Groenhorst Emmeloord. Studiegids Waarin opgenomen Plan van toetsing en afsluiting voor de Middelbare Beroeps Opleidingen. MBO BOL / BBL
2014 – 2015 concept
1
Inhoudsopgave. Studiegids ................................................................................................................................................ 1 Inhoudsopgave. ....................................................................................................................................... 2 Inleiding. .................................................................................................................................................. 4 Studeren. ................................................................................................................................................. 4 Opleidingen. ............................................................................................................................................ 5 Leerwegen. .............................................................................................................................................. 5 Het opleidingsprogramma. ...................................................................................................................... 5 Onderwijsovereenkomst. ......................................................................................................................... 6 Beroepspraktijkvorming. (BPV) ............................................................................................................... 6 Toelating BOL en BBL............................................................................................................................ 7 Interne doorstroom. ................................................................................................................................. 7 Vrijstellingen. ........................................................................................................................................... 7 De Onderwijs en Examenregeling (OER) ............................................................................................... 7 De DECo ................................................................................................................................................. 8 Toetsing en examinering ......................................................................................................................... 9 Regeling voor het behalen van het Prestatiedossier. .............................................................................. 9 Onderwijsprogramma. ........................................................................................................................... 10 Resultaatverwerking. ............................................................................................................................. 10 Afsluiting. ............................................................................................................................................... 10 Praktijkleren. ......................................................................................................................................... 10 Proeve van Bekwaamheid..................................................................................................................... 11 Voorbereiding op de Proeve. ................................................................................................................. 11
2
Diploma eisen........................................................................................................................................ 11 Formulieren. .......................................................................................................................................... 11 Extraneus. ............................................................................................................................................. 11 Kosten van de opleiding. ....................................................................................................................... 12 Adressen en telefoonnummers. ............................................................................................................ 12 Afkortingen. ........................................................................................................................................... 13 Bijlage A Prestatiedossier……………………………………………………………………………………. 14 Bijlage B Vrijstellingen. ......................................................................................................................... 15 Bijlage C Bevorderingsnormen ............................................................................................................. 17 Bijlage D Dispensatieformulier .............................................................................................................. 18 Bijlage E Diploma-eisen ........................................................................................................................ 19 Examens taal en rekenen………………………………………………………………………………………21
3
Inleiding. Voor je ligt de studiegids voor het MBO (Middelbaar Beroeps Onderwijs) zoals dat op de locatie Emmeloord wordt aangeboden. Deze studiegids wordt, na vaststelling door de DECo (Decentrale Examencommissie) , voor 1 oktober 2014 op onze website (www.groenhorstemmeloord.nl) geplaatst en toegelicht. In deze gids vind je informatie over het onderwijs, over jouw opleiding en over het examen. Tijdens de opleiding werk je aan jouw prestatiedossier (PD). Door het volgen van lessen en met cijfers die behaald zijn van toetsen naar aanleiding van gegeven lessen, beoordelingen van praktijklessen, het maken van verslagen, van opdrachten, stages en andere activiteiten “vul” je het PD. Als het prestatiedossier aan de gestelde eisen voldoet, (zie bijlage A) mag je een Proeve van Bekwaamheid uitvoeren. Dit is een examen. Meestal gebeurt dat op je stagebedrijf. Als je alle vereiste proeves, je beroepspraktijkvorming (bpv) en Loopbaan en burgerschap (LB) met een voldoende hebt afgesloten en de daarbij behorende eisen voor Nederlands, Engels en rekenvaardigeheden hebt behaald, heb je recht op je diploma. (zie diploma-eisen). Voor de vakken Nederlands, Engels en rekenvaardigheden worden er landelijke examens afgenomen. Het is belangrijk dat je met de inhoud van deze gids op de hoogte bent, zodat je niet voor verrassingen komt te staan. Deze gids hoort bij de OER (onderwijs en examenreglement) van het Groenhorst, en het Handboek, welke je op de website vindt. Heb je vragen, wend je dan tot je klassenleraar, tot de secretaris van de DECo (Dhr Tempelman), tot de decaan (Dhr Droog) of de teamleider (Dhr Veenhuizen).
Studeren. Deelnemers, die een opleiding volgen op een school voor Middelbaar Beroeps Onderwijs, worden verondersteld gemotiveerd te zijn voor die opleiding. Iedere deelnemer heeft wel een beeld van het beroep, dat hij of zij zal gaan uitoefenen. Dat beeld spoort niet altijd met alle elementen, die in een opleiding te vinden zijn. Wij gaan ervan uit, dat alle onderdelen, waaruit de opleiding bestaat, belangrijk zijn voor de toekomstige beroepsuitoefening. Dat betekent, dat we van de deelnemers verwachten dat je: gemotiveerd bent voor de opleiding; je verantwoordelijk weet voor je eigen prestaties; op eigen niveau zelfstandig opdrachten kunt uitvoeren; de leerstof goed bestudeert, ook buiten de lessen; zorgt dat je verslagen voldoen aan het vereiste niveau en op tijd worden ingeleverd; bij problemen, probeert die samen met ons op te lossen; bij groepswerk “niet meelift” met andermans werk; je aan afspraken houdt; tijdens stage op je leerbedrijf laat zien, dat je wat wilt leren.
Kortom: toon, dat je een toekomstige professional bent in je sector.
4
Opleidingen. In het jaar 2014-2015 worden de volgende opleidingen door het Groenhorst Emmeloord verzorgd. naam
Crebo
Varianten
Niveau
Medewerker Veehouderij
97330V
BOL
2
Medewerker Hovenier
97531B
BBL en BOL
2
Medewerker Akkerbouw
97660A
BBL en BOL
2
Medewerker Gemechaniseerd Loonwerk
97140
BBL en BOL
2
naam
Crebo
Varianten
Dierverzorger Melkvee
97703
BOL
3
Dierverzorger Paardenhouderij
97720P
BOL
3
Vakbekwaam Hovenier
97253
BOL en BBL
3
Vakbekwaam medewerker Akkerbouw
97670A
BOL en BBL
3
97150
BOL en BBL
3
Niveau 2 Samenwerken aan …
Niveau
Niveau 3 Zelfstandig werken aan …
Vakbekwaam medewerker gemechaniseerd loonwerk Vakbekwaam medewerker loonwerk en techniek
naam
Crebo
Varianten
Niveau
Melkveehouder
97713
BOL
4
Manager Natuur en groene ruimte
97090
BOL
4
Toegepaste Biologie
97090
BOL
4
Manager paardenhouderij
97730P
BOL
4
Ondernemer Akkerbouw
97681A
BOL
4
97650
BOL
4
Niveau 4 Managen van …
Manager Gemechaniseerd Loonbedrijf Manager loonwerk en techniek
Leerwegen. Het onderwijs kent twee leerwegen, die tot dezelfde kwalificatie leiden: 1) De beroepsopleidende leerweg (BOL). Binnen de BOL wordt tenminste 20% van de opleidingstijd besteed aan beroepspraktijkvorming. (o.a. stage en Aeres praktijcentrum) 2) De beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Binnen de BBL wordt tenminste 60% van de opleidingstijd besteed aan beroepspraktijkvorming.
Het opleidingsprogramma. Het programma voor een bepaalde opleiding (ook wel kwalificatie genoemd) bestaat uit een verzameling van vaardigheden en leeractiviteiten die leiden tot een diploma. Aan het eind van ieder leerjaar wordt het prestatiedossier beoordeeld. Als het aan de norm voldoet, kun je over naar het volgende leerjaar of deelnemen aan de Proeve van Bekwaamheid (pvb). Heb je de proeve behaald, dan kun je je voorbereiden op de volgende proeve.
