Grégoire Korganow Alcool
Verslaving anno 2015
Christophe Otzenberger m’a demandé pour son documentaire, voyage au coeur de l'alcool(isme), de photographier les personnages de son film. Ces femmes et ces hommes tentent d'en finir avec leur dépendance à l'alcool. Ils montrent leur visage en pleine lumière. J’ai eu envie d’être à la hauteur de leur courage. Je les ai regardés de très près. Ces visages marqués m’ont livré une histoire douloureuse et beaucoup de dignité.
Enkele prevalentie cijfers Alcohol: • • • •
10% mannen en 6 % vrouwen: meer dan aanbevolen consumpties resp. 5 % en 1%: problematisch drinkgedrag bijna 1/5 van de middelbare scholieren dringt wekelijks alcohol 8% van de studenten doet wekelijks aan bingedrinken
Cannabis: 1% dagelijks (studenten 5%...) - 20% ooit Opiaten: • minder dan 0,5% van de bevolking ooit • 1-6/1000 problematisch gebruik • Europa: 1 miljoen problematisch opiaat gebruik
Cocaine: 0,4% ooit (cf. alcohol 84%) Pathologisch gokken: 0,4%
Internet verslaving: in N/W Europa 2.6%
www.vad.be, Cheng 2014
Wat is verslaving ? Verslaving wordt gekenmerkt door langdurig compulsief gebruik van een middel - of gedrag - ondanks negatieve consequenties Positieve → negatieve bekrachtigers ‘Craving’ De vrije wil om te beslissen is aangetast en de focus ligt op het verslavend gedrag ondanks familiale, sociale, financiële, gerechtelijke, gezondheid,…problemen. Herval is een groot probleem, ook voor de hulpverlening en kan ook optreden na lange tijd van abstinentie, vb uitgelokt door bepaalde cue’s, stress, beschikbaarheid van het middel
Wat is verslaving ? Dynamisch kwetsbaarheidsmodel • middel, biopsychosociale factoren, stress, genetica, beloningssysteem
‘Brain Reward System’: mesocorticolimbisch dopamine systeem • • • •
beloningsfunctie (nucleus accumbens) motivatie, drive (orbitofrantale cortex) geheugen/automatisch gedrag (amygdala en hippocampus) beheersing van gedrag (prefrontale cortex)
Verstoring van het Brain Reward Circuit: ‘reward deficiency’
Wise, Koob 2014
Grégoire Korganow Alcool
- Het gebruik van psychofarmaca binnen de verslavingszorg: state of the art (dr. Marie-Cathérine Monté) - Verslavingszorg op de PAAZ: een eigentijds programma (dr. Marieke Waignein) - Gebruik van illegale middelen in de Brugse regio (dhr. Danny Schallier) - 'Nieuwe' verslavingen (dhr. Bruce Vrancken) - Dwang en drang: (g)een plaats in de verslavingszorg? (dr. Jürgen De Fruyt) - Ouderen en alcohol: minder drinken om langer te drinken... (dr. Lieve Lemey)
GEBRUIK VAN PSYCHOFARMACA BINNEN DE VERSLAVINGSZORG: STATE OF THE ART?
Marie-Catherine Monté Afdelingsarts VE 025
Gebruik van psychofarmaca binnen de verslavingszorg: State of the art?
