HANDBOEK
RUIMTELIJKE PLANNEN
Versie:
1.2
Datum :
februari 2010
Vastgesteld college van B&W : 9 maart 2010
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ......................................................................................... 2 1. Inleiding .............................................................................................. 3 1.1 Inleiding .......................................................................................... 3 1.2 Doel en reikwijdte ............................................................................. 5 1.3 Status ............................................................................................. 5 2. Gebruik en Beheer ................................................................................ 7 2.1 Gebruik ........................................................................................... 7 2.2 Beheer ............................................................................................ 7 3. Opbouw plannen ................................................................................. 10 3.1 Algemeen ...................................................................................... 10 3.2 De planverbeelding ......................................................................... 13 3.3 De planregels ................................................................................. 16 3.4 De plantoelichting ........................................................................... 17 3.5 Milieutoets ..................................................................................... 17 4. Aanvulling/keuzen gemeente Stede Broec op RO Standaarden .................... 19 4.1 Enkelbestemmingen ........................................................................ 20 4.2 Dubbelbestemmingen ...................................................................... 20 4.3 Aanduidingen ................................................................................. 20 5. Van uitwisselbaarheid naar beschikbaarheid ............................................. 21 5.1 Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten ........................... 23 5.2 Gemeente -> Bureau (Uitbestedingsformulier) ..................................... 23 5.3 Gemeente -> Provincie .................................................................... 23 5.4 Bureau -> Gemeente (Opleveringsformulier) ....................................... 24 Bijlagen: o
RO Standaarden 2008 (downloaden)
o
Model Bestemmingsplan Toelichting
o
Milieutoetsen bij bestemmingsplanprocedures (downloaden)
o
Uitbestedingsformulier
o
Opleveringsformulier
2
1. Inleiding 1.1 Inleiding De gemeenten Stede Broec heeft in het kader van de invoering van de Wet ruimtelijke ordening die sinds 1 juli 2008 van kracht is, een Handboek Ruimtelijke Plannen beschikbaar. De noodzaak hiervoor is voortkomend uit: 1. verplichtingen en implementatie Wet ruimtelijke ordening met bijbehorende Regelingen; nu voorbereiden op periode per 1 januari 2010 waarna de o.a. “Regeling standaarden ruimtelijke ordening”, die de elektronische werkwijze conform RO Standaarden 2008 voorschrijft, van kracht zal zijn. 2. actualisering van het bestaande Handboek; dat was gebaseerd op o.a. niet meer actuele Wetgeving en Standaarden. 3. actualisering ruimtelijke plannen; doel hiervan is om, naast de reeds voorhanden zijnde werkvoorraad, een traject op te starten waarbij voor het gehele grondgebied van Stede Broec (zowel landelijke als komgebieden) worden herzien. Verder worden alle planregels op een eenduidige manier gestandaardiseerd. Uniforme plannen en regels vergroten de rechtsgelijkheid voor alle bewoners. Omdat de gemeente het essentieel vindt, dat te actualiseren ruimtelijke plannen op een eenduidige manier wordt opgesteld, willen dat ook doen en willen zij haar ‘aanvullende afspraken’ vastleggen in een ‘Handboek ruimtelijke plannen’. Het vastleggen van de eigen keuzes en afspraken over standaardisatie binnen de gemeente heeft namelijk grote meerwaarde bij de voorbereiding, vaststelling en uitvoering van ruimtelijke processen. 4. concrete praktijk; het kunnen aanbieden van een bestemmingsplan -bestek/controlemiddel t.b.v. opdrachten (door gemeente zelf) voor het opstellen van bv. bestemmingsplannen bij externe bureaus en overige initiatiefnemers voor hun plannen die gepaard dienen te gaan met een van de in de Wro genoemd instrumenten.
Voor de gemeente Stede Broec geldt voorshands het ambitieniveau (A; basis) dat niet verder gaat dan het voldoen aan de wettelijke verplichtingen. Er kan aan de wettelijke eisen worden voldaan, door werkzaamheden uit te besteden en minimale eigen technische infrastructuur in te richten. Het handboek bevat geen beleid of inhoudelijke aspecten. Het geeft enkel de werkwijze en vormgeving van het bestemmingsplan aan ten einde de efficiëntie bij het opstellen of het herzien van bestemmingsplannen te vergroten. 3
In de Wro worden een aantal ruimtelijke plannen genoemd als RO-instrumenten. De belangrijkste hiervan op dit moment zijn structuurvisies, bestemmings-, wijzigings- en uitwerkingsplannen en voorbereidingsbesluiten. Het meest concrete instrument is het bestemmingsplan mede omdat hiervoor vergelijkingsstandaarden zijn. Dit Handboek zal dan ook m.n. dit planinstrument behandelen maar bedoelt daar ook de andere ruimtelijke plannen mee.