5
Het prestatiedossier is een cluster van kennis, vaardigheden en houdingaspecten, die voor de uitoefening van een beroep, verdere studie en/of maatschappelijk functioneren nodig is. In deze gids is het Prestatiedossier als bijlage A opgenomen. Wanneer aan alle gestelde eisen is voldaan kan het diploma worden uitgereikt. Deze exameneisen staan verderop in de gids en kun je vinden op de website. Een kwalificatieniveau is een aanduiding van beroepsuitoefening, gebaseerd op de mate van verantwoordelijkheid, complexiteit of transfer. In de WEB (Wet Educatie en Beroepsvorming) worden vier kwalificatieniveaus onderscheiden: Niveau 1 Assistentenopleiding (Assistent medewerker) Niveau 2 Basisberoepsopleiding (Medewerker) Niveau 3 Vakopleiding (Vakbekwaam Medewerker) Niveau 4 Middenkader- en specialistenopleiding. (Manager)
Onderwijsovereenkomst. De school sluit met iedere deelnemer een onderwijsovereenkomst. Hierin worden de rechten en plichten van school en deelnemer geregeld. (zie website www.groenhorstemmeloord/leerlingen/documenten “artikelen behorend bij de onderwijsovereenkomst”) De onderwijsovereenkomst heb je inmiddels in je bezit en het document is getekend door jou en misschien je ouders (noodzakelijk als je nog geen 18 jaar bent). De verplichte schoolcomponenten van het onderwijsprogramma BOL/BBL bestaan uit: het volgen van de lessen zoals die geprogrammeerd zijn; de excursies, die horen bij het prestatiedossier en door de school worden georganiseerd; het deelnemen aan introductieactiviteiten aan het begin van de opleiding; (alleen BOL) het deelnemen aan de vormingsweek in het eerste leerjaar; (alleen BOL) Het deelnemen aan BPV gedurende het volledige opleidingstraject op door Aequor en de school goedgekeurde bedrijven. het deelnemen aan andere activiteiten, die volgen uit het aangeboden leerprogramma. (bezoek bedrijven, tentoonstellingen, instellingen, werkzaamheden schoolboerderij en bij andere activiteiten e.d.)
Beroepspraktijkvorming. (BPV) Beroepspraktijkvorming is dat deel van de opleiding dat plaatsvindt in de praktijk van het beroep. Hiervan is sprake in zowel de beroepsbegeleidende als in de beroepsopleidende leerweg. Voor de deelnemers van de BOL: Afspraken over de inhoud en de vormgeving van de BPV worden vastgelegd in een beroepspraktijkovereenkomst. (zie website www.groenhorstemmeloord/leerlingen/documenten “bepalingen van de praktijkovereenkomst van de beroepsopleidende leerweg”). Ook dit formulier moet getekend door de stagebieder, door jou en indien nodig door je ouders op school ingeleverd worden. De deelnemer is verplicht gedurende het gehele opleidingstraject deel te nemen aan BPV op een door Aequor erkend en door de school goedgekeurd leerbedrijf. De volledig getekende praktijkovereenkomst moet voor aanvang van de stage op school worden ingeleverd. Zonder volledig ingeleverde praktijkovereenkomst mag er geen stage worden gelopen. Hierdoor gemiste stagedagen moeten later ingehaald worden. BPV vindt als regel plaats gedurende een dag per week. Om voldoende ervaring met verschillende bedrijfstypen op te doen wordt de BPV in een volgend leerjaar doorgebracht op een ander bedrijf, waar de deelnemer niet eerder werkervaring heeft opgedaan. Daarnaast is er in verschillende leerjaren sprake van meerdaagse BPV zoals aangegeven in de jaarplanning van de school. (blokstages) De beroepspraktijkvorming (BPV) van het onderwijsprogramma bestaat uit: het op voldoende wijze verwerken van opdrachten, op een door Aequor erkend leerbedrijf dat aansluit bij de gekozen opleiding en dat door de school is goedgekeurd; het verrichten van werkzaamheden onder verantwoordelijkheid van de praktijkopleider; het volgen van het bij de opleiding behorende aantal dagen praktijkschool. Een aaneengesloten blokstage voor deelnemers BOL op een adres dat minimaal 50 km (geldt voor de opleidingen plantenteelt en veehouderij) verwijderd is van het ouderlijk adres. De deelnemer logeert gedurende deze periode op het stageadres. Als regel wordt deze stage gevolgd in het tweede leerjaar van de opleidingen niveau 3 en 4. Het verslag van deze stage maakt deel uit van het PD. De stage vindt plaats in de periode mei – augustus.
6
Overige zaken BPV De resultaten van praktijkhandelingen voor deelnemers BOL kunnen worden opgenomen in de beoordeling van vakken. Daarnaast wordt de bpv als apart onderdeel beoordeeld. Het cijfer mag niet lager zijn dan 6,0. Na overleg met de schoolleiding en de stagecoördinator kan een deelnemer toestemming verkrijgen om in het 2e leerjaar van het opleidingstraject in niveau 4 een stageperiode door te brengen op een bedrijf, dat gerelateerd is aan de agrarische sector, maar niet tot de primaire, producerende sector behoort. Op bedrijven in het buitenland worden geen PvB ’s afgenomen. Buitenlandse stage kan alleen plaatsvinden als er een getekende praktijkovereenkomst bij de stagecoördinator is ingeleverd voordat er met de stage wordt begonnen. Ook buitenlandse bedrijven moeten door Aequor goedgekeurd zijn als leerbedrijf. Meer informatie is te vinden in het Handboek BPV op onze website. . Te laat inleveren van het BPV- verslag of het verbeteren daarvan na eerste inlevering wordt aangemerkt als een herkansing. Indien een BPV-verslag daarna nog onvoldoende is of te laat wordt ingeleverd dient de betrokken deelnemer de BPV geheel of gedeeltelijk over te doen op een door de school aan te wijzen bedrijf. Leerlingen die zijn blijven zitten en hun blokstage voldoende hebben afgesloten mogen de blokstage in dat schooljaar op een ander erkend leerbedrijf lopen en hoeven geen blokstageverslag te maken. Voor deelnemers van de BBL: BPV vindt plaats op het bedrijf waar de deelnemer werkzaam is. Er ligt een praktijkovereenkomst aan ten grondslag. Daarin zijn de verplichtingen van de deelnemer, het bedrijf en de school geregeld. (zie website www.groenhorstemmeloord/leerlingen/documenten “bepalingen van de praktijkovereenkomst van de beroepsopleidende leerweg)
Toelating BOL en BBL. Deelnemers met een VMBO BBL diploma worden toegelaten tot niveau II. Deelnemers met een VMBO KBL diploma tot niveau III. Deelnemers met een VMBO-diploma TL, GL in niveau IV. Het overgangsbewijs HAVO/VWO klas 3 naar vier is gelijkgesteld aan het diploma VMBO TL.
Interne doorstroom. Gediplomeerde deelnemers kunnen intern beperkt doorstromen naar dezelfde opleiding met een daaropvolgend niveau. Leerlingen van niveau 2 kunnen na het behalen van het diploma instromen in het 3e jaar van niveau 3. Leerlingen van niveau 3 kunnen alleen na het 1e jaar overstappen naar het 1e leerjaar van niveau 4. Hiervoor moeten ze een voldoende prestatiedossier hebben behaald en een voldoende voor het vak exact en minimaal niveau 2F behaald hebben voor de vakken Nederlands, Engels en rekenen. Deelnemers die van niveau 2 (2e2) naar niveau 3 (3e3) willen doorstromen moeten een goedgekeurd oop verslag inleveren. Door de bekostigingsmaatregel behorende bij de invoering van Focus op vakmanschap (1-8-2014) is de bekostigde verblijfsduur van een deelnemer in het mbo 4 jaar. Dit betekent dat deelnemers die een 2e mbo opleiding willen volgen voor aanzienlijke extra kosten komen te staan.
Vrijstellingen. Deelnemers met de hierboven genoemde en niet genoemde vooropleidingen kunnen in aanmerking komen voor vrijstellingen op delen van het prestatiedossier. (zie bijlage B) Per opleiding zijn specifieke vrijstellingen mogelijk. Wanneer deze in algemene zin voor de opleiding gelden zijn deze opgenomen in het betreffende onderwijs en examenprogramma. Individuele vrijstellingen kunnen door de CECo op voorstel van de DECo worden vastgesteld. Uitgangspunt is dat de vrijgestelde vakken onderhouden moeten worden en geen vrijstelling geven bij de examinering. De eventuele vrijgekomen lesuren worden in overleg met de teamleider ingevuld.
