GRAFISCHE BEDRIJFSFONDSEN
GBF
E H C S I IJ
F A R
R D
E
G B
O F
N E
S D
N
S F
G B F
GRAFISCHE
BEDRIJFSFONDSEN
|
JAARVERSLAG
2009
|
61E
BOEKJAAR
GBF
ZWAANSVLIET 3 1081 AP AMSTERDAM TELEFOON (020) 5 418 418 FAX (020) 6 442 911 INTERNET WWW.GBF.NL
“De GBF verzorgt voor branches, ondernemingen en hun pensioenfondsen de administratie, de communicatie, het beheer van het vermogen en de beleidsen bestuursondersteuning.”
GBF
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 2
INHOUD
PROFIEL GBF
5
VOORWOORD
6
VERSLAG VAN DE DIRECTIE Markt & klanten
9
Operationele bedrijfsvoering
12
Interne organisatie
17
Financieel beleid
20
Beleggingen
21
JAARREKENING 2009 Balans per 31 december 2009 na resultaatverdeling
23
Staat van baten en lasten boekjaar 2009
24
Kasstroomoverzicht over 2009
25
Toelichting behorende tot de jaarrekening
26
Toelichting op de balans
28
Toelichting op de staat van baten en lasten
31
ACCOUNTANTSVERKLARING
33
BIJLAGEN Bijlage I: contractanten, statutaire functionarissen, leiding en OR
35
Bijlage II: ERM COSO en FIRM
36
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 3
GBF
De GBF is goed ingevoerd in de branches waarin zij opereert. Door haar schaalgrootte wordt efficiënt en slagvaardig ingespeeld op wensen van klanten en worden tegelijkertijd korte lijnen naar individuele werkgevers, deelnemers en bestuurders onderhouden. De GBF investeert in duurzame relaties die zij ziet als basis voor een succesvolle toekomst.
GBF
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 4
PROFIEL GBF De Grafische Bedrijfsfondsen (GBF) is een middelgrote uitvoeringsorganisatie (165 fte) voor pensioenregelingen en andere inkomensgerelateerde producten en diensten. Voor branches, ondernemingen en hun pensioenfondsen worden de administratie, de communicatie, het beheer van het vermogen en de beleids- en bestuursondersteuning verzorgd. De grootste opdrachtgever van de GBF is het Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (PGB) met circa 40.000 actieve deelnemers, 2.500 aangesloten werkgevers, 40.000 pensioenontvangers en een belegd vermogen van circa € 11,5 miljard. Het fonds behoort tot de grotere bedrijfstakpensioenfondsen in Nederland. De GBF beschouwt de uitvoering van pensioenregelingen als haar kernactiviteit. Voor de grafimedia en gelieerde branches worden naast pensioen ook VUT-regelingen, spaarloon en een aantal andere sociale regelingen, zoals aanvullingen op gezondheidszorg en sociale uitkeringen, verzorgd. Missie GBF De GBF wil voor ondernemingen in de mediasector en andere branches de uitvoeringsorganisatie zijn voor pensioen en daaraan gerelateerde producten. Bestuurders van pensioenfondsen, werkgevers en werknemers kunnen rekenen op een solide, duurzaam en transparant beheer van het vermogen, een effectieve en efficiënte uitvoering van de (pensioen)administratie en communicatie en een hoogwaardige begeleiding bij de inrichting van beleid en bestuur. Door betrokkenheid, transparantie en professionaliteit wil de GBF de persoonlijke band met haar klanten blijven versterken waarbij relevante benchmarks worden verslagen. Vanuit deze missie zijn kernwaarden geformuleerd waaraan door directie, management en medewerkers invulling wordt gegeven. Betrokken en klantgericht De GBF is goed ingevoerd in de branches waarin zij opereert. Door haar schaalgrootte wordt efficiënt en slagvaardig ingespeeld op wensen van klanten en worden tegelijkertijd korte lijnen naar individuele werkgevers, deelnemers en bestuurders onderhouden. De GBF investeert in duurzame relaties die zij ziet als basis voor een succesvolle toekomst. Transparant en integer Veel waarde wordt gehecht aan transparantie. Zowel voor wat betreft de beleidsverantwoording en de communicatie met belanghebbenden als voor wat betreft de inzage in de persoonlijke financiële situatie. Transparantie en integriteit zijn van toepassing op interne verhoudingen waar het bijvoorbeeld de relatie tussen de medewerkers onderling of management en medewerkers betreft. Anderzijds is zij ook van toepassing op externe verhoudingen zoals die met klanten, besturen en toezichthouders. Professioneel De GBF investeert in innovatie van producten, werkwijzen en achterliggende processen. Door de organisatie worden relevante ontwikkelingen gevolgd en vertaald naar oplossingen voor klanten. Veel aandacht wordt daarbij besteed aan opleiding van medewerkers. Bij de uitvoering van werkzaamheden speelt het gebruik van moderne informatie- en communicatietechnologie een belangrijke rol.
Resultaatgericht Bij de uitvoering van pensioenbeheer, vermogensbeheer en beleids- en bestuursondersteuning ligt de focus op het beter presteren dan relevante benchmarks. Voor pensioenbeheer zijn dat de kosten per deelnemer en de klanttevredenheid, voor vermogensbeheer de kosten voor beheer van het vermogen en de outperformance ten opzichte van een vooraf vastgestelde normportefeuille en voor beleids- en bestuursondersteuning zijn dat de afspraken die in het kader van een Service Level Agreement met opdrachtgevers worden gemaakt. ONDERSCHEIDENDE PRIJS-KWALITEITVERHOUDING Het product- en dienstenaanbod past bij de opdrachtgevende branches. Er wordt rekening gehouden met de gewenste mogelijkheden voor flexibilisering en/of individualisering voor ondernemingen en werknemers. De regelingen worden in een onderscheidende prijs-kwaliteitverhouding uitgevoerd. Zo liggen de kosten per deelnemer voor de pensioenadministratie voor PGB en de kosten voor het vermogensbeheer onder het gemiddelde van bedrijfstakpensioenfondsen en wordt voor wat betreft het rendement op de beleggingen gemiddeld boven de benchmark gepresteerd. Daarbij ligt de klanttevredenheid op een bovengemiddeld niveau. STRATEGIE Om het onderscheidende niveau van dienstverlening ook op langere termijn te kunnen blijven leveren is schaalvergroting noodzakelijk. De eisen die op grond van de Pensioenwet door toezichthouders worden gesteld aan evenwichtig en beheerst pensioen- en vermogensbeheer worden stringenter. De verdere professionalisering van de bedrijfsvoering vraagt van pensioenfondsen en hun uitvoeringsorganisaties forse investeringen. De consolidatie in de pensioenmarkt wordt erdoor versterkt. Een grotere schaal levert een gunstiger omvang voor vermogensbeheer waardoor tegen verantwoorde risico’s een meer stabiele, hogere performance gerealiseerd kan worden. Daarnaast kan dat leiden tot lagere kosten en een breder draagvlak voor investeringen ten behoeve van noodzakelijke innovatie en interne beheersing van de dienstverlening. Tot slot draagt schaalvergroting bij aan de aantrekkelijkheid van de organisatie als werkgever. De organisatie kan eenvoudiger de kwalitatief hoogwaardige medewerkers blijven aantrekken die nodig zijn gezien de toenemende complexiteit en professionalisering op het pensioenterrein en die voor langere tijd aan zich binden. Van ‘single client’ naar ‘multi client’ De GBF werkt nu voor één branche die haar beschouwt als een ‘asset’ voor de sector. In overleg met de huidige opdrachtgever streeft de uitvoeringsorganisatie de komende drie tot vijf jaar naar verdubbeling van haar schaal om de positief onderscheidende prijs-prestatieverhouding voor de dienstverlening voor zowel bestaande als nieuwe klanten ook op lange termijn te kunnen consolideren of nog verder te verbeteren. De G van Grafisch zal daarmee verdwijnen, maar de GBF wil haar huidige handelsmerk – exclusieve dienstverlening en korte lijnen naar bestuurders, werkgevers en deelnemers – onverkort handhaven. Gegeven de strategie om zich als toegewijd uitvoerder te kunnen blijven onderscheiden, zet de uitvoeringsorganisatie in op het verwerven van een beperkt aantal opdrachten onder middelgrote pensioenfondsen waarbij samenwerking met een andere uitvoeringsorganisatie kan worden aangegaan.
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 5
GBF
VOORWOORD Met het jaarverslag 2009 legt het bestuur van de Grafische Bedrijfsfondsen (GBF) aan belanghebbenden verantwoording af over het gevoerde beleid. De jaarrekening is door KPMG Accountants N.V. gecontroleerd en van een goedkeurende verklaring voorzien. De accountantsverklaring is opgenomen op pagina 33. JUBILEUM: GBF 60 JAAR In 2009 was het zestig jaar geleden dat werkgevers- en werknemersorganisaties uit de grafische sector ervoor kozen om de brancheregelingen waaronder de pensioenregeling uit te laten voeren door een bedrijfstakeigen organisatie die snel, slagvaardig en tegen aanvaardbare kosten diensten levert. Wat in 1949 begon als een kleine organisatie is nu een middelgrote uitvoeringsorganisatie met pensioen als kernactiviteit. Wij zijn trots op de resultaten die we voor onze opdrachtgevers in die tijd hebben kunnen realiseren. Zo bedroeg het gemiddeld rendement voor PGB vanaf 1970 over veertig jaar 6,5% (inclusief het dramatische beleggingsjaar 2008) en kon ruim 93% van de prijsontwikkeling over die periode aan toeslag worden verleend. In zestig jaar is er veel veranderd. Traditionele sectorgrenzen vervaagden. Drukkerijen en uitgeverijen begaven zich steeds meer ook op het gebied van nieuwe media. Drukkers werden procesoperators, journalisten CAMJO’s (CAMera JOurnalisten) en kranten kregen hun digitale equivalent. De technologische ontwikkelingen en de digitalisering hebben in branche en samenleving geleid tot structurele veranderingen. In dat kader verkennen werkgevers- en werknemersorganisaties uit de grafimedia- en uitgeverijbranche momenteel de mogelijkheden voor ontwikkeling van een overkoepelende raamcao voor de creatieve industrie waarbij fondsvorming voor pensioen een belangrijk item is. Als uitvoeringsorganisatie voor PGB volgen we deze ontwikkelingen met grote belangstelling. MARKTONTWIKKELINGEN Als gevolg van de technologische ontwikkelingen en internationale concurrentie is in de grafimediabranche waarvoor wij werken sprake van een structurele overcapaciteit. In combinatie met de sterke conjunctuurgevoeligheid van de producten, leverde dat in het verslagjaar een fors verlies van werkgelegenheid op. Het aantal arbeidsplaatsen daalde in 2009 met ongeveer 12%. Voor 2010 wordt een verdere reductie van de werkgelegenheid voorzien. Exclusieve dienstverlening voor een krimpende branche vormt op de langere termijn een te smalle basis om een onderscheidende prijs-kwaliteitverhouding te kunnen blijven leveren. Gegeven de strategie om zich als toegewijd uitvoerder te kunnen blijven onderscheiden, zet de uitvoeringsorganisatie daarom in op het verwerven van een beperkt aantal opdrachten onder andere middelgrote (verplichtgestelde) pensioenfondsen.
GBF
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 6
De noodzaak tot verbreding van het draagvlak wordt ook ingegeven door de ontwikkelingen in het pensioendomein. De eisen die op grond van de Pensioenwet door toezichthouders worden gesteld aan evenwichtig en beheerst pensioen- en vermogensbeheer worden stringenter. Als gevolg van de dramatische ontwikkelingen op de financiële markten in 2008 en het eerste kwartaal van 2009 wordt het risicomanagement verder aangescherpt en uitgebreid. Deze ontwikkelingen dragen bij aan een verdere consolidatie van de pensioenmarkt. ORGANISATIEONTWIKKELINGEN Op grond van de ontwikkelingen in de markt kiest de GBF ervoor zich te gaan ontwikkelen van een single client naar een multi client organisatie. In het verslagjaar zijn daarvoor voorbereidingen getroffen. Zo investeerde de organisatie in innovatie van systemen en processen en aanpassing van de organisatiestructuur waardoor de pensioenadministratie en het vermogensbeheer ook evenwichtig en beheerst kunnen worden uitgevoerd voor opdrachtgevers buiten de branche. Verder is onderzocht hoe de huidige rechtsvorm zou kunnen worden omgezet naar een rechtspersoon die past bij de verdere verzakelijking en die verdergaande betrokkenheid en zeggenschap van opdrachtgevende fondsen mogelijk maakt. De verwachting is dat de definitieve besluitvorming over de juridische herstructurering in de loop van 2010 zal plaatsvinden. Daarnaast zal de naamsbekendheid van de GBF in de pensioenmarkt worden versterkt zodat de uitvoeringsorganisatie ook bij andere branches en ondernemingen een merk wordt dat men in overweging neemt bij de uitbesteding van de administratie. GUNSTIGE UITGANGSPOSITIE De toenemende transparantie en verzakelijking in de markt voor wat betreft de prestaties op het gebied van pensioen- en vermogensbeheer vormen voor bestuurders in toenemende mate aanleiding om zich op alternatieven te oriënteren. Het biedt kansen. De GBF, sinds 2008 SAS70 type II-gecertificeerd, heeft zich op de pensioenmarkt een gunstige uitgangspositie kunnen verwerven. Zo blijkt uit onafhankelijk onderzoek (CEM benchmark 2009) dat de kosten per deelnemer over 2008 van de peer group in Nederland €115 per jaar bedragen. De GBF realiseerde voor het pensioenfonds PGB een kostenniveau van € 89 per deelnemer (degenen die pensioen opbouwen en ontvangen). De organisatie zit daarmee duidelijk aan de onderkant van de markt. De service die aan bestuurders, werkgevers en deelnemers wordt geboden ligt, zo bleek een jaar eerder, boven het gemiddelde van pensioenfondsen waarmee PGB wordt vergeleken. In 2009 is verder de tevredenheid van klanten onderzocht. Voor wat betreft de dienstverlening aan pensioengerechtigden wordt gestreefd naar een gemiddelde waardering van een 8. Onder deelnemers en werkgevers is het doel een gemiddelde waardering van 7,5. De tevredenheid van deelnemers en pensioengerechtigden ligt in lijn met de doelstellingen.
