HAN
BLAD
Van buiten naar binnen #07 / SEPTEMBER 2007
Van buiten naar binnen. Dát is waar het om draait in het moderne HBO-onderwijs. Door de buitenwereld van de praktijk naar binnen te halen, het onderwijs in, leren studenten al tijdens hun studie hoe het is als het er echt toe doet. Niet langer lopen ze als een schaduw mee met h u n s t a g e b e g e l e i d e r, o m a l l e s w a t h i j d o e t nog eens dunnetjes over te doen – zonder toegevoegde waarde te kunnen leveren. In het moderne onderwijs van de HAN dénken studenten Autotechniek niet alleen over een nieuw prototype van een auto, ze bóuwen ‘m ook en zorgen dat ie drie maanden later staat te glimmen, op de AutoRAI. PABO-studenten worden er klaargestoomd, niet om straks met een krijtje de leerstof te kunnen uittekenen op het bord, maar om hun leerlingen te helpen hun talenten te ont-
dekken in een uitdagende, want praktijkgerichte onderwijsomgeving. En studenten Commerciële Economie werken er met een innovatieve tool , ontwikkeld door het bedrijfsleven, om daarmee in korte tijd niet alleen de commerciële afdeling van een bedrijf te analyséren, maar ook te verbeteren - eigenhandig. Van buiten naar binnen. De keiharde deadlines, de hoge kwaliteitseisen en de state of the art technieken en processen van de buitenwereld naar binnen te halen, het onderwijs in. Om zo afgestudeerden af te leveren waar die buitenwereld direct iets aan heeft. Dát kenmerkt het moderne HBO-onderwijs van de HAN. In deze uitgave van het HANblad de bewijsvoering.
Redactie HANblad
The knowledge of the world is only to be acquired in the world, and not in a closet. Lord Chesterfield, Engels st aatsman en schrijver (1694–1773)
pagina 10 Prautotype: in drie maanden een innovatieve auto
pagina 12 Aanbevelen is niet genoeg, het moet echt werken
pagina 14 HAN-studenten helpen ATAG aan betere arbeidsomstandigheden
pagina 16 Onderwijsdebat bij opening studiejaar HAN
pagina 20 Competentiegericht onderwijs: Leven volgens een plan
pagina 22 ‘Hey, yo! Check this out’
Inhoud pagina 24 Arnhem onderkent economisch belang creatieve klasse
pagina 26 Hogeschool-alumnus Saskia van der Vies, hoogleraar Biochemie
pagina 29 ‘Ik wil les van een docent die uitdaagt’
WUC Cycling 2008 en HAN gaan samen voor goud Dinsdag 11 juli is de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen of ficieel par tner geworden van de World Universit y Championship Cycling 20 0 8. In de week van 19 tot en met 26 mei 20 0 8 strijden studenten uit de hele wereld in de omgeving van Nijmegen om een titel in de disciplines mountainbike cross-countr y, mountain-bike marathon, individuele tijdrit en de wegwedstrijd. WUC Cycling 20 0 8 en de HAN vinden elkaar in de passie voor spor t . De WUC Cycling wil studenten uit de hele wereld inspireren om voor goud te gaan. De HAN deelt deze missie. Met het Instituut voor Sport en Bewegingsstudies, twee bachelor-sportopleidingen (Leraar Lichamelijke Opvoeding en Sport Gezondheid en Management), een expertisecentrum voor Sport en Beweging (Seneca) én diverse andere opleidingen die de sportwereld als studieobject hanteren, laat de HAN zien dat zij sport hoog in het vaandel heeft staan. De hogeschool vindt het daarom ook vanzelfsprekend om, naast de Radboud Universiteit Nijmegen, partner te zijn van de WUC Cycling 2008. Studenten van de HAN zullen actief deelnemen aan de voorbereidingen en organisatie van de WUC Cycling 2008. Onder begeleiding van docenten van de HAN en experts van de WUC Cycling maken zij bijvoorbeeld plannen voor de logistiek of communicatie en realiseren zij een deel van de uitvoering. Daarnaast organiseert de HAN een congres over
sport en gezondheid. Studenten, medewerkers en relaties van de HAN krijgen ook de kans om zelf in actie te komen bij een van de wedstrijden of tourtochten. Meer informatie: www.wucc2008.com
De kracht van massacreativiteit Hij bedacht Bridget Jones, is de lievelingsadviseur van Tony Blair, verzorgde de openingslezing bij de Nobelprijsuitreiking en is de eerste westerling die de Chinese regering adviseer t over creativiteit. Afgelopen voorjaar verzorgde Charles Leadbeater een Masterclass op de HAN. Onderwerp: hoe mensen verspreid over de wereld dankzij internet kunnen samenwerken en hun gezamenlijke creativiteit kunnen inzetten om te vernieuwen en te veranderen. Leadbeater bleek een begenadigd verteller; de ruim driehonderd aanwezigen in Musis Sacrum hingen aan zijn lippen. Hij beschreef, naar aanleiding van zijn derde boek ‘We-think, the power of mass creativity’ dat we moeten overleggen en communiceren om creatief te zijn: ‘All creativity comes from conversation.’ Dit nog niet uitgegeven boek is integraal te downloaden van internet om zo reacties en tips te verzamelen en aanpassingen te verrichten die leiden tot de definitieve versie. Ook hier dus de kracht van massacreativiteit.
Charles Leadbeater: ‘Innovation always means interaction.’
Leadbeater hield zijn lezing in de serie HAN Creative Masterclasses, waarin grootheden als Kjell Nordström, Richard Florida, Isaac Getz en Pekka Himanen hem voorgingen. De dag na zijn lezing ging hij nog uitgebreid in discussie over hetzelfde onderwerp met een geselecteerd gezelschap excellente studenten. De volgende HAN Creative Masterclass is gepland op 5 november, ditmaal in de Nijmeegse Vereeniging. Zie ook het bericht ‘Monkey business’ op de volgende pagina. Meer informatie: www.han.nl/masterclass
BRAVO: voorkomen is beter dan genezen De HAN-opleidingen Ergotherapie en Sport Gezondheid en Management heef t onderzoek uitgevoerd naar de leefstijl van medewerkers van de schoonmaakdienst en de centrale keuken van ‘de Radboud’. Uitgangspunt van dit Leefstijlprogramma’s is dat Arbo-activiteiten niet pas bij een klacht van de werkvloer moeten beginnen, maar veel eerder. ‘BRAVO’ staat voor Bewegen Roken Alcohol (en drugs) Voeding Ontspanning. Op die punten hebben de studenten Hilde Beerens en Maarten Paalman van de opleiding Sport Gezondheid en Management (SGM), en Louise de Lange en Martj e Huijben van de opleiding Ergotherapie, de leefstijl in kaart gebracht. Als het goed zit met ‘BRAVO’ dan leef je volgens de huidige normen gezond. BRAVO kun je dus ook gebruiken voor een verbeterplan. Het project mikt op bewustwording, want gedragsverandering die wordt opgelegd, werkt niet. Een eerste aanwijzing was al het erg hoge ziekteverzuim. De leefstijl van de mensen in de twee afdelingen kon inderdaad beter, zo bleek uit het HAN-onderzoek. Ze rookten bijvoorbeeld teveel en bewogen te weinig; nogal voor de hand liggende punten om aan te pakken. Paalman en Beerens zijn de eerste afgestudeerden van de SGM-opleiding en scoorden ‘goed tot zeer goed’ met dit onderzoek. Bijzonder voor hen was het te merken dat praktijksituaties in organisaties altijd complexer zijn dan je vanuit de theorie verwacht. Vooral dàt maakte het onderzoek voor hen interessant. Paalman: ‘Mij viel op dat
mensen heel verschillend tegen gezondheid en sport aankijken. Een medewerker met lage rugklachten zei bijvoorbeeld dat hij gewoon wel naar de sportschool mòest. ‘Beter voor de rug, en dan werk ik ook beter.’ Daarentegen stuitte je bij anderen op scepsis over de waarde van sport.’ Te g e n p r e s t a t i e s Paalman begrijpt dat de doelgroep niet zo ontvankelijk is voor louter informatieve praatjes. De houding daartegenover is er een van ‘dat zal wel’. Daarom stonden als tegenprestatie voor de medewerkers aan het onderzoek ondermeer gezonde voedingsadviezen en een kennismakingsprogramma met verschillende sporten op stapel. Dat zou lopen via de personeelsvereniging. Maar ja; soms zit ’t mee; soms zit ’t tegen. Die adviseringsfase moest even blijven liggen. De reorganisatie van de schoonmaakafdeling stak een spaak in het wiel. Marc Boschker, begeleider: ‘Volgens ‘het boekje’ moet je afdelingen in reorganisatie niet lastigvallen met interventies. Maar wat in het vat zit, verzuurt niet.’
‘Monkey business’ in HAN/NRC lezing Of het nou om mensen, bacteriën of apen gaat : ons gedrag wordt bepaald door een evolutionair strategiespel dat gericht is op overleven. Wat oogt als welover wogen managementbeslissingen van beschaafde leiders zijn niets anders dan apestreken – monkey business , dus. De Amerikaan David Barash, successchrijver en hoogleraar Evolutionaire Psychologie aan de Universiteit van Washington in Seattle laat zien op grond waarvan wij beslissen om samen te werken dan wel elkaar te beconcurreren. En: waarom zijn wij creatief ? De HAN/NRC Publiekslezing 2007 laat zien waar ons gedrag vandaan komt. Barash bekijkt het buitenlandbeleid van George Bush, of het gedrag van investeerders tijdens een ‘markt-zeepbel’ door dezelfde bril als de pissebedden die in de Golf van Californië op sponzen leven. Om het geheel wat beschaafder te houden, trekt Barash de vergelijkingen in zijn nieuwste boek door naar de handel en wandel van befaamde personages uit de wereldliteratuur. De HAN/NRC Publiekslezing 2007 vindt plaats in De Vereeniging in Nijmegen op maandagavond 5 november vanaf 20.00 uur. Op dinsdagochtend 6 november geeft David Barash een bijzondere masterclass waarvoor slechts een beperkt aantal plaatsen beschikbaar is. Voor meer informatie, kijk op www.han.nl/masterclass of neem contact op met Franka Janssen van HAN Event, (024) 353 04 98.
4
5
HANBLAD NR.7
VAN BUITEN NAAR BINNEN
Hart voor onderwijs, ondernemende gedrevenheid en een open blik Interstudie NDO combineert hart voor onderwijs met ondernemende gedrevenheid en een open blik. Wij denken van ‘buiten naar binnen’, de actuele ontwikkelingen in en om het onderwijs zijn uitgangspunt voor alle diensten. Met ruim zestig ervaren organisatieadviseurs en trainers vertegenwoordigt Interstudie NDO een enorme expertise op het terrein van onderwijsinnovatie, organisatie-inrichting en professionalisering van management, teams en docenten. We zijn actief in po, vo, mbo en hoger onderwijs én in sectoren die hiermee verbonden zijn, zoals jeugdzorg, overheden en kenniscentra.
Onze werkvelden omvatten: • Leiderschapsontwikkeling • Assessment en werving & selectie • Professionalisering van docenten en teams • Onderwijskundige ontwikkeling • Human Dynamics™ • Organisatieadvies • Interim-management • Toegepast onderzoek
Kijk voor meer informatie op www.interstudie-ndo.nl
Interstudie NDO Willemsplein 23 6811 KB Arnhem T (026) 353 73 00 F (026) 353 73 33 E
[email protected]
Nieuwe websites HAN Expertisecentra Post-HBO-opleidingen, cursussen, trainingen, dienst verlening en onderzoek. Een groot aantal daar van is te vinden op acht nieuwe websites van de HAN E xper tisecentra die vlak voor de zomer vakantie de lucht in zijn gegaan. Hier kunnen bedrijven en instellingen terecht die op zoek zijn naar opleidingsmogelijkheden voor medewerkers of kennisvragen hebben. Maar ook individuele personen kunnen gebruikmaken van het zeer brede aanbod van master s, cur sussen, trainingen en workshops. Onder wijs op HBO- of post-HBO-niveau of bedoeld voor MBO’ers die door willen stromen naar het HBO. De volgende expertisecentra hebben nu een nieuw jasje: ∏ Informatica, Media en Communicatie, dat opleidingen aanbiedt over onderwerpen als Datawarehouse-ontwerp, Relationele Databases en SQL, maar ook trainingen Conflicthantering, Leidinggeven en Timemanagement. ∏ Bedrijfskunde, HRM en Recht; dit centrum biedt onderwijs aan over onderwerpen als Aanbestedingsrecht & Inkopen, Personeelsmanagement voor leidinggevenden en Verandermanagement. ∏ Commercieel, Communicatie, Management en Talen; hier kan men terecht voor opleidingen als Business English Cambridge Higher, NIMA A en B en Zertifikat Deutsch. ∏ Financieel Management, biedt een Masters of Science in Controlling, maar ook opleidingsmogelijkheden over onderwerpen als Bedrijfseconomie voor Non-financials en Strategisch Risicomanagement.