De Onderwijs en Examenregeling (OER) Het Groenhorst heeft een Onderwijs en Examenregeling (OER). Deze Onderwijs- en Examenregeling geldt voor alle leerlingen die BBL of BOL opleidingen volgen binnen het Groenhorst. De OER is belangrijk voor alle leerlingen.
7
De OER beschrijft namelijk alle uitgangspunten en regels van het onderwijs en de examinering en het geeft een toelichting daarop. De school is verplicht goed onderwijs te geven, want jullie als leerlingen hebben hier recht op. Daarnaast hebben de leerlingen ook verplichtingen. Veel van wat er in de OER staat is voor de locatie uitgewerkt in de studiegids en in het handboek examinering. De OER kun je opvragen bij de voorzitter en secretaris van de decentrale examencommissie. De OER, het handboek examinering en de studiegids staan ook op onze website. Deze documenten zijn er voor jou. Dus als je vragen hebt blijf er dan niet mee rondlopen. Stap naar de Deco. Op drie onderwerpen die in de OER zijn opgenomen willen we graag nog even de nadruk leggen: 1. De Klachtenregeling: Wanneer je als leerling een klacht hebt over iets dat er op school is gebeurd of over beslissingen die door de school zijn genomen, dan kun je in de klachtenregeling nalezen hoe je een klacht kunt indienen en wat de procedure daarvoor is. Klachten kunnen bijvoorbeeld gaan over de begeleiding van de deelnemers, toepassing van strafmaatregelen, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. 2. Het Reglement Bezwaar en Beroep Examinering Wanneer je het als leerling niet eens bent met een besluit dat is genomen en dat afwijkt van datgene wat is opgenomen in de onderwijs- en examenregeling of één van de bijlagen, kun je bezwaar maken. Als het bezwaar is afgewezen, heb je de mogelijkheid om in beroep te gaan. Hoe je dit doet is beschreven in het Reglement bezwaar en beroep examinering. 3. Toetsing en examinering gehandicapten Het kan zijn dat je als gevolg van een handicap niet kan deelnemen aan toetsing, examinering of BPV onder de standaard regels. Als dit het geval is moeten tijdens de intake voor de opleiding afspraken gemaakt worden voor de regels die voor jouw persoonlijk gelden op dit gebied. Als een handicap tijdens de duur van de opleiding ontstaat of geconstateerd wordt moet je hierover op het moment dat een en ander duidelijk wordt afspraken maken met de zorgcoördinator.
De Deco Op elke locatie van het Groenhorst is een Decentrale examencommissie (Deco) aanwezig. De Deco is de Examencommissie die voor de locatie verantwoordelijk is voor de uitvoering van en het toezicht op toetsing, examinering en diplomering. De Deco bestaat uit de teamleider(s), de locatiedirecteur tevens voorzitter, een examensecretaris, docenten en vertegenwoordigers van het bedrijfsleven. De secretaris van de Deco is de heer Tempelman. De DECo zorgt op de locatie voor een goed systeem van examinering en de voorbereiding daarop. De DECo heeft de volgende taken: het opstellen van de onderwijsprogramma’s voor de onder de DECo vallende afdelingen of opleidingen. het geven van inhoudelijke adviezen m.b.t. het opstellen en afsluiten van de prestatiedossiers. het (doen) uitvoeren van examinering, administratie van resultaten, de informatie aan deelnemers (en hun ouders, verzorgers) dienaangaande; zorg dragen voor de uitvoering van de examinering op de locatie; het vaststellen van de resultaten van het examen; de certificering en diplomering van examenkandidaten; het bijhouden van een diplomaboek met alle uitgereikte diploma’s per kalenderjaar. het opstellen van een evaluatie van de onderwijs- en examenprogramma’s voor de onder de DECo vallende opleidingen en deze aan te leveren bij de CECo. Het beoordelen van verzoeken waarin wordt gevraagd om af te wijken van het geboden schoolprogramma. Taken van de externe leden: het eventueel functioneren als toezichthouder/vakexaminator; het toezien op de vaktechnische kwaliteit van het onderwijs; het namens de bedrijfstak adviseren over vakinhouden en examinering.
8
De Decentrale Examencommissie (DECo) voor de locatie Emmeloord bestaat uit: Dhr. A. Dijk (voorzitter) Dhr G. Tempelman (secretaris) Dhr. P. Veenhuizen (teamleider) Dhr. D. Middelbeek. (coördinator cursorisch onderwijs) Mevr J. van Hunnik (vertegenwoordigster PrO) Vacant: (vertegenwoordiger akkerbouw) Dhr. W. Lassche (vertegenwoordiger groenvoorziening) Dhr. J. de Vries (vertegenwoordiger loonwerk) Dhr. L v.d. Bijl (vertegenwoordiger veehouderij) Vacant: vertegenwoordiger HBO De DECo komt minimaal eens per jaar bijeen in de volledige samentelling. Daarnaast zijn er regelmatig overleggen in kleiner verband. De DECo verricht haar werkzaamheden onder verantwoordelijkheid van de CECo. De DECo ziet toe op alle zaken betreffende de toetsing en afsluiting. De DECo evalueert haar werkzaamheden jaarlijks. Vaste onderdelen van deze evaluatie zijn: aansluiting van het examenprogramma bij de beroepspraktijk, kwalitatieve en kwantitatieve analyse van de examenresultaten en het doen van verbeteringsvoorstellen. Als je bezwaar heb m.b.t. een onderdeel van de examinering kun je dit bezwaar neerleggen bij de Deco. Alle regels met betrekking tot bezwaar kun je terug vinden in de OER
Toetsing en examinering Binnen de kwalificatiestructuur wordt duidelijk onderscheid gemaakt tussen toetsing en examinering. Toetsing vindt plaats binnen het prestatiedossier (PD). De beoordeling van het prestatiedossier is voorwaardelijk voor toelating tot de examens. De examens vinden plaats op basis van Proeven van Bekwaamheid (PvB’s), Nederlands, Engels en rekenvaardigheden.
Regeling voor het behalen van het Prestatiedossier. a. b. c.
d.
e.
Toelating. Iedere deelnemer neemt deel aan alle activiteiten die nodig zijn om het prestatiedossier af te kunnen sluiten, Wijze van toetsing. Toetsing kan mondeling, schriftelijk dan wel onder praktijkomstandigheden plaatsvinden. Beoordeling en bekend maken resultaten. Delen van het PD worden beoordeeld door de eigen docent. Sommige delen kunnen worden beoordeeld door de school aangewezen assessoren, bv praktijkopleiders. Toetsen behoren binnen 14 dagen na het afnemen ervan beoordeeld te zijn en worden in de regel in de les besproken. Deelnemers krijgen hun toets met het behaalde resultaat op verzoek ter inzage. Te laat inleveren. Als werkstukken en verslagen 1 dag te laat zijn ingeleverd wordt er 1 punt in mindering gebracht. Bij 2 dagen te laat worden er 2 punten in mindering gebracht en kan de beoordeling maximaal een 6 zijn. Bij 3 dagen te laat wordt het automatisch een herkansing. Herkansingen. Een deelnemer is verplicht deel te nemen aan alle toetsen zoals die gedurende de gehele leerweg worden afgenomen. Per leerjaar heeft een deelnemer recht op maximaal 2 herkansingen op 1 herkansingsdag. Een herkansing beslaat een onderdeel van het prestatiedossier. Als een onderdeel na de eerste herkansing nog niet is behaald kan de deelnemer aanspraak maken op een zgn. finale herkansing zoals beschreven in de “Onderwijs- en Examen Regeling” van het Groenhorst. Deze finale herkansing wordt alleen toegekend als de herkansing kan leiden tot het afsluiten van het laatste PD. De deelnemer vraagt deze extra herkansing schriftelijk aan bij de DECo. De DECo bepaalt plaats en tijd van de extra herkansing. Bij iedere herkansing geldt het laatst behaalde cijfer voor dat onderdeel.
9
f.
g.
h.
i.
