H.303557.0215
Adviezen voor en na een verzakkingoperatie
2
Inleiding U behandelend arts heeft u geadviseerd een
‘verzakkingsoperatie’ te ondergaan om uw klachten te verhelpen. Tijdens de voorlichting heeft u gehoord hoe belangrijk een goed functionerende bekkenbodem(spier) is, vóór de operatie, maar vooral ook ná de operatie. Het bekken en de bekkenbodem Het bekkengebied bestaat uit botten (bekken), spieren (bekkenbodemspieren), banden, zenuwen, plasbuis, schede en de anus. De bekkenbodem is letterlijk en figuurlijk de bodem van ons lichaam, ze ondersteunt de buikorganen. Stoornissen in de werking van de bekkenbodem Als de bekkenbodemspieren te zwak zijn, is de ondersteunende en afsluitende (bodem) functie verminderd. De bekkenbodemspieren kunnen ook te sterk (overactief) zijn. Een bekkenbodemspier functioneert alleen goed als je de bekkenbodemspieren ook goed kunt ontspannen. Alleen vanuit een ontspannen situatie kan een spier zich goed aanspannen. Stoornissen in de werking van de bekkenbodemspieren zijn: urineverlies, achterblijven van urine in de blaas, ontlasting- of windjesverlies, verstopping, pijn of een zwaar gevoel in de onderbuik, minder gevoel bij het vrijen of pijn bij het vrijen. Waardoor functioneert de bekkenbodem niet goed Zwangerschappen, bevallingen, veelvuldig hoesten, lichamelijk zwaar werk, overgewicht maar ook erfelijk bepaald zwak bindweefsel (denk ook aan spataderen) kunnen stoornissen veroorzaken. De periode voor de operatie U begint voor de operatie met het oefenen en bewust worden van de bekkenbodemspieren. Hoe beter het gevoel en de functie van de bekkenbodemspieren voor de operatie is des te beter de situatie na de operatie is. Probeer bij het oefenen van de bekkenbodem ook de bekkenbodemspieren goed te ontspannen zowel voor als na het oefenen. Probeer voor de operatie ook al zoveel mogelijk de 3
adviezen/leefregels aan te leren (zie adviezen/leefregels) waardoor dit na de operatie minder moeite kost. Adviezen/leefregels eerste vier weken na de operatie Tillen De eerste zes weken mag u niet tillen. Lichte activiteiten waarbij u niet hoeft te bukken , zwaar duwen of trekken mag u verrichten. Als u merkt dat u uw adem inhoudt, dan is de activiteit te zwaar. Buikademhalingsoefeningen Ga op uw rug liggen of in de stoel zitten. Leg uw handen op uw onderbuik en adem rustig in. Voel hoe uw handen en dus buik omhoog komen. Houd de adem een tel vast en adem vervolgens rustig weer uit. Herhaal dit elk uur 5 keer. Ook tijdens het lopen rustig doorademen. Uit bed komen Draai op uw zij. Laat uw onderbenen over de rand van het bed hangen en druk u vervolgens met de armen op. Tegelijkertijd spant u de bekkenbodemspieren iets aan en ademt u uit. Bij het in bed gaan ook eerst op de zij gaan liggen. Opstaan uit een stoel Ga voor in de stoel zitten. Eén voet onder de stoel en de andere voet naar voren. Span de bekkenbodemspieren iets aan en adem uit. Duw u tegelijkertijd vanuit de benen op en gebruik de armleuningen. Toiletgang Let op de juiste toilethouding: bij het plassen gaat u ontspannen rechtop zitten, met de voeten plat aan de grond en niet persen. De ontlastingshouding is met een ronde onderrug, voeten plat aan de grond en niet persen. De bekkenbodemspieren zijn ontspannen tijdens het plassen en ontlasten. Blijf rustig doorademen. Raadpleeg bij moeizame ontlasting uw arts of diëtist.
4
Hoesten en niezen U zit op een stoel met de enkels over elkaar geslagen. U draait de knieën en heupen naar buiten en spant gelijk de bekkenbodem tijdens hoesten of niezen. Houding en beweging Wissel liggen, zitten en wandelen af. Blijf tijdens het bewegen rustig doorademen. Lang staan wordt afgeraden. Probeer elke dag een stukje te wandelen, opbouwen tot een half uur per dag (eventueel twee keer per dag een half uur). Traplopen Trek u niet omhoog aan uw armen, maar gebruik uw benen. De leuning gebruikt u voor het evenwicht. Maak eventueel aansluitpassen. Strakke kleding Draag geen te strakke kleding hierdoor worden de buik- en bekkenbodemspieren minder goed gebruikt door toename van de buikdruk. Overgewicht Door overgewicht neemt de belasting van de bekkenbodem toe. Probeer overgewicht te verminderen/voorkomen. Adviezen /leefregels tot vier weken na de operatie Bekkenbodemoefeningen Ontspan de bekkenbodemspieren door de buikademhaling toe te passen. Span vervolgens de bekkenbodemspieren aan (alsof je je plas of een windje ophoudt) en houd dit 1 tel vast. Ontspan de bekkenbodem vervolgens weer (laat de bekkenbodemspieren weer zakken). Herhaal dit 10 keer. Doe deze oefening drie keer per dag in verschillende houdingen (liggend, zittend, staand). Bekken fysiotherapie Ongeveer 4-6 weken na de operatie start de bekkenfysiotherapie. Bij ontslag uit het ziekenhuis kunt u contact opnemen met uw bekkenfysiotherapeut. De eerste bekkenfysiotherapeutische 5
behandeling kan al starten voordat u bij de gynaecoloog voor na controle bent geweest. Adviezen/leefregels na zes weken Sporten Start het sporten/bewegen in overleg met uw arts en uw bekkenfysiotherapeut. In principe mag u na zes weken alle activiteiten weer doen. Zorg ervoor dat de zwakste schakel (uw bekkenbodem) goed getraind is en blijft voordat u het sporten gaat uitbreiden (zeker bij zware sporten). Tillen Zet één voet een stap naar voren. Span de bekkenbodemspieren licht aan. Zak door de beide knieën met een rechte rug. Blijf doorademen/uit ademen. Houd het voorwerp dichtbij uw lichaam en til niet meer dan vijf kilo. Kom weer tot stand door u op te duwen vanuit de benen. Buig niet naar voren als u iets op wilt tillen. Zwaar tillen wordt ontraden, ook op de lange termijn. Verstopping Bij verstopping is het belangrijk minstens 1,5 liter te drinken. Ga niet persen! Raadpleeg bij aanhoudende verstopping uw arts of een diëtist. Werkhervatting Bij lichte werkzaamheden kunt u wellicht eerder uw werkzaamheden hervatten dan bij zware werkzaamheden. Raadpleeg desnoods uw Arboarts of uw behandelend specialist.
Geslachtsgemeenschap De eerste zes weken na de operatie is het verstandig geen geslachtsgemeenschap te hebben.
6
Vragen Als u vragen heeft kunt u contact opnemen met het secretariaat van de afdeling revalidatie van maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot 12.00 uur en van 13.30 tot 16.00 uur (0523) 276542
7
8