BioCentre, dat focust op opleidingen op het gebied van de Industriële Microbiologie. Ook verzorgt dit centrum bij- en nascholingscursussen over laboratoriumtechnieken. ∏ Built Environment, verzorgt post-HBO-opleidingen als Kostendeskundige Bouw en Installatietechniek en Installatiekosten voor Bouwkundigen. ∏ Automotive, biedt de Master of Automotive Engineering, een post-HBOopleiding als Automotive Management, maar ook de Minor Intelligent Vehicles. ∏ Engineering, biedt een uitgebreid pakket aan opleidingen en cursussen op verschillende niveaus met gevarieerde leervormen voor professionals in de techniek. ∏
De vormgeving van de websites van deze acht centra sluit aan bij die van het VDO opleidings- en adviescentrum. Dit centrum verzorgt Masters als de Master Bedrijfskunde in Zorg en Dienstverlening en de Master in Managing Human Resources. De complete informatie over het aanbod van deze negen Expertisecentra is te vinden op www.han.nl. Daar wordt per centrum ook informatie gegeven over het aanbod aan trainingen op maat, adviestrajecten, stages en onderzoek. Tevens is hier informatie te vinden over de lectoraten die actief zijn op de werkgebieden van de centra. De lancering van de nieuwe websites voor de overige expertisegebieden staat gepland voor dit najaar.
Ton van den Hout neemt afscheid Op 24 mei nam prof. Ton van den Hout in de S t evenskerk van Nijmegen af scheid als lector Zorgmanagement van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Hij hield een rede en gaf persoonlijk een orgelconcer t.
hij een concert. Ton van den Hout werd uitgeluid met speeches van Ron Bormans, lid College van Bestuur, en Walter van Gisbergen, directeur faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij van de HAN.
Zorgmanagement was één van de eerste lectoraten van de HAN. Het heeft zijn bestaansrecht bewezen. Toen in oktober 2006 de eerste termijn van vier jaar erop zat, lag verlenging dan ook voor de hand. Van den Hout bleef aan tot er een opvolger was gevonden in de persoon van Rijk van Kooij MBA. De opdracht van Van den Hout was om bedrijfskundige benaderingen te vertalen naar de (gezondheids)zorg. Het gaat om thema’s als marktwerking, alliantievorming, succes en falen in samenwerking, bestuurlijke dilemma’s en het overheidsbeleid. Van den Hout onderhield nauwe contacten met het bedrijfsleven, dat nieuwe markten ziet in de zorgsector. Die samenwerking leidde tot nieuwe profielen voor bestuurders en managers in de zorg. Dat mondde uit in een geaccrediteerde professionele masteropleiding. Van den Hout heeft tot na zijn 65e doorgewerkt, omdat hij daar plezier aan beleefde. Nu neemt hij meer tijd voor andere belangrijke zaken des levens, zoals het bespelen van het König-orgel in de Nijmeegse Stevenskerk. Tijdens zijn afscheid nam hij daarop een voorschot: met medewerking van Jetty Podt – organist titulair van de Stevenskerk – gaf
6
7
HANBLAD NR.7
VAN BUITEN NAAR BINNEN
HAN sluit convenanten met Randstad en ACT Juni-oogstmaand. Dat mogen we zo wel stellen want de HAN tekende maar liefst t wee convenanten. Op 4 juni met ACT ( St. Achterhoeks Centrum voor Technologie ) en op 21 juni met Randstad. Frans de Jong, manager van het E xper tisecentrum Manufacturing legt uit : ‘Het doel van de HAN is om zijn opleidingen zo dicht mogelijk tegen de beroepspraktijk aan te zet ten, dus werkt zij samen met bedrijven. Tegelijk komt dan de kennis binnen de HAN makkelijker voor die bedrijven vrij.’ Beide convenanten gelden voor vier jaar met een automatische verlenging tenzij een van de partijen ‘halt’ roept. Beiden werken met een jaarlijks actieplan. In 2007 wordt eerst de structuur van deze samenwerkingen opgezet. Het doel van de samenwerking met ACT is vergroting van het innovatief vermogen en daardoor de concurrentiekracht van het MKB. Voor 2007 staat het volgende op stapel: ∏ de instelling van een lectoraat Maakindustrie, dat zich toespitst op de Achterhoek; ∏ het aanzwengelen van stages, afstudeeropdrachten en gastdocentschappen; ∏ het ‘ontsluiten’ van het HAN-studentenpotentieel voor de Achterhoekse maakindustrie door een gezamenlijke studenten-bedrijvenmarkt te
organiseren en door continue presentatiemogelijkheden binnen de HAN te scheppen waar bedrijven gebruik van zullen maken; ∏ participatie van de HAN in het ACT-project Zorginnovatie; ∏ participatie van de hogeschool in de opzet en bemensing van een regionaal innovatiecentrum. Randstad wil als HR-dienstverlener samenwerken met opleidingsinstituten om de HRM-discipline verder te ontwikkelen. Het bedrijf constateert een behoefte aan kennisontwikkeling en kennisdeling op vlak van HRM en arbeidsmarkt. Het ziet mogelijkheden om studeren en werken te combineren waardoor de aansluiting van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt verbetert. Dat komt mooi uit gezien het streven van de HAN om de opleidingen te laten aansluiten bij de beroepspraktijk. Dit jaar moet het volgende zijn gerealiseerd: ∏ de instelling van een gezamenlijk lectoraat HRM; ∏ samenwerking met bestaande lectoraten, vooral van de faculteit Educatie; ∏ een baangarantie voor rechtenstudenten; ∏ verkenning van samenwerkingsmogelijkheden van de faculteit Economie & Management met Randstad-Finance, van HAN-VDO met Randstad-Gezondheidszorg en tussen de afdelingen Techniek van de twee partners.
De volgende IT-generatie In één dag op de hoogte zijn van de stand van zaken, trends, en toepassingen van modellering, systeemspecificatie en applicatiegeneratie ; dat was de hoge ambitie van het congres ‘Information Systems : The Nex t Generation’. Bijgepraat worden over de laatste stand van zaken op IT-gebied via lezingen, praktisch onderzoek en praktijkvoorbeelden. En natuurlijk via het ontmoeten van collega’s en vakgenoten in de wandelgangen. Het congres werd half juni georganiseerd door de Informatica Communicatie Academie (ICA) en het lectoraat Data Architectures & Metadata Management van de HAN. Ruim honderdtwintig deelnemers bevestigden de interesse vanuit het werkveld; veel ICT-bedrijven, oudstudenten en HAN-medewerkers. Veel praktijkvoorbeelden passeerden de revue, vanuit de HAN, maar vooral ook van buiten de deur: onder andere toepassingen bij de KLM, de Rabobank en het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam.
In dat laatste project bouwde het Erasmus, via een bij het HAN-lectoraat ontwikkelde CaseTalk tool, aan een interne data-warehouse om zo eenvoudig en helder mogelijk informatie uit het ziekenhuisinformatiesysteem te destilleren. Door het gebruik van verschillende systemen en programma’s verloopt data-uitwisseling vaak moeizaam, maar deze methode maakt het mogelijk. Het gerenommeerde IT-blad Computable heeft het Erasmus-project inmiddels genomineerd als meest innovatieve ICT-project in de zorg. Deze succesvolle aanpak wordt door het toeleverende bedrijf Atos Origin als het Metadata Frame aangeduid, met een knipoog naar het HAN-lectoraat dat achter de ontwikkeling zit. Volgens dagvoorzitter en ICA-directeur Deny Smeets waren de congresgangers zeer tevreden. ‘Het is duidelijk dat informatiemodellering steeds belangrijker wordt, daarover heerst onder de deskundigen een sterke convergentie. En ik heb alle deelnemers bij de opening een‘niet tevreden, geld terug-garantie’ gegeven. Er is niemand om z’n geld gekomen’, formuleert Smeets het met een lach.
Samenwerkingsverband beroepsonderwijs verbetert doorstroom MBO-HBO Het Nederlandse beroepsonderwijs levert meer gediplomeerde leerlingen op als VMBO, MBO en HBO beter op elkaar aansluiten. Daarom hebben de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en vijf ROC’s uit die regio in 2000 het samenwerkingsverband RxH (voorheen R4H) opgericht. De ROC’s zijn Graafschap College, ROC A12, ROC Nijmegen, ROC Rijn IJssel en ROC de Leijgraaf. De afgelopen jaren heeft dit een aantal succesvolle doorstroomtrajecten MBOHBO opgeleverd.
deze doelen te bereiken. In de afgelopen jaren is zeer veel bereikt en wordt RxH overal gezien als een succesvol samenwerkingsverband.
De regering wil dat meer leerlingen in het beroepsonderwijs succesvol doorgaan met een vervolgopleiding. De onderwijsinstellingen van RxH geven met hun samenwerking vorm aan dit regeringsbeleid. RxH laat namelijk meer leerlingen van MBO naar HBO doorstromen. Ook moeten meer doorstromers echt afstuderen door lesstof en niveau beter op elkaar te laten aansluiten. Behalve met de doorstroomprojecten manifesteert RxH zich in de regio als een samenwerkingsverband. Onder het motto ‘Samen zijn we sterker’ bundelen de zes regionale instellingen voor beroepsonderwijs hun expertise en innovatieve krachten. Dit consortium leidt vragen uit maatschappelijke instellingen en bedrijfsleven naar de gewenste plaats. Langs geleidelijke weg kunnen kennis- en expertisecentra tot stand komen die handelen onder één handelsnaam. De naam RxH staat voor ‘de chemie’ tussen de partners die nodig is om
Voor meer informatie: Frank Verhoeven HAN Service Centrum Onderwijs
[email protected]; Jonathan v Deutekom HAN Smart Business Center
[email protected]. 2003
2004
2005
Toename
Rijn IJsselcollege
16,8%
20,6%
21,7%
29,2%
ROC A12
16,6%
20,7%
21,1%
27,1%
ROC Graafschap College
20,7%
23,7%
25,1%
21,3%
ROC Nijmegen
17,5%
20,8%
22,9%
30,9%
Gemiddeld
17,9%
21,5%
22,7%
26,8%
De afgelopen jaren is het percentage mbo’ers dat doorstroomde naar de HAN gestegen. De Leijgraaf is niet opgenomen in deze cijfers, omdat deze ROC pas in 2005 tot RxH is toegetreden.
Cursus biedt toegang tot Duitse markt Twee jaar geleden heeft het Expertisecentrum Economie & Management van de faculteit Economie & Management van de HAN samen met de Fachhochschule Bochum het scholingsprogramma Leadership Management opgezet. Speciaal voor het MKB. Het programma behandelt in een periode van tien weken thema’s als marketing, financiën en personeelsbeleid. Het wordt gegeven in Kleve, net over de grens met Duitsland, omdat het – Engelstalige – programma bedoeld is voor Duitse én Nederlandse MKB’ers. Nu blijkt Leadership Management veel Duitse ondernemers te trekken, maar nauwelijks Nederlandse. ‘En dat is jammer’, meent William Smits van het Experisecentrum. ‘Immers, het levert niet alleen veel managementinzichten op, het biedt ook een grensoverschrijdend netwerk dat toegang kan geven tot de zeer aantrekkelijke Duitse markt.’ Overigens doet het Expertisecentrum nog veel meer voor ondernemers. Daarbij valt te denken aan onderwijs op maat en in house, over bijvoorbeeld financiën of belastingtechnische vraagstukken. Maar ook biedt het marketingopleidingen aan als NIMA A en B. ‘En we geven ook taalcursussen. Duits en Engels natuurlijk, maar onlangs hebben we voor een bedrijf ook een in house-cursus Chinees verzorgd.’ www.fem.han.nl/bedrijven
8
9
HANBLAD NR.7
VAN BUITEN NAAR BINNEN
Prautotype eyecatcher
HAN-studenten bouwen in drie maanden innovatieve auto
‘Hier ging het om het echie’
‘Ont werp een concept car . Kom met innovaties en laat zien wat er momenteel gebeur t in de autowereld. Deadline : de AutoR AI, over drie maanden.’ Met dat verzoek benaderde een t v-producent de opleiding Autotechniek van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. De opleiding ging die uitdaging aan, met Menno Mer ts als coördinator. Mer ts, onderzoeksmedewerker bij het lectoraat Mobiliteitstechnologie, zocht een groep medewerkers, studenten en mogelijke bedrijven om mee samen te werken. ‘Het was méér dan de moeite waard want het ging om het ‘echie’. Geweldig voor studenten als ze op de AutoR AI naast hun eigen product kunnen staan glimmen.’ Nederland is altijd een autoland geweest, en hoewel heel wat industrie in die sector verloren is gegaan, gebeurt er nog van alles op autogebied. Er is een florerende vrachtwagenindustrie en er zijn veel vernieuwende fabrikanten van onderdelen. De allereerste vraag binnen de groep was: wat willen we precies bouwen? Eigenlijk was iedereen het er snel over eens: we bouwen een verstandige auto. Hij moet niet te groot zijn, zuinig, schoon maar wel een stoere en
sportieve uitstraling hebben. Voor de buitenkant werd ontwerper Marcel Bastiaans ingeschakeld en die ging aan het werk samen met studenten van de opleiding Industrieel Product Ontwerpen (IPO). De studenten Autotechniek en Werktuigbouwkunde gingen aan de slag met de technische aspecten. Het hele proces werd gevolgd door RTL-7 die er negen weken lang een uitzending van een half uur over maakte, met Erik de Zwart als presentator. Studenten Met de uitvoering van de opdrachten vervulden sommige studenten hun stage, anderen deden het als projectonderdeel van hun studie en weer anderen wilden vrijwillig meedoen vanwege de uitdaging. Merts: ‘In het begin waren de studenten wel wat sceptisch. Hoe moet dat nou? Komen we op televisie? Dat lukt nooit in drie maanden. Maar al snel werd iedereen enthousiaster. Normaal eindigt een project in een stapeltje papier. Maar hier ging het om ‘het echie’. Het is voor studenten natuurlijk geweldig als ze op de AutoRAI naast hun eigen concrete product staan te glimmen.’ Die AutoRAI was de absolute deadline en veroorzaakte een enorme tijdsdruk. Merts: ‘We hadden maar drie
op AutoRAI Menno Merts Onderzoeksmedewerker lectoraat Mobiliteitstechnologie ‘Normaal eindigt een project in een stapeltje papier’
maanden, van het bepalen van het concept, het engineeren tot het daadwerkelijke bouwen. Maar we hebben het gered.’ Sabine Dekkers is tweedejaars Autotechniek en was de enige vrouwelijke medewerker aan het project. Ze werkte aan het brandstofsysteem en de transmissie. ‘Dit is gewoon een heel mooie kans. Je komt nu al in aanraking met bedrijven, dat heb je normaal nooit. Het is ook een goede ervaring om binnen een team te werken. En ik wil laten zien dat vrouwen ook echt wel voor zo’n opleiding kunnen kiezen.’ Ze zou de auto wel verder willen ontwikkelen, vooral op het gebied van veiligheid en snelheid. ‘En dan lekker gaan rondrijden natuurlijk. Langs terrasjes en zo; met zo’n auto trek je absoluut de aandacht!’ Haar jaargenoot van Werktuigbouwkunde Nick van Gennip wilde ook per se meedoen. ‘Ik was er meteen van overtuigd dat het een uniek project was. Qua inhoud veel grootser dan andere projecten op school. En de spirit binnen het team was heel ambitieus.’ Positief Op de AutoRAI werd de auto zeer positief ontvangen, zowel door het publiek als door de autowereld. Er zitten dan ook nogal wat vernieuwende zaken in, bijvoorbeeld de wielophanging. Die is tijdens het rijden via een camberverstelling in te stellen op sportief of normaal gebruik. De aandrijving geschiedt via een Wide Expansion tweecilindermotor met variabele compressie die het brandstofvermogen en de CO2-uitstoot halveert zonder het motorvermogen (100 pk) of de prestatie (200 kilometer per uur) aan te tasten. Verder is de besturing volledig elektronisch, het dashboard vervangen door een touchscreen voor de bedieningsfuncties en kent de auto geen buitenspiegels; achteruitkijken gebeurt via monitoren. Natuurlijk konden de studenten en het lectoraat het niet alleen. Veel instanties en bedrijven werden inge-
10 11
HANBLAD NR.7
schakeld bij de uiteindelijke uitvoering. De Rijksdienst voor het Wegverkeer (RVD) werkte mee, evenals het ministerie van VROM. Brezan leverde onderdelen, en het revolutionaire motorconcept kwam van Gomecsys, een Nederlands bedrijf van een oud-HAN-student Autotechniek. Het chassis is vervaardigd van dunwandig hoge sterkte staal dat werd geleverd door Corus en het Nederlandse Nedcam zorgde tijdens het proces voor een schaalmodel en een één-op-één model. Proces Ondanks de gigantische werkdruk kijkt Merts zeer tevreden terug. ‘We hebben een prima product neergezet dat bovendien goed is ontvangen. Maar eigenlijk ben ik nog meer tevreden over het proces. Je begint met niks en moet binnen drie maanden met een eindproduct komen. Je kunt dan goed zien hoe studenten leren. In het begin hebben ze de neiging om met elk probleempje aan te komen zetten. Of ze kijken elkaar aan en wachten op de eerste zet van de ander. Tijdens het proces worden ze steeds pragmatischer en uiteindelijk komen ze met de mededeling dat ze dit of dat probleem tegen zijn gekomen en dat ze dat zus of zo opgelost hebben.’ Het proces past volgens Merts ook uitstekend binnen het nieuwe flexibele onderwijs dat de hogeschool enkele jaren geleden startte. Het is zeer praktijkgericht, de studenten komen direct in aanraking met bedrijven en ze leveren een tastbaar product af.
