Fiche Houtsoorten / Oregon Pine Belgian WOODFORUM
wetenschappelijke naam Pseudotsuga menziesii
Familie Pinaceae
Herkomst Westen van Canada en van de Verenigde Staten Aangeplant in Europa als douglas.
Houtbeschrijving
© vzw HOUT
Spinthout: bruinachtig geel Kernhout: licht roodachtig bruin
Toepassingen
BUITEN Structuren
Nerf
Silo’s Bruggen
Middelmatig
Scheepsbouw Waterbouwkundige werken
Draad
Spoorwegdwarsliggers
Meestal recht
Betonbekistingen Schrijnwerk Rolluiken
© vzw HOUT / Arch. Englebert
Volumieke massa Van 410 tot 800 kg/m3 Gemiddeld: 550 kg/m3
BINNEN Daktimmerwerk
Duurzaamheid
Meubilair Multiplex Kuipen in de scheikundige
Matig duurzaam (klasse III) (kernhout); niet duurzaam (klasse V) (spint)
industrie
Stabiliteit in gebruik
Wand- en plafondbekledingen
Buiten: gering Binnen: middelmatig
1 © vzw HOUT / Arch. G. Dellicour
Oregon pine / Europees Douglas Pseudotsuga menziesii Prestaties en aantrekkingskracht
voor schrijnwerktoepassingen, zowel buiten als binnen. Indien het uit een - Amerikaans of Europees - cultuurbos komt, dan zijn de fijnheid van de nerf, het aantal kwasten en het aandeel kernhout afhankelijk van de toegepaste bosbouwpraktijken. Het wordt dan gebruikt als schrijnwerkhout of als structuurhout, een toepassing waarvoor het bijzonder geschikt is. De mechanische eigenschappen zijn immers uitstekend en de grote afmetingen die de boom kan bereiken maken aanzienlijke lengten en secties mogelijk.
Fiche houtsoorten
© Belgian WOODFORUM
© Walter Vanderhaegen / Arch. Pau. Lievevrouw
2
Dit artikel handelt over Oregon Pine en Europees douglas, die één en dezelfde botanische soort zijn, namelijk Pseudotsuga menziesii (Mirb.) Franco. In NBN 199 “Namenlijst der voornaamste in België gebruikte houtsoorten” komen ze echter onder twee verschillende nummers voor. Het betreft enerzijds nr. 416 (Oregon, Douglasspar, Oregon Pine, Douglas fir), ingevoerd uit Noord-Amerika, en anderzijds nr. 108 (Douglasspar, Oregon), een inlandse houtsoort. Dit is een louter commercieel onderscheid dat ook gemaakt wordt voor verschillende andere houtsoorten die zowel inlands als ingevoerd zijn, zoals vuren, grenen, lorken... Dit onderscheid is slechts te rechtvaardigen in de mate waarin de verschillende herkomsten gepaard gaan met verschillen van klimaat, bodemgesteldheid en vooral bosbouwmethoden, en aldus hout geeft met andere eigenschappen. In de loop van dit artikel zal enkel een onderscheid gemaakt worden tussen Oregon pine en Europese Douglas waar dit nodig is en zal anders de naam Oregon pine gebruikt worden. Oregon pine is één van de naaldhoutsoorten, afkomstig van de westkust van Noord-Amerika, die een goede natuurlijke duurzaamheid bezitten. Het is dan ook geschikt voor een brede waaier van toepassingen. Wanneer het afkomstig is uit primaire bossen (“old growth forest”), geeft het fijndradig en kwastarm hout, dat zeer geschikt is
Eeuwenoud De gunstige eigenschappen van het Noord-Amerikaanse naaldhout zijn in Europa al meer dan 150 jaar bekend. Reeds in 1825 maakte de Schotse botanicus David Douglas zwerftochten door de NoordAmerikaanse bossen en deed melding van de indrukwekkende Oregon Pine. Hij signaleerde toen al een gevarieerde toepassing van deze fraaie houtsoort door de Indianen. Helaas liep zijn speurtocht niet goed af. Tijdens één van zijn zwerftochten viel hij in een valkuil waarin zich reeds een buffelstier bevond. Terwijl David Douglas op de eeuwige jachtvelden ronddwaalt, groeien de Oregon pine bomen onverminderd verder tot ongekende hoogten en doorsneden. Zij kunnen gerekend worden tot de grootste naaldhoutbomen van het Amerikaanse Westen, dat befaamd is om zijn monumentale bomen. Sommige auteurs beweren dat de grootste boom die ooit gekapt werd een Oregon Pine was uit de streek van Vancouver in1895. Hij was 127 m hoog en had een omtrek van 24 m.