Vanwege de nieuwe regelgeving is -juist nu tijdens de invoeringsperiode- in deze versie van het handboek uitgebreider stil gestaan bij de Wro om zodoende de betrokkenen optimaal te begeleiden. Een belangrijk feit is dat tot 1 januari 2010 de analoge versie van bestemmingsplannen en hier na de digitale versie rechtsgeldig is. Beide uitvoeringen blijven van toepassing. Bovendien zal de algemene wet bestuursrecht uitgaan van nevenschikking: naast elektronische vastlegging en verzending blijft op verzoek van een gebruiker analoge vastlegging en verzending bestaan. Bij het hoofdstuk ‘Opbouw plannen’ en de bijlage ‘Opleveringsformulier’ wordt hier extra aandacht aan besteed.
4
1.2 Doel en reikwijdte Om ruimtelijke plannen volgens een eenduidige en uniforme plansystematiek en aanpak op te kunnen stellen heeft dit Handboek tot doel: Standaarden en afspraken vast te leggen ten aanzien van het opstellen van ruimtelijke plannen in analoge (papieren) en digitale vorm op basis van de Wro.
Deze standaarden en afspraken gelden vooralsnog als werkafspraken voor externe planopstellers en hebben betrekking op: -
de toepassing van RO Standaarden 2008;
-
het benoemen en onderscheiden van bestemmingen en aanduidingen;
-
de opzet van de bijbehorende planregels en -toelichting;
-
de opzet van de bijbehorende planverbeelding;
-
het gebruik, aanlevering en beschikbaarstelling van plannen in digitale vorm;
-
de productie en inrichting van plannen in analoge vorm (afgedrukt op papier).
Daarbij gaat het om de toe te passen techniek, systematiek en/of verbeelding. Bij techniek staat centraal dat iedereen op dezelfde manier een planbestand aanbiedt of aangeboden krijgt, waarbij garanties bestaan over de fysieke vorm van het beschikbaar stellen en de feitelijke inhoud van het bestand. Verbeelding gaat over de vergelijkbare presentatie van planonderdelen. De systematiek is volgend aan de techniek maar zal de gemeentelijke beleidsaspecten dienen te waarborgen.
Het Handboek bevat gemeente-specifieke onderdelen die aanvullend zijn op de RO Standaarden 2008. Ook bevat het Handboek verwijzingen naar deze landelijke standaarden en bevat daardoor geen redundante informatie. Om deze redenen vormt de bijgevoegde bijlage 1 ‘RO Standaarden 2008’ een belangrijk onderdeel van dit Handboek.
Het werkproces voor de totstandkoming van (digitale) plannen binnen de gemeente Stede Broec staat niet beschreven in dit Handboek. Een vervolg op het digitale creëren van plannen, is het digitaal beheren, beschikbaar stellen en publiceren van deze plannen. Bij goede toepassing van het Handboek, is er aansluiting op –in het geval van de gemeente Stede Broec- de applicatie RoBeheer alwaar een valide IMRO-dataset kan worden ge-upload.
1.3 Status Dit Handboek -inclusief bijlagen- is bedoeld als standaard bij het (laten) vervaardigen en gebruiken van plannen voor de gemeente Stede Broec. Het Handboek is in de defi5
nitieve vorm bindend, inclusief de eventuele bijlagen. Slechts in bijzondere gevallen mag van het handboek worden afgeweken. Afwijkingen zijn pas mogelijk als de beheerder hiervoor toestemming gegeven heeft.
Bij het samenstellen van dit Handboek is gebruik gemaakt van VROM-publicaties en voorbeelddocumenten. Op deze manier is er efficiënt gebruik gemaakt van reeds verworven inzichten waarmee dit Handboek tot stand is gekomen.
6
2. Gebruik en Beheer 2.1 Gebruik Dit Handboek dient voor de gemeente Stede Broec als een bestek bij de uitbesteding van het maken van ruimtelijke plannen aan externe planopstellers, bv. stedenbouwkundige bureaus. Het Handboek dient tevens als controlemiddel voor de gemeente met betrekking tot de uitvoering en vormgeving van deze nieuw opgestelde plannen in digitale en analoge vorm.
Bij het opstellen van een plan dient gestart te worden met meegeleverde gemeentelijke standaardbestanden die als bijlagen bij het Handboek zijn genoemd. Deze bestanden zijn onderdeel geweest van eerder opgestelde plannen waarbij voortschrijdend inzicht in is verwerkt hetgeen de kwaliteit zal waarborgen van de plannen die er vervolgens mee opgesteld worden. Het zijn de ‘startdocumenten’ waarmee een nieuw plan bij aanvang specifiek opgesteld dient te worden.