Als na de herkansingen het PD niet voldoende is afgesloten, wordt de deelnemer geadviseerd het PD het komende leerjaar over te doen of over te stappen naar een lager niveau of zich in te laten schrijven als extraneus. Naast onderdelen van het PD, kunnen examens Nederlands, Engels, rekenvaardigheden en de proeve van bekwaamheid ook herkanst worden. (zie examens taal en rekenen blz 23). Vervroegde toetsing. Een deelnemer kan, na schriftelijk verzoek bij de DECo en met instemming van de betrokken docent(en) delen van het PD vervroegd toetsen. De datum wordt door de DECo bepaald. Gang van zaken bij toetsing. Toetsen worden samengesteld en afgenomen onder verantwoordelijkheid van de eigen docent. Een deelnemer die zonder geldige reden (dat ter beoordeling van de teamleider) een toets verzuimt vervalt in het herkansingcircuit. Onregelmatigheden gedurende de afname van toetsen worden schriftelijk gemeld aan de secretaris van de DECo. Indien nodig nemen voorzitter en secretaris van de DECo passende maatregelen. Verhindering wegens ziekte of overmacht dient zo snel mogelijk volgens de normale procedure gemeld te worden. Meldingen achteraf zijn als regel niet ontvankelijk. De DECo maakt de data waarop de pvb’s worden gehouden in het jaarrooster bekend. Bij het onreglementair afwezig zijn van de deelnemer tijdens de pvb, wordt de pvb pas naar een ander moment verzet als deze examenkosten (500 euro) door de deelnemer betaald zijn. In de toetsweek en bij afname van examenonderdelen gelden de volgende regels: deelnemers dienen 5 minuten voor aanvang van de toets aanwezig te zijn. deelnemers kunnen zich, als de surveillant dat vraagt, legitimeren. de presentie van deelnemers wordt vastgelegd. gedurende het eerste kwartier na het uitreiken van de toets verlaat de deelnemer het lokaal niet. een laatkomer wordt uiterlijk een kwartier na het begin van de toets nog toegelaten. Extra tijd wordt niet toegekend. alleen expliciet toegestane hulpmiddelen (bijv. rekenmachine, tabellenboek, woordenboek, etc) mogen worden gebruikt. Deze zijn beschreven in de toetskop. De surveillant is op tijd aanwezig en beschikt over voldoende opgaven en uitwerkpapier. De surveillant vult het presentieformulier in en levert dit in bij de secretaris van de DECo.
Onderwijsprogramma. Ieder jaar wordt een planning van het te geven onderwijs gemaakt. Deze planning wordt op de website geplaatst.
Resultaatverwerking. De resultaten van de deelnemers worden bijgehouden in een geautomatiseerd systeem. Docenten vullen hun cijfers in Eduarte in. Hierdoor kunnen de ingelogde deelnemers altijd hun cijfers inzien. De BOL deelnemers krijgen drie keer per jaar een overzicht van de behaalde resultaten en de BBL deelnemers minimaal één keer per jaar . Op aanvraag kan een tussentijds overzicht worden verstrekt. De resultaten zijn onderwerp van bespreking tussen de mentor en zijn/haar deelnemers en de ouders/verzorgers van die deelnemers.
Afsluiting. De resultaten van het prestatiedossier worden verwerkt in een overzicht. Wanneer de resultaten niet voldoen aan enige diploma-eis zal aan de deelnemer een verklaring worden afgegeven waaruit het behaalde studieresultaat blijkt. Vaststelling van de studieresultaten vindt plaats in de DECo.
Praktijkleren. Onder praktijkleren verstaan we alle activiteiten waar bij de deelnemers instructie krijgen in praktische vaardigheden en daarna deze uitvoeren. Praktijkleren is aan de orde bij: 1 practica op school 2 stage op erkende leerbedrijven (BPV) 3 op praktijkinstellingen zoals bijv. Aeres praktijkcentrum en schoolboerderij.
10
Zoals elders in deze gids vermeld zijn ook deze delen van het lesprogramma verplicht te volgen voor de deelnemer. Daarbij komt dat de onderwijstijden bij praktijkleren niet overeen hoeven te komen met de lestijden op school.
Proeve van Bekwaamheid Gedurende de opleiding worden verschillende Proeves van Bekwaamheid afgenomen. Dit gebeurt meestal aan het eind van een stageperiode in de beroepspraktijk of een simulatie daarvan. Door de school wordt met de assessor (examinator) en de praktijkopleider van het bedrijf een afspraak gemaakt. Omdat de bezoekende assessor niet gedurende de hele Proeve van Bekwaamheid aanwezig kan zijn verloopt de procedure als volgt. De praktijkopleider zal gedurende een bepaalde periode (een dagdeel tot enkele weken) het werk van de deelnemer beoordelen. Dit wordt vastgelegd in het logboek. In veel gevallen zal de bezoekende assessor ook een deel willen zien. Daarna houdt hij samen met de praktijkopleider en deelnemer een criterium gericht interview (cgi), als dit in de pvb staat aangegeven. Naar aanleiding van de beoordelingen van de praktijkopleider, de uitvoering van het werk en de antwoorden van de deelnemer bepalen de praktijkopleider en assessor(en) samen of de deelnemer heeft voldaan aan de voorwaarden van de proeve. Zij beoordelen hierbij de getoonde Kennis, Vaardigheden, Houding en Inzicht. Als het resultaat van de beoordeling negatief is, dan komt de deelnemer in aanmerking voor een herkansing. Deze herkansing wordt in overleg met de assessor, de deelnemer en de stagebieder gepland. Hierbij is er de keuze om de Proeve op het oude of op het nieuwe stagebedrijf te houden. In de regel wordt de Proeve zo spoedig mogelijk opnieuw gehouden. Bij deze poging moet de Proeve wel behaald worden. Als een Proeve voor de 2de keer niet behaald is, wordt de deelnemer bindend geadviseerd over te stappen naar een lager niveau of te stoppen met de opleiding. Bij de beoordeling gaan de assessor en praktijkopleider uit van de voorschriften, zoals die voor de betreffende Proeve zijn aangegeven in de Groene Standaard. De deelnemer krijgt de voorlopige uitslag direct te horen. De DECo stelt het resultaat vast.
Voorbereiding op de Proeve. Voor een goede voorbereididng op de proeve wordt er aan het begin van het schooljaar en in de maanden januari april voorlichting gegeven over de proeve en ontvangen de deelnemers en praktijkopleiders informatie en bijbehorende logboeken. Deze logboeken hebben betrekking op de uit te voeren werkprocessen tijdens de Proeve. Deze werkprocessen worden stap voor stap doorgenomen, aspecten van veiligheid voor mens en dier komen aan de orde en sommige handelingen worden geoefend en beoordeeld. Ook is er aandacht voor het Protocol hygiëne. De ingevulde logboeken worden door de schoolassessor opgehaald en mee naar school genomen. Gedurende de opleiding kunnen beoordelingen van onderdelen uit de pvb worden verzameld. Deze kunnen als extern bewijsstuk tijdens de pvb-afname worden ingebracht.
Diploma eisen Zie bijlage E
Formulieren. Een deelnemer kan een dispensatieverzoek indienen voor een deel van het prestatiedossier. Dit verzoek wordt met redenen omkleed ingediend bij de secretaris van de DECo. Een formulier hiervoor is in deze gids opgenomen als bijlage D. Hierbij dient te worden vermeld dat vrijstelling voor het prestatiedossier geen vrijstelling geeft voor de examinering.(pvb)
Extraneus. Een kandidaat die het vorig schooljaar het pd niet heeft kunnen afsluiten en met maximaal 3 (examen)onderdelen wel het diploma kan halen, kan zich in laten schrijven als extraneus. De extraneus tekent per 1 augustus een overeenkomst extraneus. Voor de extraneus gelden alle regels met betrekking tot examinering onverkort. De
11
extraneus meldt zich aan bij de DECo voor alle examenonderdelen, waaraan hij/zij wenst deel te nemen. Omdat de extraneus niet in aanmerking komt voor overheidssubsidie brengt de school de kosten in rekening bij de extraneus. De kosten bedragen: Voor een PvB-afname € 500,Voor delen van het prestatiedossier € 50,Voor elke les die wordt bijgewoond: € 10,Zie voor algemene voorwaarden: Onderwijs en Examen Regeling.
