DE KLEINE PRINS Lesbrief voor kleuterleidsters en leerkrachten 1ste leerjaar/groep 3
www.lannoo.com/cd-rom
l
De kleine prins 1
OPENING VAN HET THEMA Dag 1 : Introductie van het thema Gesprek in de klas Bij de start van dit project op school is het leuk om op maandagmorgen te starten met een kort toneelstukje ter introductie van het thema. Dit toneelstuk kan gespeeld worden voor de oudste kleuters en de kinderen van groep drie. De opvoering wordt gehouden door de leerkrachten en een aantal vrijwilligers die willen meewerken aan een goede afloop.
De Kleine Prins: “Hallo kinderen, ik ben De Kleine Prins. Ik ga mij even heel kort voorstellen. Héééééél kort, want er zit een goede vriend van mij in de problemen en ik wil hem zo vlug mogelijk helpen. Ik ben een betoverend en heel wijs mannetje. Ik leef op een hele bijzondere planeet met drie vulkanen en een hooghartige bloem. Ik reis heel graag en mijn beste vriend is Vos; een groot kunstenaar’’. “Ik heb nog een vriend. Het is een astronoom. Net toen hij op het punt stond een grote ontdekking te doen, viel er een klein onderdeel uit zijn telescoop. Dat is voor de astronoom een groot probleem, want nu kan hij geen nieuwe sterren meer ontdekken.’’ “Ik heb mijn vriend beloofd dat ik hem zou helpen, maar ik kan het niet alleen. Het onderdeel van de telescoop kan overal liggen en ik kan toch niet het hele heelal afzoeken om zo’n klein onderdeeltje van de telescoop te vinden?’’ “Willen jullie me helpen met de grote zoektocht?” Na het toneelstuk bespreken de kinderen het probleem met hun juffrouw in de klas en ze komen tot een besluit: De kinderen zullen De Kleine Prins helpen. Nieuws voor de astronoom De kinderen gaan, samen met De Kleine Prins, op bezoek bij de astronoom. Dit gebeurt ook in toneelvorm. De Kleine Prins: “Lieve astronoom, ik weet dat je nog altijd een beetje droevig bent, maar ik heb extra hulp meegebracht. Deze kinderen van de kleuterklas en groep drie willen je helpen. Ze hebben beloofd net zo lang te zoeken tot ze het verloren onderdeel van je telescoop hebben gevonden.” Astronoom: “Lieve kinderen, ik ben zo blij dat jullie me willen helpen. Als jullie mijn verloren onderdeel terugvinden dan zal ik jullie met mijn telescoop planeten, zonnen, sterren en manen laten zien. Vlug aan de slag iedereen.”
www.lannoo.com/cd-rom
l
De kleine prins 2
HET MIDDENDEEL VAN HET THEMA Dag 2: De zoektocht naar het verloren onderdeel Fotozoektocht De Kleine Prins: “Kinderen, jullie worden ingedeeld in tien groepen. Op die manier zullen we het onderdeeltje sneller vinden. Elke groep moet goed zijn best doen. Jullie krijgen, per groep, een foto van een plek in de buurt van de school. Aan de hand van deze foto’s moeten we het verloren onderdeel terug kunnen vinden. Kijk goed naar de foto en ga dan naar de plek die op de foto staat afgebeeld. Onderweg moeten jullie heel goed kijken en zoeken naar het verloren onderdeel. Als jullie de afgebeelde plek hebben gevonden dan zien jullie een vriend van mij en die zal jullie een opdracht geven. Als jullie de opdracht goed hebben uitgevoerd, krijgen jullie weer een nieuwe foto.”