2.2 Beheer De regievoering en het beheer van het Handboek inclusief de bijlagen ligt bij het taakveld Ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en economie (RVE). Beheerder van dit handboek is de taakveldcoördinator van het taakveld RVE. Het Handboek ruimtelijke plannen is een dynamisch document en geen eindproduct en is onderhevig aan voortschrijdend inzicht in inhoudelijke en technische aspecten. Daarom is bij het opstellen van dit handboek gekozen voor een flexibel model; een hoofddocument met bijlagen. Voor verbeteringen, aanvullingen of wijzigingen van het Handboek is een protocol van toepassing.
Bij constatering van eventuele onduidelijkheden c.q. tegenstrijdigheden dient dit te worden teruggemeld aan de gemeente, ter attentie van de beheerder. De gemeente zal daarna uitsluitsel verstrekken. In een offertetraject zal zowel de constatering/vraag als het antwoord van de gemeente aan de overige betrokken bedrijven c.q. instanties worden aangereikt. Voor externe bureaus is de projectleider van het betreffende bestemmingplan de eerste contactpersoon en bij de gemeente is de communicatie met de stedenbouwkundige bureaus, een verantwoordelijkheid van het taakveld RVE.
7
De digitale bestanden worden geleverd aan de taakveldcoördinator RVE. Deze vervult de rol van planregistrator. Technische toets wordt verzorgt door Taakveldcoordinator RVE i.s.m. Geo-Informatie. In RoBeheer vindt vervolgens de technische en inhoudelijke toetsen van het plan plaats. In RoBeheer worden o.a. algemene (meta) gegevens van het plan geregistreerd en is de historie van een plan te herleiden. Hierdoor is de actuele juridischplanologische situatie te raadplegen. De gemeente zal de technische en inhoudelijke correcties niet zelf uitvoeren. De onvolkomenheden en/of fouten worden gedocumenteerd. Het taakveld RVE koppelt deze bevindingen terug aan het stedenbouwkundige bureau. De digitale levering van het stedenbouwkundige bureau wordt door de gemeente geaccepteerd alleen dan wanneer deze op alle punten voldoet aan de opdrachtverstrekking en daarmee het handboek. Van afwijkingen wordt een logboek bijgehouden en als (tijdelijke/losse) bijlage bij het Handboek gevoegd.
Periodiek zal het Handboek worden geëvalueerd en indien noodzakelijk worden gewijzigd. Het initiatief tot evaluatie en wijziging ligt bij de beheerder.
Voorstellen tot wijzigingen dienen bij de beheerder te worden aangemeld. De suggesties voor verbetering worden besproken en beoordeeld door de “Beheergroep handboek bestemmingsplannen”. De leden van de beheergroep zijn: Edwin Jaring (afdelingshoofd VB), Marcel Kok (RVE), Angèle Halsema (RVE), Niels Appelo (Geo-Informatie), en Ruud de Frankrijker (Geo-Informatie).
Indien het Handboek (bv. naar aanleiding van het logboek) gewijzigd dient te worden dan zal dit moeten worden aangetekend in een overzicht ‘versiebeheer’. Dit overzicht dient duidelijk te maken welke wijzigingen worden doorgevoerd ten opzichte van de vorige versie met hierachter beknopt de reden. Via een hyperlink is het ook mogelijk (indien gewenst) om niet meer actuele versies van Handboeken te raadplegen. Voor iedere betrokkene binnen de gemeente en voor stedenbouwkundige bureaus moet steeds duidelijk zijn met welke versie van het handboek gewerkt wordt.
8
Overzicht versiebeheer Versie
Datum
Status
Reden
0.1
nov. 2009
1e concept
n.a.v. intake
1.0
dec. 2009
definitief
n.a.v. opmerkingen
Het Handboek dient in zoveel mogelijk situaties te voorzien, doch is niet uitputtend bedoeld.
De meest recente versie van dit Handboek zal op verzoek steeds beschikbaar worden gesteld door de gemeente Stede Broec.