Kosten van de opleiding. a. Tegemoetkoming studiekosten. Voor leerplichtige deelnemers geldt dat zij onder bepaalde voorwaarden een tegemoetkoming in de studiekosten kunnen ontvangen. Informatie daarover is op school en op de internetsite van de CFI verkrijgbaar. b. Wet studiefinanciering. Deelnemers van 18 jaar en ouder hebben recht op studiefinanciering, zoals dat is geregeld in de Wet op de Studiefinanciering. Informatie daarover is verkrijgbaar op school (decaan) en op de internetsite van de CFI. Voor deelnemers die een BBL-opleiding volgen geldt, dat zij een eigen inkomen verwerven. Zij komen niet voor studiefinanciering in aanmerking. Voor de kosten van de opleiding wordt verwezen naar het infoboekje van de school, dat jaarlijks aan alle deelnemers wordt uitgereikt.
Adressen en telefoonnummers. School: Groenhorst Emmeloord Bezoekadres: De Balkan 16 te Emmeloord. Postadres: Postbus 4, 8300 AA te Emmeloord. Telefoon: 088 - 0205100 E-mail:
[email protected] website : www.groenhorstemmeloord.nl College van Bestuur: Postbus 245, 6710 BE te Ede. Tel: 088 – 020 7000
12
Afkortingen. BOL BBL CKS BPV Cgi CECo CREBO DECo ELO HAVO LB MBO OER PD PVB SBU VMBO-tl VMBO-gl VMBO-kb VMBO-bb
beroepsopleidende leerweg beroepsbegeleidende leerweg Competentiegerichte Kwalificatie Structuur beroepspraktijkvorming criterium gericht interview centrale examencommissie centraal register beroepsopleidingen decentrale examencommissie Elektronische leeromgeving hoger algemeen vormend onderwijs loopbaan en burgerschap middelbaar beroepsonderwijs Onderwijs- en examenregeling Prestatiedossier; toelatingsbewijs tot de Proeve van Bekwaamheid Proeve van Bekwaamheid studiebelastinguren voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs; theoretische leerweg voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs; gemengde leerweg voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs; kaderberoepsgerichte leerweg voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs; basisberoepsgerichte leerweg
13
Bijlage A prestatiedossier, eisen en overgangsnormen.
Gedetailleerde prestatiedossiers staan op de website van de deelnemer en zijn aan de leerling uitgereikt.
14
BIJLAGE B:
Vrijstellingen. Vrijstellingen, voor deelnemers in de opleidingen BOL niveau IV en BBL alle niveaus. Op grond van eerder gevolgde opleidingen en/of eerder verworven competenties kan vrijstelling worden verleend voor bepaalde onderdelen van het onderwijsprogramma. Ten behoeve van de vrijstellingen wordt de landelijke vrijstellingenlijst gehanteerd. Vrijstellingen worden alleen verstrekt als deelnemers deze vakken roostertechnisch niet kunnen volgen. Vooropleiding Vak / kwal
Niveau
Cijfer
Onderdeel PD
Vmbo-kb (c-niv.) Vmbo-gl/tl (d-niv) Havo 3 / vwo 3 Havo 4 / vwo 4 Havo 5 / vwo 5 Havo 5 Vmbo kb Vmbo gl/tl Havo 3 / vwo 3 Havo 4 / vwo 4 Havo 5 / vwo 5 Havo 5
6 5 5 6 5 6 6 5 5 6 5 6
Mck b
Vmbo kb Vmbo gl / tl Havo 3 / vwo 3 Havo 4 / vwo 4 Havo 5 / vwo 5 Havo 5
6 5 5 6 5 6
Moderne vr. taal (1-2-3)
Vmbo kb Vmbo gl / tl Havo 3 / vwo 3 Havo 4 / vwo 4 Havo 5 / vwo 5 Havo 5
6 5 5 6 5 6
Exact vak a
Vmbo kb Vmbo gl / tl Havo 3 / vwo 3 Havo 4 / vwo 4 Havo 5 / vwo 5 Havo 5 Bedrijfseconomie Vmbo kb Vmbo gl / tl Havo 3 / vwo 3 Havo 4 / vwo 4 Havo 5 / vwo 5 Havo 5
6 5 5 6 5 6 6 5 5 6 5 6
Informatiekunde
Vmbo kb Vmbo gl / tl Havo 3 / vwo 3 Havo 4 / vwo 4 Havo 5 / vwo 5
6 5 5 6 5
Niveau
Cijfer
Onderdeel PD
x X X
Trekker rijden Trekker rijden Basisveiligheid
Maatsch.leer
Nederlands
Moderne vreemde talen
Exact vak
Algemene economie (economie 1)
Vak / kwal Autorijbewijs Trekkerrijbewijs VCA certificaat
opmerkingen
Mck c Mens en mij-wetensch Nederlands (1-2-3)
Nederlands (1-2-3) Nederlands (1-2-3)
Moderne vr. taal (1-2-3) Moderne vr. taal (1-2-3)
Afh. Progr. Eindtermen Afh. Progr. Eindtermen Afh. Progr. Eindtermen Afh. Progr. Eindtermen Afh. Progr. Eindtermen Afh. Progr. Eindtermen
Exact vak a en b Exact vak a, b, c. (afh. Van profiel) Economie a
Economie a + b Economie a + b + c Economie a
Bedrijfsadministratie (1 – 2) Bedrijfsadministratie (1 – 2) Gebruiken pc a
Gebruiken pc a en b
opmerkingen
15
Heftruck certificaat Flora en fauna Melkdiploma Diploma ehbo/bhv Diploma booglassen Diploma booglassen Diploma ODC opleiding op niv. I, II, III, IV
Diploma KMAO, MAS-B, MAS-A (voor ODC)
Alle overige kwalificaties en diploma’s llst oude stijl (voor CKS diploma)
X
Heftruck
x X X
Flora en fauna Melkdiploma Helpen bij ongelukken
Beginners nil
X
Gevorderden nil 2
X
Som: booglassen MBE 1 SOM: booglassen MBE 2 Niveau vrijstelling Op basis van intake en/of EVC-assessment aangevuld met corresp. Deelkw. En BPV KS2000 Niveau vrijstelling Op basis van intake en/of EVC-assessment aangevuld met corresp. Deelkw. En BPV corresp. Deelkw. En BPV KS-2000 en/of EVC-assessment
16
Bijlage C.
Bevorderingsnormen voor deelnemers BOL Een deelnemer wordt bevorderd naar een volgend leerjaar als de deelnemer voldoet aan de eisen van het prestatiedossier en de eventuele relevante Proeve is behaald. De eisen van de prestatiedossiers staan per leerjaar en per opleiding op de website. Om toegelaten te worden tot een Proeve van Bekwaamheid moet aan de eisen van het Prestatiedossier voldaan zijn. Indien een deelnemer niet voldoet aan de hierboven vermelde criteria bestaan er de volgende mogelijkheden, waarover de docentenvergadering een advies uitbrengt: Het gehele leerjaar over doen; Terugvallen op een lager opleidingsniveau; Een negatief opleidingsadvies (andere opleidingskeuze).
Bevorderingsnormen voor deelnemers BBL Een deelnemer kan in de BBL niet blijven zitten. Bij onvoldoende resultaten wordt er wel vertraging in de studie opgelopen en kan het zijn dat onderdelen van het prestatiedossier pas aan het einde van de opleiding opnieuw gevolgd moeten worden. Bij onvoldoende resultaten kan de docentenvergadering de volgende adviezen uitbrengen: Het gehele leerjaar over doen aan het einde van de opleiding; Terugvallen op een lager opleidingsniveau; Een negatief opleidingsadvies (andere opleidingskeuze).
17
Bijlage D.
GROENHORST COLLEGE EMMELOORD. Dispensatieformulier Ondergetekende verzoekt dispensatie voor het deel:
Hij / zij heeft er kennis van genomen, dat dit verzoek gevolgen kan hebben voor het resultaat van de gevolgde / te volgen opleiding. Naam deelnemer: Adres: Postcode: Woonplaats: Leerjaar / klas van de deelnemer:
Opleiding waarvoor de deelnemer is ingeschreven: Datum:
Handtekening deelnemer:
Handtekening schoolleiding:
Handtekening ouder / verzorger (bij minderjarigheid van de deelnemer)
Een kopie van het volledig ingevulde formulier wordt aan de betrokken deelnemer uitgereikt.
