke media-instellingen verzorgen, ten behoeve van de publieke mediaopdracht op landelijk niveau zoals omschreven in artikel 2.1 van de Mediawet 2008 (hierna: Mediawet), media-aanbod voor verspreiding via de aanbodkanalen van de LPMD.
Handboek Televisie 2014
noodzakelijk om, ter uitvoering van de publieke mediaopdracht, de mogelijkheid te hebben media-aanbod aan te bieden in een VOD-aanbodkanaal. De Mediawet draagt aan de media-instellingen op dat zij het media-aanbod dat zij ter uitvoering van hun publieke taak verzorgen ter beschikking stellen voor verspreiding op de aanbodkanalen en dat zij zorgen voor voldoende gebruiksrechten op dat media-aanbod voor verspreiding, hergebruik en ontsluiting op de aanbodkanalen (artikel 2.55, eerste lid sub a en sub b Mediawet). Momenteel bestaat er geen helder en uniform beleid dat in de praktijk recht doet aan de invulling van genoemd artikel uit de Mediawet met als gevolg dat te weinig media-aanbod voor het publiek beschikbaar is binnen een VODaanbodkanaal zoals bijvoorbeeld Uitzendinggemist. Bovendien zitten er (grote) verschillen in de periode waarin dit media-aanbod opvraagbaar is binnen deze kanalen. Doordat er (grote) verschillen bestaan tussen de beschikbaarheid van media-aanbod of de duur daarvan, kan onvoldoende uitvoering aan de wettelijke multimediale taakopdracht worden gegeven en ontstaat er tevens onduidelijkheid bij het publiek over wat er wel, niet, wanneer en voor hoe lang te vinden is binnen VOD-aanbodkanalen van de LPMD1. Indien in deze lacunes door uniform beleid wordt voorzien bij bijvoorbeeld Uitzendinggemist, wordt voor het publiek dit VOD-aanbodkanaal een betrouwbaardere
79
vindplaats voor publiek media-aanbod en kan de LPMD beter en doeltreffen-
van worden afgeweken wanneer er sprake is van een uitzondering waarvoor
der invulling geven aan zijn publieke taakopdracht, hetgeen ten goede komt
expliciet toestemming is gegeven door de Raad van Bestuur binnen het Uren-
aan de legitimering van de publieke omroep als geheel.
indelingsbesluit. Zie hiervoor “Uitzonderingen”. Benadrukt wordt dat de in
Zoals al aangegeven dienen op grond van artikel 2.55 tweede lid, sub b van
deze bindende regeling opgesomde gebruiksrechten een minimum betreffen
de Mediawet de landelijke publieke media-instellingen te zorgen voor vol-
en dat uitgebreidere mogelijkheden om het media-aanbod op de aanbodka-
doende gebruiksrechten op het media-aanbod voor verspreiding, hergebruik
nalen van de LPMD beschikbaar te stellen ten behoeve van de landelijke pu-
en ontsluiting op de aanbodkanalen. In deze ‘Bindende regeling beschikbaar-
blieke mediaopdracht te allen tijde mogelijk, of zelfs wenselijk zijn. Uitgangs-
stelling media-aanbod video on demand’ is vastgelegd welke gebruiksrechten
punt blijft dat media-aanbod beschikbaar is voor de programmering op de
minimaal moeten worden verworven om te kunnen spreken van ‘voldoende
landelijke publieke lineaire en niet-lineaire (VOD) aanbodkanalen en dat de
rechten’ zoals bedoeld in dit artikel; de rechten die nodig zijn voor de VOD-
media-instelling die media-aanbod verzorgt binnen een bepaald aanbodka-
aanbodkanalen van de LPMD ter uitvoering van de publieke mediaopdracht
naal over de rechten daarvoor beschikt. In deze bindende regeling wordt
op landelijk niveau.
slechts voor bepaald aanbod, namelijk VOD-aanbod aansluitend op lineaire uitzending, uitgewerkt waaruit de minimale beschikbaarheid en vereiste
Media-instellingen dienen media-aanbod beschikbaar te stellen voor de lan-
rechtenverwerving dient te bestaan. Deze bindende regeling beoogt niet om
delijke publieke VOD-aanbodkanalen, zoals omschreven in deze bindende
de dagelijkse wijze van programmeren op de publieke aanbodkanalen te ver-
regeling voor VOD-aanbod, en zij dienen derhalve te beschikken over de
anderen.
hiervoor benodigde gebruiksrechten. Indien de media-instelling (al) beschikt over de rechten, geldt uiteraard dat het betreffende media-aanbod beschik-
Relevante wetsartikelen en parlementaire wetsgeschiedenis
baar moet zijn als aangegeven in deze bindende regeling. Hier kan slechts
Volgens de Mediawet kan de Raad van Bestuur een bindende regeling vaststellen ten behoeve van de uitvoering van de hoofdtaak.
1
De bestaande praktijk gaat uit van de “basiscondities” van de NPO, die gel-
Artikel 2.10 Mediawet
den bij de intekening voor websites en de –voormalige- toetsing van neventa-
1. De raad van bestuur bestuurt de NPO.
ken. Conform dit beleid wordt alle programmamateriaal als volgt beschikbaar
2. Naast de andere taken en bevoegdheden die de raad van bestuur heeft op
gesteld voor Uitzending Gemist: in beginsel onbeperkt en minimaal 10 dagen
grond van deze wet, is hij belast met:
voor open internet (www.uitzendinggemist.nl); 10 dagen voor digitale tv-
(…)
platforms van derden (kabel, IPTV, mobiele platforms) en 10 dagen -op expe-
c. het vaststellen van regelingen die nodig zijn voor de uitvoering van de
rimentele basis- voor verspreiding via UZG-apps en dergelijke; dit tenzij een
taken van de NPO, waaronder in ieder geval een regeling voor de coör-
omroep via specifieke meldsystemen aangeeft dat er bepaalde rechtenbelem-
dinatie en ordening van het media-aanbod op de aanbodkanalen van
meringen zijn vanwege contractuele afspraken of vanwege claims achteraf van
de landelijke publieke mediadienst;
bijvoorbeeld geportretteerden.
Handboek Televisie 2014
(…)
80
Artikel 2.60 Mediawet
Artikel 2.2 Mediawet
1. Onverminderd artikel 2.88, eerste lid, zijn de regelingen, bedoeld in artikel
1. De Stichting Nederlandse Publieke Omroep is het samenwerkings- en
2.10, tweede lid, onderdeel c, en de overige besluiten die de raad van
coördinatieorgaan voor de uitvoering van de publieke mediaopdracht op
bestuur of de door hem gemandateerden nemen in de uitoefening van
landelijk niveau, bedoeld in artikel 2.1.
hun taken, bindend voor de landelijke publieke media-instellingen, voor
2. Naast de andere taken die de NPO heeft op grond van deze wet, is zij be-
zover die regelingen en besluiten hen aangaan.
last met:
2. De raad van bestuur ziet er op toe dat de regelingen en besluiten worden
a. het bevorderen van samenwerking en coördinatie met het oog op de
nageleefd.
uitvoering van de publieke mediaopdracht op landelijk niveau; b. de coördinatie en ordening op en tussen de aanbodkanalen van het
De Memorie van Toelichting zegt over dit artikel:
media-aanbod van de landelijke publieke mediadienst;
Net als onder de huidige Mediawet kan de raad van bestuur voor de uitvoe-
(…)
ring van de taken op grond van artikel 2.10, tweede lid, onderdeel c, regelin-
i.
het bevorderen van een doelmatige inzet van de gelden die bestemd
gen vaststellen. Die regelingen bevatten het kader voor de wijze waarop de
zijn voor de verzorging en verspreiding van het media-aanbod en het
raad van bestuur zijn bevoegdheden gebruikt en regels waaraan de instellin-
bevorderen van geïntegreerde financiële verslaglegging en verantwoor-
gen zich dienen te houden als het gaat om de coördinatie. De regelingen zijn
ding; en
bindend (artikel 2.60). Bij niet naleven van de regelingen kan de raad van
j.
het inrichten, in stand houden, beheren en exploiteren en regelen van
bestuur een financiële sanctie opleggen: op drong van artikel 2.156, eerste
het gebruik van organen, diensten en faciliteiten, waaronder studio’s
lid, kan de raad van bestuur ten hoogste 15% van het budget van een om-
en distributie-infrastructuren, die nodig zijn voor een goede uitvoering
roepinstelling inhouden. In het uiterste geval kan bij herhaalde inbreuken
van de publieke mediaopdracht op landelijk niveau.
een erkenning door de minister worden ingetrokken.
2
In de toelichting bij dit artikel staat dat de NPO verantwoordelijk is voor het Onder coördinatie moet ook worden verstaan de verspreiding van het aan-
distributiebeleid.
bod:
De specifieke taken van de NOS, uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van
Het wetsvoorstel geeft aan de raad van bestuur geen andere bevoegdheden
de raad van bestuur, zijn dezelfde als onder de huidige Mediawet. De NOS is
dan nu al het geval is: hij is verantwoordelijk voor de coördinatie van het
met name verantwoordelijk voor het algehele beleid van de landelijke publie-
publieke media aanbod. De formulering van het betreffende artikel is aange-
ke omroep, met het oog op een samenhangend geheel en gevarieerd aanbod
past aan het digitale medialandschap. De coördinatie gaat niet alleen over
op de distributiekanalen, de algehele coördinatie en ordening van het media-
indeling van de zendtijd van radio en televisie, maar over de ordening en
aanbod, het distributiebeleid en de bevordering van doelmatige inzet van
verspreiding van al het media-aanbod. 2 3
3
Tweede kamerstukken 2007/2008 nr. 31 356 3, p. 39-40 Tweede kamerstukken 2007/2008 nr. 31 356 7, p. 30
Handboek Televisie 2014
financiële middelen.4 4
Tweede kamerstukken 2007/2008 nr. 31 356 3, p.27
81
In de Mediawet is ook verwoord dat omroepen moeten zorgdragen voor het
bruiksrechten op hun producties.5
aanleveren van voldoende rechten op de aanbodkanalen van de LPMD. De taak van de omroepen strekt zich uit over alle kanalen van de publieke Artikel 2.55 Mediawet
omroep. Zij stellen aanbod dus niet alleen beschikbaar voor plaatsing op de
1. (…)
algemene kanalen, maar ook voor (her)gebruik op de aanbodkanalen van de
2. De instellingen:
landelijke publieke omroep (artikel 2.55). Het is van cruciaal belang dat de
a. stellen het media-aanbod dat zij ter uitvoering van hun publieke taak
afzonderlijke omroeporganisaties hun media-aanbod beschikbaar stellen voor
verzorgen ter beschikking voor verspreiding op de aanbodkanalen; en
multimediale verspreiding. Zo nodig zullen de omroepen met eventuele ande-
b. zorgen voor voldoende gebruiksrechten op dat media-aanbod voor verspreiding, hergebruik en ontsluiting op de aanbodkanalen.
re rechthebbenden contracten voor crossmediale verspreiding afsluiten. De raad van bestuur zal hier coördinatie en een gezamenlijke aanpak kunnen bevorderen, bijvoorbeeld door daarvoor kaders (eventueel bindend) en mo-
In de Memorie van Toelichting wordt hierover het volgende gezegd:
delcontracten op te stellen. De omroepen blijven overigens eigenaar van de rechten op hun producties, zoals ook door de Tweede Kamer gevraagd in een
De omroeporganisaties die deel uitmaken van de landelijke publieke omroep
motie.1 De medewerking van de instellingen die media-aanbod voor de lan-
hebben de taak om publiek media-aanbod te maken. Deze taak strekt zich
delijke publieke omroep verzorgen aan multimediale verspreiding van het
uit over alle kanalen van de publieke omroep. Net als nu geldt dat de instel-
publieke media-aanbod vloeit net als nu voort uit de opdracht tot samenwer-
lingen hun aanbod beschikbaar moeten stellen voor verspreiding onder het
king met het oog op een goede uitvoering van de publieke mediaopdracht. 6
publiek. Maar met een multimediale taakopdracht wordt ook die verplichting multimediaal. Omroepinstellingen dienen hun aanbod straks niet alleen meer
Dit artikel is vervolgens aangepast, zie de volgende toelichting uit de Nota
beschikbaar te stellen voor uitzending via de algemene radio- en televisieka-
van Wijziging:
nalen, maar ook voor verspreiding via andere gespecialiseerde kanalen in het digitale medialandschap.
