SECTORFOTO
Scheikundige nijverheid 2008
Departement Werk en Sociale Economie
Colofon Samenstelling: Vlaamse overheid Beleidsdomein Werk en Sociale Economie Departement Werk en Sociale Economie Koning Albert II-laan 35 bus 20 1030 Brussel Tel 02/553 42 56
[email protected] Verantwoordelijke uitgever: Dirk Vanderpoorten Secretaris-generaal Depotnummer: D/2008/3241/336 Lay-out: Vingerhoets.com Uitgave: december 2008
Synthese • In 2007 werkten 81.954 werknemers in de Vlaamse chemiesector, die daarmee een aandeel van 4% in de totale loontrekkende tewerkstelling in Vlaanderen heeft. Het aantal werknemers in de sector blijft relatief stabiel ten opzichte van de voorgaande jaren. • De chemiesector is een overwegend mannelijke sector, met 70% mannelijke werknemers. Ook dit aantal stabiliseert, want 70% van de nieuw ingestroomde werknemers in 2007 waren mannen. • Slechts 5,5% van de werknemers in de chemische nijverheid zijn jonger dan 25 jaar, tegenover een Vlaams gemiddelde van 11,1% jonge werknemers. • Het gros van de tewerkstelling in de sector is te vinden in grote bedrijven met meer dan 200 werknemers. • In 2007 ontving VDAB 2.607 vacatures uit de scheikundige nijverheid, voornamelijk voor geschoold personeel. Uit de vacature-analyse blijkt dat deze vacatures relatief moeilijk ingevuld raken. 33 van de 56 beroepen in de chemische sector waarvoor VDAB in 2007 vacatures ontving, zijn knelpuntberoepen. • De jobmobiliteit in de chemiesector is relatief beperkt. Ten opzichte van het Vlaamse gemiddelde komen er jaarlijks weinig werknemers bij (8,9%), en gaan er weinig weg (9,4%). • In 2007 werden 167 IBO’s opgestart in de sector, slechts 1,1% van alle IBO’s in Vlaanderen. • In 2006 heeft 69% van de werknemers in de chemische industrie deelgenomen aan een opleiding, tegenover een Vlaams gemiddelde van 32,5%.
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Scheikundige Nijverheid 2008
3
Voorwoord Sectoren zijn een belangrijke motor in het Vlaamse arbeidsmarktbeleid. We denken hierbij bijvoorbeeld aan acties in het kader van diversiteit, opleiding van werknemers en toeleiding van leerlingen en werkzoekenden naar de arbeidsmarkt. Via de sectorconvenants (protocollen tussen de Vlaamse Regering en sectoren) engageren de sectorale sociale partners zich om de prioriteiten van het arbeidsmarktbeleid mee gestalte te geven. Op die manier werkt het sectorale beleid versterkend ten aanzien van het Vlaamse arbeidsmarktbeleid. In 2001 werd de eerste generatie sectorconvenants afgesloten in het kader van het Vlaams Werkgelegenheidsakkoord 2001-2002. De bestaande samenwerking van de Vlaamse Regering met de sectoren d.m.v. sectorconvenants werd later telkens verlengd en uitgebreid op basis van de volgende Werkgelegenheidsakkoorden. Anno 2008 is het vooral de Competentieagenda die inspirerend werkt op de werking van de sectorconvenants. Via de sectorconvenants trachten de sectoren meer mensen aan het werk te krijgen en houden en elk talent te (h)erkennen, ontwikkelen en benutten. Om de sectorconvenants en de sectoren te kunnen plaatsen binnen een socio-economisch kader, worden sectorfoto’s gemaakt die we ter beschikking stellen van de sectoren en publiek maken via de portaalsite www.werk.be. Op deze website kan u ook de gehanteerde cijferreeksen en uitleg bij de methodologie terugvinden. We geloven namelijk in de sectorfoto’s als steunpunt én hefboom om in overleg met de sectoren en vanuit een sectorale invalshoek een strategische visie te ontwikkelen als antwoord op de huidige en toekomstige uitdagingen van de arbeidsmarkt. Sectoren krijgen aan de hand van de sectorfoto’s zicht op de realiteit in hun sector en op hun positie ten opzichte van het Vlaamse gemiddelde. Dit kan inspirerend werken bij de totstandkoming van nieuwe sectorconvenants (verlengingen) of kan sectoren aanzetten om tussentijds bij te sturen. Alle gepubliceerde sectorfoto’s werden eerst gekeurd en goed bevonden door de sectorale sociale partners. We beseffen dat de onderstaande cijfers, tabellen en grafieken geen perfecte weergave zijn van de sectorale dynamiek. Misschien had uzelf als fotograaf vanuit een ander perspectief een andere kadering gekozen of gefocust op andere elementen. We nodigen u dan ook uit om dit instrument gaandeweg samen met ons te blijven versterken. We hopen met deze snapshots alvast het sectoraal beleid verder te inspireren.
