Fiche Houtsoorten / Grenen Belgian WOODFORUM
Wetenschappelijke naam Pinus sylvestris
Familie Pinaceae
Herkomst Europa, Noord-Azië
Houtbeschrijving Spinthout: wit tot geelachtig wit Kernhout: licht tot roodbruin geel
© vzw Hout
Toepassingen
Nerf Middelmatig
BUITEN
Draad
Spanten Houtskeletbouw Gelijmd gelamelleerd hout Sauna’s Tuinmeubilair Palen Mijnhout
Meestal recht
Volumieke massa Van 320 tot 800 kg/m3; Gemiddeld: 500 kg/m3
Duurzaamheid Matig duurzaam tot weinig duurzaam (klasse III-IV) (duramen); niet duurzaam (klasse V) (spint)
BINNEN Meubilair Plafonds en wandbetimmeringen Parketvloeren Trappen Multiplex Kleine houten voorwerpen Kisten Papierindustrie
Stabiliteit in gebruik Buiten: middelmatig Binnen: middelmatig tot hoog © Françoise Denoël
Het Bijzonderheden spinthout is bijzonder gevoelig voor verblauwing. Deze kleurwijziging heeft geen invloed op de mechanische eigenschappen.
1 © Françoise Denoël
Grenen Pinus sylvestris KLASSIEK, WARM EN DEGELIJK Er is nauwelijks een houtsoort met zo’n mogelijkheden als grenen. Vanwege de ruime beschikbaarheid, de gunstige sterkte en het lage gewicht, alsook het fraaie uiterlijk, is het een klassieke houtsoort geworden. Men komt het dan ook in tal van producten tegen, zowel constructief als esthetisch. Er bestaan zeer veel Pinus-soorten, die onderling grote verschillen vertonen. De meeste soorten zijn oorspronkelijk afkomstig uit het noordelijk halfrond. Ook in Chili, Brazilië, Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland bevinden zich grote aanplantingen van een aantal Pinus-soorten, die ook in Midden- en Zuid-Europa op grote schaal zijn aangeplant. Sommige daarvan hebben, behalve voor de houtwinning, ook een functie als leverancier van terpentijn. Dit wordt verkregen door de bomen af te tappen. Siberisch grenen is zeer fijnjarig met een hoog gehalte kernhout, maar desondanks mild en zeer prettig te bewerken.
Boombeschrijving
2
De botanische naam voor grenen is Pinus sylvestris. De juiste Nederlandse benaming is grove pijn, al wordt vaak de naam grove den gebruikt, wat verwarring kan opleveren met de naam dennenhout. Kenmerkend voor de boom is dat de takken in kransen om de stam groeien. Vanwege het enorm verspreide groeigebied kunnen de afmetingen en kwaliteiten nogal verschillen. De boom wordt tot ongeveer 35 m hoog, met een diameter van 30 tot 50 cm. In het Noorden komt de soort veelal gemengd voor met de fijnspar - die het vurenhout levert en enkele loofhoutsoorten. De stam is recht en cilindrisch. De pijnboom kan een takvrije hoogte bereiken van circa 10 meter.
Houtbeschrijving Er bestaat bij grenen een duidelijk kleurverschil tussen spint- en kernhout. De kleur van het meestal vrij brede spint loopt van bijna wit tot lichtgeel bij hout dat langere tijd aan het licht is blootgesteld. Voor het droogproces bevat het veel vocht en groeisappen, waardoor er kans bestaat op aantasting door blauwschimmel en insecten. De verkerning gaat gewoonlijk pas in na ongeveer 25 jaar. Het verse kernhout is lichtrood ; onder invloed van het licht wordt het bruinrood. Het is goed bestand tegen aantasting door de kleine klopkever en de huisboktor. Bij veroudering wordt het hout harder. De kwasten zijn bruin van kleur en vaak van redelijke omvang. Ze liggen in kransen verspreid. Dosse gezaagd heeft het een duidelijke vlamtekening en kwartiers gezaagd een streeptekening. Oorzaak hiervan is het verschil tussen vroeg- en laathout in de groeiringen. Het zachtere en lichtgekleurde vroeghout steekt duidelijk af tegen het wat hardere en donkere laathout. Grenen is harshoudend. Het heeft een typische, aangename geur. De harskanaaltjes zijn vaak met het blote oog waarneembaar als uiterst fijne streepjes in het tangentiale vlak bij dosse gezaagd hout. Soms komen harsconcentraties voor, wat herkenbaar is aan donkere vlekken. Omdat de soort over zo’n enorm gebied voorkomt, zijn er verschillen in groeiringbreedte, structuur, volumieke massa en hardheid. In het algemeen is de draad recht en de nerf fijn tot matig fijn. De volumieke massa ligt gemiddeld tussen 460 en 510 kg/m3, maar ze kan variëren van 320 tot 800 kg/m3. Het duurzamere kernhout valt in duurzaamheidsklasse III-IV, het spint in klasse V.