Enkele omroepen hebben gesignaleerd dat een wettelijke periode van drie jaar op de verplichting te zorgen voor voldoende gebruiksrechten op het me-
Omroepen stellen hun aanbod dus zonder meer beschikbaar voor algehele
dia-aanbod van de landelijke publieke media-instellingen te weinig flexibiliteit
plaatsing en hergebruik op de verschillende aanbodkanalen. Dit aanbod dient
biedt. Meestal worden rechten verkregen voor een langere periode dan drie
gedurende een periode van drie jaar beschikbaar te blijven voor (her)gebruik
jaar. Anderzijds is het soms niet mogelijk, niet zinvol of alleen tegen een ho-
op de kanalen van de publieke omroep. Een verplichting daartoe wordt in de
gere prijs haalbaar om de rechten op een programma voor drie jaar te ver-
wet opgenomen. In overleg met de raad van bestuur kan van die termijn
werven. Ook met het oog op de lopende onderhandelingen tussen vertegen-
worden afgeweken. De raad van bestuur zal hiervoor (eventueel bindende) kaders vaststellen. Zo blijft het publieke materiaal optimaal beschikbaar voor het publiek. De omroeporganisaties blijven wel gewoon eigenaar van de ge-
Handboek Televisie 2014
5 6
Tweede kamerstukken 2007/2008 nr. 31 356 3, p. 12 Tweede kamerstukken 2007/2008 nr. 31 356 7, p. 38-39
82
woordigers van de publieke omroep en van de Vereniging van Onafhankelijke
delijkheden.” (p. 12)
Televisie Producenten, om op dit punt een convenant tot stand te brengen, is het niet wenselijk om te komen tot een in de wet vastgelegde termijn die
Al het publieke media-aanbod – ook digitale radio en televisiekanalen, websi-
teveel ingrijpt op de in de praktijk noodzakelijke flexibiliteit.
tes en opvraagbaar aanbod – maakt onlosmakelijk deel uit van de publieke
De bepaling volgens deze wijziging houdt dus in dat de landelijke publieke
taak. Daarom vallen alle publieke kanalen onder de regie van de raad van
media-instellingen voor «voldoende» gebruiksrechten zorgen, zoals aange-
bestuur. De raad van bestuur waakt over de algemene programmatische
kondigd in de nota naar aanleiding van het verslag.
7
koers, zorgt voor een samenhangende presentatie van het aanbod op de diverse kanalen en legt jaarlijks verantwoording af aan de minister van OCW.
Artikel 2.57 Mediawet
Ook met het oog op de Europese regels is het van belang dat de publieke
Een regeling voor de coördinatie en ordening van het media-aanbod als be-
omroep een samenhangend totaal pakket aan publieke activiteiten presen-
doeld in artikel 2.10, tweede lid, onderdeel c, regelt in elk geval:
teert. (p. 7)
a. de wijze waarop de coördinatie en ordening van het media-aanbod op en tussen de verschillende aanbodkanalen plaatsvindt; b. de wijze waarop de raad van bestuur zijn bevoegdheid om het beoog-
De Mediawet regelt al de bijbehorende bevoegdheden van de raad van bestuur, waaronder de bevoegdheid om programma’s van omroepen al of niet
de moment van verspreiding van media-aanbod te wijzigen of media-
te plaatsen op radio en televisie. Op internet is geen «tijdgebrek» maar geld
aanbod niet te verspreiden, gebruikt;
en de aandacht van het publiek zijn wel schaars. Voor nieuwe diensten moe-
c. de beschikbaarheid van budgettering voor de uren bedoeld in artikel 2.54, eerste lid; en d. de wijze waarop de raad van bestuur het tot stand komen van afspraken als bedoeld in artikel 2.55, eerste lid, bevordert.
ten omroepen daarom nu ook toestemming hebben van de raad van bestuur, die onder meer toetst aan het algemeen belang. Omdat in het wetsvoorstel het onderscheid tussen hoofd- en neventaken vervalt, is een speciale procedure voor nieuwe diensten niet meer nodig en valt voortaan al het media aanbod onder de normale coördinatie van de raad van bestuur. (p. 7)
Ook in de nota naar aanleiding van het verslag8 is een aantal passages over de verspreiding van media-aanbod via aanbodkanalen opgenomen:
Al het publieke media-aanbod – ook digitale radio en televisiekanalen, Uit-
Voor zover omroepen willen beschikken over “hun” programma’s voor
zending Gemist en ander internetaanbod – maakt onlosmakelijk deel uit van
“eigen” websites of kanalen geldt dat deze publieke mediadiensten gewoon
de publieke taak. Daarom vallen alle publieke kanalen onder de regie van de
deel uitmaken van het naar aanleiding van het Concessiebeleidsplan en de
raad van bestuur. De raad van bestuur waakt over de algemene programma-
MJB vastgestelde media-aanbod.
tische koers, zorgt voor een samenhangende presentatie van het aanbod op de diverse platforms en legt jaarlijks verantwoording af aan de overheid. (p.
De RvB heeft daarvoor de in de wet geregelde bevoegdheden en verantwoor7 8
31)
Tweede kamerstukken 2007/2008 nr. 31 356 8, p.8-9 Tweede kamerstukken 2007/2008 nr. 31 356 7
Handboek Televisie 2014
83
Minimale beschikbaarstelling en verwerving van gebruiksrechten
* Zolang het lopende NVS-convenant van kracht is, geldt de daarin opgeno-
VOD
men termijn.
Landelijke publieke media-instellingen zorgen ervoor dat uitvoering kan worden gegeven aan de landelijke publieke mediaopdracht door te waarborgen
Periode van exclusiviteit voor aanbodkanalen van de LPMD
dat genoemd media-aanbod beschikbaar is voor de landelijke publieke VOD-
Media-aanbod uit categorie 1, 29 en 3 dient het eerste jaar na de eerste uit-
aanbodkanalen, waaronder in ieder geval Uitzending Gemist (en eventueel de
zending op een algemeen lineair programmakanaal van de LPMD exclusief
betaalde variant hiervan), minimaal voor de termijnen die hierna in het sche-
beschikbaar te zijn voor verspreiding op (VOD-)aanbodkanalen van de LPMD.
ma zijn genoemd. Indien rechten ontbreken, dienen de landelijke publieke
Dit betekent dat het media-aanbod gedurende het eerste jaar niet (als ne-
media-instellingen te zorgen voor voldoende gebruiksrechten voor deze be-
venactiviteit) via mediadiensten en kanalen (in welke vorm dan ook) van
schikbaarstelling. Deze garantie is een voorwaarde voor intekening.
derden kan worden geëxploiteerd. Deze periode begint na de eerste lineaire
Deze bindende regeling heeft enkel betrekking op VOD-aanbod en VOD-
uitzending op één van de algemene programmakanalen van de LPMD. Na
aanbodkanalen en dus niet op lineaire beschikbaarheid. Onder ‘VOD-
afloop van deze periode is exploitatie van het media-aanbod via een VOD-
aanbodkanalen’ wordt in deze bindende regeling begrepen: alle video-
mediadienst van een derde als nevenactiviteit mogelijk, mits daarbij goed-
aanbodkanalen op aanvraag van de LPMD die kunnen worden ontvangen bin-
keuring is verkregen van het Commissariaat voor de Media conform artikel
nen het territorium Nederland, ongeacht het device waarop deze aanbodka-
2.132 Mediawet en de Raad van Bestuur de activiteit niet in strijd acht met
nalen te zien zijn (zoals bijvoorbeeld TV-scherm, computer, tablet, mobiele
het gemeenschappelijke belang van de LPMD conform artikel 2.133 Media-
telefoon).
wet. De Raad van Bestuur beoordeelt nevenactiviteiten aan de hand van de
Minimale VOD-beschikbaarheid na uitzending op één van de algemene pro-
Beleidslijn Nevenactiviteiten NPO 2012.
grammakanalen van de LPMD: 1
Basis
A. Lage beeldkwaliteit op in-
5 jaar
2
3
Verslag
Drama,
culturele
podiumkunst,
evenementen
documentaires
10 dagen
10 dagen
4
5
NL-speelfilms
Buitenlandse aankoop
4 dagen
0 dagen
9
Video van culturele evenementen kan gelijk met de
eerste uitzending beschikbaar komen op de website
ternet na iedere uitzending
van het betreffende evenement mits gratis beschikbaar voor publiek binnen het territorium Nederland. B. Hoge beeld-kwaliteit op alle
1 jaar
1 jaar
1 jaar
1 jaar*
1 jaar
devices na iedere uitzending
Handboek Televisie 2014
84
Toelichting bij gevraagde beschikbaarheid
ramma’s in deze categorie: Vuurzee, Rekenen met Moffel en Piertje, Span-
Ad A.
gas, oudejaarsconference Youp van ’t Hek, Cirque du Soleil, of Dokument.
Onder lage beeldkwaliteit wordt verstaan maximaal 1 mbps. Het media-
Ad 4 (Nederlandse) speelfilms
aanbod kan gedurende de periode zoals genoemd in het schema achter B
Het betreft hier Nederlandse en speelfilms die niet primair voor uitzending op
gratis in lage kwaliteit beschikbaar worden gesteld op een VOD-
televisie, maar voor bioscoopvertoning zijn gemaakt (Telefilms vallen dus
aanbodkanaal van de LPMD op internet. Dit houdt in dat de VOD-
niet in deze categorie). Voorbeelden hiervan zijn Zwartboek en Alles is Lief-
aanbodkanalen met media-aanbod in lage beeldkwaliteit te zien kunnen zijn
de.
op alle devices die toegang hebben tot het internet. De periode genoemd
Ad 5 Buitenlandse aankoop
achter A vangt na iedere uitzending (dus ook herhalingen) op lineaire alge-
Het betreft hier programma-aanbod, waarvan het land van herkomst niet
mene programmakanalen aan.
Nederland is. Voorbeelden hiervan zijn Dexter en de natuurdocumentaire Li-
Ad B.
fe.
Hoge beeldkwaliteit houdt in dat het aanbodkanaal kan worden vertoond in een kwaliteit die geschikt is voor vertoning op een televisiescherm conform
Werkwijze
de Ketenafspraken Televisie. VOD-aanbodkanalen van de LPMD worden in
Bij de intekening van een titel moet reeds overeenstemming zijn met alle
hoge beeldkwaliteit mogelijk tegen betaling aangeboden (s-VOD en/of t-
rechthebbenden dat het media-aanbod gedurende de hierboven genoemde
VOD). Op deze wijze kan meer aanbod in hogere kwaliteit onderdeel blijven
perioden beschikbaar zal zijn voor de VOD-aanbodkanalen van de LPMD.
uitmaken van het landelijke publieke aanbod. De periode genoemd achter B
Al het media-aanbod binnen het Urenindelingsbesluit dat voor verspreiding is
vangt na iedere uitzending (dus ook herhalingen) op lineaire algemene pro-
vervaardigd of daarna is bewerkt (dus ook fragmenten, compilaties of bonus-
grammakanalen aan.
materiaal) wordt beschikbaar gesteld en technisch gereed gemaakt voor verspreiding via alle (VOD-)aanbodkanalen van de LPMD en op alle platforms en
Toelichting bij programmacategorieën
devices waar de LPMD actief op is.
Ad 1 Basis Het betreft hier alle programma’s die niet onder een van de andere vier cate-
Alleen media-aanbod waarvoor bij de intekening expliciete schriftelijke af-
gorieën vallen.
spraken zijn gemaakt met DTV voor ‘exclusieve verspreiding’ (via bijvoor-
Ad 2 Verslag culturele evenementen
beeld een titelsite op een omroep-portal, zoals de DWDD site op vara.nl) val-
Het betreft verslagen van culturele en kunstzinnige evenementen, zoals Pink-
len hier niet onder. Het blijft onder deze regeling dus wel mogelijk om – bin-
pop, Lowlands, North Sea Jazz, Bloemencorso, Zomercarnaval, Oerol en
nen de wettelijke kaders - media-aanbod te plaatsen op enkelvoudige websi-
Noorderslag.
tes, maar alleen binnen het publieke domein en dus niet op kanalen of websi-
Ad 3 Drama, podiumkunsten en documentaires
tes van derden. Enkelvoudige websites zijn altijd onderdeel van een aanbod-
Het betreft hier fictie (CCC-code 311/319), cabaret/kleinkunst (CCC-code
kanaal. Het is uitdrukkelijk niet mogelijk om met publieke middelen media-
441), volledige concertregistraties en documentaires. Voorbeelden van prog-
aanbod te vervaardigen waarvoor geen afspraken met de NPO zijn gemaakt
Handboek Televisie 2014
85
over plaatsing op de aanbodkanalen van de LPMD. Indien een media-
blieke media-instelling om een dergelijk bezwaar te wegen en, indien het
instelling alleen de beschikbaarheid voor één VOD- aanbodkanaal heeft kun-
media-aanbod niet kan worden geplaatst, dit door te geven aan de net-
nen verwerven, heeft het gezamenlijke aanbodkanaal Uitzendinggemist (en
manager. Dit doet echter niet af aan het feit dat de gebruiksrechten voor
eventueel de betaalde variant hiervan) altijd de prioriteit boven enkelvoudige
plaatsing van het media-aanbod bij de betrokken landelijke publieke me-
websites.
dia-instelling(en) moet berusten conform bovenstaand schema.