Sabine Dekkers Tweedejaars Autotechniek ‘Je komt nu al in aanraking met bedrijven, dat heb je normaal nooit’
Joop Pauwelussen Lector Mobiliteitstechnologie
Ook lector Mobiliteitstechnologie Joop Pauwelussen is enthousiast over het project. ‘Het had zonder studenten nooit kunnen slagen. Een prachtig voorbeeld ook hoe er een brug geslagen kan worden tussen verschillende opleidingen, zoals nu IPO, Autotechniek en Werktuigbouwkunde. Een uitdaging om nu al na te denken over onze rol als opleidingsinstituut bij een mogelijke voorzetting via Prautotype 02.’
VAN BUITEN NAAR BINNEN
‘Zonder studenten had het nooit kunnen slagen’
Aanbevelen is niet geno MtD-Knowledge Box voorkomt dat afstudeeronderzoeken in de la verdwijnen
Voorheen kwamen studenten in hun afstudeeropdracht vaak niet verder dan aanbevelingen aan hun afstudeerbedrijf. Met de MtD-K nowledge Box vliegen ze nu door de analysefase heen en houden dan nog voldoende tijd over om hun oplossingen te implementeren. De er varingen bij Commerciële Economie zijn zeer positief. Rappor ten verdwijnen niet meer in de la, maar leiden daadwerkelijk tot verbeteringen. ‘Onze MtD-Knowledge Box vormt de link tussen de theorie van de opleiding Commerciële Economie (CE) en de praktijk van het bedrijfsleven.’ Martin ten Donkelaar is bijzonder enthousiast over de samenwerking die hij met de HAN-opleiding heeft kunnen opzetten. Momenteel zijn drie duo’s van afstudeerders bezig de Knowledge Box in te zetten bij drie verschillende bedrijven, om op de resultaten daarvan af te studeren. ‘Zo komen ze al werkende weg heel veel theorie uit hun opleiding tegen,’ aldus Ten Donkelaar. William Smits, docent van de CE-opleiding, deelt dat enthousiasme: ‘SWOT-analyses, klantgerichtheid, marketingcommunicatie… Allemaal onderwerpen die in de opleiding aan bod komen en die door de Knowledge Box, in de praktijk terugkomen.’ S n e ll e anal y s e De Knowledge Box waar Ten Donkelaar en Smits over spreken is ontwikkeld door MtD Solutions, de businessconsultancy waar Ten Donkelaar directeur is. De methodiek van de box is erop gericht in acht weken tijd een analyse te maken van de commerciële organisatie van een bedrijf, uitmondend in concrete verbetervoorstellen.
e g, het moet echt werken Afstudeerders wijzen Diabolo de weg Ronald Brakenhoff van ICT-dienstverlener Diabolo heeft net twee HAN-studenten Commerciële Economie uitgezwaaid die bij zijn Arnhemse onderneming de MtD-Knowledge Box hebben toegepast voor hun afstudeeropdracht. Hij stelt vast dat dat hulpmiddel het proces van analyseren en verbeteren versneld heeft.
William Smit
Martin ten Donkelaar
Ronald Brakenhoff
Docent CE-opleiding
Directeur MtD Solutions
Medewerker Diabolo
‘Vrijblijvend aanbevelen is niet
‘Er blijft voldoende tijd over voor
‘De afstudeerders hebben dit
meer voldoende’
implementatie’
keer zelf de probleemstelling
waar ze mee aan de slag gaan. Nu
geformuleerd’
hebben ze zelf die probleemformulering
‘Normaal gesproken reiken wij afstudeerders zelf een probleemstelling aan
gedaan nadat ze onze salesorganisatie, ons marketingbeleid en de interne
In Stap 1 vindt er een intake plaats met de directie, waarbij bepaald wordt welke set van vragen aan welke functionarissen binnen het bedrijf gesteld zullen worden. ‘Vervolgens gaan de studenten in Stap 2 die vragen stellen, schriftelijk en mondeling. In totaal stellen de studenten alles bijeen minimaal vierhonderd vragen. Voorts mogen alle functionarissen hun mening geven over het functioneren van de commerciële organisatie en vult iedereen een SWOT-analyse in. ‘Daarbij vergelijken ze bijvoorbeeld de antwoorden van de directie met die van anderen, om te zien hoe consistent ze zijn.’ Op basis van alle antwoorden stellen de studenten een diagnose die ze eerst aan de coaches van MtD Solutions en de betrokken HAN-docenten voorleggen. Na het verwerken van de feedback presenteren ze hun bevindingen aan de directie van hun bedrijf. G r o o t s t e u i t da g i n g De grootste uitdaging moet dan nog volgen: de derde stap waarin ze hun bevindingen implementeren. Ten Donkelaar: ‘Ze stellen een plan van aanpak op, waarin staat hoe hun verbetervoorstellen moeten worden uitgevoerd. En vervolgens gaan ze ermee aan de slag. Ze stellen een strategisch sales & marketingplan op, of doen een klanttevredenheid- en imago-onderzoek. Én ze moeten zorgen dat de uitkomsten daadwerkelijk vertaald worden in het verbeteren van het functioneren van de commerciële organisatie.’ En dat gaat ze erg goed af constateert mèt Ten Donkelaar ook docent Smits: ‘Pijnpunten bloot leggen of oplossingen formuleren is belangrijk, maar vervolgens moet je die wel zo presenteren dat ze landen bij de directie. En daar slagen ze in.’ Smits refereert daarbij aan bijvoor-
12 13
HANBLAD NR.7
beeld de diagnose van één van de duo’s dat bij hun bedrijf de vervangingsmarkt niet afdoende wordt bewerkt door een ‘inefficiënte leadgeneratie’. Die studenten hebben een pilot opgezet met een CRM-systeem waarmee ze hebben aangetoond dat mailings veel accurater en sneller de deur uitkunnen, leidend tot meer marktrespons.’
communicatie geanalyseerd hebben.’ Hun bevindingen hebben de twee studenten vastgelegd in een Verbeterplan, waarin ze onder andere concluderen dat Diabolo haar marketingbudget en –inspanningen beter kan steken in éénop-één contacten met de klant. Een
E c h t we r ke n Ten Donkelaar: ‘Dát is een van de voordelen van het werken met de Knowledge Box: deze maakt een veel snellere analyse mogelijk, waardoor er binnen de afstudeerperiode van twintig weken genoeg tijd overblijft voor de implementatie.’ En dat betekent, zo geeft William Smits aan, dat studenten daarop nu ook afgerekend kunnen worden. ‘Vrijblijvend aanbevelen is niet meer voldoende. Wat ze aan oplossingen voorstellen moet ook echt werken, anders is het niet goed.’ Dat ze effect zien van hun inspanningen motiveert hen enorm, constateert Smits onder zijn studenten. ‘Als ze al werkende weg bijvoorbeeld in aanraking komen met bepaalde strategische keuzes, dan pakken ze hun boeken erbij. Want ze willen expert zijn op hun terrein. Kregen we voorheen nog wel eens de vraag of het echt nodig was dat ze bepaalde literatuur doornamen, nu steken ze uit zichzelf veel tijd in het lezen van boeken.’
terechte constatering, vindt Brakenhoff. ‘Onze nieuwsbrief bracht eigenlijk niets teweeg. Wij moeten echt aan tafel zitten met relaties om ze tot klant te maken. Immers, wij leveren niet alleen softwarepakketten, notebooks en alle andere benodigdheden voor kantoorautomatisering, wij doen ook de dienstverlening: het beheer, de migratie en implementatie. Dan heb je het over meerjarige contracten en die kun je alleen aangaan als je persoonlijk communiceert met de klant.’ Ook staat in het Verbeterplan dat Diabolo consequenter de resultaten van zijn marketinginspanningen moet meten. En dat de onderneming haar klanten ‘in kaart’ moet brengen. ‘Nu doen we dan nog vooral op het gevoel, maar weten we niet echt hoe belangrijk een klant
In t e r e s s e ? Bedrijven die geïnteresseerd zijn in de inzet van de MtDKnowledge Box door CE-studenten van de HAN kunnen contact opnemen met Jonathan van Deutekom van het HAN Smart Business Center van de hogeschool. Ook voor nadere informatie over het gesubsidieerd krijgen van afstudeerprojecten kunnen ze hier terecht.
VAN BUITEN NAAR BINNEN
voor ons is’, erkent Brakenhoff. De twee afstudeerders zijn aan het daadwerkelijk implementeren van hun bevindingen net niet meer toegekomen. ‘Dat is nu aan ons, maar we gaan hier zeker mee aan de slag.’
www.diabolo.nl
HAN-studenten helpen ATAG aan betere arbeidsomstandigheden
Meer werkplezier, minder verzuim
Coen Berk
Manuela Walter
Erik Kruisselbrink
Lectoraat Arbeid en
Logistiek manager van ATAG
Manager Buitendienst van ATAG
Gezondheidzorg
ETNA Pelgrim
ETNA Pelgrim:
‘Vitaliteit, inzetbaarheid
‘Fysieke klachten willen we
‘Die apparaten wegen vaak veel’
en productiviteit lijken de
graag voorkomen’
onderscheidende succesfactoren’
‘Je kunt hier niet al het tilwerk uitbannen. Maar door je mensen serieus te nemen kun je frustraties voorkomen’
Studenten van de HAN hebben dit voorjaar de arbeidsomstandigheden bij ATAG E TNA Pelgrim onder de loep genomen. De leverancier van koelkasten en fornuizen gaat enthousiast met hun bevindingen aan de slag, om het werkplezier te vergroten en het ziekteverzuim te verlagen. Er wordt in de vestiging van ATAG ETNA Pelgrim heel wat afgetild, achteromgekeken, gepakt en getrokken. Daar, in Duiven, pal aan de A12, staat het magazijn en het logistieke onderkomen van de afdeling Service en Gereed Product. Bij Service gaat het vaak om kleine onderdelen die gepickt en in dozen gestopt worden en vervolgens in een vrachtauto terechtkomen. Bij Gereed Product gaat het om de handling van complete koelkasten, fornuizen, ovens en magnetrons. Afkomstig van de
fabricagebedrijven krijgen ze in het magazijn een plaats, of ze gaan meteen op transport naar de retail: de keukenvakhandel. Voor de medewerkers houdt dat in dat ze veel achteruitrijdend met hun heftruck de hal door moeten, het hoofd naar achteren gedraaid. Of dat ze zich tijdens het orderpicken moeten bukken om een sparepart uit het onderste schap te halen. Of dat ze van een hoge plank een magnetron van tientallen kilo’s naar zich toe moeten trekken, om die er van af te tillen. Negentien aanbevelingen Werkzaamheden, zo realiseren ze zich bij ATAG ETNA Pelgrim, die tot lichamelijke problemen kunnen leiden en tot ziekteverzuim. ‘Fysieke klachten van onze magazijnmedewerkers willen we graag voorkomen of verminderen en we willen hen gemotiveerd houden.