Ook voor wat betreft het vermogensbeheer is de afgelopen jaren gemiddeld boven de benchmark gepresteerd. Het beleggingsbeleid is erop gericht om binnen het risicobudget en de tactische beleidsruimte een structurele outperformance te behalen. De beleggingsprestaties van verplichtgestelde pensioenfondsen worden in Nederland getoetst. Daarvoor is een gestandaardiseerde norm, de Z-score, ontwikkeld. De performancetoets die de GBF voor PGB over de jaren 2005 tot en met 2009 realiseerde, kwam uit op een score van +1,66 wat ruim positief is. Het rendement over 2009 bedroeg voor PGB 16,0%. Ook op het gebied van maatschappelijk verantwoord beleggen is in het verslagjaar belangrijke progressie geboekt. AANSLUITING APW De gang van zaken bij de GBF geeft vertrouwen voor de toekomst. Dat werd op de valreep van het verslagjaar ook nog geïllustreerd door de keuze van het Algemeen Pensioenfonds Wegener voor aansluiting bij PGB. Schaalgrootte vormt voor steeds meer pensioenfondsbestuurders een overweging om de uitvoering van de pensioenregeling bij een groter collectief en een solide uitvoeringsorganisatie onder te brengen. Wij danken onze opdrachtgevers voor het in ons gestelde vertrouwen. TENSLOTTE Bij de vaststelling van het budget voor 2010 is met opdrachtgevers afgesproken rekening te houden met de financiële positie van aangesloten werkgevers. Net zoals dat in 2009 het geval is, zullen in verband met de economische situatie investeringen en kosten kritisch worden beoordeeld op nut en noodzaak. Amsterdam, 17 mei 2010 Bestuur van de Stichting Grafische Bedrijfsfondsen Voorzitters: G. Poel E.M. Bouwers
Secretarissen: I.D.F. Beun G.F. van Linden
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 7
GBF
“Schaalgrootte vormt voor steeds meer pensioenfondsbestuurders een overweging om de uitvoering van de pensioenregeling bij een groter collectief en een solide uitvoeringsorganisatie onder te brengen.”
GBF
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 8
VERSLAG VAN DE DIRECTIE De GBF is uitvoerder van pensioenregelingen en andere inkomensgerelateerde producten en diensten zoals VUT, spaarloon en een aantal andere sociale regelingen zoals aanvullingen op Gezondheidszorg en sociale uitkeringen. In het verslag van de directie worden de financiële resultaten van 2009 verder weergegeven. Daaraan voorafgaand worden de belangrijkste ontwikkelingen in de externe en de interne omgeving geschetst aan de hand van de strategische aandachtsvelden markt & klanten, operationele bedrijfsvoering, interne organisatie en financieel beleid.
MARKT & KLANTEN ALGEMEEN BEELD De bewegelijkheid van de financiële markten is in het verslagjaar na een volatiele eerste helft geleidelijk afgenomen. De meeste pensioenfondsen hebben een gedeelte van de grote verliezen als gevolg van de kredietcrisis weer goed kunnen maken. Het positieve resultaat is vooral te danken aan de waardestijging van aandelen en bedrijfsobligaties. Herstel van de economie zal echter, zo is de algemene verwachting, nog wel enige tijd vergen; er bestaat onzekerheid over de economische ontwikkeling op de korte en middellange termijn. De vooruitzichten zijn weliswaar verbeterd, maar de vraag is hoe het herstel zich houdt, wanneer de overheden hun stimuleringsmaatregelen gaan afbouwen. Het herstel op de financiële markten loopt voor op de economische ontwikkeling. De effecten van de crisis doen zich momenteel sterk voelen in een afname van de werkgelegenheid. De werkloosheid loopt op, zij het minder dan aanvankelijk verwacht door het Centraal Planbureau. De crisis is sterk voelbaar in de branches waar wij voor werken, de grafimediaen de uitgeverijsector. Zo is het aantal faillissementen in 2009 (98) verdubbeld ten opzichte van 2008 (49). Het aantal aangesloten werkgevers daalde per saldo met 5,4%, van 2.666 eind 2008 naar 2.522 eind 2009. Werkgevers- en werknemersorganisaties rekenen op een verdere afname van de werkgelegenheid in 2010. PENSIOENMARKT De markt voor pensioenen blijft sterk in beweging. Na de invoering van het Financieel Toetsingskader, de nieuwe communicatieformats en de verdere invulling van Pension Fund Governance werd de sector geraakt door de kredietcrisis. De toezichthouder van pensioenfondsen, De Nederlandsche Bank (DNB), heeft naar aanleiding van de sterk verslechterde financiële positie bij fondsen het beleggingsbeleid in de pensioensector geanalyseerd. Uit het onderzoek bleek dat de omvang van de beleggingsverliezen, behalve op de ernst van de crisis en het gevoerde strategische beleid, voor een deel ook is terug te voeren op de uitvoering van het beleid. Naast het onderzoek van DNB heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) een drietal commissies ingesteld. De commissie Don heeft de huidige regels die de toezichthouders hanteren, geëvalueerd. De commissie Frijns heeft best practices geformuleerd met betrekking tot de inrichting van beleggingsbeleid, risicobeheer en gover-
nance. En de commissie Goudszwaard heeft tot slot aanbevelingen gedaan met het oog op versterking van de toekomstbestendigheid van het pensioensysteem. PGB organiseert naar aanleiding van de rapporten en de reactie van de minister van SZW een themadag en zal vervolgens nader onderzoeken in welke richting aanpassingen van de regeling, beleggingsbeleid en risicobeheer en de governance nodig zijn. De laatste jaren is de druk op de bedrijfsvoering bij pensioenfondsen en hun uitvoeringsorganisaties sterk toegenomen. In de markt is een sterke consolidatie te zien. De schaalvergroting zal de komende jaren naar verwachting doorzetten. Nieuwe pensioenuitvoerders Naast de gebruikelijke uitvoeringsvehikels voor pensioenregelingen, zoals pensioenfondsen en levensverzekeraars komen in 2010 naar verwachting Multi Ondernemingspensioenfondsen (Multi OPF) en de Pensioen Premie Instelling (PPI) op de markt. Beide uitvoerders worden gezien als voorlopers op de Algemene Pensioeninstelling (API). Bij een Multi OPF kunnen meerdere ondernemingen hun pensioenregeling gezamenlijk uitvoeren. Daarbij is sprake van één financieel geheel binnen afzonderlijke afgeschermde delen (ringfencing) met een eigen regime voor toeslagverlening e.d. Bij een PPI kunnen uitsluitend premieovereenkomsten worden uitgevoerd. Een PPI int premie voor zgn. Defined Contributionregelingen en belegt de bijdrage gedurende de opbouwfase. Een PPI kan een overeenkomst aangaan met een verzekeraar die de pensioenuitkering zal verzorgen in de uitkeringsfase en desgewenst tijdens de opbouwfase diverse risico’s als overlijden en arbeidsongeschiktheid kan verzekeren. Bij een PPI is ringfencing binnen een statutair bepaald domein mogelijk. De GBF volgt de ontwikkelingen op het gebied van het API/PPI en Multi OPF en zal daar waar zich kansen voordoen haar uitvoeringsorganisatie inzetten voor de acquisitie van administratieopdrachten. De API is op grond van de taakafbakening vooralsnog geen uitvoeringsmodel voor verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen zoals PGB. In 2009 ontving de GBF verschillende Requests for Information en Requests for Proposals. Op grond daarvan hebben voor PGB in het verslagjaar enkele aansluitingen plaatsgevonden. ONTWIKKELINGEN BIJ HUIDIGE KLANTEN De GBF verzorgt voor het pensioenfonds PGB, het VUT-fonds FWG (Fonds Werktijdvermindering voor oudere Werknemers in de Grafische Bedrijven), het spaarloonfonds SGB (Spaarloonfonds voor de Grafische Bedrijven) en het sociaal fonds ASF (Algemeen Sociaal Fonds voor de Grafische Bedrijven) de administratie, het vermogensbeheer en de beleids- en bestuursondersteuning. Pensioenfonds PGB
PGB, van oudsher actief voor een grafische markt, wil zijn draagvlak verbreden om in te spelen op de veranderingen in de markt. Daarmee kan ook in de toekomst een pensioenregeling tegen een gunstige prijs-kwaliteit geleverd worden. Sinds 2008 kunnen op vrijwillige basis ook uitgevers hun pensioenregeling bij PGB onderbrengen. Het fonds heeft daar een aparte pensioenregeling voor het uitgeverijbedrijf voor ingericht. In
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 9
GBF
KERNCIJFERS
Aan het einde van resp. over de jaren 2005 t/m 2009
(Bedragen in duizenden euro's) 2009
2008
2007
2006
2005
2.522 46.120 41.897
2.666 52.374 40.097
2.717 51.836 38.477
2.791 52.801 37.845
2.857 54.970 37.090
BELEGGINGEN Beleggingen voor opdrachtgevers 2
€ 11.729.000
€ 10.754.000
€ 10.676.000
€
9.861.000
€
9.330.000
UITKERINGEN Betaalde uitkeringen voor opdrachtgevers incl. uitbetaalde spaargelden Waardeoverdrachten
€ €
417.000 1.600
€ €
388.000 16.000
€ €
371.000 18.000
€ €
362.000 13.000
€ €
414.000 10.000
PREMIES Premies en bijdragen voor opdrachtgevers Waardeovernamen
€ €
303.000 56.600
€ €
309.000 284.000
€ €
263.000 80.000
€ €
273.000 50.000
€ €
300.000 8.000
ADMINISTRATIEKOSTEN Administratiekosten
€
19.198
€
16.848
€
15.616
€
13.735
€
13.256
AANTALLEN Aangesloten werkgevers Deelnemende werknemers Uitkeringsgerechtigden 1
1. 2. 3. 4.
3
4
uitkeringsgerechtigden m.b.t. pensioen en VUT M.i.v. boekjaar 2009 worden op de balans de kortlopende activa/passiva die betrekking hebben op vermogensbeheer, afzonderlijk gerubriceerd. De vergelijkende cijfers voorgaande jaren zijn aangepast. o.a. Misset € 106.000, SDU € 78.000, FD € 26.000 en PPDBJ € 24.000 exclusief PCM € 463.000 Fotografie: José van der Meer
GBF
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 10
het verslagjaar zijn Koninklijke Wegener, het Algemeen Pensioenfonds Wegener (APW) en PGB overeengekomen om aansluiting van APW bij PGB met ingang van 2010 te realiseren. Met de aansluiting van het pensioenfonds APW (circa 12.000 deelnemers waarvan 3.800 actief) is in korte tijd al circa 60% van het aantal werknemers van de bij NUV aangesloten uitgevers bij PGB verzekerd. Eerder al besloten de Persgroep Nederland, Boom Pers, Financieel Dagblad, Noordhoff Uitgevers, SDU, Wifac en een aantal kleinere uitgeverijen tot aansluiting. Het fonds wil op langere termijn in overleg met sociale partners en in samenwerking met ondernemings- en bedrijfstakpensioenfondsen komen tot een overkoepelend pensioenfonds voor de mediasector. De GBF faciliteert deze strategie van PGB. Acquisitie Nadat in 2008 de werkingssfeer voor uitgevers was uitgebreid en een modelpensioenregeling voor de uitgeverijsector was ingericht, is deze branche geïnformeerd over de mogelijkheden voor vrijwillige deelname bij PGB. Verlenging uitbestedingsovereenkomst Met PGB is overeengekomen om de bestaande uitbestedingsovereenkomst te verlengen gedurende de periode die nodig is voor besluitvorming tot een nieuwe rechtsvorm voor GBF. Dat zal naar verwachting in de loop van 2010 het geval zijn. Herstelplan Naast de gebruikelijke werkzaamheden voor wat betreft de pensioenadministratie, het vermogensbeheer en de beleids- en bestuursondersteuning is in 2009 extra inspanning geleverd in verband met het opstellen van het korte- en langetermijnherstelplan voor het fonds. Dat betreft zowel het voortraject met een ALM- en een continuïteitsanalyse als het natraject met de communicatie over het herstelplan. In communicatieve zin is een brochure uitgebracht met een samenvatting van het plan en de genomen maatregelen.
grens van € 417,74 (2009) liggen, door PGB actief afgekocht. Wanneer de deelneming eindigt en er geen waardeoverdracht plaatsvindt, koopt het pensioenfonds het pensioen als het onder de wettelijke grens ligt na twee jaar af. Ook bij pensionering wordt het pensioen, als het om kleine bedragen gaat, standaard afgekocht. Wanneer de deelnemer overlijdt, wordt het partnerpensioen, het eventuele bijzondere partnerpensioen voor de gewezen partner en het wezenpensioen binnen zes maanden afgekocht als het om kleine bedragen gaat. Deze reguliere procedure vindt vanaf 2009 volledig geautomatiseerd plaats. Daarnaast is een campagne opgezet om kleine pensioenaanspraken van vóór de inwerkingtreding van de Pensioenwet af te kopen als de gewezen deelnemer daarmee akkoord gaat. Deze procedure is in het verslagjaar, geautomatiseerd ondersteund, van start gegaan. Bij een bestand van 150.000 gewezen deelnemers is de verwachting dat circa 40 tot 45% van het aangeschreven bestand ingaat op het aanbod van het pensioenfonds. De overige gewezen deelnemers kiezen ervoor om het pensioen te laten staan of alsnog over te dragen naar hun huidige uitvoerder. Nationaal Pensioenregister Vanaf 2011 kunnen Nederlandse ingezetenen bij het Nationaal Pensioenregister hun pensioensituatie integraal (inclusief AOW) raadplegen. De pensioenuitvoerders en de Sociale Verzekeringsbank stellen de daarvoor noodzakelijke gegevens in het gewenste formaat elektronisch beschikbaar. De GBF volgde in 2009 de vorderingen bij de ontwikkeling van het register en neemt de noodzakelijke stappen om de gewenste pensioengegevens tijdig te kunnen leveren. VUT-fonds FWG
Het VUT-fonds FWG verzorgt voor grafici en administratief personeel dagbladbedrijf en voor dagbladjournalisten de VUT-regeling. De continuïteit van het fonds is gebaseerd op het uitgangspunt dat de uitkering voor de werknemers die van de VUT gebruikmaken en nog gebruik zullen maken, wordt betaald met de premie van de actieve werknemers.