Groeigebieden Vanuit dit opzicht dient men een onderscheid te maken tussen Oregon Pine en Europese Douglas.
Oregon pine De Oregon Pine die in België wordt ingevoerd is eigenlijk één enkele variëteit van de Pseudotsuga menziesii: de groene douglas, waarvan het groeigebied slechts een gering deel uitmaakt van dat van de Pseudotsuga menziesii, dat zeer uitgestrekt is (3000 km van noord naar zuid, 1500 km van oost naar west en tot 3000 m hoogte). Oregon Pine groeit echter niet alleen, zoals zijn naam het zou kunnen laten vermoeden, in de staat Oregon. Men vindt hem langs heel de westkust van NoordAmerika, tussen de 35e en de 55e breedtegraad, dit is over meer dan 2000 km. Van west naar oost daarentegen, treft men hem vooral aan op de vlakte tussen de Stille Oceaan en het Cascadengebergte, dit is niet meer dan 150 km. De grootste Oregon Pine bossen liggen in de Canadese provincie British Columbia, meer bepaald op het Vancouver-eiland, alsook in de Amerikaanse staten Washington en Oregon. Alle douglassen ter wereld zijn rechtstreeks of onrechtstreeks afkomstig uit deze bossen. In natuurlijke bossen vindt men Oregon Pine in gelijksoortige bestanden, die geleidelijk overgaan in gemengde naaldhoutbossen. Vervolgens verdwijnt hij stilaan uit deze bossen, aangezien zijn zaailingen de “struggle for life” van de natuurlijke verjonging niet halen. Oregon Pine groeit niet in de scha-
duw van andere bomen. Het is een echte pionier, die goed gedijt op kale gronden. Zo zijn het vaak bosbranden die zijn ontwikkeling door natuurlijke verjonging in de hand werken. Braakliggende gronden worden vrij snel veroverd door zijn zaailingen. In de loop der jaren groeien andere houtsoorten in de schaduw van deze nieuwe bestanden. Uiteindelijk krijgen deze nieuwe soorten de overhand op de pioniers, tot een nieuwe brand uitbreekt.
De Europese douglasbestanden zijn vrij jong en komen slechts geleidelijk in productie. De gemiddelde leeftijd van douglas in Frankrijk bedraagt een twintigtal jaren. De Franse productie van douglas, die op het ogenblik ongeveer een miljoen m3 bedraagt, zal over 25 jaar vervijfvoudigd worden. In Frankrijk is douglas dankzij zijn opmerkelijke aanpassingskwaliteiten reeds meer dan 20 jaar de eerste houtsoort voor herbebossingen.
grotere breedte van de groeiringen in verhouding geen vermindering van de textuur mee, meer bepaald het verband tussen de hoeveelheid laathout en de breedte van de groeiring. Daarom is de dichtheid van Europese Douglas en Oregon pine uit plantages vergelijkbaar met die van Oregon pine van eerste generatie. Oregon pine is vrij stabiel mits hij goed gedroogd wordt en heeft neiging tot vorming van oppervlaktescheuren bij blootstelling aan de weersomstandigheden.
Uitzicht van het hout Europese douglas
Fiche houtsoorten
© Belgian WOODFORUM
Hoewel hij reeds rond 1830 ingevoerd werd in Groot-Brittannië en vervolgens in Duitsland, duurde het lang voor de douglas in Europa kon doorbreken van het park naar het bos. Het is slechts in het begin van deze eeuw dat de eerste belangrijke bosbestanden aangeplant werden. De echte doorbraak van de douglasspar in Europa situeert zich echter na de tweede wereldoorlog. Dan slechts verliet hij de marginaliteit om het statuut te krijgen van boomsoort met economische waarde. Met 350.000 hectare bestanden, beschikt Frankrijk over meer dan de helft van de Europese douglasbestanden, gevolgd door Duitsland, met 150.000 hectare. Qua oppervlakte bezitten Frankrijk en Duitsland zo’n 77 % van de douglasbestanden in de E.U., zoals blijkt uit onderstaande tabel. DOUGLAS IN DE EUROPESE UNIE Bron: Le douglas.A.FO.CEL. J. de Champs, 1997.