Dirk Vanderpoorten Secretaris – generaal, departement Werk en Sociale Economie
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Scheikundige Nijverheid 2008
4
Inhoudsopgave SYNTHESE
3
VOORWOORD
4
INHOUDSOPGAVE
5
1. INLEIDING
6
2. HET AANTAL VLAAMSE WERKNEMERS
7
3. AANTAL JOBS EN VESTIGINGEN IN VLAANDEREN
9
4. KENMERKEN VAN DE BEROEPEN EN VACATURES
11
5. JOBMOBILITEIT
14
6. OPLEIDINGSINSPANNINGEN
19
7. DE INDIVIDUELE BEROEPSOPLEIDING IN DE ONDERNEMING
20
8. DIVERSITEITSPLANNEN
22
Figuren 1: Verdeling van de Vlaamse werknemers naar achtergrondkenmerken (2007)
8
2: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005)
9
3: Werknemersstromen in de scheikundige nijverheid (Vlaams Gewest, 2003-2004)
16
4: Werknemersstromen naar statuut (Vlaams Gewest, 2003-2004)
18
Tabellen 1: Evolutie van het totale aantal Vlaamse werknemers in de chemiesector (2005-2007)
7
2: Aantal Vlaamse werknemers en verdeling naar achtergrondkenmerken (2007)
8
3: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005)
9
4: Verdeling van de vestigingen naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005)
10
5: Faillissementen in de chemiesector (Vlaams Gewest, 2006-2007)
10
6: Kenmerken van de ontvangen vacatures in de chemiesector (Vlaams Gewest, 2007)
11
7: Overzicht van de belangrijkste beroepen en vacatures in de chemiesector (Vlaanderen, 2007)
12
8: Instroom van werkzoekenden naar achtergrondkenmerken (Vlaams Gewest, 2007)
14
9: Werknemersstromen in de scheikundige nijverheid (Vlaams Gewest, 2003-2004)
15
10: Werknemersstromen naar statuut (Vlaams Gewest, 2003-2004)
17
11: 0pleidingsinspanningen in de bedrijven in de chemiesector (België, 2006)
19
12: Kenmerken van de opgestarte IBO’s (Vlaams Gewest, 2007)
20
13: Diversiteitsplannen (Vlaams Gewest, 2007)
22
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Scheikundige Nijverheid 2008
5
1. Inleiding De werknemers van de chemiebedrijven behoren tot het PC 116 (chemische nijverheid) en het PC 207 (chemische nijverheid voor bedienden). De werkgevers worden gegroepeerd onder werkgeverskengetallen 087 en 187. Deze sector betreft werknemers, werkzaam in de nace-activiteiten chemische nijverheid (24), rubber- en kunststofnijverheid (25), groothandel in farmaceutische producten (51.46) en groothandel in chemische producten (51.55). De data-bestanden waarmee de cijfers uit deze sectorfoto opgemaakt zijn, zijn steeds afgebakend volgens óf paritair comité óf nace-code óf werkgeverskengetal. Een afbakening volgens paritair comité geeft gewoonlijk een licht andere populatie dan bij een afbakening op basis van nace-code of werkgeverskengetal, maar dit verschil is eerder klein, en staat een correcte interpretatie van de cijfers niet in de weg. De resultaten van de analyse worden per sector steeds afgewogen tegen een gemiddelde voor alle sectoren samen. Hierdoor kan vastgesteld worden of de sector beneden- of bovengemiddelde cijfers haalt voor de verschillende indicatoren. De sectorfoto biedt zo een globaal cijfermatig portret van de sector. Een uitgebreide toelichting over de gebruikte methodologie/bronbestanden kan u terugvinden op www.werk.be. De cijfers die in deze sectorfoto gebruikt worden, evenals in de sectorfoto’s van andere sectoren, worden u integraal online aangeboden. Ook de sectorfoto’s zijn downloadbaar in pdf-formaat.
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Scheikundige Nijverheid 2008
6
2. Het aantal Vlaamse werknemers Voor het berekenen van het aantal loontrekkende werknemers in de chemiesector maken we gebruik van de gecentraliseerde statistieken van de RSZ1. In deze statistieken wordt geteld met aantal werknemers naar woonplaats. De afbakening is gebeurd op basis van PC 116 en PC 207. De chemiesector telde in het tweede kwartaal van 2007 81.954 Vlaamse loontrekkende werknemers in Vlaanderen. In alle sectoren samen waren op dat moment 2.045.049 loontrekkende Vlamingen actief. De chemiesector is dus goed voor een aandeel van 4,0% van alle Vlaamse loontrekkenden. Ten opzichte van 2005 is het aantal loontrekkenden met 325 personen gedaald, wat neerkomt op een daling van -0,4% op 2 jaar tijd. Na een meer uitgesproken daling van de tewerkstelling in de voorgaande jaren lijkt de tewerkstelling in de sector dus inmiddels wat te stabiliseren. Toch lijkt de chemische nijverheid de algemene, dalende trend in de industriële sectoren enigszins te volgen. Tabel 1: Evolutie van het totale aantal Vlaamse werknemers in de chemiesector (2005-2007) Chemiesector
(n)
2005
2006
2007
82.234
82.495
81.954
+0,3%
-0,7%
532.372
529.258
-0,1%
-0,6%
2.014.451
2.045.049
+1,1%
+1,5%
(%) Secundaire sector
(n)
533.119
(%) Alle sectoren
(n)
1.992.293
(%)
Bron: Gecentraliseerde statistiek RSZ-DMFA, toestand op 30/06/2005-2007 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
• In de chemiesector zijn meer mannen dan vrouwen tewerkgesteld: ruim 7 op de 10 loontrekkenden is man en bijna 3 op de 10 loontrekkenden is vrouw, tegenover 54,8% mannen en 45,2% vrouwen gemiddeld in het Vlaams Gewest. • De chemiesector telt meer bedienden dan arbeiders: 41,6% van de loontrekkende werknemers heeft een arbeidersstatuut en 58,4% heeft een bediendestatuut. Dit komt ongeveer overeen met de verdeling in heel Vlaanderen. • Jongeren zijn relatief ondervertegenwoordigd in de chemiesector: slechts 5,5% van de loontrekkende werknemers is jonger dan 25 jaar, tegenover 9,8% gemiddeld in het Vlaams Gewest. De vertegenwoordiging van 50-plussers is ongeveer gelijk aan het Vlaamse gemiddelde. • In de chemiesector is 85% van de loontrekkende werknemers actief in een voltijds arbeidsregime, wat een oververtegenwoordiging is in vergelijking met het gemiddelde in het Vlaams Gewest (67,4%).
