Aanvulling voor de verordening Aandachtspunten bij het opstellen van gemeentelijk pgb-beleid voor Jeugdwet en Wmo
Aanvulling: aandachtspunten bij opstellen van gemeentelijk pgb-beleid voor Jeugdwet en Wmo
Een solide pgb in de nieuwe Wmo
Vooraf
Inhoud
Het beleid voor Jeugdwet en Wmo wordt vastgelegd in verordeningen. Meestal wordt in de verordeningen niet alles over het pgb vastgelegd; alleen wettelijke uitgangspunten en de wijze van vaststellen van het tarief. De wetgever heeft aan de gemeenten ten aanzien van het pgb over verschillende onderwerpen beleidsvrijheid toegekend. Hier dienen dus lokaal keuzes gemaakt te worden.
Vooraf .............................................................................................................................................. 2
In verschillende steden worden hiertoe ambtelijk/bestuurlijk nadere beleidsregels voorbereid. Het gaat bijvoorbeeld om de volgende onderwerpen:
5. Stel regels vast om de hoogte van het pgb te bepalen ....................................................... 6
1. De invulling van de criteria voor de algemene voorziening en de maatwerkvoorziening in de Wmo (of individuele voorziening in de Jeugdwet) 2. De invulling van de toets of het pgb geschikt is voor de aspirant budgethouder. 3. De procesbeschrijving: hoe komt iemand in aanmerking voor een pgb? Waaronder de vraag: wie stelt de hoogte van het pgb vast? 4. De wijze van vaststellen van de tarieven en de mogelijkheid om voor informele zorg een ander tarief te hanteren staat in de modelverordening. Het concreet vaststellen van de tarieven zal in de beleidsregels moeten worden vastgelegd. 5. De kwaliteitseisen waar een pgb-aanbieder aan moet voldoen bij de Jeugdwet
1. Borg de gelijkwaardige keuze tussen pgb en zin ................................................................. 4 2. Geef aan wanneer iemand in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening ........... 4 3. Maak een duidelijke procesbeschrijving voor de toegang tot het pgb .............................. 5 6. Laat oordeel over kwaliteitseisen primair bij de budgethouder ......................................... 7 7. Regels voor het inhuren mensen uit eigen netwerk ............................................................ 7 8. Regels voor de verantwoording (in relatie tot trekkingsrechten) ...................................... 8 9. Overgangsperiode: hoe om te gaan met huidige budgethouders ..................................... 8 10. Overige aandachtspunten ...................................................................................................... 9 a. Reserveer budget voor pgb.................................................................................................. 9 b. Informatievoorziening ........................................................................................................... 9 c. Onafhankelijke cliëntondersteuning .................................................................................... 9 Bijlage: Vragenlijst “Is het pgb iets voor u?” ........................................................................... 10
De aanvulling is een uitgave van Per Saldo. Deze hoort bij de brochure “Aandachtspunten voor een duurzaam pgb-beleid in gemeenten: Een solide pgb in de nieuwe Wmo”. In deze aanvulling benoemt Per Saldo een tiental aandachtspunten bij het formuleren van lokaal pgb-beleid. In de brochure “Aandachtspunten voor een duurzaam pgb-beleid in gemeenten” vindt u informatie over de keuze voor het pgb vanuit de budgethouder, voordelen voor gemeenten, aandachtspunten voor een solide pgb, nadere informatie over de decentralisatie en achtergrond van het pgb. De brochure is te downloaden via http://www.pgb.nl/pgb-in-uw-gemeente/informatievoor-gemeenten.
2
3
Aanvulling: aandachtspunten bij opstellen van gemeentelijk pgb-beleid voor Jeugdwet en Wmo
1. Borg de gelijkwaardige keuze tussen pgb en zin Leg in de beleidsregels vast dat er voor de maatwerkvoorziening keuzevrijheid is tussen pgb en zorg in natura (verder te noemen: zin). Gemeenten kunnen voor de Wmo niet als regel stellen dat het pgb alleen wordt verstrekt als de gecontracteerde zorg niet beschikbaar is of niet voldoet! De Wmo geeft aan dat de gemeenten de budgethouder de keuzevrijheid moeten geven voor een pgb als de budgethouder kan motiveren dat hij pgb wenst (de gemeente mag daarbij niet oordelen over de kwaliteit van de argumenten). Het is van belang dat aspirant budgethouders goed worden voorgelicht over rechten en plichten en dat niemand noodgedwongen voor een pgb moet kiezen. Wanneer iemand aangeeft dat hij eigenlijk geen pgb wil, maar niet met de gecontracteerde zorg uit de voeten kan, ga dan kijken of het gecontracteerde zin-aanbod kan worden aangepast of (in de toekomst) kan worden uitgebreid.
