Informatiebrief 2015-01 Graag wil ik u via deze informatiebrief op de hoogte brengen van de ontwikkelingen rond het beroepsregister voor lerarenopleiders. In november verscheen de eerste informatiebrief over het doorontwikkelproject ‘Beroepsregistratie Lerarenopleiders’. Deze is goed ontvangen. We kregen te horen dat de lezers een beter beeld hadden gekregen van het project en de bijbehorende activiteiten. Daar wordt nu een vervolg aan gegeven. Er is de afgelopen maanden weer met veel betrokkenen gesproken en er zijn voorstellen ontwikkeld om een belangrijk doel van het project, een gedegen aansluiting bij datgene wat op de werkvloer gebeurt of nodig is, te realiseren. Over de resultaten en de plannen voor de komende periode wordt in deze informatiebrief gerapporteerd onder de volgende kopjes: Grote dank aan het werkveld Routes tot registratie BKO/BDB en registratie Overgangsregeling voor ervaren lerarenopleiders Beoordeling Projectoverzicht fase 1 en 2 Contact Heeft u vragen, opmerkingen of ideeën, dan komen we graag met u in gesprek. Stuur een mail aan
[email protected] , dan nemen wordt er op kort termijn contact met u opgenomen. Hartelijke groeten, Joke Kiewiet-Kester Projectleider Doorontwikkeling Beroepsregistratie Lerarenopleiders. www.lerarenopleider.nl/velon/doorontwikkeling-beroepsregistratie/
Grote dank aan het werkveld Lerarenopleiders zijn werkzaam in veel verschillende contexten. Binnen de beroepsgroep vallen immers zowel de schoolopleiders van binnen opleidingsschool participerende besturen, als instituutsopleiders op HBO- en universitaire lerarenopleidingen. Deze gehele beroepsgroep willen we bedienen met het beroepsregister. Dit betekent dat we nadrukkelijk verkennen hoe we recht kunnen doen aan de verschillende contexten van de lerarenopleiders en aan de verscheidenheid aan ervaringen die lerarenopleiders in hun loopbaan opdoen. We zien hiervoor mogelijkheden bij de uitvoering van de beoordeling voor registratie en zeker ook bij de inhoudelijke doorontwikkeling van de herregistratie. Er is de afgelopen maanden met veel betrokkenen gesproken. De informatie die we daarmee hebben verkregen is van grote waarde en ik waardeer het zeer dat zoveel mensen – in drukke tijden – ruimte vrijmaken om mee te praten en denken over de doorontwikkeling van de beroepsregistratie voor lerarenopleiders. Heel veel dank! Ik denk dan bijvoorbeeld aan de interessante gesprekken met vertegenwoordigers van de lerarenopleidingen (VSNU, ICL, Ver.Hogescholen, ADEF, LOBO), de bijeenkomsten met VELONbeoordelaars en de betrokkenen bij de pilots. Maar ook aan gesprekken met de andere beroepsregisters Onderwijs, het Expertisenetwerk Hoger Onderwijs (EHON) en het Steunpunt Opleidingsscholen over de mogelijkheden tot (verdere) samenwerking en uitwisseling. 1/7
Om meer zicht te krijgen op de huidige rol van de beroepsstandaard en de beroepsregistratie binnen de verschillende contexten en de aantallen instituutsopleiders die daar werkzaam zijn, hebben we een vragenlijst opgesteld. We zijn heel blij dat deze via de LOBO, ADEF en ICL naar de directies van de lerarenopleidingen is verstuurd. Inmiddels hebben we vanuit de verschillende geledingen respons ontvangen en waaruit interessante contacten zijn voortgekomen. > Heeft u vanuit uw opleidingsinstituut de vragenlijst nog niet geretourneerd, dan ontvangen we die graag alsnog. (naar p.1)
De lerarenopleider Veel gesprekken zijn gevoerd over de afbakening van het begrip ‘lerarenopleider’. Op basis hiervan is vastgesteld dat bij de doorontwikkelde beroepsregistratie de volgende definitie gehanteerd wordt: “Lerarenopleiders zijn werkzaam bij of ten behoeve van instituten of scholen waar (aanstaande) leraren opgeleid worden. Het opleiden en begeleiden van (aanstaande) leraren behoort substantieel en structureel tot hun kerntaak. “ Deze definiëring is ruimer dan voorheen werd gehanteerd en geeft gelegenheid tot registreren voor lerarenopleiders die niet in dienst zijn van een hogeschool of universiteit. Hiertoe is besloten omdat we het beroepsregister in een breder perspectief willen zien. We hebben bij de projectaanvraag gesteld dat ‘de leraar maakt het verschil’ impliceert dat ‘het verschil maken’ dan zeker geldt voor de leraar van de leraar, de lerarenopleider. In