Uitzonderingen
Overgangsregeling
Media-aanbod kan alleen conform de intekeningsprocedure worden geplaatst
Deze regeling, vastgesteld voor de Raad van Bestuur op 20 november 2012,
indien de landelijke publieke media-instellingen bij de intekening beschikken
treedt in werking op een nader te bepalen datum, hierbij zal een overgangs-
over voldoende gebruiksrechten conform deze bindende regeling. In bijzon-
termijn van drie maanden gelden. De termijnen zullen bij het besluit tot in-
dere gevallen kan worden bekeken of er zwaarwegende gronden zijn, die een
werkingtreding nogmaals worden benoemd. Deze bindende regeling geldt
uitzondering op deze regeling rechtvaardigen.
voor de eerstvolgende intekening van nieuwe programma’s na inwerkingtre-
Indien vooraf kenbaar is dat media-aanbod, dan wel in dit media-aanbod
ding.
opgenomen fragmenten of beelden, niet met de benodigde gebruiksrech-
Tot inwerkingtreding wordt de huidige praktijk voortgezet. Voor zover de
ten conform deze bindende regeling kan c.q. kunnen worden aangele-
(gebruiks)rechten (reeds) bij de media-instelling berusten dienen de media-
verd, zal de Raad van Bestuur op verzoek van de betrokken publieke me-
instellingen dit conform artikel 2.55 Mediawet beschikbaar te stellen voor
dia-instelling nagaan of er voldoende grond is om van deze regeling af te
verspreiding op de aanbodkanalen van de LPMD.
wijken en zo ja, op welke wijze. Een voorbeeld hiervan kan zijn Studio Sport Eredividsie.
Wanneer tijdens de productie blijkt dat er fragmenten of ander materiaal zal worden gebruikt waarvan de rechten niet kunnen worden geregeld conform deze regeling, moet onverwijld worden gemeld dat niet kan worden voldaan aan de bindende regeling en op welke wijze door de mediainstelling de beschikbaarheid van het media-aanbod op de VODaanbodkanalen zo veel als mogelijk wordt gewaarborgd.
Wanneer tijdens of na de productie blijkt dat natuurlijke of rechtspersonen die in media-aanbod participeren op gerede grond bezwaar maken tegen verdere verspreiding van het media-aanbod via (een van de) (VOD -)aanbodkanalen van de LPMD op grond van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, kan een uitzondering worden gemaakt op de opname van het media-aanbod in de VOD-aanbodkanalen. Het is aan de pu-
Handboek Televisie 2014
86
CR
3. De NPO-organisatie verzorgt en is verantwoordelijk voor de verspreiding
BIJLAGE 4 TOEKENNINGSVOORWAARDEN ONLINE
van het media-aanbod. Media-aanbod wordt alleen beschikbaar gemaakt op npo.nl, de betreffende zender- en nettensites (waaronder die van livethemakanalen) en bijbehorende apps. Verspreiding van volledige programma’s onder de hoofdtaak (niet zijnde een nevenactiviteit) via platforms van derden geschiedt alleen binnen aanbodkanalen van de publieke omroep, waarbij de Raad van Bestuur een overeenkomst heeft gesloten met het betreffende platform conform de Beleidsnotitie Platformselectie.
De Raad van Bestuur heeft deze toekenningsvoorwaarden vastgesteld op
a. Media-aanbod dat geen livestreams bevat kan daarnaast via andere web-
dinsdag 1 april 2014. Hiermee komen de op 19 maart 2013 vastgestelde
sites en apps beschikbaar worden gemaakt indien dit is vastgesteld bij het
toekenningsvoorwaarden te vervallen.
toekenningsbesluit, waarbij gebruik moet worden gemaakt van de gezamenlijke players beheerd door de de NPO-organisatie.
1. Een omroepinstelling (hierna: omroep) vervaardigt alleen media-aanbod
b. Voor livestreams is het mogelijk een hyperlink te plaatsen die één van de
als hier een toekenningsbesluit van de Raad van Bestuur aan ten grond-
door de NPO-organisatie beheerde gezamenlijke players of playerpagina’s
slag ligt, waarin is vastgesteld welk media-aanbod, op welke aanbodka-
opent in een nieuw (popup)-venster. Er mogen uitdrukkelijk geen li-
nalen, voor welke periode beschikbaar is. De beoordeling van de inteke-
vestreams geëmbed worden. Bij apps is het mogelijk een link te plaatsen
ning gebeurt op basis van de jaarplannen van de directies Radio en Tele-
die de stream opent in de app van npo.nl of die van de relevante radio-
visie.
zender. c. De Raad van Bestuur kan bij toekenningen voor 2015 bij wijze van over-
2. Een omroep stelt alle media-aanbod beschikbaar voor mogelijke versprei-
gangsjaar in zeer uitzonderlijke gevallen in het toekenningsbesluit voor-
ding via alle aanbodkanalen, waarbij audiovisueel media-aanbod wordt
waarde 3a toch van toepassing laten zijn op video-livestreams die niet
voorzien van actueel fotomateriaal en juiste omschrijvingen inclusief rele-
worden verspreid via één van de lineaire televisiekanalen.
vante leeftijds- en kijkwijzerindicaties. Zie in dit kader ook de Bindende Regeling Beschikbaarstelling media-aanbod VOD. a. Bij toekenning op basis van de intekening bij NPO Televisie geldt dat al
d. Media-aanbod dat binnen de voorwaarden van de Beleidsnotitie Platformselectie mag worden aangeboden als media-aanbod met promotioneel doel is niet gebonden aan voorwaarden 3, 3a en 3b.
het audiovisuele materiaal wordt ingevoerd in POMS. b. Bij toekenning op basis van de intekening bij NPO Radio geldt dat gebruik gemaakt wordt van Radiomanager voor de verwerking van het media-
4. De omroep voorziet media-aanbod van de juiste tellers, conform de richtlijnen die de NPO-organisatie aan omroepen beschikbaar stelt.
aanbod. c. Uitzonderingen op voorwaarde 2, 2a en 2b zijn alleen mogelijk op basis van voorafgaande schriftelijke afspraken met de betreffende net- of zen-
5. Sites en apps die worden beheerd door een omroep bevatten de door de NPO-organisatie geleverde centrale navigatie.
dermanager.
Handboek Televisie 2014
87
Indien bestaande sites op het moment van intekenen nog niet handelen conform deze afspraken, en bij de intekening niet expliciet wordt aangegeven hoe deze afspraken alsnog zullen worden nagekomen, wordt verondersteld dat er geen voornemen is om te handelen conform deze afspraken, en kan er dus geen sprake zijn van een toekenning door de NPO. Voor nieuwe sites geldt dat zij vanzelfsprekend moeten voldoen aan deze toekenningsvoorwaarden.
Handboek Televisie 2014
88
opdracht het media-aanbod dat wordt verspreid via de aanbodkanalen. De
BIJLAGE 5 BIJLAGE 5
BELEIDSNOTITIE BELEIDSNOTITIE PLATFORMSELECTIE PLATFORMSELECTIE
NPO deelt deze aanbodkanalen in en zorgt ervoor dat de aanbodkanalen worden verspreid. Hiervoor selecteert de NPO platforms van derden. Daarnaast kunnen media-instellingen ter uitvoering van de landelijke publieke mediaopdracht met promotiefragmenten aanwezig zijn binnen on demandkanalen van derden, met als doel het bereik van de aanbodkanalen van de LPMD te vergroten.2
Vastgesteld door de Raad van Bestuur van de NPO op 27 september 2013.
Deze beleidsnotitie verduidelijkt:
Deze Beleidsnotitie treedt in werking per 1 oktober 2013.
1.
Binnen welke kaders de NPO platforms selecteert voor verspreiding van de aanbodkanalen van de LPMD.
Inleiding
2.
Wat verstaan wordt onder een “promotiefragment”.
De NPO is op grond van de Mediawet 2008 (hierna: Mediawet) aangewezen om het distributiebeleid van de landelijke publieke mediadienst (hierna: LP-
De landelijke publieke media-instellingen kunnen ook als nevenactiviteit een
MD) te bepalen. De NPO selecteert voor de verspreiding van de aanbodkana-
derde toestaan om publiek media-aanbod te verspreiden. Dit is het geval
len van de LPMD platforms van derden (hierna: platforms). Omroepen stellen
wanneer media-aanbod van de LPMD aanwezig is binnen kanalen, infrastruc-
op grond van artikel 2.55, tweede lid Mediawet het media-aanbod dat zij ver-
turen of diensten van derden. Voor de toets op grond van artikel 2.133 Me-
zorgen aan de NPO ter beschikking, zodat de NPO kan zorgdragen voor de
diawet die de Raad van Bestuur van de NPO ter zake van nevenactiviteiten
plaatsing van het media-aanbod op de aanbodkanalen en de verspreiding van
uitvoert, wordt verwezen naar de Beleidslijn Nevenactiviteiten 2012 welke is
de aanbodkanalen.
vastgesteld op 20 november 2012 en in werking is getreden op 1 december 2012 (http://www.publiekeomroep.nl/organisatie/pagina/regelingen).
In deze beleidsnotitie wordt aangegeven op welke wijze platforms worden geselecteerd voor de aanbodkanalen van de LPMD, uit hoofde van het distri-
Tenslotte kan het inzetten van een kanaal van een derde onderdeel uitmaken
butiebeleid. Platforms van derden kunnen alleen één of meer aanbodkanalen
van het programmaformat wanneer dat expliciet is goedgekeurd/toegekend
van de LPMD verspreiden, wanneer deze platforms daartoe een overeen-
in de intekenprocedure door de
komst met de NPO hebben afgesloten.1
NPO. Deze aanwezigheid op een kanaal van een derde, dient in dit geval ook ter uitvoering van de landelijke publieke media-opdracht en behoeft niet als
Media-instellingen verzorgen ter uitvoering van de landelijke publieke media-
1
De overeenkomst bevat minimaal de voorwaarden zoals opgenomen in de
bijlagen van deze notitie
Handboek Televisie 2014
nevenactiviteit te worden aangemerkt.
2
Het is ook mogelijk om fragmenten als nevenactiviteiten te exploiteren
conform de fragmentenregeling.
89
Definities
websites en het daarop in de gezamenlijke player beschikbare media-aanbod
a.
van de LPMD.
