SECTORFOTO
Grafische nijverheid 2008
Departement Werk en Sociale Economie
Colofon Samenstelling: Vlaamse overheid Beleidsdomein Werk en Sociale Economie Departement Werk en Sociale Economie Koning Albert II-laan 35 bus 20 1030 Brussel Tel 02/553 42 56
[email protected] Verantwoordelijke uitgever: Dirk Vanderpoorten Secretaris-generaal Depotnummer: D/2008/3241/332 Lay-out: Vingerhoets.com Uitgave: december 2008
Synthese • In 2007 werkten 8.649 werknemers in de Vlaamse grafische sector, dit is een aandeel van 0,4% in de totale loontrekkende tewerkstelling in Vlaanderen. Het aantal werknemers in de sector is gedaald ten opzichte van de voorgaande jaren. • De grafische sector is een overwegend mannelijke sector, met 75,2% mannelijke werknemers. • Het gros van de tewerkstelling in de sector is te vinden in kmo’s met 20 tot 200 werknemers. • In 2007 ontving VDAB 1.925 vacatures uit de grafische sector, voornamelijk voor laaggeschoold personeel. • De jobmobiliteit in de grafische sector is relatief beperkt. Ten opzichte van het Vlaams gemiddelde komen er jaarlijks weinig werknemers bij (7,7%), en gaan er weinig weg (9,7%). • In 2007 werden 185 IBO’s opgestart in de sector, 1,3% van alle IBO’s in Vlaanderen. In vergelijking met het aandeel van de sector in de tewerkstelling is dit dus een groot aandeel in de IBO’s. • In 2006 heeft 21,1% van de werknemers in de grafische sector deelgenomen aan een opleiding, tegenover een Vlaams gemiddelde van 32,5%.
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Grafische nijverheid 2008
3
Voorwoord Sectoren zijn een belangrijke motor in het Vlaamse arbeidsmarktbeleid. We denken hierbij bijvoorbeeld aan acties in het kader van diversiteit, opleiding van werknemers en toeleiding van leerlingen en werkzoekenden naar de arbeidsmarkt. Via de sectorconvenants (protocollen tussen de Vlaamse Regering en sectoren) engageren de sectorale sociale partners zich om de prioriteiten van het arbeidsmarktbeleid mee gestalte te geven. Op die manier werkt het sectorale beleid versterkend ten aanzien van het Vlaamse arbeidsmarktbeleid. In 2001 werd de eerste generatie sectorconvenants afgesloten in het kader van het Vlaams Werkgelegenheidsakkoord 2001-2002. De bestaande samenwerking van de Vlaamse Regering met de sectoren d.m.v. sectorconvenants werd later telkens verlengd en uitgebreid op basis van de volgende Werkgelegenheidsakkoorden. Anno 2008 is het vooral de Competentieagenda die inspirerend werkt op de werking van de sectorconvenants. Via de sectorconvenants trachten de sectoren meer mensen aan het werk te krijgen en houden en elk talent te (h)erkennen, ontwikkelen en benutten. Om de sectorconvenants en de sectoren te kunnen plaatsen binnen een socio-economisch kader, worden sectorfoto’s gemaakt die we ter beschikking stellen van de sectoren en publiek maken via de portaalsite www.werk.be. Op deze website kan u ook de gehanteerde cijferreeksen en uitleg bij de methodologie terugvinden. We geloven namelijk in de sectorfoto’s als steunpunt én hefboom om in overleg met de sectoren en vanuit een sectorale invalshoek een strategische visie te ontwikkelen als antwoord op de huidige en toekomstige uitdagingen van de arbeidsmarkt. Sectoren krijgen aan de hand van de sectorfoto’s zicht op de realiteit in hun sector en op hun positie ten opzichte van het Vlaamse gemiddelde. Dit kan inspirerend werken bij de totstandkoming van nieuwe sectorconvenants (verlengingen) of kan sectoren aanzetten om tussentijds bij te sturen. Alle gepubliceerde sectorfoto’s werden eerst gekeurd en goed bevonden door de sectorale sociale partners. We beseffen dat de onderstaande cijfers, tabellen en grafieken geen perfecte weergave zijn van de sectorale dynamiek. Misschien had uzelf als fotograaf vanuit een ander perspectief een andere kadering gekozen of gefocust op andere elementen. We nodigen u dan ook uit om dit instrument gaandeweg samen met ons te blijven versterken. We hopen met deze snapshots alvast het sectoraal beleid verder te inspireren.
