Haal meer uit de vloot Verslag EVC trajecten” en “Professionalisering staand wantvloot”
Rems Cramer, Oktober 2014
Inhoudsopgave 1. Aanleiding 2. Doelstellingen 3. Financiering en planning 4. Betrokken organisaties 5. Verslag 6. Conclusies 7. Aanbevelingen en follow up
2
1. Aanleiding De huidige structuur en bedrijfsvoering van visserijondernemingen voldoet in veel gevallen niet meer aan de eisen van een moderne onderneming. De betrokken ondernemers vragen zich af op welke wijze zij het beste hun bedrijfsmodel en bedrijfsvoering aan kunnen passen aan de introductie van nieuwe visserijtechnieken, stijgende brandstofprijzen, vergrijzing van de arbeidscapaciteit, en de verwachtingen over toekomstig visserijbeleid. Aanpassingen van de bedrijfsvoering zullen gevolgen hebben voor de vraag naar gekwalificeerde arbeid (met vaarbevoegdheid) in de toekomst terwijl momenteel het aanbod schaars is en het al diverse malen is voor gekomen dat schepen niet uit konden varen omdat onvoldoende gekwalificeerde arbeid voorhanden was. In de regio zijn echter ervaren vakbekwame vissers aanwezig die met enige ondersteuning gekwalificeerd kunnen worden. Dit betreft met name staand want vissers die actief zijn in de Voordelta. De noodzaak voor het verkrijgen van de juiste bevoegdheden is zeer belangrijk voor de staand want vissers omdat de (winter)visserij voor deze vissers om een aantal redenen steeds minder rendabel wordt. Kwalificatie en daarmee vaarbevoegdheid geeft de mogelijkheid tijdelijk op te stappen op een kotter. Daarnaast is er al geruime tijd overleg gaande tussen (vertegenwoordigers) van de staand want vissers en de overheid (IL&T) om te komen tot een verantwoorde situatie wat betreft veiligheid. Daarbij zijn te stellen eisen aan opvarenden van de staand want vloot een belangrijk onderdeel.
3
2. Doelstellingen Hoofddoel van het project ‘Haal meer uit de Vloot’ is de haalbaarheid te onderzoeken van ‘Flexibilisering en professionalisering’ van de visserijondernemingen tot een optimale benutting van kapitaal en arbeid te komen. Het vergroten van de ‘arbeidspool’ met voldoende bevoegdheden maakt hier deel van uit. Het gesignaleerde knelpunt van onvoldoende gekwalificeerde arbeid vereist dat een inventarisatie wordt uitgevoerd en dat de vaardigheden en competenties in beeld gebracht worden. Dit kan door middel van een EVC. Op basis van het EVC zullen aanvullende opleidingen gevolgd moeten worden. Naast een ervaringscertificaat SW6 zijn noodzakelijk ‘MARCOM-B’, ‘Radar navigator operational level’ en ‘Basic Training Fishing Vessels’. De beoogde kandidaten hebben naar verwachting al een aantal certificaten. In het project wordt uitgegaan van 50 % van de noodzakelijke kosten om alle noodzakelijke opleidingen te volgen. In het project is de concrete doelstelling om in ieder geval 10 kandidaten formeel op het niveau van SW6 (vaarbevoegdheid) te brengen. Hier zullen Voordelta vissers uit de regio de voorkeur krijgen.
4
3. Financiering en planning Voor de financiering van het totale project “Haal meer uit de vloot/ EVC trajecten” is subsidie toegezegd vanuit het EVF (Europees Visserij Fonds). Het subsidiepercentage hiervan bedraagt 60%. Ten behoeve van de scholingskosten van 10 staand want vissers zegt de Stichting Verduurzaming Visserij Voordelta onder de projectnaam “Professionalisering staand wantvloot” eveneens een bijdrage van 38% toe. Ondersteuning van deze investering komt direct ten goede aan kwaliteit en rentabiliteit van de visserij in de regio. Met de kandidaten zou worden afgesproken dat alleen bij aanwezigheid bij opleidingen een ondersteuning van de kosten gegeven kan worden. Inkomstenderving door bestede tijd wordt niet vergoed aan de kandidaten. Het project is gestart in oktober 2011 en is beëindigd op 6 oktober 2014.