De gecentraliseerde statistieken worden opgemaakt op basis van de onderneming als een homogeen geheel en worden geteld naar personen. Hierdoor worden dubbeltellingen door personen met meerdere jobs uitgezuiverd. 1
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Scheikundige Nijverheid 2008
7
Tabel 2: Aantal Vlaamse werknemers en verdeling naar achtergrondkenmerken (2007) Chemiesector
Totaal Vlaams Gewest
n
%
%
81.954
100,0
100,0 (n=2.045.049)
Mannen
57.629
70,4
54,8
Vrouwen
24.280
29,6
45,2
Arbeiders
34.086
41,6
38,7
Bedienden
47.823
58,4
48,5
-
-
12,8
Totaal aantal Geslacht
Statuut
Ambtenaren Leeftijdsklasse 18-24 jaar
4.503
5,5
9,8
25-49 jaar
61.957
75,6
69,2
50-64 jaar
15.355
18,7
20,1
94
0,1
0,8
Voltijds
69.632
85,0
67,4
Deeltijds
12.266
15,0
28,7
11
0,0
3,8
Andere (-18 en +65) Arbeidsregime
Speciaal regime
Bron: Gecentraliseerde statistiek RSZ-DMFA, toestand op 30/06/2007 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
Figuur 1: Verdeling van de Vlaamse werknemers naar achtergrondkenmerken (2007) Ambtenaren
Andere 50-64
Andere
Speciaal regime 100%
Deeltijds
90%
50-64
Vrouwen
Deeltijds Vrouwen
80% 70% 60% 50%
Bedienden Bedienden
40% 30%
Mannen
Mannen
Chemie
Vlaams Gewest
Geslacht
Arbeiders Arbeiders Chemie
Vlaams Gewest
Statuut
25-49 18-24 Chemie
20%
25-49 18-24
Voltijds
Voltijds
Vlaams Gewest
Chemie
Vlaams Gewest
Leeftijd
10% 0%
Arbeidsregime
Bron: Gecentraliseerde statistiek RSZ-DMFA, toestand op 30/06/2007 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Scheikundige Nijverheid 2008
8
3. Aantal jobs en vestigingen in Vlaanderen De cijfergegevens betreffende het aantal jobs en inrichtingen zijn gebaseerd op de gedecentraliseerde statistieken van de RSZ. Binnen deze statistieken telt men met arbeidsplaatsen naar werkplaats. De afbakening is gebeurd op basis van werkgeverskengetallen 087 en 187. In 2005 is de chemiesector goed voor een totaal van 81.972 jobs of 5,3% van het totale aantal jobs in de Vlaamse privésector. Meer dan de helft van de loontrekkende jobs (52,3%) in de chemiesector zijn gesitueerd in grote ondernemingen met meer dan 200 jobs, wat relatief hoger is dan gemiddeld in de Vlaamse privésector (29,4%). 19,4% van de jobs in loondienst in de chemiesector zijn terug te vinden in kleine ondernemingen met minder dan 50 jobs, tegenover 47,1% gemiddeld in de Vlaamse privésector. Tabel 3: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005) Chemiesector Ondernemingsgrootte Totaal
Totaal Vlaams Gewest
n
%
%
81.972
100,0
100,0 (n=1.544.659)
1 tot 4 jobs
2.046
2,5
10,8
5 tot 9 jobs
2.199
2,7
9,7
10 tot 19 jobs
3.463
4,2
10,6
20 tot 49 jobs
8.223
10,0
16,1
50 tot 99 jobs
9.432
11,5
12,2
100 tot 199 jobs
13.719
16,7
11,3
200 tot 499 jobs
16.474
20,1
13,7
500 tot 999 jobs
12.211
14,9
7,5
Meer dan 1.000 jobs
14.205
17,3
8,3
Bron: Gedecentraliseerde statistiek RSZ, toestand op 31/12/2005 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
Figuur 2: Verdeling van de jobs naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005) 25% 1,8%
10,8%
10,6%
9,7%
12,2% 11,5%
10,0%
17,3%
16,7%
16,1%
20,1%
14,9% 15%
11,3% 7,5%
2,5%
1-4
2,7%
5-9
8,3%
4,2%
10-19
20%
10% 5%
20-49
50-99
100-199
200-499
500-999
+1.000
0%
Ondernemingsgrootte (aantal werknemers)
Chemie Privésector Bron: Gedecentraliseerde statistiek RSZ, toestand op 31/12/2005 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Scheikundige Nijverheid 2008
9
In tabel 4 vinden we de verdeling van de inrichtingen naar ondernemingsgrootte. Het gaat hier om alle vestigingen van alle bedrijven, niet om de bedrijven in hun geheel. In 2005 telt de chemiesector 1.694 inrichtingen, wat goed is voor 1,2% van het totale aantal inrichtingen in de Vlaamse privésector. De inrichtingen van de chemiesector hebben een beperkt aandeel in het totaal omdat de sector veel grote bedrijven telt. Tabel 4: Verdeling van de vestigingen naar ondernemingsgrootte (Vlaams Gewest, 2005) Chemiesector Ondernemingsgrootte Totaal
Totaal privésector
n
%
%
1.694
100,0
100,0 (n=141.744)
1 tot 4 jobs
734
43,3
65,9
5 tot 9 jobs
238
14,0
16,2
10 tot 19 jobs
216
12,8
8,5
20 tot 49 jobs
229
13,5
5,8
50 tot 99 jobs
110
6,5
1,9
100 tot 199 jobs
88
5,2
0,9
200 tot 499 jobs
54
3,2
0,5
500 tot 999 jobs
17
1,0
0,1
Meer dan 1.000 jobs
7
0,4
0,0
Onbekend
1
0,1
0,2
Bron: Gedecentraliseerde statistiek RSZ, toestand op 31/12/2005 (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
