Adviezen na een totale knieprothese
Ergotherapie
Deze brochure is bestemd voor patiënten die een totale knievervanging hebben ondergaan op de afdelingen Orthopaedie of Reumatische Ziekten van het Radboudumc. Hierin vindt u richtlijnen voor het bewegen na de operatie. De richtlijnen gelden in ieder geval gedurende de eerste drie maanden na de operatie. De arts bespreekt met u of u ze langer moet opvolgen. Heeft u na het lezen van de brochure nog vragen, stel deze dan gerust aan de behandelend arts, fysiotherapeut of ergotherapeut. Zij zijn bereikbaar op de telefoonnummers die u achter in deze brochure vindt.
De ergotherapeut probeert samen met u mogelijke problemen bij activiteiten uit het dagelijks leven op te lossen (zoals bij het wassen en het aan‑ en uitkleden). De ergotherapeut is niet dagelijks op de afdelingen Orthopedie of Reumatische Ziekten aanwezig, maar wordt door de arts ingeschakeld als dat nodig is.
Algemene adviezen
Om gedurende het genezingsproces de controle over het kniegewricht te vergroten, wordt het volgende geadvi‑ seerd. Overdrijf niet en forceer niets. Er is sprake van overbelasting als de spieren stijf en pijnlijk worden en dit niet verholpen kan worden met rust of als langdurig pijnstillers nodig zijn. Thuis kunt u de volgende oefenin‑ gen blijven doen: ‑ gedurende de eerste drie maan- den dagelijks tot 90 graden bui- gen van de knie, terwijl u op een (hoge) stoel zit; ‑ fietsen op een hometrainer met lichte of zonder weerstand mag, indien de buiging van de knie voldoende is om de trappers rond te krijgen. Eventueel kunt u het zadel wat hoger zetten;
•
Tijdens de opname
Fysiotherapie De fysiotherapeut neemt een aantal oefeningen op bed en basisvaardig‑ heden zoals lopen, zitten en traplopen met u door. Problemen die thuis kunnen ontstaan worden ook met u besproken. Bij ontslag krijgt u van de arts een aanvraag mee voor fysiotherapie thuis. De fysiotherapeut in het ziekenhuis zoekt samen met u een collega voor verdere nabehandeling en regelt ook de overdracht van de gegevens. Thuis moet u zelf een afspraak maken voor de behandeling.
•
1
‑
als de strekking van de knie niet volledig is, wordt in overleg met uw fysiotherapeut geadviseerd dagelijks drie maal een kwartier te zitten of te liggen met een kussentje onder de hiel, zodat de knieholte vrij komt.
Staan Steun op beide benen en houd ze goed gestrekt. Draaien: draai langzaam om, steeds met de voeten meestap‑ pend.
• •
Lopen De eerste zes weken na de opera‑ tie loopt u volledig belast met twee elleboogkrukken. Daarna loopt u zonder krukken. Het is mogelijk dat uw arts u adviseert een wandelstok te blijven gebruiken. Maak dagelijks een aantal malen een korte wandeling. Dit bevordert het genezingsproces, stimuleert de bloedsomloop en verbetert de algehele conditie.
•
Basisvaardigheden
Liggen Bij het liggen op de rug mag u geen kussentje onder de knie leggen. U mag gerust op de zij liggen; een stevig kussen tussen de knieën ligt dan vaak prettig.
• •
•
Zitten Ga bij voorkeur zitten op een hoge rechte stoel met armleuningen. Met een stevig dik kussen kunt u de zithoogte zonodig aanpassen. Vermijd: ‑ zitten met over elkaar geslagen benen; ‑ overdwars zitten op een stoel; Zet voordat u gaat zitten of weer opstaat het geopereerde been iets naar voren.
•
Bukken Plaats voordat u door de knieën zakt het geopereerde been naar achter, zonder met de geopereerde knie op de grond te steunen. Steun eventueel met de hand aan de geopereerde zijde op een stoel of tafel. Met uw vrije hand kunt u nu zonder problemen iets van de vloer oprapen.