2. Geef aan wanneer iemand in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening Maak criteria om duidelijk te maken wanneer iemand voor een maatwerkvoorziening in aanmerking komt (individuele voorziening in de Jeugdwet). In artikel 1 van de Wmo zijn de begrippen algemene voorziening en maatwerkvoorziening gedefinieerd. Een algemene voorziening is een aanbod van diensten of activiteiten dat, zonder voorafgaand onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van de gebruikers, toegankelijk is en dat is gericht op het versterken van zelfredzaamheid en participatie, of op opvang. Een maatwerkvoorziening is een op de behoeften, persoonskenmerken en mogelijkheden van een persoon afgestemd geheel van diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen: 1°. ten behoeve van zelfredzaamheid, daaronder begrepen kortdurend verblijf in een instelling ter ontlasting van de mantelzorger, het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen; 2°. ten behoeve van participatie, daaronder begrepen het daarvoor noodzakelijke vervoer, alsmede hulpmiddelen en andere maatregelen, 3°. ten behoeve van beschermd wonen en opvang. De staatssecretaris heeft dit als volgt verder toegelicht: ”Een algemene voorziening is niet specifiek op een individu gericht en is in beginsel vrij toegankelijk; een cliënt kan er zonder voorafgaand onderzoek gebruik van maken. Voorbeelden van algemene voorzieningen zijn: een leeszaal, het gemeentehuis, een woon- en leefomgeving die voor mensen met een beperking goed toegankelijk is, maar ook een was- en strijkservice, huishoudelijke hulp en een crisisopvang voor daklozen”. De maatwerkvoorziening is er specifiek op gericht om een individu te ondersteunen bij zijn zelfredzaamheid of participatie of hem beschermd wonen of opvang te bieden.
4
Een solide pgb in de nieuwe Wmo
De gemeente dient bij de individuele aanvraag (“het keukentafelgesprek”) te bezien of een algemene voorziening een passende ondersteuning biedt, of dat maatwerk noodzakelijk is. Dit hangt samen met (de mate van) de beperking. Het is voor de burger goed om te weten in welke gevallen een algemene voorziening past en wanneer een maatwerkvoorziening kan worden aangevraagd en daarom is het goed deze criteria nader te omschrijven. De modelverordening geeft hiervoor model-criteria, maar deze zijn zo abstract dat een ambtenaar of burger daar weinig houvast aan heeft.
3. Maak een duidelijke procesbeschrijving voor de toegang tot het pgb De aanvraag voor een Wmo-voorziening in de vorm van een pgb start meestal bij een melding bij wijkteam of via verwijzing van bijvoorbeeld een huisarts. Hoe wordt het proces precies ingevuld? Hoe wordt beoordeeld of iemand een maatwerk/individuele voorziening krijgt en daarmee ook een keuze voor het pgb? Als het goed is gebeurt dit in een persoonlijk gesprek tussen een medewerker namens de gemeente en de zorgvrager (en zijn ondersteuner, vriend of mantelzorger). Zorgvragers hebben de mogelijkheid om thuis al een persoonlijk plan op te stellen, en als zij dit indienen bij de gemeente zal dit plan het vertrekpunt voor het gesprek zijn. Het is goed om deze mogelijkheid in de beleidsregels op te nemen. De Wmo-medewerker stelt samen met de zorgvrager een ondersteuningsplan op. (Voor het ondersteuningsplan worden verschillende benamingen gebruikt. Soms wordt dit ook persoonlijk plan genoemd. Er zijn ook gemeenten waar het verslag van het gesprek als ondersteuningsplan wordt aangemerkt.) Het ondersteuningsplan bevat een mix van de eigen zorg, de zorg door eigen netwerk, het gebruik van algemene voorzieningen