5
4. Betrokken organisaties/ personen United Fish Auctions. UFA is een toonaangevende visafslag in Zuid-Holland met vestigingen in Scheveningen en Stellendam. De veilingomzet van UFA bedraagt ruim € 50 miljoen. Bij UFA zijn 22 fte in dienst, waarvan 11 in vaste dienst. United Fish Auctions, visafslag Stellendam is hoofdaanvrager en penvoerder van beide projecten. Richard Martens begeleidt het project namens UFA. . SVO Lobex/ Gjalt Landman. SVO Lobex is ervaren in- en bevoegd om EVC procedures uit te voeren m.b.t. het afgeven van een ervaringscertificaat in relatie tot de eisen die gesteld worden aan het SW6 diploma. SVO Lobex heeft daartoe vaak gebruik gemaakt van de diensten van Henk Redert (STC Stellendam) als assessor. STC Stellendam/ Henk Redert. Vanuit het STC Stellendam draagt, in de persoon van Henk Redert, zorg voor ondersteuning bij de uitvoering van de EVC trajecten. Henk is bevoegd auditor en heeft de nodige ervaring bij het uitvoeren van SW6/ EVC toetsen. Voor de begeleiding van de kandidaten is ondersteuning voorzien door Rems Cramer. Rems heeft ervaring met detachering van personeel en opleidingen. Sinds 2002 is hij staand want visser en tevens nauw betrokken bij een EVF- project (“Minder vissen meer brood”) dat zich richt op flexibilisering en professionalisering van arbeid in de visserijsector.
5. Verslag Januari 2011 tot januari 2012 Overleg werd gevoerd met Gjalt Landman namens SVO Lobex en Henk Redert. Afgesproken werd dat SVO Lobex de cerificerende instantie zou zijn en Henk Redert in opdracht van SVO Lobex de audits zou afnemen. Vanwege de beperkte tijd van Henk Redert zou SVO-Lobex zich tevens oriënteren op andere auditoren. De te volgen procedures werden afgestemd op basis van de richtlijnen als gegeven in de SVO-Lobex brochure “Erkennen van Verworven Competenties”. Tevens werd contact gelegd met potentiele kandidaten. Januari 2012 tot juli 2013 In overleg met Richard Martens werd bepaald aan welke eisen kandidaten vanuit het belang van het project zouden moeten voldoen. Kandidaten moeten bereid zijn, indien gewenst, als opstapper te varen op kotters die havenen in Stellendam en/ of vissen in de Voordelta. Ook moet een kandidaat bereid zijn tijd en een mogelijk een
6
deel van de kosten voor eigen rekening te nemen. Bij het niet nakomen van afspraken door een kandidaat zonder steekhoudend zijn alle kosten voor rekening van de kandidaat. . E.e.a. heeft geresulteerd in een concreet voorstel aan de kandidaten en aan de vloot als verwoord in bijgevoegd stuk van 15 maart 2012. Voortdurend werden schippers, eigenaren en kandidaten benaderd en/ of geïnformeerd over de mogelijkheden en ontwikkelingen. Opvallend is dat de eigenaren en opvarenden van de grote kotters in Stellendam (SL42, GO38/48, GO14/31, GO22/26 en TH43) geen interesse tonen ondanks de moeite die Adam Tanis, Yvette Lupgens (UFA) en Rems Cramer daar voor hebben gedaan. Veel opvarenden van de staand want vloot hebben belangstelling voor de mogelijkheden. Reden hiervoor is de winterperiode, waarin de verdiensten (met staand want) matig zijn en de opleidingseisen die wellicht in de toekomst aan de opvarenden van de kleine vloot zullen worden gesteld Wat het laatste betreft is er met name in de periode augustus t/m december 2012 regelmatig contact geweest met Henk Redert en de Nederlandse Vissersbond over in de nabije toekomst wellicht te stellen opleidingseisen. Hoewel dit buiten het project om gaat heeft het uiteraard wel de nodige impact op de noodzaak de EVC trajecten tot een succes te maken. Om die reden heeft de UFA dan ook het initiatief in juni 2013 genomen aanvullende financiële steun aan te vragen bij de SVVV. In mei 2013 is contact geweest met Henk Redert en Gjalt Landman over het concretiseren van de plannen de de EVC trajecten uit te voeren. Als eerder afgesproken zou SVO-Lobex de certificerende instantie blijven. Volgens informatie van Henk Redert (april 2013) wil het STC zelf ook de certificatie overnemen, maar was nog niet bekend wanneer het STC daarote in staat zou zijn. Per juni 2013 hebben zich 16 kandidaten waarvoor een kandidatenlijst is opgesteld. Tevens zijn in juni 2013 de overzichten van de kandidaten met de ingevulde intakeformulieren en portfolio’s gedigitaliseerd doorgegeven aan SVO Lobex en aan Henk Redert. Een aantal kandidaten is (o.a. Andre Grootveld/ TH10) bereid om op eigen kosten, dus los van subsidie te starten. Doelstelling was voor 1 oktober 2013 op basis van de portfolio’s (CV + diploma’s) en een inschatting/ interviews door Henk Redert per kandidaat een kostenbegroting en planning op te stellen, waarbij in de winter 2013/2014 mogelijke lacunes worden weggenomen. Voorjaar 2014 zou het traject al dan niet met diploma worden afgesloten. Gebleken is dat kandidaten, alvorens de EVC procedure in te gaan willen weten wat de kans van slagen is en wat er (in tijd) van hun wordt gevraagd.