- Negen opdrachten en negen foto’s: Jullie krijgen een nieuwe foto als jullie allemaal een mooie tekening maken voor de astronoom. Jullie krijgen nu verf, kwasten en schildersezels. Geen tijd te verliezen. (VOS) De astronoom heeft een dik boek met ontdekkingen. Ik krijg dit boek als ik hem enkele tips geef om het verloren onderdeel te zoeken. Ik wil het boek graag zo vlug mogelijk uitbreiden. Willen jullie voor mij nieuwe ontdekkingen uittekenen en beschrijven. Gebruik je fantasie. (AARDRIJKSKUNDIGE) Ik wilde jullie een foto geven van mijn telescoop, maar (zucht) ik altijd met mijn experimenten … Ik wil graag onderzoeken hoe lang het duurt om de verschillende stukken van mijn telescoop weer in elkaar te puzzelen. Proberen jullie het alvast eens; hier hebben jullie de puzzelstukken. Succes! (ASTRONOOM) Ik ben een vriend van De Kleine Prins en ik woon in Egypte. De Kleine Prins kwam eens bij ons op bezoek, want hij reist de hele wereld over. Geloof me maar. In Egypte staan heel wat piramides en ik zou graag zien dat jullie zo gaan staan dat jullie een piramide worden met drie verdiepingen. Kunnen jullie Egypte ook aanwijzen op de kaart? (EGYPTENAAR) De Kleine Prins houdt enorm van muziek. Luister maar naar zijn lievelingsliedje. De Kleine Prins leert zijn liedje aan de kinderen. (DE KLEINE PRINS) Wij gaan perkamentpapier maken. Hoe dat moet? Scheur de randen van een vel papier af en dompel het vel in koude thee. Laat het bijna opdrogen en strooi korreltjes koffie op de kant die je als voorkant gaat gebruiken. Teken daarna een kaart met sterren, planeten, sterrenbeelden, etc. Teken ook de plaats van het verloren onderdeel van de telescoop. De Aarde is de enige planeet waar leven mogelijk is. De Kleine Prins reist overal rond. Kijk nu op de wereldbol en wijs, samen met de kinderen van de groep, 20 landen aan waar jullie wel eens naar toe zouden willen. (DE KLEINE PRINS) Elk land op onze planeet heeft zijn eigen vlag. Maak een aantal vlaggen en kijk of jullie vrienden ze bij het juiste land op de wereldkaart kunnen plaatsen. Knip voor elke vlag een kleine rechthoek uit karton. Kleur het patroon van de vlag met viltstift en plak met plakband een tandenstoker aan de rand van elke vlag. (LEERKRACHT) Jullie krijgen een hele speciale foto; het is een foto van de hemel. Op deze foto staat een sterrenbeeld getekend. Jullie moeten op zoek gaan naar hetzelfde patroon als dat van de groep sterren; dus naar hetzelfde sterrenbeeld. Op deze plaats vinden jullie het onderdeeltje terug. Veel succes! (AARDRIJKSKUNDIGE)
www.lannoo.com/cd-rom
l
De kleine prins 3
DOELSTELLINGEN:
• De kinderen leren rekening houden met de mening van anderen. • De kinderen voeren spelenderwijs opdrachten uit. • De kinderen doen kaartvaardigheid op en zoeken op de wereldkaart “Egypte” op.
Aankleding van de hemel. Versier de zolderruimte van de school met doeken en een kasteel van wolken. Hang zachte wolken aan het plafond en bevestig slingers van pluimen en mousse tussen de wolken. Hang ook ballonnen en sterren op en versier verder met sterrenbeelden, etc. Vergeet de plaats van het verloren onderdeel niet! Felicitaties De Kleine Prins: “Lieve astronoom, ik heb geweldig nieuws. De kinderen hebben je verloren onderdeel teruggevonden. Het was een lastige speurtocht, maar met zijn allen is het ons gelukt.” De astronoom: “Bedankt lieve kinderen, ik zal vlug mijn telescoop maken, want ik ben het nog niet vergeten…. Belofte maakt schuld. Ik laat jullie even meegenieten van de wonderlijke wereld van de sterren, de maan en de planeten.’’ “Jullie hebben me al heel erg geholpen, maar ik zou graag nog een klein beetje hulp van jullie willen hebben. Zou het mogelijk zijn om me te helpen met het herstellen van de telescoop? Hier zijn de verschillende onderdelen en een plannetje om de telescoop terug in elkaar te knutselen. Veel succes.” De kinderen bouwen, stap voor stap, de telescoop weer op aan de hand van een plan. De astronoom: “Proficiat lieve kinderen, nu kunnen we verder, maar als jullie de sterren, de planeten en mijn andere ontdekkingen willen zien, zullen we jullie eerst moeten bevorderen tot astronaut. Daarvoor moeten jullie een paar opdrachten uitvoeren.”
