Haags netwerk WMO Lijst van aandachtspunten voor toetsing vanuit cliëntenperspectief van de Haagse Wmo-2015-stukken en de Haagse concept-Wmo verordening. Deze lijst is mede bedoeld om te toetsen of de gemeente werkt overeenkomstig Agenda 22 bij het opstellen van beleid. I.
Algemeen
1. Welke aandacht is er in de beleidsstukken en de verordening voor de effecten van de komende ratificering van het VN-verdrag voor de rechten van personen met een beperking? 2. Staat de zelfregie van de cliënt centraal in het beleid en hoe wordt die concreet vorm gegeven? 3. Is er - in het licht van het kader “algemeen en collectief boven individueel” - voldoende oog voor de diversiteit tussen en binnen de diverse klantengroepen? 4. Is er keuzevrijheid voor de burger bij de maatwerkvoorzieningen en heeft de burger altijd keuze tussen PGB en 'zorg in natura'? Geldt die keuzevrijheid in beide gevallen ook als de hulp tot stand komt via de wijkorganisaties en de sociale wijkteams? 5. Welke ruimte is er -inhoudelijk en financieel- voor vernieuwing van het ondersteuningsaanbod? 6. Is er sprake van integrale beoordeling, uitvoering, ondersteuning en evaluatie door de gemeentelijke diensten in het 3 D’s-beleid? Hoe wordt daarbij zichtbaar en merkbaar dat gemeentelijke diensten en gemeentelijke organisaties integraal werken? 7. Hoe wordt in de Gemeente het toezicht en de handhaving op het integrale 3 D’s- beleid vormgegeven? 8. Wordt er voorzien in een 'noodknopprocedure' of 'vliegende Kafka brigade' voor situaties waarin de ondersteuning en de processen zijn vastgelopen in de 'bureaucratie' ( bijv. van overheid of aanbieders) of als zaken evident fout lopen? 9. Nu de gemeente steeds meer gevoelige informatie tot haar beschikking krijgt, hoe wordt de privacy van de klanten geborgd?. II.
Toegang
1.
Hoe wordt de verplichte en kosteloze cliëntenondersteuning feitelijk vorm gegeven en hoe wordt de onafhankelijkheid van de cliëntondersteuning geborgd?
2.
Welke positie krijgt deze onafhankelijke cliëntondersteuning in de sociale wijkteams?
3.
Op welke wijze en wanneer wordt de burger geïnformeerd over de mogelijkheid om altijd een cliëntondersteuner te raadplegen ter advisering, ondersteuning en bijstand? (bijv. t.b.v. het keukentafelgesprek of voor het maken van het persoonlijk plan).
4.
Welke rol gaat de Stichting Mee in het gemeentelijke toegangsproces krijgen?
5.
Welke rol krijgen de belangenorganisaties bij de cliëntondersteuning? (bijv. door het inschakelen van ervaringsdeskundigheid).
6.
Welke mogelijkheden worden er geschapen om persoonlijk in contact te komen met de Gemeente? (bijv. voor groepen die niet digitaal vaardig zijn, zoals sommige groepen ouderen,
Correspondentieadres: Haags netwerk Wmo p/a ANBO Den Haag, Torenstraat 172 2513 BW Den Haag Tel.070 3644770 E-MAIL
[email protected]
verstandelijk beperkten, e.d.) 7.
Hoe kan de gemeente individueel maatwerk bij de toegang waarborgen, als medewerkers van o.m. klantenservices steeds meer met gestandaardiseerde digitaal verkregen antwoorden moeten werken.
8. Welke instrumenten (bijv. Zelfredzaamheidsmatrix ZRM, klantprofielen) gebruikt de Gemeente bij de toegang en het keukentafelgesprek en voor welke doeleinden: vaststelling kwetsbaarheid, screening, 'indicatie', aanwezigheid sociaal netwerk en zorgtoewijzing? Is de Gemeente bekend met de beperkingen van de ZRM? 9.
Hoe wordt geborgd dat bij de informatiepunten, bij de professionals inzake het keukentafelgesprek en bij de inschakeling van vrijwilligers, er voldoende deskundigheid en kennis beschikbaar is over de nieuwe klantgroepen?
10. Waaruit blijkt dat de 'beoordeling van de hulpvraag integraal wordt en alle relevante levensterreinen omvat? 11. Wordt de plaats van mantelzorger/familie/vertegenwoordiger/vrijwilliger in het keukentafelgesprek voldoende geborgd? III.