Platform van een derde: Iedere door derden geëxploiteerde infrastructuur, dienst of combinatie daarvan waarop (aanbod)kanalen zouden
b.
c. d.
kunnen worden verspreid of daadwerkelijk verspreid worden. Een plat-
Relevante wet- en regelgeving
form geeft aanbodkanalen, waarvan vorm en inhoud volledig door de
In artikel 2.2, tweede lid, onderdeel f jo. artikel 2.3 van de Mediawet is aan-
LPMD worden bepaald, ongewijzigd door;
gegeven dat de NPO uit hoofde van het behartigen van zaken die van ge-
Aanbodkanaal: Het geordende geheel van media-aanbod dat onder een
meenschappelijk belang zijn voor de LPMD en de landelijke publieke media-
herkenbare naam via een elektronisch communicatienetwerk wordt aan-
instellingen overeenkomsten met derden kan aangaan. Hieronder vallen ook
geboden. De term “aanbodkanalen” wordt alleen gebruikt in relatie tot
overeenkomsten in het kader van het distributiebeleid.
de LPMD. Voor aanbodkanalen moet toestemming worden verleend door
Uit artikel 2.55, tweede lid Mediawet volgt dat landelijke publieke media-
de Minister conform artikel 2.21 derde lid Mediawet. De LPMD bepaalt de
instellingen voor de uitvoering van de hoofdtaak het media-aanbod dat zij
volledige vorm en inhoud van de aanbodkanalen;
verzorgen aan de NPO ter beschikking stellen zodat de NPO kan zorgdragen
Kanaal van een derde: Een kanaal van een derde, waarbij de derde
voor de plaatsing van het media-aanbod op aanbodkanalen en de versprei-
(delen van) de vorm en/of inhoud van het kanaal kan bepalen;
ding van deze kanalen. Zie hiervoor ook de Bindende regeling Beschikbaar-
Linken naar aanbodkanalen: Het plaatsen van een koppeling die direct
stelling media-aanbod video on demand, die door de Raad van Bestuur is
leidt naar één van de aanbodkanalen van de LPMD waarbij de oude om-
vastgesteld op 20 november
geving waarop de link aanwezig is, wordt verlaten. Linken is uitdrukke-
2012 en waarvan bij besluit van 27 september is vastgesteld dat zij inwer-
lijk niet gelijk aan “embedden” waarbij publiek media-aanbod of aan-
king treedt per 1 januari 2013.
bodkanalen, worden afgespeeld binnen een kanaal c.q. platform van een derde, waarbij dus de omgeving van de derde niet wordt verlaten.
Artikel 2.2 Mediawet 1. De Stichting Nederlandse Publieke Omroep is het samenwerkings- en co-
Voor de overige definities in deze beleidsnotitie worden de definities uit arti-
ördinatieorgaan voor de uitvoering van de publieke mediaopdracht op
kel 1.1 van de Mediawet aangehouden.
landelijk niveau, bedoeld in artikel 2.1. 2. Naast de andere taken die de NPO heeft op grond van deze wet, is zij
Scope beleidsnotitie
belast met:
Deze beleidsnotitie heeft enkel betrekking op platforms van rechtspersonen
a. het bevorderen van samenwerking en coördinatie met het oog op de
of platforms die op enigerlei wijze een commercieel oogmerk hebben. De be-
uitvoering van de publieke mediaopdracht op landelijk niveau;
leidsnotitie heeft geen betrekking op platforms van natuurlijke personen, niet
b. de coördinatie en ordening op en tussen de aanbodkanalen van het
handelend in uitoefening van beroep of bedrijf of anderszins gericht op een
media-aanbod van de landelijke publieke mediadienst;
commercieel doel. Voor dergelijke platforms zonder commerciële doelstelling
(…)
wordt verwezen naar de gebruiksvoorwaarden die van toepassing zijn op
f. het behartigen van zaken die van gemeenschappelijk belang zijn voor
Handboek Televisie 2014
90
de landelijke publieke mediadienst en de landelijke publieke media-
In de Mediawet is ook verwoord dat omroepen zorgdragen voor het aanleve-
instellingen;
ren van voldoende rechten op de aanbodkanalen van de landelijke publieke
(…)
mediadienst.
i. het bevorderen van een doelmatige inzet van de gelden die bestemd zijn voor de verzorging en verspreiding van het media-aanbod en het
Ook in de nota naar aanleiding van het verslag4 zijn een aantal passages
bevorderen van geïntegreerde financiële verslaglegging en verantwoor-
over de verspreiding van media-aanbod opgenomen:
ding; en j. het inrichten, in stand houden, beheren en exploiteren en regelen van
Al het publieke media-aanbod – ook digitale radio en televisiekanalen, websi-
het gebruik van organen, diensten en faciliteiten, waaronder studio’s en
tes en opvraagbaar aanbod – maakt onlosmakelijk deel uit van de publieke
distributie-infrastructuren, die nodig zijn voor een goede uitvoering van
taak. Daarom vallen alle publieke kanalen onder de regie van de raad van
de publieke mediaopdracht op landelijk niveau.
bestuur. De raad van bestuur waakt over de algemene programmatische koers, zorgt voor een samenhangende presentatie van het aanbod op de di-
Artikel 2.3 Mediawet
verse kanalen en legt jaarlijks verantwoording af aan de minister van OCW.
1. De NPO kan in het kader van haar taak, bedoeld in artikel 2.2, tweede lid,
Ook met het oog op de Europese regels is het van belang dat de publieke
onderdeel f, in naam van de gezamenlijke landelijke publieke media-
omroep een samenhangend totaal pakket aan publieke activiteiten presen-
instellingen overeenkomsten met derden aangaan.
teert. (p. 7)
(…) De Mediawet regelt al de bijbehorende bevoegdheden van de raad van beDe toelichting bij deze artikelen:
stuur, waaronder de bevoegdheid om programma’s van omroepen al of niet
De specifieke taken van de NOS, uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van
te plaatsen op radio en televisie. Op internet is geen «tijdgebrek» maar geld
de raad van bestuur, zijn dezelfde als onder de huidige Mediawet. De NOS is
en de aandacht van het publiek zijn wel schaars. Voor nieuwe diensten moe-
met name verantwoordelijk voor het algehele beleid van de landelijke publie-
ten omroepen daarom nu ook toestemming hebben van de raad van bestuur,
ke omroep, met het oog op een samenhangend geheel en gevarieerd aanbod
die onder meer toetst aan het algemeen belang. Omdat in het wetsvoorstel
op de distributiekanalen, de algehele coördinatie en ordening van het media-
het onderscheid tussen hoofd- en neventaken vervalt, is een speciale proce-
aanbod, het distributiebeleid en de bevordering van doelmatige inzet van
dure voor nieuwe diensten niet meer nodig en valt voortaan al het media
financiële middelen
aanbod onder de normale coördinatie van de raad van bestuur. (p. 7)
(…)
Het wetsvoorstel geeft aan de raad van bestuur geen andere bevoegdheden
Belangrijke bevoegdheden van de raad van bestuur zijn het behartigen van
dan nu al het geval is: hij is verantwoordelijk voor de coördinatie van het
alle aangelegenheden die van gemeenschappelijk belang zijn voor de landelijke publieke omroep – inclusief het aangaan van collectieve overeenkomsten met derden – en het vaststellen van bindende regelingen en besluiten.
3
Handboek Televisie 2014
3 4
Tweede kamerstukken 2007/2008 nr. 31 356 3, p. 27 Tweede kamerstukken 2007/2008 nr. 31 356 7
91
publieke media aanbod. De formulering van het betreffende artikel is aange-
form zich toe beperkt. Wanneer na 24 maanden de 1%-norm niet gehaald is,
past aan het digitale medialandschap. De coördinatie gaat niet alleen over
mag het platform geen aanbodkanalen meer verspreiden en zal de NPO het
indeling van de zendtijd van radio en televisie, maar over de ordening en
platform pas weer overwegen als de 1%-norm door het platform is gereali-
verspreiding van al het media-aanbod. (p. 30)
seerd.
In geval van een bijzondere, langdurige en omvangrijke samenwerkingsAl het publieke media-aanbod – ook digitale radio en televisiekanalen, Uit-
positie van de LPMD of landelijke publieke media-instellingen met een
zending Gemist en ander internetaanbod – maakt onlosmakelijk deel uit van
partij, waarvan de kernactiviteit niet het verspreiden van media(diensten)
de publieke taak. Daarom vallen alle publieke kanalen onder de regie van de
is, zoals een culturele instelling, hoeft bovenstaande bereiksdoelstelling
raad van bestuur. De raad van bestuur waakt over de algemene programma-
niet te gelden.
tische koers, zorgt voor een samenhangende presentatie van het aanbod op
In geval van regionale of lokale publieke mediadiensten zoals benoemd in
de diverse platforms en legt jaarlijks verantwoording af aan de overheid. (p.
titel 2.3 van de Mediawet, kan de NPO ervoor kiezen aanbodkanalen voor
31)
een deel van de tijd rechtstreeks te verspreiden via bovengenoemde mediadiensten. Hiervoor kunnen tijdsvensters worden afgesproken.
1. Platformselectie Plaatsing van een aanbodkanaal van de LPMD op een platform is niet toege5
staan, tenzij het platform een overeenkomst heeft met de NPO . De NPO is te
2. Het platform vereenzelvigt zich niet met de LPMD doordat: a.
lijk is van de aanwezigheid van de aanbodkanalen van de LPMD;
allen tijde bevoegd een platform al dan niet te selecteren en een overeenkomst aan te gaan voor de verspreiding van (één van de) aanbodkanalen
Het bereik van het platform niet voor het grootste gedeelte afhanke-
b.
en qua vormgeving niet vergelijkbaar of associeerbaar is met één of
van de LPMD. Aan de hieronder geformuleerde voorwaarden voor deze selec-
meerdere van de aanbodkanalen, programma’s, diensten of merken
tie kunnen aanbieders van platforms geen zelfstandige rechten ontlenen.
van de LPMD (of een van haar media-instellingen)
Voorwaarden voor platforms
3. Het platform beschadigt het imago van de LPMD en/of één van haar media
1. De NPO richt zich vanwege de landelijke publieke mediaopdracht op dis-
-instellingen niet door plaatsing van het aanbodkanaal in een context die af-
tributie met een groot bereik. Het bereik van het platform is in Nederland bij
breuk doet aan het imago en de integriteit van de LPMD.
aanvang of naar verwachting van de NPO uiterlijk binnen 24 maanden minimaal 1% van het aantal huishoudens en/of personen (ouder dan 12 jaar) in
4. Het platform verzwakt de positie van de overige aanbodkanalen van de
Nederland dan wel 1% van het aantal huishoudens en/of personen (ouder
LPMD niet omdat er geen koppeling bestaat (via merk) van het platform met
dan 12 jaar) van het geografische gebied binnen Nederland waar het plat-
mediadiensten die concurreren met (de aanbodkanalen van) de LPMD.
5
“Linken naar aanbodkanalen” conform definitie in deze beleidsnotitie, naar
een aanbodkanaal van de LPMD is toegestaan.
Handboek Televisie 2014
2. Media-aanbod met promotioneel doel Volgens de landelijke publieke media-opdracht vervaardigt de LPMD media-
92
bestaat voornamelijk uit media-aanbod dat niet afkomstig is van de LPMD.
aanbod en verspreidt zij dit via haar aanbodkanalen. Als een landelijke publieke media-instelling een derde toestaat om publiek media-aanbod via de
Het kanaal van een derde waarop het promotiefragment wordt geplaatst, vraagt geen afzonderlijke betaling van publiek voor het bekijken van het
kanalen van deze derde aan te bieden, is er sprake van een nevenactiviteit.
promotiefragment. In sommige gevallen kan het verspreiden van media-aanbod (door landelijke publieke media-instellingen) via on demandkanalen van derden de landelijke
NB: de desbetreffende media-instelling is zelf verantwoordelijk voor het re-
publieke media-opdracht dienen, omdat dit geschiedt ter promotie van het
gelen van de intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot promotie-
media-aanbod, de daaraan gekoppelde websites en/of de aanbodkanalen van
fragmenten.
de LPMD. Overgangsbepaling Naast de distributie van aanbodkanalen door de NPO en de mogelijkheid tot
Deze Beleidsnotitie is vastgesteld op 27 september 2013 en treedt in werking
het verrichten van nevenactiviteiten door landelijke publieke media-
per 1 oktober 2013. Op de datum van vaststelling vinden er mogelijk activi-
instellingen, is het voor de landelijke publieke media-instellingen ook moge-
teiten plaats die niet in lijn zijn met (de definitie van promotie uit) deze Be-
lijk (on demand) audio/video promotiefragmenten via on demandkanalen van
leidsnotitie Platformselectie. Media-instellingen wordt een termijn geboden
derden aan te bieden.
om te voldoen aan de bepalingen over promotie in deze beleidsnotitie. Om deze
Een fragment wordt aangemerkt als promotiefragment, wanneer het frag-
reden wordt een overgangsperiode van 4 maanden gehanteerd. Na 1 februari
ment voldoet aan de hiernavolgende cumulatieve voorwaarden:
2014 dienen alle activiteiten in lijn te zijn met deze Beleidsnotitie.
De maximale lengte van het promotiefragment audio/video is vijf minuten per aflevering, mits dit korter is dan de volledige duur van (een aflevering
Monitoring en evaluatie beleidseffect
van) het programma.