en de maatwerkvoorziening (in natura of via een pgb) die nodig is. In het ondersteuningsplan moet worden beschreven voor welk doel de maatwerkvoorziening wordt gegeven en welke activiteiten (begeleiding, vaardigheidstraining, praktische hulp) daarvoor worden geleverd. Dit vormt de basis voor de evaluatie. Wie gaat beoordelen of een maatwerkvoorziening nodig is? Dit moet door medewerkers gebeuren die weten welke ondersteuning past bij een bepaalde beperking en die de ernst en complexiteit van de beperking kunnen inschatten. De generalisten van het buurtteam zullen dit niet standaard kunnen inschatten. Daarom is het wenselijk hiervoor binnen de gemeente specifieke expertise in huis te hebben. Vervolgens komt de vraag aan de orde of dit in natura of pgb-vorm zal worden afgenomen. Bij een gemotiveerde wens kan die in pgb vorm worden verstrekt. Het is ook denkbaar dat sommige maatwerkvoorzieningen in natura en andere in pgb vorm worden gegeven. Wanneer een aspirant-budgethouder een pgb aanvraagt zal hij of zij daarvoor een plan maken waarin is opgenomen voor welk doel de ondersteuning wordt ingekocht, waar de 5
Aanvulling: aandachtspunten bij opstellen van gemeentelijk pgb-beleid voor Jeugdwet en Wmo ondersteuning uit bestaat, hoeveel ondersteuning nodig is en wie die ondersteuning gaat leveren. Daarvoor moet de a.s. budgethouder wel weten hoe de omvang van het budget wordt bepaald (Zie punt 4).
4. Leg vast hoe de bekwaamheid budgethouder (of iemand uit zijn netwerk) wordt getoetst De vraag of iemand in staat is zelf, of met behulp van anderen, de taken en verantwoordelijkheden die horen bij een pgb uit te voeren en de vraag welke competenties daarvoor van belang zijn dienen in het toewijzingsgesprek aan de orde te komen. Dit is een subjectief oordeel, maar aan de hand van gerichte vragen kan dit getoetst worden. De vragenlijst “Is het pgb iets voor u?” is als bijlage bij deze brochure opgenomen. Het is belangrijk dat de persoon uit het netwerk die namens budgethouder handelt (ouders voor kinderen) of op verzoek van (bijvoorbeeld broer of vriend) zich ook committeert aan de afspraken uit het ondersteuningsplan.
5. Stel regels vast om de hoogte van het pgb te bepalen De hoogte van het budget dat de gemeente ter beschikking stelt hangt af van het aantal uren zorg dat nodig is maal het uurtarief dat de gemeente hanteert. Pgb-tarief In de verordening is bepaald hoe het uurtarief berekend wordt. Dit is afgeleid van het zorg in natura-tarief. Omdat dit voor het eerste jaar nog lastig vast te leggen is, zijn er gemeenten die voor het overgangsjaar 2015 aansluiten bij de huidige tarieven uit de AWBZ. Jaarbudget Hoe wordt op basis van het uurtarief het jaarbudget bepaald? Daarvoor moet worden ingeschat hoeveel uur ondersteuning er gemiddeld per week/maand kan worden ingekocht. Het is van belang om dit niet te strak per week of maand vast te leggen omdat budgethouders zeker bij begeleiding veel variatie kennen in momenten dat er meer of minder begeleiding nodig is. Een voorbeeld is schoolgaande kinderen. In vakanties hebben ouders vaak behoefte aan meer begeleiding. Ook varieert de behoefte aan begeleiding bijvoorbeeld bij mensen die slechtere en betere periodes kennen. De budgethouder kan zelf een voorstel doen voor de omvang van het aantal uren of dagdelen dat hij denkt nodig te hebben. De gemeente zal bij het toetsen van de aanvraag moeten kijken of de gevraagde ondersteuning redelijk is. Het is van belang dat deze beoordeling gebeurt door medewerkers die kennis hebben van beperkingen en de ondersteuning die daarbij passend is.