Wijkgericht werken/ sociale wijkteams
1. Welke zorg wordt georganiseerd op wijkniveau in de sociale wijkteams, wat op stadsdeelniveau en wat op stedelijk/regionaal niveau? 2. Wat wordt de positie van de 1e lijns professionals in het wijkgebeuren? (bijv. huisartsen, wijkverpleegkundigen, zichtbare schakels). 3. Welke plaats krijgt de mantelzorg en het vrijwilligerswerk in de sociale wijkteams? 4. Welke plaats gaat de sector Welzijn innemen in de zorg op wijkniveau? IV.
Invulling overgangsrecht
1. Hoe wordt het overgangsrecht feitelijk geregeld voor bestaande AWBZ-cliënten? 2. Kiest de Gemeente voor een langere overgangsperiode dan de wettelijke één jaar? 3. In welke tijd en in welke volgorde 'her_ indiceert' de Gemeente het bestaande aanbod? 4. Vindt er altijd een keukentafelgesprek plaats of is er sprake van andere vormen van herindicering of van groepsgewijze 'herindicatie' ? 5. Hoe is het overgangsrecht geregeld voor bestaande Wmo-cliënten? V.
Mantelzorg en vrijwilligerswerk
1. Hoe wordt in samenhang met de Wmo -wetgeving 2015, het beleid op het gebied van mantelzorg en vrijwilligerswerk vorm gegeven? 2. Komt er in de komende collegeperiode weer een mantelzorgconvenant tussen de Gemeente en de zorgaanbieders en wordt de relatie met de Haagse Hogeschool (lector) gehandhaafd? 3. Hoe wordt het deskundigheidsniveau van mantelzorgers en vrijwilligers geborgd? 4. Wordt er beleid ontwikkeld om vrijwilligerswerk door mensen met een verstandelijke/lichamelijke) beperking te faciliteren? 5. Is er oog voor de differentiatie binnen de groep mantelzorgers? mantelzorgers)
(jeugdige, volwassen en oudere
Correspondentieadres: Haags netwerk Wmo p/a ANBO Den Haag, Torenstraat 172 2513 BW Den Haag Tel.070 3644770 E-MAIL
[email protected]
6. Is er sprake van preventie om overbelasting te voorkomen en samenhang met zorgaanbieders vormgegeven?
hoe wordt de respijtzorg in
7. Hoe wordt omgegaan met gemeentegrensoverschrijdende vragen? (mantelzorger woont in andere gemeente dan de verzorgde) 8. Hoe wordt de wettelijk verplichte mantelzorgwaardering vorm gegeven?. 9. Welke facilitering krijgen mantelzorgers en vrijwilligers? korting-passen, etc.)
(voorheen mantelzorgcompliment) (bijv. vervoersvoorzieningen, parkeren,
10. Blijft de jaarlijkse viering van de Dag van de Mantelzorg? VI.
Dagbesteding
1. Ziet de Gemeente dagbesteding als meer dan alleen dagopvang? 2. Hoe wordt de uitvoering van de dagbesteding en de dagopvang geregeld in relatie tot de zorgaanbieders? 3. Wordt er ruimte voor maatwerk in de vorm van specifieke klantengroep gebonden vormen van dagbesteding gecreëerd op ander wijze dan op wijkniveau? 4. Heeft de Gemeente oog voor de verschillen in behoefte tussen de diverse klantengroepen bij de dagbesteding? 5. Hoe wordt het noodzakelijke vervoer bij dagbesteding vorm gegeven?. VII.
Mobiliteit als voorwaarde voor participatie
1. Wordt er voorzien in een goed afgestemd, betaalbaar en toegankelijk systeem van openbaar vervoer, aanvullend vervoer en Wmo-vervoer? 2. Gaat de Gemeente op gebied van de mobiliteit samenwerking tot stand brengen bij grensoverschrijdend vervoer? VIII.
Eigen bijdragen
1. Voor welke maatwerkvoorzieningen en voor welke algemene voorzieningen raagt de Gemeente een eigen bijdrage of een bijdrage in de kosten? 2. Op basis van welke inkomensgrenzen/vermogensgrenzen wordt de eigen bijdrage berekend en wijkt de Gemeente daarin af van landelijke criteria? 3. Hoe wordt in relatie met (overige) gemeentelijke voorzieningen gewaakt voor stapeling van eigen bijdragen? IX.
Financiële maatwerkregeling Wmo
1. Op welke manier geeft de Gemeente invulling aan de financiële maatwerkregeling? 2. Welke inkomensgrenzen worden gebruikt en welke kostencategorieën en voor welke groepen gaat deze regeling gelden? X.
Persoons Gebonden Budget (PGB)
1. Hoe (ruim/beperkt) wordt de invulling van het PGB-beleid in de Gemeente? 2. Hoe wordt omgegaan bij herindicatie van bestaande Wmo-cliënten met PGB en bij mensen met PGB, die overkomen uit de AWBZ?