Een jaar na inwerkingtreding zal de Beleidsnotitie Platformselectie worden
De promotie vindt niet plaats op een lineair kanaal van een derde.
geëvalueerd. Onder meer zal daarbij worden bekeken of de definitie van pro-
Tijdens of direct na afloop van het fragment wordt de kijker/luisteraar
motie geschikt is voor het doel waarvoor zij is geformuleerd. In bovenstaan-
verwezen naar het programma, de beschikbare aanbodkanalen of websi-
de definitie van promotie is geen beperking van het totaal aantal promotie-
tes van de LPMD.
fragmenten dat tegelijkertijd beschikbaar is vastgelegd. De NPO benadrukt
Promotiefragmenten kunnen bestaan uit materiaal dat afkomstig is uit het programma, maar ook uit bijvoorbeeld bonusmateriaal.
dat het aantal fragmenten niet dusdanig groot mag zijn dat de uiteindelijke optelsom de aanbodkanalen van de LPMD verzwakt.
Binnen de ruimte van de video/audio plaatst het kanaal van een derde waarop het promotiefragment wordt geplaatst geen reclame (niet voor,
De beleidsnotitie wordt een jaar na de inwerkingtreding geëvalueerd en zo
tijdens of na het promotiefragment).
nodig herzien.
Het kanaal van een derde waarop het promotiefragment wordt geplaatst,
Handboek Televisie 2014
Hierbij zal worden bezien of het aantal promotiefragmenten dat op kana-
93
wordt naar derden.
len van derden wordt geplaatst aanleiding is om alsnog het aantal fragmenten dat tegelijkertijd beschikbaar kan zijn, te normeren.
b. Het platform ordent op geen enkele wijze het aanbod van het aanbod-
Ten behoeve van de evaluatie wordt van omroepen gevraagd aan te ge-
kanaal; bijvoorbeeld via het aanbieden van afspeellijsten of opname-
ven welk effect de promotiefragmenten hebben gehad op (bijvoorbeeld
faciliteiten.
het bereik van) websites, programma’s of aanbodkanalen. Naar aanlei-
c.
effectief blijkt.
Er zal worden bezien of de lengte voor promotiefragmenten geschikt is om het promotionele doel te dienen.
Wanneer sprake is van het embedden van de omroepplayer, dan wordt deze player slechts eenmalig geplaatst.
ding van deze gegevens zal worden beoordeeld welke vorm van promotie
4. De NPO selecteert de platforms die passen bij de aanbodkanalen. a.
Het platform krijgt geen exclusiviteit.
5. Het is, door merkvoering etc., voor een ieder duidelijk dat het een aanbodkanaal van de LPMD is.
Bijlage: minimale voorwaarden platforms
a. Het platform plaatst geen andere logo’s etc. dan die van de LPMD binnen het aanbodkanaal van de LPMD.
De volgende voorwaarden gelden bij platformselectie in ieder geval: 1. Een platform brengt het gehele aanbodkanaal van de publieke omroep en geeft dit ongewijzigd en integraal door en respecteert de integriteit van het signaal. 2. Een aanbodkanaal van de LPMD bevat Ster-reclame, zoals geregeld in afdeling 2.5.2 van de Mediawet 2008 en conform de Bindende regeling
roep en geeft dit ongewijzigd en integraal door en respecteert de integriteit van het signaal. 6. Het platform vrijwaart de NPO voor aanspraken van derden die voortvloeien uit de doorgifte van het aanbodkanaal van de LPMD. 7. Wanneer het platform inkomsten genereert (mede) door aanwezigheid van
Ster-reclame op internet.6
het publieke aanbodkanaal (bijvoorbeeld een kabelaar die abonnements-
a. Het platform plaatst op geen enkele wijze reclame binnen de Omroep-
gelden ontvangt van consumenten), dient het platform een marktconfor-
player of redactionele ruimte van het aanbodkanaal, bovendien niet
me vergoeding te betalen voor het kunnen plaatsen van een of meer van
vooraf, tijdens of na vertoning van media-aanbod.
de aanbodkanalen van de LPMD.
3. Een on demand aanbodkanaal van de LPMD kan een recommendation
8. Het platform promoot zich niet -tenzij zowel de NPO alsook eventuele
(aanbeveling) vooraf en/of achteraf bevatten die onder de programme-
rechthebbenden hiervoor expliciete en schriftelijke toestemming hebben
ringsbevoegdheid van de NPO valt maar in uitvoering gemandateerd kan
gegeven- door middel van het gebruik van of verwijzingen naar merken,
worden aan een landelijke publieke media-instelling.
aanbodkanalen of andere namen van de LPMD of een van haar landelijke
a. Het platform geeft op geen enkele wijze aanbevelingen aan publiek in
publieke media-instellingen of andere namen of merken die vergelijkbaar
de omgeving van het aanbodkanaal van de LPMD waarin verwezen
6
b. Een platform brengt het gehele aanbodkanaal van de publieke om-
zijn met de namen en merken van de LMPD.
http://www.publiekeomroep.nl/system/files/81/
original/110927_besluit_herziening_bindende_regeling_Ster-reclame_op_internet.pdf
Handboek Televisie 2014
94
ingezet. Maar ook externe communicatiemiddelen (free publicity en betaalde
BIJLAGE 6 AFSPRAKEN OVER CONTINUÏTEIT EN PROMOTIE
advertising) vormen onderdeel van de communicatiemix. Het uitgangspunt daarbij is altijd geïntegreerde marketingcommunicatie. Verleiden en behouden zijn twee sleutelbegrippen voor M&P. Met gerichte promotie en campagnes wordt geprobeerd het publiek te bereiken en te verleiden en middels continuïteit en crosspromotie kijkers te behouden. De promotie wordt o.b.v. een beperkt aantal speerpunten ingevuld. Daarmee wordt
In het najaar van 2006 zijn in de toenmalige centrale netredactie de afspra-
de schaarse ruimte zo effectief mogelijk gebruikt. Ten aanzien van continuï-
ken t.a.v. marketing en promotie vastgesteld. Regelmatig worden deze ge-
teit staat het behouden van kijkers en hen meenemen naar het volgende
actualiseerd, daarover wordt altijd met de betreffende medewerkers bij om-
programma centraal. Tevens is het behoud van kijkers voor het publieke
roepen gecommuniceerd. Meestal zijn dat de promomakers of promocoördi-
domein door crosspromotie van groot belang. De nadruk van het On Air Mar-
natoren. Bij ingrijpende veranderingen wordt het in TDO of netredactie toe-
keting (OAM)-beleid ligt op de promotie van televisieprogramma’s kort voor
gelicht.
het moment van uitzending. Campagnes en speerpunten hebben in de regel een langere looptijd.
Vertrekpunten:
De positionering en kernwaarden, zoals die zijn omschreven voor NPO 1,
Speerpunten worden maandelijks vastgesteld (6 weken voor aanvang van de
2, 3, Zapp/Zappelin en NPO 24.
betreffende maand). Per net stelt de coördinator programmering namens de
Het programmaschema
netmanager speerpunten voor. In overleg met M&P worden deze dan neto-
De doelgroepen cq. leefstijlgroepen zoals die per net zijn geformuleerd.
verstijgend bepaald. O.b.v. de beschikbare ruimte komt dit neer op niet
Het concurrentieveld per net
meer dan circa 4 speerpunten per week, waarvan maximaal 2 per net. Naast
Promotie en continuïteit leveren een bijdrage aan de per net omschreven
de speerpunten worden aandachtspunten voor continuïteit en crosspromotie
doelstellingen
bepaald. De coördinatoren programmering bepalen de speerpunten op basis
Binnen de Directie Televisie (verder DTV) is de afdeling Marketing & Pro-
van: bijdrage aan ambities en doelstellingen van de zender, nieuwe titel,
motie (verder M&P) verantwoordelijk voor de invulling van campagnes,
bijdrage aan de zeven door de NPO vastgestelde programmatische accenten,
promotie, continuïteit en mediaplanning van NPO 1, 2, 3, Zapp/Zappelin
themaweken/samenwerking op gebied van genre. De prioriteitstelling door
en de themakanalen.
OAM is op basis van beschikbare GRP’s in een week, eigen productie om-
roep, uitzendplek en concurrentie tijdslot. Geïntegreerde middelenmix n.a.v. speerpuntenbeleid
De speerpunten worden vastgesteld in het MT van DTV, waarna omroepen
De ‘eigen’ televisienetten zijn de belangrijkste middelen om doelgroepen te
(netredacties, marketing/communicatie afdelingen, promomakers) worden
verleiden en te behouden. Daarnaast worden ‘eigen’ radiozenders en sites
geïnformeerd. Hierna worden speerpunten naar campagnes en projecten
Handboek Televisie 2014
95
vertaald. Zowel campagnes en speerpunten als reguliere promotie en continuïteit worden in goed overleg met marketing- en promotieverantwoordelij-
In principe geldt de volgende volgorde bij overgangen tussen programma’s:
* Indien er sprake is van crosspromotie is de teaser daarin opgenomen.
ken van omroepen ingevuld. Er wordt minimaal 2 en maximaal 6 weken vooruit gewerkt. Tussentijdse
M&P stelt de promomakers per item een masker ter beschikking zodat vooraf
schemawijzigingen worden door de schemacoördinatoren met de omroep
duidelijk is waar de titelkaarten en vormgevingselementen zullen worden
gecommuniceerd. De omroep zorgt vervolgens voor informatie naar pro-
geplaatst. In de montage kan met die ‘afdekkingen’ dus rekening worden
gramma- en promomakers. Last-minute schemawijzigingen (op dag van uit-
gehouden, zodat bewegend beeld en vormgeving niet botsen.
zending, weekend/feestdag) of calamiteiten worden beschouwd als over-
In incidentele gevallen (bijvoorbeeld een campagnematige promotiecampag-
macht (er kan bijvoorbeeld en promoplek worden verwijderd indien een
ne) kan in overleg met DTV onder voorwaarden worden afgeweken van de
‘kruispunt’ in het schema niet gehaald gaat worden of een live programma
netvormgeving. Het netlogo dient altijd prominent en in kleur te worden ge-
onverwacht uitloopt).
bruikt.
Op basis van de afspraken in het promo-overleg wordt de planning gemaakt door of onder verantwoordelijkheid van de (op de M&P werkzame) continuïteitsredacteur van het betreffende net. Geplande OAM-items zullen uiterlijk
De toolbox voor OAM bestaat uit de volgende onderdelen (incl. itemlengte):
Continuïteit
Promotie
Strap (enkele seconden)
Programmapromotie (voorkeur 20”,
twee dagen voor uitzending door de NPO in WON zijn ingevoerd. De omroep is verantwoordelijk voor de invoering van de gegevens t.b.v. Buma. Aangeleverde e/o uitgezonden OAM-items worden door de NPO circa 14 dagen be-
maximaal 30”). Kan bij speerpunt ne-
waard; er wordt geen archief opgebouwd.
Teaser ( voorkeur 10”, maximaal 15”)
toverstijgend zijn.
Volgorde en toolbox voor marketing en promotie
Aankondiging (straks-nu: 15-20”
PIP: promo in program
Programma
Straks-straks-nu: 20-30”) Crosspromotie (nadruk op “begint nu
Strap
op…”)
Aftiteling (25”), omroepident (5”) Teaser (“na de Ster”), (semi) live call, cross-promotie (daar-hier, daar-
Programmapromotie
daar-hier)*, programmaoverzicht, programmapromo
Een belangrijk uitgangspunt is dat zoveel mogelijk de actuele inhoud van de
Netident (naar Ster)
uitzending (gasten, onderwerp) wordt gecommuniceerd. Een promo moet
Ster-commercials
wervend zijn en een eenduidige boodschap hebben, gericht op het bevorde-
Netident (van Ster)
ren van kijkgedrag. De omroepen zijn verantwoordelijk voor de inhoud van
Programmapromo, aankondiging (straks-nu, straks-straks-nu) Programma
Handboek Televisie 2014
de promo’s en leveren beeld- en geluidsmateriaal (incl. Nicam in de eerste 5“) aan M&P aan. De omroep zorgt voor een tekstvoorstel, inclusief een
96
eventuele instructie. De spelling van het Witte Boekje wordt gehanteerd
Stem
(tenzij een programma expres afwijkend wordt gespeld, zoals Dokument).