1. Welke psychofarmaca? 2. Effectiviteit?
1. Psychofarmaca binnen de verslavingszorg
(Alcohol)
4 geregistreerde producten: Disulfiram (Antabuse®) Acamprosaat (Campral®) Naltrexon (Nalorex®) Nalmefeen (Selincro®)
Andere
DISULFIRAM
Antabuse®
Irreversibele inhibitie van ALDH -> Transpiratie, hoofdpijn, dyspnee, hypotensie, palpitaties, nausea, braken, sympathische hyperactiviteit Nevenwerkingen: moeheid, duizeligheid, hoofdpijn, dermatologische reacties, cardiale problemen, epileptische insulten, neuropathische pijn. NW kunnen ook zonder gelijktijdig gebruik van alcohol Contra-indicaties: myocardlijden, coronair lijden, ongecontroleerde hypertensie, Zwangerschap/borstvoeding, overgevoeligheid Po 500 mg/d gedurende 1 à 2 W en nadien 250 mg/d Inname onder toezicht! Opm: geen evidentie voor effect implant Medicamenteuze interacties O.a. warfarin, omeprazole, fenytoïne, BZD, theophylline, TCA, metronidazole
NALTREXON
Nalorex®
Mu-opioïd receptor antagonist Reductie beloningseffect alcohol, reductie craving Nevenwerkingen: meestal mild > 10 %: GI problemen, sedatieve effecten, hoofdpijn, duizeligheid < 0,1 %: transiënte verhoging van de leverenzymen < 0,01 %: idiopathische trombocytopenie, hallucinaties Hepatotoxiciteit bij 100-300 mg Directe en snelle ontwenning bij fysieke afhankelijkheid aan opiaten
Contra-indicaties: gelijktijdig gebruik van opiaten, acute hepatitis, leverfalen/ernstige leverfunctiestoornissen, nakende opiaatanesthesie, overgevoeligheid Po 50 -100 mg/d 1/d
Medicamenteuze interacties o.a. BZD, droperidol, amitryptilline, antihistaminica
NALMEFEEN
Selincro®
Mu-, delta-, kappa-opioid receptor antagonist Reductie beloningseffect alcohol Ptn met hoge drinking risk level (DRL) zonder fysieke ontwenningssymptomen die geen direct detoxificatie nodig hebben Belangrijkste verschillen met Naltrexon: Geen dosisafhankelijke levertoxiciteit Langere halfwaardetijd Meer effectieve binding aan de centrale opiaat-receptoren Nevenwerkingen: misselijkheid, duizeligheid, slapeloosheid, hoofdpijn Contra-indicaties: gelijktijdig gebruik van opioïden (“patient alert”), ernstig leverlijden, ernstig nierlijden, recente geschiedenis van ernstig alcoholonthoudingssyndroom (hallucinaties, convulsies, DT), overgevoeligheid 18 mg po, volgens ZN doseringsschema Inname 1-2 uur voor alcoholgebruik verwacht wordt. kan dagelijks, max 1 co/d
ACAMPROSAAT
Campral®
Normalisatie van de balans tussen excitatorische en inhibitorische pathways die zich aanpasten aan chronisch ethylgebruik. Nevenwerkingen: diarree, nervositas, moeheid.
Meestal beteren de klachten bij doorzetten van de therapie Contra-indicaties: nierinsufficiëntie, zeer ernstig leverlijden, zwangerschap, borstvoeding, overgevoeligheid. 2 comprimés po 3/d . Geen significante medicamenteuze interacties.
2. Effectiviteit farmacologische interventies (Current
drug abuse reviews, 2012, van den Brink)
2. Effectiviteit farmacologische interventies Bescheiden! Steeds combinatie met intensieve psychosociale ondersteuning!
Grote heterogeniteit binnen DSM-5 diagnose
-> Extra info over: - Stadium ziekteproces - Persoonsgebonden kenmerken van de ziekte
= STADIËRING = PROFILERING
Stadiëring Focus niet alleen op het eindstadium van de ziekte. Meer aandacht voor het ontwikkelingsperspectief. + : Duidelijke voordelen voor preventie en voor vroege detectie en behandeling. - : Risico van overdiagnostiek en medicalisering van normaal experimenteergedrag. -> + en - aspecten die voortdurend tegen elkaar moeten worden afgewogen.
Profilering Kenmerken op verschillende niveaus: persoonsgebonden, onderliggende psychodynamische of neurobiologische aspecten, genetica. + : Meer aandacht voor de individualiteit van de patiënt, betere zorg op maat. - : Risico dat patiënten pas behandeld worden na een lang diagnostisch proces, terwijl men direct had kunnen beginnen met een in veel gevallen effectieve cognitief gedragstherapeutische behandeling. Dat laatste geldt vooral voor patiënten in de vroegere stadia van de ziekte.
Stadiëring en profilering Stadiëring en profilering bij de diagnostiek en de behandeling van verslaafden kan een oplossing bieden voor de té grote heterogeniteit binnen de DSM-5-categorie ‘stoornis in het gebruik van een middel’. Gebruik van deze methoden zal leiden tot een betere voorspelling van het beloop, een betere inschatting van de vereiste zorgintensiteit en een betere indicatie voor specifieke (medicamenteuze) behandelingen. Dit zal op termijn leiden tot een effectievere en efficiëntere vorm van behandeling met minder terugval en met aanzienlijk minder kosten voor de maatschappij.
