Gynaecomastie Plastische chirur chirurgie In overleg met uw behandelend arts heeft u gekozen voor operatieve behandeling van de gynaecomastie (vergroting van de mannelijke borst). Deze operatie vindt plaats op de operatiekamer van de afdeling Plastische Chirurgie. Deze folder geeft u informatie over de aandoening en over de operatie. Heeft u na het lezen nog vragen, stel deze dan gerust aan de behandelend arts of de verpleegkundige.
Algemeen Vergroting van de mannelijke borst wordt gynaecomastie genoemd, afgeleid van het Griekse woord Gyne (vrouw) en mastos (borst). Gynaecomastie kan voorkomen aan één of aan beide borsten. Er zijn twee vormen die beide gerelateerd zijn aan de leeftijd. De eerste vorm komt het meest voor bij jonge mannen in de puberteit en hangt samen met hormonale veranderingen. Deze zwelling verdwijnt dan ook meestal spontaan. Slechts zelden is operatieve behandeling noodzakelijk. Het tweede type komt vooral voor bij mannen van middelbare leeftijd, waarbij opereren meestal noodzakelijk is. De oorzaak van deze vorm van gynaecomastie is meestal onbekend. Soms is er een specifieke oorzaak, zoals schildklier problemen of problemen met de testikels, leverziekte, geneesmiddelen of drugs, zoals marihuana of steroïden. Overgewicht draagt zeker bij aan het probleem. De plastisch chirurg geeft informatie over de ingreep tijdens een gesprek op de polikliniek Chirurgie. Gevraagd wordt naar uw lengte, gewicht en algehele gezondheid. Er bestaan verschillende technieken voor correctie. Na het lichamelijke onderzoek bespreekt de plastisch chirurg de verschillende mogelijkheden met u. Daarnaast zullen de afwijkingen op foto worden vastgelegd.
Voor de operatie Voorbereiding •
Overgewicht geeft een verhoogde kans op complicaties. Voor een veilige ingreep en een succesvol resultaat zult u ervoor moeten zorgen dat uw gewicht binnen de juiste proporties valt.
•
Roken verhoogt de kans op complicaties aanzienlijk. We verwachten dat u vier weken voor en vier weken na de operatie niet rookt.
•
Als u geneesmiddelen gebruikt, wilt u dit dan melden tijdens het eerste gesprek bij de plastisch chirurg? Indien u bloedverdunnende medicijnen gebruikt vragen wij u dringend dit te bespreken met de arts. Bloedverdunnende geneesmiddelen moeten een aantal dagen voor de operatie gestaakt worden. U krijgt hierover duidelijke instructies.
•
Het is belangrijk dat u direct na de operatie gedurende vier weken dag en nacht een licht drukkende borstband draagt. Deze borstband, die u voorafgaand aan de operatie moet bestellen, neemt u dan ook bij opname al mee. Op de polikliniek krijgt u informatie hierover.
•
Neem uw legitimatiebewijs (paspoort, identiteitskaart of rijbewijs) mee.
Anesthesie Omdat de ingreep onder anesthesie (verdoving/narcose) gebeurt, brengt u vooraf een bezoek aan het preoperatieve spreekuur van de anesthesioloog. Tijdens dit gesprek wordt uw algehele gezondheidstoestand
beoordeeld.
Indien
nodig
worden
aanvullende
onderzoeken
afgesproken. Ook krijgt u uitleg over de mogelijke vormen van anesthesie en de gang van zaken rondom de operatie. Medicijnen De anesthesioloog bepreekt met u welke medicijnen u mag blijven gebruiken en welke u moet stoppen. Indien u bloedverdunners gebruikt, overlegt uw behandelend arts met u of u deze kunt door gebruiken of moet stoppen. Heeft u hierover vragen, stel ze dan aan uw behandelend arts. Als u voor de operatie medicijnen heeft gebruikt, wilt u deze dan meenemen? Scheren Het is van groot belang dat u vijf dagen voor de geplande ingreep het gedeelte van het lichaam waar u wordt geopereerd niet scheert met een scheermes. Dit vermindert het risico op een infectie. Als de chirurg scheren noodzakelijk acht, gebeurt dit op de operatiekamer.