Uitgangspunt is dat de netstemmen voor alle OAM worden gebruikt. De con-
Ondertitels of steekwoorden kunnen worden vermeld bij ‘lege’ programmati-
tinuïteitsredacteuren beschikken over een overzicht van vaste stemmen
tels (denk aan Profiel, Close-up, Dokument, etc.). Programma’s worden ge-
waarmee wordt gewerkt. Het inspreken gebeurt volgens een vast rooster.
schreven met één hoofdletter aan het begin van de programmatitel, mits de
Het uitgangspunt is een vaste voice-over per net. Gebruik van een aan het
omroep dat anders aangeeft. Een omroep kan bij het inspreken aanwezig te
programma gerelateerde stem is toegestaan. Voor specifieke campagnemati-
zijn. De promo moet geschikt zijn voor uitzending voor alle leeftijden. Indien
ge promoties kan in overleg tevens een van de netstemmen afwijkende voi-
hiervan wordt afgeweken , bespreekt de omroep/ promomaker dit vooraf
ce-over worden gebruikt.
met de betreffende Redacteur Continuïteit. Indien het al noodzakelijk is een aanspreekvorm te hanteren dan verschilt Indien een promo op verschillende netten wordt uitgezonden, worden bij
deze per net. Op NPO 3 moet dan zoveel mogelijk de jij-vorm worden ge-
voorkeur verschillende versies ontwikkeld. De doelgroep op NPO 3 moet na-
hanteerd, op NPO 2 de u-vorm. Met betrekking tot NPO 1 wordt een speci-
tuurlijk anders worden aangesproken dan die van NPO 1. Vooral bij de wer-
fiek je- of u-gebruik zoveel mogelijk vermeden. Qua tekst en stemgeluid zal
vende stijl van promo’s is het doelgroepspecifieke karakter belangrijk.
uiteraard het karakter van het programma leidend zijn. In het algemeen kan daarbij nog worden aangetekend dat teksten en stemgeluid voor NPO 1 toe-
Programmapromo’s zijn maximaal 30 seconden, maar bij voorkeur 20” en
gankelijk zijn, dat rust voor NPO 2 een algemene stelregel is en dat NPO 3
eindigen met een titelkaart waarop programmatitel, uitzendtijdstip en net
op informele toon gebracht kan worden (zie ook Vertrekpunten). Een sterk
worden vermeld. Evaluatie van de promo’s leert regelmatig dat de 30”-grens
aangezet stemgeluid is niet gewenst.
wordt opgezocht, terwijl een korter item doeltreffender zou zijn geweest. De kwaliteit van promo’s wordt door M&P getoetst. In de reguliere overleggen
Strap
met promomakers en marketing/communicatieafdelingen van omroepen
Een tekstbox die verschijnt tegen het einde van het programma met daarop
staat dit onderwerp regelmatig op de agenda.
de tekst “na de Ster” en de titel van het volgende programma. Na deze verwijzing volgt altijd een standaardverwijzing naar www.npo.nl of een specifie-
Continuïteit algemeen
ke crosspromotionele verwijzing naar elke willekeurige zender of platform.
Per net is een Redacteur Continuïteit verantwoordelijk voor de kwaliteit van de continuïteit. In overleg met promomakers zorgt deze voor een optimale
Teaser
kijkersflow, met als belangrijkste doelen behoud van kijkers en bewaking
Een teaser wordt ingezet als de titelvermelding in de strap onvoldoende
van het netprofiel. Het materiaal voor continuïteitsitems komt apart of kan
doorkijkbevorderend is. Standaard wordt hiervoor de terminologie “Na de
uit de aangeleverde programmapromo worden gehaald. Dit wordt met de
Ster” gebruikt. Er wordt altijd een teaser geplaatst voor het Sterblok in
betreffende promomaker in goed overleg afgestemd. Voor teksten geldt het-
prime-time. Bij live of semi live programma’s geniet het de voorkeur de
zelfde. Aankondigingen gaan deels vergezeld van de netmuziek.
teaser live of semi live te doen om een zo actueel mogelijke inhoud te hebben.
Handboek Televisie 2014
97
Aankondigingen
een tekst onder in beeld) of op internet, advertenties etc.. In sommige ge-
Vlak voor de start van een programma kan een aankondiging worden uitge-
vallen is de inhoud van een programma echter afhankelijk van los uit te zen-
zonden. Hierin wordt volgens het haasje-overprincipe kort het volgende pro-
den publieksoproepen, bijvoorbeeld als het programma niet in de lucht is. Bij
gramma gepromoot (straks). De aankondiging mondt uit in een overzichts-
uitzondering kunnen deze oproepen een plek krijgen wanneer de continuïteit
kaart met zowel het later als het nu uit te zenden programma. Naast de
er geen hinder van ondervindt. Verzoeken kunnen worden ingediend bij de
straks-nu is er ook de mogelijkheid voor een straks-straks-nu, die bijvoor-
voor het net verantwoordelijke Redacteur Continuïteit.
beeld een overzicht van ‘de avond’ v.a. 20.30 uur kan geven en als doel heeft kijkers langer te binden. De aankondigingen eindigen met een titel-
Rijksoverheid (v/h Postbus 51), Socutera, goede doelen
kaart met programmatitel, uitzendtijdstip en net.
Evt. boodschappen van politieke partijen, Socutera of de Rijksoverheid worden rondom het Ster commercialblok geplaatst o.b.v. vaste afspraken. Zend-
Promo in Programma (PIP)
tijd voor on-air marketing wordt beperkt ingezet voor goede doelen. Met uit-
In specifieke gevallen wordt een promo-in-program gedaan. Vooral voor be-
zondering van SHO-campagnes wordt dit zeer terughoudend gepland.
kende programma’s, aantrekkelijk voor een groot publiek. Een pip is een
Goede doelen en omroepen kunnen tegen gereduceerd tarief commercialtijd
animatie van 10 seconden, in de bovenste 269 beeldlijnen van het televisie-
inkopen bij de STER voor niet programmagerelateerde uitingen.
scherm, die in de stijl van het te promoten programma is ontwikkeld. Deze wordt in het schema geplaatst door OAM bij diverse programma’s op strate-
Styleguide
gische kijkmomenten. Bij programma’s met een lengte tot en met 25 minu-
Per net is een styleguide ontwikkeld voor de styling van de netten. Ook zijn
ten niet meer dan 1x in beeld halverwege het programma, bij programma’s
richtlijnen opgesteld voor de huisstijl van advertising.
met een lengte van 26 minuten of langer 2x in beeld; éénmaal op 1/3 van het programma en nogmaals op 2/3 van het programma.
Start van programma’s
Pip’s worden vooral ingezet ter ondersteuning van promotiecampagnes voor
Het programma dient zo snel mogelijk daadwerkelijk te beginnen. De pro-
starts van netbepalende programma’s, evenementprogramma’s, finale uit-
grammaleader mag niet langer zijn dan 20 seconden. Het is wenselijk om
zendingen etc.
waar mogelijk de programmaleader niet helemaal aan het begin van de uit-
Om eventuele verwarring bij kijkers te voorkomen beperken we de inzet van
zending te zetten. Terugblikken naar de vorige aflevering kunnen incidenteel
pip’s zoveel mogelijk op het “eigen” net en sluiten we diverse programma’s
nuttig zijn (bijvoorbeeld bij dramaseries), maar mogen nooit langer zijn dan
op voorhand uit, zoals Journaal en Nieuwsuur, breaking news en progra-
1 minuut. Het is toegestaan dat de omroep indien gewenst kort (max. 3”)
mma’s over gevoelige onderwerpen zoals de dood.
haar naam of logo in beeld brengt.
Oproepen voor kandidaten, publieksreacties etc.
Afronding van programma’s en doorverwijzen
Uitgangspunt is dat oproepen voor kandidaten, publieksreacties en dergelijke
Zo gauw voor de kijker duidelijk wordt dat de uitzending afloopt
binnen het betreffende programma zelf worden gedaan (bijvoorbeeld met
(bijvoorbeeld als kandidaten worden bedankt of de aftiteling gaat lopen) is
Handboek Televisie 2014
98
de afronding van het programma begonnen. Het is belangrijk dat zo snel
aftiteling) gemaakt met daarbinnen voor omroepen de mogelijkheid om pag-
mogelijk wordt afgerond, zodat zoveel mogelijk kijkers de informatie voor
ina’s aan te maken en te vullen. Via de werkgroepen documentaire en drama
een volgend ‘publiek’ programma kunnen zien. Hiermee steunen omroepen
zijn er trainingen georganiseerd. Elke omroep heeft een eigen unieke en per-
elkaar in het behoud van kijkers. De afronding mag nooit langer duren dan
soonlijke login om pagina’s te maken en te onderhouden. Esther Laan van de
30 seconden, het devies is hoe korter hoe beter. Tijdens de afronding dient
NPO is aanspreekpunt voor gebruikersvragen. De omroepen zijn zelf verant-
doorkijkbevorderend beeld te worden getoond. M.a.w. de actie moet doorlo-
woordelijk voor het goed en inhoudelijk vullen van de site en wijzen één per-
pen. Omroepen beperken de aftiteling tot het hoognodige. Want net als slot-
soon per omroep aan als redacteur. Omroepen zijn aanspreekpunt voor de
teksten als “tot volgende week”, “tot slot” etc. gaan de kijkers vanwege afti-
producenten en makers van programma’s die een aftiteling wensen op de
teling zappen. Het aanbieden van een DVD of boek over het betreffende pro-
website.
gramma kan eventueel onderdeel vormen van de programma-afronding, mits dit is toegestaan op basis van de Mediawet en deze in totaliteit dus niet
Doorverwijzen
langer duurt dan 30” en er sprake is van doorkijkbevorderend beeld.
M&P is verantwoordelijk voor het plaatsen van promoties; de omroep mag
In de netredacties en het TDO is afgesproken om aftitelingen zo kort moge-
dus zelf geen promo’s monteren in het programma. Eventuele verwijzingen
lijk te houden ter bevordering van het doorkijken, de bedoeling is om enkel
naar een website, telefoonnummer, een aan het programma gelieerd radio-
nog de verplichtingen naar producenten en/of derden te melden.
programma of een themakanaal worden bij voorkeur in subtiele titels binnen het programma toegevoegd en niet aan het einde van het programma. Te-
Aftiteling van drama en documentaires ook op site
gen het einde van het programma komt een strap in beeld met daarop de
www.publiekeomroep.nl/aftiteling
tekst “na de Ster” en de titel van het volgende programma op het net. Deze
Dramaseries, films en documentaires eindigen op televisie in principe altijd
strap kan ook worden gebruikt om een relevante crossmediale verwijzing te
met een aftiteling. Omroepen vermelden hierin de belangrijkste functies,
maken. Bijvoorbeeld als op dat moment op een themakanaal van NPO 24
zoals hoofdrolspelers, scenarioschrijver en regisseur. De afronding van dra-
een programma start wat voor de dan kijkende doelgroep interessant kan
ma en documentaire mag ook nooit langer duren dan 30 seconden (inclusief
zijn.
omroepident). Op internet worden voor dramaprojecten en documentaires zoveel mogelijk
In (semi) live-programma’s is het wenselijk dat de presentator doorverwijst
makers vermeld. Denk daarbij aan: hoofdrolspelers, scenarioschrijvers, re-
naar het daaropvolgende programma op dat net.
gisseurs, producenten, bijrollen, componist filmmuziek, grafisch ontwerpers, cameraman, decor- en kostuumontwerpers, musici e.d.. Dit gebeurt overal
De laatste paar seconden van de programma-afronding (maximaal 5) is er
op uniforme manier. In de contracten nemen omroepen op dat producenten
de mogelijkheid een omroepident te vertonen. Let wel: een ident is geen
een lijst aanleveren aan de omroep met makers die genoemd moeten wor-
imagopromo, idents moeten daarom een redelijk neutrale boodschap heb-
den.
ben. Met als belangrijkste doel wederom: behoud van kijkers. Idents van
Er is door de NPO een speciale aftitelingssite (www.publiekeomroep.nl/
producenten of andere belanghebbenden zijn niet toegestaan. Op de
Handboek Televisie 2014
99
jeugdzenders NPO Zapp/-Zappelin worden geen omroepidents ingezet.
poverstijgend cq. daarbij is meer dan één omroep betrokken.