VERSLAVINGSZORG OP DE PAAZ: EEN EIGENTIJDS PROGRAMMA Dr. Waignein Afdelingsarts VE25
1 Wie zijn we? Multidisciplinair behandelteam. Dr. Monté en Dr. Waignein. Psycholoog (Vanhulle Thomas). Therapeutisch opgeleid verpleegkundig team. Sociaal assistent (Tanghe Davy). Ergotherapeuten.
Bewegingstherapeuten/kinesist. Telefoon secretariaat 050 45 23 90
2 Doelpopulatie Mensen met een verslavingsprobleem; Alcohol; Medicatie; Drugs (CI: IV heroïne); Gokken. Co-morbiditeit is geen contra-indicatie.
3 Opnamemogelijkheden VE 025
Spoedgevallen Epsi-Crem
Consultatie arts, psycholoog POC
Liaisonpsychiatrie
4 Visie Inzichtgevend, motiverend. Laagdrempelig. HV van de patiënt. Oplossingsgericht. Systeemgericht.
Zorg op maat. Zorgcontinuïteit.
5 Aanbod 5.1 Lichamelijke ontwenning 5.2 Co-morbiditeit (lichamelijk/psychiatrisch) 5.3 Sociale dienst 5.4 Therapeutisch aanbod
5.1 Lichamelijke ontwenning Doel: herstellen van het fysiologisch evenwicht, verminderen autonome hyperactiviteit.
. Zorgpad ontwenning alcohol. . Ontwenning medicatie. . Zorgpad onthoudingsdelier.
Staand order ontwenning alcohol
Verpleegkundig plan
Staand order onthoudingsdelier
5 Aanbod 5.1 Lichamelijke ontwenning 5.2 Co-morbiditeit (lichamelijk/psychiatrisch)
5.3 Sociaal 5.4 Therapeutisch aanbod
5.4 Therapeutisch aanbod Themalessen. C1/C2.
C3. Therapiegroep/opvolgingsgroep.
Individueel.
6 Nazorg VE 025 Therapieavond, opvolgingsgroep POC Consultatie arts, psycholoog Dagcentrum
Psychiatrisch ziekenhuis Andere
GEBRUIK VAN ILLEGALE MIDDELEN IN DE BRUGSE REGIO. Danny Schallier Case manager Middelen Crisis Eenheid Middelen (CrEM) AZ St Jan Brugge – Oostende AV/AZ Sint-Lucas Brugge
Maatschappelijke realiteit van de illegale middelen Grotere bereikbaarheid – beschikbaarheid. Een illegale markt van vraag en aanbod : dalende prijzen – bedenkelijke kwaliteit van de producten.
De verleiding van de snelle kick. De aantrekkingskracht van de drugcarrière. Kwetsbaarheid van het individu in de maatschappij.
Recreatief versus medicamenteus druggebruik. Poly-toxicomanie op de voorgrond : het gebruik van verschillende middelen gedurende een bepaalde periode.
