idCollectief & Imago
Colofon Deze catalogus werd gerealiseerd in opdracht van de Hamse Kunstkring idCollectief naar aanleiding van de gelijknamige expositie ‘Halflicht / Halfdonker’ in galerie idplusart Hamme van 30 juni tot 16 juli 2006 en gedrukt in een oplage van 200 exemplaren door Drukkerij Hofman te Waasmunster. Het initiatief, de samenstelling en het voorwoord zijn van Freddy Huylenbroeck, de gedichten en de epiloog zijn van Patrick Lateur. De foto’s zijn ter beschikking gesteld door de Koninklijke Fotoclub Imago Hamme. De vormgeving is van de hand van Maarten Hofman. Het copyright berust bij idCollectief.
Halflicht Halfdonker
een plastische ontmoeting met dichter Patrick Lateur ergens halverwege tussen Rome en Assisi
© 20 januari 2007
16
HALFLICHT HALFDONKER
HALFLICHT HALFDONKER
1
Luc Maes
Margot Van den Bossche
Marc Van Geert
2
HALFLICHT HALFDONKER
HALFLICHT HALFDONKER
15
PRELUDIUM
Halflicht / Halfdonker
Flaneren tussen taalbeeld en beeldtaal kloof tussen woord en beeld. Hier vormde een vers of een woord het uitgangspunt, daar een volledig gedicht, nog elders was het de tonaliteit of de sfeer die nieuwe beelden opriepen.
Laat mij toe u eerst voor te stellen aan de persoon zonder wiens bereidwillige medewerking deze expositie quasi onmogelijk zou zijn geweest : l’ éminence grise, Patrick Lateur (Beveren-Leie, °1949). Hij is classicus, dichter, vertaler, maakt bloemlezingen, is redacteur van enkele literaire- en kunsttijdschriften waaronder ‘Vlaanderen’, maakt nog tijd vrij voor zijn leraarschap Latijn en Grieks te Gijzegem (zijn woonplaats), en is lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Maar dan spreek ik nog niet over de talrijke reizen naar zijn geliefde Italië, over zijn nimmer aflatende speurtocht naar de oorsprong, naar de bakermat van onze cultuur, gravend zowel in de antieke wereld als in het christelijke verhaal, over de zon die hij zo graag ziet schijnen in een goed glas Toscaanse wijn, een vino nobile, over de warmte van hechte vriendschap, over de intensiteit van het licht, geschreven met hoofdletter,… of toch ?
Over de gedichten heb ik met de kunstenaars nooit gesproken. Het eerste contact was de vernissage. Zoiets garandeert de grootste vrijheid en authenticiteit in het creatieve proces. Het garandeert ook de verrassing en verwondering bij de dichter, die zich dankbaar realiseert wat er gebeuren kan met verzen die hij ooit heeft losgelaten. Zijn dankbaarheid gaat naar alle artiesten van Halflicht / Halfdonker en uiteraard en in het bijzonder naar de coördinator Freddy Huylenbroek, die in zijn eigenzinnige keuze van de gedichten en zijn zuiver artistiek aanvoelen een wonderbaar proces op gang bracht, dat ons bij zal blijven. Patrick Lateur www.patricklateur.be
Een samenwerkingsverband tussen woord en beeld is niet totaal nieuw voor Patrick Lateur. Misschien wel in deze context, want meestal wordt een schrijver getoucheerd door een beeld, een schilderij, een sculptuur, een gebouw…Maar in het verleden zijn er reeds enkele mooie wisselwerkingen rond het dichtwerk van Lateur geweest die mijn geloof in het welslagen van dit project enkel maar versterkten. Ik refereer hierbij recentelijk aan het 30e poëziefestival in Beauvoorde in 2005 waar hij als gastdichter fungeerde. Langs een poëzieweg van één kilometer, die de kerk van Wulveringem met die van Vinkem verbond, werden vijftien kaligrafisch uitgeschreven gedichten gepresenteerd. Een vervolgverhaal van deze wandeling wordt nog de hele zomer uitgezet in het Nederlandse Aardenburg. Er is de bundel Kruisweg in de stad waarbij twaalf meditatieve teksten, door Patrick geschreven vanuit de ik-figuur van Jezus, verlucht werden met twaalf aangrijpende materiewerken van Luc Hoenraet, ook geen onbekende voor deze galerieruimte. Er is het diepe respect en de innige vriendschap met de in 2002 gestorven kunstenaar Armand Demeulemeester en de wederzijdse bevruchting binnen hun beider religieus getint oeuvre. En dit zijn maar enkele referenties. Uit de bundel Rome & Assisi heb ik, uiteraard mits