Informatiefolder groep 4 Verdeling leerkrachten Op maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag staat Gabriëlle Herz voor de groep. Op donderdag (en af en toe dinsdag) Ronald van Sorge. Gabriëlle heeft af en toe verlof, dit wordt vervangen door Ninette van Beusekom. De LIO stagiare Shannon den Hoed kennen de kinderen al van vorig schooljaar. Zij zal ook lessen/ dagen voor de groep staan.
Schoolregels (Pestprotocol) o Voor groot en klein zullen we aardig zijn o Ieder jongen en meid let op de veiligheid o We zullen goed voor de spullen zorgen, dan zijn ze weer gebruiken morgen.
Wat heeft ieder kind nodig in de klas o een 23 rings multomap met 10 tabbladen o gum o puntenslijper met bakje o schaar o kleurpotloden en evt. viltstiften o lijmstift De kinderen mogen deze materialen zelf meenemen, maar worden ook op school beschikbaar gesteld. De kinderen krijgen eenmalig een goede schrijfpen van school. De vullingen worden ook door school verstrekt.
Vakgebieden
Taal - Taal op Maat Taal op maat is een methode voor groep 3 tot en met 8. De methode heeft 4 domeinen: 1. Spreken & luisteren, Bij een dialoog - informatie in winnen Bij een groepsgesprek - problemen oplossen, discussiëren en informeren. Bij luisteren – globaal en samenvattend luisteren. 2. Woordenschat Begrippen die af te leiden zijn uit de aangeboden thema’s. 3. Taalbeschouwing Bijvoorbeeld: straatnamen, tijdwoorden, samenstellingen, doewoorden en naamwoorden, hoofdletters, punten, komma’s, vraagtekens, uitroeptekens. 4. Stellen Boodschappenlijstje Beschrijving van een school dag Bedank briefje Opbouw Elke jaar heeft zestien thema's Elk thema beslaat twee weken Na elk thema is er een toetsmoment (acht per jaar) Na de thema's 4, 8, 12 en 16 is er een projectweek Aan het begin van groep 4 wordt er rekening gehouden met een beperkte leescapaciteit van de leerlingen. Ook het werken met een boek en een schrift wordt stapje voor stapje opgebouwd. In het eerste halfjaar van groep 4 gebruiken de leerlingen nog een werkboek. Na instructie vanuit het leerlingenboek, maken de leerlingen een verwerkingsopdracht in het werkboek, waarbij het leerlingenboek dicht kan. Na enige tijd leren de kinderen om bij het verwerken van een opdracht terug te kijken in het leerlingenboek. Eerst zoeken ze informatie in een tekening. Pas later moet er ook tekst in het leerlingenboek worden geraadpleegd. In de loop van het eerste halfjaar in groep 4 schakelen ze geleidelijk over naar het werken in een eigen schrift.
Differentiatie De basisstof is voor iedereen. N.a.v. de gemaakte oefeningen en de herhalingsles zijn er aan het eind van ieder thema 2 lessen op niveau. Die kunnen bestaan uit maatwerk & meerwerk. Als dit te makkelijk is voor de leerlingen kunnen zij verder werken met meesterwerk. Spelling – Taal op Maat De spellingmethode bestaat uit 8 blokken. Een blok is 4 weken. Leerkrachtgebonden en zelfstandig werken lessen wisselen elkaar af. Elke week wordt gestart met een spelingafspraak (bekend of nieuw). Na deze introductie wordt samen met de kinderen de strategie of regel behandeld. Dit wordt ondersteund met een klassikale spellingkaart en een spelling opzoekboekje die de kinderen in de loop van het jaar zelf maken. Iedere week is er een woorddictee om de woorden te herhalen en te controleren. In de vierde week is er eerst een herhalingsles waarna het toetsdictee wordt afgenomen. Daarna is er een herhalingsles waarin de kinderen verrijken of herhalen al naar gelang de resultaten. De spellingsmoeilijkheden worden verdeeld in 4 categorieën 1. de luisterwoorden (haas) 2. de luisterwoorden met een bijzondere klankgroep (melk) 3. de regelwoorden (paard-paarden) 4. de weetwoorden (trein, ijs) Technisch lezen – Leeshuis De doelen van Leeshuis zijn in 3 categorieën verdeeld: Woorden lezen (letters, lettercombinaties, specifieke begin/eindstukken, meerlettergrepige woorden, bijzondere woorden, woorden die aan een andere taal zijn ontleend) Zinnen en teksten lezen (structuur, kenmerken, leestekens) Tekst voordragen (duidelijk lezen, natuurlijk lezen, zinsmelodie) = intonatie Rekenen – Pluspunt Het onderwijsleerproces is verdeeld in vier fasen: verinnerlijken, verkorten, automatiseren en toepassen van de rekenhandeling. De methode is verdeeld in blokken van twee weken. Gedurende elk blok wordt er een aantal onderwerpen aangeboden (nieuw doel) of getoetst (al bekend doel). De leerstof beperkt zich vooral in vier domeinen: - Getallen en getalrelaties Getallen ordenen tot en met 100. Er wordt gesproken in huppen, grote huppen, sprongen en grote sprongen. De kinderen leren de meest verkorte oplossing. - Bewerkingen: hoofdrekenen Optellen en aftrekken tot en met 100. Ze noteren hun antwoord in pijlentaal of met de getallenlijn. Er worden concrete situaties verbonden aan optel – of aftrekopgaven. Ze werken met verschillende typen sommen zoals de verliefde hartsommen, de tweelingsom (dubbelsom) en de splitsbloemen. Ook leren ze de betekenis van het keerteken en de tafels 2, 4, 5 en 10. Er wordt een begin gemaakt met het delen binnen context. - Meten, tijd en geld Kinderen leren referentiematen te gebruiken van kilogram en gram, meter en centimeter en temperatuur in graden Celsius. Bij het klokkijken gebruiken ze de hele en de halve uren, het kwartier en tijden als vijf of tien voor/ over het heel en half uur. De digitale tijden worden geïntroduceerd. Aan de hand van een kalender bepalen ze welke datum het een aantal dagen eerder of later was. Ook leren ze geldbedragen vaststellen tot en met 100 euro. - Meetkunde Kinderen oriënteren zich in de ruimte met behulp van plattegronden en kaarten en gebruiken daarbij ook de windroos. Het opereren met figuren komt aan de orde in lessen waarin lijnsymmetrie wordt onderzocht met behulp van spiegels. Ook draaisymmetrie komt aan bod. Er wordt veel aandacht besteed aan het automatiseren (met een vaste rekenaanpak) en memoriseren (direct, zonder na te denken, het antwoord zeggen).