Regionale herstelplanbijeenkomsten Verder is er een speciale editie van relatieblad GBF-Nieuws met de samenvatting naar alle deelnemers en pensioengerechtigden gestuurd. Alle belanghebbenden zijn daarbij uitgenodigd om een regionale herstelplanbijeenkomst bij te wonen. Er zijn een zestal bijeenkomsten georganiseerd die goed werden bezocht. Van één van de bijeenkomsten is een video-impressie gemaakt, die is gepubliceerd op de website van het fonds.
Vervroegde uittreding op grond van de VUT is alleen nog mogelijk voor werknemers die op 31 december 2004 55 jaar of ouder waren.
Flexibilisering Pensioen In 2009 zijn automatiseringstechnisch voorbereidingen getroffen om de nieuwe uitbetalingsvarianten met ingang van 2010 te kunnen aanbieden. Naast de al bestaande keuzemogelijkheden standaardpensioen, getrapt pensioen, pensioenuitruil en een gelijk overlevingspensioen kunnen pensioengerechtigden vanaf 2010 ook kiezen voor vervroegd pensioen, tijdelijk pensioen, uitgesteld pensioen en deeltijdpensioen.
Spaarloonfonds SGB
Afkoop kleine pensioenen Op grond van efficiencyoverwegingen worden pensioenen van gewezen deelnemers en pensioengerechtigden die onder de wettelijke afkoop-
Eind 2008 had het fonds besloten om de aandelenportefeuille te verkopen en om te zetten naar vastrentende waarden (staats- en bedrijfsobligaties). Door de sterke schommelingen in de waarde van de beleggin-
Van het VUT-fonds maken eind 2009 circa 3.000 deelnemers gebruik. De komende jaren kunnen nog maximaal 2.353 werknemers met de VUT. De uittredingsleeftijd en hoogte van de uitkering zijn afhankelijk van het geboortejaar. De VUT-gerechtigde kan de ingangsdatum desgewenst vervroegen of uitstellen.
De financiële positie van het Spaarloonfonds SGB is in 2009 verbeterd. De reservepositie die de verhouding tussen het vermogen van het fonds en de spaarsaldi van deelnemers weergeeft, is gestegen naar het streefniveau van 105%. Eind 2008 was dat als gevolg van de kredietcrisis nog 103%. De reservepositie steeg als gevolg van het behaalde rendement op de beleggingen en het gevolgde rentebeleid.
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 11
GBF
gen werd niet langer aan de doelstelling van het fonds voldaan om voor deelnemers redelijk stabiele beleggingen te hebben. In het beleggingsplan 2009 is daarom besloten om het vermogen volgens de normportefeuille voor 50% in staatsobligaties te beleggen en voor 50% in bedrijfsobligaties. Het fonds verwacht daarmee op de langere termijn een stabiele rente te kunnen behalen die ligt in de orde van grootte van 3 á 4% per jaar. In 2009 bedroeg het rendement 4,6%. Spaarloon of levensloop Werknemers kunnen kiezen tussen deelname aan de spaarloonregeling of deelname aan de levensloopregeling. Deelname aan beide regelingen tegelijkertijd is wettelijk niet mogelijk. De werknemer is vrij in zijn keuze voor een uitvoerder van de levensloopregeling. Momenteel kiest circa 1% van de spaarders voor deelname aan de levensloopregeling. Algemeen Sociaal Fonds ASF
De regelingen voor het ASF-Fonds Gezondheidszorg en het Garantiefonds werden in 2009 niet aangepast. Het Garantiefonds dat periodieke aanvullingen verstrekt op de WW-uitkering in het geval van een faillissement of een eenmalige uitkering in het geval van een reorganisatie, zag de workload in 2009 als gevolg van de economische crisis sterk toenemen. De uitkeringslast steeg met 38,7%. Het aantal faillissementen verdubbelde van 49 in 2008 naar 98 in 2009. Wanneer een deelnemer aan het ASF om gezondheidsredenen voor zichzelf of het gezin kosten maakt die niet of slechts gedeeltelijk worden vergoed door de zorgverzekering en waarvoor de wettelijke voorzieningen in Nederland geen vergoedingsregeling kennen, kan men in bepaalde gevallen voor die kosten een beroep doen op het fonds. Door het Fonds Gezondheidszorg werden in 2009 circa 9.000 tegemoetkomingen verstrekt. TOT SLOT Het aantal actieve deelnemers waar activiteiten voor werden verricht, nam af van 52.374 eind 2008 naar 46.120 eind 2009. De forse daling van 11,9% wordt veroorzaakt door technologische ontwikkelingen en internationale concurrentie en is versterkt door de economische crisis. Het aantal uitkeringsgerechtigden (voor het VUT-fonds FWG en het pensioenfonds PGB) waar activiteiten voor werden verricht, steeg met 4,5%: van 40.097 naar 41.897. Het aantal werkgevers dat aangesloten was bij een of meer van de fondsen daalde van 2.666 eind 2008 naar 2.522 eind 2009, een daling van circa 5,4%. Het aantal werkgevers dat op vrijwillige basis deelneemt aan een van de pensioenregelingen van PGB bedroeg 169. Op verplichte basis namen 2.308 werkgevers deel.
OPERATIONELE BEDRIJFSVOERING Met opdrachtgevers worden afspraken gemaakt over de kwantiteit en kwaliteit van de dienstverlening. Daarbij worden de volgende clusters van activiteiten onderscheiden: administratie, communicatie, vermogensbeheer, beleids- en bestuursondersteuning en financiën & risicomanagement. Voor onze opdrachtgevers is een betrouwbare en beheerste uitvoering essentieel. Het niveau van de dienstverlening is vastgelegd in een Service Level Agreement (SLA) waarover op kwartaalbasis wordt gerapporteerd.
GBF
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 12
ADMINISTRATIE Pensioenfondsen kunnen de uitvoering van hun regelingen uitbesteden aan de GBF. De uitvoeringsorganisatie heeft de kennis, ervaring en de systemen om de regelingen voor opdrachtgevers effectief en efficiënt uit te voeren. In het kader van de administratievoering draagt zij zorg voor de registratie van werkgever- en werknemergegevens, de naleving van de verplichtstellingsbeschikking als daar sprake van is, de facturering en incasso van de premie, de rechtenopbouw en het uitbetalen van de uitkeringen. Modernisering systemen De kwaliteit van onze dienstverlening is voor een belangrijk deel gebaseerd op de robuuste opzet en werking van de administratieve systemen en inrichting van onze processen. Voor de frontoffice (het extranet voor bestuurders, werkgevers en deelnemers) wordt gebruik gemaakt van zelf ontwikkelde systemen, die goed aansluiten op het in eigen beheer ontwikkelde backoffice systeem dat de complete administratieve verwerking bevat. Voor de pensioenadministratie wordt gebruik gemaakt van één geïntegreerd systeem op basis van een relationele database. De komende jaren wordt het systeem gefaseerd vervangen. Daarbij wordt gebruik gemaakt van zgn. Service Oriented Architecture. De daarvoor noodzakelijke ontwikkeltools zijn in het verslagjaar aangeschaft en de ICT-productieketen is erop aangepast. Verdere flexibilisering systemen Door aanpassing van het pensioensysteem kunnen deelnemers van PGB met ingang van 2010 hun pensioendatum vervroegen, in deeltijd met pensioen gaan of opteren voor een tijdelijk ouderdomspensioen. Het huidige systeem wordt zo aangepast dat de nieuwe keuzemogelijkheden administratief kunnen worden verwerkt. Voor de worksite mijngbf.nl wordt gewerkt aan een applicatie die deelnemers en pensioengerechtigden in staat stelt de kwaliteit van hun pensioen vast te stellen en de gewenste pensioensituatie te simuleren inclusief de nieuwe keuzemogelijkheden. Met de introductie van de nieuwe keuzemogelijkheden wordt het voor deelnemers en pensioengerechtigden lastiger om te kiezen. De complexiteit neemt toe. Daar komt bij dat het wetsvoorstel verhoging AOWleeftijd in december 2009 is ingediend bij de Tweede Kamer. In het wetsvoorstel gaat de AOW-leeftijd vanaf 2020 naar 66 jaar en vanaf 2025 naar 67 jaar. De AOW kan ook worden uitgesteld. De pensioengerechtigde ontvangt dan een hogere uitkering. Op grond van lang dienstverband bestaat de mogelijkheid om de uitkering eerder dan op de reguliere AOW-leeftijd te laten ingaan. De uitkering wordt dan verlaagd. De uitvoeringsorganisatie schat in dat door de toename van de mogelijkheden het keuzeproces zonder toepassing van internettechnologie niet goed meer mogelijk is. De GBF zal in overleg met opdrachtgevers het aanvraag- en keuzeproces zo veel als mogelijk gaan digitaliseren. Systemen ‘multi client’ Verder wordt bij het onderhoud en bij het vernieuwen van de systemen en applicaties rekening gehouden met het feit dat ook andere opdrachtgevers hun pensioenadministratie probleemloos kunnen onderbrengen bij de GBF. In het verslagjaar is in dit kader onder meer een zgn. outputmanagementstraat ingericht die brieven, nota’s, overzichten e.d. in het
gewenste formaat en de gewenste huisstijl naar werkgevers en deelnemers kan sturen en tegelijkertijd de elektronische dossiers kan vullen. COMMUNICATIE De Pensioenwet stelt strikte eisen aan de communicatie over pensioenregelingen. Zo moet jaarlijks een communicatieplan worden opgesteld dat inzage geeft in de voorgenomen communicatieactiviteiten. Het gaat de wetgever erom dat systematisch en planmatig aandacht wordt besteed aan de governance waartoe informatieverstrekking over beleid, bestuur en organisatie (corporate communicatie) wordt gerekend en dat het pensioenbewustzijn van deelnemers wordt verhoogd (marktcommunicatie). De GBF heeft voor PGB een communicatieplan opgesteld met een uitvoeringsprogramma. In het programma is een kalender opgenomen met al bestaande en voorgenomen activiteiten en de monitoring ervan. De monitoring vindt plaats via kwalitatief onderzoek onder het klantenpanel deelnemers en het klantenpanel pensioengerechtigden en kwantitatief klanttevredenheidsonderzoek onder deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en werkgevers. Actualisering overzichten Verder is voor het fonds in het verslagjaar de start- en eindedeelnamecommunicatie, de communicatie bij en na pensioneren en de communicatie in geval van bijzondere gebeurtenissen zoals bij een scheiding geactualiseerd. Het Uniforme Pensioenoverzicht (UPO) werd voor het derde achtereenvolgende jaar conform de wettelijke vereisten tijdig verstrekt. De UPO is digitaal ook beschikbaar via de beveiligde website mijngbf.nl. Communicatie over herstelplan In het verslagjaar zijn in verband met de financiële positie en het opgestelde herstelplan regionale informatiebijeenkomsten georganiseerd. De bijeenkomsten hebben volgens de klantenpanels sterk bijgedragen aan verkleining van de afstand tussen bestuur en deelnemer/pensioengerechtigde. Het fonds stelde zich in moeilijke tijden kwetsbaar op. De betrokken hoofdrolspelers van het fonds en de uitvoeringsorganisatie waren aanwezig om tekst en uitleg te geven. Daarnaast zijn belanghebbenden via de website, relatiebladen, periodieke elektronische nieuwsbrieven en gerestylde brochures ook uitgebreid geïnformeerd over het (beleggings)beleid, het bestuur en de organisatie van het fonds. Keuze rendement/risicoverhouding In de brochures Flexibel Pensioen en op de website is sinds 2009 een passage opgenomen over de keuzes van het fonds inzake de rendement-risicoverhouding bij het strategisch vermogensbeheer. Om de verplichting tot uitbetalen en de toeslagambitie te kunnen realiseren, moeten de beleggingsopbrengsten op de lange termijn en binnen verantwoorde risico’s worden geoptimaliseerd. PGB moet daarvoor met haar beleggingen op de financiële markten risico’s aangaan. Aangegeven wordt dat in zeer bijzondere omstandigheden het pensioen ook kan worden verlaagd.
VERMOGENSBEHEER De beleggingsorganisatie van de GBF kan bogen op ruime ervaring. De ervaring betreft zowel het interne beheer van het vermogen als de begeleiding en monitoring bij uitbesteding van vermogen aan externe partijen. Eind 2009 bedroeg het belegd vermogen circa € 11,7 miljard. Outperformance voor opdrachtgevers Jaarlijks wordt voor opdrachtgevers een beleggingsplan opgesteld waarin het te voeren tactische beleid, binnen het strategische meerjarenbeleid, voor het komend jaar wordt geformuleerd op basis van de rendementsverwachtingen en risico-inschattingen. Kernpunten zijn een analyse van de beleggingsmarkten, een beoordeling van de relatieve aantrekkelijkheid van de verschillende markten en de gevolgen die daaraan verbonden moeten worden voor de verdeling van de beleggingen over de diverse sectoren en subsectoren. Deze gewenste verdeling wordt vastgelegd in een normportefeuille, die jaarlijks wordt vastgesteld. Ook worden hierbij bandbreedtes aangegeven om speelruimte gedurende het jaar te hebben voor het tactisch beleid, alsmede de marktindexen. Deze marktindexen vormen de benchmark, de maatstaf waartegen de beleggingsresultaten van de eigen portefeuille worden gemeten. In 2009 is de GBF er voor alle opdrachtgevers in geslaagd om een outperformance te realiseren. Risicoreductie voor PGB Naar aanleiding van de ingrijpende gebeurtenissen op de financiële markten in 2008 heeft PGB ervoor gekozen het risico te verlagen. Op termijn streeft het fonds naar een beleggingsmix die bestaat uit 1/3 aandelen, 1/3 vastrentende waarden en 1/3 alternatieve beleggingen. Eind 2007 werd nog voor 45% belegd in aandelen. Ook de afdekking van het rente- en valutarisico worden gecontinueerd. Het fonds beschikt zo over een beleggingsportefeuille waarbij enerzijds meer garanties worden ingebouwd ter bescherming van de dekkingsgraad en waarbij anderzijds ook voldoende opwaarts potentieel aanwezig blijft om te kunnen profiteren van zich herstellende markten. Risicoreductie voor SGB Het bestuur van het SGB heeft ervoor gekozen om de aandelenportefeuille te verkopen en om te zetten naar vastrentende waarden (staatsen bedrijfsobligaties). Door de sterke schommelingen in de waarde van de beleggingen in 2008 werd niet langer aan de doelstelling van het fonds voldaan om voor deelnemers redelijk stabiele beleggingen te hebben. Onderzoek DNB DNB heeft in het verslagjaar onderzoek gedaan naar het beleggingsbeleid van pensioenfondsen. DNB wilde zich een oordeel vormen over het functioneren van de governancestructuur tussen fonds en uitvoeringsorganisatie voor wat betreft het vermogensbeheer en het risicobeheer. Naar aanleiding van het onderzoek bij 10 pensioenfondsen is in september een rapport uitgebracht dat voor de minister van SZW aanleiding vormde voor verder onderzoek. Ook het vermogensbeheer bij GBF is in het kader van periodiek onderzoek door DNB geanalyseerd. De uitkomst daarvan wordt in de eerste helft van 2010 verwacht.