De onderstaande tabel bevat de faillissementen in de chemiesector2. De sector werd hier afgebakend op basis van nace-codes 24 en 25. In 2007 gingen slechts 6 scheikundige bedrijven failliet in Vlaanderen, de helft minder dan het vorige jaar. Één van deze 6 bedrijven was evenwel een bedrijf met tussen de 200 en 500 werknemers, wat de impact op de tewerkstelling in de sector veel groter maakt. Tabel 5: Faillissementen in de chemiesector (Vlaams Gewest, 2006-2007) Aantal werknemers totaal aandeel 1 tot 4 5 tot 9 10 tot 19 20 tot 49 50 tot 99 100 tot 199 200 tot 499 500 tot 999 +1.000 gn. wn. 2006
12
0,3%
4
4
-
2
-
-
-
-
-
2
2007
6
0,2%
3
-
-
-
-
-
1
-
-
2
Bron: FOD Economie ADSEI (Bewerking Departement WSE)
Het betreft enkel faillissementen van bedrijven waarvan het adres van de maatschappelijke zetel gelegen is in Vlaanderen. Voor sommige sectoren zijn deze cijfergegevens een onderschatting omdat de maatschappelijke zetel dikwijls in Brussel gelegen is. 3
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Scheikundige Nijverheid 2008
10
4. Kenmerken van de beroepen en vacatures Voor de afbakening van de scheikundige sector maakt de VDAB gebruik van een indeling naar werkgeverskengetallen 087 en 187. Het betreft vacatures uit het normaal economisch circuit zonder interimopdrachten. Zowel de vacatures uit het AMI-systeem, die beheerd worden door consulenten van de VDAB, als de vacatures uit Jobmanager, die door de werkgever zelf worden ingevoerd, zijn opgenomen in de cijfers. Bij de interpretatie van de gegevens dient men rekening te houden met het feit dat de sectoren ook andere pistes bewandelen in hun aanwervingsbeleid. Tabel 6: Kenmerken van de ontvangen vacatures in de chemiesector (Vlaams Gewest, 2007) Chemiesector Totaal
Vlaanderen
n
%
%
3.505
100,0
100,0 (n=281.661)
1.029 201 436 532 347 62
39,5 7,7 16,7 20,4 13,3 2,4
23,3 12,7 25,8 18,6 9,0 10,5
764 1.107 736
29,3 42,5 28,2
45,3 22,0 32,7
1.690 629 288
64,8 24,1 11,0
60,1 26,1 13,8
119
7,2
8,0
Vestigingsplaats bedrijf Antwerpen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Limburg Buiten Vlaanderen Studieniveau3 Laag Midden Hoog Gevraagde ervaring <6 maanden 6 maanden - 2 jaar +2 jaar Jobkanaal4
Bron: VDAB (Bewerking departement WSE)
• Gezien de concentratie van de chemische industrie in Antwerpen is het begrijpelijk dat 39,5% van de ontvangen vacatures daar te vinden is. • In de chemiesector is men voornamelijk op zoek naar gekwalificeerd personeel. Meer dan 40% van de ontvangen vacatures in de chemiesector is bestemd voor middengeschoolden, tegenover 22% gemiddeld in Vlaanderen. Het gaat hier dan voornamelijk om technisch geschoolde mensen, waar veel vraag naar is in de industriële sector. In de chemische industrie komen laaggeschoolden in aanmerking voor ongeveer 30% van de ontvangen vacatures, wat een ondervertegenwoordiging is in vergelijking met het gemiddelde aantal vacatures waarvoor laaggeschoolden in aanmerking komen (45,3%).
Definitie onderwijsniveau: (1) laag: max. secundair onderwijs 2de graad of wanneer geen minimum studienveau vermeld werd door de werkgever; (2) midden: secundair 3de of 4de graad; (3) hoog: hoger onderwijs. 4 Jobkanaal is een rekruteringskanaal dat zich exclusief richt op werkzoekende ouderen, personen met een handicap en allochtonen. Het aandeel wordt berekend door het aantal vacatures ontvangen via jobkanaal te delen door het totaal aantal vacatures in het AMI-systeem (vacatures in beheer van VDAB-consulenten), dus exclusief jobmanager. 3
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Scheikundige Nijverheid 2008
11
• Voor bijna 65% van de vacatures die VDAB in 2007 van de sector ontving was nauwelijks of geen ervaring vereist. • VDAB ontving 119 vacatures van de chemiesector via Jobkanaal, 4,6% van alle vacatures uit de sector. Van alle vacatures die VDAB in 2007 registreerde, waren 8% via Jobkanaal ontvangen. Voor 56 beroepen in de chemiesector werden in 2007 minstens 10 vacatures ontvangen. In totaal waren er 2.607 vacatures (uit het NEC zonder interim) voor de chemiesector, dit is 0,9% van het totale aantal vacatures bij VDAB uit het NEC zonder interim in heel Vlaanderen. In vergelijking met het sectoraandeel in de totale Vlaamse werkgelegenheid (4%) is dit eerder beperkt. De sector lijkt in haar aanwervingsbeleid naast VDAB ook andere pistes te bewandelen. 