‘Het is de Carryfold geworden, een verrijdbaar werkplatform’
Daarnaast voldoen we graag aan de geldende Arbonormen’, verhaalt logistiek manager Manuela Walter. Reden genoeg voor het bedrijf om aan drie studenten Ergotherapie van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen de opdracht te geven in kaart te brengen hoe het met de arbeidsomstandigheden in het magazijn en de logistieke ruimte is gesteld en hoe die zouden kunnen worden verbeterd. Begin dit jaar gingen Kim Stapelbroek, Inge Spreeuwenberg en Irene Pronk met de klus aan de slag, in het kader van hun afstuderen. Ze interviewden uitvoerig de teamleiders en de mensen op de werkvloer en namen enquêtes af. Ook observeerden ze medewerkers tijdens de uitvoering van hun taken. Zo hebben ze op een rijtje gezet hoe de mensen hun werk ervaren, hoe ze zich er lichamelijk en geestelijk onder voelen, of ze bepaalde klachten hebben en welke werkomstandigheden beter zouden kunnen. Die analyse hebben ze voorzien van negentien waardevolle aanbevelingen. ‘Daar gaan we zeker mee aan de slag’, verzekert Walter. Beter communiceren Een van de adviezen is een extern bureau in te huren dat ervoor zorgt dat de teamleiders beter met hun mensen gaan communiceren. Dat spreekt haar aan: ‘Dat was ook een belangrijke conclusie in het rapport: je kunt hier niet al het tilwerk, al het zware werk uitbannen. Maar om frustraties te voorkomen en te zorgen dat mensen gemotiveerd zijn en blijven, moet je ze serieus nemen, naar ze luisteren’, aldus de logistiek manager. Een ander verbeterpunt is het geven van tilcursussen. ‘De eerste is al gegeven. En die houden we in het programma, net als de communicatietraining van onze teamleiders.’ Meer materieel van aard is de aanbeveling van de HANafstudeerders de zwaardere onderdelen of gerede producten ‘klembaar’ te maken. Het gaat hier om voorwerpen die uitkomen boven de NIOSH-norm van 23 kilo. ‘Maak je ze klembaar, dan kun je ze met de heftruck tillen. Maar dat vergt wel dat we de verpakkingen steviger moeten maken, met schuim of latjes.’ Een vierde aanbeveling die Walters zich ten harte neemt is de inzet van tilhulpen. ‘Rollerbanken, waarover je producten in en uit vrachtauto’s kunt laten glijden. Of zuigapparatuur waarmee je ze makkelijk kunt vastgrijpen.’ Plank op wieltjes Aan die tilhulpen wordt een bijzondere toegevoegd. Deze is ontworpen door twee Techniek-studentes Industrieel Product Ontwerpen, Petra Siebelink en Joukeline Leenman. Zij deden hun stage tegelijk met
14 15
HANBLAD NR.7
de drie Ergotherapeuten bij dit bedrijf. Hun ontwerp is speciaal bedoeld voor servicemensen van de buitendienst, vaklui die bij de eindconsumenten thuis in de keuken apparatuur repareren. ‘Vaak inbouwapparatuur’, vertelt manager Buitendienst Erik Kruisselbrink. ‘Die apparaten wegen vaak veel en staan vaak hoog. Om er dan goed bij te kunnen moeten monteurs ze uit de ombouw halen en op een goede werkhoogte plaatsen.’ Momenteel hebben veel servicemensen daarvoor een ‘eigen’ oplossing, een workmate of een plank op zwenkwieltjes. ‘Maar dat werkt niet altijd goed. Soms heb je met een hoog apparaat als een koelkast te maken. Voor een goede werkhoogte moet die op een laag platform staan, maar in andere gevallen, als er aan een magnetron gesleuteld moet worden bijvoorbeeld, moet het platform juist meer dan een meter hoog zijn. Daar komt bij, zo’n plank op wieltjes geeft naar de consument niet de gewenste professionele indruk, terwijl je het met ATAG toch over het bovensegment van de markt hebt.’
Onderzoek naar arbeidsomstandigheden steeds belangrijker Het contact van ATAG ETNA Pelgrim met de HAN kwam tot stand via het HAN Smart Business Center. Vanuit de HAN zijn voorts Coen Berk en Wietske Kuijer, van het lectoraat Arbeid en Gezondheid, als
begeleiders
van
de
studenten
Ergotherapie en Industrieel Product Ontwerpen bij het onderzoek betrokken geweest. Berk: ‘Het belang van onderzoek naar arbeid en arbeidsomstandigheden neemt in belangrijkheid toe aangezien we willen dat meer werknemers langer doorwerken en de verantwoordelijkheid voor gezondheid steeds meer op het individu wordt afgeschoven. Wanneer je deze verantwoordelijkheid neemt, mag je van de werkgever verwachten dat deze in - toenemende? - mate
Licht en opvouwbaar Dus zijn de twee studentes Industrieel Product Ontwerpen de afgelopen maanden intensief bezig geweest een compleet nieuwe tilhulp te ontwikkelen. Zij hebben ook interviews afgenomen en de servicemensen in actie geobserveerd en zelfs gefilmd. Zo werd duidelijk aan welke vereisten het til-instrument zou moeten voldoen. Kruisselbrink: ‘Het is de Carry Fold geworden, een verrijdbaar werkplatform. Hij is opvouwbaar en neemt dus niet teveel ruimte in beslag in de servicewagen. Hij is licht, een voorwaarde om ‘m goed en veilig te kunnen gebruiken. Hij is traploos in hoogte verstelbaar, tussen de 15 centimeter en de 1,30 meter. En –niet onbelangrijk– de Carry Fold heeft een professionele uitstraling en zal worden uitgevoerd in aluminium en RVS.’
zich inspant de werkplek ‘gezond’ in te richten. Immers, vitaliteit, inzetbaarheid en productiviteit lijken de onderscheidende succesfactoren voor bedrijven.’
Lectoraat Arbeid en Gezondheid: preventie en reïntegratie De belangstelling voor het thema ‘arbeid & gezondheid’ is de afgelopen jaren gegroeid door het grote aantal mensen dat door het werk langdurig ziek wordt en in de WAO belandt. De relatie tussen gezondheid en werk krijgt steeds meer aandacht. Immers, verzuim van werk op macro- (de gemeenschap), meso- (het bedrijf) en microniveau (de persoon) is
Aldus een tevreden Kruisselbrink die overweegt het platform ook aan derden beschikbaar te stellen. ‘Of de Carry Fold later ook commercieel in de markt gezet zal worden is nog de vraag. Daarvoor moet eerst het prototype verder worden uitgewerkt.’ Ook Manuela Walter wil de resultaten van het werk van haar studenten buiten het bedrijf beschikbaar stellen. ‘Zodat onze leveranciers de zwaardere spullen klembaar gaan verpakken. En zodat de keukenvakhandel, als ze bij de eindklant onze apparatuur komen inbouwen, dat op een ergonomisch verantwoorde manier kan doen. ATAG ETNA Pelgrim wil immers niet alleen keukenapparatuur leveren, maar met goede adviezen een zo hoog mogelijk toegevoegde waarde aan de klant bieden.’
VAN BUITEN NAAR BINNEN
kostbaar, en dat niet alleen in financiële zin. Dit heeft geleid tot veranderingen in wet- en regelgeving rondom werk, inkomen en gezondheid. De missie van het lectoraat is het inzichtelijk maken, uitbouwen, bevorderen en onderbouwen van de rol van Arboverpleegkundigen, diëtisten, ergotherapeuten, personeel- en organisatieadviseurs en andere professionals op dat terrein van ‘arbeid & gezondheid’. Het gaat erom dat werknemers gezond blijven, dat verzuim wordt voorkomen en dat de terugkeer naar het werk wordt bespoedigd.
Onderwijsdebat bij opening studiejaar HAN
De parel in ons onderwijs Ad Verbrugge
Jacques Tichelaar
Frits van Oostrom
Voorzitter Beter Onderwijs
Voorzitter Tweede-Kamerfractie
President Koninklijke
Nederland
PvdA
Nederlandse Akademie van
‘Ernstige erosie van het
‘Kwaliteit snoeihard waarborgen’
Wetenschappen onderwijs’
‘Nooit meer die labbekakkerigheid’
‘Ook binnen het HBO is de kennis – ik spreek liever van vakkundigheid – ernstig achteruit gegaan. De docent is ondergeschikt geraakt aan het bedrijfsresultaat.’ Stevige beschuldigingen van Ad Verbrugge, universitair hoofddocent filosofie maar vooral bekend als voorzitter van Beter Onderwijs Nederland (BON). Die anderhalf jaar oude vereniging heeft een tien-punten manifest opgesteld om het in hun ogen in het slop geraakte onderwijs weer te laten bloeien. Verbrugge spreekt over een ‘ernstige erosie van het onderwijs’. Verbrugge is een van de sprekers op de opening van het studiejaar van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen met als thema: de staat van het hoger beroepsonderwijs in Nederland. Na zijn inleiding volgt een levendig debat met hoogleraar Frits van Oostrom, president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, PvdA Tweede Kamerlid Marianne Besselink, HAN-lector Frans de Vijlder, Bastiaan Verwey, voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg en studenten en docenten van de HAN. De discussie, waarbij ook de zaal via vragen en stembiljetten wordt betrokken, richt zich al snel op het competentiegericht onderwijs (cgo),
16 17
HANBLAD NR.7
het zogeheten ‘nieuwe leren’ waarin onderwezen kennis en vaardigheden worden gerelateerd aan de praktijk en waarin de nadruk ligt op zelfsturing door studenten. Doorgeschoten Van Oostrom is het tot op zekere hoogte met Verbrugge eens. ‘Ik ben niet vóór of tegen het nieuwe leren. Ik ben zelf een exponent van het oude leren en daar heb ik nooit spijt van gehad. Maar de beste leerervaring ligt dáár waar mensen zelf ontdekken, actief bezig zijn. Kinderen actief iets laten doen, leidt vaak tot verrassende dingen; als ze moeten reproduceren, valt dat vaak tegen. Het is alleen te ver doorgeschoten.’ Ook Van Oostrom vindt dat het kennisniveau flink gedaald is en wil daar wel een simpel voorbeeld van geven. ‘Als straks die gasbel leeg is, dan is er toch echt kennis nodig om dat probleem op te lossen.’ Verbrugge bevestigt nogmaals dat de BON niet tegen vernieuwingen in het algemeen of competentiegericht onderwijs in het bijzonder is. ‘Maar wij constateren een erosie van het onderwijs op het gebied van vakkennis. Die elementaire kennis is absoluut noodzakelijk. De kwaliteit van het lesgeven staat onder druk’. Op verzoek van de discussieleider ziet de bomvolle zaal plotseling groen van de stembiljetten. Méér
VAN BUITEN NAAR BINNEN
Competentiegericht onderwijs is niet hetzelfde als vrijheid, blijheid
Traditiegetrouw
reikt
de
hogeschool bij de opening van het studiejaar de Mr. Van der Brugghenprijs uit, ditmaal aan een student én een medewerker die zich op
dan tachtig procent van de aanwezigen blijkt de zorgen van Verbrugge te delen. Beide sprekers krijgen bijval van Marianne Besselink: ‘Kennis is ontzettend belangrijk’. Maar ze wil daarbij extra nadruk leggen op een leven lang leren. ‘Je kunt niet alle kennis vergaren in vier jaar. Laten we een systeem ontwikkelen rond de education permanente.’
bijzondere wijze binnen de hogeschool onderscheiden hebben.
De studentenprijs gaat naar Maaske Treurniet, studente Logopedie. Voor haar afstudeeropdracht zette Maaske in haar eentje een project op in een revalidatiecentrum voor gehandicapte kinderen in Roemenië. Het protocol voor ‘totale communicatie’ dat ze daar ontwierp, is in het Roemeens vertaald en wordt nu ook door andere instellingen gebruikt.
Menno Merts ontvangt de medewerkersprijs voor zijn innovatieve en praktische projecten op het gebied van voertuigveiligheid en aandrijving. Menno is de drijvende kracht achter onder andere de scooter op waterstof en hij was projectleider bij Prautotype, de TV-serie voor RTL-7, waar studenten Autotechniek een nieuw pro-
Zorg Van Oostrom valt haar bij: ‘We leren niet voor de school, maar voor het leven.’ En hij steekt de hand in eigen boezem. ‘Ik had het zelf beter kunnen doen; ik had een groter tegenwicht moeten bieden tegen de 5,5 cultuur. Tegen het randjeswerk, tegen de student die bij me kwam met het smoesje dat hij het college niet had kunnen voorbereiden omdat hij afscheid moest nemen van zijn vriendin die op vakantie ging. Die dingen kun je potdorie toch alle twee wel doen. Die labbekakkerigheid zal ik niet meer hebben: kwaliteit moeten we leveren.’ Bastiaan Verwey valt hem spontaan bij: ‘De onderwijskwaliteit is ook de grootste zorg van onze studentenorganisatie. Niet zozeer het competentiegerichte model, maar de manier waarop het wordt ingevuld.’ En vanuit de zaal klinkt de roep om de terugkeer van de bevlogen en gepassioneerde docent. Waarop die zaal weer mag reageren op de stelling dat het onderwijs de verkeerde professionals krijgt. De docenten moeten hun vak weer goed leren verstaan, zo luidt de algemene reactie. En vanuit het forum komt de opmerking dat bij sommige opleidingen studenten nog maar acht uur per week les hebben waarvan ook nog vier over zelfevaluatie en –reflectie. ‘Ik heb de vakkennis in ieder geval gemist’, aldus Verwey. De grootste angst ook van Verbrugge: ‘De psychosociale navelstaarderij gaat overheersen en het vak komt tekort.’ Tot slot krijgt de zaal nog een laatste stelling voorgelegd: ‘Je hoort mij komend jaar niet meer klagen over de kwaliteit van het onderwijs’. De verdeling tussen rood en groen is fifty-fifty. Het ‘gezeur’ lijkt nog niet voorbij.
totype ontwierpen dat succesvol gepresenteerd werd op de AutoRAI.