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 13
GBF
Verantwoord beleggen Met een relatief beperkte beleggingsorganisatie en een specialistisch netwerk van partners wordt een optimaal rendement op het gebied van maatschappelijk verantwoord beleggen (MVB) gecreëerd. Het raamwerk dat de GBF hanteert gaat ervan uit dat niet wordt belegd in bedrijven die handelen in strijd met de tien Global Compactprinciples van de Verenigde Naties of die zich bezighouden met de productie en handel in controversiële wapens. Het MVB-beleid wordt langs de volgende sporen uitgezet: – Uitsluitingsbeleid Ieder kwartaal wordt de beleggingsportefeuille van de opdrachtgever vanuit het perspectief van maatschappelijk verantwoord beleggen beoordeeld. Bedrijven die niet voldoen aan de gestelde criteria worden geweerd uit de portefeuille. De GBF maakt daarbij gebruik van de diensten van Sustainalytics. In 2009 zijn wereldwijd 57 bedrijven op grond van hun slechte score van het aandelenuniversum uitgesloten en indien aanwezig in de portefeuille van PGB verwijderd. – Best-in-class In de beleggingsportefeuille worden bedrijven opgenomen die goed scoren op milieuaspecten, sociale aspecten en corporate governance. Bedrijven die slecht scoren worden gemeden. – Duurzaamheidsinvesteringen In de beleggingsportefeuille kan door opdrachtgevers extra ruimte worden gecreëerd voor duurzaamheidsinvesteringen. Dat zijn themabeleggingen zoals groene beleggingen in wind- en zonne-energie, technologieën voor optimale energiebenutting of energiebesparing en beleggingen met een sterke maatschappelijke focus zoals investeringen in ouderenwoningen of microfinanciering. Voor PGB is in 2009 bij de emissie van certificaten van aandelen een 5%-belang in Triodos Bank NV genomen ter waarde van ruim € 17 miljoen. Best-in-class- en duurzaamheidsinvesteringen zijn uitgebreid tot ongeveer 2% (bijna € 200 miljoen) van het totaal belegd vermogen. – Engagement Actief aandeelhouderschap en engagement zijn belangrijke instrumenten om invloed uit te oefenen op de bedrijfsvoering van de ondernemingen waarin wordt belegd. Voor opdrachtgevers wordt stembeleid ontwikkeld en worden stemrichtlijnen opgesteld. Stemmen op aandeelhoudersvergaderingen is mogelijk door persoonlijke deelname aan de vergadering of door bij volmacht een stem uit te brengen. In specifieke gevallen kan de dialoog worden aangegaan met ondernemingen. Het stemgedrag bij beursgenoteerde ondernemingen waarin wordt belegd, is zowel in Nederland als in Europa per kwartaal weergegeven op de website. Als praten niet meer helpt, kan tot slot worden overgegaan tot een juridische procedure of het weren van bedrijven uit de portefeuille. BELEIDS- EN BESTUURSONDERSTEUNING De eisen van de wetgever en de toezichthouders DNB en AFM zijn de laatste jaren fors opgeschroefd. Er wordt veel van organisaties gevraagd
GBF
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 14
op het gebied van beleids- en productontwikkeling, deskundigheidsbevordering en verantwoording. De GBF kan deze dienstverlening integraal bieden: van actuariaat, ALM-studies, continuïteitsanalyses, juridische advisering tot het opstellen en uitvoeren van communicatie- en marketingbeleid en het voeren van het bestuurssecretariaat. Pension Fund Governance Met ingang van 2008 is de Pension Fund Governance bestuurlijk ingeregeld. Er zijn principes opgesteld voor zorgvuldig pensioenbestuur, voor verantwoording en toezicht en voor openheid en communicatie. Nadat eerder het Verantwoordingsorgaan, het deskundigheidsplan en evaluatie, de gedragscode en de klachtenregeling waren ingericht heeft in het verslagjaar de Visitatiecommissie haar eerste rapport uitgebracht. De commissie bestaat uit drie onafhankelijke pensioenexperts, die toezicht houden op het functioneren van het bestuur en het pensioenfonds. Aanbevelingen visitatiecommissie De commissie heeft een positief oordeel over de inzet en het functioneren van het bestuur van het pensioenfonds PGB. Beleggingsstrategie en uitvoering van het beleggingsbeleid zijn in deskundige handen. Uit de notulen blijkt de grondigheid van het besluitvormingsproces onder leiding van het bestuur, aldus de Visitatiecommissie. De communicatie is aangepast aan de eisen die de Pensioenwet stelt. De communicatie van het fonds met haar (gewezen) deelnemers is voldoende toegankelijk, duidelijk en volledig. De Visitatiecommissie beveelt onder meer aan om in de nieuw op te stellen uitbestedingsovereenkomst tussen het fonds en de uitvoeringsorganisatie te werken aan een SLA, waarin de kosten per dienst worden vastgesteld en de communicatie van het fonds onafhankelijk van de uitvoeringsorganisatie te laten plaatsvinden. Actuariaat In het kader van beleidsondersteuning zijn voor PGB een ALM-studie en een continuïteitsanalyse uitgevoerd. De uitkomsten van de analyses vormden de basis voor het in het verslagjaar opgestelde herstelplan. In het herstelplan is aangegeven welke maatregelen het fonds wil nemen om het eigen vermogen weer op peil te brengen. Het bestuur heeft het plan na een positief advies van de Deelnemersraad ingediend bij de toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB). Medio 2009 werd het plan goedgekeurd. De ALM-analyse is ook gebruikt voor evaluatie van de beleidsstaffel die het PGB-bestuur hanteerde bij de besluitvorming over toeslagverlening, premiestelling en beleggingsbeleid. Besloten is om geen relatie meer te leggen tussen de hoogte van de dekkingsgraad en de besluitvorming over premiestelling en beleggingsbeleid. De staffel voor besluitvorming over toeslagverlening is aangepast. De continuïteitsanalyse is uitgevoerd om de toeslagverwachting voor de komende 15 jaar in te kunnen schatten. De pensioensector zal gaan werken met een toeslaglabel om de kans op een jaarlijkse verhoging van het pensioen te laten zien. Invoering van het label, aanvankelijk voorzien in 2009, staat nu voor 1 april 2010 gepland. Bestuursondersteuning Het bestuurssecretariaat begeleidde alle vergaderingen in het verslagjaar. Dat betrof vergaderingen van de dagelijkse besturen, algemene
besturen en de vergadering van het algemeen bestuur met de Deelnemersraad, het Verantwoordingsorgaan en de Visitatiecommissie. Verder vond verslaglegging plaats van de vergaderingen van Commissie voor Beleggingen en Riskmanagement en GBF-bestuursvergaderingen en gezamenlijke bestuursvergaderingen tussen het algemeen bestuur PGB en bestuur GBF. De notulen, agenda’s, besluitenlijsten en nota’s voor vergaderingen worden elektronisch gearchiveerd in een beveiligd deel van de website. Bestuurders kunnen hier de bestanden raadplegen en desgewenst printen. Ook alle contacten met toezichthouders, ministeries en andere pensioenrelaties worden vanuit het bestuurssecretariaat onderhouden. FINANCIËN EN RISICOMANAGEMENT Voor een pensioenuitvoeringsorganisatie is het financieel beheer en het risicomanagement, naast het verzorgen van de administratie, het vermogensbeheer en de bestuurondersteuning een kernactiviteit geworden. Het centrale thema voor ons risicomanagementbeleid is ‘oog hebben voor de risico’s van vandaag en morgen en het continu werken aan de beheersing van deze risico’s’. Het beheersen van risico’s is altijd al een belangrijk aandachtspunt voor de organisatie en onze opdrachtgevers geweest. De noodzaak hiertoe vloeit voort uit de dynamiek en de complexiteit van de vele ontwikkelingen die binnen de financiële dienstverlening plaatsvinden. Zo hebben de gevolgen van de kredietcrisis aangetoond dat zeker voor pensioenfondsen een goed risicomanagement een absolute must is. Het managen van de risico’s en de financiële positie van onze opdrachtgevers heeft het afgelopen jaar veel aandacht gekregen. Bij de uitvoeringsorganisatie lag de focus vooral op het operationeel risicobeheer. De kredietcrisis fungeerde als katalysator om het risicobeheer nog meer vanuit integraal perspectief te beschouwen. Het risicomanagement bij de GBF kent twee belangrijke peilers, te weten het principe van de drie verdedigingslijnen en de integrale benadering van risicomanagement. Principe van de drie verdedigingslijnen Bij de inrichting van het risicomanagement geldt bij de GBF het zogenaamde ‘Three Lines of Defence’-principe. Het beheersen van de risico’s vindt in de hele organisatie zoveel mogelijk aan de bron plaats (de eerste verdedigingslinie). De afdelingsmanagers zijn primair verantwoordelijk voor de risico’s die met hun processen samenhangen. Daar waar mogelijk worden beheersmaatregelen getroffen en in systemen en applicaties ingebouwd om zo een beheerste bedrijfsvoering mogelijk te maken. Het risicomanagementteam werkt hierbij faciliterend. De risicomanagers en controllers fungeren als tweede verdedigingslinie. De rol van de derde verdedigingslinie wordt uitgevoerd door de Interne Accountantsdienst (IAD). De IAD richt zich op de financiële, operationele, compliance en IT-audits. De uitkomsten van deze controles kunnen, indien nodig, worden gebruikt voor verdere versterking van de interne beheersing. ERM COSO en FIRM De inrichting van het risicomanagement bij de GBF is gebaseerd op het zogenaamde ERM COSO-raamwerk. Als methode om risico’s te analyseren wordt FIRM van DNB gebruikt. In bijlage III zijn het raamwerk en de methodiek uitgewerkt.