de huidige tijd van levenslang leren zijn het niet meer uitsluitend de hogescholen en universiteiten die zich richten op het leren en professionaliseren van (aanstaande) leraren. Het spectrum is breder. Graag willen we door middel van beroepsregistratie voor het gehele veld van lerarenopleiders een professionele standaard bieden en zo een bijdrage leveren aan de kwaliteit van het onderwijs in Nederland. Taakgebieden van lerarenopleiders : 1. Het opleiden van (groepen) aanstaande en/of zittende leraren, door deze (aanstaande) leraren te scholen in specifieke aspecten van het leraarsberoep; 2. Het begeleiden van (individuele) aanstaande en/of zittende leraren; 3. Het leveren van een bijdrage aan de beleidsontwikkeling en de kwaliteitszorg binnen opleidingsinstituut of school op het terrein van het opleiden van leraren; 4. Het samenwerken met scholen (voor instituutsopleiders) of één of meerdere opleidingsinstituten (voor schoolopleiders) en het samenwerken met collega-opleiders binnen opleidingsinstituut of school (lerarenopleiders, mentoren, coaches, schoolpracticumdocenten); 5. Het werken aan de eigen professionele ontwikkeling. (naar p.1)
Routes tot registratie In de vorige informatiebrief is aangeven dat we verkennen hoe de route tot registratie geflexibiliseerd kan worden. Hiertoe zijn verschillende pilots gestart en gesprekken met de VELON-beoordelaars gevoerd. Dit heeft geleid tot een schematische weergave van drie mogelijkheden om te komen tot een registratieaanvraag.
2/7
De lerarenopleider: 1. werkt zelfstandig aan een registratieaanvraag; 2. volgt een begeleidingstraject ; 3. volgt een opleidingstraject waarin de registratieaanvraag opgenomen is.
Er is in bovenstaand schema een onderscheid gemaakt tussen ‘route’ en ‘registratie’. De route tot registratie kan door de lerarenopleider of een opleidingsinstituut zelf worden vormgegeven. De beoordeling vindt plaats aan de hand van registratiecriteria. Registratiecriteria: De lerarenopleider onderschrijft de Beroepsstandaard voor lerarenopleiders (VELON, 2012) en toont in relatie hiermee aan dat hij/zij - een visie heeft op het beroep ‘lerarenopleider’ in relatie tot de grondslag; - adequaat functioneert op de vier bekwaamheidsgebieden; - bereid is zich als lerarenopleider verder te ontwikkelen aan de hand van een persoonlijk plan voor verdere professionalisering. De criteria rond werktijdsfactor en ervaringsjaren komen in de nieuwe situatie te vervallen. In plaats daarvan zijn de woorden ‘substantieel’ en ‘structureel’ in de definiëring van lerarenopleider opgenomen. Om op het beroep van lerarenopleider te kunnen reflecteren, zal een zekere taakomvang en ervaring nodig zijn. Dit beschrijft de lerarenopleider in zijn/haar registratieaanvraag aan de hand van eigen context. In het huidige registratietraject wordt gewerkt aan een portfolio. In gesprekken met betrokken werd duidelijk dat datgene wat we bij de registratie vragen eigenlijk meer een positiebepaling is. De lerarenopleider reflecteert op de eigen beroepsuitoefening in relatie tot de beroepsstandaard en bepaalt hoe hij/zij zich verder wil ontwikkelen. In de hernieuwde registratieprocedure spreken we derhalve van een position paper. Uitgangspunt is dat de toegang tot het register duidelijk, flexibel en verantwoordbaar is. De aandacht is vervolgens gericht op de professionalisering in de periode na de registratie, welke zichtbaar gemaakt wordt bij de herregistratie. Het format voor de position paper wordt op kort termijn door de VELON nader uitgewerkt. Hierin zullen de volgende onderdelen verwerkt zijn:
3/7
1. Een contextbeschrijving in relatie tot de taakgebieden, waarmee de betrokkene inzichtelijk maakt dat hij/zij werkt als lerarenopleider met het opleiden en begeleiden van (aanstaande) leraren substantieel en structureel tot de kerntaak; 2. Een beschrijving in relatie tot de grondslag uit de beroepsstandaard, waarmee de visie op het beroep ‘lerarenopleider’ inzichtelijk gemaakt wordt. 3. Een reflectie op de bekwaamheidsgebieden uit de beroepsstandaard, waarmee inzichtelijk gemaakt wordt hoe de lerarenopleider functioneert; 4. Een professionaliseringsplan waarin wordt aangegeven welke ontwikkeldoelen de lerarenopleider zich stelt op basis van de bevindingen bij punt 1, 2 en 3.