7
Juli 2013 tot 17 januari 2014 Vanuit Urk bliktk er ook belangstelling voor het traject. Staandwantvissers op Urk zoeken een alternatief voor de winter en zijn zich aan het oriënteren op de aanschaf van een garnalenkotter, waar vaarbevoegdheid op basis van SW6 een eis is. veel garnalenkotters beschikken over een z.g. voordeltavergunning, waardoor de link met het project gelegd kan worden. Ook is opstappen op een kotter van de zuid is een goede optie voor hun omdat in de regel goed wordt besomt en de zondagsrust wordt gerespecteerd. De staandwantvissers uit SCH en IJM wachten nog af wat IL&T aan eisen gaat stellen. Die beslissing zou medio oktober 2013 worden genomen, maar is uitgesteld tot medio januari 2014. Oktober 2013 is de aanvullende subsidie vanuit de SVVV toegekend, waardoor de opleidingskosten praktisch gedekt zouden zijn. In de periode oktober 2013 tot 17 januari 2014 is er onduidelijkheid ontstaan over de rol van SVO-Lobex als certificerende instantie. SVO-Lobex en STC Rotterdam zouden onderling overleggen wie uiteindelijk wat zou doen 17 januari 2014 tot 6 oktober 2014 (einde project) Januari 2014 is Henk Redert herhaaldelijk gevraagd in Stellendam een oriënterend gesprek te hebben met Andre Grootveld, omdat de TH10 waar Andre op vaart in die periode iedere vrijdag in Stellendam lag. Dit om kennis te maken en om een inschatting van kans van slagen en te nemen moeite te krijgen. Per 17 januari 2014 werd door Henk Redert aangegeven dat STC Rotterdam de certificerende instantie zou worden, met als contactpersoon/ coördinator Jannicke Dekker. De bijgewerkte dossiers (in “Dropbox”), inclusief alle verzamelde portfolio’s zijn op 12 februari 2014 door Henk Redert aan Jannicke Dekker van STC Rotterdam overgedragen. Volgens Jannicke bevond het EVC traject wat betreft het STC nog in een opstartfase. Eind maart/ april 2014 werd door Jannicke aangegeven dat de stukken deel uitmakend van de portfolio’s door de kandidaten zelf opnieuw zouden moeten worden geüpload in het door het STC gebruikte informatiesysteem (Scorion). Ook dient alle communicatie te verlopen tussen Jannicke en de kandidaat. De rol van Rems Cramer als begeleider, werd door het STC niet op prijs gesteld. Zoals ook blijkt uit het feit dat tijdens de intakegesprekken met Grootveld en Korving, Rems daarbij niet aanwezig mocht zijn. In april 2014 werden uitgenodigd voor de intakegesprekken de heren Grootveld, Messemaker (geen deelnemer project), Rog en Korving. Op 25 april en 25 juni 2014 vonden intake gesprekken plaats met respectievelijk Grootveld en Korving.
8
Ondanks de positieve uitslagen van de intakeformulieren, de grote ervaring van Grootveld en het uitgebreide portfolio van Korving (HBO maritiem officier + alle vereiste certificaten), kon tijdens- of na het intakegesprek geen enkele indicatie gegeven worden over de kans van slagen en mogelijke lacunes van het EVC traject voor beiden. Eerst diende de overeenkomst door de kandidaat te worden aangegaan. Grootveld heeft tot op heden nog geen bevestiging van het feit dat hij een geschikte kandidaat zou zijn. Korving heeft 3 oktober 2014 een voorstel tot het ingaan van het traject gekregen. Een van de kandidaten (met slechts een S7 opleiding) heeft via een andere certificerende instantie het ervaringscertificaat in oktober 2013 behaald op basis van een dag assesment. Kandidaten uit Urk zijn via SVO Lobex voor een eerste intakegesprek bij het Berechja college geweest op Urk. Op basis van het ingevulde intakeformulier werd aan alle kandidaten aangegeven dat een praktijk assesment aan boord een reële optie is. Tegelijkertijd werd het belang aangegeven dat de benodigde certificaten en de haalbaarheid daarvan, naast het praktijk assesment.