Dag 3: De astronautenopleiding. 1. ONTWERPEN VAN EEN RUIMTEPAK - Astronauten dragen speciale kleding om zichzelf tijdens het werk in de ruimte te beschermen: ze worden beschermd tegen de hitte, het gebrek aan zuurstof en de gevaarlijke stralen van de zon. De astronauten dragen handschoenen, een helm, een rugzak die water en zuurstof bevat en een microfoon om met andere astronauten te spreken. Astronauten hebben ook een computer op hun buik.
Om te beginnen hebben we dus een astronautenpak nodig. Elke groep ontwerpt een ruimtepak. Voor elk deel van het ruimtepak maak je een tekening en geef je een beetje uitleg. Als het ontwerp goedgekeurd is, kunnen de kinderen aan de slag gaan met kosteloos materiaal. Op die manier maakt elke groep een eigen mascotte; een astronaut, in een zelfontworpen ruimtepak, met een leuke naam. Alle kinderen krijgen een wit ruimtepak.
www.lannoo.com/cd-rom
l
De kleine prins 4
2. ASTRONAUTENTAAL Astronauten spreken tijdens de vlucht Engels of Russisch. De kinderen zullen dansen op een Russisch lied om even te proeven van die vreemde taal. 3. TRAININGSPROGRAMMA Astronauten moeten dagelijks veel aan sport doen om gezond te blijven. Ze doen ook oefeningen op een speciale stoel; eentje die het zweven in de ruimte nabootst. Ze leren ook om parachute te springen en als voorbereiding op de ruimtewandelingen gaan ze met hun pak aan oefenen in een zwembad.
Maak nu met je eigen groep een trainingsprogramma dat de astronauten kunnen volgen. 4. BOUW EEN RAKET. De kinderen hebben per groep heel wat kosteloos materiaal toebedeeld gekregen. Hiervan mogen ze nu een raket bouwen om straks naar de ruimte te vertrekken.
Andere knutseltip - raket op ballonkracht: Blaas een langwerpige ballon op en wikkel er een servetje omheen. Maak versieringen op de servet om deze zo op een raket te laten lijken. Rijg een draad (3 meter) door een rietje en plak deze in de lengte op de bovenkant van de raket vast. Knoop een draad tussen twee stoelen om de lanceerbaan van de raket te maken. Verwijder de eerste ballon en blaas een nieuwe op in de rakethuls. Knoop het uiteinde niet dicht, maar … laat los!!! 5. MAKEN VAN ZUURSTOFFLESSEN. Elke leerling maakt van een doos een grote zuurstoffles. De zuurstoffles wordt in zilverkleurig papier gewikkeld en er wordt een plastic tuinslang (1 meter) bevestigd om de zuurstof toe te voegen. We maken ook twee stevige touwen aan de zuurstoffles vast om zo de zware last op de rug te kunnen dragen. Succes! 6. DIPLOMA’S UITDELEN. Alle kinderen krijgen nu van de astronoom een astronautendiploma. 7. DE KINDEREN MOGEN EEN RUIMTEREIS MAKEN. Alles wat nodig is (kleding, voedsel en andere attributen) om te overleven wordt bij elkaar gepakt. De raket wordt gecontroleerd en er wordt een reisplan opgesteld. De kinderen gaan langs alle planeten en al reizende ontdekken ze wat er bijzonder is aan elke planeet. Voor de antwoorden op de vragen van de kinderen, hebben ze twee bronnen bij zich: De Kleine Prins en de astronoom. 8. LANCERING Je kunt de ouders uitnodigen om de kinderen uit te zwaaien. Iedereen staat klaar met een wit ruimtepak, ruimtevoedsel en zuurstofflessen. Nog een laatste controle van de raket en … klaar voor de start; de wonderlijke reis door de ruimte kan beginnen. Op het moment van de start kun je bvb het lied ” We gaan naar de maan” van Samson en Gert laten spelen.
www.lannoo.com/cd-rom
l
De kleine prins 5
DOELSTELLINGEN:
• De kinderen zien in dat er verschillende vervoermiddelen zijn om zich te verplaatsen. • De kinderen weten wat er allemaal gebeurt tijdens een trainingsprogramma voor astronauten. • De kinderen leven zich nog beter in in het deelnemen aan een astronautentraining. • De kinderen kennen de verschillende reisvoorzieningen om te reizen in de ruimte.