De VELON is zelf geen opleidingsaanbieder. Wel zal de VELON, overeenkomstig het huidige VELONregistratietraject, informatie verschaffen over de registratieaanvraag qua procedure, inhoudelijke eisen. Ook kan de VELON netwerkbijeenkomsten organiseren voor lerarenopleiders die bezig zijn met hun registratieaanvraag om onderlinge uitwisseling tussen deze lerarenopleiders te faciliteren en stimuleren. Begeleidings- en opleidingstrajecten kunnen door verschillende aanbieders/opleidingsinstituten verzorgd worden, mogelijk gecombineerd met bijvoorbeeld een opleiding m.b.t. onderwijskwalificaties en/of een specifieke opleiding voor lerarenopleiders. > Opleidingsinstituten die in de komende maanden (weer) willen beginnen met een registratietraject, vragen we met het nieuwe format te gaan werken en zo te participeren in de pilot ‘Position Paper en Beoordeling’ (contact). (naar p.1)
BKO/BDB en registratie “Het zou mooi zijn als de registratie gekoppeld kan worden aan de verplichte BKO op universiteiten” was een veel gehoorde opmerking bij de aanvang van het doorontwikkelproject. Dit heeft er toe geleid dat er binnen het project een pilot hierover is gestart. In de vorige nieuwsbrief is deze geïntroduceerd. Inmiddels is er een mooie uitwisseling geweest met betrokkenen van UvA, VU, Fontys en Wageningen University. Dit heeft geleid tot nieuwe inzichten en vervolgstappen. De opleiding Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) is ontwikkeld opdat docenten bekwaam kunnen worden in het ontwerpen en uitvoeren van universitair onderwijs: de didactische basis wordt gelegd. Voor het HBO is een vergelijkbaar systeem ontwikkeld onder de naam Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB). Tijdens een pilot-overleg is de BKO vergeleken met het registratietraject en we kwamen tot drie constateringen: 1) BKO is met name gericht op de didactische bekwaamheid en minder op de andere drie bekwaamheidsgebieden van de beroepsstandaard; 2) BKO is oorspronkelijk gericht op de rol van leraar, niet de rol van lerarenopleider; 3) BKO wordt ingezet als start van de werkzaamheden (basis) terwijl de registratie uitgaat van ‘een gemiddeld ervaren’-niveau. Dit heeft consequenties voor de mogelijkheden om registratie in combinatie met BKO aan te bieden. Een één-op-één relatie tussen BKO en beroepsregistratie (‘BKO geeft altijd direct toegang tot register’) lijkt niet mogelijk. Toch zien we mogelijkheden om de BKO en vergelijkbare opleidingen voor onderwijskwalificaties een rol te geven bij de registratie.