9
3. Opbouw plannen 3.1 Algemeen Een plan dient goed en duidelijk toetsbaar te zijn. De Ministeriële regeling standaarden ruimtelijke ordening noemt de RO standaarden 2008 die de basis zijn voor het vormgeven, inrichten en beschikbaar stellen van visies, plannen, besluiten, verordeningen en algemene maatregelen van bestuur. Deze RO standaarden zijn (o.a.):
Standaard voor Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten (STRI2008)
Informatiemodel Ruimtelijke Ordening (IMRO2008)
Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2008)
Van deze standaarden is IMRO2008 normstellend voor de codering van ruimtelijke instrumenten (alle visies, plannen, besluiten e.d.). IMRO 2008 is van belang voor applicatiebouwers en als referentie voor andere IMRO gerelateerde documenten. IMRO2008 wordt beschreven zonder uit te weiden over de praktische toepassing van het model voor het coderen van digitale ruimtelijke instrumenten. Alle voor dit toepassingsdoel benodigde informatie is opgenomen in een aantal voor de gemeente toepasselijke praktijkrichtlijnen: -
Praktijkrichtlijn Bestemmingsplannen (PRBP2008)
-
Praktijkrichtlijn gemeentelijke Structuurvisies (PRgSV2008)
-
Praktijkrichtlijn Gebiedsgerichte Besluiten (PRGB2008)
Bij deze laatste zijn de volgende instrumenten van toepassing:
voorbereidingsbesluit
beheersverordening
(tijdelijke) ontheffing buitenplans
buiten toepassingsverklaring beheersverordening
Bij vervaardiging van een (bestemmings)plan, zal als eerste referentie dit Handboek inclusief de bijgevoegde bijlagen (start-en/of referentiebestanden) gebruikt dienen te worden. Hierin kunnen eventueel specifieke -voor de gemeente Stede Broec- planonderdelen zijn opgenomen. Zo niet, dan dienen altijd de RO Standaarden 2008 te worden toegepast.
10
In de Wro worden een aantal ruimtelijke plannen genoemd als RO-instrumenten. De belangrijkste hiervan op dit moment zijn structuurvisies, bestemmings-, wijzigings- en uitwerkingsplannen, project- en voorbereidingsbesluiten. Het meest concrete instrument is het bestemmingsplan mede omdat hiervoor vergelijkingsstandaarden zijn (SVBP). Dit Handboek zal dan ook m.n. dit planinstrument behandelen maar bedoelt daar ook de andere ruimtelijke plannen mee. Voor desbetreffende instrumenten dienen uiteraard de desbetreffende praktijkrichtlijnen toegepast te worden.
Bestemmingsplannen Er mogen t.o.v. SVBP2008 én hoofdstuk 4 van dit Handboek géén nieuwe bestemmingen worden toegepast. Hiermee wordt m.n. bedoeld dat er vooralsnog geen hoofdgroepen mogen worden opgesplitst. De gemeente Stede Broec gaat ervan uit dat verbijzonderingen en/of differentiaties middels aanduidingen worden toegepast (i.p.v. uitgesplitste bestemmingen). Ook dienen de aanduidingen uit het Handboek en daarna uit de SVBP2008 te worden toegepast. Bij toepassing van de zogenaamde ‘specifieke’ aanduidingen, mag het specifieke middels een benaming worden aangegeven (in plaats van cijfer(s)).
Met de analoge versie van een bestemmingsplan wordt bedoeld; het plan afgedrukt op papier. Het betreft dan de plan/bijlage-kaart(en)-verbeelding op schaal geplot en de planregels en –toelichting op A4-formaat geprint. In dit Handboek wordt er vanuit gegaan dat de in het opleveringsformulier genoemde PDF/A-1 bestanden: 1. de inhoud van de digitale versie één-op-één presenteren 2. de analoge weergave exact één-op-één representeren; deze PDF-bestanden zijn gebruikt bij het plotten op papier van de plankaarten.
De SVBP -onderdelen van de RO Standaarden 2008 en verankerd in nieuwe wetgeving- bevat bepalingen omtrent de opbouw en verbeelding van bestemmingsplannen. Bestemmingsplannen kunnen hierdoor eenvoudig, duidelijk en op een vergelijkbare wijze worden geraadpleegd. Samengevat zijn er bepalingen opgenomen voor: •
wijze van analoge en digitale bestemmingsplan verbeeldingen
•
opbouw bestemmingsplan legenda
•
wijze van vertonen van (gekoppelde) plan-informatie
•
toepassing bestemmings- hoofdgroepen en –functies
•
toepassing aanduidingen
•
opbouw en inrichting bestemmingsplan regels en toelichting
11
De SVBP staat -binnen bepaalde afspraken- specifieke afwijkingen, aanvullingen c.q. toepassing toe die de gemeente Stede Broec in hoofdstuk 4 hebben opgenomen.
Verderop in dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe de onderdelen van de bestemmingsplannen opgebouwd dienen te worden. De landelijke standaarden zelf zijn niet opgenomen; zie hiervoor bijlage 1. Achtereenvolgens komen de bestemmingsplan verbeelding, de -regels en de -toelichting aan de orde.