het goedkeurend schouderklopje van onze poëet, zeven gedichten geselecteerd en als inspiratiebron ter beschikking gesteld aan zeven fotografen van de Koninklijke Fotoclub Imago en eenentwintig beeldend kunstenaars van idCollectief en idplusart. Het heilig getal zeven of een veelvoud ervan heeft in dit project eveneens een spirituele kracht van uitwerking. Dat de verhouding tussen lettertekens en woorden, tussen schrijven en tekenen, schilderen, beeldhouwen en de fotografische impact van het aftastende oog door de camera op het subject tot onderhoudende bespiegelingen kan leiden, was voor mij het uitgangspunt. Zeer zeker geen gemakkelijke opdracht, daarvan was ik mij terdege bewust, want ik wenste wel wat meer dan een louter illustratief prentje bij het woord of het rijm. Tekst en beeld kunnen weliswaar prima samenleven. Soms op voet van gelijkheid, doch veelal is één van de twee de baas, zoals bijvoorbeeld het beeld bij foto’s met onderschriften of een verklarend stuk tekst, een reportage in een geïllustreerd tijdschrift. In dit huiswerk dat ik mijn kunstenaars meegaf, gaat het echter over een heel bijzondere vorm van samenspraak, ik zou zelfs durven spreken van een “relatie op afstand”. Met alle respect, maar voor velen was dit nieuw binnen hun plastische creaties. Niet enkel de idee, de werkwijze en de presentatie, doch ook de verzen van Patrick Lateur waren voor sommigen totaal onbekend. Maar onbekend is onbemind, dus zette ik hen aan het nadenken, lokte ik een “gevecht, een worsteling met de woordenvloed en taalrijkdom van de dichter uit”, letterlijk en figuurlijk. Het beeld komt voort uit zijn woorden, uit zijn taalbeeld, maar is of zou vervolgens autonoom genoeg moeten (kunnen) zijn om op eigen houtje verder te leven.
Maurice De Clercq
De eerste vraag die misschien opkomt is : “Wat hebben de schilder en de schrijver met elkaar gemeen?” Is het misschien het genadeloze wit van het vel papier bij de aanvang, maagdelijk rein, onbeschreven, onbevlekt? Of is het veeleer die onweerstaanHALFLICHT HALFDONKER
14
HALFLICHT HALFDONKER
3
bare drang van de woord- of beeldkunstenaar om opgedane emotionele of visuele indrukken en ervaringen te transformeren, te vertalen in opnieuw iets concreets? Waar ligt dan het verschil tussen woord en beeld als neerslag van dit creatieve proces? Waar komen zij elkaar tegen, de dichter en de schilder, de dichter en de beeldhouwer, de dichter en de fotograaf, de schilder en de fotograaf? Is het in het beeldend taalgebruik of juist in typische en betekenisvolle beelden, de vrucht van hun artistieke verwerking? Misschien is het relevanter en meer intrigerend enkel de vraag te stellen waar ze elkaar kwijtraken. Want dat gebeurt sowieso. Tenslotte ligt de eigenheid van ieder medium toch in zichzelf gesloten, of vergis ik me? Evenwel kan zo een dialoog best leuk, boeiend en leerrijk zijn, al was het maar om de diversiteit in de gedachtewereld van de achtentwintig artiesten vast te stellen en te vergelijken hoe, binnen dit éénrichtingsverkeer, de beeldend kunstenaars en de fotografen zich hebben gelieerd aan een woord, een fragment, een rijm of enkel de idee hebben aangegrepen om hun eigen beeldvoering te voeden. De titel Halflicht / Halfdonker heeft uiteraard betrekking op de impact van dag en nacht in de geselecteerde verzen, de worsteling tussen licht en duisternis, tussen goed en kwaad sinds mensenheugenis. Het woord van de dichter is hierbij leidraad. In het ene gedicht spreekt Lateur van “demonisch duister” en “nachtlichten”, of van “verhulde trekken in een waas van was”, in een ander van “paaslicht dat marmering likt als tong van vuur”, of maakt hij gewag van “schijn en leugen die overgaan in kleur”, behoedt hij ons voor de “nacht die stinkt naar de hel”. In die schemerzone, tussen halflicht en halfdonker, gaan zowel de kunstenaar als de beschouwer de confrontatie aan met het verleden als voedingsbodem voor het nog onbekende, voor het nieuwe. Achter en voorbij de woorden van Lateur gaan zij, maar ook wij die dit aanschouwen, dieper