Naamgeving Vooral zij die met Scandinavië in contact komen, kunnen aanvankelijk
© Marechal / Arch. Colinvaux
© vzw Hout / Arch. Deffet
den” - in het Frans SRN of “Sapin rouge du Nord”) slaat op dezelfde houtsoort. In onze streken is deze houtsoort meer en meer voorradig onder de naam grenen.
Fiche houtsoorten
© Belgian WOODFORUM
Aanvoer
3
in de problemen komen met de naam. De Zweedse naam voor grenen is “furu” en voor vuren “gran”. Dat de door ons gebruikte namen hiervan zijn afgeleid, ligt voor de hand. Waarom het tot een omwisseling van namen is gekomen, blijft echter gissen. Een van de eerste houthandelaars die in Zweden hout ging kopen, is waarschijnlijk de dader. In de handel wordt de naam van de houtsoort vaak aan het productiegebied gekoppeld. Zo kennen we Zweeds, Fins, Pools, Duits, Archangel, Igarka en inlands grenen. Alhoewel er in principe geen onderscheid in kwaliteit hoeft te bestaan, wordt er door deze toevoeging toch een accent gelegd op de verschillen, met name wat de aanwezigheid en grootte van kwasten, densiteit,… betreft. In België treft men vaak de afkortingen PNG en RND aan. PNG is een tweetalige afkorting “op z’n Belgisch” voor “Pin du Nord/Noords grenen”, nl. de Pinus sylvestris afkomstig uit het Noorden. RND (“Rode Noordse
De oogst vindt tegenwoordig het gehele jaar door plaats. Hoewel de motorzaag nog steeds gebruikt wordt, beschikt men tegenwoordig ook over machines, die verschillende taken uitvoeren : de stam beetpakken en aan de voet afzagen, vervolgens automatisch takvrij maken en op lengte afkorten. Daarna worden de stammen verzameld en afgevoerd naar de afnemers. Het rondhoutvervoer verloopt voornamelijk per spoor of vrachtwagen. Het meeste hout verwerkt de chemische industrie tot pulp als grondstof voor papier. Daarna volgt de houtverwerkende industrie. Deze zaagt het merendeel tot een groot aantal standaardmaten, die hun weg vinden over bijna het hele noordelijk halfrond. Een klein deel wordt verwerkt tot multiplex. In België is de spaanplaatindsutrie ook één van de grote afnemers.
Drogen De meeste Scandinavische en Finse zagerijen beschikken ook over ruim voldoende droogcapaciteit. Voorlopig heeft men in Midden- en Oost-Europa weinig mogelijkheden om het hout kunstmatig te drogen niettegenstaande er grote inspanningen worden geleverd en wordt het hout nat verwerkt. Het is belangrijk versgezaagd hout snel tot onder de 20% te drogen, zeker in de zomer, om aantasting door blauwschimmel en in een later stadium rot te voorkomen. Het kunstmatig drogen gebeurt, afhankelijk van afmeting en vochtgehalte, in twee tot zeven dagen. Het hout wordt gedroogd tot een percentage van 16 tot 18 %. Dit percentage is noodzakelijk om de kans tot aantasting door blauwschimmel tot een minimum te beperken. Voor vele toepassingen is dit vochtgehalte vol-
doende. Voor een aantal specifieke toepassingen zal men het verder moeten drogen tot het daartoe vereiste vochtpercentage. Alhoewel grenen goed en snel te drogen is, zijn er toch enige risico’s. Bij te hoge temperaturen kan het verkleuren, waardoor het minder aantrekkelijk wordt voor esthetische toepassingen. Ook is er kans op scheuren. In de loop der jaren heeft men echter zoveel ervaring opgedaan en dusdanige droogschema’s ontwikkeld, dat dergelijke problemen tot een minimum beperkt blijven.