Dag 4: De ruimtereis. 1. DE KINDEREN KOMEN AAN OP DE MAAN. De astronoom: “Eventjes een klein woordje uitleg. De eerste man op de maan was Neil Armstrong. Hier zien jullie zijn voetafdruk. Er is geen wind en geen regen op de maan en daarom zijn de voetafdrukken nog steeds te zien. We zullen nu met zijn allen ook een voetafdruk maken. We zetten ook de vlag van ons land op de maan. Dat is het eeuwige bewijs dat wij hier zijn geweest.”
Opdracht: Alle kinderen mogen hun voetafdruk maken in gips. Deze afdrukken blijven dan liggen op de maan. We kunnen ook even ‘moon-walken’ op rustige muziek. Opdracht: In de zandbak in de klas maken we het zandoppervlak vlak met een meetlat. We laten van bovenaf, ongeveer 2 meter boven de zandbak, knikkers vallen in het zandoppervlak. We halen nu heel voorzichtig de knikkers weg en wat zien we? De grote knikkers hebben grote “kraters” gemaakt en de kleine knikkers hebben kleine “kraters” gemaakt. Wat zien we nu als we dezelfde knikkers van verschillende hoogtes laten vallen? Opdracht: We verzamelen per kind ongeveer tien stenen afkomstig uit zout water. We doen deze stenen in kokend water en we zien dat er mooie patronen verschijnen. We plakken meerdere stenen op elkaar en we zien hele grappige maanmannetjes verschijnen. Als we de keien schilderen wordt alles nog grappiger. Opdracht: In de klas wordt een reisbureau ingericht om alle mogelijke reizen naar de maan te kunnen boeken. Aankleding: De ruimte is ingericht met verschillende turnmatten. Hierbij moeten we hoogtes en laagtes kunnen waarnemen. 2. DE PLANEET MARS. De astronoom: “Hier zie je de planeet Mars. Deze planeet wordt ook wel de rode planeet genoemd. Deze planeet wordt ook het broertje van de Aarde genoemd omdat er op Mars net zulke landschappen zijn als op de Aarde. Op Mars weeg je maar ongeveer de helft van je gewicht.”
Opdracht: Alle kinderen wegen zichzelf op een weegschaal en rekenen daarna uit hoeveel ze wegen op Mars. Je kunt het gewicht van de kinderen ook uitdrukken met kilo’s bloem en daarna de helft ervan wegnemen. Opdracht: De astronoom beweert dat hij op een avond een marsmannetje heeft gezien door zijn telescoop. De astronoom tekende vlug een schets van het mannetje in zijn boek met ontdekkingen en laat deze aan de kinderen zien. Zouden de kinderen deze schets tot leven kunnen brengen? Wat heb je nodig? Gekleurde bollen marsepein, kleine vormpjes (ster, zon, hartje, etc.), kleine snoepjes, mikadokoekjes (koekstokjes met chocolade). www.lannoo.com/cd-rom
l
De kleine prins 6
Werkwijze: 1) Duw de bollen plat. 2) Maak een rechthoek voor het lijfje. 3) Snijd met het vormpje een gezichtje uit. 4) Steek het mikadostokje door het lijfje. 5) Versier het mannetje met snoepjes en duw het gezichtje op het lijfje. Opdracht: Ik ga naar Mars en neem mee … Dit spel kun je doen met de hele klas. Het eerst kind zegt: “Ik ga naar Mars en neem een helm mee.” Het volgende kind zegt: “Ik ga naar Mars en neem een helm en een koekje mee.” Zo gaan we verder en de kinderen moeten proberen alle voorgaande voorwerpen te onthouden en op te sommen. Wie kan alle voorwerpen onthouden? Aankleding: Een aparte ruimte die aangekleed is met rode- en oranje doeken. 3. DE PLANEET URANUS. De astronoom: “Deze planeet werd ontdekt door een astronoom met een telescoop, want deze planeet is niet met het blote oog te zien. Deze planeet ziet er een beetje groen en blauw uit. Dat komt omdat de planeet uit gassen bestaat. De planeet is vier keer zo groot als de Aarde en het kan er wel 200 graden vriezen. We kunnen deze planeet niet betreden en daarom vliegen we er gewoon langs.” 4. DE PLANEET VENUS. De astronoom: “We kunnen beter ook niet op reis gaan naar Venus, want hier kan het wel boven de 500 graden warm zijn; heel heet dus. Op Venus komen heel wat giftige gassen voor en de wolken drukken enorm op de planeet. Als je hier zou gaan wandelen, word je platgedrukt door de wolken.”