Strategisch risicomanagement Bij de GBF is het risicomanagement onderdeel gaan uitmaken van het strategisch management. De basis voor het strategisch risicomanagement zijn de doelstellingen die de GBF op langere termijn wil realiseren. De doelstellingen op langere termijn zijn naast continuering van de bestaande dienstverlening tegen concurrerende tarieven het verdubbelen van haar huidige marktpositie. De onzekerheden die met deze doelstelling samenhangen, worden actief gemanaged door het bestuur en de uitvoeringsorganisatie. Daarnaast faciliteert de GBF haar opdrachtgevers bij de beheersing van de strategische risico’s. Dit is vooral van belang bij haar belangrijkste opdrachtgever het PGB. De belangrijkste strategische doelstelling is het bieden van een goed pensioen bij ouderdom of overlijden, het garanderen van een nominaal pensioen en een streven naar waardevast pensioen tegen een zo laag mogelijke premie. Die ondersteuning uit zich in het opstellen van ALM-studies, beleggingsplannen en het leveren van expertise op de relevante gebieden zoals actuariaat, vermogensbeheer en risicomanagement. Risicomanagement is dus een proces van (bestuurlijk) afwegen. Als het fonds het opwaarts potentieel wil bereiken, zal het het neerwaartse risico moeten accepteren. De strategische risico’s die een organisatie loopt en hoe deze worden beheerst vormt het aandachtsgebied van het bestuur van het pensioenfonds en directie en bestuur van de uitvoeringsorganisatie. Het gecontroleerd risico’s nemen behoort vervolgens tot de dagelijkse gang van zaken. Het gaat op dit niveau om de monitoring van de goede gang van zaken van de bedrijfsvoering als geheel. Operationeel risicomanagement Vanuit de missie van de organisatie worden vervolgens de operationele doelen vastgesteld. Voor de GBF zijn dat het proactief ondersteunen van het bestuur, het leveren van een outperformance voor wat betreft het vermogensbeheer, het aanbieden van pensioen tegen zo laag mogelijke uitvoeringskosten bij een dienstverlening conform afspraken en het verzorgen van transparante communicatie naar belanghebbenden. Vanuit deze doelen zijn alle activiteiten en processen beschreven die nodig zijn om de operationele doelen te bereiken. De kans dat het doel niet wordt bereikt (zonder aanvullende beheersmaatregelen) wordt per proces in kaart gebracht. Er worden indien nodig beheersmaatregelen getroffen waardoor het risico kan worden teruggebracht. Reductiestrategieën kunnen worden gevonden in het vermijden of verzekeren van risico, het aanpassen van het risicoprofiel van bijvoorbeeld de beleggingsportefeuille, het aanpassen van de administratieve organisatie, het inbouwen van beheersmaatregelen in systemen en applicaties en het versterken van de interne controle. Integraal risicomanagement In het verslagjaar is het risicomanagement bij de GBF verder uitgebreid. Voorgesteld is om de regie op het risicobeheer en de financiële functie bij één afdeling te beleggen, de afdeling Financiën en Risicomanagement (F&R). In 2009 is verder invulling gegeven met het geïntegreerd benaderen van de risico’s. Zo is onder meer besloten tot oprichting van een centraal riskcomité. De voorzitter van het riskcomité is de algemeen
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 15
GBF
directeur. De andere leden zijn de directeuren pensioen en vermogensbeheer, de manager F&R en specialisten op het gebied van risicomanagement van beleggingen, actuariaat, IT en operationele risico’s. Het bestuur van de opdrachtgevers heeft zo nodig rechtstreeks contact met de verschillende medewerkers die zich met risicomanagement in de diverse afdelingen bezighouden. Het risicomanagementmodel wordt nog verder afgestemd met de toezichthouder DNB. In het kader van risicomanagement zijn het afgelopen jaar verschillende risk assessments gehouden met zowel medewerkers als bestuur GBF. Naast de verbetering van het beheersinstrumentarium leveren deze bijeenkomsten een belangrijke bijdrage in de bewustwording van het belang van een goed risicomanagement. In 2010 zal voor wat betreft het riskmanagement software worden ingezet voor de planning, monitoring en registratie van het riskmanagement. Compliancerisico’s Voor de GBF-organisatie en haar opdrachtgevers is het vanzelfsprekend en noodzakelijk dat de wet- en regelgeving op een juiste wijze wordt nageleefd. De laatste jaren is er een groei in omvang en complexiteit van de interne en externe wet- en regelgeving. De GBF heeft in dit kader een compliance officer aangesteld. Deze functionaris stelt centrale kaders en houdt toezicht op de manier waarop door betrokken afdelingen de relevante wet- en regelgeving wordt nageleefd. Voor directie en bestuursleden fungeert een externe compliance officer. In 2009 is een integraal integriteitbeleid in kaart gebracht en zijn een incidentenregeling (waarin opgenomen een klokkenluidersregeling) en een regeling ongewenst gedrag opgesteld. Verder is een incidentenregistratie in gebruik genomen. Voor de medewerkers van de GBF geldt al jarenlang een gedragscode. Een belangrijke sturende bijdrage in de feitelijke uitvoering van de naleving van wet- en regelgeving wordt geleverd door de afdeling Beleids- en Bestuursondersteuning, waar specialisten op het gebied van pensioen- en vermogensbeheerwetgeving actief zijn. KWALITEIT DIENSTVERLENING De kwaliteit van de dienstverlening kan vanuit verschillende perspectieven worden beoordeeld. Belangrijke indicator is de prijs-kwaliteitverhouding van de dienstverlening. Essentieel is ook dat afspraken die tussen opdrachtgever en uitvoeringsorganisatie worden gemaakt, worden nagekomen, dat processen worden beheerst en dat wet- en regelgeving worden nagekomen. En tot slot is de tevredenheid van de klant, de werkgever en de deelnemer en pensioengerechtigde een belangrijke maatstaf voor kwaliteit. Onderscheidende prijs-kwaliteitverhouding Uit het onafhankelijk benchmarkonderzoek van CEM 2009 blijkt dat de kosten per deelnemer over 2008 van de peergroup pensioenfondsen in Nederland € 115 per jaar bedragen. De GBF realiseerde voor haar opdrachtgever PGB een kostprijs van € 89. De GBF zit daarmee aan de onderkant van de markt. De service die GBF bestuurders, werkgevers en deelnemers biedt, ligt boven het gemiddelde van pensioenfondsen waar PGB mee wordt vergeleken. PGB scoorde in 2008 69 punten op een schaal die loopt tot maximaal 100. Het gemiddelde van de vergelijkbare pensioenfondsen lag op 67 punten. De prijs-kwaliteitverhouding van de
GBF
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 16
dienstverlening mag daarmee onderscheidend worden genoemd. Sindsdien heeft de GBF haar service verder verhoogd. De verwachting is dat door de introductie van de klantenpanels, het uitvoeren van marktonderzoek, de uitgifte van e-nieuwsbrieven, het uitgeven van een Engelse en een populaire samenvatting van het financieel jaarverslag, het uitgebreid informeren over beleid, bestuur en organisatie en de organisatie van pensioenworkshops voor werkgevers en roadshows in verband met het herstelplan, de prijs-kwaliteitverhouding verder is verbeterd. Prestaties vermogensbeheer Het beleggingsbeleid is erop gericht om binnen het risicobudget en de tactische beleidsruimte een structurele outperformance te behalen. De beleggingsprestaties van verplichtgestelde pensioenfondsen worden in Nederland getoetst. Daarvoor is een gestandaardiseerde norm, de Zscore, ontwikkeld. De performancetoets voor PGB over de jaren 2005 tot en met 2009 komt uit op een score van +1,66 wat ruim positief is. Nakomen wet- en regelgeving De Autoriteit Financiële Markten (AFM) controleert of pensioenuitvoerders de Pensioenwet naleven. In het laatste ‘self assessment’ onderzoek van januari 2009 van de AFM (dat inzicht geeft in welke mate rekening wordt gehouden met de eisen van de Pensioenwet) behaalde het fonds 93%. Bedrijfstakpensioenfondsen scoorden gemiddeld 80%. Ook de Visitatiecommissie concludeerde dat de communicatie volledig en begrijpelijk is. SAS70 (type II) Met een Statement on Auditing Standard70-verklaring (SAS70) kan een uitvoeringsorganisatie aantonen dat zij de operationele risico’s van haar dienstverlening goed beheerst. De GBF is sinds 2008 SAS 70 type IIgecertificeerd voor de processen die te maken hebben met de pensioenadministratie, vermogensbeheer en de bestuursondersteuning. De uitvoeringsorganisatie heeft haar werkwijze inmiddels zo ingericht dat de certificering gecontinueerd kan worden. Het rapport over 2009 is op 1 april 2010 uitgebracht. Klanttevredenheid In 2009 is de tevredenheid van klanten onderzocht. Voor wat betreft de dienstverlening aan pensioengerechtigden wordt gestreefd naar een gemiddelde waardering van een 8. Onder deelnemers is het doel een gemiddelde waardering van 7,5. De waardering van deelnemers en pensioengerechtigden ligt in lijn met de doelstellingen. De resultaten zijn weergegeven in tabel 1. De aangesloten werkgevers beoordeelden de dienstverlening met een 7,6. Klachten Voor onze opdrachtgevers is een betrouwbare en klantgerichte uitvoering van de sociale regelingen van belang. Uit de resultaten van de Service Level Agreements die GBF met zijn opdrachtgevers heeft gesloten, blijkt dat wij de gemaakte afspraken nakomen.
Tabel 1: waardering serviceniveau uitvoeringsorganisatie onder deelnemers en pensioengerechtigden
Waardering serviceniveau
Deelnemers
Pensioengerechtigden
2009
2008
2009
2008
Telefonische bereikbaarheid
7,4
7,5
8,0
7,8
Deskundigheid medewerkers
7,5
7,7
8,2
8,0
Nakomen afspraken
7,5
7,6
8,4
8,0
Snelheid afhandeling verzoeken
7,2
7,3
8,2
8,0
Klantvriendelijkheid medewerkers
7,8
8,0
8,5
8,3
Verwerking e-mails
7,4
7,2
8,2
7,9
Kwaliteit brochures
7,3
7,4
8,1
8,0
Kwaliteit website
7,2
7,5
7,9
7,9
Kwaliteit worksite
7,1
7,4
7,8
7,7
Kwaliteit GBF-Nieuws
7,3
7,4
8,0
8,0
Algemene dienstverlening
7,1
7,4
8,3
8,2
De kwaliteit van de dienstverlening kan ook worden afgeleid uit het aantal klachten dat in ontvangst wordt genomen. Een klacht gaat over de manier waarop de deelnemer of de werkgever door de uitvoeringsorganisatie is behandeld. In 2009 werden er 32 klachten in ontvangst genomen. Daarvan hadden er 23 betrekking op het pensioenfonds PGB, 3 op het VUT-fonds FWG, 1 op het Spaarloonfonds SGB, 3 op het sociaal fonds ASF en 2 op de GBF. Van de klachten kon 72% binnen de gestelde norm van 10 dagen worden afgehandeld. Er zijn geen klachten voorgelegd aan de klachtencommissie. Zes klachten hadden betrekking op de uitvoering van het beleid. Hier was dus sprake van een geschil. De overige klachten hadden betrekking op onjuiste of onduidelijke informatieverschaffing of onvoldoende service. Het beperkt aantal klachten op het totaal aantal transacties dat in de honderdduizenden loopt, ziet de organisatie als een graadmeter voor de goede kwaliteit van de uitvoering van de bij ons ondergebrachte regelingen. De ontwikkeling van de klachten is in het onderstaande diagram weergegeven.
Diagram: klachtenregistratie 2009 en 2008
INTERNE ORGANISATIE Er worden door de wetgever steeds zwaardere eisen gesteld aan pensioenfondsen. De uitvoeringsorganisatie moet daarop worden ingericht. De traditionele kennisgebieden zoals administratie, vermogensbeheer, actuariaat en de standaardcommunicatie worden daarbij als vanzelfsprekend beschouwd. Er ontstaan nieuwe kennisgebieden waarop de GBF ook wil excelleren. Het betreft integraal risicomanagement & compliance en innovatieve ICT met geavanceerd outputmanagement om in te kunnen spelen op gedifferentieerde wensen en behoeften van pensioenfondsen, werkgevers en deelnemers. Het zijn kennisintensieve functiegebieden waarop de organisatie in 2009 fors heeft ingezet. ORGANISATIESTRUCTUUR De GBF heeft de ambitie om haar klantenkring uit te breiden en bestaande opdrachtgevers meer differentiatiemogelijkheden aan te bieden tegen een onderscheidende prijs-kwaliteitverhouding bij verantwoorde risico’s. Om de realisatie van deze doelen te versnellen zijn in het verslagjaar een aantal organisatiewijzigingen doorgevoerd waarbij de verdeling en de coördinatie van werkzaamheden zijn aangepast. Accountmanagement Om de naamsbekendheid van de uitvoeringsorganisatie te vergroten en de acquisitiekracht te versterken is een unit verbijzonderd. De afdeling Accountmanagement verzorgt het relatiebeheer met de bestaande klanten en acquireert nieuwe (administratie)opdrachten en nieuwe aansluitingen. IAF Gezien het toenemend belang van de ICT, zijn alle hard- en software gerelateerde activiteiten bij één afdeling ondergebracht. Dat betreft het ontwerp en beheer van de ICT en de ontwikkeling, de bouw en het testen van systemen en applicaties. In de afdeling Informatisering, Automatisering en Facilitair management (IAF) zijn de afdelingen Informatisering & Automatisering en de Facilitaire Dienst opgegaan.
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 17
GBF
Financiële functie Verder zijn in het verslagjaar de financiële disciplines bij elkaar gebracht. De afdelingen Finance & Controlling en de afdeling Riskmanagement & Compliance zijn gebundeld in de overkoepelende afdeling Financiën & Risicomanagement. De samenvoeging moet waarde toevoegen aan de kwaliteit en werking van de interne beheersing. Vermogensbeheerfunctie Met het oog op de uitvoering van de multi client strategie zijn tot slot ook voorbereidingen getroffen om de vermogensbeheerorganisatie aan te passen. Daarbij wordt rekening gehouden met de eisen die de huidige en toekomstige toezichthouders aan de bedrijfsvoering (zullen) stellen. De afdeling gaat ertoe over om de ondersteuning van de frontofficeactiviteiten ten behoeve van het uitzetten van de beleggingen en het selecteren en monitoren van externe vermogensbeheerders te versterken. Strategie & Risicomanagement van de afdeling Beleggingen stelt in opdracht van het bestuur van het pensioenfonds in overleg met het riskcomité onder meer de strategische beleggingsmix samen, inclusief de risicoafdekking, ook stelt zij de jaarlijkse beleggingsplannen op, houdt zij beleggingsrisico’s in het oog en stuurt zij tussentijds bij als dat noodzakelijk is. Het team Operations en Control houdt zich bezig met de back- en midofficeactiviteiten, de uitvoering van het Service Level Agreement en de juridische issues. SYSTEMEN EN PROCESSEN De GBF wil haar concurrentiepositie op langere termijn versterken door marktontwikkeling en efficiencyverbetering. Voor efficiencywinst is de inzet van ICT van vitaal belang. De organisatie heeft als uitgangspunt om geautomatiseerde systemen zelf te bouwen en te innoveren, omdat zij daardoor beter in staat is tijdig in te spelen op de wensen van opdrachtgevers. Bij de automatisering wordt in toenemende mate met internettechnologie en volgens het principe van Straight Through Processing (STP) gewerkt. Operationele bedrijfsprocessen die volgens dit concept zijn ingericht, worden vanaf de eerste stap ´real time´ en automatisch afgehandeld met een minimum aan contactmomenten. Bedrijfsinformatieplan Om de langetermijndoelstellingen en de huidige situatie van de producten, systemen en processen goed op elkaar afgestemd te houden, is in het verslagjaar gewerkt aan een Business Information Plan (BIP). Het BIP helpt de organisatie bij het stellen van prioriteiten in de keuze van automatiseringsprojecten en laat zien waar gaten in de huidige structuur zitten. Integratie van pensioenadministratie In 2009 is verder gewerkt aan het integreren van de ‘handmatige’ pensioenadministraties in het centrale pensioensysteem. Handmatige administraties behoren daarmee nagenoeg tot het verleden. Herinrichten ICT-keten Ook is in 2009 gestart met een project om de gebruikers van ICT meer sturing te laten geven aan de keuze en de wijze waarop processen worden geautomatiseerd. Dit project ‘herinrichten ICT-keten’ wordt in 2010 verder vormgegeven en afgerond.