6
Een solide pgb in de nieuwe Wmo
6. Laat oordeel over kwaliteitseisen primair bij de budgethouder Als opdrachtgever/werkgever is de budgethouder primair verantwoordelijk voor de kwaliteit van de geleverde zorg en ondersteuning. De budgethouder moet zorgen dat de ondersteuning veilig, doelgericht en cliëntgericht is. De gemeente kan op basis van deze bepaling vooraf toetsen of de kwaliteit bij de budgethouder voldoende is gegarandeerd, bijvoorbeeld door aan de aanvrager te vragen dit inzichtelijk te maken. Dat kan bijvoorbeeld met een persoonlijk plan, met hierin de uitleg waar hij zijn ondersteuning zal inkopen, op welke manier deze ondersteuning bijdraagt aan zijn participatie en zelfredzaamheid en hoe de kwaliteit van de ondersteuning is gewaarborgd. In de Wmo is vastgelegd dat voor het pgb andere eisen mogen worden gesteld dan voor de zorg in natura. Voor de Jeugdwet is dat minder duidelijk. De wetgever acht een aantal kwaliteitseisen zo fundamenteel dat deze in de Jeugdwet uniform zijn vastgelegd. Deze eisen komen bij het contracteren van de zorg aan de orde. Bij een pgb contracteert de gemeente niet zelf. Het is dus de vraag of de verplichte kwaliteitseisen dan van toepassing zijn. Een gemeente kan ook hier de verantwoordelijkheid bij de budgethouder laten. Wordt de hulp verleend door mensen uit het sociale netwerk van de jeugdige en zijn ouders, dan gelden de wettelijke kwaliteitseisen voor aanbieders niet. Tot het sociale netwerk worden personen gerekend uit de huiselijke kring en andere personen met wie iemand een sociale relatie onderhoudt.
7. Regels voor het inhuren mensen uit eigen netwerk Het pgb kan worden ingezet om niet-professionele zorgverleners in te huren. Tot het sociale netwerk worden personen gerekend uit de huiselijke kring en andere personen met wie iemand een sociale relatie onderhoudt. Bij deze laatste groep kan gedacht worden aan familieleden die niet in hetzelfde huis wonen, buren, vrienden, kennissen, etc. Voor de Wmo geldt dat er geen beperkingen mogen worden gesteld aan het inhuren van niet-professionele zorgverleners via het pgb; er mag alleen een ander tarief worden gehanteerd. In de Jeugdwet is vastgelegd dat het pgb voor niet-professionele zorgverleners beperkt dient te blijven tot die gevallen waarin dit aantoonbaar tot betere en effectievere ondersteuning leidt en aantoonbaar doelmatiger is. In de verordening/beleidsregels kunnen gemeenten vastleggen in welke situaties en onder welke voorwaarden dit mogelijk is. Gebruikelijke zorg en mantelzorg Daarnaast moet worden vastgelegd tot wanneer de zorg door familie en vrienden valt onder gebruikelijke hulp of mantelzorg. Voor gezinsleden binnen hetzelfde huishouden als de aanvrager kan de gemeente gebruikmaken van de bepalingen rond gebruikelijke zorg die zijn vastgelegd in het protocol Gebruikelijke Zorg van het CIZ. Dit protocol
7
Aanvulling: aandachtspunten bij opstellen van gemeentelijk pgb-beleid voor Jeugdwet en Wmo
Een solide pgb in de nieuwe Wmo
wordt reeds binnen de huidige AWBZ gehanteerd en door veel gemeenten ook voor de hulp bij het huishouden in de Wmo.
10. Overige aandachtspunten
8. Regels voor de verantwoording (in relatie tot trekkingsrechten)
a. Reserveer budget voor pgb Gemeenten dienen er rekening mee te houden dat een deel van het gemeentebudget gereserveerd moet worden voor de kosten voor ondersteuning die wordt ingekocht via een pgb. Het budget van de gemeente mag niet bepalend mag zijn voor het aanbieden van een voorziening in natura of in de vorm van een budget.