Dirk Vanderpoorten Secretaris – generaal, departement Werk en Sociale Economie
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Grafische nijverheid 2008
4
Inhoudsopgave SYNTHESE
3
VOORWOORD
4
INHOUDSOPGAVE
5
1. INLEIDING
6
2. HET AANTAL VLAAMSE WERKNEMERS
7
3. AANTAL JOBS EN VESTIGINGEN IN VLAANDEREN
9
4. KENMERKEN VAN DE BEROEPEN EN VACATURES
11
5. JOBMOBILITEIT
14
6. OPLEIDINGSINSPANNINGEN
17
7. DE INDIVIDUELE BEROEPSOPLEIDING IN DE ONDERNEMING
18
8. DIVERSITEITSPLANNEN
20
Figuren 1: Loontrekkende werknemers naar achtergrondkenmerken (Vlaams Gewest, 2007)
8
2: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005)
9
3: Werknemersstromen in de grafische sector (Vlaams Gewest, 2003-2004)
14
4: Werknemersstromen naar statuut (Vlaams Gewest, 2003-2004)
16
Tabellen 1: Evolutie van het totale aantal Vlaamse werknemers in de grafische sector (2005-2007)
7
2: Aantal Vlaamse werknemers en verdeling naar achtergrondkenmerken (2007)
8
3: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005)
9
4: Verdeling van de vestigingen naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005)
10
5: Kenmerken van de ontvangen vacatures in de grafische sector (Vlaams Gewest, 2007)
11
6: Overzicht van de belangrijkste beroepen en vacatures in de grafische sector (Vlaams Gewest, 2007)
12
7: Werknemersstromen in de grafische sector (Vlaams Gewest, 2003-2004)
14
8: Werknemersstromen naar statuut (Vlaams Gewest, 2003-2004)
15
9: 0pleidingsinspanningen in de bedrijven in de grafische sector (België, 2006)
17
10: Kenmerken van de opgestarte IBO’s (Vlaams Gewest, 2007)
18
11: Diversiteitsplannen (Vlaams Gewest, 2007)
20
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Grafische nijverheid 2008
5
1. Inleiding De werknemers uit de grafische sector behoren tot het PC 130 (Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst- en dagbladbedrijf). Deze sector betreft werknemers, werkzaam in de nace-activiteit 22.2 (drukkerijen en aanverwante activiteiten). De werkgevers uit de sector worden aangeduid met werkgeverskengetal 036. De databestanden waarmee de cijfers uit deze sectorfoto opgemaakt zijn, zijn steeds afgebakend volgens óf paritair comité óf nace-codes. Een afbakening volgens paritair comité geeft gewoonlijk een licht verschillende populatie dan bij een afbakening op basis van nace-code, maar dit staat een correcte interpretatie van de cijfers niet in de weg. De resultaten van de analyse worden per sector steeds afgewogen tegen een gemiddelde voor alle sectoren samen. Hierdoor kan vastgesteld worden of de sector beneden- of bovengemiddelde cijfers haalt voor de verschillende indicatoren. De sectorfoto biedt zo een globaal cijfermatig portret van de sector. Een uitgebreide toelichting over de gebruikte methodologie/bronbestanden kan u terugvinden op www.werk.be. De cijfers die in deze sectorfoto gebruikt worden, evenals in de sectorfoto’s van andere sectoren, worden u integraal online aangeboden. Ook de sectorfoto’s zijn downloadbaar in pdf-formaat.