Vette crème Wilt u op de dag van de operatie geen gebruik maken van vette crèmes? Vette crème zorgt ervoor dat het te opereren gebied niet goed gedesinfecteerd kan worden. Bril etc. Contactlenzen, bril, gebitsprotheses en sieraden (ook piercings) mag u niet dragen tijdens de operatie. Veiligheid Rondom uw operatie zijn diverse veiligheidsmomenten ingebouwd. Vlak voordat de operatie van start gaat wordt bijvoorbeeld door het gehele operatieteam een zogenaamde ’time out’ genomen. Tijdens dit controlemoment wordt uw naam, geboortedatum en het te opereren lichaamsdeel en de operatiebenodigdheden gecontroleerd.
De operatie Liposuctie (afzuigen van vet) is de meest eenvoudige methode, die kan worden toegepast bij beperkte hoeveelheden vetweefsel, zonder klierweefsel. Dit type operatie heeft echter geen zin wanneer de huid is uitgerekt of wanneer er stevig klierweefsel aanwezig is. Voor verdikt klierweefsel
zijn
gecombineerde
technieken
nodig.
Wanneer
er
sprake
is
van
een
huidoverschot dan wordt dit verwijderd met technieken die bij borstverkleining toegepast worden. Vaak kan het litteken beperkt worden tot een halve of hele cirkel rondom de tepelhof. Overtollig klierweefsel kan via dezelfde opening verwijderd worden. Een kleine hoeveelheid klierweefsel wordt onder de tepel achtergelaten om te zorgen dat deze voldoende volume behoud. Soms wordt een drain (afvoerbuisje) in het operatiegebied geplaatst die na de operatie wordt verwijderd, wanneer per dag minder dan 30 cc afloopt.
Na de operatie In het algemeen duurt de opname één á twee dagen. Vrijwel altijd worden oplosbare hechtingen gebruikt. Bij de operatie worden ook steunpleisters geplaatst om de huid extra steun te geven. Deze kunnen tot de eerste poliklinische controle blijven zitten. U mag er mee douchen, waarna u de wonden voorzichtig kunt droog deppen. Het gevoel van de tepel kan na de operatie tijdelijk tot blijvend verminderd zijn of verdwijnen. Bij ontslag krijgt u een afspraak mee voor controle op de polikliniek Chirurgie, route 005. Na ongeveer twee weken kunt u lichtere werkzaamheden hervatten. Hierna kunt u de activiteiten geleidelijk uitbreiden en na zes weken zijn alle vormen van lichamelijk inspanning weer mogelijk.
Door de operatie ontstaan altijd littekens. Afhankelijk van de operatietechniek houdt u een litteken rondom de tepel. Ook op de plaats van de liposuctie zitten kleine littekentjes. Hoe de littekens er uiteindelijk uit zullen zien is niet voorspelbaar. Geleidelijk aan zullen roodheid en zwelling van de wonden afnemen. Twee weken na de operatie kunt u beginnen met het verzorgen van het wondgebied met een crème of zalf om de genezing te bevorderen. Risico’s en complicaties Ondanks zorgvuldig handelen kunnen toch complicaties optreden. De kans is echter klein. •
Nabloeding en infectie zijn mogelijke risico’s. Soms is dan een tweede ingreep nodig.
•
Gestreefd wordt naar volledige symmetrie, maar dit is niet altijd haalbaar.
•
De
littekens
dikker
en/of
breder
zijn
dan
normaal.
Deze
kunnen
met
een
corticosteroidinjectie, siliconen pleisters of een operatie worden verbeterd. •
Algemene complicaties zoals een trombosebeen, longembolie en longontsteking komen zelden voor.
•
Het is verstandig om snel na de operatie weer in beweging te komen, zodat de bloedstroom weer op gang komt.
Ondanks deze opsomming van mogelijke problemen is de overgrote meerderheid van patiënten uitermate tevreden met het bereikte resultaat. Adviezen voor thuis Neem contact op met de polikliniek Chirurgie of de Spoedeisende Hulp als de wond ontstekingsverschijnselen vertoont (roodheid, warmte, zwelling, pijn en koorts). Wanneer zich thuis deze problemen voordoen, neemt u dan contact op met de polikliniek Chirurgie via telefoonnummer 0485-845335. Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de Spoedeisende Hulp van het Radboudumc op telefoonnummer 024-3614187 of 0243614188. Vergoeding van de kosten Als er duidelijke lichamelijke klachten zijn die een medische indicatie voor de operatie vormen, worden de kosten in de regel vergoed door uw ziektekostenverzekeraar. Het is verstandig om van te voren zelf contact op te nemen met uw ziektekostenverzekeraar of uw behandeling vergoed zal worden.
Meer informatie Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neemt u dan gerust contact op met de polikliniek Chirurgie, op telefoonnummer 0485-845335.
Oktober 2014 – Versie 1.0 PLA010