•
•
•
2
Knielen Na drie maanden is er geen be‑ zwaar meer om met de knie op de grond te steunen, maar dit kan wel gevoelig blijven.
•
Hurken Na de operatie kunt u niet volledig hurken, omdat de knieprothese niet verder dan 120 graden kan buigen.
•
Traplopen Gedurende de eerste zes weken na de operatie loopt u de trap als volgt op: ‑ houd met één hand de trapleu- ning vast en neem in de andere hand de beide krukken; ‑ plaats als eerste het niet‑geope- reerde been op de volgende trede; ‑ plaats er vervolgens het geope- reerde been en de kruk bij.
•
•
3
Gedurende de eerste zes weken na de operatie loopt u de trap als volgt af: ‑ houd met één hand de trapleu- ning vast en neem in de andere hand de beide krukken; ‑ plaats als eerste het geopereer- de been samen met de kruk één trede lager; ‑ zet er nu het andere been bij.
• •
Maak gebruik van eenvoudige, praktische hulpmiddelen (badbor‑ stel, stoffer en blik met lange steel, lange schoenlepel). Richt kasten en laden die u dage‑ lijks gebruikt zo in dat de belangrijk‑ ste voorwerpen binnen handbereik zijn.
Persoonlijke verzorging
•
Dagelijkse activiteiten
Algemene adviezen Voer activiteiten veilig uit: ‑ werk zoveel mogelijk op een (hoge) stabiele kruk of stoel en vermijd langdurig staan of lopen; ‑ draag schoenen als u op een gladde of vochtige vloer staat of loopt; - haal loshangende snoeren, vloerkleedjes en andere voor- werpen waarover u kunt struike- len weg.
•
4
Wassen en afdrogen: ‑ op de vloer van douche en bad kunt u een antislipmat leggen; ‑ gebruik zo mogelijk bij het was- sen een (douche)kruk of stoel; ‑ om gemakkelijker in het bad te stappen kunt u een stoel gebrui- ken die iets hoger is dan de rand van het bad: schuif de stoel tegen het bad, ga erop zitten, breng uw benen over de rand van de badkuip en ga vervolgens in het bad staan of op een bad- plank zitten; ‑ bij het wassen en drogen van de voeten kunt u uw armen ‘verlen- gen’ (bijvoorbeeld met een spons of borstel op een steel, een steel met een washandje eromheen of een grote handdoek die u bij de uiteinden vasthoudt en om uw voeten slaat); ‑ maak gebruik van zeep aan een touwtje of doucheschuim.
•
Aan‑ en uitkleden: ‑ kleed u gedurende de eerste drie maanden zittend aan en uit; ‑ indien nodig kunt u bij het aan‑ en uittrekken van broek, sokken en schoenen gebruik maken van eenvoudige hulpmiddeltjes, zoals twee linten met aan de uiteinden jarretels, lange schoen lepel, kousen‑ of pantyaantrekker of een ‘helping hand’. Toiletbezoek: - een hoge toiletpot maakt het gaan zitten op, en opstaan van het toilet gemakkelijker. Bij de thuiszorgwinkel kunt u een toilet- verhoger lenen of huren.
•
•
Verplaatsen buitenshuis
•
Algemeen: - Indien u op reis gaat kunt u een koffer met wieltjes gebruiken. Wandelen: - wandelen is een goede oefening. Trek wel goede schoenen aan en zorg dat u niet valt (pas op voor een natte vloer en bij het lopen met krukken in de regen). Gebruik zonodig een wandelstok. Fietsen: - de eerste drie maanden mag u niet fietsen in het verkeer. Fietsen op een hometrainer is wel toegestaan.