Het primaire proces mag niet bloeden voor managementgeld
Kop en schouder En juist dat eeuwige gezeur is waar Jacques Tichelaar zo’n vreselijke hekel aan heeft. Tichelaar, fractievoorzitter van de PvdA in de Tweede Kamer, moet op het laatste moment afzeggen voor de opening van het studiejaar. De ‘gevechten’ over de begroting voor Prinsjesdag eisen teveel van zijn tijd. Maar hij blijkt absoluut niet te beroerd in een interview vooraf zijn mening te geven over de onderwijsdiscussie in Nederland. ‘Het beroepsonderwijs in Nederland steekt met kop en schouders uit boven wat er internationaal gebeurt. Het is de parel in ons onderwijs, echt uniek. En dat is ook een absolute voorwaarde voor de noodzakelijke innovatie.’ Hij geeft toe dat de erkenning in het buitenland (te?) laag is en dat ook in Nederland het HBO vaak negatief in beeld komt. ‘Er wordt hier zo veel gezeurd. Neem nou die discussie of het HBO wel onderzoek mag doen of dat alleen de universiteiten dat recht hebben. Hou daar toch eens mee op, zeg. Laten we gewoon aan de slag gaan.’ Hij legt de schuld
over deze discussie met name bij de universiteiten die het academische karakter van onderzoek claimen. ‘Er is evenzeer behoefte aan onderzoek vanuit het beroepsonderwijs. Belachelijk toch dat een gekwalificeerde HBO-er eerst naar de universiteit moet voordat hij onderzoek kan gaan verrichten.’ En dan spreekt toch weer de politicus in hem: ‘Het zal wat tijd nodig hebben en ik verwacht een enorme clash met de universiteiten, maar straks moet gekozen worden waar de geldstromen heen gaan…’ PABO Tichelaar ergert zich eveneens aan het slechte imago van de lerarenopleiding. Vooral de verhalen over de Pabo’s, de rekentoetsen, de taalvaardigheid, het intellectuele niveau. ‘Niet teveel over zeuren. Als de kwaliteit niet voldoende is moeten we daar onmiddellijk iets aan doen. Competentiegericht onderwijs is bepaald niet hetzelfde als vrijheid, blijheid. Ik heb zelf in de praktijk gezien dat het prima werkt en dat het beter inspeelt op de behoefte binnen het bedrijfsleven. Het belangrijkste blijft de waarborg van de kwaliteit en dan is de weg daar naar toe minder belangrijk. Als door cgo de kwaliteit achteruit zou gaan, dan moeten we ingrijpen. Maar ik geloof daar niets van. Moeten we dan terug naar het aloude klassikale gedram voor de grootste gemene deler? Het gaat om de kwaliteit: die moet snoeihard gewaarborgd zijn.’ Ook de klacht dat teveel onderwijsgeld naar overhead en management gaat, vindt Tichelaar gezeur. ‘Ik ontken niet dat het primaire proces heeft moeten inleveren. Maar misschien zijn we nog niet toe aan autonomie binnen het onderwijs. De instelling moet zelf haar prioriteiten leggen hoe het geld te verdelen. Daar moeten de diverse gremia gezamenlijk over beslissen. Maar ik zie in die interne discussie vaak nog te weinig respect voor elkaar; zeg wat je wil en luister naar de ander.’ Tichelaars boodschap aan het HBO is overduidelijk: er gaat veel goed, dus asjeblieft, laten we niet zo zeuren maar aanpakken. En daar is college van bestuursvoorzitter Marcel Wintels het in de dagafsluiting mee eens. ‘Het HBO is het afgelopen jaar helaas veel en negatief in beeld geweest, maar er is niet zoveel mis met het niveau van het onderwijs. We moeten niet blijven zeuren, maar wél elkaar erop aanspreken hoe het beter kan. We zijn ons ervan bewust dat ook wij bij de HAN nog behoorlijke stappen voorwaarts kunnen en moeten maken. Maar dat neemt niet weg dat wij nog steeds trots zijn op de prestaties van de HAN. En dat is de verdienste van al onze mensen: docenten, ondersteunende medewerkers en managers, die daar elke dag weer met ziel en zaligheid aan werken. Aan die prestaties kan geen maatschappelijke discussie of een debat zoals vandaag iets af doen. Maar als gezegd, dat neemt niet weg dat we ontvankelijk zijn voor kritiek, zeker waar die goed onderbouwd en genuanceerd is.’
7%0XnSLUJOEFQSBLUJKL
Of het nu cursussen of (management)opleidingen voor beroepsbeoefenaren betreft of de ontwikkeling en implementatie van complexe organisatievernieuwingen, het gaat om leren met een duidelijk rendement: het moet zijn effect krijgen in de dagelijkse werkpraktijk. VDO Opleidings- en adviescentrum adviseert en begeleidt organisaties bij het doorvoeren en implementeren van complexe organisatieveranderingen en biedt (in het verlengde daarvan) opleidings- en coachingstrajecten op maat. Daarnaast biedt VDO een breed scala aan praktijkgerichte post-hbo opleidingen, van korte cursussen tot professionele masteropleidingen, voor beroepsbeoefenaren en management in de sectoren waarbinnen VDO actief is.
,JFTWPPSFFOFSLFOEFQSBLUJKLHFSJDIUFPQMFJEJOH */ %& 4&$503 (F[POEIFJET[PSH 8FM[JKO 0OEFSXJKT 0WFSIFJE 1SPGJU )3. 10 "SCP
""/%"$)54(*&%&/ #FESJKGTLVOEJH .BOBHFNFOU $BTFNBOBHFNFOU )3.10"SCP $PBDIJOH 1SPGFTTJPOBMJTFSJOH )VNBO3FTPVSDF%FWFMPQNFOU
www.vdo.han.nl
%*&/457&3-&/*/( 0SHBOJTBUJFBEWJFT *ODPNQBOZPQNBBUUSBKFDUFO 1PTUICPPQMFJEJOHFODVSTVTTFO $PBDIJOH
VDO Opleidings- en adviescentrum
Competentiegericht onderwijs: bouwen aan je carrière vanaf schooldag één
Leven volgens Ellen Klatter
Bartha Huijberts
Ruud Klarus
Projectleider Stichting
Manager Training en Implemen-
Lector Ontwikkelen van
Consortium PGO
tatie Stichting Consortium PGO
Competenties op de Werkplek
‘Docént heeft teveel van docéren’
‘CGO-leerlingen zijn zich er veel
‘We zijn nog maar net begonnen
meer van bewust dat ze moeten
met het volgens de CGO-aanpak
blijven leren’
opleiden van leraren’
‘Zo, van dat studeren zijn we af, en nu aan het werk.’ Ook ú zult waarschijnlijk een dergelijke verzuchting hebben geslaakt na het behalen van uw eindexamen. Tegenwoordig echter ervaren steeds meer studenten op dat moment nog wél de opluchting, maar van stoppen met studeren en starten met werken is geen sprake meer. Want al op school combineerden zij studeren met werken, en ze weten dat ze dat zullen blijven doen. Hun leven lang. Zij volgden het Competentiegericht Onderwijs, een onderwijsvorm die de faculteit Educatie van de HAN mee helpt vormgeven en implementeren.
De traditionele docent. Hij dirigeert zijn groep het klaslokaal in, gaat als laatste naar binnen en trekt de deur achter zich dicht. Posteert zich vervolgens voor het bord, het krijtje in de hand en op zijn bureau ligt het lesboek, opengeslagen bij hoofdstuk 7. Want daar waren ze gebleven. Als het aan Ellen Klatter en Bartha Huijberts van de Stichting Consortium PGO in Nijkerk ligt, is dit type docent binnenkort verdwenen uit het Nederlandse onderwijsveld. Liefst met naam en al. ‘Docént heeft teveel van docéren, van eenrichtingsverkeer naar de leerling toe. Leerkrácht is een beter woord en duidt iemand die de energie heeft om de ander te laten leren.’
Dialoog De monoloog van de docent maakt plaats voor de dialoog van de leerkracht met de onderwijsdeelnemers. Juist in het verdwijnen van het eenrichtingsverkeer in de klas zit een belangrijk kenmerk van het Competentiegericht Onderwijs (CGO). Deze duale onderwijsvorm is niet langer leerstofmaar leerlinggestuurd. Centraal staan niet langer vakken als Duits, Wiskunde en Nederlands, maar praktijkgerichte groepsprojecten waarin al die vakken verweven zitten, legt projectleider en onderzoeker Klatter uit. ‘Projecten die leerlingen in een positie brengen die ze lastig vinden, maar die tegelijk prikkelen en uitdagen.’ Zo gaat een beproefd project over de familie Huisman die een elektrische installatie wil laten aanbrengen. ‘Dan gaat het niet alleen om het oplossen van dat technische vraagstuk, maar ook over hoe je gesprekken met de klant voert – dat raakt aan het vak Nederlands – hoe je offertes vergelijkt – een bedrijfseconomisch vraagstuk – en hoe je onderhandelt met Duitse leveranciers – waarbij het vak Duits aan bod komt’, illustreert Huijberts, manager Training en Implementatie. Het CGO wil leerlingen zélf laten nadenken over hun competentieontwikkeling. Daarbij past dus geen docent die in een monoloog aangeeft hoe ze ervoor staan en ‘wat voor hen het beste is’, maar een leerkracht die zijn leerlingen hooguit een overzicht van hun mogelijkheden biedt. Ze helpt hun talenten te ontdekken en ambities te definiëren. ‘Leerlingen onderschatten vaak hun mogelijkheden. Zeker
Politieacademie levert geen groentjes meer af Een bijzondere beroepsopleiding, die al sinds 2002 met het CGO werkt, is de Politieacademie die opleidingen verzorgt
een plan
op MBO-, HBO- en academisch niveau. Voorheen was het zo, legt Jacolien Spijkerboer van de academie uit, dat de studenten een aantal maanden in de schoolbanken doorbrachten, dan een tijdje stageliepen in de politiepraktijk en weer terug naar school kwamen. Het volgen van het CGO impliceert echter duaal leren en dus voortdurende contacten met de praktijk. Daardoor zijn CGO-afgestudeerden direct goed inzetbaar. Ze kunnen veel eerder zelfstandig opereren, ze zijn veel beter in staat hun leervragen te formuleren. ‘En dat is precies’, realiseert Spijkerboer zich, ‘de houding die nodig is in het moderne politiekorps, waarin het noodzakelijk is een levenlang te leren.’ Dat ze een leven lang moeten leren, ervaren bij uitstek ook de docenten van de Politieacademie. Afkomstig uit de politiepraktijk, met veel deskundigheid op hun vakgebied en geschoold binnen het traditionele onderwijssysteem, hebben ze bij hun start binnen de aca-
als ze tot nog toe traditioneel onderwijs hebben gevolgd, denken ze vaak heel bescheiden over zichzelf’, constateert Huijberts. Het CGO moet erin uitmonden dat de leerling een levensdoel bepaalt. Klatter: ‘Dat hij ontdekt waarvoor hij warm loopt, dat hij weet welke rol hij wil spelen in de maatschappij.’ Heel belangrijk, vult Huijberts aan, omdat in het beroepsonderwijs nu nog heel veel leerlingen uitvallen, juist omdat ze geen levensdoel voor ogen hebben. ‘Vanaf de eerste dag krijgen ze een persoonlijk portfolio waarin ze hun prestaties verzamelen en presenteren. Zo bouwen ze aan hún loopbaan, in het besef dat ze het allemaal primair voor zichzelf doen.’ Bewust Leerlingen met die opstelling vinden het vanzelfsprekend dat ze na hun schoolloopbaan voortdurend verder moeten leren. Huijberts: ‘Onze generatie was na het eindexamen nog vooral blij dat ze ervan af was. CGO-leerlingen zijn zich er veel beter van bewust dat ze moeten blijven leren en kunnen daarvoor heel goed hun keuzes maken.’ Overigens geldt die eis van de moderne samenleving om een levenlang te leren niet alleen de leerlingen, maar ook de leerkrachten. Het consortium is nauw betrokken bij het scholen van de docenten in de CGO-onderwijsvorm. De HAN, vervolgt Huiberts, is in de persoon van lector
20 21
HANBLAD NR.7
Ruud Klarus al jaren nauw betrokken bij het opstellen van een beoordelings- en evaluatiesystematiek voor het CGO. ‘Als gast van de visiegroep heeft hij ons gevoed met prikkelende ideeën en voorzien van soms zeer concrete antwoorden.’ Klarus, lector Ontwikkelen van Competenties op de Werkplek, onderkent de waarde van de CGO-ervaring binnen het consortium voor de onderwijspraktijk. En ook de kritiek van Bartha Huijberts, dat veel Pabo-afgestudeerden nog niet goed weten wat het CGO inhoudt, kan Klarus goed plaatsen. ‘Want op de HAN-faculteit Educatie zijn we nog maar net begonnen met het volgens de CGO-aanpak opleiden van leraren. Onze derdejaars, die snappen het nu wel, maar de huidige afstudeerders hebben nog geen goed beeld van hoe ze bijvoorbeeld de beroepspraktijk in hun onderwijs kunnen gebruiken.’ Maar dat geldt volgens hem onderwijsbreed. ‘De kritiek op het CGO die alom de media haalt is dan ook nergens op gebaseerd, want er is nog nauwelijks ervaring mee.’
demie een forse stap te maken. ‘Vaak staan ze vanaf dag één voor de klas. Want ook voor hen geldt dat ze duaal moeten leren.’ In een jaar tijd worden ze geacht een Pedagogisch Didactisch Aantekening (PDA) te halen. Dat is overigens een traject dat is ontwikkeld met en wordt uitgevoerd door docenten van Interstudie NDO, een onderdeel van de HAN-faculteit Educatie. Samen met Interstudie NDO en de tweedegraads lerarenopleidingen ILS van de HAN is de academie momenteel bezig een minor op pedagogisch didactisch gebied te ontwikkelen waar de PDA een onderdeel van is.‘Voor de Politieacademie sluit dit aan bij de eis dat docenten een HBO-diploma hebben.’ Voorts adviseert lector Ruud Klarus de
Behalve via het consortium adviseert de HAN de ROC’s ook rechtstreeks over hoe zij hun onderwijs conform de CGOaanpak moeten inrichten. Interstudie NDO, het onderwijsontwikkelingsinstituut van de HAN, neemt dat advieswerk voor zijn rekening. Ook verzorgt het instituut cursussen voor ROC-docenten: over hoe je lesgeeft in een CGO-omgeving en hoe je leerlingen dan beoordeelt.