English – EarlyBird De native speaker op school is Helene. De kinderen krijgen 30 minuten Engels per week. Spelletjes, liedjes worden door groepsleerkracht herhaald. Miss Renske vervangt miss Helene tot de kerstvakantie.
Schrijven – Handschrift De kinderen leren:
In een juiste schrijfhouding schrijven Met een juiste schrijfbeweging schrijven Hoofdletters Verbonden schrift Cijfers, lees- en rekentekens. Eigen schrijftempo ontwikkelen Het schrijven op kleinere liniëring
Alle kinderen hebben een speciale pen gekregen om mee te schrijven. De vorm van de pen ondersteunt de natuurlijke positie van de hand voor ontspannen schrijven. Natuur en techniek – Natuniek Natuniek is verdeeld in thema’s. In groep 4 komen de volgende thema’s aanbod:
Gezondheid (natuur) – zet je tanden erin Beweging (techniek) – samen op de wip Planten en dieren (natuur) – overal is leven Techniek helpt jou (techniek) – een lekker bad
Ieder thema wordt afgesloten met een projectles. Verkeer – Klaar over De kinderen leren: - Veilig oversteken - Met andere weggebruikers om te gaan - De veiligheidsaspecten van een fiets (en het fietsen) - Eigen verkeersgedrag. (Voorrang moet je krijgen, niet nemen) Creatieve vorming De kinderen hebben tekenen en handvaardigheid. Tijdens deze uren proberen wij verschillende technieken aan te bieden. Wij werken met de methode ´Uit de kunst` en lessen van het internet. Tijdens de crea- doedag kunnen de kinderen kiezen uit o.a. onderwerpen met verschillende werkvormen, materialen en uitingen. Gym Wij hebben1 keer per week een uur gym op de maandagmiddag gegeven door Ruud Bol onze vakleerkracht. Het is de bedoeling dat de kinderen om 15.00 uur bij de gymzaal worden opgehaald. De BSO kinderen gaan met de leerkracht mee naar school.
Instructietafel/ uitgestelde aandacht Kinderen leren zelfstandig te werken waardoor de leerkracht extra tijd overhoudt om andere leerlingen verdere instructie te geven. Die instructie vindt plaats aan een aparte tafel. Als andere kinderen een vraag hebben moeten zij dit aangeven d.m.v. de vraagtekenkaart. Op basis van citotoetsen zijn de kinderen ingedeeld in minimum, basis of plusgroep. Dit bij de vakgebieden spelling, lezen en rekenen. Minimum betekent: meer aandacht en extra instructie, plus betekent: meer verdieping, uitdaging en zelfstandigheid. We werken wij met een stoplicht, Stoplicht op rood – niet overleggen met je buurman of buurvrouw Stoplicht op groen – overleggen mag.
Zelfstandig werken Vanaf groep 1 leren de kinderen zelfstandig te werken. Het is belangrijk dat kinderen probleempjes (bij het schoolwerk of bij het omgaan met elkaar) zelf leren oplossen. Ook leren zij hulp te vragen als het niet lukt, bij de leerkracht of bij elkaar. Problemen lossen ze op door samen te werken en verschillen te accepteren. Kinderen krijgen feedback over hoe ze iets aangepakt hebben: van de leerkracht, van elkaar of van het materiaal en leren zelf te reflecteren. Doelen van zelfstandig werken: - Voor de leerling: Zelfstandig verwerken van stof die uitgelegd is Zelf leren problemen op te lossen. Leren werken en plannen met meerdere taken (weektaak) - Voor de leerkracht: Er komt tijd beschikbaar om leerlingen extra hulp te geven (uitvoeren handelingsplannen). Computergebruik Tijdens het zelfstandig werken kunnen de kinderen met de skoolmates werken. Zij kunnen oefenen op verschillende vakgebieden: spelling, rekenen, lezen (flitsen) etc. IB/RT Onze Intern begeleider is Renée van Leeuwen Het zorgplan is te vinden in de schoolgids of op de site www.obsdevos.nl Uitjes/activiteiten en ouderhulp Wij hebben dit jaar weer verschillende uitjes en activiteiten, musea, bibliotheek, Kerst, Pasen, etc. Hierbij hebben wij natuurlijk hulp nodig. Wij hopen weer dit jaar op u te kunnen rekenen. Mochten we hulp nodig hebben nemen we contact met u op. Afspraken met leerkracht na schooltijd Alle leerkrachten staan om 8.35 uur bij de buitendeur. Als er kleine dingetjes zijn kan dit voor schooltijd worden doorgeven. Als het wat langer gaat duren is het beter om na 15.00 uur even langs te komen of om een afspraak te maken. Daarnaast kunt u altijd mailen naar de groepsleerkracht. Met vragen kunt u altijd bij ons terecht.