3
Landen Oppervlakten douglas (ha) Frankrijk 350.000 Duitsland 150.000 Groot-Brittannië 47.000 Spanje 30.000 België 18.000 Nederland 16.200 Italië 10.000 Ierland 7.600 Andere landen van de E.U. 7.600
Het spint is roomkleurig wit tot geel. Het kernhout is zalmkleurig tot roodachtig bruin. Onder invloed van het licht verkleurt het hout in tinten van rood. Opvallend is het contrasterende kleurverschil in de groeiringen tussen vroeghout en laathout. Zowel op het radiale als het kopse vlak komt dit goed naar voren in resp. een streeptekening of ringen. Op het tangentiaal vlak (dosse gezaagd hout of schilfineer) leveren deze kleurverschillen een fraaie vlamtekening op. De houtstralen zijn klein maar goed zichtbaar en geven op kwartier een vrij fijne structuur. De harsgangen zijn weinig talrijk maar harszakken komen veel voor. Versgezaagd hout verspreidt een typische citroengeur die bij droging verdwijnt. Eerste generatie Oregon pine vertoont zeer smalle groeiringen (niet meer dan één millimeter in de beste kwaliteiten). De nerf van tweede generatie Oregon pine en van Europese douglas is grover. Het hout is gewoonlijk rechtdradig.
Eigenschappen van het hout Oregon pine is matig zwaar. In tegenstelling tot wat het geval is bij de meeste andere naaldhoutsoorten, brengt bij Oregon pine een
Het kernhout behoort tot duurzaamheidsklasse III. Oregon pine mag in principe zonder verduurzaming toegepast worden voor buitenschrijnwerk, indien alle spint zorgvuldig verwijderd werd. Omwille van de gevoeligheid voor verblauwing is het evenwel ten zeerste aanbevolen een C1 - behandeling uit te voeren. Oregon pine bezit goede mechanische eigenschappen. Het is vrij hard en heeft een goede buigweerstand, zodat het bijzonder geschikt is voor structuren. Het is één van de hardste naaldhoutsoorten. Paradoxaal genoeg, vertoont het hout afkomstig uit sommige bossen uit de laag gelegen
© vzw HOUT
Kwaliteitsnormen Uit Noord-Amerika worden volgende kwaliteiten in België aangeboden: Voor schrijnwerkhout : Het gezaagd hout wordt ingevoerd in de kwaliteit “nr. 2 Clear & Better”, de topkwaliteit waarin slechts in zeer lichte mate spint en gezonde kwastjes toelaatbaar zijn. Het is uit de “nr. 2 Clear & Better” dat de befaamde “Oregon Kroon”kwaliteit afkomstig is, die gebruikt wordt voor fijn schrijnwerk en voor meubelmakerij.
© Walter Vanderhaegen / Arch. Planning
streken langs de kust zeer smalle groeiringen (1 mm) en is het toch zachter (en minder kleurrijk).
Fiche houtsoorten
© Belgian WOODFORUM
De tabel op pagina 6 geeft de belangrijkste fysische en mechanische eigenschappen weer van Oregon pine/Europese douglas
Multiplex en fineer Oregon multiplex, eertijds populair als verpakkingsmateriaal en voor constructieve doeleinden, wordt heden in België nog maar weinig ingevoerd en werd in grote mate vervangen door andere soorten, waaronder yellow pine. Meestal rechtdradig fineer op kwartier wordt in de landen van herkomst geproduceerd uit fijnjarige stammen, en in België ingevoerd.
Toelevering Het massieve Oregon pine wordt in België verhandeld in planken, battens en balken. De handelsmaten voor gezaagd hout bestemd voor timmerwerk en schrijnwerk worden in achterstaande tabel weergegeven.