graven naar dat wonder van ons mens-zijn, peilen wij naar de zin van het bestaan, trachten wij menselijkheid en werkelijkheid te verbinden ondanks verwarde duisternis, pijn en verdriet, afscheid en dood, die toch steeds weer krijtlijnen van hoop en belofte inhouden. De impuls van de menselijke emotie gereflecteerd zowel in woord als in beeld. In een gesprek vertrouwde de Nederlandse schilder Rik Van Iersel ooit toe dat “als dingen je diep treffen, aftakeling, ziekte, dood, het net is alsof je constant met koorts rondloopt. De dood is zo zinloos, zo niets. Het schilderen is soms een gevecht tegen dat gevoel”. Maar de titel van deze tentoonstelling verwijst tevens naar de werk- en zienswijze van de kunstenaars. De schilderkunst legt zich toe op de betekenisgeving van de kleur als tot leven gekomen licht. Film en fotografie bestaan door een reeks ingrepen op het procédé van het verankeren van licht en donker. Beeldhouwkunst tracht juist door wisselwerking van licht en schaduw de benadering van aanwezigheid in de ruimte te concretiseren. Hier sta ik, ik besta. To be or not to be. In deze tentoonstelling krijgt het geschreven woord van de dichter als autonoom kunstwerk een daadwerkelijke zeggingskracht, wordt het taalbeeld van Patrick Lateur effectief omgezet in een opmerkelijke, indringende en zinnenprikkelende plastische beeldtaal, geconcretiseerd zowel in schilderijen, aquarellen en tekeningen als in keramiek, sculpturen, objecten, juwelen, installaties en fotowerken. Net als de klankrijke en doordachte poëzie van Lateur spreekt ook dit plastisch ensemble een eigen taal en mag deze presentatie beslist niet bestempeld worden als illustraties of aanhangsels van het dichtwerk. Dat de religieuze inspiratie, de klassieke vormgeving, de gevoelige beeldspraak en de communicatieve kracht van deze gedichten tot de verbeelding van de beeldende kunstenaars hebben gesproken, blijkt overduidelijk uit deze tot stand gebrachte dialoog, die perspectieven opent voor een spirituele zoektocht naar de dieperliggende waarden en de filosofische bewogenheid achter het woord, achter de blik en de geste, achter de lijn, de verfstreek en de materie, achter de vorm en de kleur, achter het licht en het donker, of alleszins ergens halverwege !
Freddy Huylenbroeck (Tekst van de lezing bij de vernissage van de tentoonstelling in idplusart – kunstcenter Hamme op vrijdag 30 juni 2006).
4
HALFLICHT HALFDONKER
de schilders of beeldhouwers. Het beeld, het schilderij, een installatie, een foto roept een stroom van woorden op, sneller dan dat het woord een stroom van beelden op kan roepen. Zou Leonardo toch gelijk hebben als hij zegt dat de dichter dicht bij de gratie van zijn ogen? Dit maakte het initiatief van coördinator Freddy Huylenbroeck des te merkwaardiger. Woorden, verbale beelden, een wereld van letters als uitgangspunt voor plastische creaties: een uitnodiging gericht tot een veelheid van kunstenaars, die nog hun eigen weg aan het zoeken zijn of reeds voor een stuk gevonden hebben. Nog veel merkwaardiger vond ik het dat die kunstenaars zich lieten leiden of verleiden om een antwoord in beelden te geven op een poëtische wereld die niet zo voor de hand ligt. De uitnodiging werd een uitdaging. Bundels als Catacomben en De speelman van Assisi en Ravenna traceren mijn spirituele zoektocht naar de wortels van onze cultuur, waarin het evangelisch gedachtegoed een niet geringe rol speelt. In de geschiedenis van het christendom wisselt de zoektocht naar authenticiteit af met de perversiteit door macht. De wereld van de vroegchristelijke begraafplaatsen en de biografie van Frans van Assisi contrasteren met de wereld van schoonheid en schijn van de Ravennatische mozaïeken. In die dubbele bedding situeert zich mijn verhaal. En het getuigt van veel durf om kunstenaars uit te nodigen daarmee in confrontatie te gaan, zich in die stroming te spiegelen of er zich tegen af te zetten. Tegelijk dient zich hier een punt aan waarop beide artistieke richtingen elkaar kunnen ontmoeten. Kunst heeft steeds te