•
•
5
Na deze drie maanden kunnen mannen het beste een dames- of seniorenfiets gebruiken en opstap‑ pen zoals vrouwen dit doen. Als u op het zadel zit moeten beide voe‑ ten de grond kunnen raken. Mocht het rondkomen van de trappers problemen geven door te geringe buiging van de knie, dan kunt u bij de fietsenmaker een crankverkorter vragen. Autorijden: gedurende de eerste zes weken mag u niet zelf autorijden, meerij‑ den kan wel. Indien u daarna nog krukken gebruikt, overleg dan met uw verzekering in verband met aansprakelijkheid tegenover ande‑ ren. U kunt het beste instappen op de volgende manier: ‑ plaats de stoelleuning iets naar achter; ‑ zet de stoel in zijn geheel naar achter; ‑ ga met de rug naar de auto staan; ‑ houd u aan de portierstijlen vast; ‑ plaats het geopereerde been iets naar voren; ‑ ga rustig zitten;
‑ ‑
•
zet beide benen in de auto terwijl u draait (als u een plastic tas op de zitting legt kunt u gemakkelij- ker draaien); zet de stoel in de goede stand.
Vliegen: Wanneer u bij de veiligheidscontro‑ le op een vliegveld door een poortje moet lopen, reageert de metaalde‑ tector niet op uw knieprothese.
Overige activiteiten Sport: - zwemmen: schoolslag en rug- slag is na drie maanden toege- staan. Bewegen in water mag u al na het ontslag uit het zieken- huis onder deskundige leiding; ‑ wandelen is een uitstekende oefening; ‑ fietsen op een hometrainer en na drie maanden op een dames- of seniorenfietsfiets indien mo gelijk is prima. Aan uw arts kunt u vragen welke sporten nog meer zijn toegestaan.
•
Ontstekingen
Om uit te stappen gaat u omge‑ keerd te werk: ‑ zet de stoel achteruit; ‑ draai romp en benen samen buiten de auto; ‑ ga staan en steun daarbij op de stoel en het dashboard of de portierstijl.
Als knieprothesedrager blijft de kans op een infectie bestaan. U moet uw huisarts, tandarts of specialist dan ook inlichten wanneer tanden of kiezen getrokken worden, tandwor‑ telbehandelingen of andere operaties en ingrepen gaan plaatsvinden. Tijdens deze ingrepen kunt u antibiotica krijgen om een infectie te vermijden.
6
Vragen
Neem ook in de volgende gevallen con‑ tact op met uw huisarts of de afdeling Orthopedie: bij plotseling optredende pijn, zwelling of warmte en huidinfecties (zoals ontstoken wondjes, puistjes of een ingegroeide teennagel).
Met vragen die betrekking hebben op de prothese of de gevolgen van de operatie kunt u contact opnemen met de verpleegafdeling Orthopedie.
Ergotherapie
Indien u nog vragen heeft of problemen ondervindt bij het uitvoeren van bepaal‑ de activiteiten, kunt u contact opnemen met uw arts. Hij kan u naar de afdeling Ergotherapie verwijzen. De ergothera‑ peut oefent de betreffende activiteiten dan met u, zodat u leert zo zelfstandig mogelijk te functioneren. Breng bij een bezoek aan de afdeling Ergotherapie voorwerpen als sokken, schoenen en andere kledingstukken mee, zodat de activiteiten zo reëel mogelijk kunnen worden geoefend. Tijdens de ergothe‑ rapie kan blijken dat u hulpmiddelen nodig heeft. Hulpmiddelen die niet vrij verkrijgbaar zijn kunt u aanschaffen op de afdeling Ergotherapie. Verder kunt u voor hulpmiddelen terecht bij thuiszorg‑ winkels of leveranciers van revalidatie‑ producten.
7
Noteer hier uw vragen
8
03-2015-2902
Adres Fysiotherapie Centraal Ingang west Philips van Leydenlaan 15, route 388 6525 EX Nijmegen Contact 024 ‑ 361 38 12 (bereikbaar van 8.00 - 12.00 uur)
Radboud universitair medisch centrum