Opdracht: Alle kinderen beelden nu uit hoe ze zich zouden gedragen in de vrieskou van Uranus en in de hitte op Venus. Hiervoor gebruiken we zachte muziek. 5. DE PLANEET PLUTO. De astronoom: “Ik vind het de moeite niet om jullie Pluto te laten zien want daar is niets te zien. Pluto is erg klein en het is er heel koud. Pluto bestaat alleen maar uit zand, keien en stenen.” 6. DE PLANEET SATURNUS. De astronoom: “Saturnus is een wondermooie planeet. Het is een grote ronde bol met daaromheen ringen. Saturnus is een enorme verzameling van stenen en ijs. Saturnus is enorm licht; zo licht dat deze planeet zou blijven drijven in een heel groot zwembad.”
Opdracht: We maken Saturnus met papier-maché. Neem een ballon en verscheur vijf dubbele pagina’s van een krant in verschillende repen. Smeer nu behangplaksel op de ballon en plak ereen eerste laag repen op. Daarna smeer je het krantenpapier op de ballon opnieuw in met behangplaksel en plak je weer een laag repen bovenop de eerste laag. Zo ga je verder tot je een 4-tal lagen hebt. Je laat de ballon vijf dagen drogen en dan kan de planeet beschilderd worden. Van golfkarton kun je ringen maken voor om de bol heen.
www.lannoo.com/cd-rom
l
De kleine prins 7
Als de planeten klaar zijn, kun je ze aan een dun draadje hangen voor een donkere achtergrond. Om het helemaal leuk te maken, kun je met een paar lampen de zon nabootsen. Op die manier creëer je het effect dat op de planeten een dag– en een nachtzijde te zien is. 7. DE PLANEET MERCURIUS. De astronoom: “Mercurius is een sombere planeet. Alles aan deze planeet is namelijk fout! Of het is er te heet, of het is er te koud en hij staat te dicht bij de Zon. Bovendien zit hij ook nog vol met gaten. Deze planeet staat het dichtst bij de Zon van alle planeten.” 8. DE PLANEET NEPTUNUS. De astronoom: “Neptunus is eveneens een blauwe planeet en bestaat ook uit allerlei gassen Met de telescoop lijkt het net een klein, blauw schijfje.” 9. DE PLANEET JUPITER. De astronoom: “Deze planeet is reuze groot. Op de planeet is al jaren een rode vlek te zien. Deze vlek is een wervelstorm en die storm is net zo groot als de Aarde.”
Verslag voor de kinderen die niet op school waren. De kinderen worden op school ontvangen door de andere kinderen van hun klas. In de gymzaal kunnen de kinderen vragen stellen over de ruimtereis van hun klasgenoten. Avonturen worden verteld en de astronoom en De Kleine Prins kunnen handtekeningen uitdelen en informatie mededelen. Bijkomende knutselactiviteiten. - Planetenmobiel: Teken voor elke planeet een cirkel. Let op de diameter! Gebruik hiervoor een passer. Knip de cirkels uit het karton. In totaal zijn er negen cirkels. Schilder de planeten in verschillende kleuren. Maak bovenin de cirkels een gaatje en doe daar een touw (verschillende lengtes) door. Hang alle touwtjes aan een stokje (deze kun je ook versieren). Mercurius - 1 cm - grijs Venus - 4 cm - blauw Aarde - 4 cm - lichtblauw Mars - 2 cm - rood Jupiter - 48 cm - geel Saturnus - 38 cm - donkerrood Uranus - 20 cm - donkerblauw Neptunus - 20 cm - groen Pluto - 8 mm - grijs DOELSTELLINGEN:
• De kinderen kunnen de verschillende planeten opnoemen. • De kinderen weten wat zich afspeelt op elke planeet.
www.lannoo.com/cd-rom
l
De kleine prins 8
Dag 5: Het sterrenfeest.