18
Bijlage E.
Diploma eisen: Het diploma wordt behaald als: 1) de voorgeschreven PvB’s zijn behaald en iedere kerntaak met een voldoende is afgesloten. 2) er voor de vakken Nederlands, rekenen en Moderne Vreemde Talen (indien van toepassing) maximaal 1 x een 5 is behaald. Zie voor eisen per cohort het bijgevoede cohorten schema. 3) Verder als er voldaan is aan de eisen voor: - Loopbaan en Burgerschap. - Aanvullende eisen van de school. - De beroepspraktijkvorming (BPV). - Wettelijke beroepsvereisten (indien van toepassing). - Branche vereisten (indien van toepassing)
Planning afname pvb’s van de gestarte opleidingen in 2014-2015 Akkerbouw Uitstroom Crebo nr.
Niv. Naam
Examenstandaarden Naam
Code
pvb afname
97660
2
Medewerker Akkerbouw
Werken in de teelt
660-1
15-16
97670
3
Vakbekwaam medewerker akkerbouw
Teelt met aandacht
670-1
15-16
Teelt met het team
670-2
16-17
Ondernemer akkerbouw
Teelt in uitvoering
681-1
15-16
Organiseren van teelt en bedrijf
681-2
16-17
Business van teelt en bedrijf
681-3
16-17
97681
4
Melkveehouderij Uitstroom Crebo nr.
Niv. Naam uitstroom
97330
2
Medewerker veehouderij
97703
3
Dierverzorger melkvee
97713
4
Melkveehouder
Examenstandaarden Naam
Code
pvb afname
A job in the animal world
330-1
15-16
Verzorgen grasland en voedergewassen
703-1
15-16
Verzorgen productiedieren
703-2
16-17
Verzorgen productiedieren
713-1
15-16
Beheer grasland en voedergewassen
713-2
16-17
Ondernemingsplan
713-3
16-17
19
Hovenier Uitstroom Crebo nr.
Niv. Naam uitstroom
97531
2
97253
97090
Medewerker groene buitenruimte
3
Vakbekwaam hovenier
4
Manager hoveniersbedrijf
Examenstandaarden Naam
Code
pvb afname
Outdoor Basic – aanleg
531-1
14-15
Outdoor Basic – onderhoud
531-2
15-16
Onderhoud particulier groen
253-1
16-17
Aanleg tuin
253-2
16-17
Meewerkend voorman hoveniersbedrijf
253-3
16-17
Outdoor Manager 1
090-1
Outdoor Manager 2
090-2
16-17 16-17
Outdoor Manager 3
090-3
16-17
Loonwerk (groen grond en infra) Uitstroom Crebo nr.
Niv. Naam
Examenstandaarden Naam
Code
pvb afname
97140
2
Medewerker gemechaniseerd loonwerk
Met loonwerk aan de slag
140-4
15-16
97150
3
Vakbekwaam medewerker gemechaniseerd loonwerk
Loonwerk in bedrijf
150-5
16-17
97650
4
Ondernemer gemechaniseerd loonwerk
Loonwerk in bedrijf
650-5
16-17
Manager werkvoorbereiding groen, grond, infra
650-3
16-17
Paardenhouderij Uitstroom Crebo nr.
Niv. Naam
97720
3
97730
4
Examenstandaarden Naam
Code
pvb afname
Allround medewerker paardenhouderij
Uitvoeren publieksactiviteit
720-1
15-16
Verzorgen paarden
720-2
16-17
Hippisch Ondernemer
Verzorgen paarden
730-1
16-17
Aansturen publieksactiviteit
730-2
15-16
Ondernemersplan
730-3
16-17
20
Examens taal en rekenen De examens voor Engels en Nederlands bestaan ieder uit 5 onderdelen : 1) Lezen 2) Luisteren (de 1e 2 onderdelen worden in 1 landelijk examen afgenomen) 3) schrijven, 4) spreken en 5) gesprek voeren. Voor ieder onderdeel is er een apart examen. De deelnemers ontvangen roosters voor de diverse examenonderdelen. De examenweken zijn opgenomen in de lange termijnplanning. Het examen rekenen bestaat uit 4 onderdelen : 1) getallen, hoeveelheden en maten 2) meten en meetkunde 3) verhoudingen 4) verbanden Alle onderdelen worden in 1 landelijk examen afgenomen. De deelnemers ontvangen roosters voor de diverse examenonderdelen. De examenweken zijn opgenomen in de lange termijnplanning.
Voor je diploma moet je deze vakken op het bijbehorende niveau afsluiten. Indien nodig zul je deze moeten herkansen. Voor de talen kun je het examenonderdeel lezen en luisteren 1x herkansen. Hetzelfde geldt voor het rekenexamen. Deze perioden zijn in de langetermijnplanning opgenomen. Daarnaast mag je nog 1 ander examenonderdeel per taal herkansen. Deze herkansingen staan los van de 2 herkansingen voor je prestatiedossier. Op het aanhangsel behorend bij het diploma staan naast de behaalde pvb’s ook de behaalde resultaten voor de talen en rekenen.
Examenplanning taal en rekenen BOL 2014-2015 onderdeel Klas Nederlands 2f Lezen en luisteren 2e2 3e3 Nederlands 2f Herkansing 2e2 3e3 Lezen en luisteren Nederlands 2f Spreken 2e2 3e3
periode Week 2 en 3 Week 12 en 13
opmerking Cito examens Cito examens
Week 1 t/m 16
Nederlands 2f
Gesprek voeren
2e2 3e3
Week 16
Nederlands 2f
Schrijven
2e2 3e3
Week 15
Deviant in lessen Nederlands Deviant in toetsweek Deviant
Nederlands 3f Nederlands 3f
Lezen en luisteren Herkansing Lezen en luisteren
3e4 4e4* 3e4 4e4*
Week 6 en 7 Week 16 en 17
Cito examens Cito examens
Nederlands 3f
Spreken
4e4
Week 1 t/m 16
Nederlands 3f
Gesprek voeren
4e4
Week 16
Nederlands 3f
Schrijven
4e4
Week 14-16
Deviant in lessen Nederlands Deviant In toetsweek Deviant
Rekenen 2f Rekenen 2f
Alle Herkansing Alle
2e2 3e3 2e2 3e3
Week 3 en 4 Week 13 en 14
Cito examens Cito examens
21
Rekenen 3f Rekenen 3f
Alle Herkansing Alle
3e4 4e4* 3e4 4e4*
Week 5 en 6 Week 15 en 16
Cito examens Cito examens
Engels Engels
2e2 3e3 4e4 2e2 3e3 4e4
Week 5 en 6 Week 17 en 18
Creta examens Creta examens
Engels
Lezen en luisteren Herkansing Lezen en luisteren Spreken
2e2 3e3 4e4
Week 1 t/m 16
Engels
Gesprek voeren
2e2 3e3 4e4
Week 16
Engels
Schrijven
2e2 3e3 4e4
Week 16
Deviant in lessen Engels Deviant in toetsweek Deviant
*4e4* alleen herkansers. Herkansingen (met uitzondering van landelijke examens) vinden plaats op de herkansingsdag.
Examenplanning taal en rekenen BBL 2014-2015 zie volgende blz.