Druggebruik in België (2008; 15-64 jaar) Ooit
< 1 jaar
< 30 dagen
Cannabis
14.3%
5.1%
3.1%
Amfetamines
-
0.9%
-
Cocaïne
-
0.9%
-
Druggebruik bij Brugse scholieren SO (2009) Ooit
< 1 jaar
< 30 dagen
Cannabis
25.3%
20.6%
12.1%
Amfetamines
4.2%
1.8%
0.4%
Cocaïne
3.1%
1.4%
0.3%
Druggebruik in het Vlaamse uitgaansleven (2012) Ooit
< 1 jaar
Cannabis
59%
32%
Amfetamines
21%
8%
Cocaïne
27%
14%
Druggebruik in de Brugse regio Getuigenis van een spoedverpleegkundige (MUG-dienst) :
“ Brugge heeft mooie historische gevels, maar wat zich soms achter deze gevels bevindt …” Taboe van de illegale middelen Camouflage van het druggebruik Het fenomeen van de “geïntegreerde druggebruiker” Drie producten nader belicht : cannabis, amfetamine en cocaïne
Cannabis : marihuana en hash Bewustzijnsverlagend – bewustzijnsveranderend (hallicunogeen) middel. Straatnamen : weed of wiet, shit, grass, skunk, stuff, wolle, sigaar, … Gebruikswijze : hoeveelheid weed wordt veelal vermengd met gewone tabak gerookt in een “joint”. Men spreekt van “een zakje van 5gr”… Populaire, meest besproken/aanvaarde drug. Van softdrug naar harddrug : stijging van het THC-gehalte Positieve effecten : kalmerend, sederend, zweverig en dromerig tripeffect, … Negatieve effecten : risico op depressie, paranoia en psychose. Vlaamse scholieren SO (2011-2012): 17% ooit, 10% laatste jaar, 11% laatste maand Vlaamse studenten hoger onderwijs (2013): 40% ooit, 22% laatste jaar (21% regelmatig, 5% dagelijks)
Amfetamine en cocaïne Bewustzijn verhogende en stimulerende middelen. Straatnamen : speed, pep voor amfetamine / coke, snow, white, “C” voor cocaïne, ….
Sterk aanwezig in recreatieve milieus. Gebruikswijze : beide producten worden voornamelijk gesnoven, speed wordt ook geslikt (bollen, bommetjes, pillen), cocaïne wordt “gebased” (inhaleren van dampen), ook mogelijkheid van intraveneuze toediening.
Vaak gecombineerd met alcoholgebruik (zgn. combigebruik). 1+1= 10 Positieve effecten : uithoudings- en prestatiestimulerend. Negatieve effecten : agitatie, agressie, psychose, ...
Het netwerk van de regionale hulpverlening : Ambulante specifieke drughulpverlening : De Sleutel Brugge, MSOC Oostende, Kompas Torhout. Ambulante hulpverlening Dubbel Diagnose : CGGZ, POC AZ St Jan, poliklinische raadplegingen. Residentieel : PAAZ AZ St Jan Brugge-Oostende en AZ St Lucas Brugge, PZ OLV St Michiels en PZ St Amandus Beernem. Crisis Eenheid Middelen (CrEM) – EPSI AZ St Jan Brugge - Oostende AV/AZ Sint-Lucas Brugge.
GAMEVERSLAVING Hoax of echt?
Bruce Vrancken
Ooit begonnen als satirische hoax door Ivan Goldberg in 1995. Vandaag melden steeds meer mensen die problemen ervaren met overmatig gebruik van games en het internet.
Wat? Momenteel geen consensus. Ook niet opgenomen in DSM 5 als (gedrag)verslaving, voornaamste reden is te weinig onderbouwde onderzoek. Nog veel discussie.
DSM 5 (sectie 3) Persisterend en recidiverend gebruik van internet om te gamen, vaak met andere spelers, wat leidt tot klinisch significante lijdensdruk of beperkingen’. Om internetgamingstoornis of – zoals het in de volksmond genoemd wordt – gameverslaving vast te stellen wordt er in de DSM-5 het volgende voorstel voor criteria beschreven:
DSM 5 (sectie 3) Preoccupatie met internetgames. Onthoudingssymptomen (prikkelbaarheid, angst of verdriet, depressieve gedachten). Tolerantiestijging. Onsuccesvolle pogingen om te minderen. Verminderde belangstelling voor andere activiteiten. Voortzetting van excessief gebruik.
DSM 5 (sectie 3) Liegen over de tijd die aan het gamen wordt besteed. Gebruik als vlucht. Heeft een belangrijke relatie, baan of opleidings- of carrièremogelijkheid in gevaar gebracht of verloren Om aan de diagnose gameverslaving te voldoen, moet iemand aan ten minste vijf van bovenstaande criteria over de duur van een jaar voldoen.
Aanvullende signalen Het gamen zoveel tijd in beslag dat het ten koste gaat van andere activiteiten. Toch is de tijd die iemand aan het gamen besteedt, niet voldoende om vast te stellen of iemand ook echt een probleem met dat gamen heeft. De speler zondert zich meer en meer af om te gamen en geraakt geïsoleerd. Het dag- en nachtritme vervaagt met als gevolg slaaptekort Eens aan spelen is er een verlies van zelfbewustzijn.