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Grafische nijverheid 2008
6
2. Het aantal Vlaamse werknemers Voor het berekenen van het aantal loontrekkende werknemers in de grafische sector maken we gebruik van de gecentraliseerde statistieken van de RSZ1. In die statistieken wordt geteld met aantal werknemers naar woonplaats. De afbakening is gebeurd op basis van PC 130. De grafische sector telde in het tweede kwartaal van 2007 8.649 Vlaamse loontrekkende werknemers in Vlaanderen. In alle sectoren samen waren op dat moment 2.045.049 loontrekkende Vlamingen actief. De grafische sector is dus goed voor een aandeel van 0,4% van alle Vlaamse loontrekkenden. Ten opzichte van 2005 is het aantal loontrekkenden met 468 personen gedaald, wat neerkomt op een daling van -5,1% op 2 jaar tijd. De grafische sector lijkt de algemene, dalende trend in de industriële sectoren enigszins te volgen. Tabel 1: Evolutie van het totale aantal Vlaamse werknemers in de grafische sector (2005-2007) Grafische sector
(n)
2005
2006
2007
9.117
8.936
8.649
-2,0%
-3,2%
532.372
529.258
-0,1%
-0,6%
2.014.451
2.045.049
+1,1%
+1,5%
(%) Secundaire sector
(n)
533.119
(%) Alle sectoren
(n)
1.992.293
(%)
Bron: Gecentraliseerde statistiek RSZ-DMFA, toestand op 30/06/2005-2007 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
• In de grafische sector zijn meer mannen dan vrouwen tewerkgesteld: iets meer dan driekwart van de loontrekkenden is man, tegenover 54,8% loontrekkende mannen gemiddeld in het Vlaams Gewest. • Ten opzichte van het Vlaams gemiddelde werken er iets meer werknemers die tussen 25 en 49 jaar oud zijn in de sector (72,8% ten opzichte van 69,2% gemiddeld). Zowel jongeren als oudere werknemers zijn licht ondervertegenwoordigd in de grafische sector. • In de grafische sector is 86,8% van de loontrekkende werknemers actief in een voltijds arbeidsregime, wat een oververtegenwoordiging is in vergelijking met het gemiddelde in het Vlaams Gewest (67,4%).
De gecentraliseerde statistieken worden opgemaakt op basis van de onderneming als een homogeen geheel en worden geteld naar personen. Hierdoor worden dubbeltellingen door personen met meerdere jobs uitgezuiverd. 1
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Grafische nijverheid 2008
7
Tabel 2: Aantal Vlaamse werknemers en verdeling naar achtergrondkenmerken (2007) Grafische sector
Totaal Vlaams Gewest
n
%
%
8.649
100,0
100,0 (n=2.045.049)
Mannen
6.500
75,2
54,8
Vrouwen
2.149
24,8
45,2
Arbeiders
8.649
100,0
38,7
Bedienden
-
-
48,5
Ambtenaren
-
-
12,8
Totaal aantal Geslacht
Statuut
Leeftijdsklasse 18-24 jaar
677
7,8
9,8
25-49 jaar
6.298
72,8
69,2
50-64 jaar
1.657
19,2
20,1
17
0,2
0,8
Voltijds
7.505
86,8
67,4
Deeltijds
1.144
13,2
28,7
-
-
3,8
Andere (-18 en +65) Arbeidsregime
Speciaal regime
Bron: Gecentraliseerde statistiek RSZ-DMFA, toestand op 30/06/2007 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
Figuur 1: Loontrekkende werknemers naar achtergrondkenmerken (Vlaams Gewest 2007) Ambtenaren
Andere 50-64
Vrouwen
Andere
Speciaal regime 100%
Deeltijds
90%
50-64 Deeltijds
Vrouwen
80% 70% 60% 50%
Bedienden
40% 30%
Mannen
Mannen
Arbeiders Arbeiders
Grafische sector
Vlaams Gewest
Grafische sector
Geslacht
Vlaams Gewest
20%
25-49
25-49
18-24
18-24
Voltijds
Voltijds
Grafische sector
Vlaams Gewest
Grafische sector
Vlaams Gewest
Statuut
Leeftijd
10% 0%
Arbeidsregime
Bron: Gecentraliseerde statistiek RSZ-DMFA, toestand op 30/06/2007 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Grafische nijverheid 2008
8
3. Aantal jobs en vestigingen in Vlaanderen De cijfergegevens betreffende het aantal jobs en vestigingen zijn gebaseerd op de gedecentraliseerde statistieken van de RSZ. Binnen deze statistieken telt men met arbeidsplaatsen naar werkplaats. De afbakening is gebeurd op basis van werkgeverskengetal 036. In 2005 is de grafische sector goed voor een totaal van 8.827 jobs of 0,6% van het totale aantal jobs in de Vlaamse privésector. Veel werknemers uit de grafische sector werken in kmo’s. Het aantal micro-ondernemingen en grote bedrijven is eerder beperkt. Meer dan de helft van alle werknemers uit de sector (55,9%) werken in bedrijven met 20 tot 200 jobs. Tabel 3: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005) Grafische sector Ondernemingsgrootte