In zijn algemeen wordt aanbevolen om de verschillende versies en onderdelen van het plan goed herkenbaar en bijeen (ZIP) te houden. Dit kan door een goede lay-out en door een heldere vermelding van een aantal belangrijke gegevens op de pagina's van de onderdelen van het plan. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan vermelding van: identificatie, correcte namen, projectcode en -fasen en datums waarop de betreffende versie is vrijgegeven. In het gehele plan -maar m.n. in de toelichting- dient vermelding van bronnen worden te worden opgenomen.
In diverse Praktijkrichtlijnen en in de Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten (RO Standaarden) zijn ook bepalingen opgenomen m.b.t. naamgeving en inrichting van de uiteindelijke plandocumenten, die vervolgens in aanmerking komen voor validatie, beheer, waarmerken, beschikbaar stellen en publiceren om zodoende te voldoen aan de minimale digitale verplichtingen conform de Wro. De validator van Geonovum voert hier (o.a.) de controle op uit.
12
3.2 De planverbeelding Algemeen In plaats van plankaart wordt voortaan gesproken over planverbeelding. Voor de planverbeelding geldt in de eerste plaats dat deze duidelijk (leesbaar) moet zijn. De planverbeelding moet (alleen) zaken bevatten die juridisch relevant zijn. Alles wat de planverbeelding bevat (met uitzondering van de ondergrond en verklaringen), moet daarom terug te vinden zijn in de planregels. Dit uitgangspunt wordt gehanteerd om de verbeelding zo rustig en leesbaar mogelijk te houden. Overige informatie hoort thuis in de plantoelichting. Afwijkingen op de hieronder genoemde aspecten zijn (na instemming van de beheerder) mogelijk als de leesbaarheid en toepasbaarheid van de planverbeelding hierdoor toeneemt. Afhankelijk van het kaartverbeelding dienen arceringen qua kleur of intensiteit omwille van leesbaarheid en rustig kaartbeeld te worden aangepast.
Analoog De analoge planverbeelding conform de SVBP2008 wordt in ieder geval toegepast wanneer deze wordt afgedrukt op papier. In dit geval dienen er omwille van de inrichting van de plankaart afspraken gemaakt te worden.
Standaard levert de gemeente bij opdrachtverlening een extern bureau bestanden aan t.b.v. planverbeelding (zie bijlage 4) waaruit dan o.a. ook zal blijken hoe de ondergrond ingericht c.q. gepresenteerd dient te worden en aangevuld met de begrenzing van het plangebied (in cad-formaat).
De (ontwerp-)schaal van de plankaart is 1:1000 voor stedelijk en 1:5000 voor landelijk gebied tenzij naar aanleiding van het plangebied anders na overleg is afgesproken. Bij meerdere plankaartenbladen dient op elk afzonderlijk deelblad een overzicht van de bladindeling en een legenda voor te komen. Voor de verdeling van de kaartbladen zal vooraf een instemming van de gemeente moeten worden verkregen. De kaartbladen zijn noordgericht; blad 1 is meest noordwest-blad en laatste blad meest zuidoost-blad. De verhouding van de lijndiktes is 1 : 2 : 3 : 6 (ondergrond : aanduidinggrens : planen bestemmingsgrens : bouwgrens). Het meten van horizontale afstanden in het rechtsgeldige digitaal geografisch bestand, kan exact op basis van de aanwezige geometrie/ondergrond. De nauwkeurigheid hiervan is dan uiteraard bepalend voor de nauwkeurigheid van het meetresultaat. De lijn-
13
dikte op een beeldscherm wordt bepaald door een aantal pixels. De lijn zelf is een verbinding tussen 2 coördinaten uitgedrukt in b.v. tienden van millimeters. Het meetresultaat van het meten in of op andere planbestanden kan beïnvloed worden door het betreffende bestandsformaat en/of het analoge (meet-)materiaal.
Digitaal Voor de verplichte digitale planverbeelding conform de SVBP2008 zal de gemeente Stede Broec gebruik maken van de RO-Online-service (www.ruimtelijkeplannen.nl) en zal er een aanvullende planverbeelding op de gemeentelijke website worden gepubliceerd.
Ondergrond Voor het vervaardigen van de analoge plankaartverbeeldingen zal gebruik gemaakt worden van de meest recente ondergronden. Naast de eerder genoemde verhoudingen van de lijndiktes, dient de uitvoering in de kleur grijs te zijn.