Aanvullende signalen Ook het tijdsbesef verdwijnt. De persoonlijke verzorging wordt verwaarloosd. De persoon voelt zich frequent ongelukkig of zelfs depressief. Eenzaamheid komt ook frequent voor. Financiële problemen.
Comorbiditeit Depressieve stemmingsstoornissen. ADHD. OCS.
Soorten MMORPG’s (Massive Multiplayer Online Role Playing Games) bvb. World of warcraft, The Sims online,… FPS (First person shooter) bvb. Medal of honor, Wolfenstein 3D, Call of duty,… Sociale media bvb. facebook (candy crush, farm ville,…)
Prevalentie in België (CLICK) Compulsief Gamen
11 % 12 – 17 j.
Gem. leeftijd: 15 j. Gem. gebruik: 2u26m – 5u45m 2,62 %
Volwassenen (18+)
Gem. leeftijd: 33 j. Gem. gebruik: 2u47m – 3u56m
Compulsief Internetgebruik
9,5 % Gem. leeftijd: 15 j. Gem. gebruik: 3u13m
5,52 % Gem. leeftijd: 37 j. Gem. gebruik: 4u55m
Compulsief Sociaal Mediagebruik
6,4 % Gem. leeftijd: 15 j. Gem. gebruik: 2u43m – 2u08m 2,9 % Gem. leeftijd: 34 j. Gem. gebruik: 2u40m – 3u07m
Aanbod AZ Sint-Jan Weinig tot geen onderzoek naar welke therapie werkt. Ons model rond gewoontevorming leent zich er wel toe. Poliklinisch ontwenningscentrum biedt ambulante begeleiding aan. Deze wordt momenteel verzorgd door J.P. Sucaet en B. Vrancken.
Aanbod AZ Sint-Jan Daarbij wordt sterk ingezet op contact leggen met de cliënt en hun steunfiguren. De blik verruimen van de cliënt en hun steunfiguren. Informatie geven omtrent de problematiek aan zowel cliënt als steunfiguren. Daarbij onduidelijkheden of “generatieverschillen” uit de weg helpen.
Aanbod AZ Sint-Jan We proberen een brug te maken tussen het gebruik en de “realiteit” De vraag van wat de cliënt zelf wil staat centraal. Evt. een registratie opdracht waarbij een tijdsregistratie van het spelen gebeurt alsook de betekenis van het spelen op dat moment. We gaan samen met de cliënt op zoek naar uitzonderingen.
Aanbod AZ Sint-Jan Bij comorbiditeit wordt samengewerkt met de andere disciplines. Een piste om tot een korte opname over te gaan behoort tot de mogelijkheden mocht dit nuttig blijken. We vragen de cliënten ook een VAT vragenlijst in te vullen voor en na de begeleiding om in eerste instantie te kunnen inschatten wat we doen ook werkt en ten tweede in de toekomst aan benchmarking te kunnen doen.
Of bel POC 050 45 23 90
Info
Minder spelen
Stoppen
DWANG EN DRANG: (G)EEN PLAATS IN DE VERSLAVINGSZORG? Dr. Jürgen De Fruyt Eenheid voor Psychiatrische Spoed Interventie AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV
Dwang: opgelegde interventie waaraan niet te ontkomen valt
• Bv. gedwongen opname. Drang: interventie waarbij een zekere keuze mogelijk is • Bv. residentiële begeleiding als ‘alternatief’ voor gedwongen opname.
Samenspel van maatschappij, justitie en geneeskunde.
Wisselend naargelang legale/illegale middelen, nieuwe versus oude verslavingen.
Verslaving als een dwang & drang problematiek, drang & dwang als noodzaak om los te komen van verslaving?
Wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke (WBPG). Wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt. Klinische aanpak.
Wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke (WBPG) 1. Patiënt lijdt aan een geestesziekte. 2. Patiënt brengt gezondheid en veiligheid ernstig in gevaar of vormt een ernstige bedreiging voor andermans leven of integriteit. 3. Er is geen andere geschikte maatregel.
Wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke (WBPG) 1. Patiënt lijdt aan een geestesziekte. • ‘Geestesziekte’ • ‘Ernstige’ geestesziekte Aard, aantal, duur van de symptomen Mate van disfunctioneren • Inschatting door arts en magistraat
Wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke (WBPG) 2. Patiënt brengt gezondheid en veiligheid ernstig in gevaar of vormt een ernstige bedreiging voor andermans leven of integriteit. • Complexe inschatting
• Medische versus maatschappelijke taak
Wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke (WBPG) 3. Er is geen andere geschikte maatregel. • Subsidiariteitsbeginsel: keuze voor doeltreffende maar minst ingrijpende interventie
Wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke (WBPG) Incidentie: 47/100.000 • ± 80% spoed procedure: uitzondering is regel geworden! Primaire diagnose: 28% aan middelen gebonden stoornissen (tweede plaats) Secundaire diagnose: 19% aan middelen gebonden stoornissen (eerste plaats)
Wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt Regelt de algemene rechtspositie van de patiënt, rechten en plichten. Artikel 14: rechten van meerderjarige wilsonbekwame patiënten • Betreft patiënten die ten gevolge van ziekte of ongeval niet meer bekwaam zijn zelf hun rechten zelf uit te oefenen • Inschatting door betrokken hulpverlener!
Wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt Door de patiënt benoemde vertegenwoordiger Niet door de patiënt benoemde vertegenwoordiger • Partner, meerderjarig kind, ouder, meerderjarige broer of zus…
Belangenbehartiging door de zorgverlener • ‘in multidisciplinair overleg’!
Wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt Beslissings(on)bekwaamheid: • Begrijpen van de relevante informatie; • Het beseffen en waarderen van de informatie voor de eigen situatie; • Het logisch redeneren en betrekken van de informatie in het overwegen van de behandelopties; • Het kenbaar maken van een keuze.
Veys, 2008
Klinische aanpak Start van behandeling: • Bv. Johnson interventie: confrontatie in context van gezin/sociale groep met gevolgen van middelen gebruik Psychotherapie: • Stellen van grenzen: bv. contracten (bestraffend, belonend), drug testen Farmacotherapie: • Bv. Antabuse, depot of implantatie van naltrexone, cocaïne vaccin Doeltreffendheid van behandeling tijdens GO • Eigen aan behandeling op zich • 63% van GO patiënten oordeelde opname als gerechtvaardigd, 3 maand na opname Priebe et al., 2010
DWANG EN DRANG: EEN PLAATS IN DE VERSLAVINGSZORG. Dr. Jürgen De Fruyt Eenheid voor Psychiatrische Spoed Interventie AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV
OUDEREN EN ALCOHOL:
minder drinken om langer te drinken…
Dr. Lieve Lemey
OUDEREN EN MIDDELENMISBRUIK
Ouderen en alcohol Context: demografie. Veroudering en alcohol. Aanbevolen drinklimieten voor ouderen.
Prevalentie. Gezondheid en alcohol. Risicofactoren voor problematisch alcoholgebruik op oudere leeftijd. Risicofactoren i.f.v. ‘age of onset’. Herkennen van alcoholproblemen op oudere leeftijd. Aandachtspunten voor behandeling.
Bevolkingspyramide / leeftijdsgroep van 5 jaar / 10 000 inwoners
1880
2008
Babyboomgeneratie
Veroudering en alcohol Ouderen gevoeliger voor effecten van alcohol Afname totale hoeveelheid lichaamsvocht. Veranderingen in metabolisme t.h.v. maag.
Verminderde klaring t.h.v. lever en nier. ‘Eindorganen’ minder goed bestand tegen de toxische effecten van alcohol. Interactie met geneesmiddelen. Oudere mens ‘fragieler’. Geringere hoeveelheid alcohol leidt bij ouderen vlugger tot intoxicatie en orgaanschade. Nood aan aanbevelingen m.b.t. verantwoord drinkgedrag bij ouderen.