Omroep, Programma & Zenderidentificatie
De nadrukkelijke koppeling tussen omroep en programmatitel geldt ook voor
Naast eerdergenoemde omroepidents wordt van iedere omroep het logo in
advertising zoals printadvertenties of posters voor buitenreclame. Hiervoor
beeld gebracht tijdens zijn programma’s. Voor NPO Zapp/-Zappelin worden
zijn reeds regels vastgelegd in het huisstijlhandboek van de televisiezenders,
geen omroeplogo’s getoond maar een tekstvermelding gebruikt. Het plaat-
de plek van het omroeplogo is daarbij vastgelegd.
sen van die logo’s gebeurt in de eindregie en onder verantwoordelijkheid van DTV. Er worden daarbij twee uitgangspunten gehanteerd: een vaste maat-
Imagocampagnes ten behoeve van ledengebonden omroepen worden in be-
voering en een uniforme uitstraling (logo’s kunnen per zender verschillen).
perkte mate uitgezonden in eindregietijd met inachtneming van de regels
Er is afgesproken dat het omroeplogo links- en het netlogo rechtsboven in
van het Commissariaat voor de Media. Aan het eind van elk kalenderjaar
beeld wordt getoond. Er wordt één omroep vermeld per programma. Indien
wordt door M&P i.o.m. de marketing/communicatie afdelingen van omroepen
meerdere omroepen verantwoordelijk zijn, worden deze (maximaal twee)
een rooster opgesteld waarin elke ledengebonden omroep circa 3 weken
vermeld in tekst. Logo’s komen standaard 30sec. na begin programma en
campagnezendtijd krijgt. Deze verdeling zal door de omroepen onderling
30sec. voor einde programma (d.m.v. een 25-frames fade) in of uit beeld.
worden geregeld indien men er niet uitkomt zal er door NPO gekeken worden welke omroep het langst geleden een imagocampagne heeft gehad, die
Het is niet toegestaan om in de nabijheid van het netlogo structureel tekst
omroep krijgt dan voorrang in de conflicterende weken.
en/of geanimeerde plaatjes te tonen tijdens een programma, dit ter be-
Doorplaatsing bij de Ster kan de omroep zelf regelen. Hiervoor hanteert de
scherming van het merk en om te voorkomen dat het een storend element is
Ster een aangepast tarief. Om dubbeling in de uitzending te voorkomen
op andere platformen waar andere logo’s rechtsboven in beeld geplaatst
moet de omroep het uitzendschema delen met OAM.
worden. De logo’s zijn onderdeel van de merkvoering en daarom is er op bovenstaande geen concessie mogelijk.
Live logo DTV zal in eindregie waar relevant een live vermelding toevoegen onder het
In alle programmapromoties en teasers worden het net– en omroeplogo in
netlogo. Dit gebeurt bij grote live evenementen cq. programma’s die interac-
beeld getoond. Omroep en zender worden ook door de voice over benoemd,
tie met de kijkers oproepen. Bij dagelijkse live-programma’s zoals het NOS
tenzij de omroepnaam reeds in de programmatitel is verwerkt. De promoma-
Journaal wordt het live-logo niet toegevoegd.
ker geeft dit aan in zijn instructies in Promo Xchange. In aankondigingen wordt geen omroepnaam genoemd (wel getoond) omdat deze items zijn be-
Radio resttijd
doeld als gids en dus zo simpel mogelijk hun doorkijkbevorderende functie
Er bestaat een mogelijkheid om radioresttijd in te zetten ten gunste van pro-
moeten vervullen. Bij bepaalde thematische campagnes kan het in het be-
moties voor televisieprogramma’s. De verdeling van radioresttijd is op basis
lang van een heldere boodschap voorkomen dat slechts vanuit het net wordt
van de leefstijlgroepen en het maximum is 2 spots per zender per dag. Aan-
gecommuniceerd. Dergelijke campagnes zijn overigens vrijwel altijd omroe-
vragen vanuit de omroep worden gemaild aan de adviseur M&P, waarna ver-
Handboek Televisie 2014
100
deling van de resttijd plaatsvindt. De omroep is verantwoordelijk voor de aanlevering bij de Ster (moet digitaal via www.ear.nu). De lengte van de radiospots is altijd exact 20sec. Calamiteitentitels in Multi Channel Playout In de huidige MCP is het mogelijk om in geval van calamiteiten of grove schemawijzigingen d.m.v. een titel over het lopende programma met de kijker te communiceren. M&P neemt hier altijd de uiteindelijke beslissing over i.o.m. schemacoördinatie (de verantwoordelijke piketdienst).
Handboek Televisie 2014
101
BIJLAGE 7
CCC-Indeling en aansluiting op genres TV-programmering TELEVISIEPROGRAMMERING
CCC-INDELING
GENRESCHEMA'S SUBGENRE
HOOFDGENRE Nieuws
Categorie
CCC
Hoofd-indeling
CCC
non fictie
100
sport
200
non fictie
100
non fictie
100
sport
200
non fictie
100
nieuws
111
actuele sportinformatie
210
sportreportage
230
Actualiteiten
actualiteiten
112
Meningsvorming
meningsvorming
121
Religie
religie
131
Human interest
human interest
141
Human actua
human actua
142
Human culture
human culture
143
Sport
overige sportinformatie
220
Educatie
educatie
151
Service
service
152
factual
153
Zie onder
Fictie Nederlands
Nld educatieve fictie
311
Zie onder
Fictie Buitenlands
btl educatieve fictie
321
Spel & Quiz
educatieve quiz
Kunst
kunstinformate
(Historische) Dramaserie, Actieserie, Comedy, Vlaamse dramaserie, Regiodrama, Dramarerun, Soap
Fictie Nederlands
Nederlandse fictie
319
(Britse) Comedy, Detective, Speelfilm, Cartoons
Fictie Buitenlands
buitenlandse fictie
329
Sport
(Actuele) Talkshow, Documentaire, Media/Debat, Reportage, Debat/ Talkshow
Mens en Relatie, Format/Scripted Reality, Medische reality, Minderheden, Magazine, Royalty, Documentaire, (Sociaal) Experiment (Amuserende) Talkshow, Documentaire Diversiteit, venster op de wereld, talkshow, royalty, culturele evenementen
Wetenschap, Geschiedenis, Natuur & Milieu, Reizen & Cultuur, Samenleving & Werk, Persoonlijke Ontwikkeling, Geschiedenis & Reizen Consumenten, Recht, Verkeer, Opsporing, Travel
Dagelijkse spelshow Kunstinformatie, Documentaire
Talentenshow in het genre kunst, muziek en dans Cabaret/Standup comedy, Satire, Improvisatie, Sketch
Amusement
Muziekregistraties, Nederlandse muziek, Gewijde Muziek, Magazine. Popregistraties
Muziek en dans
300
411
amusement
400
132
non fictie
100
fictie
300
amusement
400
amusement
400
muziek
500
amusement
400
artistieke quiz
412 441
satire
442
populaire muziek
510
klassieke muziek
520
overige muziek
530
Adventure, Competitie, Grote Spelshow
Spel & Quiz
spelprogramma
419
Groot amusement, Personlityshow, Celebrity Docusoap
Amusement
overig amusement
430
NIEUWS
OPINIE
SAMENLEVING
KENNIS fictie
cabaret/kleinkunst
Domein
EXPRESSIE
AMUSEMENT
Magazine SchoolTV
ZaPP/Zappelin
Koepelprogramma’s: onderdelen worden achteraf op titelniveau gecodeerd
Vakantieprogrammering CCC-code die in de programmaoverzichten TV bij de afzonderlijke titels wordt opgenomen
Handboek Televisie 2014
102
Bezwaarprocedure CCC-codering
- Indien van toepassing wordt de instelling er daarbij op gewezen dat de titel niet valt onder één van de categorieën media-aanbod welke op grond van het bepaalde in artikel 2.106, tweede lid Mediawet 2008 mag worden
Sinds 1 januari 2008 geldt het classificatiesysteem, de Crossmediale Content Classificatie (CCC) De classificatie wordt sindsdien niet meer door de media-instellingen zelf uitgevoerd, maar door de NPO. De raad van bestuur heeft een procedure ontwikkeld die wordt gevolgd indien een heroverweging van de indeling wenselijk wordt geacht.
gesponsord. Voorts wordt de instelling erop gewezen dat er sprake is van een besluit is in de zin van de Awb en op de mogelijkheid tegen het besluit een bezwaarschrift in te dienen, als bedoeld in artikel 7:1 Awb. - Ten aanzien van de behandeling van het bezwaarschrift wordt de gebruikelijke procedure gevolgd. NB. Deze CCC-codering is voor Themakanalen nog niet operationeel.
Algemeen - Indien een instelling het niet eens is met de classificatie van een titel neemt de instelling contact op met de classificatiemedewerkers van de NPO. Eerste aanspreekpunt is Nicolette Nellen van de afdeling Kijk & Luister Onderzoek (KLO), te bereiken via het e-mailadres
[email protected] of op het nummer 035 – 6778072. De instelling vermeldt hierbij of de reden zich niet te verenigen met de classificatie verband houdt met de wens het betreffende media-aanbod te sponsoren. Geen relatie met sponsoring - Indien er geen relatie is met sponsoring wordt na uitwisseling van wederzijdse standpunten aan de media-instelling beargumenteerd gemeld of er aanleiding is de classificatie van de betreffende titel te wijzigen. - In dit geval bestaat er geen mogelijkheid bezwaar te maken tegen de uitkomst van deze heroverweging. Wel een relatie met sponsoring - Indien er wel een relatie is met sponsoring neemt de raad van bestuur na uitwisseling van de standpunten zo snel mogelijk een besluit over de uiteindelijke classificatie. De instelling wordt schriftelijk in kennis gesteld van het besluit tot classificatie van het media-aanbod.
Handboek Televisie 2014
103
Moment
Toestand
Beschrijving
Partij
A
- 3 maanden
Schema definitief
Schema door de schemacoördinatoren NPO compleet ingevoerd in Whats’On.
Dir. Televisie
B
- 8 weken
Programma’s door omroep aangeleverd aan de NPO
Alle programma’s zijn door de omroepen aangeleverd aan het centrale schemasysteem Whats’On van de NPO. Inclusief de vereiste metadata conform deze ‘Ketenafspraken’ (Zie ook Appendix B)
Omroepen
C
- 7 weken
Schema compleet met programma’s
Alle aangeleverde programma’s zijn door de schemacoördinatoren aan het uitzendschema gekoppeld. (geconcretiseerd).
Dir. Televisie
D
- 6 weken
Eerste uitlevering van gidsinformatie aan afnemers van NPOProgrammagegevens (PG)
De eerste uitlevering van gidsinformatie vindt plaats aan NPO - PG de afnemers van NPO-Programmagegevens (PG) van de in de Mediawet omschreven gegevens.
Bijlage 8 Tijdlijn volledig uitzendproces
Promo’s in schema gedefinieerd
(schema uit
De promotijdslots zijn door de NPO vastgelegd in het schema. NPO - Marketing & Promotie heeft met de omroepen afspraken gemaakt over de te produceren promoties.
Dir. Televisie
E
- 4 weken
Beschikbare gidsinformatie compleet
De beschikbare informatie voor de gidsen is door de omroepen ingevoerd en aangeleverd aan Whats’On.
Omroep Dir. Televisie
afspraken:
F
- 3 weken
Laatste aanvullende wijzigingen op gidsinformatie aangeleverd
De laatste redactionele opmerkingen zijn door de omroepen verwerkt en ingevoerd.
Omroepen
zie: www.
G
- 2 weken
Gidsinformatie compleet en verwerkt door PG t.b.v. gedrukte media die op weekbasis verschijnen
Alle Gids-informatie is door NPO-Programmagegevens (PG) verwerkt en wordt aangeboden aan de gidsen. Uiterste deadline afsluiting gedrukte gids door PG: woensdag 12:00 uur – 10 dagen voor nieuwe gidsweek. Voor EPG’s en gids.omroep.nl verwerkt PG mutaties door. Evenals voor gedrukte media die dagelijks programma-informatie publiceren.
Omroep Dir. Televisie NPO - PG
H
- 3 werkdagen
Ruw promotiemateriaal uiterlijk beschikbaar
‘Kaal’ promotiemateriaal en de vereiste promometadata dient 3 werkdagen voor de eerste uitzending op 12:00 uur beschikbaar te zijn voor NPO – Marketing en Promotie, tenzij anders overeengekomen.