GBF
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 18
HUMAN RESOURCE De GBF is goed ingevoerd in de branches waarvoor zij werkt. Door de schaalgrootte van de organisatie wordt efficiënt en slagvaardig ingespeeld op wensen van klanten en worden tegelijkertijd korte lijnen naar individuele werkgevers, deelnemers en bestuurders onderhouden. De uitvoeringsorganisatie positioneert zich als toegewijd uitvoerder voor een select aantal opdrachtgevers. Dat vergt deskundig personeel dat zich ambitieus en betrokken inzet voor onze klanten. Medewerkers vormen uiteindelijk het belangrijkste kapitaal van de GBF. Zij dragen dagelijks zorg voor de dienstverlening. Gezien de ontwikkelingen waar de uitvoeringsorganisatie de komende jaren voor staat, krijgt ook het personeelsbeleid steeds nadrukkelijker een strategisch karakter. De langetermijn-doelen van de organisatie vormen het uitgangspunt bij de planning van het personeelsbeleid. De missie en kernwaarden worden vertaald naar de afdelingsplannen en individuele functioneringsgesprekken met medewerkers. De komende jaren wordt geïnvesteerd in verdere verhoging van kwaliteit van de medewerkers. Focus op kwaliteit De organisatie stelt zich ten doel om de juiste persoon op het juiste moment op de juiste werkplek te kunnen inzetten. De in-, door-, en uitstroom van medewerkers wordt daarop ingericht waarbij kennisimport de bijzondere aandacht van HR en het management heeft. Gezien de snelle veranderingen in de markt en de vraag naar steeds meer specialistische kennis en vaardigheden is het opleidingsbudget verhoogd van 3% naar 5% van de brutosalarissom. Het niveau van de medewerkers vertoont een stijgende lijn. Er opereren meer medewerkers op allround- of seniorniveau. Managementontwikkeling Van leidinggevenden bij de GBF wordt verwacht dat zij zich permanent ontwikkelen en op de gewenste manier, in houding en gedrag en met kennis van zaken, leiding geven aan de medewerkers en sturing geven aan de inrichting van processen. In het kader van verhoging van de kwaliteit hebben directie en managers gezamenlijk een cursus managementontwikkeling van negen maanden gevolgd. In de bijeenkomsten is uitgebreid stilgestaan bij de afstemming tussen missie, de afdelingsplannen en plannings- en functioneringsgesprekken met medewerkers. De GBF kiest in de relatie tussen manager en medewerker voor een coachende leiderschapsstijl met resultaatgerichte sturing. In-, door- en uitstroom In 2009 bedroeg de instroom van nieuwe medewerkers 12,4%. Het jaar ervoor was dat 14,5%. In het verslagjaar zijn circa acht formatieplaatsen die in 2008 nog werden ingevuld door externe inhuur, verruild voor medewerkers met een vast of tijdelijk dienstverband. De GBF stimuleert medewerkers zich te blijven ontwikkelen om zo de inzetbaarheid nu en in de toekomst te kunnen verhogen. De interne doorstroom vertoont een stijgende lijn. In 2008 schoof 5,5 % van het personeelsbestand intern door naar een nieuwe functie. In 2009 was dat 6,5%. De uitstroom steeg van 8,5% in 2008 tot 8,9% in 2009. In de uitstroom zijn ook de medewerkers opgenomen die vanuit een loopbaanbegeleidingstraject bewust de keuze hebben gemaakt hun loopbaan buiten de GBF voort te zetten.
Eind 2009 zijn bij de GBF 169 medewerkers in dienst: 124 fulltimers (73%) en 45 parttimers (27%). Eind 2008 was deze verhouding 71% fulltime en 29% parttime. De gemiddelde leeftijd is gedaald; van 46 jaar en 2 maanden eind 2008 naar 45 jaar en 9 maanden eind 2009. Het gemiddelde dienstverband daalde ook van 14 jaar en 8 maanden naar 14 jaar. In het kader van een evenwichtige personeelsopbouw ligt het optimum voor een uitvoeringsorganisatie zoals de GBF bij een gemiddelde leeftijd tussen de 42 en 46 jaar en een gemiddeld lengte van het dienstverband dat varieert tussen de 12 en 14 jaar. Zowel de gemiddelde leeftijd als de gemiddelde lengte van het dienstverband bevindt zich binnen de gewenste bandbreedte maar blijven de aandacht vragen van HR en management. Werving & selectie In 2009 is de organisatie erin geslaagd om, geholpen door de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, ook de meer specialistische en voorheen moeilijk vervulbare vacatures in te vullen en minder afhankelijk te zijn van externe inhuur. Het is voor een organisatie van belang om specialisten voor langere tijd aan de organisatie te kunnen binden. Ook de toenemende naamsbekendheid kan de aantrekkelijkheid van de GBF als werkgever vergroten. Dat bepaalt mede de mate waarin de GBF op de wervings- en selectiemarkt succesvol kan zijn. Bezetting In 2009 is het personeelsbestand iets afgenomen. De afname kan worden toegeschreven aan het wegvallen van de helpdeskfunctie voor de applicatie Abzend (voorheen Plato). De eigenaar heeft de werkzaamheden die eerst aan GBF waren uitbesteed, zelf overgenomen. Verder zijn een aantal taken door automatisering overgenomen of komen te vervallen. Het aantal formatieplaatsen bedroeg eind 2009 165. Eind 2008 was dat 166.
Formatie 31-12-2009
31-12-2008
31-12-2007
165
166,2
156,2
aantal medewerkers
169
165
153
waarvan man:
116 (69%)
111 (67%)
108 (70%)
waarvan vrouw:
53 (31%)
54 (33%)
45 (30%)
aantal FTE (incl. inhuur)
Beloningsbeleid Het huidige beloningsbeleid van de GBF is volgens de toezichthouders transparant en het voldoet aan de uitgangspunten van beheerst beloningsbeleid. De organisatie heeft het voornemen om het beleid op onderdelen aan te passen om het ondernemend en resultaatgericht werken te ondersteunen. Zo streeft de organisatie ernaar om een directere koppeling te kunnen leggen tussen de door de medewerker geleverde prestatie en de beloning. Verder wordt het bonusbeleid herijkt. Het huidige bonusbeleid past binnen de kaders die toezichthouders als richtlijn stellen. Het is gekoppeld aan vooraf bepaalde meetbare criteria, er vindt een correctie plaats voor
risico’s en gemaakte kosten, het is trapsgewijs opgezet en valt binnen de maximale ruimte die er is om bonussen te verstrekken (100% van het salaris). De GBF kent momenteel een (beperkt) bonusbeleid voor frontofficemedewerkers van de vermogensbeheerafdeling. Tot een maximum van 30% van het jaarsalaris kan in de vorm van een bonus worden toegekend. De toekenning is afhankelijk van de mate waarin de organisatie erin slaagt om beter te presteren dan de benchmark (de vooraf door opdrachtgevers vastgestelde normportefeuille) en de ontwikkelingen in de markt. In 2008 werden er geen bonussen uitgekeerd. In 2009 zijn bonussen uitgekeerd van maximaal 15% van het brutojaarloon. De uitbetaling wordt over drie jaar verspreid waarbij jaarlijks 5% wordt toegekend. Over 2009 is over de totale brutoloonsom van € 14,1 miljoen, ongeveer € 0,2 miljoen aan bonussen vastgesteld. Dat is 1,4% van de totale loonsom. Bij de herijking van het beleid zal de organisatie ook de maatschappelijke discussie over het bonusbeleid bij financiële instellingen en het inbouwen van langere termijn resultaten in haar overwegingen meenemen. De brutoloonsom voor de directieleden, bestaande uit de algemeen directeur, de directeur vermogensbeheer en directeur pensioenen bedroeg in 2009 € 0,9 miljoen. Arbobeleid en Arbeidsvitaliteit Als de externe omgeving verandert, werkt dat in de regel ook door naar de structuur en de werkzaamheden binnen de organisatie. De veerkracht van een bedrijf is afhankelijk van de gezamenlijke inzet en creativiteit van haar medewerkers. Een gezond bedrijf leeft door energieke mensen, die zich prettig en ontspannen voelen. De arbeidsvitaliteit is een belangrijke sleutel voor het aanpassingsvermogen van de organisatie. In het Arbobeleid is in 2009 voortgeborduurd op de uitkomsten van het Preventief Medisch Onderzoek uit 2008. Het roken en het overgewicht vormden daarbij de grootste gezondheidsrisico’s. De GBF heeft in het verslagjaar een aantal activiteiten ondernomen om bij te dragen aan de vitaliteit van medewerkers. Zo zijn er in werktijd workshops aangeboden die het stoppen met roken ondersteunen. Van de 20 medewerkers (2/3 van het totaal aantal rokers) die daaraan hebben deelgenomen, is een jaar na het volgen van de workshop nog 50% rookvrij. De betrokken medewerkers en de organisatie zijn zeer content met deze resultaten. Voor 2010 wordt overwogen de cursus te herhalen. De speciale rookruimtes zullen worden gesloten. Verder wordt vanuit de organisatie tegen een gereduceerde eigen bijdrage stoelmassage aangeboden. Door middel van massages kunnen werkstress en fysieke klachten worden bestreden. Tijdens de kortdurende maandelijkse sessies wordt ook aandacht besteed aan de werkhouding en de ergonomische inrichting van de werkplek. Tot slot zijn met een sportcentrum van een omliggende universiteit verkennende gesprekken gevoerd over een Fit at work programma. Het programma bestaat uit een aantal sporten dat gedurende een door de opdrachtgever te bepalen periode aan medewerkers wordt aangeboden om medewerkers te stimuleren om meer te bewegen. Het kan gaan om individuele sportbeoefening, maar ook om groepsprogramma’s en gezondheidsmetingen etc.
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 19
GBF
Ziekteverzuim In 2009 kwam het ziekteverzuim uit op 3,23%. Een daling van 24% ten opzichte van 2008. De Mexicaanse griep, is mede dankzij de goede voorbereiding aan de organisatie voorbij gegaan. Er zijn een aantal preventieve maatregelen genomen en medewerkers zijn geïnformeerd over hoe moet worden omgegaan met eventuele ziekteverschijnselen. De ziekteverzuimfrequentie is gedaald van 1,6 in 2008 naar 1,4 in 2009. Het streven voor 2010 is een ziekteverzuimpercentage van 3% bij een frequentie van gemiddeld 1,2.
zaken rond mogelijke samenwerkingsverbanden en het aantrekken van grote klanten. Veel tijd is gestoken in de behandeling van adviesaanvragen voor organisatieaanpassingen, de herinrichting van de ICT-keten en het benoemingsproces van medewerkers in nieuwe functies. Door het frequente overleg tussen OR en HR ontvangt de raad in een vroeg stadium informatie over de ontwikkelingen binnen de organisatie. Zowel de OR als de bestuurder ervaren deze werkwijze als waardevol en effectief.
Ziekteverzuim 2009
2008
2007
Ziekteverzuim
3,23%
4,25%
3,7%
Frequentie
1,4
1,6
1,8
BHV Een werkgever is verplicht om bedrijfshulpverlening (BHV) te organiseren zodat bij gevaarlijke situaties op het werk letsel en schade bij werknemers en bezoekers zoveel mogelijk wordt voorkomen. De bedrijfshulpverlening is op sterkte.
FINANCIEEL BELEID Voor de uitvoering van de brancheregelingen worden bij de opdrachtgevers administratiekosten in rekening gebracht. Het totaal van de ontvangen administratiekosten steeg van € 16,8 miljoen eind 2008 naar € 19,2 miljoen eind 2009 waarvan € 0,9 miljoen ontvangen werd van derden. Enerzijds stegen de kosten met € 1,9 miljoen en anderzijds daalden de opbrengsten die bij derden in rekening werden gebracht met € 0,5 miljoen. Een belangrijke verklaring voor de stijging van de kosten houdt verband met het feit dat er in 2009 geen activering van projecten heeft plaatsgevonden (in 2008 circa € 0,6 miljoen). Voorts stegen de kosten door de toenemende differentiatie en flexibilisering binnen de
Vertrouwenspersoon De GBF wil een veilige werkomgeving voor medewerkers zijn, waar respectvol met elkaar omgegaan wordt. De organisatie heeft om dit te waarborgen een vertrouwenspersoon aangesteld. Bij haar kunnen klachten inzake ongewenst gedrag gemeld worden. In de ‘Regeling ongewenste omgangsvormen’ staan de stappen die kunnen worden gezet bij het indienen van een officiële klacht. In het verslagjaar is er één melding geweest van ongewenst gedrag, die niet tot een officiële klacht heeft geleid. De Regeling ongewenste omgangsvormen is in het verslagjaar verder verfijnd. Om medewerkers meer vertrouwd te maken met de mogelijkheid om een gesprek te voeren met een vertrouwenspersoon is informatie verspreid via de interne nieuwsbrief. Ook zijn andere drempelverlagende maatregelen genomen.
pensioenregeling alsmede investeringen in het kader van de verdere professionalisering van de organisatie. Voorbeelden hiervan zijn versterking van de ICT- en risicomanagement-functie.
Medezeggenschap De huidige Ondernemingsraad (OR) van de GBF stelt zich ten doel om een bijdrage te leveren aan de continuïteit van de bedrijfsvoering vanuit het perspectief van de organisatie en het belang van de werknemers. De Wet op de Ondernemingsraden (WOR) regelt bevoegdheden, procedures en faciliteiten van een OR. Er zijn afspraken met de bestuurder gemaakt dat de raad in een vroeg stadium betrokken wordt bij zowel de gedachtevorming als bij de besluitvorming over beleid. Op de formele rechten die de wet de OR biedt en op de procedures die in de wet beschreven staan, zal alleen worden teruggevallen als op een andere manier geen goede vorm van medezeggenschap heeft plaatsgevonden.
€ 0,5 miljoen.