Gemeenten gaan het pgb niet meer rechtstreeks overmaken op de rekening van de budgethouder, maar op de rekening van de Sociale Verzekeringsbank (verder te noemen: SVB). De gemeente maakt het budget (periodiek) over aan de SVB. De budgethouder sluit contracten af met een of meerdere zorgverleners. De gemeente is verantwoordelijk voor de inhoudelijke toets op de contracten. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de functies/taken die worden ingekocht, het type zorgverlener (professioneel/niet-professioneel, opleidingsniveau) en het uurtarief. Het is goed dit te koppelen aan het persoonlijk plan/ondersteuningsplan (zie punt 3). De feitelijke verantwoording vindt hierdoor vooraf plaats; gecontracteerde zorg wordt vooraf getoetst. De SVB toetst de contracten alleen vanuit arbeidsrechtelijk oogpunt. De budgethouder geeft maandelijks aan hoeveel er gewerkt is en op basis van deze declaratie betaalt de SVB uit. De SVB bewaakt ook dat er niet te veel wordt uitgegeven. (Mocht er minder budget nodig zijn, dat wordt dit teruggestort naar de gemeente.) Daardoor is een inhoudelijke verantwoording niet meer nodig. Het is voor nieuwe budgethouders gewenst om periodiek (na een jaar, en dan in overleg vervolg afspraken) een evaluatiegesprek af te spreken.
b. Informatievoorziening Goede en heldere informatievoorziening is nodig om de aspirant-budgethouder in staat te stellen een weloverwogen keuze voor het pgb te maken. Die informatie kan op verschillende manieren worden aangeboden. Bijvoorbeeld door algemene informatie via de gemeentelijke website, het aanreiken van de mogelijkheid in het keukentafelgesprek door de vertegenwoordiger van de gemeente, het beleggen van informatiebijeenkomsten of het persoonlijk benaderen van de huidige budgethouders. c. Onafhankelijke cliëntondersteuning De onafhankelijk ondersteuner is iemand die met de klant meedenkt bij het zogenoemde keukentafelgesprek met de gemeente over zijn persoonlijke situatie, behoeften en voorkeuren. En dus ook over het maken van een keuze tussen zorg in natura of het pgb.
NB: Per Saldo ondersteunt haar leden bij het verkrijgen van kennis en vaardigheden om een goede budgethouder te zijn. Zij geeft daartoe individuele ondersteuning (helpdesk), voorziet leden van actuele informatie en geeft trainingen en cursussen.
9. Overgangsperiode: hoe om te gaan met huidige budgethouders Huidige (AWBZ)-budgethouders behouden hun recht op continuïteit van hun zorg tot het einde van de indicatie en uiterlijk tot 1 januari 2016. Dit betekent dat het niet is toegestaan om budgethouders een generieke korting op het budget op te leggen. Wijziging in het pgb-budget voordat de indicatie verloopt, kan uitsluitend na een gesprek met de budgethouder en diens instemming met de wijziging. Het is om die reden verstandig dat gemeenten starten met de nieuwe aanvragen en huidige budgethouders van wie de indicatie in 2015 afloopt. Wanneer deze indicatie in januari of februari afloopt, kan het zijn dat gemeenten vanwege de doorlooptijd van behandeling van een pgb-aanvraag de ondersteuning niet tijdig kunnen continueren. In dat geval is het wenselijk dat gemeenten de indicatie ambtshalve verlengen tot het moment dat er een beschikking op de nieuwe aanvraag kan worden afgegeven.
8
9
Aanvulling: aandachtspunten bij opstellen van gemeentelijk pgb-beleid voor Jeugdwet en Wmo
Bijlage: Vragenlijst “Is het pgb iets voor u?” Vragenlijst voor gemeenten en aspirant-budgethouders Wie kiest voor het pgb, neemt een aantal taken en verantwoordelijkheden op zich die normaal bij de zorgaanbieder liggen. Niet iedereen is daar geschikt voor of wil die verantwoordelijkheid dragen. Aan de hand van onderstaande vragenlijst kunnen aspirant-budgethouders en medewerkers van gemeenten vaststellen of het pgb een inkoopvorm is die past bij de persoon die ondersteuning aanvraagt vanuit de Wmo of Jeugdwet. Het is goed vooraf te bedenken wat de motivatie is om te kiezen voor het pgb. Is eigen regie het belangrijkste motief: zelf bepalen hoe de zorg wordt ingericht? Wil de persoon zelf zijn eigen zorgverlener kiezen? Wil de aanvrager een vaste hulpverlener die zich voor lange tijd aan hem of haar verbindt? Of is er zorg nodig op flexibele momenten, ongebruikelijke tijden etc. Als de motivatie sterk is, is het vaak mogelijk om de kennis en vaardigheden die u als budgethouder nodig heeft aan te leren of om hiervoor ondersteuning te vinden.