Omroep Dir. Televisie
Keten-
Ketenafspraken.nl)
Handboek Televisie 2014
104
Moment
Toestand
Beschrijving
Partij
I
- 2 werkdagen
Alle metadata t.b.v. de uitzending zijn om 12:00 uur aangeleverd.
Door de omroepen is om 12:00 uur alle vereiste metadata conform de aanlevermomenten zoals beschreven in deze ketenafspraken aangeleverd aan het centrale schemasysteem van NPO Whats’On. Zie de appendix B.
Omroep NPO – Marketing en Promotie
J
- 48 uur
Programmamateriaal SLA-categorie ‘A’ aan- Omroepen: Al het materiaal van de categorie ‘A’ is beschikbaar geleverd. voor NPO-Traffic t.b.v. filecontrole. Voor de bijbehorende OWEbestanden geldt: eveneens 48 uur voor uitzending. Indien dit niet realiseerbaar is wordt DDU-Traffic geïnformeerd.
Dir. Televisie Ster
K
- 6 uur
Programma online via MAM-DDV beschikbaar
Van programma’s van SLA-categorie ‘A’ is de file verwerkt in het QC2-proces van DDV. Via MAM-DDV is een browsekopie beschikbaar voor de aanleverende omroep.
NPO - DDU
L
- 4 uur / - 2 uur
Aanlevering actuele programma’s en promoties uit de C1 en C2 categorie en semilive promoties
Programma’s, promoties en ondertitelbestanden van de programma’s uit de SLA-categorieën C1 en C2 zijn aangeleverd aan de DDV en beschikbaar voor NPO-Traffic.
Omroep Dir. Televisie NPO-Traffic
●
0 uur
Gidsinformatie compleet en verwerkt door NPO-Programmagegevens (PG) t.b.v. EPG en dagelijks verschijnende gedrukte gidsen
Alle aanvullende gidsinformatie is beschikbaar voor PG en wordt tot aan het uitzendmoment uitgeleverd aan de elektronische gidsen. Evenals aan gedrukte media die dagelijks programma informatie publiceren
NPO - PG
●
0 uur
Uitzending en distributie naar consument
Uitzending van het complete schema op NPO 1, 2 en 3 met promoties, Ster en programma’s. Opgebouwd uit live- en niet-live elementen.
NPO-DDU
M
+ 30 minuten
Publicatie op open internet ‘Uitzending Gemist’
Binnen 30 minuten na uitzending is het programma afkomstig uit productieland ‘Nederland’ beschikbaar op de portal uitzendinggemist.nl en de diverse mobiele platformen. (Binnen 15 minuten wordt het programma beschikbaar gesteld aan de providers van VOD en IPTV)
NPO-DDU
N
+ 4 uur
Programma beschikbaar voor hergebruik via iMMIx
Het uitgezonden programma afkomstig uit productieland ‘Nederland’ is 4 uur na uitzending zichtbaar en opvraagbaar. (gebaseerd op SD-materiaal)
NPO-DDU
O
+ 1 werkdag
Gerealiseerde uitzendtijden (as Run) verwerkt
De gerealiseerde uitzendtijden zijn op basis van de as run gegevens uit Omnibus (Colossus) verwerkt in Whats’On.
NPO-RZV
P
+ 1 kalenderweek (= 7 kalenderdagen)
Auteursrechteninformatie beschikbaar
De rechtengegevens (CRF) van programma’s en promoties zijn door de omroepen uiterlijk op dit moment aangeleverd aan Whats’On t.b.v. NPO-RZV NB: eerdere aanlevering van rechteninformatie is nadrukkelijk gewenst.
Omroepen Dir. Televisie NPO-RZV
Q
+ 4 kalenderweken
Auteursrechten-informatie gecontroleerd
Het rechtendossier is gereed en de controleperiode wordt afgesloten. Afgekeurde copyrightgegevens worden niet meer verwerkt
Omroepen Dir. Televisie NPO-RZV
Handboek Televisie 2014
105
functie
naam
tel.nr.
mobiel
email adres
Bijlage 9
NPO - Directie Televisie: Managementteam Directeur Televisie
Frans Klein
035 - 67 77406
[email protected]
Contact–
Netmanager NPO 1
Marcel Peek
035 - 67 77406
[email protected]
Netmanager NPO 2
Gijs van Beuzekom
035 - 67 77405
[email protected]
Netmanager NPO 3
Suzanne Kunzeler (a.i)
035 - 67 77405
[email protected]
Netmanager NPO Zapp/Zappelin
Suzanne Kunzeler
035 - 67 74082
[email protected]
Manager Coördinatie en Budgettering Programmering
Giny Mutsaers
035 - 67 73738
[email protected]
Manager Marketing & Communicatie
Jeroen Kramers
035 - 67 77458
[email protected]
Manager Aankoop
Hans Schwarz
035 - 67 78039
[email protected]
Directie/NPO1
Inge Schut
035 - 67 77406
[email protected]
NPO2/NPO3
Roos van der Pompe
035 - 67 77405
[email protected]
NPO Zapp/Zappelin
Deborah den Dulk
035 - 67 74082
[email protected]
Marketing & Communicatie
Amber Koman
035 - 67 77458
[email protected]
Aankoop
Yvonne van den Hoek
personen
NPO - Directie Televisie: Managementassistentie
035 - 67 73574/78039
[email protected]
NPO - Directie Televisie: Coördinatie programmering NPO 1 TV
Baukje Tjeerdsma
035 - 67 72223
[email protected]
NPO 2 TV
Caro van der Heide
035 - 67 73735
[email protected]
NPO 3 TV
Caroline van der Horst
035 - 67 77417
[email protected]
Jenny Peeters
035 - 67 73892
[email protected]
NPO Zapp/Zappelin TV
Astrid Versluijs
035 - 67 73707
[email protected]
NPO 1 en NPO 3 Non-lineair
Marije Andela
035 - 67 75896
[email protected]
NPO 2 en NPO Zapp/Zappelin Non-lineair
Dylan van Rijsbergen
035 - 67 72534
[email protected]
Secretaris MT-Televisie en TDO
Yvon van den Broek
035 - 67 77448
[email protected]
Directie Controller
Annemiek Heffels
035 - 67 74847
[email protected]
Series NPO 1, 2, 3
Mignon Huisman
035 - 67 73565/78039
[email protected]
Films NPO 1, 2, 3
Melvin Bruhn
035 - 67 74004/78039
[email protected]
Films NPO Zapp/Zappelin
Els Kuiper
035 - 67 74192/78039
[email protected]
Series NPO Zapp/Zappelin
Jean-Loeck van Kollenburg
035 - 67 73715/78039
[email protected]
NPO - Directie Televisie: Aankoop
Handboek Televisie 2014
106
functie
naam
tel.nr.
mobiel 06 - 22935954
email adres
NPO - Directie Televisie: Schemacoördinatie Schemacoördinator NPO 1
Henk Kuperus
035 - 67 77421
[email protected]
Schemacoördinator NPO 2
Christine Garritsen
035 - 67 77440
Schemacoördinator NPO 3/Dag-TV NPO 2
Wouter Verlaan
035 - 67 77422
06 - 53435105
[email protected]
Schemacoördinator NPO Zapp/Zappelin
Anneke Schoenmaker
035 - 67 77431
06 - 51715107
[email protected]
Assistent Schemacoördinator NPO 2-Zapp/Zappelin
Louisa Damo
035-67 77437
[email protected]
[email protected]
NPO - Directie Televisie: On Air Marketing Redacteur Continuïteit NPO 1
Arjan Boxelaar
035 - 67 72433
[email protected]
Redacteur Continuïteit NPO 2
Serkan Bekdemir
035 - 67 77433
[email protected]
Redacteur Continuïteit NPO 3
Remco van der Horst
035 –67 41058
[email protected]
Continuïteitsredacteur NPO Zapp/Zappelin
Alie Dekkers
035 - 67 77441
[email protected]
Medewerker On Air Marketing
Jannet Rasegfar
035 - 67 72350
Teamleider On Air Marketing
Jurgen de Vogel
035 - 67 77427
[email protected] 06 - 53807235
[email protected]
NPO - Directie Televisie: On Air Marketing (campagnes & projecten) Sr. Adviseur Marketing & Promotie
Chantal Ansems
035 - 67 72784
[email protected]
Adviseur Marketing & Promotie
Marion van Dam
035 - 67 74633
[email protected]
Adviseur Marketing & Promotie
Alex Spaanderman
035 - 67 77407
[email protected]
Adviseur Marketing & Promotie
Ilse Nikken
035 - 67 74483
[email protected]
Portalmanager
Esther Laan
035 - 67 72681
[email protected]
Portalmanager NPO Zapp/Zappelin
Liesbeth Demmenie - Lergner
035 - 67 72614
[email protected]
Projectleider Online
Rogier van den Brink
035 - 67 72597
[email protected]
Productcoördinator NPO Zapp/Zappelin
Elizabeth Bruggeman
035 - 67 72281
[email protected]
Productcoördinator
Roel Schilderman
035 - 67 72137
[email protected]
Productcoördinator NPO Zapp/Zappelin
Steven Beek
035 - 67 77345
[email protected]
Webredacteur NPO Zapp/Zappelin
Manon van der Neut
035 - 67 72723
[email protected]
Webredacteur
Frank ten Elsen
035 - 67 75373
[email protected]
Webredacteur
Frank Smeets
035 - 67 75222
[email protected]
Webredacteur
Jos Vink
035 - 67 74128
[email protected]
Webredacteur
Robert Zuijderduin
035 - 67 72676
[email protected]
Webredacteur NPO Zapp/Zappelin
Marlieke Lindhout
035 - 67 72927
[email protected]
NPO - Directie Televisie: Webredactie
Handboek Televisie 2014
107
functie
naam
tel.nr.
mobiel
email adres
Jeroen Verhoof Marit Fakkeldij Marcel Thebes Jojanneke Doorn Titia van Deventer
035 - 67 72050 035 - 67 72936 035 - 67 77445 035 - 67 72744 035 - 67 77408
06 - 53831627 06 - 51437922 06 - 53825078 06 - 10233609 06 - 53435278
Mary Dubbelaar Netty van Nieuwenhuizen
035 - 67 74256 035 - 67 72050 035 - 67 73702
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
035 - 67 74641 035 - 67 73158 035 - 67 73057 035 - 67 72495 035 - 67 74621
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
035 - 67 74401 035 - 67 74408 035 - 67 74406
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
035 - 67 73618 035 - 67 73698
[email protected] [email protected]
035 - 67 74862
[email protected]
035 - 67 73555
[email protected]
035 - 67 78035 035 - 67 78035 035 - 67 72812 035 - 67 72698
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
035 - 67 78500
[email protected]
NPO - Directie Distributie & Uitzending (DDU): Uitzenden Manager Teamleider Traffic Teamleider Eindregie Teamleider Inkoop Ketenafspraak / Planning & Control Traffic Secretariaat Secretariaat
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
NPO - Directie Distributie & Uitzending (DDU): Informatiesystemen Manager & changemanager Servicemanager Televisie Servicemanager Radio Servicemanager Online Informatie architect
Marcel Collette Hans Bauer Paul Termeulen Reinier van Rutten René Bout
NPO - Directie Distributie & Uitzending (DDU): Ondertiteling TT888 Manager TT888 Productie TT888 Productie TT888
Jurgen Lentz Leon Daniels Hans Harsevoort
NPO - Directie Distributie & Uitzending (DDU): Rechten en zendtijdverantwoording (RZV) Manager RZV Medewerker/Applicatiebeheerder
Francis van Haren Rob Krielaart
NPO - Directie Distributie & Uitzending (DDU): Programmagegevens (PG) Manager Programmagegevens
Miriam Kollaard
NPO - Directie Distributie & Uitzending (DDU): Servicedesk NPO ICT Servicedesk
Beeld en Geluid: klantenservice / helpdesk iMMIx / Manager Programma's Helpdesk iMMix Klantenservice Klantenservice Broadcast Professionals Manager Selectie&Registratie
Arno Korteman Ingrid Veenstra
Ericsson: Servicedesk Servicedesk
Handboek Televisie 2014
108
Directie TELEVISIE (DTV) NPO-gebouw, 4de verdieping Bart de Graaffweg 2 1217 ZL Hilversum Postbus 26444 1202 JJ Hilversum Secretariaat: 6777405/406 Postvak F44
Handboek Televisie 2014