De ondergrond maakt geen deel meer uit van het digitale plan. Toch moet men (op verzoek) het plan op de gebruikte ondergrond kunnen tonen (zie art. 1.2.4. Bro). Per moment van besluitvorming (bijvoorbeeld het vaststellen van het voorontwerp, ontwerp, definitief) dient de ondergrond (digitaal) gearchiveerd en gefixeerd te worden. Het plan verwijst nog wel naar de bij het opstellen van de analoge verbeelding (plankaart) gebruikte ondergrond (IMRO-attribuut). Bij digitale planverbeelding kan het plan met wisselende ondergronden geraadpleegd worden
De gbkn-ondergrond geeft de topografische kenmerken van het plangebied weer (bebouwing, wegen, waterlopen etc.). De kadastrale gegevens betreffen o.a. eigendomsgrenzen en perceelnummers. Doel van de ondergrond is om de gebruiker duidelijk inzicht te geven in waar een straat, huisnummer, perceel, gebouw, waterloop o.i.d. zich bevinden en om een goede plaatsbepaling en een juiste situering van de planobjecten mogelijk te maken. De plotfile (pdf-formaat) die de plankaart bevat kan worden beschouwd als een ‘hard-copy’ waar ook de ondergrond op schaal verbeeld wordt.
De GBKN van de gemeente Stede Broec is een samenstelling van deze twee type ondergronden en wordt door de gemeente in het desbetreffende cad-formaat (eventueel aanvullend) aangeleverd bij opdrachtverlening aan een extern bureau. Indien gewenst c.q. beschikbaar kan de gemeente (ook) andere broninformatie aanleveren. Denk hierbij aan de begrenzing plangebied (plancontour), de kadastrale en topografische kaart, kabels, leidingen, luchtfoto’s. Door de gemeente aangeleverde geografische bestanden bevatten altijd coördinaten op basis van het Rijksdriehoekstelsel. 14
Standaard/aanvullend Afhankelijk van de gebruikte software kunnen er aanvullend andere bestandsformaten dan de standaardformaten uitbesteed dan wel opgeleverd worden. Dit laat onverlet dat een planverbeelding altijd RO Standaarden 2008-proof dient te zijn. De gemeente Stede Broec kan daarom aanvullend de bestanden opgeleverd willen hebben die onderdeel zijn geweest bij het opstellen van het plan wanneer er met Microstation en RoPlan is gewerkt.
15
3.3 De planregels Algemeen Algemeen uitgangspunt voor de planregels is dat deze helder, inzichtelijk, leesbaar en goed raadpleegbaar zijn. De indeling van de regels van het bestemmingsplan en op de wijze waarop een bestemmingsregel is opgebouwd en ingedeeld is conform de SVBP 2008. Zo hier ook wat betreft enkele veel voorkomende begrippen, de wijze van meten, de slotregel en hoe de regels van het bestemmingsplan worden genummerd. Aanvullingen hierop zijn mogelijk en komen eventueel aan bod in hoofdstuk 4. Er wordt gebruik gemaakt van het lettertype Verdana met puntgrootte 10.
Analoog De planregels afgedrukt op papier zijn vormvrij.
Digitaal In het uiteindelijke digitale document moet het mogelijk zijn om met behulp van zgn. bladwijzers/hyperlinks andere planonderdelen te benaderen (ontsluiten). Dit betreft in ieder geval:
vanuit inhoudsopgave naar de aldaar opgenomen hoofdstukken, artikelen en bijlagen bij de regels.
naar plantoelichting
naar bijlagen
Elk bestemmingsregel (artikel) en elk artikel betreffende een gebiedsaanduiding is een afzonderlijk document (enkel- en dubbelbestemmingen per artikel) met eventueel interne verwijzingen naar begrippen, leden en/of subleden.
Standaard/Aanvullend Standaard levert de gemeente bij opdrachtverlening aan een extern bureau een referentieplan dat als uitgangspunt geldt bij de opstelling van regels voor een volgend plan. Afhankelijk van de gebruikte software kunnen er aanvullend andere bestandsformaten dan de standaardformaten uitbesteed dan wel opgeleverd worden. Dit laat onverlet dat de planregels altijd RO Standaarden 2008-proof dienen te zijn.
16
3.4 De plantoelichting De plantoelichting geeft een toelichting op het bestemmingsplan en dient een duidelijk beeld te geven van het bestemmingsplan en van de daaraan ten grondslag liggende onderzoeken, beleid en gedachten. Ook de resultaten van het proces en procedure van het plan moeten opgenomen worden. Vooral een goede afstemming tussen de plantoelichting en de beide juridische onderdelen van het bestemmingsplan (planregels en -verbeelding) is van groot belang. Specifieke foto’s, tabellen, toelichtingkaartjes en illustraties worden vooralsnog integraal in de plantoelichting opgenomen. Hieronder kunnen ook niet-juridisch relevante planverbeeldingsonderdelen worden verstaan. Originele bestanden van ingevoegde onderdelen in de plantoelichting zullen ook in JPEG- of PDF-formaat separaat worden opgeslagen.