Een solide pgb in de nieuwe Wmo
Heeft u inzicht in de wegen om hulp te vinden in het formele en in het informele circuit? Kunt u selecteren op kwaliteit van de hulpverlening?
Bent u een goede werkgever of opdrachtgever?
U kunt hiervoor ondersteuning krijgen als lid van Per Saldo en bij de SVB
Kunt u de juiste hulp selecteren, door bijvoorbeeld een sollicitatiegesprek te voeren? Kunt u afspraken, planning en/of werk-instructies maken? Kunt u zorg dragen voor het regelen van vervanging bij ziekte en voor het maken van roosters? Kunt u zorgen voor waardering van uw zorgverlener? Denk aan salaris en secundaire arbeidsvoorwaarde en in de menselijke verhoudingen - attentie, functioneringsgesprek, en dergelijken.
Bent u in staat de financiën te beheren en overige zaken te regelen?
U kunt hiervoor ondersteuning krijgen als lid van Per Saldo en bij de SVB
Kunt u overleg voeren met instanties zoals de gemeente of het CAK? Kunt u de financiën bewaken om uit te komen met uw pgb?
Beantwoord de volgende vragen: Wat maakt u een goede budgethouder? Wat weet u van het pgb? Weet u wat rechten en plichten zijn? Als het voor u nieuw is, bent u bereid om u hierover verder te laten informeren? En welke rol kan de gemeente daar in vervullen? Vindt u het lastig of prettig om zelf een zorgverlener uit te kiezen? Vraagt u makkelijk om ondersteuning als u er zelf niet uit komt? Kunt u hulp inschakelen van iemand uit uw omgeving, een onafhankelijk ondersteuner en/of lid worden van Per Saldo? Weet u welke hulp nodig is?
Bij onderstaande vragen kunt u hulp krijgen als u lid bent van Per Saldo
Heeft u inzicht in het soort hulp en ondersteuning dat nodig is in relatie tot uw beperking(en)? Kunt u begroten, plannen en vooruitdenken? Bent u in staat om een planning, een takenlijst en een functieomschrijving te maken? Kunt u een profielschets voor de hulp opstellen? Kunt u vooraf een plan maken en een begroting?
Weet u wie u als zorgverlener wilt hebben?
© oktober 2014 Deze aanvulling hoort bij de informatiebrochure voor bestuurders en ambtenaren bij gemeenten De brochure en de aanvulling zijn gemaakt ter ondersteuning van de pgb-ambassadeurs. Pgbambassadeurs zijn leden van Per Saldo, die zich in verschillende steden inzetten voor een solide pgb-beleid in de gemeenten. Een pgb-ambassadeur weet door zijn/haar eigen netwerk wat belangrijke aandachtspunten zijn voor een goede pgb-regeling en heeft daarover contact met de Wmo-beleidsambtenaar en/of de lokale politiek. Per Saldo ondersteunt de pgb-ambassadeurs door hen op de hoogte te stellen van actuele ontwikkelingen, het verstrekken van schriftelijk informatiemateriaal en via een telefonisch spreekuur. Meer informatie over de activiteiten van Per Saldo in relatie tot de decentralisatie vindt u op www.pgb.nl/actie-pgb-in-uw-gemeente. Voor meer informatie over de Wmo 2015 kunt u contact opnemen met Marjan Schuring, medewerker collectieve belangenbehartiging van Per Saldo:
[email protected] of 030-2319355.
Het werk van de pgb-ambassadeurs wordt (mede) mogelijk gemaakt door:
U kunt pgb-zorgverleners vinden via www.persaldohulpgids.nl en via de nationale hulpgids www.nationalehulpgids.nl 10
Heeft u inzicht in het hulpaanbod: weet u waar u de hulpverlening kunt vinden?
11
Per Saldo: is dé vereniging van mensen met een persoonsgebonden budget (pgb) met ruim 25.000 leden. Mensen met een chronische ziekte en/of beperking en hun naasten hebben dankzij het pgb meer zeggenschap over hun leven. Zij kunnen bij Per Saldo terecht voor advies en informatie (cursussen, telefonische advies- en informatielijn en schriftelijk/digitale informatie) en Per Saldo komt op voor hun belangen. Meer informatie, zie www.pgb.nl