De astronoom: “Beste leerlingen, onze ruimtereis was een groot succes. Ik heb alles te danken aan de kinderen van de tweede kleuterklas en groep drie. Deze leerlingen hielpen mij om het verloren onderdeel van mijn telescoop terug te vinden. Ik wil mijn vreugde daarom met jullie delen en wel vanavond op het sterrenfeest. Wie zin heeft, mag komen genieten van mijn wondermooie ontdekkingen. Ik nodig jullie allemaal uit. Vannacht zal het helder weer zijn. We trekken warme kleren aan en maken nog één keer een reis door de wondere wereld van het heelal. We gaan verschillende sterrenbeelden opzoeken en we kijken of we deze aan de hemel kunnen herkennen. Sterrenbeelden zijn regelmatig aan de hemel te zien. Om de sterren beter te kunnen herkennen zijn patronen uitgevonden die bestaan uit groepen sterren. Dat noemen we dus sterrenbeelden.” 1. OP HET FEEST: STERRENKAARTEN MAKEN. Teken in verschillende groepjes de sterrenbeelden na en zet de datum en de tijd erbij. Het is nu wel te donker om goed te kunnen tekenen. De kinderen mogen in het ontdekkingenboek van de astronoom een oplossing zoeken voor dit probleem. Oplossing: onze ogen passen zich langzaam aan het donker aan. Als we rood cellofaanpapier voor een zaklamp plakken, kunnen we heel gemakkelijk aantekeningen maken in het donker.
We kunnen ook op zoek gaan naar een vallende ster. Weten de kinderen wat een vallende ster is? Het zijn grote keien die door de hemel schieten. Ze vallen soms op de Aarde. Wie kan de Poolster aan de hemel zien? Waarom is deze ster zo belangrijk? Ze wijst steeds het Noorden aan en dat is belangrijk voor de reizigers als ze geen kompas bij zich hebben. Opdracht: Waar is het Noorden? Neem een kompas, houd het recht en zorg ervoor dat je niet in de buurt van een metalen voorwerp staat. Wacht tot de naald stil staat. Draai het kompas langzaam tot het gekleurde uiteinde van de naald naar het Noorden wijst. Dit is de magnetische noordpool. We gaan nu zelf een kompas maken: Strijk met een magneet minimaal 50 keer van boven naar beneden langs een naald. Zorg dat het oog van de naald onderaan zit. Duw de naald dwars door een kurk heen. Teken op de kurk met pen een pijl in dezelfde richting als de punt van de naald. Deze geeft het Noorden aan.Leg de kurk in een kom met water die op een vlakke ondergrond staat. Als de kurk stil blijft liggen, wijst de naald vanzelf naar het Noorden. Met een kompas kun je controleren of dit klopt. Opdracht: Een hemel vol sterren. Kleur met verschillende waskrijtjes een groot stuk papier helemaal in. Bedek daarna alles met zwarte verf. Laat de verf drogen en schraap met behulp van een vork allerlei sterren uit de zwarte bovenlaag. De astronoom: “Beste leerlingen, ik ben heel moe. Ik beloof dat ik jullie morgen nog meer mooie dingen laat zien, maar nu zou ik graag gaan slapen. Tot morgen iedereen en wie er vragen heeft, mag ze morgen allemaal stellen.”
www.lannoo.com/cd-rom
l
De kleine prins 9
2. MET EEN VERREKIJKER KIJKEN NAAR DE MAAN. De astronoom vertelt dat je niet altijd een telescoop nodig hebt om iets moois te zien. Als je op een donkere plaats, zonder verlichting, naar de maan kijkt met een grote verrekijker dan kun je de zeeën en de kraters op de maan zien; heel mooi. Met wat tekentalent kun je hiervan een mooie tekening maken. 3. BIJKOMENDE KNUTSELACTIVITEITEN. Sterren-kijkdoos: Verf een schoenendoos aan de binnenkant helemaal zwart. In de ene korte zijde maak je een kijkgaatje en aan de andere kant snij je een rechthoek uit. Aan de binnenkant van de doos, tegen de rechthoek, plak je een fel gekleurd stuk vloeipapier. In de deksel maak je enkele lichtgaatjes waardoor het licht van buiten kan binnenvallen. Teken op wit karton sterren in allerlei kleuren. Vouw de onderkant van het karton een klein beetje om en doe hier lijm aan. Plak het karton met de sterren nu op de bodem van de doos. DOELSTELLINGEN:
• De kinderen voeren enkele eenvoudige oriëntatieoefeningen uit. • De kinderen beleven plezier.