Standaard alcohol consumptie
Aanbevolen drinklimieten voor ouderen VS: National Institute on Alcohol Abuse and Alcoholism www.niaaa.nih.gov +65 (gezond, geen medicatie): maximum 3/d maximum 7/w lagere hoeveelheden voor vrouwen Canada: www.ccsa.ca ‘always consider age, weight, health problems, medication that might suggest lower limits’ mannen: max 3/d; max 4/gelegenheid; max 15/w vrouwen: max 2/d; max 3/ gelegenheid; max 10/w
Aanbevolen drinklimieten voor ouderen Nederland: www.alcoholinfo.nl +55 mannen: maximum 2/d; vrouwen: maximum 1/d Frankrijk: www.alcoolservice.fr geen specifieke melding mbt ouderen; wel advies minder te drinken als chronische aandoening mannen: max 3/d; vrouwen: max 2/d UK: www.rcpsych.ac.uk + 60 mannen: maximum 3/d; vrouwen: maximum 2/d
Aanbevolen drinklimieten voor ouderen Vlaanderen: richtlijnen voor gezonde volwassenen: mannen: maximum van 21 consumpties / w maximum van 5 consumpties/gelegenheid
vrouwen: maximum van 14 consumpties/w maximum van 3 consumpties/gelegenheid minimum 2 alcoholvrije dagen/w ouderen wordt geadviseerd om bij voorkeur minder te drinken dan de aanbevolen hoeveelheden voor gezonde volwassenen Adviestekst VAD, 2009 www.vad.be
Problematisch alcoholgebruik op oudere leeftijd: prevalentie Weinig uniformiteit in prevalentie cijfers. Europees onderzoek: • Frankrijk: problematisch alcoholgebruik: 9% (Cage; n: 370; gemiddelde leeftijd 79j) • UK: overschrijden dranklimieten RC: 5% van mannen; 2,5% vrouwen • (n: 14962; 75+)
Ganry et al; 2000
Hajat et al; 2004
België: (n: 4825; 65+) • Ongezond drinkgedrag: 20,5% (NIAAA) • Problematisch drinkgedrag: 4,7% (Cage)
Hoeck en Van Hal, 2012
Problematisch alcoholgebruik op oudere leeftijd: prevalentie Prevalentie problematisch alcoholgebruik neemt toe met de leeftijd tot 45 à 60jaar; nadien geleidelijke afname
aanwijzingen dat de babyboomgeneratie meer zou drinken • grotere beschikbaarheid alcohol • meer geaccepteerde cultuur van alcoholgebruik • meer vrije tijd / meer sociale contacten • meer financiële middelen => ‘stille epidemie’ Hoeck en Van Hal: Unhealthy Drinking in the Belgian Elderly Population: Prevalentie and Associated Characteristics. Eur J Publ Health 2012; 1-7.
Alcohol, gezondheid en levensverwachting Alcohol and mortality: U-shaped curve (Lancet, 1981) Non-drinkers: higher cardiovascular mortality Moderate drinkers: better health, cognitive functions Heavy drinkers: higher non-cardiovascular mortality
Licht tot matig alcoholverbruik: risico op hart - en vaatziekten, diabetes, osteoporose, dementie => + effect op levensverwachting Overmatig alcoholgebruik: risicogedrag, diverse somatische en psychische gezondheidsproblemen
Overmatig alcoholgebruik en gezondheid Somatische problemen i.k.v. overmatig alcoholgebruik Leverfunctiestoornissen Gastritis, maagulcera, slokdarmvarices GI maligne aandoeningen Ischemisch hartlijden, hypertensie, hartritmestrn, hartfalen Vit B12 en foliumzuurdeficiëntie, anemie Valpartijen, fracturen Hypoglycemie, lipidenstoornissen, moeilijk controleerbare diabetes Aspiratiepneumonie Interacties met medicatie ...