Totaal Privésector
n
%
%
8.827
100,0
100,0 (n=1.544.659)
1 tot 4 jobs
577
6,5
10,8
5 tot 9 jobs
702
8,0
9,7
10 tot 19 jobs
1.023
11,6
10,6
20 tot 49 jobs
2.047
23,2
16,1
50 tot 99 jobs
1.162
13,2
12,2
100 tot 199 jobs
1.726
19,6
11,3
200 tot 499 jobs
1.174
13,3
13,7
500 tot 999 jobs
416
4,7
7,5
-
-
8,3
Totaal
Meer dan 1.000 jobs
Bron: Gedecentraliseerde statistiek RSZ, toestand op 31/12/2005 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
Figuur 2: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005) 23,2%
25% 19,6%
20%
16,1%
10,8% 6,5%
9,7%
13,2% 12,2%
11,6% 10,6%
13,3%13,7%
15%
11,3%
8,0%
8,3%
7,5%
10%
4,7% 5% 0,0% 1-4
5-9
10-19
20-49
50-99
100-199
200-499
500-999
+1.000
0%
Ondernemingsgrootte (aantal werknemers)
Grafische sector Privésector Bron: Gedecentraliseerde statistiek RSZ, toestand op 31/12/2005 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Grafische nijverheid 2008
9
In tabel 4 vinden we de verdeling van de inrichtingen naar ondernemingsgrootte. Het gaat hier om alle vestigingen van alle bedrijven, niet om de bedrijven in hun geheel. In 2005 telt de grafische sector 947 inrichtingen, wat goed is voor 0,7% van het totale aantal inrichtingen in de Vlaamse privésector. Tabel 4: Verdeling van de vestigingen naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005) Grafische sector Ondernemingsgrootte
Totaal privésector
n
%
%
Totaal
947
100,0
100,0 (n=141.744)
1 tot 4 jobs
478
50,5
65,9
5 tot 9 jobs
192
20,3
16,2
10 tot 19 jobs
120
12,7
8,5
20 tot 49 jobs
95
10,0
5,8
50 tot 99 jobs
28
3,0
1,9
100 tot 199 jobs
21
2,2
0,9
200 tot 499 jobs
10
1,1
0,5
500 tot 999 jobs
2
0,2
0,1
Meer dan 1.000 jobs
-
-
0,0
Onbekend
1
0,1
0,2
Bron: Gedecentraliseerde statistiek RSZ, toestand op 31/12/2005 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Grafische nijverheid 2008
10
4. Kenmerken van de beroepen en vacatures Voor de afbakening van vacatures uit de grafische sector maakt de VDAB gebruik van een indeling naar nace-code 22.2. Het betreft vacatures uit het normaal economisch circuit zonder interimopdrachten. Zowel de vacatures uit het AMI-systeem, die beheerd worden door consulenten van de VDAB, als de vacatures uit Jobmanager, die door de werkgever zelf worden ingevoerd, zijn opgenomen in de cijfers. Bij de interpretatie van de gegevens moet men rekening houden met het feit dat de sectoren ook andere pistes bewandelen in hun aanwervingsbeleid. Zoals ook uit tabel 6 blijkt, worden in deze vacaturecijfers niet enkel vacatures voor arbeiders opgenomen, maar ook voor bedienden. Het gaat hier immers om alle vacatures van bedrijven uit de grafische sector. Tabel 5: Kenmerken van de ontvangen vacatures in de grafische sector (Vlaams Gewest, 2007) Grafische sector
Vlaams Gewest
n
%
%
1.925
100,0
100,0 (n=281.661)
Antwerpen
339
17,6
23,3
Vlaams-Brabant
141
7,3
12,7
West-Vlaanderen
582
30,2
25,8
Oost-Vlaanderen
784
40,7
18,6
Limburg
50
2,6
9,0
Buiten Vlaanderen
29
1,5
10,5
1.382
71,8
45,3
Midden
350
18,2
22,0
Hoog
193
10,0
32,7
Totaal Vestigingsplaats bedrijf
Studieniveau2 Laag
Gevraagde ervaring <6 maanden
1.527
79,3
60,1
6 maanden - 2 jaar
216
11,2
26,1
+2 jaar
182
9,5
13,8
69
9,8
8,0
Jobkanaal
3
Bron: VDAB (Bewerking departement WSE)
• Van alle vacatures die VDAB in 2007 van de grafische sector ontving waren 71,8% voor laaggeschoold personeel. Voor alle vacatures uit alle sectoren die VDAB ontving bedroeg dit aandeel slechts 45,3%. Amper 10% van de vacatures vereist een diploma hoger onderwijs, tegen 32,7% voor alle vacatures in Vlaanderen.