Analoog De plantoelichting afgedrukt op papier zijn vormvrij.
Digitaal In het uiteindelijke digitale document moet het mogelijk zijn om met behulp van zgn. bladwijzers/hyperlinks andere planonderdelen te benaderen (ontsluiten). Dit betreft in ieder geval:
vanuit inhoudsopgave naar de aldaar opgenomen hoofdstukken, (sub-)paragrafen en bijlagen bij de toelichting.
naar planregels
Standaard/Aanvullend Standaard levert de gemeente bij opdrachtverlening een extern bureau standaard plantoelichting (zie bijlage 2) waaruit dan o.a. ook zal blijken hoe de regels zijn ingericht. Afhankelijk van de gebruikte software kunnen er aanvullend andere bestandsformaten dan de standaardformaten uitbesteed dan wel opgeleverd worden. Dit laat onverlet dat de planregels altijd RO Standaarden 2008-proof dienen te zijn.
3.5 Milieutoets Hoe om te gaan met water, ecologie, natuur, bodem, cultuurhistorie, archeologie, luchtkwaliteit, geluid en externe veiligheid bij bestemmingsplanprocedure staat be-
17
schreven in het rapport “Milieutoetsen bij bestemmingsplanprocedures in Stede Broec” (zie bijlage ). Deze beleidsnotitie kan als onderlegger worden gebruikt bij het opstellen van een nieuw bestemmingsplan.
18
4. Aanvulling/keuzen gemeente Stede Broec op RO Standaarden De gemeente Stede Broec past de RO Standaarden 2008 toe. Naar aanleiding van hun praktijk zullen er aanvullingen en eventueel afwijkingen voorkomen. Afwijkingen t.o.v. de RO Standaarden zullen door de gemeente altijd gemotiveerd worden. In alle andere gevallen en zonder een aparte vermelding hieronder, zijn de voorkomende bestemmingsplanonderdelen met een logische interpretatie met de beschikbare standaarden toe te passen. Ten aanzien van de STRI2008 is de volgende keuze gemaakt om tot het indentificatienummer (IND) voor ruimtelijke plannen van de gemeente Stede Broec te komen. Onderdelen hierbij zijn:
plantype (Wro-instrument);
code BV BUV BP EP PB SV TOB UWP VB
plantype beheersverordening buiten toepassingverklaring beheersverordening bestemmingsplan exploitatieplan projectbesluit structuurvisie tijdelijke ontheffing buitenplans uitwerkings- en wijizgingsplan voorbereidingsbesluit
plancode die altijd door de gemeente Stede Broec wordt bepaald en uitgegeven. Dit zal resulteren in een zo logische naam die het meest de echte plannaam benaderd en daaruit ook af te leiden valt.
fase;
code CC VO ON VG OH GC
fase concept voorontwerp ontwerp vastgesteld onherroepelijk geconsolideerd
volgnummer; de laatste 2 karakters die altijd ophogend zijn, ook bij een nieuwe fase. (bv. CC01, CC02, VO03, ON04, VG05, VG06, OH06)
Hetgeen kan leiden naar bv. volgende IDN: NL.IMRO.0532.BPpeperstraat10-VG03
Voor de ondergrond wordt door de gemeente de volgende naamgeving gehanteerd; 19
o_{IDN}{ddjmmjjjj}.dgn waarbij het datumveld de datum betreft dat de ondergrond vanaf het gemeentelijke computernetwerk is gekopieerd.
Ten aanzien van de SVBP2008 zijn vooralsnog de volgende aanvullingen en specifieke keuzen gemaakt. Hieronder is een totaalopsomming weergegeven, dus inclusief de reguliere SVBP-onderdelen. Indien er geen aanvullingen, bv. codering zijn aangegeven, dan is de SVBP van toepassing.