VAN BUITEN NAAR BINNEN
Politieacademie over het inrichten van de CGO-examens en lopen studenten van de HAN-studie Opleidingskunde stage bij de academie in Apeldoorn. Om daar in de praktijk competentiegerichte bedrijfsopleidingen te helpen opzetten.
[email protected]
Jonge bestuurders accepteren advies van leeftijdgenoten over alcoholgebruik in het verkeer
Hey, yo! Check this out
Marlies van Tilburg
Rob Hobeijn
Ronald Vissers
Medewerker Praktijkbureau MWD
Projectleider DriveClean, IrisZorg
Preventiemedewerker IrisZorg
‘Is hij voldoende extravert?’
‘Bepaalde groepen bereik je uit-
‘We willen ons preventiedoel
sluítend via peers ’
bereiken vóór er een hulpvraag ontstaat’
Geen gepreek in ambtelijke termen, maar advies in de ‘eigen’ taal. Studenten van de HAN trekken erop uit om met leeftijdsgenoten te discussiëren over de gevaren van alcohol en drugs in het verkeer. Het is een door de Europese Commissie gefinancierde proef. ‘Hey, yo! Check this out.’ Zo’n opmerking komt vast niet uit de mond van bejaarden. Noch van managers, technici en aardrijkskundeleraren. Dit is 2007. Precies dit tijdseigene in het taalgebruik en de uitstraling van studenten aan de HAN, dat is waar het project DriveClean gebruik van maakt. In Drive
Clean pogen HAN-studenten andere jongeren –als gelijken– bewust te maken van de gevaren van alcohol- en drugsgebruik in het verkeer. Die beginnende chauffeurs, van pakweg achttien tot 25 jaar, voelen zich slechts aangesproken door peers: mensen uit hun eigen leefwereld. De rest doet er niet toe (sorry, geachte lezer, het ìs niet anders). TMF-taalgebruik, baggy trousers, coole uitstraling. Daarvoor staan ze eerder open dan voor een kneus die beleefd vraagt: ‘Neemt u mij niet kwalijk. Mag ik u een vraag over alcoholgebruik in het verkeer stellen?’ Níét spannend! Dus rechtsomkeert. Hete hangijzers De aanpak van Drive Clean vindt zijn oorsprong op de universiteit van Magdeburg waar bleek dat op gedragsverandering gerichte voorlichting door zogeheten peers beter aansloeg dan die door oudere preventiemedewerkers. Dat laatste werd als top-down ervaren. IrisZorg te Arnhem pikte het idee op en gebruikte het al bij verschillende voorlichtingsprojecten. Sinds kort dus ook bij de voorlichting over ‘middelen’ in het verkeer. Vandaar de naam ‘DriveClean’. Het project krijgt geld van de Europese Commissie en vindt behalve in Nederland plaats in ondermeer België, Duitsland, Portugal, Spanje, Roemenië en Oostenrijk. Projectleider Rob Hobeijn en preventiemedewerker Ronald Vissers, beiden van IrisZorg, ‘dragen’ het project in Gelderland. Hobeijn licht nog een ander voordeel van de peergroepmethode toe. ‘Je hebt niet alleen een betere
aansluiting bij de doelgroep, het is zelfs zo dat je bepaalde groepen uitsluítend via peers bereikt. Marokkanen hebben zo voorlichting gekregen over gezondheid, veilige sex, drank en drugs, en criminaliteit. Stuk voor stuk hete hangijzers.’ Extravert? Vissers schetst de omstandigheden die tot DriveClean hebben geleid: ‘Probleem nummer één: een halve krat bier per persoon op een dinsdagavond is op het platteland helaas heel normaal. Probleem twee: de jongeren die het betreft, zijn bij ons niet in beeld. We willen ons preventiedoel bereiken vóór er een hulpvraag ontstaat. Dus moeten we een andere manier van benaderen vinden.’ Marlies van Tilburg van het Praktijkbureau Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (MWD) is voor IrisZorg een oude bekende als het erom gaat stagiairs te vinden. Nu, bij DriveClean, bloeit er weer iets moois op tussen de HAN en de buitenwacht. Van Tilburg moest nu een hele groep studenten vinden, en dat is gelukt, onder andere door een presentatie te geven tijdens de Praktijkmarkt voor eerstejaars. De HAN selecteerde de aanmelders en hanteerde daarbij criteria als: kan de student in een groep voorlichting geven en kennis overdragen? Is hij/zij als persoon in staat om een gesprek aan te gaan en is hij voldoende extravert. Heeft hij affiniteit met het onderwerp en… heeft hij zelf een rijbewijs? Tot zover de vraag; nu het aanbod. Studenten moeten in bepaalde periodes acht uur per week stage lopen bij DriveClean. Zij krijgen een onkostenvergoeding en eenmaal per week intervisie om te bespreken waar ze tegenaan lopen. En aan het eind van de stage maken ze een verslag. Maar dat is van later zorg. Cruciaal is de training waar zij afgelopen lente middenin zaten. Die was allereerst gericht op kennis van genotmiddelen als alcohol en drugs en de effecten daarvan op rijvaardigheid. Verder op vaardigheden als contacten leggen, motiverende gesprekken voeren, stimuleren tot gedragsverandering; inschatten in welke fase van gedragsverandering de gesprekspartner zit; en doelen vaststellen. Heel belangrijk: hoe reageer je in levensechte situaties? Die worden nagespeeld door een ‘beschonken’ acteur. Zo kunnen de peers oefenen wat ze dénken al te kunnen, maar waarbij ze ontdekken dat methodisch-didactisch handelen in de praktijk met jongeren meer vereist dan collegebankkennis. Peentjes zweten dus. Discussies De benadering van instellingen en bedrijven waar de peers op de doelgroep worden losgelaten, neemt IrisZorg altijd zelf ter hand. Dat kun je niet aan de
22 23
HANBLAD NR.7
individuele peer overlaten; immers, namens wie of wat spreekt die? Eind april was de eerste echte dag ‘in het wild’ bij rijschool Monnereau in Doetinchem. Zo’n eerste keer worden peers altijd door medewerkers van IrisZorg begeleid, en ze trekken altijd minstens met z’n tweeën op, net als duikers met hun buddy. Ze helpen dan mee aan de reguliere voorlichting en zwengelen discussies aan op de door het ROVG (Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland) georganiseerde terugkomdagen voor jonge bestuurders. Die opfriscursus wordt betaald door de Provincie, dus dat is aantrekkelijk voor jonge bestuurders. Onderdeel zijn ondermeer een beoordeling van de rijstijl, een slipcursus en dus ook een discussie over ‘middelengebruik’ in het verkeer. Het blijkt dat jonge chauffeurs graag zelf de grens willen vaststellen van wat wel of niet toelaatbaar is in het verkeer. Bijvoorbeeld: wat spreek je af met je BOB? Mag hij helemaal niets behalve Spa, of mag hij één biertje? Twee misschien? Wat mag hij maximaal drinken om jou nog naar huis te mogen brengen? Wat doe je met die stelregel, gelegd naast de geldende overheidsnormen? Dat soort discussies wordt veel gevoerd. Quiz Ook rijschoolhouders maken voor theorielessen dankbaar gebruik van de peermethode, omdat bij henzelf de kennis ontbreekt. Heel effectief blijken peers daarnaast te zijn bij recreatieplassen, festivals en discotheken. Zien cafébazen hen niet liever gaan dan komen? Hobeijn: ‘De grote meerderheid van de horeca-ondernemers is er blij mee. De omzetvermindering is marginaal, het komt hun naam ten goede en daarmee op lange termijn ook de omzet.’ Vissers neemt de training van de peers ter hand en is zeer te spreken over hun inzet en resultaat. ‘Het is wel heel luxe om te kunnen werken met mensen die zelf zozeer meedenken. Wij hadden bij IrisZorg een quiz bedacht waarmee de peer de doelgroep kan benaderen. Dat is een betere opening dan ‘Mag ik mij even tot u richten’. Maar twee weken later hadden ze zelf een alternatieve quiz bedacht en die was veel beter.’ Hoe verder? De essentie van een project is zijn eindigheid. DriveClean wordt medegefinancierd door de Europese Commissie, wat impliceert dat het project na drie jaar geacht wordt te zijn ‘ingedaald’ in de organisatie waarna de subsidie stopt. Hobeijn, Visser en Van Tilburg liggen er niet wakker van. De HAN zal studenten blijven leveren, IrisZorg zal het aanbod blijven verzorgen, mede gefinancierd door de gemeente en/of Justitie. Met andere woorden: het ìs al een regulier aanbod van IrisZorg.
VAN BUITEN NAAR BINNEN
‘Probleem nummer één: een halve krat bier per persoon op een dinsdagavond’
‘Het komt op lange termijn ook de omzet ten goede’
Arnhem onderkent economisch belang creatieve klasse
Lectoraat als brug tuss Cultuur van de gemeente Arnhem onderstreept dit: ‘In Nederland heeft Arnhem na Amsterdam het hoogste aantal mensen werkzaam in de creatieve sector per hoofd van de bevolking.’ Stöteler: ‘Het komt er nu op aan die creatieve kwantiteit en kwaliteit - voor een groot deel geboren vanuit ArtEZ - verder om te zetten in winst voor de stad.’ Ziedaar de taak waaraan de HAN vanuit een nieuw lectoraat gaat bijdragen.
Ger Strijker
Frank Stöteler
Adriaan de Regt
Secretaris College van Bestuur
Directeur faculteit Economie &
Hoofd Cultuur gemeente Arnhem
ArtEZ hogeschool voor de
Management
kunsten ‘Het komt er nu op aan die
‘Zo realiseren we in onze plan-
‘We waren meteen enthousiast
creatieve kwantiteit en kwaliteit
nen de situatie die Richard
over het nieuwe lectoraat’
om te zetten in winst’
Florida propageert’
Arnhem heeft een bloeiende creatieve sector met toonaangevende dans, toneel, muziek, beeldende kunst, vormgeving en mode. Er liggen ambitieuze stedenbouwkundige plannen om het cultuuraanbod te clusteren en aan te vullen. Hoe kan de stad in economisch opzicht daar van zo goed mogelijk profiteren? Een nieuwe lector zal antwoorden op die vraag formuleren.