Correspondentieadres: Haags netwerk Wmo p/a ANBO Den Haag, Torenstraat 172 2513 BW Den Haag Tel.070 3644770 E-MAIL
[email protected]
XI.
Maatwerk voor burgers met specifieke handicaps en voor 'kleine' klantgroepen
1. Wordt er specifiek beleid ontwikkeld voor deze groepen en welke aandacht gaat de Gemeente besteden aan nieuwe bijzondere of kleine klantgroepen, die specifieke deskundigheid bij de ondersteuning vragen? (bijv. zintuiglijk gehandicapten, mensen met NAH, mensen met verstandelijke beperkingen en/of autisme en/of gedragsproblemen, mensen met psychiatrische problemen, e.d.) 2. Welke zorg voor deze groepen wordt bovenregionaal, regionaal, stedelijk dan wel op wijkniveau aangeboden/ingekocht/toegewezen? XII.
Sport voor gehandicapten
1. Welke aandacht wordt er in het Wmo-beleid besteed aan het belangrijke aspect, dat mensen met een handicap goed moeten kunnen bewegen en sporten? 2. Blijft de aanspraak op sporthulpmiddelen, de specifieke begeleiding en het vervoer in stand? 3. Om kwaliteit en veiligheid m.b.t. sport en bewegen te kunnen waarborgen zijn professionals met hulp van vrijwilligers nodig. Blijft de gemeente deze gedachte ook in haar (gehandicaptensport-)beleid ondersteunen? XIII.
Inkoopbeleid/aanbesteding
1. Welke kwaliteitseisen stelt de Gemeente aan aanbieders en hoe wordt het toezicht daarop geregeld? 2. Wordt bij de kwaliteitsinstrumenten ook uitgegaan van cliëntervaringen of uitsluitend van bijv. professionele standaarden of 'afvinklijstjes'? 3. Welke criteria worden er gehanteerd voor de gunning/toewijzing en hoe wordt kwaliteit afgewogen ten opzichte van prijs? 4. Hoe wordt de samenwerking met de zorgverzekeraar georganiseerd en welke zorg wordt gemeenschappelijk ingekocht? 5. Welke eisen stelt de Gemeente aan de aanbieders over het in dienst nemen/stageplekken etc. voor mensen met een beperking of chronische ziekte in het kader van social return on investment? 6. Welke eisen stelt de Gemeente aan medezeggenschap bij de aanbieders en eist de gemeente de aanwezigheid van een cliëntenvertrouwenspersoon? 7. Welke eisen stelt de Gemeente aan een geschillen- en klachtenregeling bij aanbieders? 8. Hoe houdt de gemeente toezicht op deze punten en hoe worden cliëntenorganisaties bij dat toezicht betrokken? XIV.
Collectieve medezeggenschap / Cliëntenparticipatie
1. Hoe wordt de collectieve medezeggenschap integraal en breed georganiseerd voor het hele sociale domein in een Cliëntenraad sociaal domein? 2. Wordt vastgelegd dat deze Cliëntenraad (naast advisering over voorgenomen beleid, over uitvoering, evaluatie en signalering) ) ook betrokken wordt bij de vaststelling van de kwaliteitscriteria, de vaststelling van de monitoringsinstrumenten (bijv. cliëntervaringen) en toezicht? XV.
Bezwaar en beroep / klachtrecht
1. Komt er één samenhangende gemeentelijke klacht- en bezwaarregeling voor het hele sociale domein?
Correspondentieadres: Haags netwerk Wmo p/a ANBO Den Haag, Torenstraat 172 2513 BW Den Haag Tel.070 3644770 E-MAIL
[email protected]
2. Hoe worden cliëntenvertegenwoordigers betrokken bij de klacht- en bezwaarprocedure en de behandeling? 3. Hoe gaat de Gemeente deze procedure inrichten en wordt deze makkelijk toegankelijk en drempelvrij? Is deze onafhankelijk van de gemeente? 4. Wordt de mogelijkheid geopend voor mediation en dergelijke lichtere procedures? (ombudsman) 10 juni 2014 l
PARTICIPANTEN Haags Netwerk Wmo : BOSK afdeling Den Haag COSBO samenwerkende ouderenbonden Stichting Islamitische Ouderen Stichting Kompassie Stichting Platform VG Haaglanden Stichting Straatconsulaat St. SGK Stichting Voorall Vrijwilligersplatform Welzijn Zebra Wmo werkgroep FNV lokaal Adviseur Mantelzorg
Correspondentieadres: Haags netwerk Wmo p/a ANBO Den Haag, Torenstraat 172 2513 BW Den Haag Tel.070 3644770 E-MAIL
[email protected]