De OR is in 2009 direct betrokken geweest bij de begroting en jaarplancyclus 2010 en bij de opzet van een nieuw beloningsbeleid voor de GBF. Verder is met directie en managementteam gebrainstormd over strategische keuzes en is de OR op de hoogte gehouden over de stand van
GBF
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 20
De kosten die in rekening zijn gebracht bij derden daalden van € 1,4 miljoen in 2008 naar € 0,9 miljoen in 2009. Deze daling kan voor een belangrijk deel worden toegeschreven aan het wegvallen van de helpdeskwerkzaamheden ten behoeve van Abzend. Financieel resultaat Het financiële resultaat over 2009, het resultaat van de staat van baten en lasten, is licht negatief en is onttrokken aan de algemene reserve. Daarnaast is € 0,4 miljoen toegevoegd aan de algemene reserve ten laste van de wettelijke reserve. De algemene reserve komt daarmee op
Daarnaast kent de GBF een wettelijke reserve. Deze bedraagt per 31 december 2009 € 0,8 miljoen en dient te worden aangehouden vanwege de activering van ontwikkelingskosten inzake nieuwe software. Investeringen Het afgelopen jaar is geïnvesteerd in het verbeteren van de geautomatiseerde systemen. Zo is binnen de financiële administratie een nieuw pakket geïmplementeerd waardoor de afdeling Finance & Control toekomstige ontwikkelingen met vertrouwen tegemoet kan zien. Ook de functionaliteit van het pensioensysteem is uitgebreid om diverse flexibele pensioenregelingen te kunnen administreren. Daarnaast zijn uitbreidingen op het vermogensbeheersysteem geïmplementeerd; het gaat om risk en compliance gerelateerde functionaliteit.
BELEGGINGEN De totale waarde van het voor de opdrachtgevers beheerde vermogen is in 2009 toegenomen met € 975 miljoen, een stijging van 9%. Nadat nagenoeg alle beleggingsmarkten tot in maart van het boekjaar een ongekende daling lieten zien als gevolg van de kredietcrisis, trad er daarna een fors herstel op door de getroffen monetaire maatregelen en de stimuleringsmaatregelen van de overheden wereldwijd. Alleen de markt voor staatsleningen van de meeste ontwikkelde landen bleef in de eerste maanden op peil doordat deze als ‘veilige haven’ gold. De genoemde maatregelen zorgden voor een herstel van het vertrouwen op de beleggingsmarkten waardoor vooral de aandelenmarkten en de obligatiemarkten in bedrijfsleningen en opkomende landen flink opveerden. Geleidelijk herstel De negatieve kant is dat de overheden met flinke begrotingstekorten worden geconfronteerd en het bedrijfsleven tot zware reorganisaties genoopt is. Dit zal in 2010 zijn weerslag blijven hebben op de koopkracht als gevolg van fiscale maatregelen en een verder stijgende werkloosheid. Pas als het bedrijfsleven in de westerse landen onder de nu gunstige omstandigheid van een geforceerd zeer laag rentepeil weer toekomst ziet in investeren, kan dit leiden tot een meer stabiele en gezonde economische omgeving. Bij dit alles moet tevens vermeld worden dat een aantal opkomende landen, vooral China, de kredietcrisis goed hebben doorstaan door de aldaar genomen maatregelen en zelfs min of meer als motor hebben gediend voor de huidige iets betere vooruitzichten voor de Westerse economieën. Intensief beraad Er heeft tussen het bestuur van het pensioenfonds en de uitvoeringsorganisatie naar aanleiding van het turbulente beleggingsjaar 2008 intensief beraad plaatsgevonden. De gevolgen van de kredietcrisis, de implicaties voor het toekomstig strategisch vermogensbeheer en de invulling van het risicomanagement stonden daarbij centraal. Mede op basis van de uitkomsten van een ALM-analyse en een continuïteitanalyse heeft het bestuur PGB gekozen voor een defensievere beleggingsstijl. De risicohouding van het bestuur die aan de strategische visie op het vermogensbeheer ten grondslag ligt, is in 2009 nog eens getoetst door middel van een uitgebreide studie naar de ‘risk appetite’. De uitkomsten van het onderzoek vormen het risicokader voor het fonds en daarmee de basis voor strategische keuzes in de beleggingsportefeuille
gers. Daarnaast is in 2009 ook een belangrijk deel, ca. 47%, van de vastrentende portefeuille ondergebracht bij externe beheerders. De dekkingsgraad van PGB steeg van 97% ultimo 2008 naar 110,8% ultimo 2009. Hiermee loopt het fonds voor op het herstelplan dat door de Nederlandsche Bank vereist werd als gevolg van de gedaalde dekkingsgraad. Het beleggingsrendement over 2009 voor SGB bedraagt 4,6%. De benchmark heeft een rendement gerealiseerd van 2,7%. Het rendement werd behaald met een portefeuille welke alleen uit vastrentende waarden bestaat. Eind 2008 waren uit risico-overwegingen de aandelen verkocht. Het beleggingsrendement over 2009 bedraagt voor FWG 3,6% en voor ASF 4,8%. De benchmarks hebben een rendement gerealiseerd van resp. 2,5% en 2,7%. FWG en ASF hebben uitsluitend vastrentende beleggingen. Wet- en regelgeving en fiscale kaders Wijzigingen in wet- en regelgeving hebben veelal grote invloed op de door GBF beheerde fondsen en op het te voeren beleggingsbeleid. In 2009 zijn, evenals in 2008, door de regering geen nieuwe grote wijzigingen doorgevoerd en het boekjaar kon derhalve op dit gebied gekenmerkt worden als een jaar van relatieve rust.
Amsterdam, 17 mei 2010 Directie van de Stichting Grafische Bedrijfsfondsen Mr. P.W.G. van Leeuwen LL M, algemeen directeur
Behaalde beleggingsresultaten Het rendement van de beleggingsportefeuille van PGB is in 2009 met 16,0% hoger dan het rendement van de normportefeuille (14,4%). Het rendement inclusief de afdekking van het renterisico uit het verschil in looptijd tussen beleggingen en verplichtingen, en de afdekking van het valutarisico, bedraagt 14,5%. In het verslagjaar was ca. 90% van de aandelenportefeuille in extern beheer bij regionaal gespecialiseerde mana-
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 21
GBF
“Het risicomanagement bij de GBF wordt verder uitgebreid. De regie op het risicobeheer en de financiële functie is bij één afdeling belegd. Daar wordt verdere invulling gegeven aan het geïntegreerd benaderen van de risico’s. Zo is onder meer een centraal riskcomité ingericht.”
“Het beleggingsbeleid is erop gericht om binnen het risicobudget en de tactische beleidsruimte een structurele outperformance te behalen. De organisatie beschikt over een uitgebreid netwerk gespecialiseerde externe managers dat ook eenvoudig door andere opdrachtgevers zou kunnen worden gepoold. De performancetoets voor PGB over de jaren 2005 tot en met 2009 was een score van +1,66.”
GBF
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 22
(Bedragen in duizenden euro's)
BALANS PER 31 DECEMBER 2009 NA RESULTAATVERDELING
ACTIVA
2009
2008
MATERIËLE VASTE ACTIVA Kantoorinventaris en hardware Vervoermiddelen
511 261
305 225
772
530
2.274
2.524
396 159 5.043
490 385 —
5.598
875
5.754
19.632
14.398
23.561
2009
2008
—
—
517 839
126 1.232
1.356
1.358
232 417
240 572
649
812
8.376 4.017
17.106 4.285
12.393
21.391
14.398
23.561
IMMATERIËLE VASTE ACTIVA Software VORDERINGEN OP KORTE TERMIJN Vooruitbetaalde kosten Overige vorderingen Aangesloten instellingen
GELDMIDDELEN
PASSIVA
STICHTINGSKAPITAAL RESERVES Algemeen Wettelijk
VOORZIENINGEN WAO-verplichtingen Reorganisatie
SCHULDEN OP KORTE TERMIJN Aangesloten instellingen Overige schulden
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 23
GBF
(Bedragen in duizenden euro's)
STAAT VAN BATEN EN LASTEN BOEKJAAR 2009
BATEN
Doorberekende administratiekosten aangesloten instellingen
LASTEN
Totale kosten aangesloten instellingen
2009
2008
19.198
16.848
19.198
16.848
2009
2008
19.198
16.848
19.198
16.848
Rentebaten Bijzonder resultaat
_
7 9
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening
_
2
103
_
2 —
— 103
_
2
103
–
131 28
De resultaatverdeling is als volgt: Algemene reserve Wettelijke reserve
GBF
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 24
(Bedragen in duizenden euro's)
KASSTROOMOVERZICHT OVER 2009
2008
2009
KASSTROOM UIT BEDRIJFSOPERATIES Bijzonder resultaat Aanpassing voor: − afschrijving kantoorinventaris en hardware − afschrijving vervoersmiddelen − afschrijving software − mutatie voorzieningen − toename/afname vorderingen − toename/afname schulden
−
9
− − −
160 78 849 163 4.723 8.998
−
12.806
−
28
−
175 79 692 418 2.411 10.651
−
7.740
−
KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN Ontvangen rente
7
131
−
12.799
−
7.609
− −
− −
−
366 114 0 599
−
130 90 23 878
−
1.079
−
1.075
−
13.878
−
8.684
KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN Investeringen in kantoorinventaris en hardware Investeringen in vervoersmiddelen Desinvesteringen vervoersmiddelen Investeringen in software
Afname liquide middelen
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 25
GBF
TOELICHTING BEHORENDE TOT DE JAARREKENING
WAARDERINGSGRONDSLAGEN ALGEMEEN De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. Voor zover niet anders vermeld, worden de activa en passiva gewaardeerd op nominale waarde. SCHATTINGEN EN VERONDERSTELLINGEN De opstelling van de jaarrekening in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW vereist dat het bestuur oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De schattingen en hiermee verbonden veronderstellingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden en verschillende andere factoren die gegeven de omstandigheden als redelijk worden beschouwd. De uitkomsten hiervan vormen de basis voor het oordeel over de boekwaarde van activa en verplichtingen die niet op eenvoudige wijze uit andere bronnen blijkt. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Voortschrijdend inzicht kan ertoe leiden dat de schattingen, voor zover van materieel belang, aangepast worden en daarmee ook de prognose. De financiële verwerking van deze aanpassingen vindt plaats in de huidige verslagperiode. OPNAME VAN EEN ACTIEF OF EEN VERPLICHTING Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de stichting zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de rekening van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een
GBF
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 26
(Bedragen in duizenden euro's)
derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. Dit betekent dat transacties worden verwerkt op handelsdatum en niet op afwikkelingsdatum. Als gevolg hiervan kan sprake zijn van een post ‘nog af te wikkelen transacties’. Deze post kan zowel een actief als een passief zijn. SALDERING VAN EEN ACTIEF EN EEN VERPLICHTING Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd als nettobedrag in de balans opgenomen, indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met de gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen. ACTIVA Materiële vaste activa Deze worden gewaardeerd op aanschafwaarde verminderd met afschrijvingen. De afschrijvingstermijnen zijn als volgt: hardware : 4 jaar kantoormachines : 5 jaar meubilair : 10 jaar vervoermiddelen : 5 jaar Immateriële vaste activa De applicatiesoftware wordt gewaardeerd op aanschafwaarde verminderd met afschrijvingen en eventuele bijzondere waardeverminderingsverliezen. De afschrijvingstermijn bedraagt 5 jaar en vindt lineair plaats. Onder software zijn tevens begrepen de kosten van door de GBF zelf ontwikkelde software. Deze kosten betreffen de salarissen en sociale lasten van intern personeel. Kosten worden geactiveerd voor zover sprake is van aan de ontwikkeling toerekenbare kosten en voor de activering voldoende toekomstige economische voordelen worden behaald. Per ultimo 2009 is er een investeringsverplichting aangegaan voor circa € 0,3 miljoen in verband met het realiseren van een nieuwe softwareontwikkelstraat.
TOELICHTING BEHORENDE TOT DE JAARREKENING
PASSIVA Reserves, Algemeen Het bestuur van de stichting besluit waarvoor deze reserve zal worden aangewend. De reserve wordt ondermeer aangehouden om de financiële gevolgen te kunnen opvangen die samenhangen met het in- en uittreden van opdrachtgevers. De reserve zal niet worden uitgekeerd en bedraagt maximaal ongeveer 10% van de bij de opdrachtgevers in rekening gebrachte jaarlijkse vergoedingen. Reserves, Wettelijk Een bedrag van € 839 staat niet ter vrije beschikking van het bestuur, maar is benodigd voor een wettelijke reserve die voortkomt uit de activering van ontwikkelingskosten van software. Deze wettelijke reserve valt vrij naar gelang de boekwaarde van de geactiveerde ontwikkelingskosten vermindert. VOORZIENINGEN WAO-verplichtingen Betreft een voorziening die onder meer wordt aangehouden voor toekomstige kosten die verband houden met aanvullingen op WAO-uitkeringen van personeel. De voorziening is gewaardeerd op contante waarde tegen een rekenrente van 4%. De voorziening WAO heeft ultimo 2009 een looptijd van 22 jaar en 5 maanden.
(Bedragen in duizenden euro's)
KASSTROOMOVERZICHT Het kasstroomoverzicht is conform de indirecte methode. Deze methode heeft alleen betrekking op de operationele kasstroom. Onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit operationele activiteiten en investeringsactiviteiten. OVERIGEN Bezoldiging bestuurders De totale bezoldiging van de bestuurders tezamen bedroeg in het verslagjaar € 46.000 (v.j. € 48.000). Personeel Het aantal FTE bedraagt eind 2009 165, eind 2008 was dat 166. Gebeurtenissen na balans datum Een klant van de GBF, namelijk PGB heeft haar dienstverlening substantieel uitgebreid door de overname van het ondernemingspensioen Wegener. Ten behoeve van het inregelen van deze klant krijgt GBF een vergoeding van € 860.
Reorganisatie De voorziening is gebaseerd op een sociaal plan, dat door de directie in overleg met de vakbonden is opgesteld. Zowel het bestuur van de stichting als de leden van de vakbonden hebben dit plan goedgekeurd. De voorziening is gewaardeerd op contante waarde tegen een rekenrente van 3%. De dotaties en onttrekkingen uit de voorziening lopen via het bijzonder resultaat. Bepaling baten en lasten De baten en lasten worden opgenomen in het jaar waarop ze betrekking hebben. Het saldo van de staat van baten en lasten muteert op de algemene reserve tenzij een toevoeging aan de wettelijke reserve noodzakelijk is.