maken met een wereld achter de oppervlakte van de dingen. En de eis die Leonardo stelde aan de schilderkunst, is ook die van de poêzie: zoeken naar bestaansverheldering. In het woord én in het beeld kan iets oplichten wat mensen ten diepste raakt. In de beeldende kunst en in de dichtkunst staat vaak spiritualiteit op het spel, die niet noodzakelijk iets te maken moet hebben met een of andere filosofische of religieuze overtuiging. Een mens wil wel eens wat meer dan de strijd voor het dagelijks brood of het gevecht tegen de zorgen van elke dag. De gepriviligieerde omgang met de materie of het woord, waarmee een nieuwe werkelijkheid wordt gecreëerd, doet de kunstenaar achter mensen en dingen kijken. En hij neemt de toeschouwer en lezer mee naar voor hem onvermoede werelden. Wat me in de galerij uiteindelijk het meest heeft getroffen is het feit dat zo’n confrontatie werd aangedurfd. 3. De gedichten in de verzamelbundel Rome & Assisi vertrekken vaak van beelden en fresco’s. Die woorden hebben in brons, aquarel, olieverf, foto, etc. nieuwe beelden gegenereerd. Een merkwaardig proces, waarbij de cirkel voorlopig gesloten werd. Toch behielden beide artistieke uitdrukkingen hun eigen autonomie. En dat werd op twee manieren duidelijk. De gedichten stonden opgesteld in een gesloten kring. Wie de gedichten las, keerde het beeld de rug toe om zich te concentreren op het woord. Het beeld werd geen ancilla, geen dienstmeid van het woord. De beeldende creaties waren geen illustraties bij de verzen. In de galerij werd op die manier ruimtelijk uitgedrukt wat beeldende kunstenaars hadden gedaan: zij waren uit de beslotenheid van de verzenkring getreden en hadden afstand genomen om in de ruimte wat verder of tegen de muur een eigen identiteit uit te stralen. De eigen wereld van de beeldtaal kwam bovendien naar voren in een verrassende veelzijdigheid qua vorm en inhoud. Verscheidenheid in eenheid rond de verzen, eenheid in verscheidenheid door de plastische taal. Het meest verrassende was wellicht de telkens nieuwe wereld die uit de werken sprak. Ik heb me tijdens de rondgang meermaals verwonderd afgevraagd hoe een wereld van woorden een totaal nieuwe en andere realiteit in beelden kan oproepen. Soms was de bedoeling of de uitwerking herkenbaar nabij, soms gaapte er een heilzame
HALFLICHT HALFDONKER
13
Adam en Eva
POSTLUDIUM
Poëzie en beeldende kunsten Drie bewegingen bij ‘Halflicht / Halfdonker’ 1.
Als in gewijde uren uit mijn kinderjaren doorlees ik dit beduimeld prentenboek van vale wanden vol oude verhalen en sla een bladzij om bij elke hoek.
Over de onderlinge verhouding van de diverse kunsten heeft Leonardo da Vinci boeiende dingen geschreven. In een los fragment van het manuscript A1 uit 1492, bewaard in de Bibliothèque Nationale te Parijs, heeft hij het over de verhouding schilderkunst en poëzie. En de schilder Da Vinci kiest resoluut voor de superioriteit van de schilderkunst... In het Toscaans en in zijn onmogelijk geschrift lezen we daar het volgende:
De eerstelingen uit een prille gaarde wandelen me tegen als een paar ontheemden in een godvergeten aarde onvergetelijk gegeven aan elkaar.
« L’occhio, che si dice finestra dell’anima, è la principale via donde il comune senso può più copiosa e magnificamente considerare le infinite opere di natura; e l’orecchio è il secondo, il quale si fa nobile per le cose racconte, le quali ha veduto l’occhio. Se voi storiografi o poeti o altri matematici non avessi coll’occhio viste le cose, male le potresti riferire per le scritture, le quale scritture so’ nate dalla pittura. E se tu, poeta, figurerai una storia colla pittura della penna, el pittore col pennello la farà di più facile sadisfazione e men tediosa a essere compresa. Se tu dimanderai la pittura muta poesia, ancora il pittore potrà dire del poeta orba pittura: or guarda quale è più dannoso morso, o cieco o muto. » (A1 19r)
Voorbij de levensboom de bitterzoete nasmaak van armhartig weten, prijs voor wie nu godgelaten zwerven moeten maar geroepen naar een eender paradijs.