4
Voor timmerhout: Het gezaagd hout wordt ingevoerd onder de kwaliteit “Select & Merchantable”. Gewoonlijk werd het in het land van herkomst visueel naar sterkte gesorteerd. Elke gesorteerde balk wordt als volgt gemerkt: “BS 4978 : 1988”, gevolgd door de naam van het onafhankelijk certificeringsorganisme (bv. “PLIB” of “COFI”), het nummer van de zagerij, de houtsoort en “SS”, hetgeen betekent “Special Struc-tural” of “GS”, hetgeen betekent “General Structural”, dit overeenkomstig de in het land van herkomst veel gebruikte visuele sterktesorteerklassen volgens de British Standard BS 4978 van 1988. Ook al verschilt het visueel sorteersysteem zoals beschreven in de Britse norm BS 4978 op een aantal punten van het systeem zoals beschreven in de Belgische STS 04, toch gaat het globaal om dezelfde methode. Er zijn overeenkomsten tussen beide systemen. Zo kan men voor wat de mechanische eigenschappen, en dus de rekenwaarden betreft, stellen dat de klasse SS gelijkgesteld kan worden met S8, en GS met S6. Er dient vermeld dat het best mogelijk is dat hout uit Noord-Amerika in België gesorteerd wordt en voorzien van een Belgisch merkteken S6 of S8. Een dergelijke stempel is dus in geen geval te beschouwen als een aanwijzing van de herkomst van het hout. De in België gesorteerde Oregon
pine wordt op een gelijkaardige manier gemerkt, aan de hand van een stempel die de volgende aanwijzingen geeft: * “ATG” gevolgd door het nummer van de technische goedkeuring, * “T.C.H.N./C.T.I.B.”, de naam van het controle-organisme (Technisch Centrum voor de Houtnijverheid), * “B” gevolgd door het certificeringsnummer * “STS 04”, het document dat de techniek voor de visuele sortering beschrijft, en uiteraard de visuele sterkteklasse “S6” of “S8”, gevolgd door een code voor de houtsoort en de dikteklasse.
Toepassingen Oregon pine is ongetwijfeld één van de meest polyvalente houtsoorten die op het ogenblik op de markt aanwezig zijn. Met zijn goede mechanische eigenschappen, is hij geschikt voor talrijke toepassingen in de bouw. Verder is hij door zijn gevlamd uitzicht op het tangentiale vlak (dosse) en zijn streeptekening op het radiale vlak (kwartier) zeer gegeerd voor
© Walter Vanderhaegen / Arch. Planning
betimmeringen (schroten, plafonds), deuren, balustrades, dakoversteken, traptreden, banken,... Gezien zijn natuurlijke duurzaamheid mag hij ook toegepast worden voor buitenschrijnwerk (buitenbetimmeringen, ramen, deuren,...), indien er tenminste geen spint meer aanwezig is, mits behandeling tegen verblauwing. De hardheid van Oregon pine wordt erg geapprecieerd voor parketten of plankenvloeren.
Fiche houtsoorten
© Belgian WOODFORUM
Ook voor meubels wordt Oregon pine gebruikt, onder de vorm van snijfineer of massief. Indien de groeiringen 1-3 mm breed zijn, dan is het hout, mits foutvrij, zeer geschikt voor ladders, onderdelen van turntoestellen, handvaten, gereedschap, enz. Ook in de mastbouw voor schepen is het een gewilde houtsoort. Daarbij wordt gebruik gemaakt van zijn goede verlijmbaarheid. Omwille van zijn goede natuurlijke weerstand tegen zwakke zuren (zoals azijnzuur) en alkalische stoffen, wordt Oregon pine gebruikt in de scheikundige industrie. Er zijn talrijke voorbeelden van bulkvaten en -kuipen in Oregon pine.
Drogen Oregon pine laat zich gemakkelijk drogen. Het hout vervormt weinig. Eenmaal op het juiste vochtgehalte blijft het stabiel. Teneinde scheurvorming te beperken, vooral bij grote doorsneden, is het aan te raden om het hout langzamer te drogen dan de meeste andere naaldhoutsoorten. Om harsuittreding te beperken, dient men het hout te drogen bij temperaturen die hoger zijn dan 70°C luchttemperatuur. Kleine secties kunnen zowel aan de lucht als kunstmatig gedroogd worden.
Bewerking en bevestiging
5
Het fijnjarig hout is gemakkelijk te
bewerken. De bewerking wordt een stuk moeilijker bij hout met een groeiringbreedte van 5 mm of meer (kans op loskomen bij de overgang van laathout naar vroeghout) of bij kwastrijk hout. De huidige houtbewerkingstechnieken kunnen echter een mooi glad oppervlak opleveren. Harsrijke stukken kunnen het gereedschap vervuilen. Gedroogd Oregon pine is zeer hard en daardoor minder gemakkelijk te nagelen, althans handmatig. Bij handmatig nagelen van kleine stukken heeft het hout neiging tot splijten. Het gebruik van schietpistolen biedt hier een uitkomst. Een andere mogelijkheid is voorboren. Oregon pine is gemakkelijk te lijmen, met alle gangbare lijmtypes. Oregon pine is een ideale houtsoort voor gelijmd gelamelleerd hout. Vooral wanneer zijn vochtgehalte boven 18-20 % komt, kan Oregon pine een corroderende werking hebben op bepaalde metalen. In contact met ijzer kunnen verkleuringen optreden. Aanbevolen wordt daarom roestvrij stalen bevestigingsmiddelen te gebruiken.