4/7
Ervaren lerarenopleiders die nog BKO/BDB moeten halen Er zijn lerarenopleiders die nog hun BKO/BDB moeten halen terwijl zij door ervaring en/of eerdere opleiding reeds ‘basisbekwaam zijn’. Dit lijkt vooral bij het HBO van toepassing. Het is interessant om te verkennen of het portfolio bij de BKO/BDB-opleiding voor deze ervaren lerarenopleiders geschreven kan worden vanuit de rol van lerarenopleider, waarbij ook aandacht wordt gegeven aan de niet-didactische bekwaamheidsgebieden. Op deze manier zou het BKO/BDB-portfolio, in plaats van een separaat position paper, ook voor registratie gebruikt kunnen worden. Dit sluit aan bij een eerdere verkenning van de universiteiten van Leiden en Utrecht. Met één hogeschool zijn inmiddels afspraken gemaakt om te bepalen hoe hier concreet invulling aan gegeven kan worden. Registratietraject in vervolg op de BKO/BDB In het kader van een doorgaande ontwikkellijn, kan de registratie ook gezien worden als een vervolg op de BKO. De lerarenopleider toont eerst aan ‘leraar’ te zijn (BKO/BDB), om vervolgens te werken aan de gelaagdheid van het beroep van lerarenopleider. Binnen de lerarenopleidingen van de UvA en Fontys wordt deze fasering nader uitgewerkt. Op de UvA zijn 8 lerarenopleiders die hun BKO reeds hebben, een registratietraject gestart. Via een professionele leergemeenschap werken ze met elkaar aan eigen leervragen en onderlinge kennisdeling. Het is een professionaliseringstraject waarin tevens een individueel portfolio wordt opgebouwd dat gebruikt wordt voor de registratieaanvraag. Onderdelen uit het BKO kunnen hierbij worden ingezet. Fontys Lerarenopleiding Tilburg (FLOT) werkt met Medior Kwalificaties Onderwijs (MKO’s), gesitueerd tussen BKO en SKO. De Fontys MKO Didactiek & Toetsing is vanaf dit studiejaar een verplicht onderdeel voor ‘gemiddeld ervaren’ lerarenopleiders van FLOT, dezelfde doelgroep als voor de beroepsregistratie. FLOT wil de registratie combineren met het assessment op het portfolio MKO D&T. Onderdeel van de pilot is om te kijken hoe de toetsing aan het opleidingsinstituut kan worden overgedragen. > Graag komen we in contact met opleidingsinstituten die willen aansluiten bij de bovenstaande (of andere) verkenningen van een combinatie BKO/BDB-beroepsregistratie (contact). (naar p.1)
Overgangsregeling voor ervaren lerarenopleiders Naast de reguliere ‘routes tot registratie’ werken we aan een overgangsregeling voor reeds ervaren en aldus functionerende lerarenopleiders. Uit vooronderzoek blijkt dat er een grote groep ervaren lerarenopleiders is die aangeeft goed te functioneren als lerarenopleider en zich voortdurend te professionaliseren. Zij achten dit voldoende grond om in het register opgenomen te kunnen worden. Met een pilot verkennen we hoe we op basis van CV en managementverklaring deze ervaren lerarenopleiders kunnen registreren. Onderdeel van de pilot is dat de lerarenopleiders die gebruik maken van de overgangsregeling zich voor 1 maart 2018 zullen herregistreren volgens de in het komende jaar te ontwikkelen procedure. We streven ernaar dat reeds ervaren en aldus functionerende lerarenopleiders m.i.v. 15 maart 2015 gebruik kunnen maken van overgangsregeling. De lerarenopleider geeft dan aan dat hij/zij - de Beroepsstandaard voor lerarenopleiders (VELON, 2012) onderschrijft; - bereid is zich als lerarenopleider verder te ontwikkelen en hierop te reflecteren bij de herregistratie voor maart 2018. 5/7