33 van de 56 beroepen zijn volgens VDAB knelpuntberoepen, waarvan enkele sectorspecifieke knelpuntberoepen, zoals chemievakman, technicus kunststoffen en plastiekextrusiemachinebediener. Volgens de VDAB-analyse van knelpuntvacatures raken deze jobs moeilijk ingevuld omdat de kandidaten schaars zijn en ze ook druk gesolliciteerd worden door andere sectoren. Het gaat hier vooral om technisch geschoolde werknemers. Voor het beroep van plastiekextrusiemachinebediener is de sector verantwoordelijk voor 51,3% van alle vacatures in Vlaanderen. Voor het beroep van chemievakman-productie en chemievakman-controlekamer vertegenwoordigt de sector respectievelijk 68,5% en 53,8% van alle ontvangen vacatures in Vlaanderen. Andere jobs die we vooral in de chemische sector vinden zijn helper chemievakman (59,4%), technicus kunststoffen (52,2%) en helper kunststofarbeider (38,9%). Bij de andere 50 beroepen is de chemiesector goed voor minder dan een kwart van de ontvangen vacatures in Vlaanderen. Tabel 7: Overzicht van de belangrijkste beroepen en vacatures in de chemiesector (Vlaams Gewest, 2007) Ontvangen vacatures in 2007 Knelpunt
Vlaams Gewest
Sector
Aandeel
4396
265
6,0%
Productiearbeider Technicus - productieoperator
ja
1049
194
18,5%
Vertegenwoordiger
ja
7201
134
1,9%
Chemievakman - productie
ja
127
87
68,5%
Magazijnarbeider onderdelen en wisselstukken - opslag- en
ja
3047
85
2,8%
9470
83
0,9%
stapelplaatsen Administratieve bediende
719
82
11,4%
Commercieel bediende
Laborant ja
6020
67
1,1%
Onderhoudsmecanicien en hersteller machines en
ja
2059
56
2,7%
Ingenieur
ja
3846
53
1,4%
Technicus industriele scheikunde
ja
272
53
19,5%
Klantendienstmedewerker - verkoopsassistent
2695
53
2,0%
Verkoper
11037
50
0,5%
industriele installaties
Technicus elektromechanica
ja
1371
42
3,1%
Bediende planning en logistiek
ja
1544
42
2,7%
Plastiekextrusiemachinebediener
ja
76
39
51,3%
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Scheikundige Nijverheid 2008
12
Ontvangen vacatures in 2007 Knelpunt
Vlaams Gewest
Sector
Aandeel
660
39
5,9%
ja
1796
38
2,1%
1994
37
1,9%
1269
32
2,5%
Handlanger (halfzwaar werk)
1238
31
2,5%
Inpakker met de hand
1689
30
1,8%
Schoonheidsspecialist(e) Technicus Verkoopsverantwoordelijke - sales-manager Bestuurder van trekker met oplegger
ja
Bediener van heftruck
ja
1112
27
2,4%
Productieverantwoordelijke
ja
1626
26
1,6%
Accountmanager
2257
24
1,1%
Directie-assistent verkoop - marketing - publiciteit
490
22
4,5%
833
21
2,5%
605
21
3,5%
Helper kunststofarbeider
54
21
38,9%
Helper chemievakman
32
19
59,4%
Uitvoerend bediende
2365
18
0,8%
Magazijnbediende
1148
18
1,6%
Kwaliteitscontroleur Bediener van metaalwerktuigmachines (productie)
ja
Winkelverkoper - aanvuller - kassier
4873
18
0,4%
Technisch-administratief bediende
ja
1882
16
0,9%
Insteller- bediener automatische of cnc gestuurde metaal-
ja
867
15
1,7%
ja
213
14
6,6%
163
14
8,6%
werktuigmachines Ingenieur scheikunde Specialist milieustudie Analist - informatica
ja
811
14
1,7%
Chemievakman - controlekamer
ja
26
14
53,8%
Ingenieur elektromechanica
ja
1557
13
0,8%
Bestuurder zware vrachtwagen - vaste wagen (+ 7,5 ton)
ja
615
13
2,1%
192
12
6,3%
23
12
52,2%
Bio-ingenieur of landbouwkundig ingenieur Technicus kunststoffen
ja
Technicus meet- en regeltechniek en automatisatie
ja
Kwaliteitsverantwoordelijke Bestuurder van zware vrachtwagen met aanhangwagen
ja
566
12
2,1%
555
12
2,2%
893
12
1,3%
Insteller bediener van een inpakmachine
242
12
5,0%
Orderpicker – distributiesector
1527
12
0,8%
Verantwoordelijke logistiek
601
11
1,8%
Dispatcher – transportplanner
ja
593
11
1,9%
Filiaalhouder of handelszaakbeheerder
ja
2388
11
0,5%
Bestuurder lichte vrachtwagen - vaste wagen (max. 7,5 ton)
ja
744
11
1,5%
Ingenieur mechanica
ja
806
10
1,2%
Boekhouder
ja
2605
10
0,4%
Insteller- bediener van metaalwerktuigmachine
ja
106
10
9,4%
Industrieel schoonmaker
ja
563
10
1,8%
Bron: VDAB
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Scheikundige Nijverheid 2008
13
5. Jobmobiliteit Dankzij de VDAB-gegevens kan de instroom van de werkzoekenden worden beschouwd die op het begin van de maand als werkzoekende zijn ingeschreven en die op de laatste dag van de maand aan het werk is volgens DIMONA. De koppeling met de nace-codes geeft ons aan in welke sector en welke activiteit de werkzoekende is ingestroomd. In deze bespreking maken we gebruik van de jaargegevens voor 20076 en wordt de instroom naar uitzendarbeid buiten beschouwing gelaten. De chemiesector wordt hier afgebakend aan de hand van nace-codes 24 en 25. Tabel 8: Instroom van werkzoekenden naar achtergrondkenmerken (Vlaams Gewest, 2007) Chemiesector
Alle sectoren
Totale populatie werkzoekenden6
n
%
%
%
2.257
100,0
100,0 (n=268.785)
100,0 (n=180.396)
Mannen
1.602
71,0
47,1
46,6
Vrouwen
655
29,0
52,9
53,4
-25 jaar
726
32,2
31,3
20,4
25-39 jaar
784
34,7
39,6