Oppervlakteafwerking Bij de afwerking van Oregon pine speelt het harsgehalte een rol. Als het hout goed wordt gedroogd en geen hars is uitgetreden, zijn er geen problemen en kunnen alle gangbare producten gebruikt worden. Anders is het aan te raden om het houtoppervlak te ontvetten vóór de afwerking. Treedt er later toch nog hars uit het hout, dan dient men het oppervlak eerst te ontvetten alvorens een nieuwe afwerkingslaag aan te brengen. Oregon pine, vooral in multiplex, leent zich goed tot oppervlaktebehandelingen door zandstralen of borstelen. Het laathout komt dan beter uit en de vlamtekening treedt naar voren. Door het verschil in hardheid en kleur tussen het vroeghout en het laathout te benadrukken maakt men bewust gebruik van één van de specifieke eigenschappen van Oregon pine.
© Walter Vanderhaegen / Arch. Planning
FYSISCHE EN MECHANISCHE WAARDEN VOOR OREGON PINE 1. FYSISCHE EIGENSCHAPPEN Volumieke massa bij 15% relatieve vochtigheid (kg/m3)
550
Evenwichtsvochtgehalte (in %)
bij 60% relatieve vochtigheid bij 90% relatieve vochtigheid
13,5 20,0
Krimp (in %)
van van van van
radiaal tangentiaal
Werken (in %) 2. MECHANISCHE EIGENSCHAPPEN
60 90 60 90
tot tot tot tot
30% 60% 30% 60%
relatieve relatieve relatieve relatieve
vochtigheid vochtigheid vochtigheid vochtigheid
0,8 1,2 1,3 1,9
van 30 tot 60% relatieve vochtigheid van 60 tot 90% relatieve vochtigheid
2,1 3,1
Buigsterkte in N/mm2
89
Elasticiteitsmodulus in N/mm2
13.500
Druksterkte evenwijdig aan de vezel in N/mm2
50
Schuifsterkte in N/mm2
9,5
Hardheid volgens Janka in N Duurzaamheidsklasse
kops langs
GANGBARE COMMERCIELE AFMETINGEN
VOCHTGEHALTE
1. Timmerhout
Aanbevolen vochtgehalte voor verschillende toepassingen van Oregon Pine
© Belgian WOODFORUM
Gangbare handelsmaten (in duim): dikte x breedte 3” x 9” (80x230mm) 3” x 8” (80x205mm) 21/2” x 7” (65x180mm) 21/2” x 6”(65x155mm)
Fiche houtsoorten
4.020 2.940 III
Toepassingen
Vochtgehalte in %
Parketten
8
2. Schrijnwerkhout
Binnendeuren
8
Gangbare handelsmaten (in duim): dikte x breedte 1” (26mm) 5/4” (32mm) 2” (52mm) 21/2” (65mm) 3” (80mm) 4” (105mm) 5” (130mm) 6” (155mm)
Meubilair
10
Binnenbetimmeringen
13
3. Gangbare lengten
Buitendeuren, ramen en glaslatten
12-18
Buitenbetimmeringen
15-18
Sporen en gordingen
12-17
Het gezaagd hout uit Noord-Amerika is gewoonlijk beschikbaar in lengten van pare voeten. Gemakkelijk te bekomen:
2,45/3,05/3,65/4,25/4,90/5,50/6,10 m.
Moeilijker te bekomen:
6,70/7,30/7,90/8,55/9,15/9,75 m.
Plinten en mouluren Binnentrappen: verwarmde ruimten niet verwarmde ruimten
13 ± 2 6-10 8-12
Gelijmd gelamelleerde spanten (max.) verwarmde ruimten 12 ± 2 niet verwarmde ruimten 14 ± 2
Gebaseerd op een artikel verschenen in “Houtblad” (NL), aangepast en vervolledigd door het Interfederaal Houtvoorlichtingscentrum en het Centre Luxembourgeois de l’U.L.B.
6
Het Belgian WOODFORUM werd gesticht door de Belgische houtsector met als specifieke missie het promoten van hout en de producten op basis van hout. Hierbij onderlijnt het de talrijke redenen die de keuze voor hout rechtvaardigen en stelt het de informatie nodig voor zijn correcte toepassing ter beschikking. www.woodforum.be