“Het oog, dat het venster van de ziel wordt genoemd, is de belangrijkste weg waarlangs onze geest ten volle en op zijn best de eindeloze werken van de natuur kan beoordelen. En op de tweede plaats komt het oor, dat zijn waardigheid ontleent aan het feit dat het de dingen hoort, die het oog heeft gezien. Geschiedschrijvers of dichters of wiskundigen, hadden jullie niet de dingen gezien met jullie ogen, dan hadden jullie ze ook niet goed kunnen weergeven in jullie geschriften, die voortkomen uit de schilderkunst. En als jij, dichter, een verhaal schildert met de pen, dan zal de schilder het met meer gemak en voldoening doen met het penseel en het zal minder saai zijn om volgen. Als jij de schilderkunst zou bestempelen als poëzie zonder woorden, dan zou de schilder op zijn beurt de poëzie blinde schilderkunst kunnen noemen. Ga eens na wat de grootste handicap en nadeel met zich meebrengt: blind zijn of stom zijn.” (eigen vert.) Wij moeten ons daarbij realiseren dat Da Vinci schilderkunst niet benadert als een technische vaardigheid die men in het atelier kan opdoen, maar als een cognitieve wetenschap waarbij de ontdekking van het waarom van de dingen essentieel is. Schilderkunst als een verduidelijking van de werkelijkheid en een queeste naar inzicht. Zonder dat inzicht kan schilderkunst volgens Leonardo alleen maar een reproductie zijn van het oppervlak van de werkelijkheid. Dichters, die slechts in staat zijn iets te verwoorden omdat zij iets hebben gezien, komen dus in rangorde na de schilders. Afgezien van wat hij verder en elders schrijft over de verhouding van beeldende kunsten onderling, speelt Leonardo hier de plastische taal uit tegen de verbale taal. En kiest dus voor de eerste. 2. Als ik Leonardo’s bedenking transponeer naar wat idCollectief en Fotoclub Imago in een diversiteit van plastische kunstvormen hebben samengebracht rond een paar van mijn verzen, dan doe ik er goed aan eerbiedig te zwijgen. Bovendien, als er in de verhouding tussen beeldende kunst en poëzie historisch gezien sprake is van een wederzijdse beïnvloeding of inspiratie, dan blijkt dat het vooral de schilderkunst is die de dichter inspireert. Het omgekeerde is eerder de uitzondering. Er zijn natuurlijk de grote literaire werken die behoren tot het collectieve patrimonium en die beeldende kunstenaars steeds weer aanzetten tot creaties: de bijbel en Ovidius’ Metamorfosen zijn de schilderboeken bij uitstek geworden omwille van hun rijkdom aan mythen en verhalen, Jan Cox liet zich inspireren door de Ilias van Homeros en de Divina Commedia van Dante kreeg een hallucinante verbeelding in het werk van Gustave Doré. Maar meestal zijn het toch de dichters die zich laten leiden door de beeldende kunsten, door grote werken uit de kunstgeschiedenis of door bescheidener werk van bevrien-
12
HALFLICHT HALFDONKER
Linde Fobe
Dichter Bundel Fotograaf Beeldend
HALFLICHT HALFDONKER
Patrick Lateur Catacomben, Salutis Signa I Uit : Rome & Assisi. Uitgeverij P, Leuven, 1998 Hilaire Moeyaert Linde Fobe Annick De Smet Michael Karlovski
5
Olielamp
Trastevere (S.Francesco a Ripa)
Door ijle stromen lucht even bewogen uit gebakken aarde vloeiende olijven dansen eindeloos in duizend ogen om demonisch duister te verdrijven.
Was het in deze buurt dat hij haar vinden kwam, kruidenkoeken at en zij hem zocht zoals de vrouw van Magdala beminde? Jacoba wist wat hart en geest vermocht.
Onrustig waaien zij in stille gangen, nachtlichten naast ingekeerde nissen bij slapenstijd ontstoken voor de bange uren van wie nu het daglicht missen.
Zij had hem lief en liet hem konterfeiten in deze cel die hij niet meer zou dulden. Alleen de blote steen zou hem verblijden waarmee de vromen hun verraad verhulden.
Mijn ogen raden langs de tere vlammen een onbestemd geheim en lezen amper zichtbaar de verwalmde monogrammen van tot eeuwig licht gemerkte lampen.
Voorbij de poorten van herinnering volg ik zijn sporen door het Tiberdal van steen tot steen waarop hij liggen ging, en zoek de berg die mij behoeden zal.