‘Succesvolle bedrijven zoals Spijkers & Spijkers voelen zich prima op hun gemak in Arnhem’
‘Het cultuuraanbod maakt Arnhem tot één van de beeldbepalende steden buiten de Randstad’, vindt Ger Strijker, secretaris van het College van Bestuur van ArtEZ hogeschool voor de kunsten. ‘Maar tegelijk leert onderzoek dat de impact daarvan op de stad en de economische groei groter kan. Er ligt een onbenut potentieel voor de creatieve sector.’ Frank Stöteler, directeur van de faculteit Economie & Management (FEM) van de HAN: ‘ArtEZ timmert nationaal en internationaal aan de weg. Arnhem bruist. De succesvol afgesloten modebiënnale is een voorbeeld, net als de bomvolle stad tijdens het ‘living statues’ festival. Maar ook in de beeldende kunst, vormgeving, dans en toneel gebeurt veel.’ Adriaan de Regt, Hoofd
Rijnboog De plannen voor de promotie van Arnhem als cultuurstad liegen er niet om. De Regt: ‘Het stedenbouwkundige project Rijnboog betekent een metamorfose voor een groot deel van de Arnhemse binnenstad. Het voorziet ondermeer in een nieuwe haven die de rivier de stad intrekt. Een prominent onderdeel vormt de groep nieuwe cultuurgebouwen, geclusterd binnen de thema’s kunsten en kennisoverdracht. Het masterplan mikt op synergie tussen kunst, horeca en detailhandel.’ Net als elke stad heeft Arnhem een hoofdwinkelstraat met de bekende ketens; niet onderscheidend, maar wel een publieksmagneet. De Regt: ‘Daaromheen hebben we het stegenpatroon van de Middeleeuwse stad, een ideale vestigingsplaats voor jonge, creatieve bedrijven. Designers en modeontwerpers nestelen zich er al steeds meer.’ Het winkelend publiek passeert hun etalages op weg naar de bekende ketens en andersom verlenen de nieuwe winkels in de stegen een onderscheidend element en meerwaarde aan de stad. Om de stegen heen komt de Rijnboog met zijn geclusterde cultuuraanbod van podia en musea, terwijl rond de haven activiteiten als uitgaan, eten en cultuur verbonden worden. De Regt: ‘Deze onderlinge versterking maakt Arnhem aantrekkelijker als vestigingsplaats voor bedrijven, bewoners, regionaal winkelpubliek en verblijfstoerisme.’ De plannen vergen een enorme investering die berust op de overtuiging dat cultuur de drijvende kracht voor de economie kan zijn. De Regt: ‘Onderzoek kan verhelderen hoe je in die setting de aanwezige creatieve sector het best kunt profileren. Dat is meer dan welkom.’
sen kunst en economie Verzilveren Richard Florida, schrijver van ‘The rise of the creative class’ (2002) waarin hij het economisch belang van de creatieve klasse benadrukt, ziet voor Arnhem kansen voor samenwerking met Amsterdam op het gebied van mode: Amsterdam als het centrum voor handel en productie, Arnhem als de broedplaats voor de kunstkant van de mode. Maar hoe te zorgen dat succesvolle creatievelingen in Arnhem blijven? De Regt: ‘Viktor & Rolf zijn met hun megasucces naar wereldsteden getrokken, maar andere succesvolle bedrijven zoals Spijkers & Spijkers en People of the Labyrinths voelen zich prima op hun gemak in deze stad waar veel onderling inspirerende kunstvormen op een kleine oppervlakte bij elkaar zitten. Je kunt niet iedereen vasthouden, je kunt alleen de voorwaarden scheppen om het zo aantrekkelijk mogelijk te maken in Arnhem te blijven.’ Het komt er voor de stad op aan de kansen voor de creatieve sector zo goed mogelijk aan te grijpen en dat te verzilveren. Verbindende factor Vanuit onderlinge contacten kwam het idee op om deze missie centraal te stellen in een nieuw lectoraat aan de faculteit Economie & Management aan de HAN. Stöteler: ‘We hebben veel lectoraten die onderzoek doen dat voor bedrijven een goede investering blijkt te zijn. Voor de gemeente moet dat dus ook gelden. De lector vormt voor de gemeente het scharnier tussen interessante economische vraagstukken over de creatieve industrie en achtduizend economiestudenten aan de HAN en de Radboud Universiteit die hem kunnen helpen antwoorden te genereren.’ Strijker: ‘Bij ArtEZ waren we meteen enthousiast over het nieuwe lectoraat. Wij juichen samenwerking met de HAN toe. De combinatie van de daar aanwezige kennis over management en ondernemerschap met onze creatieve inbreng is een mooie. Er is geen sector die zoveel zelfstandige ondernemers aflevert als het kunstonderwijs. Tegelijk leggen onze studenten, hoewel
24 25
HANBLAD NR.7
we er in het aanbod wel de nadruk op leggen, maar een matige interesse voor economie en bedrijfskunde aan de dag.’ Na het afstuderen blijkt het runnen van een eigen zaak dan uiteraard lastig. Strijker: ‘Daarom wordt het lectoraat ook betrokken bij het opzetten van een pakket van scholing, advisering en begeleiding in de vorm van vouchers. Die kunnen onze studenten zowel tijdens hun studie benutten als daarna: op het moment dat ze de economische kennis in hun praktijk nodig hebben.’ Om de aansluiting op de praktijk te verbeteren zet ArtEZ een winkel op, waarin alumni in mode en product design hun ontwerpen kunnen vermarkten. ‘Het lectoraat zou daarbij een begeleidende rol kunnen spelen’, suggereert Strijker. Stöteler: ‘Voor onze economiestudenten levert de omgang met creatieve mensen een inspirerende combinatie op. Creativiteit en een ‘hands on’-mentaliteit kunnen samen tot mooie dingen leiden. De vertegenwoordigers van die verschillende beroepsgroepen kunnen van elkaar leren en elkaar onderling stimuleren.’
Gezocht en gevonden: lector met ‘stevig’ profiel De lector Kunst, Cultuur en Economie is geworden prof. dr. Dany Jacobs. Hij is ook bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Voor Jacobs is gekozen omdat hij verschillende rollen en competenties in zich verenigt. Stöteler: ‘Om te beginnen: creativiteit en nuchterheid om de brug tussen de kunsten en economie te slaan.’ Strijker: ‘De rollen variëren van strategisch tot praktisch. De lector kan de gemeente adviseren over maatregelen om de creatieve sector zoveel mogelijk nut te laten genereren. Aan hem om onderzoeksprojecten op te zetten om de economische impact van maatregelen zo goed mogelijk te monitoren. En hij wordt geacht projecten te initiëren die de posi-
Onderbouwing en legitimatie Net als ArtEZ reageerde de gemeente positief op de plannen voor het lectoraat. De Regt: ‘We hebben afspraken gemaakt over een afnameverplichting voor een bepaald bedrag aan onderzoek per jaar en hebben beloofd te helpen met zoeken naar opdrachten die het lectoraat voor derden kan uitvoeren.’ De plannen van de gemeente Arnhem mikken erop het aanwezige cultuuraanbod onderling te verknopen en zo synergie te creëren. De Regt: ‘Zo realiseren we in onze plannen de situatie die Richard Florida propageert. Je kunt daarbij op je gevoel van alles aannemen, maar het is prettig dat ook cijfermatig te onderbouwen. Het lectoraat heeft precies dàt èn beleidsadvisering als doelstelling. Het is prettig als we nog meer bevestiging krijgen dat onze investeringen verantwoord zijn.’
VAN BUITEN NAAR BINNEN
tie van creatieve mensen en hun succesvol ondernemerschap bevorderen.’ Stöteler vult nog aan: ‘Daarnaast is hij uitstekend in staat een netwerk te vormen, een kenniskring, die antwoord kan geven op de informatiebehoefte van de gemeente. De lector gaat het palet van de opleiding ‘economie van de kunsten’ invulling geven.’ Als het goed is, zal de nieuwe lector voor het eind van 2007 zijn werkzaamheden aanvangen.
Hogeschool-alumnus Saskia van der Vies, hoogleraar Biochemie
Van Oss naar Amsterdam: CV van Saskia van der Vies 1972 - 1975
Een hobbelig pad omhoog
B.Sc. Analytische Chemie, Hogere Laboratorium School, Oss 1975 - 1977 M.Sc. Biochemie, Hogere Laboratorium School, Oss 1986 - 1990 Ph.D. Biological Sciences, University of Warwick, VK
1977 - 1986 Research assistant Dept. Biochemistry, Landbouwhogeschool Wageningen 1984 - 1985 (Visiting) Research assistant Dept. Plant Genetics, Plant Breeding Institute,
‘Hoe je een experiment opzet; in dat praktische werk was ik veel verder dan mijn collega’s met een universitaire achtergrond’
Cambridge, VK 1986 - 1990 PhD student Dept. Biological Sciences, University of Warwick, VK 1990 - 1992 Post-doctoral fellow Dept. of Central Research and Development, DuPont de Nemours & Co., Wilmington, Delaware, VS 1992 – 1998 Research Associate Dept. Medical
Saskia van der Vies Hoogleraar Biochemie VU
Biochemistry, University Medical
Medisch Centrum
Centre, Geneve, Zwitserland,
‘Dat wat ik wil, past steeds niet
1998 – heden
goed in het geijkte patroon’
Hoogleraar Biochemie, Vrije Universiteit, Amsterdam,
De studie Biochemie aan de Hogere Laboratorium S chool we r d haar me t k le m af ge r ad e n. Die zou ‘te zwaar’ voor haar zijn. Tegenwoordig is Hogeschool-alumnus Saskia van der Vies hoogleraar Biochemie. ‘Dat is wel een rode draad in mijn loopbaan : dat wat ik wil, past steeds niet goed in het geijkte patroon.’ Het is niet moeilijk haar te herkennen als ze tussen andere medewerkers komt aanlopen. Immers, even ‘googlen’ en er verschijnen honderden hits, waarvan sommige met foto. Zoals op de site van de Nationale Wetenschapsquiz waarop ze te zien is met een opgetogen gelaatsuitdrukking, een kralenketting in haar hand. Uit het bijschrift wordt duidelijk dat ze ermee ‘de structuur van eiwitten’ uitlegde tijdens de opnames van dat VPRO -programma waaraan ze tweemaal deelnam. Als ze ergens ‘iets’ doet wordt ze heel vaak teruggevraagd, verklaart ze bijna verontschuldigend. Bij de Wetenschapsquiz zal dat ongetwijfeld te maken
26 27
HANBLAD NR.7
hebben met haar heldere taalgebruik. Als de hoogleraar Biochemie over haar werk praat, doet ze dat in de taal van de gewone man. ‘Ja, ik kan mijn werk goed uitleggen’, bevestigt ze. ‘Ik gebruik bijvoorbeeld graag die kralenketting, als een metafoor voor de ketting van aminozuren. Opgevouwen vormen die een eiwit.’
Saskia van der Vies zit tal van wetenschappelijk commissie voor, in binnen- en buitenland. Ook is ze lid van het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren en van de Taskforce van het EU-project Equal. Ze heeft veel wetenschappelijke
Te zwaar? Op dit terrein deed Van der Vies vijftien jaar terug een belangrijke ontdekking: dat opvouwen gaat niet vanzelf goed en gáát het fout dan kan het organisme waar het eiwit deel van uitmaakt –plant, mens of dier – ziek worden. ‘Door te achterhalen waardoor dat opvouwen soms misloopt kunnen we mogelijk geneesmiddelen maken voor ziektes als Parkinson en Alzheimer’, zo schetst zij het onderzoek waar ze zich de komende jaren op zal toeleggen. Ze werkt aan het VU Medisch Centrum in Amsterdam, het huidige station in een loopbaan in de biochemie die begon in Oss, aan de Hogere Laboratorium School. Tegenwoordig is deze HLS onderdeel van de HAN, maar
VAN BUITEN NAAR BINNEN
artikelen gepubliceerd, ondermeer in ‘Nature’. Ook heeft ze wetenschappelijke boeken op haar naam staan, uitgebracht door uitgevers in Nederland, Groot-Brittannië en de VS. Voorts is ze in binnen- en buitenland onderscheiden. Zo ontving ze in 1996 de Lecturer award van de American Society for Antarctic Research. In 2001 en 2003 trad ze op in de Nationale Wetenschapsquiz van de VPRO.
www.few.vu.nl
‘Als je als enige vrouw in een door mannen gedomineerde omgeving moet functioneren, is dat een nadeel’
toen was het nog een kleine zelfstandige school van zeven klassen à vijftien leerlingen. Conciërge ‘meneer Van Rosmalen’ kende ze allemaal bij naam. ‘Een hele gezellige school.’ Ze koos voor die opleiding na een beroepskeuzetest die uitwees dat iets op het snijvlak van creativiteit en wetenschap haar wel zou liggen. Ook een artistieke studie kwam aan de orde, maar op advies van haar ouders koos ze voor de gedegen opleiding Analytische Chemie. ‘Want daar zou ik in elk geval een baan mee kunnen vinden en zelfstandig in mijn levensonderhoud kunnen voorzien. Dát vonden mijn ouders erg belangrijk, of je nu een jongen of een meisje was. Nee, dat ik als een van de weinige meisjes een exacte opleiding ging volgen, dat kwam nooit aan de orde. Wel dacht de HLS dat de driejarige richting Biochemie te zwaar voor me zou zijn en raadde me die sterk af.’ Dus deed ze eerst de tweejarige analistenopleiding en pas daarna Biochemie.
Van Oss naar Nijmegen Het onderwijs van de Hogere Laboratorium
School
ondergebracht opleidingen
is
tegenwoordig
binnen
Biologie
&
Laboratoriumonderzoek, Bio-informatica.
De
de
HAN-
Medisch
Chemie
en
eerstgenoemde
opleiding omvat onder ander het gebied Biochemie. Chemie kent ondermeer de specialisatie Analytische Chemie. De opleidingen worden verzorgd in Nijmegen, op de HAN-campus aldaar.