Overmatig alcoholgebruik en gezondheid Neurotoxische effecten van alcohol Cognitieve functies zijn bij ouderen (in vgl met jongere volw) meer gestoord na 1 standaardconsumptie alcohol Ouderen die meer dan 21 consumpties/w gebruiken scoren, in nuchtere toestand, slechter op cognitieve testing Chronisch alcoholisme: vnl stoornissen in executieve functies, verminderde zelfkritiek, stoornissen in visuospatiële functies (leeftijd hierbij belangrijker factor dan jaren alcoholgebruik) Atkinson; 2002 Onthoudingsdelier, alcoholgerelateerde cerebellaire degeneratie, alcoholgerelateerde hallucinose, … Wernicke – encefalopathie Korsakov dementie
Problematisch alcoholgebruik op oudere leeftijd: risicofactoren Hoge alcoholconsumptie op volwassen leeftijd. Man. Positieve familiale anamnese. Onderliggende psychiatrische aandoening • 70% van oudere vrouwen en 50% van oudere mannen met alcoholproblematiek: ook psychiatrische stoornis • depressie en alcoholgebruik: sterke associatie prevalentie van alcoholabusus 3à4 hoger bij depressieve ouderen alcohol: – invloed op beloop van depressie en risico op suïcide Epstein ea, 2007; Blow, 2004; Devanand, 2002; LASA, 2000 Lichamelijke ziekte geassocieerd met pijn en slapeloosheid.
Psychosociale factoren: eenzaamheid, gebrek aan daginvulling, financiële problemen.
Problematisch alcoholgebruik op oudere leeftijd: risicofactoren i.f.v. ‘age of onset’ Bij 70% van de ouderen is alcoholproblematiek ontstaan voor het 55ste jaar: ‘early onset’ ‘Late onset’: na 55ste problematisch geworden: risicofactoren • Meer bij vrouwen • + associatie met hoger opleidingsniveau / hoger inkomen • + associatie met actieve en sociale levensstijl • + associatie met betere gezondheidsstatus of perceptie van eigen gezondheid • Matig gebruik wordt problematisch na stressvolle gebeurtenis (bvb verweduwing)
Herkennen van alcoholproblemen op oudere leeftijd Weinig spontane hulpvragen van de ouderen zelf Onderrapportage door omgeving: schaamte, ontkenning, minder ‘storend’, minder in contact met justitie, omgeving toegeeflijker, dat ene pleziertje niet willen ‘afpakken’, ‘gewoonte’, …
‘Late onset’ drinkers ontsnappen aan aandacht Ook na opname in ziekenhuis vaak niet herkend: slechts 22% van de artsen op spoedafdeling blijken alcoholproblemen bij ouderen te herkennen Adams ea, 1996 Age-ism: the hidden pitfall?
Herkennen van alcoholproblemen op oudere leeftijd: vaak aspecifieke presentatie Vage lichamelijke klachten: Vermoeidheid, malaise, vermagering, maag- en darmklachten, hartklachten, … Vage psychische klachten: Verwardheid, depressie, geheugenproblemen, angst, … Sociale problemen: Verwaarlozing, vervuiling, … Atypische ontwenningsverschijnselen: Moeilijke differentiatie met andere leeftijdsgebonden ziektebeelden (bvb dementie)
Ontwenningsverschijnselen ifv leeftijd symptomen
ouderen (+60 jaar)
jongeren
angst
77%
89%
cognitieve disfunctie
50%
8%
depressie
65%
50%
slapeloosheid
27%
19%
prikkelbaarheid
40%
25%
misselijkheid
12%
25%
psychomotorische opwinding
25%
22%
tremor
92%
86%
algemene zwakheid
48%
8%
arteriële hypertensie
88%
69%
4%
33%
43%
19%
hoofdpijn slaperigheid overdag
Cfr Oxford Textbook of Old Age Psychiatry, 2008
Overmatig alcoholgebruik bij ouderen: aandachtspunten voor behandeling Detoxificatie principes ≈ jongere volw. • Kortwerkende benzo’s hebben de voorkeur • Thiamine (cave ook andere vit deficiënties) • Ontwenningssymptomen vaak van langere duur Aandacht voor lichamelijke complicaties. Farmacotherapie: • Disulfiram: weinig gebruikt bij ouderen omwille van risico’s • Acamprosaat • Naltrexone • Nalmefene Psychotherapie met aandacht voor specifieke contextuele factoren en aangepast aan de dynamiek van de levensfase
Take home message Ouderen gevoeliger voor toxische effecten alcohol => Aangepaste drinklimieten. Is er een ‘stille epidemie’ op komst? Profiel van de ‘late onset’ problematische drinker ‘Minder drinken om langer te drinken’ Problematisch alcoholgebruik bij ouderen soms aspecifieke presentatie Ontwenningssymptomen: vaak atypisch. In de detoxificatie zijn langwerkende benzo’s te vermijden.