Kwaliteit Bij de meeste zagerijen wordt het hout visueel gesorteerd op basis van kwaliteitscriteria, zoals kwastgrootte, en ingedeeld in kwaliteitsklassen. Deze sorteerregels stellen minimumeisen, zodat de kwaliteit per producent kan verschillen. De kwaliteit wordt meestal met een stempel tezamen met het merk van de zagerij op de kop van iedere plank aangegeven. Voor de houthandel is het belangrijk het hout daar in te kopen, waar men de gewenste sortering levert. In de meeste landen heeft © Buda / Arch. Verplanken
© vzw Hout / Arch. Deffet
Fiche houtsoorten
© Belgian WOODFORUM
men regels opgesteld, die voorzien in een sortering voor algemene, hoogwaardige toepassingen zoals schrijnwerk, meubels, vloeren en allerlei andere producten waarvoor esthetische eisen gelden. Daarnaast zijn er een aantal sorteringen die meer bedoeld zijn voor constructieve toepassingen en voor producten waarbij het visuele aspect een minder grote of geen rol speelt (balklagen, paletten en blindwerk bv.). Deze sorteringen gebeuren vrijwel
4 © Arch. Verplanken
Fiche houtsoorten
© Belgian WOODFORUM
altijd visueel, maar hier en daar doet ook de machinale sortering haar intrede. De belangrijkste normen voor sortering naar uitzicht zijn de Scandinavische exportregels en de NBN 272 voor Noords hout, de NBN 544 voor Belgisch hout. De STS 04 geeft de regels voor visuele sterktesortering. Naar sterkte gesorteerd hout is gesorteerd op basis van de opgelegde grenzen voor houtgebreken, waarbij het aspect veiligheid domineert op het esthetisch aspect. De belangrijkste factor is de plaats en de grootte van de kwasten. In België onderscheidt men voornamelijk twee houtkwaliteiten voor constructiedoeleinden, nl. de S6 en S8 (zie ook onder de steekkaart “vuren”). Referentiedocumenten voor het sorteren van grenen : NBN 272 Sortering naar het uitzicht van ongesorteerd Noords naaldhout NBN 544 Sortering naar het uitzicht van Belgisch naaldhout STS 04 Hout en plaatmaterialen op basis van hout. Wat sortering naar uitzicht betreft zal de Europese norm EN 1611-1, de gangbare NBN 272, NBN 544 en de Scandinavische exportregels, vervangen.
Bewerkbaarheid
5
Met alle gereedschap is grenen voortreffelijk te bewerken. Hars kan zich soms aan de messen hechten en zo tot een minder schaafresultaat leiden. Bij hout met een zeer laag vochtgehalte dient men de schaafsnelheid aan te passen, teneinde uitspringen van de kwasten te voorkomen. Bewerkingen als boren, frezen en schuren leveren geen problemen op. Grenen is goed te spijkeren en te schroeven. Het laat zich ook gemakkelijk lijmen. Alle oppervlakteafwerkingen verlopen probleemloos, al moet men wel rekening houden met de harshoudendheid; ontvetten is soms noodzakelijk. Het kernhout is moeilijk, het spinthout uitstekend te verduurzamen, waardoor het geschikt wordt voor toepassingen in weer en wind. In de meubelindustrie kent men nog een aantal zeer speciale
bewerkingen, zoals logen en bleken. Deze technieken geven het meubel een uniformer en meestal ook ouder uitzicht.