9
6. Conclusies Helaas is de doelstelling 10 vissers met SW6 te kwalificeren niet gehaald. Insteek van Cramer was te voren voorwaarden voor kandidaten goed op een rijtje te krijgen en een totaal overzicht te maken van kandidaten. Op basis van het belang van de (Voordelta) vloot en de kans van slagen per kandidaat zou uiteindelijk een definitieve lijst van kandidaten worden gemaakt. Met dit voortraject is achteraf gezien (te) veel tijd in 2012 verloren gegaan. Uit was gegaan van de samenwerking projectteam- STC Stellendam- SVO Lobex, gebruikmakend van de procedure als aangegeven door SVO Lobex. Gaandeweg de rit (medio 2013) heeft STC Rotterdam, in plaats van Henk Redert aan SVO- Lobex beschikbaar te stellen, geprobeerd het gehele traject voor haar rekening te nemen. Dit is tussen partijen niet goed gecommuniceerd. STC Rotterdam is een langere periode (februari 2014) niet in staat geweest het traject op te pakken en was ook daarna nog onervaren wat betreft de aanpak. Uiteindelijk konden (na intakegesprekken bij het STC Rotterdam) aan kandidaten niet concreet kon worden aangegeven wat de kans van slagen is en wat er van hen verwacht werd. Tijdens de intakegesprekken met Jannicke Dekker werd vooral ingegaan op de EVC procedure zoals het STC die heeft ontwikkeld en op de werking van het door het STC gebruikte programma Scorion (management software voor loopbaanontwikkeling en toetsing) aanpak door het STC. Van kandidaten wordt verwacht dat zij zelf al hun (al overlegde gegevens) opnieuw invoeren in Scorion en daarmee interactief met het STC aan de slag zouden gaan verwacht. Een rol van Cramer als begeleider is in de aanpak van het STC opgenomen. SVO Lobex kon niet beschikken over Henk Redert als assessor. Volgens informatie van Gjalt Landman beoordeeld SVO LObex op basis van het ingevulde intake formulier en een intake gesprek of de kandidaat in aanmerking komt voor een praktijktoets van 1 dag. In het gesprek wordt ook gewezen op het feit dat de nodige certificaten aanwezig moeten zijn en/ of behaald moeten worden. Gewerkt wordt met (eventueel gedigitaliseerde) documenten. Voor varende visserlui lijkt een praktische aanpak zoals SVO die toepast vooralsnog de enige aanpak die werkt. Wat tijd betreft zouden de maanden december t/ m februari de voorkeur hebben opleidingen, trainingen- en assesment te laten plaats vinden.
10
7. Aanbevelingen en follow up Al het voorbereidende werk is inmiddels uitgevoerd. Daarbij is de noodzaak staand want vissers te kwalificeren nog urgenter geworden vanwege de omwikkelingen met de pulskor (met name gebrek aan tongquotum). De Urker staand want vissers zijn inmiddels grotendeels overgaan op de garnalenvisserij, zoals bekend met een groot tekort aan vaarbevoegde opvarenden. Kleinschalige vissers mogen binnen het nieuwe GVB rekenen op steun wat betreft opleidingen. Rems Cramer heeft de met het project verzamelde gegevens en kennis inmiddels uitgewisseld met Pieter Beer (Visserij Management Bureau Beer). Beer is in de kop van Noord Holland actief een aantal kandidaten te werven en te begeleiden bij een ECV SW6 traject. Voorstel is opnieuw financiële steun aan te vragen en de SVVV steun alsnog in te zetten om op basis van een strakke planning en met concrete afspraken met SVO Lobex en/ of het STC Rotterdam op korte termijn vissers van de lijst te kwalificeren met een EVC procedure.
Bijlagen/ in dossier: Lijst kandidaten per 30 november 2014 Dossiers kandidaten beschikbaar via Dropbox Brochure EVC Projectplan Uitleg project/ voorwaarden
11