Informatiefolder groep 3 Door middel van deze informatiefolder hopen wij u een beeld te geven van wat uw kind leert in groep 3 en welke methodes wij daarvoor gebruiken. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, dan mag u natuurlijk altijd langskomen. Samen met uw kinderen en u, hopen wij er een plezierig jaar van te maken! Met vriendelijke groet, juf Astrid, juf Sissi en juf Zwaan
Lezen De methode “Veilig leren lezen” begint met het aanleren van de zogenaamde structureerwoorden. Aan de hand van deze structureerwoorden worden systematisch 34 letters aangeleerd, waarbij de dubbelklanken (bijv. eu,ou,oe etc.) ook als letters worden beschouwd. We beginnen met 3-letterwoorden, de mkmwoorden (medeklinker-klinker-mdedeklinker). Na kern 6 kennen de kinderen alle letters en gaan ze ook langere woorden lezen. De methode bestaat uit 12 kernen. Elke kern wordt afgesloten met een toets in het werkboekje om te bekijken of uw kind de aangeboden stof goed verwerkt heeft of dat er nog extra hulp nodig is. We gebruiken de volgende materialen: • Prentenboeken en andere materialen om een letter te introduceren • Woordstroken • Wandplaten • Letterlijn • Lettermuur • Instructiekalender • Woorddoos/letterdoos • Klikklakboekje • Veilig en Vlot boekje • Leesboeken • Werkboekje • Werkbladen • Planbord • Computer • Extra materiaal (vervolgwerk) Niet alleen op school leren lezen, maar ook thuis oefenen, bevordert de leesontwikkeling. Het kan erg gezellig zijn om samen met uw kind een boekje te lezen. Wilt u erop letten, dat als u uw kind helpt, u de letters goed uitspreekt? De kinderen leren het als volgt:
Roos: rrr-oooo-sss (hakken en plakken)
En niet zo: err-oo-ess
Schrijven Elke letter die de kinderen leren bij een woordje, leren ze ook schrijven door middel van de methode “ pennenstreken”. In deel 1 en 2 schrijven de kinderen nog niet aan elkaar en gebruiken we de volgende letters:
Wanneer ze alle woorden geleerd hebben, en dus ook alle letters, dan gaan we in deel 3 aan elkaar leren schrijven. Dit zal zo rond februari gaan gebeuren. In groep 3 leren de kinderen nog geen hoofdletters.
De getallen leren de kinderen als volgt te schrijven:
Rekenen De methode “De wereld in getallen” bestaat uit deel 1a en 1b. In deel 1a komen onder andere aan de orde: Tellen/aantallen De kinderen leren zich oriënteren in de getallenwereld, krijgen inzicht in het getallensysteem en leren omgaan met hoeveelheden. Het splitsen van getallen en hoeveelheden.
Optellen en aftrekken Introductie van = (is evenveel als). Introductie van het erbij tellen (+) en het eraf trekken (-) aan de hand van het busmodel: het in- en .uitstappen De pijlentaal speelt bij het aanleren van optellen en aftrekken een belangrijke rol
Meetkunde Op dit gebied komen onderwerpen aan de orde als: Plaats en richting bepalen. Bouwen met blokken. Van ruimtelijke voorstelling naar een plattegrond. Patronen voortzetten Roosterfiguren natekenen Grafieken
Aan het einde van dit schooljaar moeten de kinderen: Uitgaande van een willekeurig getal niet groter dan twintig kunnen aangeven wat 2 meer of minder is. Kunnen lezen en schrijven van de getallen tot en met 20. Ontbrekende getallen kunnen invullen op een getallenlijn tot en met 20. Verder en terug kunnen tellen vanaf een willekeurig getal niet groter dan 20. Met sprongen van 2 verder en terug kunnen tellen vanaf een willekeurig getal niet groter dan 20. Kunnen ordenen van 3 getallen tot en met 50 van klein naar groot. Kunnen omzetten van een verhaaltje in pijlentaal of – som. Gebruik kunnen maken van de omkeereigenschap bij het optellen. Automatiseren van de splitsingen tot en met 10. Automatiseren van het merendeel van de optellingen en aftrekkingen tot en met 10. Automatiseren van optellen en aftrekken tussen 10 en 20. Gebruik kunnen maken van de samenhang tussen splitsen, optellen en aftrekken. Tellen tot en met honderd. Oriëntatie op de getallenlijn tot en met honderd
Godsdienst We werken volgens een verhaallijn aan de hand van ”De Bijbel voor jou”. Deze verhaallijn gaat door gedurende twee groepen. De kinderen krijgen dan op hun niveau de verhalen uit de Bijbel te horen.
Zelfstandig werken Tijdens het zelfstandig werken is elk kind zelfstandig aan het werk met een door de leerkracht gegeven opdracht. Binnen dit kader hebben ze zelf nog een keuzemogelijkheid. Dit kan in de vorm zijn van een werkblad, een spel of een creatieve activiteit. Zo kan de leerkracht wat extra aandacht besteden aan kinderen die extra hulp nodig hebben.
Bewegingsonderwijs (gym) Eén keer per week krijgen de kinderen een uur gym. Deze lessen variëren van tik en dansspelen tot toestellen. •
• •
De kinderen moeten voor gym het volgende meenemen: een tas met daarin gymkleren: t-shirt, korte broek en gymschoenen (het liefst zonder veters). Het is verstandig om gymkleren en –schoenen te merken Zwarte zolen zijn in de gymzaal niet toegestaan Wilt u ervoor zorgen dat uw kind op de gymdag makkelijke kleren aanheeft? Dit beperkt de uit- en aankleedtijd
Overige vakken Natuuronderwijs: schooltelevisie: “ Huisje, boompje, beestje” Verkeer: door middel van verhalen, gesprekken, en opdrachten verwerven de kinderen kennis, inzicht en vaardigheden om hun rol in het verkeer veilig uit te voeren Geschiedenis: . De kinderen beleven de geschiedenis vanuit hun eigen leefwereld: hoe zag ik eruit als baby, hoe leefden onze opa’s en oma’s etc. Verkeer en Geschiedenis worden om de week gegeven. Expressievakken: één keer per week krijgen de kinderen handvaardigheid of tekenen. Tijdens deze lessen worden verschillende technieken gebruikt die beschreven staan in de methode “Moet je doen”. Naast dit ene uur krijgen de kinderen ook gelegenheid om hiermee bezig te zijn tijdens de lessen zelfstandig werken en het kiezen uit de kasten. Eén keer per week staat muziek op het rooster. De kinderen leren liedjes en zijn bezig met verschillende muzikale begrippen zoals maat, ritme, hoog-laag etc. Soms worden er muziekinstrumenten bij gebruikt. Uw kind krijgt op vrijdag vaak een mapje mee naar huis met het gemaakte werk. Op maandag moet het lege mapje weer worden meegebracht naar school.