4.1 Enkelbestemmingen Agrarisch Bedrijf Bedrijventerrein Detailhandel Detailhandel - Tuincentrum Groen Natuur Maatschappelijk Maatschappelijk – Begraafplaats Maatschappelijk – Gezondheidszorg Maatschappelijk – Uitvaartcentrum Maatschappelijk – Zorgcentrum Recreatie Sport Verkeer Verkeer - Railverkeer Verkeer - Verblijf Water Water - Natuur Wonen
4.2 Dubbelbestemmingen Leiding – Gas Leiding – Hoogspanning Leiding – Hoogspanningsverbinding Leiding – Riool Leiding – Water Waarde – Archeologie Waarde – Cultuurhistorie Waarde – Natuur Waterstaat – Waterkering Waterstaat – Waterhuishouding
20
4.3 Aanduidingen
Gebiedsaanduidingen
milieuzone - stiltegebied wro-zones - wijzigingsgebied I t/m .. vrijwaringszone - molenbiotoop
Functie-aanduidingen
agrarische bedrijf (ab) aquaduct (aq) baggerspeciedepot (bsd) bedrijfswoning (bw) brandweerkazerne (brk) cultuurhistorische waarden (cw) ecologische verbindingszone (evz) geluidscherm (gs) glastuinbouw (gt) horeca van categorie ? (h=?) {?=1 t/m 6} jachthaven (jh) nutsvoorziening (nv) speelvoorziening (sp) opslag (op) verblijfsrecreatie (vr) volkstuinen (vt) waterberging (wb) Specifieke vorm van; agrarisch – dienstverlenend bedrijf (sa-dvb) agrarisch – fotostudio (sa-fst) agrarisch – handelsbedrijf (sa-hb) maatschappelijk – fietsenstalling (sm-fs) recreatie – dagkampeerterrein (sr-dk) recreatie – groepskampeerterrein (sr-gk) recreatie – paviljoen (sr-pv) recreatie – trekkershutten (sr-thu) recreatie – waterberging (sr-wb) verkeer – viaduct (sv-vi) water – brug of duiker (swa-br) water – brug of duiker doorvaarbaar(swa-brd) water – botenopslag (swa-bop)
Figuur-aanduidingen
relatie
21
Bouw-aanduidingen
antennemast [am] bijgebouwen [bg] gestapeld [gs] karakteristiek [ka] onderdoorgang [ond] provinciaal monument [pm]
specifieke bouwaanduidingen: overkapping [sba-o] rijksmonument [sba-r] gemeentelijk monument [sba-g]
Maatvoerings-aanduidingen
Maximum aantal wooneenheden Maximum bouwhoogte Maximum bebouwingspercentage Maximum goot- en bouwhoogte
22
5. Van uitwisselbaarheid naar beschikbaarheid 5.1 Standaard Toegankelijkheid Ruimtelijke Instrumenten Als overheden hun ruimtelijke plannen maken volgens de RO Standaarden 2008, kunnen deze worden gebruikt in ruimtelijke processen en procedures. Voorbeelden hiervan zijn de planvoorbereiding en wettelijke procedures uit nWro, zoals de op elektronische wijze beschikbaarstelling bij ontwerp en vaststelling.
Uitgangspunt is dat de gegevensset compleet en als één onlosmakelijk geheel wordt verzonden c.q. toegankelijk en beschikbaar wordt gesteld. De locatie of opslag kan via internet (filesharing, TFP, Web) maar ook (tussentijds) een cd-rom zijn. Autorisatie dient de toegang tot b.v. de webadressen te garanderen. De webadressen betreffen de zgn. URL’s van bepaalde locatie op computerservers. Deze adressen kunnen tijdelijk dienen t.b.v. filesharing, webservices of t.b.v. definitieve brondata-locaties (cf. STRI).
De vereisten zoals in dit hoofdstuk bedoeld, gelden voor elke levering in elke fase/versie van planbestanden.
5.2 Gemeente -> Bureau (Uitbestedingsformulier) Bij opdrachtverlening zal de gemeente het externe adviesbureau diverse bestanden en informatie beschikbaar stellen zodat het bureau de opdracht kan uitvoeren zoals door de gemeente geformuleerd en verwacht wordt. Hiervoor zal de gemeente zich te conformeren aan het uitbestedingformulier (zie bijlage).
5.3 Gemeente -> Provincie Op het moment van schrijven is onbekend wat de provincie wenst te ontvangen bij digitale uitwisseling van bestemmingsplannen. Daarom is hierover niets in het handboek opgenomen. Zodra door de provincie duidelijkheid hierover is gegeven, wordt deze paragraaf overeenkomstig aangevuld. Op de website van de provincie Noord-Holland worden wel enkele praktische tips gepubliceerd, zie: http://www.noord-holland.nl/web/show/id=81146/contentid=1359.
23
5.4 Bureau -> Gemeente (Opleveringsformulier) In de RO Standaarden 2008 staat beschreven welke bestanden met welke benamingen tenminste uitgewisseld dan wel beschikbaar gesteld dienen te worden. Deze zijn ook opgenomen in een opleveringsformulier. Dit formulier omvat ook wat verzender en ontvanger van de totale gegevenset van het digitale bestemmingsplan elkaar willen mededelen. Het adviesbureau als opdrachtnemer dient zich te conformeren aan het opleveringsformulier (zie bijlage).
24