Definitie onderwijsniveau: (1) laag: max. secundair onderwijs 2de graad of wanneer geen minimum studienveau vermeld werd door de werkgever; (2) midden: secundair 3de of 4de graad; (3) hoog: hoger onderwijs. 3 Jobkanaal is een rekruteringskanaal dat zich exclusief richt op werkzoekende ouderen, personen met een handicap en allochtonen. Het aandeel wordt berekend door het aantal vacatures ontvangen via jobkanaal te delen door het totaal aantal vacatures in het AMI-systeem (vacatures in beheer van VDAB-consulenten), dus exclusief jobmanager. 2
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Grafische nijverheid 2008
11
• Voor bijna 8 op 10 vacatures uit de grafische sector was weinig of geen ervaring vereist. • 9,8% van de vacatures die VDAB ontving werd via Jobkanaal geplaatst, tegenover een Vlaams gemiddelde van 8%. Voor 41 beroepen in de grafische sector werden in 2007 minstens 10 vacatures ontvangen. In totaal waren er 1.925 vacatures (uit het NEC zonder interim) voor de grafische sector, dit is 0,7% van het totale aantal vacatures bij VDAB uit het NEC zonder interim in heel Vlaanderen. 18 van de 41 beroepen zijn volgens VDAB knelpuntberoepen, maar het belangrijkste knelpunt zijn de drukkers. Volgens de VDAB-analyse van knelpuntvacatures gaat het voornamelijk om een kwantitatief knelpunt. Hoewel VDAB zelf opleidingen tot drukker organiseert, is dit niet voldoende om aan de vraag in de sector te voldoen. Tabel 6: Overzicht van de belangrijkste beroepen en vacatures in de grafische sector (Vlaams Gewest, 2007) Ontvangen vacatures in 2007 Knelpunt
Vlaams Gewest
Sector
Aandeel
1.575
396
25,1%
7.201
234
3,2%
9.470
63
0,7%
103
55
53,4%
301
51
16,9%
50
42
84,0%
Helper in de drukkerij
79
42
53,2%
DTP-operator
105
40
38,1%
11.037
35
0,3%
36
33
91,7%
4.396
31
0,7%
39
28
71,8%
2.365
26
1,1%
6.020
25
0,4%
34
23
67,6%
605
22
3,6%
195
19
9,7%
1.014
18
1,8%
26
17
65,4%
ja
3.047
17
0,6%
841
17
2,0%
ja
16.028
17
0,1%
Consulent Vertegenwoordiger
ja
Administratieve bediende Arbeider afwerker drukkerij
ja
Grafisch ontwerper Drukker offsetdrukker aan de rotatiepers (een of meer
ja
kleurenoffset)
Verkoper Drukker vier-, meerkleurenoffset vellenpers
ja
Productiearbeider Zeefdrukker halfautomaat of automaat (een-of meerkleurig) Uitvoerend bediende Commercieel bediende
ja
Bediener-steller papiervouwmachine Bediener van metaalwerktuigmachines (productie)
ja
Helper in de pre-press Bediende kostprijsberekening
ja
Bediener digitale drukpers Magazijnarbeider onderdelen en wisselstukken - opslagen stapelplaatsen Handlanger (licht werk) Particuliere Schoonmaker Inpakker met de hand
1.689
16
0,9%
Technicus grafische bedrijven
ja
78
15
19,2%
Bediende planning en logistiek
ja
1.544
15
1,0%
2.257
15
0,7%
Accountmanager
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Grafische nijverheid 2008
12
Ontvangen vacatures in 2007 Bestuurder van trekker met oplegger Onderhoudsmecanicien en hersteller machines en industriële installaties Bediener van een papiersnijmachine Productieverantwoordelijke Drukker eenkleur offset-vellenpers Winkelverkoper - aanvuller - kassier Bestuurder lichte vrachtwagen - vaste wagen (max. 7,5 ton) Polyvalent drukvoorbereider Drukker tweekleuren offset-vellenpers Helper drukker van de rotatie-diepdrukpers Meubelmaker Helper drukker van offset-vellenpers Bediener-steller van boekbindmachines Beenhouwer - spekslager Helper zaal