Rudy Jansegers Luc Hoenraet
Dichter Bundel Fotograaf Beeldend
6
Dichter Bundel Fotograaf Beeldend
Patrick Lateur Catacomben, Coemeterium Uit : Rome & Assisi. Uitgeverij P, Leuven, 1998 Rudy Jansegers Marie-Claire Ceyfs Annie Derkinderen Maurice Brams
HALFLICHT HALFDONKER
HALFLICHT HALFDONKER
Patrick Lateur Over heuvels Uit : Rome & Assisi. Uitgeverij P, Leuven, 1998 Walter Van Pottelberghe Marc Van Geert Luc Maes Riet Bosch Luc Hoenraet
11
Epifanie
Mons Aventinus (S.Sabina)
Hun ster verlicht de nachtelijke gangen. In de galm van hun vermoeide stap hoor ik de koningen van schroom bevangen stilstaan bij een hemels moederschap.
Azuren daktuin van de stad, een lucht van groene pijnen en oranjebomen, waar Remus vogels volgde in hun vlucht, de speelman bij Dominicus wou komen.
De walm van eeuwenoude vroomheid hult haar trekken in een waas van was. Enkel voelbaar aan de dubbele troon vervult het Kind de hoop van heerlijke geschenken.
Hoe valt het paaslicht door gevlochten ramen de zuilen langs, en likt als tong van vuur de marmering, tilt woord en zang te zamen weer hemelwaarts in dit gevierde uur.
Met lege handen, eigenwijs en schamel in geloof, mag ik de nieuwe Eva prijzen en voor het mensgeworden Woord beamen de rijke gaven van de vreemde wijzen.
De vrouwen van het Oud en Nieuw Verbond geleiden mij vanop een wand van goud naar de portiek waar mijn verstilde mond hun boodschap leest in het gebeiteld hout.
Theo De Wilde
Willy Vanherck
Dichter Bundel Fotograaf Beeldend
10
Patrick Lateur Catacomben, Salutis Signa II Uit : Rome & Assisi. Uitgeverij P, Leuven, 1998 Robert Gillis Maurice De Clercq Theo De Wilde Claudia Berg
Dichter Bundel Fotograaf Beeldend
HALFLICHT HALFDONKER
HALFLICHT HALFDONKER
Patrick Lateur Over heuvels Uit : Rome & Assisi. Uitgeverij P, Leuven, 1998 WillyVanherck Linda Kinders Lucienne De Keyser Mark Swysen
7
Tripudiantes I
‘Francesco, zoon van messer Bernardone, het minnelied dat ooit de koude nacht verblijdde op de jaarmarkt in het Noorden moet jij nu zingen, elke meid verwacht
Ik zie hem lopen door de nauwe poort waar schijn en leugen overgaan in kleur, geluid en geur van wat met tooi noch woord bedriegt. Een dwaas gelijk – van wat gebeurd
dat jij de stratendans in driepas leidt.’ Hij strekt het voze lijf dat suft in geur van wijn en vet maar bont gekleurd herrijst in malle kleren die hij uit een keur
was toen, noch amper sporen in zijn geest – vond hij de weelde van het dal. Ik hoor zijn lied en vogels wisten voor het eerst hun zang verstaan en echoden in koor.
van vaders stoffen had. Brunetta lonkt als nooit voorheen, maar hij : ‘Amata, snel mijn trom en fluit ! Fidanza, dans en pronk, jij, lenig stuk!’ De nacht stinkt naar de hel.
Ik lees wat hem verklaard werd in die dagen - Matteüs’ woord : ‘Je zal geen reistas, staf, geen tweede overkleed of schoeisel dragen.’ – en weet dat hij toen veel om weinig gaf.
Roger Van Kerschaver
Tim Tassent
Dichter Bundel Fotograaf Beeldend
8
Portiuncula
Patrick Lateur De speelman van Assisi, Francesco Uit : Rome & Assisi. Uitgeverij P, Leuven, 1998 Roger De Kuyper Roger Van Kerschaver André Verschelden Jan Van den Driessche
Dichter Bundel Fotograaf Beeldend
HALFLICHT HALFDONKER
HALFLICHT HALFDONKER
Patrick Lateur De speelman van Assisi, San Damiano, Uit : Rome & Assisi. Uitgeverij P, Leuven, 1998 Tim Tassent Margot Van den Bossche Jan Van Sande André Verschelden
9