32,6
40-49 jaar
342
15,2
18,3
21,7
+50 jaar
405
17,9
10,8
25,3
Laag
834
37,0
42,2
51,9
Midden
842
37,3
35,3
32,8
581
25,7
22,6
15,4
193
8,6
14,9
19,7
146
6,5
7,7
15,3
< 3 maanden
940
41,6
39,7
24,6
3 - 6 maanden
418
18,5
18,2
13,7
6 maanden - 1 jaar
346
15,3
16,6
15,1
1 - 2 jaar
243
10,8
12,7
14,7
2 - 5 jaar
261
11,6
10,8
23,0
+ 5 jaar
49
2,2
1,9
8,9
Totaal Geslacht
Leeftijdsklasse
Studieniveau
7
Hoog Allochtoon
8
Arbeidsgehandicapt
9
Werkloosheidsduur
Bron: VDAB (Bewerking departement WSE)
Deze jaargegevens worden berekend door het aantal instromers van de 12 maanden op te tellen. Dubbeltellingen zijn mogelijk. 6 Gemiddelde voor alle bij VDAB ingeschreven werkzoekenden in 2007. 7 Definitie onderwijsniveau: (1) laag: max. secundair onderwijs 2de graad of wanneer geen minimum studieniveau vermeld werd door de werkgever; (2) midden: secundair 3de of 4de graad; (3) hoog: hoger onderwijs 8 Definitie allochtoon: nationaliteit niet EU of op basis van naamherkenningsprogramma (voor Maghrebijnen en Turken) of op basis van eigen verklaring. 9 Definitie arbeidsgehandicapt: werkzoekende met Vlaams Fondsnummer of gedeeltelijk of zeer beperkt geschikt of studies BLO of BUSO. 5
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Scheikundige Nijverheid 2008
14
• Het mannelijke karakter van de chemische sector wordt bestendigd door de hoge mannelijke instroom. Slechts één op drie nieuw ingestroomde werknemers in 2007 was een vrouw. • Er is een duidelijke oververtegenwoordiging van ouderen in de instroom naar de chemiesector. 17,9% van de instromers in 2007 was ouder dan 50, tegenover 10,8% gemiddeld over alle sectoren. • 37 van de 100 werkzoekenden die instromen in de chemiesector zijn laaggeschoold, wat iets lager ligt dan het aandeel van alle Vlaamse laaggeschoolde werkzoekenden die instromen naar werk (42,2%) en een ondervertegenwoordiging is in vergelijking met de totale referentiepopulatie werkzoekenden (51,9%). Toch is dit nog een betrekkelijk groot aandeel, gezien het beperktere aandeel van de vacatures voor laaggeschoolden (29,3%). De instroom van middengeschoolden in de chemiesector (37,3%) is iets hoger dan gemiddeld in Vlaanderen (35,3%), maar uit de tabel rond de kenmerken van de vacatures weten we dat 42,5% van de ontvangen vacatures in de chemiesector bestemd is voor middengeschoolden. Ook voor hooggeschoolden is de instroom lager (25,7%) dan het aandeel van de vacatures voor hooggeschoolden (28,2%). Dit toont de moeilijkheden die de sector heeft om geschoolde werknemers te rekruteren. • De instroom van allochtone (8,6%) en arbeidsgehandicapte (6,5%) werkzoekenden in de chemiesector ligt lager dan de gemiddelde instroom van allochtonen (14,9%) en arbeidsgehandicapten (7,7%). Ook aan de hand van het Datawarehouse van de KSZ kunnen in- en uitstroomgegevens berekend worden. De meest recente gegevens die momenteel beschikbaar zijn, zijn evenwel van 2003-2004. Deze gegevens hebben dan weer het voordeel dat ze niet enkel beperkt zijn tot die personen die gekend zijn bij VDAB, en dat ook de uitstroom uit de arbeidsmarkt bekend is. De sectoren worden afgebakend naar paritair comité, in dit geval paritaire comités 116 en 207. Tabel 9: Werknemersstromen in de scheikundige nijverheid (Vlaams Gewest, 2003-2004) Chemiesector
Alle sectoren
n
%
%
7.300
8,9
14,2
< 25 jaar
2.135
38,5
48,4
25-49 jaar
4.825
7,7
11,3
340
2,4
4,8
1.652
2,0
5,5
Instroom
> 50 jaar Interne mobiliteit < 25 jaar 25-49 jaar > 50 jaar Uitstroom < 25 jaar
173
3,5
10,1
1.328
2,1
5,5
151
1,0
3,1
7.778
9,4
13,1
927
21,3
34,5
25-49 jaar
4.902
7,8
10,8
> 50 jaar
1.949
12,4
11,9
Bron: Datawarehouse AM&SB bij de KSZ (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Scheikundige Nijverheid 2008
15
Tussen 30 juni 2003 en 30 juni 2004 stroomden 7300 werknemers de chemische sector in. Samen vormden zij 8,9% van alle werknemers in de sector. 7778 werknemers, of 9,4% van alle loontrekkenden, verlieten in deze periode de sector. Nog eens 1652 mensen (2%) waren intern mobiel. Dit betekent dat zij van job veranderden of tijdskrediet opnamen, maar op 30 juni 2004 terug aan de slag waren binnen de sector. De chemische nijverheid is een sector met een relatief lage werknemersmobiliteit. De in- en uitstroomgraad en de interne mobiliteitsgraad liggen allen ruim onder het gemiddelde van alle sectoren (zie figuur 3). De enige uitzondering hierop is de uitstroomgraad bij 50-plussers, die hoger ligt dan in de andere sectoren. Figuur 3: Werknemersstromen in de scheikundige nijverheid (Vlaams Gewest, 2003-2004) 16%