Knelpunt
Vlaams Gewest
Sector
Aandeel
ja ja
1.269 2.059
15 15
1,2% 0,7%
19 1.626 20 4.873 744 24 12 24 259 10 11 497 693
14 13 13 12 11 11 11 11 10 10 10 10 10
73,7% 0,8% 65,0% 0,2% 1,5% 45,8% 91,7% 45,8% 3,9% 100,0% 90,9% 2,0% 1,4%
ja
ja ja ja
ja
Bron: VDAB
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Grafische nijverheid 2008
13
5. Jobmobiliteit Aan de hand van het Datawarehouse van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid kunnen in- en uitstroomgegevens berekend worden. De meest recente gegevens die momenteel beschikbaar zijn, zijn evenwel van 2003-2004. Deze gegevens hebben dan weer het voordeel dat ze niet enkel beperkt zijn tot die personen die gekend zijn bij VDAB, en dat ook de uitstroom uit de arbeidsmarkt bekend is. De sectoren worden afgebakend naar paritair comité, in dit geval paritair comité 130. Tabel 7: Werknemersstromen in de grafische sector (Vlaams Gewest, 2003-2004) Grafische sector
Alle sectoren
n
%
%
Instroom
19.380
32
14,2
< 25 jaar 25-49 jaar > 50 jaar
10.260 7.702 1.418
54,8 22,5 18,6
48,4 11,3 4,8
Interne mobiliteit
8.775
14,7
5,5
< 25 jaar 25-49 jaar > 50 jaar
3.010 4.721 1.044
17,1 13,7 13,4
10,1 5,5 3,1
Uitstroom
17.980
30,4
13,1
< 25 jaar 25-49 jaar > 50 jaar
7.930 8.314 1.736
48,4 23,9 21,9
34,5 10,8 11,9
Bron: Datawarehouse AM&SB bij de KSZ (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
Tussen 30 juni 2003 en 30 juni 2004 stroomden 739 werknemers de grafische sector in. Samen vormden zij 7,7% van alle werknemers in de sector. 951 werknemers, of 9,7% van alle loontrekkenden, verlieten in deze periode de sector. Nog eens 316 mensen (3,3%) waren intern mobiel. Dit betekent dat zij van job veranderden of tijdskrediet opnamen, maar op 30 juni 2004 terug aan de slag waren binnen de sector. De grafische sector is een sector met een relatief lage werknemersmobiliteit. De in- en uitstroomgraad en de interne mobiliteitsgraad liggen allen ruim onder het gemiddelde van alle sectoren (zie figuur 3). Figuur 3: Werknemersstromen in de horeca (Vlaams Gewest, 2003-2004) 16%
14,2 13,1
14% 12%
9,7
10%
7,7
8%
5,5
6%
3,3
4% 2%
Grafische sector
Totaal
Instroom
Grafische sector
Totaal
Interne mobiliteitsgraad
Grafische sector
Totaal
0%
Uitstroom
Bron: Datawarehouse AM&SB bij de KSZ (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Grafische nijverheid 2008
14
Tabel 8: Werknemersstromen naar statuut (Vlaams Gewest, 2003-2004) Grafische sector
Alle sectoren
Instroom
(n)
(%)
(%)
Totaal
739
100,0
100,0
Instroom uit ander paritair comité
412
55,8
41,3
Instroom uit de uitzendsector (PC 322)
(183)
(44,4)
(19,1)
Instroom uit het aanvullend nationaal paritair
(44)
(10,7)
(-)
comité voor de bedienden (PC 218) Instroom uit zelfstandig statuut
20
2,7
3,7
Instroom uit werkloosheid
118
16,0
14,7
Instroom uit tijdskrediet/loopbaanonderbreking
9
1,2
2,0
Instroom uit (brug)pensioen
6
0,8
0,7
174
23,5
37,6
Totaal
951
100,0
100,0
Uitstroom naar ander paritair comité
436
45,8
45,2
Instroom uit ander statuut
4
Uitstroom
Uitstroom naar het aanvullend nationaal
(97)
(22,2)
(-)
(92)
(21,1)
(14,1)
paritair comité voor de bedienden (PC 218) Uitstroom naar de uitzendsector (PC 322) Uitstroom naar zelfstandig statuut
58
6,1
5,5
Uitstroom naar werkloosheid
191
20,1
17,5
Uitstroom naar tijdskrediet/loopbaanonderbreking
15
1,6
3,0
Uitstroom naar conventioneel brugpens.