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 27
GBF
(Bedragen in duizenden euro's)
TOELICHTING OP DE BALANS
ACTIVA
KANTOORINVENTARIS EN HARDWARE Hardware Aanschafwaarde begin boekjaar Cumulatieve afschrijvingen begin boekjaar Balanswaarde begin boekjaar Aankopen Afschrijvingen
–
343 150
–
193 312 117
Balanswaarde einde boekjaar Overige kantoorinventaris Aanschafwaarde begin boekjaar Cumulatieve afschrijvingen begin boekjaar Balanswaarde begin boekjaar Aankopen Afschrijvingen
Balanswaarde begin boekjaar Aankopen Verkopen Afschrijvingen
–
400 288
–
112 54 43
Balanswaarde begin boekjaar Aankopen en ontwikkelkosten Afschrijvingen Balanswaarde einde boekjaar
GBF
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 28
646 445
–
201 112 120 193
–
514 365
–
149 18 55
123
112
511
305
–
331 106
–
225 114 — 78
Balanswaarde einde boekjaar SOFTWARE Aanschafwaarde begin boekjaar Cumulatieve afschrijvingen begin boekjaar
–
388
Balanswaarde einde boekjaar
VERVOERMIDDELEN Aanschafwaarde begin boekjaar Cumulatieve afschrijvingen begin boekjaar
2008
2009
–
323 86
– –
237 90 23 79
261
–
3.765 1.241
–
2.524 599 849 2.274
225
–
3.161 823
–
2.338 878 692 2.524
(Bedragen in duizenden euro's)
TOELICHTING OP DE BALANS
ACTIVA
2009
2008
OVERIGE VORDERINGEN Swan Nederland B.V. Rekening Courant Nationale Nederlanden Stichting Administratie kantoor Zwaansvliet Diversen
6 36 5 112
185 53 54 93
159
385
5.043
—
5.043
—
5.754
19.632
5.754
19.632
Balanswaarde einde boekjaar
VORDERINGEN AANGESLOTEN INSTELLINGEN Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven Balanswaarde einde boekjaar
GELDMIDDELEN Liquide middelen Balanswaarde einde boekjaar De liquide middelen staan ter vrije beschikking aan de stichting.
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 29
GBF
(Bedragen in duizenden euro's)
TOELICHTING OP DE BALANS
PASSIVA
ALGEMENE RESERVE Balanswaarde einde vorig boekjaar Toevoeging/onttrekking Overboeking van/naar wettelijke reserve
–
Balanswaarde einde boekjaar
WETTELIJKE RESERVE Balanswaarde einde vorig boekjaar Overboeking algemene reserve Toevoeging
–
Balanswaarde einde boekjaar VOORZIENING WAO-VERPLICHTINGEN Balanswaarde einde vorig boekjaar Onttrekkingen
–
Balanswaarde einde boekjaar Waarvan verschuldigd binnen 1 jaar REORGANISATIEVOORZIENING Balanswaarde einde vorig boekjaar Onttrekkingen Dotatie/Vrijval
–
2009
2008
126 2 393
287 — 161
–
517
126
1.232 393 —
968 161 103
839
1.232
240 8
–
253 13
232
240
18
23
572 164 9
–
977 433 28
Balanswaarde einde boekjaar
417
572
Waarvan verschuldigd binnen 1 jaar
183
177
SCHULDEN AANGESLOTEN INSTELLINGEN Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven Algemeen Sociaal Fonds voor de Grafische Bedrijven Spaarloonfonds voor de Grafische Bedrijven Fonds Werktijdvermindering Oudere Werknemers in de Grafische Bedrijven
— 903 324
8.797 1.666 1.067
7.149
5.576
Balanswaarde einde boekjaar
8.376
17.106
669 319 269 1.279 1.481
636 12 674 968 1.995
4.017
4.285
De premie-inkomsten van de aangesloten instellingen komen binnen bij de GBF. OVERIGE SCHULDEN Loonheffing Crediteuren Te betalen sociale lasten en pensioenpremies Te betalen vakantiedagen en bonussen Vooruit ontvangen en nog te betalen Balanswaarde einde boekjaar
GBF
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 30
(Bedragen in duizenden euro's)
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
BATEN
DOORBEREKENDE ADMINISTRATIEKOSTEN AANGESLOTEN INSTELLINGEN Doorberekening administratiekosten: Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven Algemeen Sociaal Fonds voor de Grafische Bedrijven Spaarloonfonds voor de Grafische Bedrijven Fonds Werktijdvermindering Oudere Werknemers in de Grafische Bedrijven
LASTEN
ADMINISTRATIEKOSTEN Salarissen Af: geactiveerde salariskosten Pensioenpremie * Overige sociale lasten Af: geactiveerde pensioenpremie Af: geactiveerde overige sociale lasten Uitzendkrachten Overige personeelskosten Personeelskosten Huisvestingskosten ** Afschrijving kantoorinventaris, hardware, software en vervoermiddelen Kantoorbehoeften/kleine aanschaffingen ** Kosten computer en kantoormachines ** Drukwerk Porti, telefoon en uitbetalingskosten ** Reis- en verblijfkosten Bestuur en vergaderingen Algemene kosten ** Adviseurs en accountants Overige kosten ** Totale kosten
2009
2008
12.609 2.118 1.000
10.464 1.855 1.338
3.471
3.191
19.198
16.848
2009
2008
10.412 — 1.274 1.461 — — 932 1.068
–
– –
9.124 514 1.131 1.391 37 45 2.208 693
15.147
13.951
847 1.087 43 1.522 110 405
820 946 32 1.413 124 327
136 46 273 874
85 48 313 563
5.343
4.671
20.490
18.622
* Voor het personeel van de GBF zijn de pensioenen ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven. De GBF heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in het geval van een tekort bij het bedrijfstakpensioenfonds, anders dan het voldoen van de toekomstige premies. Evenmin kan de GBF rechten doen gelden op eventuele overschotten in het pensioenfonds. Als gevolg hiervan is de pensioenregeling conform de richtlijn in deze jaarrekening verwerkt als een toegezegde-bijdrageregeling. Dit houdt in dat de bijdragen aan de pensioenregeling als last in de winst- en verliesrekening zijn opgenomen in de periode waarover de bijdragen zijn verschuldigd. De dekkingsgraad van het pensioenfonds bedraagt ultimo 2009 110,8 %. ** De vergelijkende cijfers voor 2008 met betrekking tot de overige kosten zijn aangepast in verband met de herrubricering van de kosten met ingang van 2009.
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 31
GBF
(Bedragen in duizenden euro's)
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN
LASTEN
2008
2009
ADMINISTRATIEKOSTEN In rekening gebracht bij: Administratiekantoor Zwaansvliet GBF Advies BV Swan Nederland BV Administratiekosten ANW Verzuimexpert PGB Grafici weer aan het werk Pensioensparen PGB Vergoeding uitvoeren PPP NN Administratiekosten Inkoopsommen FWG Prepensioenfonds voor de Dagbladjournalisten inzake liquidatiekosten Kosten inzake waardeovernames Overige doorberekende kosten: Invorderingskosten Administratiekosten ASF-Garantiefonds Totale kosten aangesloten instellingen
–
– – – – – – –
–
7 — 160 236 42 69 36 36 10 — 350
– – –
50 60 323 243 75 73 51 — 15 40 500
– –
104 242
– –
94 250
– – – – – – –
19.198
De doorbelasting van kosten aan aangesloten instellingen vindt plaats op basis van vooraf goedgekeurde verdeelsleutels.
Amsterdam, 17 mei 2010 De directie: mr. P.W.G. van Leeuwen LL M, algemeen directeur
Aldus vastgesteld in de op 17 mei 2010 gehouden bestuursvergadering. Voorzitters: G. Poel E.M. Bouwers
GBF
Secretarissen: I.D.F. Beun G.F. van Linden
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 32
16.848
Aan: het bestuur van Stichting Grafische Bedrijfsfondsen
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel.
ACCOUNTANTSVERKLARING VERKLARING BETREFFENDE DE JAARREKENING Wij hebben de jaarrekening 2009 van Stichting Grafische Bedrijfsfondsen te Amsterdam, bestaande uit de balans per 31 december 2009 en de staat van baten en lasten over 2009 met de toelichting gecontroleerd. VERANTWOORDELIJKHEID VAN HET BESTUUR Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn.
OORDEEL Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Grafische Bedrijfsfondsen per 31 december 2009 en van het resultaat over 2009 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. VERKLARING BETREFFENDE ANDERE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN EN/OF VOORSCHRIFTEN VAN REGELGEVENDE INSTANTIES Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder f BW melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Rotterdam, 17 mei 2010 KPMG ACCOUNTANTS N.V. A.J.H. Reijns RA
VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE ACCOUNTANT Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedrags-normen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van vermogen en resultaat relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van de stichting. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de stichting heeft gemaakt, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 33
GBF
“In het verslagjaar zijn in verband met de financiële positie en het opgestelde herstelplan regionale informatiebijeenkomsten georganiseerd. De bijeenkomsten hebben volgens de klantenpanels sterk bijgedragen aan verkleining van de afstand tussen bestuur en deelnemer/pensioengerechtigde. De betrokken hoofdrolspelers van het fonds en de uitvoeringsorganisatie waren aanwezig om tekst en uitleg te geven.”
GBF
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 34
BIJLAGEN BJLAGE I: CONTRACTANTEN, STATUTAIRE FUNCTIONARISSEN, LEIDING EN OR Per 31 december 2009
CONTRACTANTEN Stichting Algemeen Sociaal Fonds voor de Grafische Bedrijven (ASF) Stichting Fonds Werktijdvermindering Oudere Werknemers in de Grafische Bedrijven (FWG) Stichting Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (PGB) Stichting Spaarloonfonds voor de Grafische Bedrijven (SGB) BESTUUR GBF Medio 2009 trad de heer T. Pietersma als voorzitter van werknemerszijde terug. De heer Pietersma werd opgevolgd door de heer E.M. Bouwers, aangewezen door FNV KIEM. Wij danken de heer Pietersma voor de wijze waarop hij het voorzitterschap heeft vervuld. De bestuurssamenstelling is per ultimo 2009 als volgt: LEDEN VAN WERKGEVERSZIJDE aangewezen door het Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen: G. Poel voorzitter (fungerend in 2009) I.D.F. Beun secretaris (fungerend in 2010) LEDEN VAN WERKNEMERSZIJDE aangewezen door FNV Kunsten Informatie en Media: E.M. Bouwers voorzitter (fungerend in 2010) aangewezen door CNV Media: G.F. van Linden
secretaris (fungerend in 2009)
AFDELINGSMANAGERS mw. drs. M.P. van den Berg A.A. van Bruggen dr. R.H. Ketellapper drs. H. E. de Kok RE RA drs. W.J.G. Nijssen RI
Human Resource Management Financiën en Risicomanagement Beleids- en Bestuursondersteuning Interne Accountantsdienst Informatisering & Automatisering/ Facilitaire Dienst
ONDERNEMINGSRAAD J.G.H.M. Koninx E.J. Nilting M. Manshanden mw. E. van Amson mw. Y.A.M. Campschroer J.G. van der Kint R. Kohlberg
voorzitter vice-voorzitter secretaris lid lid lid lid
MEDISCH TEAM E. Sarlui J.R.A. Raasveld
Medisch adviseur Bedrijfsarts
KANTOOR Zwaansvliet 3, 1081 AP Amsterdam Postbus 7855, 1008 CA Amsterdam Telefoon: (020) 5 418 418 Fax: (020) 6 442 911 Internet: www.gbf.nl
DIRECTIE De heer dr. R.H. Ketellapper is per 1 juni 2009 benoemd tot directeur pensioenen GBF, waarmee per die datum voorzien werd in de vacature vanwege het terugtreden van de heer drs. R.P. van Leeuwen. De samenstelling van de directie is per ultimo 2009 als volgt: mr. P.W.G. van Leeuwen LL M algemeen directeur dr. R.H. Ketellapper directeur pensioenen drs. D. Wieman directeur beleggingen ACCOUNTANT A.J.H. Reijns RA van KPMG Accountants N.V.
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 35
GBF
GBF
GBF JAARVERSLAG 2009 | pag 36
DIVISION
ENTITY - LEVEL
Door de GBF wordt de risicoanalysemethode FIRM − Financiële Instellingen Risicoanalyse Methode − van De Nederlandsche Bank (DNB) als referentiekader gebruikt voor de identificatie van risico’s die samenhangen met de uitvoering van pensioenregelingen, evenals voor het vaststellen van de mate waarin deze risico’s worden beheerst. DNB hanteert FIRM als instrument bij haar op risico gebaseerde toezicht op financiële instellingen. Door FIRM, dat eveneens is gebaseerd op het ERM COSO raamwerk, te gebruiken als referentiekader wordt geborgd dat alle typen risico’s van het ERM COSO raamwerk zijn opgenomen en dat de mate van beheersing met een objectief normenkader kan worden beoordeeld. Binnen FIRM zijn zowel financiële als niet-financiële risico’s opgenomen. De dimensies van het ERM COSO-raamwerk worden hiernaast weergegeven.
N CTIEVE PERSPE ST OP RA ER RE CO TE AT PO GI MP IO R C T NS LIA IN G NC E ment Environ Internal g e Settin Objectiv on entificati Event Id essment Risk Ass
SUBSIDIARY BUSINESS UNIT
De inrichting van het risicomanagement bij de GBF is gebaseerd op het ERM COSO-raamwerk. Dit zogenaamde ‘Enterprise Risk Management’ raamwerk is afkomstig van ‘The Committee of Sponsoring Organizations of the Treadway Commission’ (COSO). Dit comité heeft het initiatief genomen om te komen tot een algemeen kader voor risicomanagement. ERM COSO wordt wereldwijd gezien als één van de belangrijkste raamwerken voor de inrichting van integraal risicomanagement. ERM COSO is bij GBF een continu proces dat, geïnitieerd door het bestuur en de directie, tot stand wordt gebracht door alle lagen van de organisatie. Het oogmerk daarbij is om een redelijke mate van zekerheid te verschaffen dat de risico’s die samenhangen met het bereiken van de doelstellingen op een goede wijze worden beheerst.
ELEMENTEN
BIJLAGE II: ERM COSO EN FIRM
onse Risk Resp s Activitie Control n unicatio & Comm n o ti a Inform ng Monitori NIVEAU