Door middel van een CV en een managementverklaring toont de lerarenopleider aan dat hij/zij - werkzaam is voor een lerarenopleiding (instituutsopleider) dan wel binnen een opleidingsschool (schoolopleider) gedurende minimaal 4 jaar; - adequaat functioneert als lerarenopleider op de bekwaamheidsgebieden van de beroepsstandaard. > Lerarenopleiders die gebruik willen maken van deze overgangsregeling kunnen dit, bij voorkeur via hun opleidingsinstituut, kenbaar maken. Wij houden ze dan op de hoogte van de laatste ontwikkelingen (contact). > Graag komen we in contact met opleidingsinstituten die willen participeren bij het verder uitwerken van de overgangsregeling. > Op 5 maart 2015 10:00-12:30 organiseren we een resonansbijeenkomst over de mogelijke registratieroutes incl. de overgangsregeling, de inhoud van de managementverklaring en de (mogelijke) relatie met het personeelsbeleid. De uitnodigingen hiervoor worden binnenkort verstuurt. Graag willen we onze resonansgroep uitbreiden met managers en bestuurders van opleidingsinstituten en opleidingsscholen. U kunt u hiervoor aanmelden via mail. Voor uw aanwezigheid ontvangt u €150,vacatiegeld en reiskostenvergoeding. (naar p.1)
Beoordeling Nu de flexibilisering van de registratieroutes goed op gang is, komt de organisatie van de beoordeling meer in beeld. De VELON is verantwoordelijk voor de validiteit en betrouwbaarheid van de beoordeling t.b.v. registratie. Wanneer individuele lerarenopleiders een registratieaanvraag indienen, zal de beoordeling daarvan gedaan blijven worden door de VELON-beoordelaars. Het wordt ook mogelijk dat aanbieders van begeleidings- en of opleidingstrajecten de toetsing van de registratieaanvraag zelf organiseren. Hiertoe worden binnen het project criteria ontwikkeld. Voor de ontwikkeling van deze certificeringscriteria wordt gekeken naar de NVAO-toetsingskaders en de ervaringen met de pilot van FLOT. >Als uw opleidingsinstituut een assessment aanbiedt die mogelijk ook kan gelden voor beroepsregistratie, dan komen we graag in contact om dat nader te bespreken.
Projectoverzicht Tot slot, op verzoek, nog even kort het overzicht van de opbouw van het doorontwikkelproject. Het doorontwikkelproject bestaat uit twee fasen. De eerste fase loopt tm maart 2015. De tweede fase tm maart 2018. Aan het einde van de eerste projectfase wordt een handboek vastgesteld op basis van de bevindingen uit de pilots en resonansgroepen met daarin o.a.: definiëring ‘lerarenopleider’ en andere relevante begrippen; registratiemogelijkheden en –procedure voor individuele lerarenopleiders; certificeringsmogelijkheden en –procedure voor lerarenopleidingen. In de tweede projectfase wordt gewerkt aan: sterke uitbreiding van aantal geregistreerden door (opbrengsten projectfase 1): o grotere bekendheid en gebruik van beroepsstandaard;
6/7
o
aangepaste registratieprocedure voor reeds ervaren en aldus functionerende lerarenopleiders; o meer opleidingen die een registratietraject incompany aanbieden, losstaand of in combinatie met een interne opleiding voor lerarenopleiders. inhoud en procedure van herregistratie aan de hand van relevante professionaliseringthema’s voor lerarenopleiders in verschillende contexten; inhoudelijke afstemming met het leraarregister; doorontwikkeling van systeem en organisatie voor registerbeheer. (naar p.1)
Contact In het doorontwikkelproject wordt uitgegaan van datgene wat voor de beroepsgroep van waarde is. Dit kan niet vormgegeven worden zonder bijdragen uit het werkveld. We werken al met veel lerarenopleiders en opleidingsinstituten samen maar willen dat nog verder uitbreiden. Zoals in deze informatiebrief aangegeven, komen we graag in contact met opleidingsinstituten die - een waardevolle invulling zoeken voor ervaren lerarenopleiders die nog verplicht BKO/BDB moeten doen; - een registratietraject willen starten volgens de nieuwe procedure; - meewillen denken over de overgangsregeling voor ervaren lerarenopleiders; - een assessment van een opleiding voor lerarenopleiders tevens willen laten gelden voor beroepsregistratie. Managers/bestuurders van opleidingsinstituten en opleidingsscholen kunnen zich aanmelden voor de resonansbijeenkomst over de verschillende registratieroutes, de inhoud van de managementverklaring bij de overgangsregeling voor ervaren lerarenopleiders en de (mogelijke) relatie met het personeelsbeleid (5 maart 2015, 10:00-12:30 in Utrecht).
Met vragen, opmerkingen, suggesties of een gespreksverzoek kunt terecht bij Joke Kiewiet-Kester,
[email protected].
7/7