124
13,0
4,1
Uitstroom naar pensioen
27
2,8
6,5
Uitstroom naar ander statuut
100
10,5
18,3
Bron: Datawarehouse AM&SB bij de KSZ (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
• 55,8% van de nieuw ingestroomde werknemers was voorheen actief in een andere sector. Dit is merkelijk meer dan in heel Vlaanderen. • De uitstroom naar conventioneel brugpensioen is opvallend groter dan gemiddeld (13% tegenover 4,1% gemiddeld).
De groep van ‘andere’ statuten is een verzamelnaam van statuten die niet gekend waren in het Datawarehouse AM&SB bij de redactie van de tabellen; het gaat onder andere over arbeidsongeschiktheid en huishouden, maar ook over schoolverlaters in wachttijd. 4
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Grafische nijverheid 2008
15
Figuur 4: Werknemersstromen naar statuut (Vlaams Gewest, 2003-2004) 100%
80%
60%
Ander statuut
Pensioen/Brugpensioen Tijdskrediet/ 40% Loopbaanonderbreking
Werkloosheid 20%
Zelfstandig statuut
Ander paritair comité 0% Grafische Alle sectoren Grafische Alle sectoren sector sector Instroom Uitstroom Bron: Datawarehouse AM&SB bij de KSZ (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Grafische nijverheid 2008
16
6. De opleidingsinspanningen Hieronder vinden we de opleidingsinspanningen in de grafische sector. Het betreft uitsluitend de formele opleidingsinspanningen. In tegenstelling tot de voorgaande hebben deze cijfers betrekking op België in z’n geheel, en niet enkel op het Vlaams Gewest. De grafische sector werd hier afgebakend aan de hand van nace-code 22.2. Deze gegevens zijn gebaseerd op de Sociale Balansen van 1.336 bedrijven uit de grafische sector, 55,2% van alle bedrijven uit de sector die hun jaarrekeningen hebben ingediend5. Tabel 9: Opleidingsinspanningen in de bedrijven in de grafische sector (België, 2006) Ondernemingen met
Deelnemers aan
opleidings-activiteiten
een opleiding
% van
% van de
% van
Opleidingskost
Opleidingsuren % van
Gemiddelde
totaal aantal
gemiddelde
personeels-
Gemiddelde
gewerkte
per
ondernemingen
werkgelegenheid
kosten
per uur (€)
uren
deelnemer
Grafische sector
5,6
21,1
0,51
40,2
0,39
25,7
Privésector totaal
4,8
32,5
1,08
46,8
0,71
29,6
Bron: Nationale Bank van België (Sociale Balansen CD-rom 2006) (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
In 5,6% van de bedrijven uit de grafische sector werden in 2006 opleidingen georganiseerd, iets meer dan gemiddeld in België. Slechts 21,1% van de werknemers nam deel aan deze opleidingen, heel wat minder dan het Belgische gemiddelde (32,5%). In het totaal gaven de bedrijven in de grafische sector 0,51% van de totale personeelskosten uit aan opleidingen, ten opzichte van een Belgisch gemiddelde van 1,08%. De sector is daarmee nog een eind verwijderd van het streefdoel van 1,9%, zoals met de sociale partners werd afgesproken. Het grote aandeel micro-ondernemingen (70,8%) kan hier een verklaring bieden. Dergelijke kleine bedrijven organiseren immers minder vaak formele opleidingen.