Dag 6: Buitenaardse wezens.
De Kleine Prins: “Astronoom, ik heb een vraagje voor jou. Zijn wij alleen in de ruimte of zijn er op andere planeten ook nog mensen die leven zoals op Aarde?” De astronoom: “We hebben, sinds we in staat zijn door de ruimte te reizen, nergens anders leven gevonden dan op Aarde. Toch kwam ik bijna tot een ontdekking, maar ben het een beetje vergeten. Willen jullie eens kijken in mijn boek met ontdekkingen? Daar staat iets beschreven over een buitenaards landschap.” “Ik denk dat ik vandaag een vreemd wezen heb ontdekt. Dit wezen stond op een buitenaards landschap dat ik nog nooit eerder had gezien. De andere vreemde wezentjes vlogen rond in een ruimteschip.” Opdracht: de leerlingen kunnen nu zelf een nieuwe planeet maken, met levende wezens. • Het landschap: - Maak in een kartonnen deksel (bijvoorbeeld van een schoenendoos) het landschap. - Bedek de bodem met grote proppen krantenpapier om heuvels en hobbelige wegen te maken. - Leg er keukenpapier overheen en smeer daaroverheen behangplaksel. - Laat alles drogen en verf dan het oppervlak. • Het ruimteschip: - Plak twee papieren borden tegen elkaar. - Lijm een halve pingpongbal op een grote yoghurtbeker voor het bovendeel van het ruimteschip. - Maak van rietjes de vier poten en verstevig die met pijpenragers. - Schilder het ruimteschip mooi.
www.lannoo.com/cd-rom
l
De kleine prins 10
• Het ruimtewezen: - Rijg pijpenragers door een badmintonshuttle om armen en ogen op stokjes te maken. - Doop stukjes servet in behangplaksel en rol er balletjes van voor de ogen. - Bedek de badmintonshuttle met in behangplaksel gedoopte servetten. - Beschilder het ruimtewezen nu met felle kleuren. Opdracht: We bakken met zijn allen pannenkoeken en versieren deze met snoepjes. De pannenkoeken stellen de UFO’S voor. Wij zijn nu allemaal buitenaardse wezens en we eten buitenaards eten. Afsluiting van het thema Dag 7: Afscheid van De Kleine Prins en de astronoom.
De astronoom: “Als afscheid wil ik nog iets leuks doen. Gisteren toen ikwilde gaan slapen, keek ik nog vlug even door mijn telescoop en ik heb iets formidabels ontdekt. Ik wil jullie nieuwsgierigheid niet langer op de proef stellen. Kom mee, dan zien jullie mijn ontdekking. Ik heb een knuffelplaneet en een fruitplaneet ontdekt. Niemand zag dit eerder. Kom, wij nemen nog vlug even een kijkje in die wondere wereld.” De kinderen kunnen de knuffelplaneet en de trieste planeet betreden. Op beide planeten zijn tal van activiteiten te doen. Het doel van de activiteit is het volgende: verzamel zoveel mogelijk knuffels op de knuffelplaneet om deze naar de trieste planeet te brengen. Per knuffel kunnen de kinderen één triest buitenaards wezen gelukkig maken en vooral heel blij! 1. KNUFFELPLANEET Zoek 10 knuffels die ergens verstopt zijn op de planeet. Stempel met je vinger op papier de omtrek van de knuffel rondom. Knuffel je knuffel op vijf verschillende manieren. Sorteer de knuffels van klein naar groot. Kleed je knuffel heel mooi aan met zijn nieuwe kleertjes. Maak een knuffelhoek met verschillende zachte materialen. Verander het gezicht van je vriendje met schmink in dat van een lieve knuffel. Maak een mooi gedicht voor je knuffel. 2. DE TRIESTE PLANEET De kinderen brengen binnen een bepaalde tijd hun knuffel naar de trieste planeet en proberen alle buitenaardse wezens op de planeet blij te maken. DOELSTELLINGEN:
• De kinderen oriënteren zich in de ruimte (planeten) tijdens het zoeken naar verborgen opdrachten. • De kinderen voeren spelenderwijs opdrachten uit met betrekking tot knuffels.
www.lannoo.com/cd-rom
l
De kleine prins 11