Hobbels nemen Dus geen start aan een universiteit, maar in Oss. Dat was - in elk geval in haar vak - een groot voordeel. Dat bleek toen ze eenmaal op haar promotieplaats zat, aan de universiteit van Warwick. ‘Heel wezenlijk in het biochemische promotieonderzoek is het doen van proefjes. Hoe je een experiment opzet en hoe zorgvuldig je daarbij moet zijn; in dat praktische was ik veel verder dan mijn collega’s met een universitaire achtergrond. De opleiding in Oss was echt een heel gedegen studie.’ Vóórdat ze echter aan de Britse universiteit aan de slag kon, had Van der Vies wel de nodige bureaucratische hobbels te nemen. ‘Tegenwoordig is het geen probleem als een HBO’er aan een universiteit wil promoveren, maar toen kon dat in Nederland niet. Ik ben na de HLS als analist gaan werken aan de Landbouwhogeschool Wageningen (de huidige Wageningen Universiteit, red.). Studerende vrienden van mij gingen voor hun stage een tijd naar het buitenland, en
dat wilde ik ook. Maar dat werd aanvankelijk heel vreemd gevonden, dat ik als niet-wetenschapper, als analist voor onderzoek naar het buitenland wilde. En eenmaal in Engeland bleek het een probleem als niet-Brit voor promotieonderzoek in aanmerking te komen.’ ‘Dat is wel een rode draad in mijn loopbaan: dat wat ik wil past steeds niet goed in het geijkte patroon, in bestaande organisatiestructuren. Het kost daarom meer moeite.’ Maar een andere rode draad is dat zij die hobbels steeds weer weet te nemen. Door een sleutelfiguur binnen de organisatie voor zich te winnen en door vooral goed te communiceren over wat ze wil. En natuurlijk door op een belangwekkend, ‘relevant’ onderzoeksterrein ‘gewoon goed’ te zijn. Inmiddels ‘behept’ met internationale ervaring en een indrukwekkende publicatielijst is ze zo, in 1998, hoogleraar Biochemie geworden. Mannenwereld Haar ‘niet-traditionele’ pad heeft haar terecht doen komen in een werkomgeving waarin ze weer een hobbel tegenkomt. Één die minder makkelijk te nemen is: de Nederlandse top van het Biochemisch onderzoek is –nog altijd– een uitgesproken mannenwereld. ‘Tot ik hoogleraar werd is me dat nooit zo opgevallen. Natuurlijk zag ik, als ik rond keek in de laboratoria, dat mannen veruit in de meerderheid waren. Maar dan ben je bezig met je onderzoek, je praat over de wetenschap. Het is me pas wat gaan doen, toen ik als hoogleraar ook een managende taak kreeg en leiding moest geven aan mannen. Je wordt als vrouw gewoon anders behandeld dan een man in een soortgelijke positie. Als je ook nog als enige vrouw in een door mannen gedomineerde omgeving moet functioneren is dat vooral een nadeel.’ Ze constateert dat een meerderheid van de VU-studenten en bijna de helft van de VU-instroom in de exacte vakken tegenwoordig vrouw is, maar dat er zelden een vrouw doordringt tot de hogere wetenschappelijke- en management functies. ‘Dit probleem wordt niet door elke organisatie onderschreven. Alleen als sleutelpersonen in organisaties zich sterk maken voor een betere balans tussen het percentage mannen en vrouwen, in alle lagen van de organisatie, kan het in de toekomst beter gaan, voor zowel mannen als vrouwen.’
Leerkrachten en studenten schrijven boek over inspireren en geïnspireerd worden ‘Ik wil les van een docent die uitdaagt’ Hoe krijgen docenten hun studenten actief en geïnspireerd? Dat is geen kwestie van puur lesgeven. Een docent anno 20 07 is vooral ook begeleider, hij laat studenten steeds weer het beste uit zichzelf halen. De Informatica Communicatie Academie ( ICA ) inter viewde docenten om te ontdekken wat nou precies het geheim van de smid is. En ook studenten zet ten op papier wat hen in beweging zet . Het boekje ‘Passie is besmet telijk’ bevat hun verhalen. ‘Je moet vooral niet bang zijn om iets nieuws uit te proberen.’ Maartje van Hoorn, student Communicatie en Mediadesign, weet precies wat haar motiveert. ‘Zó zou ik elke les willen uitlopen: met het gevoel dat ik mooie, nieuwe bergen heb beklommen; avonturen heb beleefd; mijn wimpel op de top heb gezet en dat ik ook weer heelhuids beneden ben gekomen’, zo schrijft ze in haar essay in het boekje ‘Passie is besmettelijk’. Kortom, ze wil les krijgen van docenten die steeds weer een uitdaging creëren. ‘Tuurlijk, dat is eng, dat is niet gemakkelijk’, licht ze toe. ‘Maar ik vind het leuk om steeds iets nieuws te doen in de les. Ik wil dingen niet op een presenteerblaadje aangereikt krijgen. Het motiveert me om iets aan te pakken dat ik lastig vind. En dat dan toch lukt.’ Vereerd Docenten en studenten weten allemaal heel helder te vertellen wat lesgeven boeiend en effectief maakt. Aan medewerking bij het maken van het boekje geen gebrek, zo vertelt docent Ineke Knol. Met een paar collega’s zette ze een project op over de vraag hoe docenten van elkaar kunnen leren nu ze van lesgever steeds meer begeleider worden. Langzaam ontstond het plan om er een mooi, beknopt boekje van te maken. ‘Het is goed om bij elkaar in de keuken te kijken en van elkaars werkvormen te leren’, zegt Knol. ‘Docenten voelden zich vereerd om geïnterviewd te worden. Dit was een goede gelegenheid om eens expliciet in woorden te vangen hoe zij tegen het onderwijs aankijken. Het dwingt ook om na te denken over zaken die zo vanzelfsprekend lijken.’
28 29
HANBLAD NR.7
Live en levensecht Docent Digitale Communicatie Cees Landman stelt dat er genoeg mogelijkheden zijn om een les spannend te maken. Zijn lessen moeten ‘live en levensecht’ zijn, zo benadrukt hij in het boekje. Hij laat ‘creatievelingen’ samenwerken met ‘nerds’ en laat zijn studenten steeds ervaren dat ze problemen op heel verschillende manieren kunnen aanpakken. Net als later op de werkvloer. Landman blijft na al die jaren vooral ook zélf nieuwsgierig. ‘Bij het vak E-commerce heb ik studenten op een gegeven moment iets laten doen met het advertentieprogramma Google AdWords. Ze gingen aspirant-studenten voor de ICA-opleidingen werven. Ze wisten van geen ophouden. ‘Ja, maar het moet wel serieus blijven’, hoor ik wel eens om me heen. Dat is zo, maar de wereld gaat echt deze kant op. Studenten moeten iets met al die nieuwe ontwikkelingen, en wij als docenten net zo.’ Docenten moeten volgens Landman niet bang zijn om nieuwe zaken in hun colleges te integreren. ‘Soms weet ik ook niet alles van een onderwerp. Maar ik laat studenten dingen ontdekken en uitzoeken en zo komen we samen verder.’ Hij noemt nog een voorbeeld: in de leergang ‘Create rich internet applications’ werkten studenten voor externe opdrachtgevers. ‘Misschien doe je met die echte opdrachten soms wat concessies aan je leerdoelen. Maar de meerwaarde ervan is overduidelijk.’ Luister Ook andere HAN-onderdelen hebben interesse voor ‘Passie is besmettelijk’. Het boek wordt nu in grotere aantallen herdrukt. Het wemelt van de tips (‘Luister naar de studenten’, ‘Wees niet bang om te vragen’, ‘Geef tussentijdse feedback’). Ineke Knol: ‘We hebben het luchtig gehouden. Het moet niet te belerend overkomen.’
Ook een gratis exemplaar van ‘Passie is besmettelijk’ aanvragen? Bel de Informatica Communicatie Academie, (026) 365 82 82.
VAN BUITEN NAAR BINNEN
Lectoraten HAN Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij Lectoraat Professionalisering van agogische beroepen en vaktherapeuten in de gezondheidszorg: lectoren Kitty Kwakman en Marion van Hattum Lectoraat Acute Intensieve Zorg: lector Joke Mintjes Lectoraat Arbeid en Gezondheid: preventie en reïntegratie: lectoren Yvonne Heerkens en Josephine Engels Lectoraat Zorgmanagement: lector Rijk van Kooij Lectoraat Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief: lector Martha van Biene Lectoraat Neurorevalidatie: lector Bert de Swart
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] Informatica Communicatie Academie Lectoraat Data Architecture & Metadata Management: lector Guido Bakema Lectoraat Embedded Systems: vacature
[email protected]
Het HAN-blad is een magazine van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen bedoeld voor vernieuwende bedrijven, not for profit organisaties en het regionale grootbedrijf. Het magazine verschijnt drie keer per jaar.
Faculteit Techniek Lectoraat Mobiliteitstechnologie: lector Joop Pauwelussen Lectoraat Telecommunicatie Netwerken: lector Jaap van Till Lectoraat Voertuigmechatronica: lector Bram Veenhuizen Lectoraat Experimentele Akoestiek: lector Hans Elias de Bree Lectoraat Molecular Life Sciences: lector Cees van den Hondel Lectoraat Industrial Safety: lector Jan Kops Lectoraat Meet- en regeltechniek: in aanvraag
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] Faculteit Economie & Management Lectoraat Human Communication Development: lector Els van der Pool Lectoraat Logistiek en allianties: lector Stef Weijers Lectoraat Internationale Handel voor het MKB: lector Louise van Weerden Lectoraat Total Quality Management in Organisatienetwerken: lector Gerard Berendsen Lectoraat Professional and Leadership Development: lector Hans Timmermans Lectoraat Innovatie: lector Frans Nauta
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] Faculteit Educatie Lectoraat Ontwikkelen van competenties op de werkplek: lector Ruud Klarus Lectoraat Leren met ICT: lector Marijke Kral Lectoraat Pedagogische kwaliteit van de leraar: lector Arjan Dieleman Lectoraat Governance en innovatiedynamiek in het onderwijs: lector Frans de Vijlder Lectoraat Innovatie van leren in organisaties: lector Jürg Thölke Lectoraat Ontwerpen van innovatieve leerarrangementen: lector Bregje de Vries Lectoraat Leren in veranderende organisaties: lector Gertjan Schuiling
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Realisatie: HAN Marketing, Communicatie en Voorlichting
Fotografie: Ralph Schmitz, Nijmegen Coos Dam, Arnhem MegaStock
Redactie: Martin van Zaalen en Frank Höppener Marina Beckers, redactie-assistente (024) 353 04 52
[email protected] Postbus 30011, 6503 HN Nijmegen
Vormgeving en productie: Communicerende Ontwerpers, Ubbergen
Medewerkers: Leendert van der Ent, Han Geurts, Lucy Holl
COLOFON
Lectoraat Kunst, Cultuur en Economie: Prof. dr. Dany Jacobs
Druk: Thieme MediaCenter, Nijmegen Advertenties, abonnementen en adreswijzigingen: Marina Beckers, (024) 353 04 52
[email protected]
Contactgegevens Wilt u naar aanleiding van de artikelen in het HAN-Blad meer informatie over opleidingen, onderzoek of advies, neem dan contact op met een van onderstaande personen: Master Social Work, pg. 4 Mariël van Pelt, Coördinator HBO-Master Social Work (024) 353 06 01
[email protected] www.vdo.han.nl BRAVO, pg. 5 Marc Boschker, Docent Instituut Sport en Bewegingsstudies, (024) 353 11 31
[email protected] www.han.nl Convenanten, pg. 8 Frans de Jong, Hoofddocent Faculteit Techniek (026) 365 81 46
[email protected] Prautotype, pg. 10 Menno Merts, Onderzoeksmedewerker lectoraat Mobiliteitstechnologie (026) 365 82 78
[email protected] www.han.nl Marcel Bastiaans, Ontwerper (06) 53 92 77 96
[email protected] Joop Pauwelussen Lector Mobiliteitstechnologie
[email protected] (026) 365 82 76 Aanbevelen is niet genoeg, pg. 12 William Smits, Hogeschoolhoofddocent FEM (026) 369 13 01
[email protected] www.han.nl
Martin ten Donkelaar, Directeur MtD Solutions (020) 627 28 55
[email protected] Ronald Brakenhoff, Diabolo (026) 442 25 40
[email protected] www.diabolo.nl Meer werkplezier, pg. 14 Coen Berk, Kenniskring lectoraat Arbeid en Gezondheid, (024) 353 05 98
[email protected] www.han.nl Wietske Kuijer, Kenniskring lectoraat Arbeid en Gezondheid (024) 353 11 53
[email protected] www.han.nl Manuela Walter, Logistiek Manager ATAG ETNA Pelgrim (026) 446 47 83 www.pelgrim.nl
HANBLAD NR.7
Leven volgens een plan, pg. 20 Ruud Klarus, Lector Ontwikkelen van competenties op de werkplek (024) 353 00 14
[email protected] www.han.nl Ellen Klatter, Onderzoeker/ Projectleider Stichting Consortium PGO (033) 246 04 47
[email protected] Bartha Huijberts, Manager Training en Implementatie, Stichting Consortium PGO (033) 246 04 47
[email protected] Jacolien Spijkerboer, Coördinator Politieacademie Apeldoorn (055) 539 20 00
[email protected]
Erik Kruisselbrink, Manager Buitendienst ATAG ETNA Pelgrim (026) 446 47 83 www.pelgrim.nl
‘Hey, yo! Check this out’, pg. 22 Marlies van Tilburg, Praktijkbureau MWD (024) 353 16 30
[email protected]
De parel in ons onderwijs, pg. 16 Frits van Oostrom, President KNAW www.knaw.nl
Rob Hobeijn, IrisZorg, Projectleider DriveClean (026) 8451186
[email protected]
Jaques Tichelaar, voorzitter Tweede Kamerfractie PvdA www.pvda.nl
Ronald Vissers Preventiemedewerker IrisZorg (026) 845 11 00
[email protected]
Rectificatie In het HANblad van maart 2007 heeft Tineke Meijs als onderzoeker/ opleider VDO een bijdrage geleverd aan het artikel ‘Onder behandeling of ónderbehandeling’. Zij heeft het genoemde onderzoek verricht in het kader van haar lidmaatschap van en onderzoeker bij de kenniskring Acute Intensieve Zorg.
[email protected]
30 31
Ad Verbrugge, voorzitter BON, www.beteronderwijsnederland.nl
Nieuwe gegevens Interstudie NDO: Interstudie NDO, Adviesbureau voor onderwijsmanagement en -ontwikkeling: Willemsplein 23, 6811 KB Arnhem, (026) 353 73 00
[email protected] www.interstudie-ndo.nl
VAN BUITEN NAAR BINNEN