Afmetingen Grenen is in een groot aantal maten in grote hoeveelheden voorhanden in de Belgische handel. Daarnaast kan de houthandel iedere andere gewenste maat op snelle wijze leveren door middel van herzagen. Omdat grenen één van de meest toegepaste houtsoorten is, zijn er ook veel halfproducten op voorraad. Een aantal maten wordt ook in speciale kwaliteiten geïmporteerd voor ondermeer ramen en deuren of voor toepassing in de restauratie van oude gebouwen. Een bijzonder voordeel van de Europese zagerijen is de nauwkeurige wijze van zagen en de maatvastheid. De loten zijn homogeen wat de bewerking en verwerking ten goede komt. Het matenpakket is over geheel Europa uniform en wordt in millimeters uitgedrukt. Het enige verschil is dat in Midden-Europa de lengten per 50 cm oplopen en elders per 30 cm. De houthandel haalt het merendeel van haar houtvoorraad uit Scandinavië en de voormalige Sovjet-Unie. In de loop der jaren heeeft het Belgisch hout echter enorm aan belang gewonnen.
werk, vloerbalken, gevelbekledingen, dakspanten,... Ook daar waar het esthetisch aspect een belangrijke rol speelt gebruikt men grenen : trappen, ramen en deuren, wanden, plafonds, vloeren, keukens en kasten. De meubelindustrie neemt een belangrijke plaats in bij het gebruik van grenen. Ook voor verpakkingen (kratten, kisten, paletten) is het een veel toegepaste soort, maar dan gaat het meestal om hout uit een ander oorsprongsgebied, zoals Portugal, Brazilië en Chili. De doehet-zelfhandel heeft een groot pakket beschikbaar in de vorm van lijstwerk, planchetten voor plafonds en wanden, panelen, maar ook van schermen, hekken, paaltjes en schuttingen voor de tuin. Gewoonlijk is dit buiten toegepaste hout geïmpregneerd ; meestal gaat het hier om inlands grenen. Ook wordt deze soort gebruikt voor de vervaardiging van plaatmateriaal (spaanplaat, multiplex, MDF en OSB).
Toepassingen Er is een groot scala van toepassingsmogelijkheden : daktimmer-
© vzw Hout / Arch. Bogdanov © Arch. Verplanken
FYSISCHE EN MECHANISCHE WAARDEN VOOR EUROPEES GRENEN (PINUS SYLVESTRIS) Volumieke massa bij 15 % vochtgehalte Krimp over het r.v.-traject in %
320-800 kg/m3 (gemiddeld 500 kg/m3)
-radiaal -tangentiaal
Werken over het r.v.-traject in %
Evenwichtsvochtgehalte %
60-30% 90-60% 60-30% 90-60%
0,5 0,5 1,1 1,3
30-60% 60-90%
1,6 1,8
60% h.r. 90% h.r.
13 16
Buigsterkte in N/mm2
79
Elasticiteitsmodulus in N/mm2
11000
Druksterkte evenwijdig aan de vezel in N/mm2
47
Schuifsterkte in N/mm2
7,5
Hardheid volgens Janka in N
- kops - langs
3330 2940
Duurzaamheidsklasse houtrot Aantastbaar door insecten
III-IV - spint - kernhout
ja neen
GANGBARE COMMERCIELE MATEN GEZAAGD GRENEN (IN MM)
© Belgian WOODFORUM Fiche houtsoorten
bij 20% houtvocht
(100 x 200) 75 x 225 (75 x 200) 63 x 175 63 x 150 50 x 150 / 125 / 100 38 x 225 / 150 / 125 / 100 32 x 175 25 x 225 / 175 / 150 / 125 / 100 19 x 125 / 100
L in m: 1,8 / 2,1 / 2,4 / 2,7 / 3,0 / 3,3 / 3,6 / 4,2 / 4,5 / 4,8 / 5,1 / 5,4 / 5,7 / 6,0 / 6,3 naar een artikel gepubliceerd in “Houtblad” (NL)
6
Het Belgian WOODFORUM werd gesticht door de Belgische houtsector met als specifieke missie het promoten van hout en de producten op basis van hout. Hierbij onderlijnt het de talrijke redenen die de keuze voor hout rechtvaardigen en stelt het de informatie nodig voor zijn correcte toepassing ter beschikking. www.woodforum.be