Meer informatie over welke bedrijven jaarrekeningen en/of sociale balansen moeten indienen vindt u op de website van de Nationale Bank van België (www.nbb.be). 5
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Grafische nijverheid 2008
17
7. De individuele beroepsopleiding in de onderneming De tewerkstellingsmaatregel IBO staat voor individuele beroepsopleiding in de onderneming. Dit is een opleiding waarbij de cursist door de onderneming op de werkplek wordt getraind en begeleid. De IBO kan 1 tot 6 maanden duren, en tijdens deze opleiding betaalt de werkgever geen loon of RSZ, enkel een productiviteitsvergoeding. Na deze opleiding is het bedrijf verplicht de cursist een contract van onbepaalde duur te geven. Tabel 10: Kenmerken van de opgestarte IBO’s (Vlaams Gewest, 2007) Grafische sector
Vlaams Gewest
n
%
%
Totaal aantal IBO’s
185
100,0
100,0 (n=14.718)
Man
119
64,3
69,3
Vrouw
66
35,7
30,7
Laag
39
21,1
40,7
Midden
97
52,4
44,7
Hoog
49
26,5
14,6
-25 jaar
79
42,7
52,4
25-49 jaar
101
54,6
44,9
5
2,7
2,7
Antwerpen
43
23,2
21,7
Vlaams-Brabant
29
15,7
12,5
West-Vlaanderen
32
17,3
19,1
Oost-Vlaanderen
57
30,8
25,5
Limburg
23
12,4
19,6
Buiten Vlaanderen
1
0,5
1,6
< 3 maanden
78
42,2
47,1
3 - 6 maanden
41
22,2
17,7
6 maanden - 1 jaar
35
18,9
16,4
1 - 2 jaar
20
10,8
11,0
2 - 5 jaar
9
4,9
6,5
+ 5 jaar
2
1,1
1,3
<10 werknemers
96
51,9
54,3
10-49 werknemers
66
35,7
25,4
50-199 werknemers
20
10,8
8,7
200-499 werknemers
1
0,5
4,6
>499 werknemers
2
1,1
7,1
Allochtonen
7
3,8
16,7
Arbeidsgehandicapten
14
7,6
6,4
Ongunstige stopzettingen
34
18,4
19,4
Studieniveau
Leeftijd
+50 jaar Woonplaats
Werkloosheidsduur
Ondernemingsgrootte
Bron: VDAB
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Grafische nijverheid 2008
18
• In de grafische sector werden in 2007 185 IBO’s opgestart, of 1,3% van alle opgestarte IBO’s in Vlaanderen, wat relatief veel is in vergelijking met het aandeel van de grafische sector in de Vlaamse privésector (0,6%). • 64,3% van de IBO’s werd ingevuld door mannen, waarmee het aantal mannen in IBO’s in de grafische sector iets lager ligt dan gemiddeld in heel het Vlaams Gewest. De manvrouw-verdeling in de IBO’s wijkt af van de verdeling in de loontrekkende tewerkstelling (zie p. 7) omdat in de IBO-cijfers ook bedienden opgenomen werden. • Midden- en hooggeschoolden zijn oververtegenwoordigd in de IBO’s. Slechts 21,1% van de IBO’s in de grafische sector werd ingevuld door laaggeschoolden. • Meer dan de helft van de IBO’s werden opgestart in micro-ondernemingen met minder dan 10 werknemers. • In 2007 werden slechts 7 IBO’s opgestart voor een potentiële werknemer van allochtone afkomst, 3,8% van alle IBO’s. 7,6% van de IBO’s werd opgestart voor personen met een arbeidshandicap.
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Grafische nijverheid 2008
19
8. Diversiteitsplannen Met een subsidiëring van diversiteitsplannen moedigt de Vlaamse Overheid ondernemingen en organisaties aan om werk te maken van een divers personeelsbeleid. Een diversiteitsplan kan afgesloten worden voor een enkele vestiging of voor een gans bedrijf met al haar vestigingen samen. In een diversiteitsplan worden streefcijfers voor de instroom, doorstroom en opleiding van doelgroepwerknemers vooropgesteld. Organisaties kunnen onder bepaalde voorwaarden een subsidie verkrijgen voor verschillende soorten plannen. Zo zijn er: • • • •
Instapdiversiteitsplannen: opstap naar HR-beleid Diversiteitsplannen: meerdere diversiteitsbevorderende acties Groeidiversiteitsplannen: verankering van diversiteitsbeleid door opvolgacties Clusterdiversiteitsplannen: in meerdere bedrijven of bedrijfseenheden
Tabel 11: Diversiteitsplannen (Vlaams Gewest, 2007) 2007
Grafische sector Alle sectoren
2006
Grafische sector Alle sectoren
Instapplan
Diversiteitsplan
Clusterplan
Groeiplan
Totaal
4
2
-
1
7
257
186
88
89
620
-
2
-
-
2
251
184
36
56
527
Bron: Departement WSE
In 2007 dienden 7 grafische bedrijven een diversiteitsplan in, een aandeel van 1,1% in het totaal. Het aantal diversiteitsplannen in de grafische sector steeg tussen 2006 en 2007 van 2 tot 7, een sterkere stijging dan voor het geheel van alle sectoren (+17,6%). Een diversiteitsplan kan echter afgesloten worden voor een enkele vestiging of voor een gans bedrijf met al haar vestigingen samen. De sterke groei van het aantal diversiteitsplannen betekent dus niet per se dat ook het aantal vestigingen met een diversiteitsplan even sterk gegroeid is.
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Grafische nijverheid 2008
20
Samen talent in goede banen leiden
Departement Werk en Sociale Economie