14,2
13,1
12%
9,4
8,9
14%
10% 8%
5,5
6% 4%
2,0
2% Chemie
Totaal
Instroom
Chemie
Totaal
Interne mobiliteitsgraad
Chemie
Totaal
0%
Uitstroom
Bron: Datawarehouse AM&SB bij de KSZ (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Scheikundige Nijverheid 2008
16
Tabel 10: Werknemersstromen naar statuut (Vlaams Gewest, 2003-2004) Chemiesector Instroom
Alle sectoren
(n)
(%)
(%)
Totaal
7.300
100,0
100,0
Instroom uit ander paritair comité
4.766
65,3
41,3
Instroom uit de uitzendsector (PC 322)
(1.521)
(31,9)
(19,1)
Instroom uit het aanvullend paritair comité
(1.041)
(21,8)
(-)
voor de bedienden (PC 218) Instroom uit de metaalsector (PC 111)
(166)
Instroom uit zelfstandig statuut
(3,5)
174
(-)
2,4
3,7
Instroom uit werkloosheid
484
6,6
14,7
Instroom uit tijdskrediet/loopbaanonderbreking
177
2,4
2,0
Instroom uit (brug)pensioen
15
0,2
0,7
11.714
60,4
37,6
Totaal
7.778
100,0
100,0
Uitstroom naar ander paritair comité
4.035
51,9
45,2
Instroom uit ander statuut Uitstroom
Uitstroom naar het aanvullend paritair comité
(959)
(23,8)
(-)
Uitstroom naar de uitzendsector (PC 322)
(735)
(18,2)
(14,1)
Uitstroom naar de metaalsector (PC 111)
(165)
(4,1)
(-)
voor de bedienden (PC 218)
Uitstroom naar zelfstandig statuut
402
5,2
5,5
Uitstroom naar werkloosheid
992
12,8
17,5
Uitstroom naar tijdskrediet/loopbaanonderbreking
255
3,3
3,0
Uitstroom naar conventioneel brugpensioen
971
12,5
4,1
Uitstroom naar pensioen
287
3,7
6,5
Uitstroom naar ander statuut
836
10,7
18,3
Bron: Datawarehouse AM&SB bij de KSZ (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
• Meer dan 65% van de nieuw ingestroomde werknemers waren voorheen actief in een andere sector. Van de werknemers die de sector verlaten gaat meer dan de helft aan de slag als loontrekkende in een andere sector. • Niet minder dan 31,9% van de werknemers die instroomden vanuit een andere sector werkten voordien met een uitzendcontract. Waarschijnlijk werkte een groot deel van deze mensen al in de chemische sector, al is dat niet zeker. Ook vanuit het paritair comité van de bedienden en vanuit de metaalsector is er een belangrijke instroom naar de chemie. De uitstroom concentreert zich in dezelfde sectoren. • De in- en uitstroom van/naar werkloosheid is beperkter in de scheikundige nijverheid dan in de andere sectoren. • De uitstroom naar conventioneel brugpensioen is opvallend groter dan gemiddeld (12,5% tegenover 4,1% gemiddeld).
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Scheikundige Nijverheid 2008
17
Figuur 4: Werknemersstromen naar statuut (Vlaams Gewest, 2003-2004) 100%
80%
60%
Ander statuut
Pensioen/Brugpensioen Tijdskrediet/ 40% Loopbaanonderbreking
Werkloosheid 20%
Zelfstandig statuut
Ander paritair comité 0% Chemie Alle sectoren Chemie Alle sectoren Instroom Uitstroom Bron: Datawarehouse AM&SB bij de KSZ (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Scheikundige Nijverheid 2008
18
6. De opleidingsinspanningen Hieronder vinden we de opleidingsinspanningen in de chemische nijverheid. In tegenstelling tot de voorgaande hebben deze cijfers betrekking op België in z’n geheel, en niet enkel op het Vlaams Gewest. De chemische nijverheid werd hier afgebakend aan de hand van nace-code 24. Deze gegevens zijn gebaseerd op de Sociale Balansen van 532 bedrijven uit de chemische nijverheid, 75,7% van alle bedrijven uit de sector die hun jaarrekeningen hebben ingediend10. Tabel 11: Opleidingsinspanningen in de bedrijven in de chemiesector (België, 2006) Ondernemingen met
Deelnemers aan
opleidings-activiteiten
een opleiding
% van
% van de
% van
Opleidingskost
Opleidingsuren % van
Gemiddelde
totaal aantal
gemiddelde
personeels-
Gemiddelde
gewerkte
per
ondernemingen
werkgelegenheid
kosten
per uur (€)
uren
deelnemer
Chemie
34,2
69,0
1,80
57,9
1,48
32,0
Privésector totaal
4,8
32,5
1,08
46,8
0,71
29,6
Bron: Nationale Bank van België (Sociale Balansen CD-rom 2006) (Bewerking Steunpunt WSE/Departement WSE)
Wat opleidingsinspanningen betreft scoort de chemische industrie op alle vlakken bovengemiddeld. 34,2% van de chemische bedrijven biedt opleidingsactiviteiten aan zijn werknemers, en 69% van de werknemers namen in 2006 ook effectief deel aan een opleiding. De kost van de opleidingen in de sector bedroegen 1,8% van de totale personeelskost, waarmee de scheikundige nijverheid dicht bij de doelstelling van 1,9% komt. Werknemers uit de chemische industrie spenderen dubbel zo veel tijd aan hun opleiding dan gemiddeld in de Belgische privésector (1,48% van de gewerkte uren tegenover 0,71% gemiddeld).