22
Examenplanning taal en rekenen BBL 2014-2015
Nederlands 2f Nederlands 2f
onderdeel Lezen en luisteren
Klas Alle examenkandidaten Alle examenkandidaten examenkandidaten hovenier examenkandidaten loonwerk en plant Examenkandidaten hovenier Examenkandidaten loonwerk en plant Examenkandidaten hovenier Examenkandidaten Loonwerk en plant Alle examenkandidaten
periode Week 2 en 3
opmerking Cito examens
Week 12 en 13
Cito examens
Week 36 t/m 22
Week 36 t/m 22
In lessen Nederlands In lessen Nederlands Deviant
Week 36 t/m 2
Deviant
Week 13 t/m 22
Deviant
Week 49-51
Deviant
Week 3 en 4
Cito examens
Nederlands 2f
Herkansing Lezen en luisteren Spreken
Nederlands 2f
Spreken
Nederlands 2f
Gesprek voeren
Nederlands 2f
Gesprek voeren
Nederlands 2f
Schrijven
Nederlands 2f
Schrijven
Rekenen 2f
Alle
Rekenen 2f
Herkansing Alle onderdelen
Alle examenkandidaten
Week 13 en 14
Cito examens
Engels
Lezen en luisteren
Week 17 en 18
Engels
Landelijke examens Deviant
Engels
Herkansing Lezen en luisteren Spreken
Engels
Gesprek voeren
Engels
Schrijven
examenkandidaten loonwerk en plant examenkandidaten loonwerk en plant examenkandidaten loonwerk en plant examenkandidaten loonwerk en plant examenkandidaten loonwerk en plant
Week 36 t/m 2
Week 23 Week 3 t/m 22 Week 21 t/m 22
Deviant in lessen Engels Deviant
Week 21 t/m 22
Deviant
23
Cohortenschema’s ‘Kaders en regelgeving examinering generieke eisen Nederlands, rekenen en Engels’ Mbo niveau Mbo 1 Niveau 2 en 3 Niveau 2 en 3 Niveau 2 en 3 Niveau 4 Niveau 4 Niveau 4 Niveau 4 Niveau 4
Cohort Vanaf 2010 Cohorten vanaf 2010 Cohorten vanaf 2012 Cohorten vanaf 2012 Cohort 2010 en 2011 Cohort 2010 en 2011 Cohorten vanaf 2012 Cohorten vanaf 2012 Cohorten vanaf 2012
Studiejaar diplomering Vóór 2014 - 2015 Vóór 2015 - 2016 In 2015 - 2016 Vanaf 2016 - 2017 Vóór 2014 - 2015 In 2014 - 2015 Vóór 2014 - 2015 In 2014 - 2015 Vanaf 2015 - 2016
April 2013
Schema A B C D E F G H I
Toelichting 1. De schema’s hebben alleen betrekking op de generieke eisen voor Nederlands, rekenen en Engels, zoals beschreven in deel B van de kwalificatiedossiers; dus niet op de beroepsspecifieke eisen. 2. In de schema’s vindt u per leergebied (Nederlands, rekenen en (voor niveau 4)Engels) informatie over: -
de wijze waarop de kwalificatie-eisen zijn geformuleerd;
-
de examinering;
3. 4.
5.
de slaag-/zakbeslissing. De schema’s gaan alleen over de cohorten vanaf 2010 (vanaf 2010-2011 zijn de referentieniveaus Nederlands en rekenen van toepassing). De schema’s hebben betrekking op een bepaald cohort (het studiejaar waarin de opleiding start) en het studiejaar van diplomering. Het studiejaar waarin het diploma wordt behaald is bepalend voor de slaag-/zakbeslissing. Voor studenten die door studievertraging in een later studiejaar hun opleiding afronden geldt de slaag-/zakregeling van dat studiejaar van diplomering. Het is van belang dat studenten bij de start van de opleiding hierop worden geattendeerd. In deze schema’s is de kolom over het inspectietoezicht weggehaald. Hiervoor verwijzen we naar het toezichtskader van de inspectie, de normenbundel en de FAQ-lijst op de website van de inspectie.
24
Schema A Entreeopleiding (niveau 1) vanaf cohort 2010 (jaar van diplomering niet van toepassing) Kwalificatie-eisen Examinering Slaag-/zakbeslissing –
Leergebieden Nederlands en rekenen
Referentieniveau 2F
Instellingsexamens De instelling kan (een deel van) de studenten deel laten nemen aan de pilotexamens 2F.
Behaalde resultaten voor examens referentieniveaus Nederlands en rekenen hebben geen invloed op de slaag-/zakbeslissing. Vanaf 2013-2014 is de instelling verplicht om in elk geval aan studenten die hebben deelgenomen aan de pilotexamens een bewijs uit te reiken van de behaalde resultaten.
In 2014 wordt besloten of voor de entreeopleidingen centrale examens komen.
25
Schema B - mbo 2 en 3 Cohorten vanaf 2010 en diplomering vóór schooljaar 2015 - 2016 Leergebieden
Kwalificatie-eisen
Examinering
Slaag-/zakbeslissing
Nederlands en rekenen
Referentieniveau 2F
Instellingsexamens
Behaalde resultaten voor examens referentieniveaus Nederlands en rekenen hebben geen invloed op de slaag/zakbeslissing.
Pilotexamens kunnen worden ingezet als instellingsexamens: pilotexamen rekenen (alle domeinen) - pilotexamen Nederlands (lezen en luisteren) Voor de overige domeinen van Nederlands (schrijven (inclusief taalverzorging), gesprekken voeren, spreken) gaat het om instellingsexamens.
Vanaf 2013-2014 is de instelling verplicht om in elk geval aan studenten die hebben deelgenomen aan de pilotexamens een bewijs uit te reiken van de behaalde resultaten.
26
Leergebieden Nederlands en rekenen
Schema C - mbo 2 en 3 vanaf cohort 2012 en diplomering in schooljaar 2015 - 2016 Kwalificatie-eisen Examinering Slaag-/zakbeslissing Referentieniveau 2F
Verplichte (centrale) examinering Nederlands
Het eindcijfer voor Nederlands mag niet lager dan een 5 zijn.
Centrale examens op niveau 2F voor lezen en luisteren Instellingsexamens 2F voor de overige (sub)domeinen van Nederlands (schrijven (inclusief taalverzorging), gesprekken voeren, spreken)
Het eindcijfer voor rekenen heeft geen invloed op de slaag/zakbeslissing.
Instellingsexamen voor rekenen. Pilotexamens rekenen kunnen worden ingezet als instellingsexamen (alle domeinen).
Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen (= één cijfer met één decimaal) en het cijfer van het instellingsexamen (= één cijfer met één decimaal) gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands. –
Het behaalde resultaat voor Nederlands wordt vermeld op de resultatenlijst bij het diploma. Voor rekenen is de instelling vanaf 2013-2014 verplicht om in elk geval aan studenten die hebben deelgenomen aan de pilotexamens een bewijs uit te reiken van de behaalde resultaten.
27
Leergebieden Nederlands en Rekenen
Schema D - mbo 2 en 3 vanaf cohort 2012 en diplomering vanaf schooljaar 2016 - 2017 Kwalificatie-eisen Examinering Slaag-/zakbeslissing Referentieniveau 2F
Verplichte centrale examens op niveau 2F voor: Rekenen: alle domeinen Nederlands: lezen en luisteren Instellingsexamens 2F voor de overige domeinen van Nederlands (schrijven (inclusief taalverzorging), gesprekken voeren, spreken)
Van de eindcijfers voor Nederlands en rekenen mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), het andere eindcijfer moet ten minste een 6 zijn. Voor rekenen is het cijfer van het centrale examen het eindcijfer (heel cijfer van 1 - 10). Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen (= één cijfer met één decimaal) en het cijfer van het instellingsexamen (= één cijfer met één decimaal) gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands. –
De behaalde resultaten voor Nederlands en rekenen worden vermeld op de resultatenlijst bij het diploma
28
Leergebieden Nederlands en rekenen
Schema E - mbo 4 cohorten 2010 en 2011 en diplomering vóór schooljaar 2014 - 2015 Kwalificatie-eisen Examinering Slaag- /zakbeslissing Referentieniveau 3F
Instellingsexamens Pilotexamens kunnen worden ingezet als instellingsexamens: - pilotexamen rekenen (alle domeinen) - pilotexamen Nederlands (lezen en luisteren). Voor de overige domeinen van Nederlands (schrijven (inclusief taalverzorging), gesprekken voeren, spreken) gaat het om instellingsexamens.