Meer informatie over welke bedrijven jaarrekeningen en/of sociale balansen moeten indienen vindt u op de website van de Nationale Bank van België (www.nbb.be). 10
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Scheikundige Nijverheid 2008
19
7. De individuele beroepsopleiding in de onderneming De tewerkstellingsmaatregel IBO staat voor individuele beroepsopleiding in de onderneming. Dit is een opleiding waarbij de cursist door de onderneming op de werkplek wordt getraind en begeleid. De IBO kan 1 tot 6 maanden duren, en tijdens deze opleiding betaalt de werkgever geen loon of RSZ, enkel een productiviteitsvergoeding. Na deze opleiding is het bedrijf verplicht de cursist een contract van onbepaalde duur te geven. Tabel 12: Kenmerken van de opgestarte IBO’s (Vlaams Gewest, 2007) Chemiesector
Vlaanderen
n
%
%
Totaal aantal IBO’s
167
100,0
100,0 (n=14.718)
Man
112
67,1
69,3
Vrouw
55
32,9
30,7
Laag
75
44,9
40,7
Midden
77
46,1
44,7
Hoog
15
9,0
14,6
-25 jaar
76
45,5
52,4
25-49 jaar
85
50,9
44,9
+50 jaar
6
3,6
2,7
34
20,4
21,7
Studieniveau
Leeftijd
Woonplaats Antwerpen Vlaams-Brabant
10
6,0
12,5
West-Vlaanderen
50
29,9
19,1
Oost-Vlaanderen
45
26,9
25,5
Limburg
28
16,8
19,6
Buiten Vlaanderen
0
0,0
1,6
67
40,1
47,1
Werkloosheidsduur < 3 maanden 3 - 6 maanden
40
24,0
17,7
6 maanden - 1 jaar
26
15,6
16,4
1 - 2 jaar
20
12,0
11,0
2 - 5 jaar
12
7,2
6,5
+ 5 jaar
2
1,2
1,3
Ondernemingsgrootte <10 werknemers
72
43,1
54,3
10-49 werknemers
66
39,5
25,4
50-199 werknemers
25
15,0
8,7
200-499 werknemers
4
2,4
4,6
>499 werknemers
0
0,0
7,1
Allochtonen
16
9,6
16,7
Arbeidsgehandicapten
7
4,2
6,4
Ongunstige stopzettingen
44
26,3
19,4
Bron: VDAB
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Scheikundige Nijverheid 2008
20
• In de chemiesector werden in 2007 167 IBO’s opgestart, of 1,1% van alle opgestarte IBO’s in Vlaanderen, wat relatief weinig is in vergelijking met het aandeel van de chemiesector in de Vlaamse privésector (4,0%). • Twee op drie IBO’s werden ingevuld door mannen, wat iets minder is dan dan gemiddeld in Vlaanderen (69,3%). • Hoogggeschoolden waren in 2007 ondervertegenwoordigd in de IBO’s, met 9% tegenover 14,6% in het totaal van alle sectoren. • Jongeren waren licht ondervertegenwoordigd in de IBO’s in de chemiesector. 45,5% van de IBO’s werd opgestart voor een -25-jarige, in alle sectoren samen werden 52,4% van de IBO’s opgestart door jongeren. • 26,3% van de IBO’s kenden een ongunstige stopzetting, wat heel wat meer is dan gemiddeld (19,4%).
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Scheikundige Nijverheid 2008
21
8. Diversiteitsplannen Met een subsidiëring van diversiteitsplannen moedigt de Vlaamse Overheid ondernemingen en organisaties aan om werk te maken van een divers personeelsbeleid. Een diversiteitsplan kan afgesloten worden voor een enkele vestiging of voor een gans bedrijf met al haar vestigingen samen. In een diversiteitsplan worden streefcijfers voor de instroom, doorstroom en opleiding van doelgroepwerknemers vooropgesteld. Organisaties kunnen onder bepaalde voorwaarden een subsidie verkrijgen voor verschillende soorten plannen. Zo zijn er: • • • •
Instapdiversiteitsplannen: opstap naar HR-beleid Diversiteitsplannen: meerdere diversiteitsbevorderende acties Groeidiversiteitsplannen: verankering van diversiteitsbeleid door opvolgacties Clusterdiversiteitsplannen: in meerdere bedrijven of bedrijfseenheden
Tabel 13: Diversiteitsplannen in de horecasector (Vlaams Gewest, 2007) 2007 2006
Instapplan
Diversiteitsplan
Clusterplan
Groeiplan
Totaal
Chemiesector
3
7
-
2
12
Alle sectoren
257
186
88
89
620
Chemiesector
3
2
-
1
6
Alle sectoren
251
184
36
56
527
Bron: Departement WSE
In 2007 dienden 12 Vlaamse chemiebedrijven een diversiteitsplan in, een aandeel van 1,9% in het totaal. Het aantal diversiteitsplannen in de chemische nijverheid steeg tussen 2006 en 2007 met +100%, een sterkere stijging dan voor het geheel van alle sectoren (+17,6%). Een diversiteitsplan kan echter afgesloten worden voor een enkele vestiging of voor een gans bedrijf met al haar vestigingen samen. De verdubbeling van het aantal diversiteitsplannen betekent dus niet per se dat ook het aantal vestigingen met een diversiteitsplan verdubbeld is.
- Departement Werk en Sociale Economie
Sectorfoto Scheikundige Nijverheid 2008
22
Samen talent in goede banen leiden
Departement Werk en Sociale Economie