Engels*
Een deel van de mbo-4 kwalificatiedossiers 2011-2012: Generieke eisen Engels in deel B van het kwalificatiedossier: -
ERK-niveau B1 voor de
-
vaardigheden lezen en luisteren ERK-niveau A2 voor de
Instellingsexamens
Behaalde resultaten voor examens referentieniveaus Nederlands en rekenen hebben geen invloed op de slaag/zakbeslissing. Vanaf 2013-2014 is de instelling verplicht om in elk geval aan studenten die hebben deelgenomen aan de pilotexamens een bewijs uit te reiken van de behaalde resultaten.
Ten minste 3 van de 5 taalvaardigheden moeten voldoende worden afgesloten op het vereiste ERK-niveau. De behaalde resultaten voor Engels kan de instelling vermelden in een bijlage bij het diploma.
vaardigheden spreken, gesprekken voeren en schrijven
*Een aantal paritaire commissies heeft gehoor gegeven aan het verzoek van OCW om al in kwalificatiedossiers 2011 2012 verplichte eisen Engels op te nemen (ongeacht eisen beroep). Alleen in dat geval is dit onderdeel van het schema van toepassing. –
29
Leergebied Nederlands en rekenen
Schema F - mbo 4 cohorten 2010 en 2011 diplomering in schooljaar 2014 - 2015 Kwalificatie-eisen Examinering Slaag-/zakbeslissing Referentieniveau 3F
Verplichte (centrale) examinering Nederlands. Centrale examens op niveau 3F voor lezen en luisteren Instellingsexamens 3F voor de overige (sub)domeinen van Nederlands (schrijven (inclusief taalverzorging), gesprekken voeren, spreken).
Engels*
Een deel van de mbo-4 kwalificaties 2011-2012: Generieke eisen Engels in deel B van het kwalificatiedossier: -
ERK-niveau B1 voor de
-
vaardigheden lezen en luisteren ERK-niveau A2 voor de
Het eindcijfer voor Nederlands mag niet lager dan een 5 zijn. Het eindcijfer voor rekenen heeft geen invloed op de slaag/zakbeslissing.** Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen (= één cijfer met één decimaal) en het cijfer van het instellingsexamen (= één cijfer met één decimaal) gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands. –
Instellingsexamen voor rekenen Pilotexamens rekenen kunnen worden ingezet als instellingsexamen (alle domeinen).
De behaalde resultaten voor Nederlands kan de instelling vermelden in een bijlage bij het diploma. Voor rekenen is de instelling vanaf 2013-2014 verplicht om in elk geval aan studenten die hebben deelgenomen aan de pilotexamens een bewijs uit te reiken van de behaalde resultaten.
Instellingsexamens
Ten minste 3 van de 5 taalvaardigheden moeten voldoende worden afgesloten op het vereiste ERK-niveau. De behaalde resultaten voor Engels kan de instelling vermelden in een bijlage bij het diploma.
vaardigheden spreken, gesprekken voeren en schrijven. *Een aantal paritaire commissies heeft gehoor gegeven aan het verzoek van OCW om al in kwalificatiedossiers van 2011 - 2012 verplichte eisen Engels op te nemen (ongeacht eisen beroep). Alleen in dat geval is dit onderdeel van het schema van toepassing. ** Een student van dit cohort met studievertraging kan nog één studiejaar (2015-2016) het diploma behalen met behoud van de uitslagregel voor Engels van schema F. In dat geval heeft ook het resultaat voor rekenen invloed op de slaag-/zakbeslissing. Voor Nederlands en rekenen geldt dan het volgende: van de eindcijfers voor de generieke onderdelen Nederlands en rekenen mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5). Het andere eindcijfer moet ten minste een 6 zijn. Bij diplomering na 2015-2016 (of eerder, mits met toestemming van de student) kan de instelling de student van dit cohort overschrijven in een nieuwer kwalificatiedossier (vanaf 2012-2013) zodat schema I van toepassing wordt.
30
Leergebieden Nederlands en rekenen
Schema G - mbo 4 cohorten vanaf 2012 en diplomering vóór schooljaar 2014 - 2015 Kwalificatie-eisen Examinering Slaag-/zakbeslissing Referentieniveau 3F
Instellingsexamens Pilotexamens kunnen worden ingezet als instellingsexamens: - pilotexamen rekenen (alle domeinen) - pilotexamen Nederlands (lezen en luisteren) Voor de overige domeinen van Nederlands (schrijven (inclusief taalverzorging), gesprekken voeren, spreken) gaat het om instellingsexamens.
Engels
Generieke eisen Engels in deel B van het kwalificatiedossier: - ERK-niveau B1 voor de vaardigheden lezen en luisteren
Instellingsexamens
Behaalde resultaten voor examens referentieniveaus Nederlands en rekenen hebben geen invloed op de slaag- /zakbeslissing. Vanaf 2013-2014 is de instelling verplicht om in elk geval aan studenten die hebben deelgenomen aan de pilotexamens een bewijs uit te reiken van de behaalde resultaten.
Het eindcijfer voor Engels moet ten minste een 5 zijn. Het behaalde resultaat voor Engels wordt vermeld op de resultatenlijst bij het diploma
- ERK-niveau A2 voor de vaardigheden spreken, gesprekken voeren en schrijven.
31
Leergebieden Kwalificatie-eisen Nederlands en rekenen
Schema H - mbo 4 vanaf cohort 2012 en diplomering in schooljaar 2014 - 2015 Examinering Slaag-/zakbeslissing
Referentieniveau 3F
Verplichte (centrale) examinering Nederlands Centrale examens op niveau 3F voor lezen en luisteren Instellingsexamens 3F voor de overige (sub)domeinen van Nederlands (schrijven (inclusief taalverzorging), gesprekken voeren, spreken). Instellingsexamen voor rekenen Pilotexamens rekenen kunnen worden ingezet als instellingsexamen (alle domeinen).
Van de eindcijfers voor Nederlands en Engels mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5). Het andere cijfer moet ten minste een 6 zijn. Het eindcijfer voor rekenen heeft geen invloed op de slaag/zakbeslissing. Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen (= één cijfer met één decimaal) en het cijfer van het instellingsexamen (= één cijfer met één decimaal) gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands. –
Engels
Generieke eisen Engels in deel B van het kwalificatiedossier: - ERK-niveau B1 voor de vaardigheden lezen en luisteren -
ERK-niveau A2 voor de vaardigheden spreken, gesprekken voeren en schrijven.
Instellingsexamens
De behaalde resultaten voor Nederlands en Engels worden vermeld op de resultatenlijst bij het diploma Voor rekenen is de instelling vanaf 2013-2014 verplicht om in elk geval aan studenten die hebben deelgenomen aan de pilotexamens een bewijs uit te reiken van de behaalde resultaten.
32
Leergebied
Kwalificatie-eisen
Nederlands en rekenen
Referentieniveau 3F
Schema I - mbo 4 vanaf cohorten 2012 en diplomering vanaf schooljaar 2015 - 2016 Examinering Slaag-/zakbeslissing Verplichte centrale examens op niveau 3F voor: Rekenen: alle domeinen Nederlands: lezen en luisteren Instellingsexamens 3F voor de overige domeinen van Nederlands (schrijven (inclusief taalverzorging), gesprekken voeren, spreken).
Engels
Generieke eisen Engels in deel B van het kwalificatiedossier: - ERK-niveau B1 voor de
Instellingsexamens*
vaardigheden lezen en luisteren -
Van de eindcijfers voor generieke onderdelen Nederlands, rekenen en Engels mag er één onvoldoende zijn (niet lager dan een 5), de twee andere eindcijfers moeten ten minste een 6 zijn. Voor rekenen is het cijfer van het centrale examen het eindcijfer (heel cijfer van 1 - 10). Voor Nederlands wordt het cijfer van het centrale examen (= één cijfer met één decimaal) en het cijfer van het instellingsexamen (= één cijfer met één decimaal) gemiddeld tot één heel eindcijfer (van 1 10). Dit is het eindcijfer voor het onderdeel Nederlands. –
De behaalde resultaten voor Nederlands, rekenen en Engels worden vermeld op de resultatenlijst bij het diploma.
ERK-niveau A2 voor de vaardigheden spreken, gesprekken voeren en schrijven.
*Voor Engels wordt vanaf 2017-2018 centrale examinering ingevoerd.
33